7 minute read

Hyperventileren = kortere apneu

Het lijkt evident, met meer zuurstof kun je langer je adem inhouden. Naar aanleiding van het artikel over de film 'Avatar 2' en de bijna bovenmenselijke prestaties van sommige acteurs leek het ons opportuun om dieper in te gaan op hoe dergelijke prestaties tot stand konden komen en welke risico’s daaraan verbonden zijn. Vooraf hyperventileren is geen oplossing. Vrijduikers weten dat hyperventileren je apneutijd juist zal inkorten. Hoe kan dat? En als hyperventileren niet werkt, wat moet je dan wel doen?

om meer zuurstof 'op te laden' en tegelijkertijd CO2 uit je systeem te 'purgeren'. Helaas werkt hyperventileren niet. Deze techniek is gevaarlijk en vermindert je prestaties. Waarom?

Advertisement

Meer zuurstof opnemen is moeilijk. Terwijl je deze Hippocampus leest, is je bloed al zo goed als verzadigd met zuurstof. Je kunt dat controleren door een pulsoxymeter te gebruiken. Dit is het toestel dat de dokters op je vinger knijpen om het zuurstofgehalte in het bloed te meten. Ben je in goede gezond- heid, dan is je saturatie doorgaans meer dan 95%. Je bent bijna volledig verzadigd, er kan zo goed als geen zuurstof meer bij. Het enige wat je kunt doen, is ervoor zorgen dat je veel lucht onder water meeneemt. Je longen zijn op dat moment als het ware je duikfles. Je kunt oefenen en technieken toepassen om je ademhalingsspieren sterker en je thorax en middenrif soepeler te maken en ook je longen beter te vullen, maar toch is dit geen wondermiddel: vol is vol. Ja, maar in Avatar 2 kon Kate Winslet toch meer dan zeven minuten onder water acteren door vóór de duik zuurstof te ademen, dus kun je wél meer zuurstof opladen? In- derdaad! Omdat lucht slechts 21% zuurstof bevat kun je bijna vijfmaal zoveel innemen als je lang genoeg zuivere zuurstof inademt. Herinner je je nog de Wet van Henry? 'De hoeveelheid opgelost gas in een vloeistof is evenredig met de druk van dat gas'. Als de partiële druk van zuurstof vijfmaal groter is, zal vijfmaal zoveel zuurstof in het bloed oplossen. Niet alleen dat, daar komt nog bij dat Kate Winslet haar longen (haar lichaamseigen 'duikfles') met 'Nitrox 100' vult! Dan is het net alsof haar longen vijfmaal groter zijn!

Hollywood kan nog andere trucjes toepassen, zoals het gebruik van medicijnen die de polsslag verlagen of spierontspanners. Zo kunnen acteurs onmenselijk lang onder water spelen. Zeven minuten in die omstandigheden is vergelijkbaar met anderhalve minuut met gewone lucht.

Een heel knappe, maar niet uitzonderlijke prestatie voor iemand in goede conditie. Ter vergelijking, het wereldrecord voor vrouwen in dynamische apneu staat op 4 minuten en 20 seconden en alle kandidaten NELOS

2*Vrijduikers leren om drie minuten in (statische) apneu te blijven, uiteraard zonder extra zuurstof.

Ik zie je al richting de zuurstofkoffer van de club kijken… Neen, niet doen! Zoals ze in de V.S. zeggen: "Don't try this at home!". Zuurstof vóór een apneu inademen is bij NELOS verboden, net zoals medicijnen gebruiken. Onze leden moeten dat niet proberen, hoe verleidelijk het ook kan zijn, want het is levensgevaarlijk (en je bent niet verzekerd).

Wij zijn geen superhelden omringd door een heel medisch team en Dongelberg of Plompe Toren zijn geen gecontroleerde omgevingen. Afblijven, dus. flauwvallen vóór de duik

Oké, maar als we niet echt meer zuurstof mee kunnen nemen, dan kunnen we door hyperventileren tenminste de CO2 uit ons lichaam verwijderen, niet?

Klopt, maar dat is juist het probleem: als je te weinig CO2 hebt, is de kans groot dat je door zuurstofgebrek flauwvalt vóór je de apneu door ademnood beëindigt. Je voelt je nog goed, toch is je zuurstof ondertussen op en dan gaat het licht ineens uit … Iemand die hyperventileert, gaat bovendien nog sneller in syncope. Daar zijn meerdere redenen voor. Het 'Bohr-effect' zorgt bij een tekort aan CO2 voor een slecht vervoer van zuurstof naar de hersenen. De zuurstofbindingsaffiniteit van hemoglobine verhoogt als de hoeveelheid kooldioxide daalt. Zuurstof 'plakt' dan zo stevig aan de hemoglobine dat ze niet loskomt waar we haar nodig hebben. Kortom: ons bloed werkt gewoon niet goed zonder CO2

Hyperventilatie veroorzaakt ook een vasoconstrictie van de haarvaatjes in de hersenen, wat op haar beurt de bloeddoorstroming belemmert. Studies toonden aan dat twee minuten hyperventileren de bloedtoevoer in de hersenen met 45% vermindert. En alsof dat nog niet genoeg is, verhoogt hyperventilatie de hartslag en de spanning in de spieren, met meer zuurstofverbruik als gevolg.

Mensen die extreem hyperventileren, kunnen zelfs al vóór de apneu door zuurstofgebrek in de hersenen flauwvallen. Daar is een grappig voorbeeld van in de cultfilm 'The Big Blue' (Le Grand Bleu), waar een Japanse topvrijduiker hyperventileert en van z'n stokje gaat nog vóór hij aan zijn duik begint! Hyperventileren is dus geen optie, want door al die neveneffecten stijgt de kans op syncope aanzienlijk, terwijl de prestaties verminderen. Maar wat helpt dan wel?

Comfortzone

Ervaren vrijduikers kunnen getuigen: hoelang je onder water blijft, bepaalt vooral je hoofd, niet je lichaam. De beste manier om diep, lang of ver te duiken is tot rust komen. Geen wonder dat yoga bijzonder populair is bij vrijduikers. Als je ontspannen bent, daalt je hartslag en verbruik je minder zuurstof.

Verbrand je minder zuurstof, dan produceer je ook minder CO2. Je stelt je ademhalingsreflex uit én je hersenen krijgen langer voldoende zuurstof om te functioneren. Door gericht te trainen op zwemtechniek, stroomlijning en relaxatie verspil je nog minder energie. Tegelijkertijd leer je de effecten van hypercapnie (te veel CO2) te herkennen en ermee om te gaan. Je verwacht de contracties van het middenrif, want ze laten je weten dat je nog een hele tijd onder water kunt blijven.

Bij elke duiksessie reikt je 'comfortzone' verder. Je forceert je nooit, want stress, angst en twijfel zijn je grootste vijanden …

Vrijduiken is 'fun'. Als je van een leuke duik geniet, gaat alles beter. Je voelt je thuis onder water.

Naast een goede mentale voorbereiding leer je als vrijduiker om optimaal gebruik te maken van je longen en het ideale CO2-peil te bereiken. En door te oefenen op veiligheid en reddingsprotocollen beheers je niet alleen de risico's, je vermindert ook je stress. Want een vrijduiker hoeft geen schrik te hebben, hij vertrouwt op zijn buddy’s en hij kan altijd op hen rekenen.

Bij een apneu komt dus veel meer kijken dan zuurstof en fysieke conditie alleen. Zoals de Franse vrijduiker Guillaume Néry het poëtisch en juist uitdrukt is vrijduiken "Een reis tussen twee ademhalingen".

LAURENT SCHMITZ

Een Master vrijduiker beschrijft hoe een lange statische trainingsduik verloopt:

De eerste minuut – Ik ben me er niet bewust van dat ik niet adem. Mijn ogen zijn dicht, zodat ik kan samensmelten met het water en mijn gedachten kan loslaten. Ik lig met mijn gezicht naar beneden, plat op het water, mijn armen en benen hangen naar beneden en ik ontspan rustig elk spiertje in mijn lichaam.

Twee minuten – Af en toe denk ik nu: "ik wil ademen", maar dat idee is makkelijk van me af te zetten. Ik begin bewust mijn geest op andere, leuke gedachten te brengen.

Twee minuten dertig seconden – De interne druk in mijn lichaam begint te groeien en ik weet dat ik binnenkort contracties krijg. Mijn lichaam spant zich een beetje op, want ik wil het begin van de contracties nog een beetje uitstellen. Ik slik even, omdat het me helpt om de spanning in mijn keel los te laten.

Drie minuten – De eerste contractie in mijn middenrif veroorzaakt onvrijwillige spasmen, want mijn lichaam probeert om zijn eigen ademhaling te starten. De contracties komen ongeveer om de tien seconden. Een kleine golf van opluchting overspoelt mij als ze voorbij zijn en de eerste rustpauze optreedt. Ik zet de drang van me af om aan tijd te denken, want anders begin ik me zorgen te maken dat de contracties vroeger begonnen dan anders. Dat werkt heel demotiverend, dus denk ik bewust aan iets anders, zoals het verder ontspannen van mijn spieren, vooral in mijn kaken en mijn nek. Terwijl ik een systematische 'bodyscan' doe, vertraagt mijn hartslag.

Drie minuten dertig seconden – De start van de moeilijkste fase voor mij. Dit is waar negatieve gedachten mij continu achtervolgen. De uitdaging ligt in de mentale weerbaarheid en ik word overspoeld door gedachten als: "waarom doe ik dit?" of "vandaag is de dag dat ik vroeg ga opgeven". De lichamelijke sensaties zijn intens onaangenaam en het is moeilijk om ze te verdringen, want je weet dat je gewoon je hoofd omhoog kan steken om ze te doen ophouden. De wetenschap dat ik de komende twee minuten in deze toestand zal doorbrengen, komt hard aan. Ik weet echter dat we allemaal twee keer zolang onder kunnen blijven vanaf het ogenblik dat de contracties beginnen, dus concentreer ik me op leuke visualisaties. Mijn buddy legt voorzichtig mijn handen op de rand van het zwembad en ik weet dat er altijd goed voor me gezorgd wordt.

Vier minuten dertig seconden – Het keerpunt. Zodra ik het signaal heb gekregen dat ik al vier en een halve minuut onder ben, begin ik me gelukkiger te voelen. Ik weet dat ik nabij de vijf minuten ben en het einde in zicht is. De contracties komen om de paar seconden en ik begin er net aan te wennen. Incidentele negatieve gedachten steken de kop op, maar het besef dat de vijf minuten bijna om zijn, is meestal genoeg om deze gedachten om te zetten in doorzettingsvermogen. Mijn hartslag daalt tot minder dan 50 slagen per minuut.

Vijf minuten – Ik word licht euforisch. Ik heb het gehaald - het gaat nu steeds makkelijker. De contracties komen snel (ongeveer elke seconde), en ze zijn minder hevig. De negatieve gedachten zijn helemaal verdwenen. Ik kan mijn hartslag duidelijk in mijn hoofd horen, maar andere geluiden klinken dof en veraf. Tijdens deze fase open ik mijn ogen, zodat ik me minder op de contracties focus en me volledig richt op mijn omgeving. Ik bereid me langzaam fysiek en mentaal voor om boven te komen (ik beeld me in hoe ik ga bovenkomen, waar mijn buddy staat, hoe ik de herstelademhaling ga uitvoeren, het veiligheidsprotocol, ...).

Vijf minuten dertig seconden – De tijd vliegt. Ik heb weinig moeite om mijn adem in te houden. Ik merk aan de symptomen dat ik bijna mijn limiet bereikt heb: geluiden klinken gedempt, er ontstaat een begin van tunnelvisie en een gevoel van wezenloos gemak. De hypoxische euforie houdt mij in een ijzeren greep. Nu moet ik bovenkomen, anders is het te makkelijk om mezelf te overtuigen dat ik nog verder kan gaan, want ik voel me goed. Ik breng mijn voeten onder me, langzaam zet ik mijn lichaam rechtop en til mijn hoofd boven water. Na de herstelademhaling neem ik mijn masker af, kijk ik naar mijn buddy en geef ik met een brede glimlach van voldoening het OK-teken.

Advertentie

Tijdens een statische apneu zorgt de buddy voor de veiligheid en controleert regelmatig het bewustzijn door een zachte tik te geven, die door de vrijduiker beantwoord wordt.

This article is from: