Samenhuizen

Page 1

dinsdag 18:42:22

««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««« «««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««

34

UWERIJ

MARCEL RIJDAMS: PROBLEEM LOOS OUD WORDEN IN EEN VOORMALIGE GEUZEBRO


««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««« «««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««

dinsdag 18:42:22

Alternatief wonen

SAMEN

{

}

onder één dak

••••••••••••••

Uitgekeken op het huisje in de rij? Je kunt ook met verschillende gezinnen een kasteel, een boerderij of een fabriekje delen. En daarom hoeft dat nog geen heuse commune te worden. Vier voorbeelden van alternatief samenwonen. _ door jan bosteels, foto’s eric de mildt

Heb je er wel eens van gedroomd om in een kasteel te wonen? Een ruime loft middenin de stad te betrekken? Een grote herenboerderij met moestuin te bezitten? Meestal loopt dit soort dromen stuk op praktische bezwaren, zoals de te hoge kostprijs van aanschaf en verbouwingen. Als je zo’n project samen met een aantal mensen aanpakt, wordt het een heel ander verhaal. Samenwonen kan heel wat schelen in de kosten. Hoeveel je bij deze vorm van samenleven aan privacy inboet, hangt af van project tot project. Hoe dan ook is huizen delen een boeiend sociaal experiment. Waar mensen samenwonen in een pand, ruimtes delen en in sommige gevallen samen eten en samen werken, ontstaat een sterk groepsgevoel. Geen geklaag meer over eenzaamheid en sociaal isolement. Huizen delen is ook goed voor het milieu: gemeenschappelijke voorzieningen en compact wonen verkleinen de ecologische voetafdruk op drastische wijze. Waar wacht je eigenlijk nog op?

COTEKANAL,BRUSSEL Weer leven in de brouwerij

De eerste kennismaking van architect Marcel Rijdams met de voormalige geuzebrouwerij in de Brusselse kanaalzone viel nogal tegen. ‘Op het platte dak stond het water tot aan mijn knieën. Toen ik de

afvoer vrijmaakte, stortte het water zich over het hele gebouw uit als waren het de Niagara Falls. Een zware brand had alle plastic afvoerbuizen doen smelten.’ Rijdams en zijn kompanen moesten vervolgens de zwartgeblakerde machines uitbreken van de cosmeticafabriek die als laatste de gebouwen gebruikte, plus nog eens 24 ton voorraden verwijderen. Maar het loonde de moeite. Ook eind jaren 1990 was een industrieel gebouw dat voor minder dan 400.000 euro van de hand ging en ruimte bood voor zestien woonunits al een buitenkans. Aankoop, ruwbouw en afwerking inbegrepen zouden de lofts hun bewoners gemiddeld 145.000 euro kosten. Ondanks het water op het dak en de gevolgen van de brand bleek de voormalige brouwerij, ondertussen herdoopt tot CotéKanal, een solide gebouw zonder structurele fouten. Het geheel bestond uit drie grote volumes. Door het middelste te slopen, ontstond een lichtstraat die de appartementen van daglicht voorziet. Alle lofts hebben grote terrassen en op het dak is een groot gemeenschappelijk dakterras. ‘Het is goed wonen hier’, zegt Marcel Rijdams. ‘We kunnen hier probleemloos oud worden: dankzij de lift en de brede terrassen zijn alle woonsten ook met de rolstoel bereikbaar.’ Is er iets dat Rijdams achteraf bekeken anders zou hebben gedaan? ‘Ik besef nu dat we de milieuaspecten meteen in onze uitgangspunten hadden moeten inschrijven.

Zo was er altijd sprake van regenwaterrecuperatie en het gebruik van zonne-energie, maar omdat dat niet in onze oorspronkelijke plannen was opgenomen, is het er tot nog toe niet van gekomen. In een latere fase blijft er zelden nog geld over voor zulke ingrepen.’ De veertien vrijgezellen en de twee koppels van bij het begin wonen hier nog bijna allemaal, maar de vrijgezellen kregen partners en startten gezinnen. Dat leidde tot een aantal ingrepen aan enkele te kleine lofts. Er kwam een uitbreiding bij op het dak. Marcel Rijdams verwierf een aanpalend pand en kon zo zijn eigen loft uitbreiden. De woonmachine CotéKanal blijkt flexibel. Samenwonen met achttien mensen en hun gezinnen is niet vanzelfsprekend. Hoe gaat het in zijn werk? ‘We vormen geen woongemeenschap, maar we hebben een goeie manier van samenwonen gevonden’, zegt Rijdams. ‘We hebben intens samengewerkt in de beginperiode en veel vergaderd. Je leert elkaars sterke punten en kleine kantjes zo wel kennen. We hebben leren ruziemaken en we hebben dingen leren oplossen. Sommige spanningen tussen mensen kunnen maanden aanslepen, maar geraken uiteindelijk toch opgelost. We zijn geen vrienden geworden, maar toch wel goede kennissen. We lopen elkaars deur niet plat, er is een groot respect voor de privacy. Maar als het nodig is, staat er altijd iemand voor je klaar.’

DSM M A G A Z I N E 8 november 2008

35


DEDRIETOREKENS,DEURNE

Historici verbouwen een kasteel Eind jaren 1990 was meubelmaker en interieurontwerper Renaat Nyckees samen met een aantal vrienden op zoek naar een plek in het Antwerpse om betaalbaar te wonen in een karaktervolle omgeving met een grote tuin. Zijn oog viel op het Kasteel Te Couwelaer in Deurne, in de volksmond bekend als De Drie Torekens. Een bouwwerk van architect Jozef Schadde, de man die Antwerpen de Handelsbeurs en het Schoon Verdiep schonk en Brugge het voormalige tweede station. In feite is Te Couwelaer de koets- en portierswoning van een verdwenen kasteel. De site lag er bij als een ruïne en de stad had al overwogen om het fraaie gebouw te slopen, na het eerst vakkundig ingekneld te hebben tussen lelijke opslaggebouwen van de gemeentediensten. Na een lang aanslepende aankoopprocedure en een grondige renovatie zijn er nu vijf wooneenheden in De Drie Torekens. Een ervan wordt bewoond door Bruno De Wever en zijn gezin. ‘Van meet af aan was duidelijk dat we er allemaal aparte

36

dinsdag 18:42:39

N KOZE N ZE ZELF

woningen van zouden maken’, zegt hij. ‘Op deze manier een gebouw delen, is niet iets voor mensen die liefst geen andere mensen zien. Anderzijds, in een rijhuis kies je je buren niet, hier wel. Ik vind het leuk om samen met anderen de handen uit de mouwen te steken, alleen zou ik dat niet zo gauw doen. En sinds we hier wonen hebben we nooit meer een babysit nodig gehad.’ De oorspronkelijke bewoners kennen elkaar bijna allemaal van hun studies geschiedenis aan het Antwerpse Ufsia. Ze hebben elkaar nog beter leren kennen door samen dit pand te verbouwen. ‘We hielden wekelijkse werfvergaderingen en hadden zelfs op voorhand een procedure afgesproken om conflicten op te lossen. We hebben dat nooit echt nodig gehad. De verdeling van de ruimtes heeft nooit voor problemen gezorgd. Wij wilden bijvoorbeeld graag het koetshuis, omdat we dat het makkelijkst modern konden inrichten. Onze buren wilden dan weer graag een stuk kasteel met een torentje.’ De verbouwingen brachten wél nogal wat complicaties met zich mee, geeft De Wever toe. Het voormalige koetshuis was bouwvallig en moest gestut worden. Dat het kasteel net voor de verbouwingen als monument werd beschermd, bleek een voordeel. De subsidies van de dienst Monumenten en

Landschappen waren mooi meegenomen. Anders waren de bouwkosten, die nu al meer dan anderhalve keer het oorspronkelijk begrote bedrag bereikten, nog hoger uitgevallen. De bewoners beslisten om de kosten van de verbouwingen gezamenlijk te dragen, ook al waren sommige stukken van het kasteel bouwvalliger dan andere. ‘We wilden er met zijn vijven voor gaan en ervoor zorgen dat iedereen een comfortabele woning voor een schappelijke prijs zou overhouden’, klinkt het. Zeven jaar wonen de gezinnen nu in De Drie Torekens. De tuin is gemeenschappelijk, net als de grote binnenkoer, de fietsenstalling en het tuinhuis. Voor de dertien kinderen is dit het paradijs: bij elkaar binnenlopen, proeven van uiteenlopende opvoedingsstijlen. Binnenkort komen er nieuwe bewoners bij. Een van de mede-eigenaars heeft zijn atelier omgebouwd tot een huur- of koopwoning. De oorspronkelijke bewoners wachten af. ‘We kunnen moeilijk op voorhand eisen dat het klikt met de nieuwe mensen’, zegt De Wever. ‘We moeten de markt zijn werk laten doen. Maar net als in een appartementsgebouw zullen de nieuwe bewoners zich akkoord moeten verklaren met het reglement van inwendige orde.’

© Inter IKEA Systems B.V. 2008 .

«««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««

BRUNO DE WEVE R EN ZIJN GEZIN: DE BURE


«««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««

dinsdag 18:42:54

SAMENL EVE N IN LA GRA NDE

CEN SE: BABYSIT TER S BIJ DE

VLE ET

LAGRANDECENSE,CLABECQ

Cohousing op de boerderij Cohousing is een uit Denemarken overgewaaide vorm om samen een pand te bewonen die wat meer engagement van de bewoners vergt. In België is momenteel één project in aanbouw, in het Waals-Brabantse Clabecq, op een steenworp van de taalgrens. De boerderij La Grande Cense bood onderdak aan een Grieks restaurant, tot initiatiefnemer Luc Jonckheere de plek met potentieel ontdekte. Onlangs werden de voormalige stallingen met de grond gelijk gemaakt. De reusachtige schuur werd uitgerust met drie niveau’s: het gelijkvloers voor deen gemeenschappelijke keuken en leefruimte, de twee verdiepingen voor gastenkamers en kleine appartementen. De grootte van de huisjes varieert van 57 tot 176 m2, maar er is meer dan 400 m2 gemeenschappelijke leefruimte. Binnenkort wordt het voormalige restaurant omgebouwd tot woonunits en wordt er ook nieuwbouw neergezet. De bewoners zijn nu met bijna vijftig: dertig volwassenen en achttien kinderen. Terwijl het oorspronkelijk een Vlaams initiatief was, zullen er ook Waalse, Italiaanse, Zwitserse en Duitse mensen komen wonen. De kostenraming van de collectieve ruwbouw en renovatie betekende aanvankelijk een zware schok. Niet iedereen kon het nodige bedrag ophoesten, maar door bepaalde privéruimtes kleiner te maken, er een woonunit bij te creëren en onderling geld te lenen, werd een mouw aan het probleem gepast. Het was een teken dat de solidari-

teit sterk is en de wil om samen verder te gaan groot. Er worden ook al plannen gesmeed om de auto’s, die nu nog individueel eigendom zijn, met de groep te delen. Cohousing betekent dat een aantal dingen samen worden gedaan. Elke bewoner engageert zich bijvoorbeeld om volgens een beurtrol te koken in de grootkeuken, maar samen eten is niet verplicht. Iedereen heeft trouwens een eigen keuken en eigen sanitair. De schoonmaak en het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimtes en de tuin zal onderling worden geregeld. De meeste bouwwerken worden door een aannemer uitgevoerd, maar waar mogelijk springen de toekomstige bewoners bij. ‘Het samen verbouwen helpt ons te ontdekken hoe de taakverdeling later zou kunnen lopen’, zegt kunstenares Truus. ‘Moeten er strikte afspraken komen of kan het spontaan, op basis van wat je graag doet of wat je meent te moeten doen. Natuurlijk groeit er zo een moraal: de buurman werkt, wat doe jij? Tegelijk is het heel positief dat je vanuit de groep het gevoel krijgt dat het niet erg is als je door omstandigheden niets kunt doen.’ La Grande Cense biedt een mooie mix aan leeftijden. ‘Hier kan je veel langer zelfstandig wonen’, zegt de gepensioneerde lerares Lieve. ‘Je bent hier niet eenzaam: de mensen zijn allemaal vrienden geworden. En alle gemeenschappelijke ruimtes zullen rolstoelvriendelijk zijn.’ Ook voor kinderen is deze vorm van samenwonen hemels. En babysitters zijn er bij de vleet. ‘Ik heb zelf geen kinderen, maar ik verwacht kinderen te kunnen opvangen en voor hen voor te lezen’, zegt Truus.

DSM M A G A Z I N E 8 november 2008

39


«««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««««

dinsdag 18:43:09

LEKEN EN GEESTELIJKEN WONEN SAMEN IN LA POUDRIER E

LEEFGEMEENSCHAPLAPOUDRIERE,BRUSSEL Geen bezittingen, geen stress

Het samenleven kan nog intensiever. La Poudrière is een leefgemeenschap in Brussel die dit jaar een halve eeuw bestaat. In 1958 trok een gezin in bij de paters Oblaten. Vandaag wonen op deze locatie 23 leken samen met drie geestelijken. La Poudrière is nadrukkelijk geen religieuze maar een multiculturele gemeenschap. Moslims, ongelovigen en al dan niet praktiserende katholieken leven er samen, staan hun inkomen af aan de gemeenschap en eten samen. De gemeenschap is zelfbedruipend en leeft vooral van de inkomsten uit de verkoop van tweedehandsmeubelen en andere spullen die worden geschonken of opgehaald. Dokterskosten, tandartsbezoek, het ziekenfonds en andere noodzakelijke kosten worden door de gemeenschap betaald. Elke bewoner krijgt daar bovenop twintig euro zakgeld per week. Het ontbijt wordt geserveerd tussen 6.30 en 8 uur. Iedereen eet ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds in de gezamenlijke eetzaal aan de zelf gemaakte lange tafels. Na het ontbijt kwijt iedereen zich van zijn taken: het ophalen of sorteren van recyclagemeubelen, -kleren en andere producten, klussen in de schrijnwerkerij, de winkel uitbaten, koken, schoonmaken. Jef Van Parijs werkte ooit als manager en nu als schilderbehanger. Bijna een jaar geleden besloot hij in La Poudrière te komen wonen. Dat is een geleidelijk proces: op dit ogen-

blik woont Jef nog twee à drie dagen in zijn huurhuis en de rest van de week in zijn kamer in La Poudrière. Wanneer het huurcontract eind van deze maand afloopt, wordt hij een volwaardig lid van de leefgemeenschap. ‘Ik kies voor een sobere manier van leven, ik hoef de stress en de competitie niet meer’, zegt Jef. ‘Ik zou hier niet meer weg willen. Als ik in mijn huurhuis verblijf, mis ik La Poudrière. De spiritualiteit hier is belangrijk voor mij, en het feit dat ik deel uitmaak van een sociale economie. Weet je wat me opvalt nu ik hier bijna permanent woon? Ik zie bijna geen geld meer. Alleen wanneer ik tabak koop van mijn zakgeld, of wanneer het mijn beurt is om inkopen te doen.’ Zoals veel andere bewoners is Van Parijs niet religieus. ‘Ik ben humanist’, zegt hij. Er worden bijna dagelijks missen gecelebreerd in de sacristie van de Oblaten, maar slechts een handvol bewoners woont die bij. Zuster Jacqueline is een van hen. Ze leefde in de kloostergemeenschap van de Dochters van Liefde. Nu woont ze in La Poudrière. Ze betrekt er een eenvoudige slaapkamer die ook als haar bureau dienstdoet. Ze deelt een badkamer met de andere bewoners van het huis. ‘In het klooster had ik meer vrijheid dan hier’, zegt ze. ‘Toen had ik overdag wel eens tijd om naar de stad te gaan. Hier ben ik altijd bezig.’ In La Poudrière is iedereen gelijk voor de wet. Of je nu uit behoeftigheid voor dit leven kiest, of vanwege andere redenen, doet er niet toe. Dat wil niet zeggen dat iedereen hier ook kan blijven, legt zuster Jacqueline uit. ‘Er is voor iedereen een inloopperiode, afhankelijk van de tijd die de bewo-

ner nodig heeft. Niemand is verplicht om hier te blijven. We houden niemand vast. Maar we geven ook geen therapie. Soms vragen we iemand om de gemeenschap te verlaten, als hij bijvoorbeeld voortdurend drinkt of gedrag vertoont dat niet in de groep past. Wat me wel is opgevallen: je kunt hier meerdere kansen krijgen om terug te komen. Het is niet omdat je een fout begaat, dat je eruit ligt.’ Uit respect voor bewoners die met een drankverslaving kampen of niet drinken, komt er in La Poudrière niet veel alcohol op tafel. Op vrijdag en feestdagen zijn er twee glazen wijn per persoon, de rest van de tijd gaat de drankkast op slot. Ook de vakanties kunnen desgewenst gezamenlijk worden doorgebracht. Drie weken in juli regelt Jacqueline een gemeenschappelijke vakantie. ‘Maar gezinnen kunnen als ze dat willen apart op vakantie. In het weekend kunnen zij er ook voor kiezen om in hun eigen huis te koken met producten van de gemeenschap.’ Veel producten in de keuken zijn afkomstig van een van de andere vestigingen van La Poudrière, een boerderij die groenten, fruit, eieren en varkensvlees levert. Zonnepanelen op het dak zorgen voor warm water. De bewoners verplaatsen zich met het openbaar vervoer of met busjes. De ecologische voetafdruk van wie hier woont, is veel kleiner dan die van de gemiddelde Belg. Hier wordt compact en sober gewoond. In de badkamer heeft iedereen zijn eigen zeepje, maar het is er wel een van Aldi. ‘Aldi heeft goede producten’, zegt Jacqueline. ‘Alleen de enkele scheermesjes waren een marteling,’ zegt Jef. ‘Nu worden er gelukkig dubbele gekocht.’

DSM M A G A Z I N E 8 november 2008

41


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.