Wo r d t w o u d l o p e r i n v i j f d a g e n
Op zoek naar de bosmens in jezelf De Survivalschool in de Ardennen leert je de geheimen van het overleven in de vrije natuur, zonder laptops, gsm of gps. Een verlengd weekend op zoek naar de bosmens in jezelf. _ door jan bosteels, foto’s eric de mildt
36
dinsdag 21:47:09
Een winterse vrijdagavond in Bohan-SurSemois, een dorp onder Dinant, vlakbij de Franse grens. Acht mannen troepen samen in café Cap Semois, klaar om vier dagen in de natuur te gaan leven, zonder stromend water of elektriciteit. Aan de tafel vinden we naast de acht ingeschrevenen voor de cursus van woudloper twee ervaren rotten. Geert Van Speybroek is de zaakvoerder van trekkingschool Cap Bohan. Hij verwierf nationale bekendheid door zijn deelname aan Expeditie Robinson, in de editie van 2003. Geert hield zich lange tijd zelf bezig met de woudloperscursus, maar het is de Nederlander Jos die ons zal inwijden in de geheimen van het overleven in het bos. Wat mogen we verwachten? Over de hele wereld worden survivalcursussen gedoceerd, al dan niet op militaire leest geschoeid en vaak geïnspireerd door de bijbel van de keiharde overlever, het SAS Survival Handbook van de Britse Special Forces. Het is voer voor cultuurfilosofen: terwijl elk plekje op de aardbol stilaan gsm-dekking krijgt en het om te overleven doorgaans volstaat het internationale noodnummer te bellen, dompelen
dinsdag 21:47:09
programma’s als Expeditie Robinson en Lost ons onder in een wereld waar we, al dan niet in zelfgekozen omstandigheden, moeten zien te overleven met weinig meer dan ons instinct van jager en verzamelaar. Geert zal later vertellen over een survivalkamp in het hoge Noorden waar gevorderde woudlopers de bossen intrekken om een week te overleven met slechts enkele kilo’s materiaal. ,,Uiteindelijk moet het mogelijk zijn om in de natuur te overleven met niet meer bij de hand dan een mes’’, zegt Geert. Voor alle duidelijkheid: de cursus woudloper in Bohan is geen echte survivalcursus, maar de basistechnieken survival zouden we binnen vier dagen in theorie onder de knie moeten hebben.
Negen mannen en een hond Het is pikdonker als we ons bivak voor vier nachten bereiken. We slapen in tentjes, er is geen elektriciteit en het stromend water komt uit de nabijgelegen beek. De eerste avond rond het kampvuur licht iedereen toe waarom hij deelneemt aan de cursus. Alex, Jan en Yves werken voor Nature. Zij organiseren zelf avon-
tuurlijke outdooractiviteiten, zijn fervente buitensporters en trekkers en hopen hier nog het een en ander op te steken. Jonathan, Karl en Jo zijn opvoeders bij een jeugdinrichting en willen inspiratie opdoen voor activiteiten met hun jongens. De 38-jarige Marco heeft in Patagonië de smaak van het trekken te pakken gekregen en wil wat basiskennis over survival vergaren voor hij er opnieuw op uit trekt. Cursusleider Jos vertelt hoe hij zelf van in zijn jongensjaren onweerstaanbaar door de natuur werd aangetrokken. ,,Fikkie stoken vindt iedereen toch leuk?’’ Later werd Jos buitensportbegeleider, maar omdat hij vond dat hij met de mountainbike overal te snel voorbijfietste, legde hij zich nader toe op de kennis over dieren, planten en paddestoelen in het woud. We maken ook kennis met Jos’ trouwe viervoeter Lobo, een halve bordercollie met onbekende vader. Cap Sauvage, het kamp van Cap Bohan waar niet alleen de cursus woudloper, maar ook de familie-survival en de cursussen prehistorisch koken plaatsvinden, is niet van alle comfort verstoken. Dichtbij de beek is een afdak gebouwd waaronder hout te drogen ligt en
eenvoudige banken staan rond een kampvuurplaats opgesteld. Jos en Lobo hebben zelfs de beschikking over een heuse zelfgemaakte blokhut, waarin kookmateriaal en allerlei werktuigen aanwezig zijn. In de blokhut bevindt zich een lange tafel om aan te eten voor als het echt te guur weer wordt, er staan een kachel, een oven en een niet-werkende koelkast, die vooral dient om voedsel tegen de vraatzuchtige muizen te beschermen. Wie dacht dat een beetje woudloper zijn gevoeg doet in de beek om zich vervolgens met bladeren of varens te reinigen, komt bedrogen uit. Zelfs geen hudo of scoutstoilet is ons gegund, we moeten het doen met een bouwvakkerstoilet met echt toiletpapier en een put met pispaal voor het kleine werk. Jos verontschuldigt zich voor het plastieken huisje en belooft binnen afzienbare tijd een houten wc te timmeren die beter in het decor past. Het water uit onze beek is drinkbaar, leren we. Dat blijkt uit de aanwezigheid van enkele waterbeestjes die alleen in niet-vervuild water kunnen overleven. We keren keien om in de rivier en vinden de minuscule waterinsecten. Toch zullen we vier dagen ons water
koken alvorens het te drinken. We leren om stroomopwaarts drink- en kookwater uit de beek te halen en ons stroomafwaarts te wassen. Afwas- en afvalwater gaat niet de beek in, zelfs al wassen we af met Ecover: afvalwater moet in een speciaal daarvoor gegraven put. Het is de rode draad door de cursus: we moeten onze impact op de natuur zo beperkt mogelijk houden. De woudlopers die Cap Bohan aflevert, zijn geen cowboys die slechts verschroeide aarde achterlaten, maar indianen die zich sterk bewust zijn van wat leeft in het woud en die het evenwicht niet willen verstoren. We zullen leren dieren te observeren zonder ze op te jagen. Als Jos ons terloops uitlegt hoe we wijn kunnen maken van berkensap, toont hij ons hoe we de wonde in de boom moeten afsluiten om de berk niet te laten sterven.
De vier basisbehoeften Na het ontbijt op zaterdag is het tijd voor de eerste echte survival-les. We zitten rond het houtvuur onder het afdak met een kop thee. Jos heeft een speelgoed-schoolbord tevoorschijn gehaald. We krijgen een veiligheids-
DSM M A G A Z I N E 10 maart 2007
37
dinsdag 21:47:08
briefing over het gebruik van mes, machete en bijl. Alleen een mes met een vast lemmet of eentje dat je kan vergrendelen is echt veilig. We vernemen dat er vier voorwaarden zijn om in leven te blijven in de natuur: we hebben onderdak nodig, water, vuur en voedsel (in die volgorde van belangrijkheid). In welke biotoop we ons ook bevinden - op een tropisch eiland, in Canada in de winter of elders , de eerste voorwaarde is het onderdak. De simpelste hutten zijn wat ze hier de ,,alles wat er op de grond ligt-hut’’ noemen. Het moet een compacte en warme hut worden, waarin zo weinig mogelijk lichaamswarmte verloren gaat. Her en der rond het kamp verspreid staan enkele van deze hutjes na maanden nog altijd overeind. We mogen de hut niet te dicht bij het water bouwen en evenmin op het laagste punt van de vallei, vanwege overstromingsgevaar en het koudste punt uit de omgeving. Karl, Jonathan en ik proberen een prachtexemplaar te bouwen. Dit is het betere jongensgevoel. We zoeken een plek om de schuine hut te bouwen, bestaande uit een driehoekige ingang en een nokpaal waartegen riblatjes worden gelegd. Vervolgens wordt het skelet afgedekt met een meer dan twintig centimeter dikke bladerlaag. De hut is nu in principe waterdicht. Insecten kunnen we weghouden met een strook asse voor de ingang. We krijgen goeie punten van Jos, maar de hut van Yves, Alex en Jan ziet er stukken professioneler uit, met een matras van dennentakken en een vlechtwerkje van takken ervoor. Dat blijkt een reflectiescherm te zijn waartegen de oud-scouts een vuurtje willen maken. De semi-professionele huttenbouwers krijgen echter het verbod om in het dennenbos vuurtje te stoken. Het vuur kan de wortels van de dennenbomen nog weken laten nagloeien
tot uiteindelijk een bosbrand uitbreekt, legt Jos uit. Ons grote kampvuur onder het afdak ligt weliswaar ook in een dennenbos, maar vooraleer die vuurplaats werd aangelegd, heeft Geert een diepe put gegraven, alle dennenwortels afgesneden en de wand van de kuil met stenen bedekt om brand tegen te gaan, merkt Jos terloops op. Zulke momenten, waarop de kennis van de echte woudloper doorschemert, doen ons gloeien van bewondering. Nog een vuurweetje: gebruik voor de stenen rond het kampvuur geen natte of poreuze stenen. Haal nooit stenen uit de rivier, die kunnen ontploffen als een handgranaat. Test stenen door ze tegen elkaar te slaan. Als ze afschilferen, mag je ze niet gebruiken De hutten blijken later een manier om de woudlopers van de mietjes te scheiden. Kurt, Alex, Jan en Marco brengen elk een nacht in een eenpersoonshut door en getuigen later dat het er lekker warm in was, warmer dan in de tent. De occasionele spin en de neerdwarrelende compost in de oudere hutten maakt de ervaring alleen maar meer natuurlijk.
Oerhonger Het is het einde van de eerste dag, we beginnen al in het gezapige ritme te vervallen dat eigen is aan leven in de natuur. Hout zagen en klieven om het vuur aan de gang te houden, altijd een pot water op het vuur voor thee of koffie tegen de kou. De temperatuur komt niet boven de tien graden uit, maar gelukkig regent het niet. Op een of andere manier ontstaat als vanzelf een vlotte taakverdeling. De ene woudloper in spe zet thee, een ander gaat water halen, nog iemand anders sleept omgevallen bomen uit het bos die door de rest van het gezelschap worden gezaagd en gekliefd.
Misschien is de sfeer opperbest omdat het geen televisiespelletje is en er geen afvaller is, maar het is ook gewoon heerlijk om in de natuur te leven zonder gsm of uurwerk, afspraken of zorgen. We staren in het vuur, waaien de rook weg en voelen ons elke dag een beetje meer veranderen in gerookte Ardeense hammen. Jos heeft ons gewaarschuwd: ,,Jullie zullen heel snel alleen nog maar aan eten denken.’’ Dat klopt, ook omdat we niet weten hoeveel voorraad hij in zijn blokhut heeft verborgen. We blijken met zijn allen een gezonde oerhonger te hebben ontwikkeld. Jan en Karl ontpoppen zich tot kok en zorgen voor veel en lekker eten met simpele ingrediënten als look - veel look, ui, aardappelen, worst, wortelen en champignons. Later zullen we ook nog brood bakken, niet in de oven, maar in een pan of opgerold rond een stok boven het vuur. We vullen het brood met hagelslag, gedroogde pruimen, amandelen en eten opnieuw op ou-derwetse wijze onze buik rond. Later volgen er nog koekjes van hetzelfde deeg. Gargantuesk survivalen, het is wat anders dan de eetbare insecten uit het SAS Handboek. Voldaan kruipen we onze slaapzakken in, met nog een laatste tip in het achterhoofd: kruip naakt in je slaapzak, dan werkt de isolatie het best. Stop de kleren die je de volgende dag wil aandoen onderin je slaapzak, tegen je voeten aan en lig op je fleece. Zet een muts op je hoofd, want daarlangs gaat de meeste warmte verloren.
Heeft er iemand vuur? Zondag wordt de dag van het vuur. Vuur is levensnoodzakelijk, niet alleen voor warmte, maar ook voor veiligheid. Je kan er wilde dieren mee op een afstand houden, water
koken om het drinkbaar te maken en eten bakken. In feite hebben we met zijn allen aanstekers genoeg bij om het hele omringende bos in de as te leggen, sommigen hebben zelfs een magnesium-stick meegebracht, waarmee je drieduizend keer vuur kunt maken. Een mogelijk gevolg van dichter bij de natuur te willen komen, is dat je inziet hoe ver we eigenlijk van de natuur verwijderd zijn geraakt. Op de enkele honderden meters verderop gelegen asfaltweg razen de zondagse motorrijders voorbij, elk op hun manier op zoek naar frisse boslucht en authentieke ervaringen. Aan de andere kant van het kamp huilen de boomzagen van drie Franse houthakkers die bij aankomst en vertrek door ons kamp lopen, al is het om te laten voelen dat zij de echte meesters van het bos zijn. In die omstandigheden keren wij, met onze windstopper, fleece en thermisch ondergoed, terug tot onze primitieve staat door het eigenhandig ineenknutselen van een vuurboog. Dat is een van de manieren om vuur te maken als je over geen ander hulpmiddel beschikt dan wat hout, een mes en touw (dat je desnoods zelf kunt maken uit pezen van dieren). Bedoeling is een spil te laten draaien in een stukje hout en zo een kegeltje gloeiende asse te creëren waarmee je een vooraf klaargelegd nestje van tondel in de fik steekt. Voor de tondel hebben we droog riet en berkenbast verzameld, maar niemand van de cursisten slaagt erin om vuur te maken met de vuurboog. Geert, die die avond in een hut komt slapen om zich nog eens in de natuur onder te dompelen, weet hoe dat komt. De woudlopers in opleiding hebben zich niet voldoende verplaatst in de prehistorische mens. Jos maakte bovendien vuur op zijn blote voeten, terwijl wij onze schoenen aanhielden.
DSM M A G A Z I N E 10 maart 2007
39
dinsdag 21:47:08
De laatste dagen focust de cursus op sporen zoeken, het observeren van dieren en het opzetten van vallen. Na de gebruikelijke uiteenzetting voor het bord, neemt Jos ons mee in de omgeving van het kamp. Al sporen zoekend komt het bos tot leven. Denk bij sporen lezen niet alleen aan pootafdrukken, maar ook aan eetsporen, modderpoelen en uitwerpselen. We ontdekken een oud spoor van een everzwijn vlakbij het kamp, met een spinnenweb erin met dauwdruppels erop (,,één dag oud’’, schat Jos). We vinden de modderpoelen waar de zwijnenkolonie een modderbad heeft genomen, de bomen waar ze graag tegen schuren en de paal waarop ze hun gebit scherpen. Dan ritselt iets in het struikgewas en stuift Lobo de bergwand op. Even later kunnen wij heel recente reeënsporen bewonderen
en stoten we en passant ook op wat hertenkeutels en vossenuitwerpselen. Jos heeft nog een opdracht voor ons in petto: de zit. Elke cursist wordt verzocht een plaats in het bos in te nemen waar hij geen van de anderen kan zien en van daaruit de natuur te observeren. De mens heeft een blikveld van 180°, bewijst Jos door achter Yves te staan en twee gestrekte wijsvingers naast diens oren op te steken. Als we breed kijken, kunnen we elke rimpeling in het bos in een straal van 180° opmerken. Maar door autorijden, tv-kijken en computeren hebben we steeds meer last van tunnelvisie. Ik zoek een mooi plekje uit, maar breed kijken lukt niet. Misschien heb ik als licht nachtblinde beeldschermgebruiker slechts een blikveld van 90°. En in plaats van mijn geest leeg te maken zoals opgedragen,
denk ik na over het feit dat de moderne mens geld betaalt om hout te mogen hakken, in eenvoudige omstandigheden te leven en tegen een boom aanzittend zijn blikveld te verruimen. Twee dagen na de trekking en twee douchebeurten later, blijft het Ardeense ham-gevoel aanwezig. Ik ruik nog steeds naar houtvuur. Mijn kleren en slaapzak na de eerste wasbeurt eveneens. Mijn vuurboog heb ik bewaard, vastbesloten het deze zomer eens op blote voeten te proberen. Ik ben er bovendien van overtuigd dat ik, in geval van schipbreuk op een onbewoond eiland, mijn medeschipbreukelingen tot vervelens toe zal onderrichten in de kennis die ik aan deze initiatie in het woudloperbestaan heb overhouden. Om vervolgens te worden weggestemd of opgegeten. www.trekkingschool.be
NIEUW!
Parijs, Londen, New York, Miami... of gewoon bij je thuis. Haal nu je eigen Power-Plate® in huis! Een strakker, mooier en gezonder lichaam. Het kan met 15 minuten, slechts 3 keer per week. En meer nog, zonder de deur uit te moeten. Veilig, gemakkelijk en effectief. Maximum resultaat met een minimale inspanning. Middel: de Power-Plate my5. Geen zoveelste hype, maar acceleratietraining met wetenschappelijk bewezen effecten op conditie, gezondheid en prestatievermogen. Wereldwijd toegepast door de beste sportcentra en coaches, en vanaf nu ook beschikbaar voor bij je thuis: Power-Plate my5, de enige échte, nu vanaf €4490 incl BTW.
Met afstandsbediening • Inclusief personal training op maat aan huis • Makkelijk te bedienen met preset functies
Stretch L 30 sec
Strength H 30 sec
Massage H 60 sec
Relax L 60 sec
High/Low Amplitude
30 sec 60 sec
I n f o : 0 1 4 6 5 2 6 3 7 - w w w. p o w e r- p l a t e . b e - w w w. m y p o w e r p l a t e . b e o f b i j d e v e r d e l e r i n u w b u u r t : Intersport Semfra - Avenue Georges Henri 351 - 1200 Sint Lambrechts Woluwe - 02 733 20 20 • Jupiter - Plantin & Moretuslei 30 - 2018 Antwerpen - 03 230 67 21 • Hanolux - Steenweg op Zevendonk 191-193 - 2300 Turnhout 014 41 76 74 • Sanigo - Winkelom 83 - 2440 Geel - 014 59 23 42 • Arak Wellness - Bouwelsesteenweg 34 - 2560 Nijlen - 03 295 50 25 • Climax - Mechelsesteenweg 8 - 2840 Rumst - 015 29 05 06 Electro Vandeput - Leuvensestraat 16-18 - 3300 Tienen - 016 81 33 21 • Power-Plate Institute - Kuringersteenweg 337 - 3500 Hasselt - 011 33 41 44 • Heeren pools - Heuveneindeweg 70 - 3520 Zonhoven - 011 24 31 20 Berko - Buitensingel 20 - 3920 Lommel - 011 54 53 42 • Tournedos - Pannestraat 42b - 8630 Veurne - 058 28 86 50 • Sun Vision - Beauty Service - Hundelgemsesteenweg 51 - 9050 Ledeberg - 09 231 44 31 Het Buitenhuis - Zandstraat 73 - 9200 Dendermonde - 052 25 61 16 • Trendsport - Oudenaardsesteenweg 338 - 9420 Erpe Mere - 053 41 44 14