MagUZA april 2013

Page 1

zorgmagazine van het UZA – april 2013 – #92

Afgiftekantoor Antwerpen X, Maguza 92, Tijdschrift – kwartaalblad, april – mei – juni 2013, v.u. Johnny Van der Straeten, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem

Dossier allergie

Chirurgie

Kleine sneetjes, groot resultaat Dementie

Tips voor mantelzorgers Ethisch

De waarheid en niets dan de waarheid?

Dossier allergie

Gevaar in een klein koekje www.maguza.be


advertentie

SAMEN TEGEN REUMA

Een snelle, natuurlijke remedie tegen spier- en gewrichtspijnen

Health Mate steunt het fonds voor wetenschappelijk Reumaonderzoek

www.cobretti.be

DE BESTE KWALITEIT INFR AROODC ABINES - VAN 1 TOT 6 PERSONEN

Health Mate® infraroodcabines Herbron uzelf met Health Mate®. Want een Health Mate® infraroodsessie kan bijzonder heilzaam zijn bij tal van ongemakken*: Verzacht spier- en gewrichtspijnen zoals fibromyalgie, reuma, artrose.

Verbetert uw algemene conditie en weerstand.

Verlicht nek- en rugklachten.

Vermindert hoofdpijn. Verjaagt stress.

Vermindert huidproblemen zoals acne, psoriasis, eczeem. Verlicht astma en bronchitis.

Geen wonder dat ook topsporters er graag gebruik van maken. Surf naar www.healthmate.be voor meer getuigenissen, heilzame

34

( )

* Raadpleeg steeds uw arts als u een Health Mate® infraroodcabine wil gebruiken voor medische doeleinden.

ANTWERPEN: Arak Wellness LIER 03 295 50 25 | Van den Berg HOOGSTRATEN 03 315 75 31 | Sanik GEEL 014 58 86 70 | AquaVision OUD-TURNHOUT 014 35 91 71 | Fonne Smeulders KALMTHOUT 03 62 01 620 | Reborn Wellness SCHOTEN 03 685 44 50 | NG Project BALEN 014 73 53 99 | Schrauwen: BRASSCHAAT 03 645 24 79 – HERENTALS 014 24 40 20 – WILRIJK 03 825 69 81 – ZANDHOVEN 03 464 19 16 | LIMBURG: ‘t Hoveniertje WELLEN 012 74 53 60 | Schrauwen GENK 089 30 86 20 | Varey LOMMEL 011 54 43 69 | Sleurs & Vangompel BOCHOLT 089 46 56 00 | D&A Pool Technics ZONHOVEN 011 82 37 65 | WEST-VLAANDEREN: Spa-Wellness ZWEVEGEM 0477 59 58 13 | Ovalco OOSTKAMP 050 82 75 86 | Health Mate Shop Knokke 0486 51 89 83 | Delaere IZEGEM 051 30 11 82 | Wellness La Rose GISTEL 059 27 61 84 | Florisan VEURNE 058 31 53 15 | Vanderhaeghe IEPER 057 21 37 23 | Vermeersch KORTEMARK 051 57 52 08 | Lamo RUISELEDE 051 68 82 53 | Van Raes ROESELARE 051 22 20 15 | DC infrarood RUDDERVOORDE 050 28 07 87 | Claeys-Verhelst Brugge 050 31 26 52 | Xavier Covemaeker WERVIK 056 20 01 69 | OOST-VLAANDEREN: Aquatropic MALDEGEM 050 71 93 92 | Aquazure NINOVE 054 50 01 69 – WICHELEN 053 39 09 39 | Het Buitenhuis DENDERMONDE 052 25 61 16 | Wellness Decor KRUISHOUTEM 09 383 70 83 | Wida MELSELE 03 336 54 94 | Esento: BRAKEL 055 42 76 08 | Van Poucke ZOTTEGEM 09 360 16 91 | Vepa ZELZATE 09 345 56 25 | Schrauwen ST-NIKLAAS 03 766 18 17 | Sterck AALST 053 70 16 11 | Sani-en Keukendecor WAASMUNSTER 03 250 66 90 | DC Pools GAVERE 09 330 87 35 | VLAAMS-BRABANT: Van Poucke LENNIK 02 582 35 03 | L’air et L’eau BEGIJNENDIJK 016 41 42 66 | Ventimec LEUVEN 016 23 39 74 | Pool+ HAACHT 016 85 09 55 | Runningmate KAMPENHOUT 016 65 05 86 | Van Diest HALLE 02 361 14 16 Volledig dealeroverzicht op www.healthmate.be

UMME EN

R

Vermindert cellulitis. Verbrandt calorieën.

Verdrijft afvalstoffen uit uw lichaam.

D

Goed voor hart en bloedvaten. Verbetert de bloeddoorstroming.

toepassingen en wetenschappelijke studies. Of bel 03 295 50 25 voor een gratis brochure.


voorwoord

Investeren in Innovatieve groei W

e hebben smartphones en supercomputers, gentherapie en stamcelonderzoek. We denken dat we in het meest innovatieve tijdperk ooit leven. Maar in werkelijkheid vertraagt de innovatie, terwijl ze moet leiden tot groei. Er zijn twee soorten groei: extensieve en intensieve groei. Extensieve groei is een gevolg van ‘méér’, bijvoorbeeld meer hoger opgeleiden. Intensieve groei is een gevolg van ‘beter’ en wordt technologiegedreven groei genoemd. Die intensieve, technologische groei leidt tot meer welvaart, maar is steeds moeilijker te realiseren. Zo is terabytes aan genetische informatie omzetten in medische behandelingen veel moeilijker dan antibiotica uitvinden en produceren. De voorbije 70 jaar zijn de Verenigde Staten de motor van de technologische groei geweest. In 2011 gaf de VS 366 miljard dollar uit aan wetenschappelijk onderzoek, waarvan één derde gefinancierd door de overheid. Het grootste deel gaat naar onderzoek in de geneeskunde. Het NIH, het nationaal instituut voor gezondheidzorg, is de grootste financier ter wereld van biomedisch onderzoek. Obama verklaarde in zijn State of the Union speech dat er meer dan ooit in onderzoek zou worden geïnvesteerd en hij prees het onderzoek naar hersenziekten en stamcelonderzoek. De realiteit is echter dat er in de VS zwaar wordt bezuinigd op wetenschappelijk onderzoek: 8,7 miljard dollar besparingen in 2013. Japan, dat al meer dan 20 jaar in crisis verkeert, gooit het roer om. De regering beseft dat de industrie – auto’s en elektronica – er over zijn hoogtepunt is en besliste dit jaar 110 miljard yen (1 miljard euro) te investeren in wetenschappelijk onderzoek in de geneeskunde. De premier noemde het een kwestie van overleven voor de Japanse industrie. De BRICK-landen (Brazilië, Rusland, India, China, Korea) doen hetzelfde. Een nieuwe studie van Thompson Reuters toont aan dat de wetenschappelijke output van die landen de afgelopen 10 jaar vervijfvoudigd is en dat de kwaliteit eveneens sterk gestegen is. Ook hun aantal patenten is spectaculair toegenomen. In 2011 registreerden ze bijna even veel patenten als de G7. In Vlaanderen blijven we niet achter. De minister voor wetenschapsbeleid heeft met de GIMV een nieuw fonds met 100 miljoen euro opgericht voor innovatie in de zorgsector. Het geld zal voornamelijk naar de rusthuissector gaan, een sector waarin Vlaanderen aan de Europese top wil staan. Hopelijk wordt er niet alleen in die vorm van extensieve groei geïnvesteerd, maar investeert de Vlaamse overheid ook verder in technologiegedreven groei.

Een nieuw Vlaams fonds met 100 miljoen euro voor innovatie in de zorgsector

Johnny Van der Straeten Gedelegeerd bestuurder

maguza 003


advertentie

OrthOpedie

OrthOpediSche apparaten Of OrtheSen

OrthOpediSche kOrSetten

SpOrtbracing

SchOenen

OrthOpediSche MaatSchOenen

OrthOpediSche cOMfOrtSchOenen

SteunzOlen

MObiliteit

ScOOterS

elektriSche invalidenwagenS

Manuele invalidenwagenS

revalidatie en thuiSzOrg

revalidatie en thuiSzOrg

relaxzetelS

rOllatOrS

bandagiSterie

aderSpat cOMpreSSiekOuSen

lyMfe cOMpreSSiekOuSen

hand- en arMkOuSen

bOrStprOtheSen en lingerie

bOrStprOtheSen

lingerie

badMOde

Volg ons Via www.schaeps.be

RIZIV 1/6/10422/96/100 - 1/6/27017/88/200

Schaeps • Turnhoutsebaan 92-94 • 2100 Deurne Tel. 03 326 11 30 • Fax 03 326 06 79 • www.schaeps.be Maandag t.e.m. vrijdag 9u - 18u, zaterdag 9u - 13u Tram 10, bus 33, 410, 411 en 412 • GRATIS PARKING

ORTHOPEDIE • BANDAGISTERIE • SCHOENEN • INVALIDENWAGENS • HOMECARE • REVALIDATIE


in dit nummer

Medisch

010

Chirurgie anno 2013

010

Chirurgie anno 2013: kleine sneetjes met een groot resultaat

013

Neuromodulatie succesvol bij urinaire incontinentie, blaasledigingsstoornissen en stoelgangincontinentie

014

Nationale tumorbanken geven een boost aan het kankeronderzoek

Gezond

014

034

028

Omgaan met dementie: tien tips voor mantelzorgers

030

Puistjes, pukkels, mee-eters … Feiten en fabels over acne

Tumorbanken Zorg

032

Slaapbegeleiding: als slapen een nachtmerrie wordt

034

‘Lieselotte is een geschenk uit de hemel.’ Levertransplantpatiënte bevalt van gezonde dochter

036

De waarheid en niets dan de waarheid? Welke informatie moet uw arts u eigenlijk geven?

Levertransplantpatiënte ­bevalt van gezonde dochter

De oorzaak van een allergie vinden, vraagt vaak doorgedreven medisch speurwerk. Prof. dr. Didier Ebo

019

Allergieën nemen hand over hand toe. Het UZA bouwde door de jaren een grote expertise op, in de behandeling maar ook in de diagnose van allergieën.

Allergie

019

Dossier Allergie En verder

016

ICT in het ziekenhuis

015

U zegt? Defibrillator

016

UZA 2020. ICT in het ziekenhuis

037

Witjas: hartfalenverpleegkundige

031

Column Saartje Vandendriessche maguza 005


doorgelicht

006


Schimmels op kweek

Schimmels hebben in de natuur een belangrijke functie als opruimers van organisch materiaal. Ze planten zich voort door sporen te vormen die zich via de lucht kunnen verplaatsen. De meeste schimmels zijn onschuldig, maar sommige kunnen bij mensen met verminderde weerstand of bij het gebruik van bepaalde medicatie voor problemen zorgen. Ze kunnen huid­ infecties of ernstige longinfecties veroorzaken, of allergische reacties teweegbrengen. In het labo klinische biologie van het UZA worden schimmels uit stalen op kweek gezet, zodat de laboratoriummedewerkers op basis van hun groei en uitzicht kunnen bepalen om welke schimmel het gaat en de artsen vervolgens de juiste behandeling kunnen starten. In tegenstelling tot bacteriën kunnen schimmels niet door antibiotica ­worden gedood.

maguza 007


kort

Last van

incontinentie

bij sporten, niezen, lachen?

Buurtwinkel

in de inkomhal In januari opende in de inkomhal van het UZA een Shop&Go-winkel van 80 m2, een samenwerking tussen Delhaize en Sodexo. De winkel is nog het best vergelijkbaar met een buurtwinkel en heeft een behoorlijk uitgebreid gamma van 1250 producten. Natuurlijk vindt u er ook producten die specifiek afgestemd zijn op een ziekenhuis­ publiek zoals fruitmanden, bloemen en cadeauartikelen, maar ook pakweg glutenvrije en zoutarme producten. Er is ook een ruim gamma meeneemmaaltijden te verkrijgen. Sigaretten zijn er niet te koop. De winkel is van maandag tot vrijdag open van 8.30 tot 20 uur, op zaterdag en feestdagen open van 12 tot 19 uur, op zondag gesloten.

Filmpjes wijzen de weg in

het UZA

Als u voor het eerst op consultatie komt of een ingreep moet ondergaan, komt er heel wat op u af. Sinds kort vindt u op de UZA-website enkele filmpjes die u vooraf wegwijs maken in het ziekenhuis. Zo weet u op voorhand goed waar u zich moet aanmelden en wat u kunt verwachten. Er zijn momenteel zes filmpjes beschikbaar: » Uw raadpleging in het UZA in 5 stappen » Een opname in het UZA zonder overnachting in 8 stappen » Uw opname in het UZA met overnachting in 6 stappen » Uitleg over uw ziekenhuisfactuur » Uitleg over de routes » Uitleg over uw kamer Raadpleeg de filmpjes op www.uza.be/onthaalfilmpjes

008

Bent u een vrouw ouder dan 18 jaar en hebt u last van inspanningsincontinentie, dan kunt u deelnemen aan een studie over een nieuwe niet-operatieve behandeltechniek. U krijgt een gratis behandeling en vergoeding voor tijd en reiskosten. Geïnteresseerd? Contacteer Katleen Derickx, T 03 821 47 34 of katleen.derickx@uza.be. Meer info op www.bladdercomfort.com

63

In 2012 werden er in het UZA 63 organen getransplanteerd bij 59 patiënten. Niertransplantaties worden in het UZA het meest uitgevoerd: zo’n 40 patiënten kregen een nieuwe nier. Daarna volgen de lever-, pancreas- en harttransplantaties. Er werd vorig jaar voor het eerst ook een dunne darm getransplanteerd. Met succes! Lees het verhaal van Ronald in Maguza 90 of op www.maguza.be

Laat je hart in april

Vanaf uw veertigste hebt u één kans op vier om ooit voorkamerfibrillatie te krijgen. Dat is een ernstige aandoening waarbij het hart op hol slaat en heel onregelmatig klopt. Personen met voorkamerfibrillatie hebben vijf keer meer kans op een trombose of beroerte. Een op drie heeft echter geen symptomen en loopt er dus zonder het te beseffen mee rond. Om iedereen bewust te maken van het risico, vindt sinds enkele jaren de Week van het hartritme plaats. In een hele reeks ziekenhuizen kunnen personen die tot de risicogroep behoren hun hartritme laten controleren. In het UZA kan dat op donderdag 25 april. Verplicht inschrijven via www.mijnhartritme.be. Op die site vindt u ook een test om na te gaan of u tot de risicogroep behoort.


Kanjerketting voor kinderen

met kanker Kinderen met kanker ondergaan een lange reeks onderzoeken en behandelingen. Om hen door die zware tijd heen te helpen is de Kanjerketting in het leven geroepen. Na elke behandeling, ingreep of onderzoek krijgen de kinderen in het UZA een specifieke kleurrijke kraal voor hun ketting. Dat vormt een klein lichtpuntje in het traject, maar maakt van de kralenketting ook een weerspiegeling van de behandeling. De ketting maakt zichtbaar wat soms

ongrijpbaar is en vormt voor de kinderen een aanknopingspunt om te praten over wat hen overkomt. Het UZA kon de Kanjer­ketting introduceren met de financiële steun van Fashion 4 charity, opgezet door model en presentatrice Valerie De Booser. Elk jaar krijgen 250 tot 300 Belgische kinderen jonger dan vijftien jaar te horen dat ze kanker hebben. Sinds vorig jaar kunnen kinderen in het UZA in een gespecialiseerd centrum voor kinderoncologie terecht.

Info: www.uza.be/oncologie-hematologie-kinderen

ritme controleren

Prins Laurent BOKSt mee Op 9 februari kwam Prins Laurent in het UZA patiënten met een zeldzame stofwisselingsziekte een hart onder de riem steken. Het Centrum voor Erfelijke Metabole Aandoeningen (CEMA) van het UZA en de patiëntenvereniging BOKS maakten samen een informatiemap voor de patiënten. Als beschermheer van de vzw BOKS kwam Prins Laurent de eerste map overhandigen. Patiënten met een zeldzame stofwisselingsziekte hebben meestal heel hun leven medische zorg nodig, moeten vaak een levenslang dieet volgen en specifieke medicatie en maatregelen nemen. In de map vinden ze uitleg over hun ziekte en over hoe die zal evolueren in de tijd, een handleiding voor de administratieve zaken, en belangrijke gegevens voor hulpverleners in geval van urgentie. De broertjes Peeters uit Essen ontvingen de eerste infomappen uit prinselijke handen. Ze lijden alle drie aan een stofwisselingsziekte, met name een ketolysedefect, wat een grote impact heeft op het leven van het gezin. Info: www.uza.be/infomapcema www.boks.be

maguza 009


medisch

Grote operatiewondes maken steeds vaker plaats voor minuscule sneetjes: minimaal invasieve chirurgie blijft terrein winnen. Een mooie zaak voor de patiënt. ‘Al dreigt het hoge kostenplaatje die evolutie aan banden te leggen’, klinkt het bij de chirurgen.

B

ij een kijkoperatie wordt een piepkleine camera in het lichaam gebracht via een heel smal buisje. Zo kan de chirurg de operatie op zijn monitor volgen. De eigenlijke ingreep gebeurt via een of meer andere buisjes, met behulp van langwerpige instrumenten. Voor elk buisje volstaat een sneetje van één of anderhalve centime010

ter. ‘Vooral die kleine insnedes springen in het oog’, zegt UZA-neurochirurg dr. Ricky Rasschaert. ‘Belangrijker is echter wat daaronder gebeurt. Tijdens een kijkoperatie hoeft de chirurg nauwelijks te raken aan structuren die toevallig in de buurt liggen, zoals spieren. Dat is de grootste meerwaarde.’ Begin jaren negentig kwam minimaal invasieve chirurgie in een stroomversnelling. Opereren met zo weinig mogelijk collateral damage was het doel. Naast kijkoperaties zijn er overigens nog tal van andere niet-ingrijpende operatietechnieken. Een bekende is de katheterisatie, die steeds vaker wordt ingeschakeld voor behandelingen (zie kaderstuk p. 12).  Minder snijden, minder lijden   Thorax- en vaatchirurgen prof. dr. Jeroen Hendriks en dr. Patrick Lauwers zagen de minimaal invasieve chirurgie in hun vakdomein de voorbije tien jaar exploderen.

Hendriks: ‘We spreken dan zowel over kijkoperaties als over endovasculaire technieken, waarbij er wordt geopereerd via een bloedvat. De voordelen voor de patiënt zijn talrijk: minder bloedverlies, minder pijn, kleinere littekens, vaak minder complicaties, een sneller herstel, een korter ziekenhuisverblijf … Een patiënt die vroeger werd geopereerd aan een aneurysma – een uitstulping in een bloedvat – in de buik of in de borstkas, lag minstens tien dagen in het ziekenhuis, waarvan een tot drie dagen op intensieve zorg. Nu gebeurt zoiets via een bloedvat, meestal onder plaatselijke verdoving. Er is maximaal één overnachting nodig en de patiënt kan na pakweg drie of vier dagen zijn normale activiteiten hervatten.’ Nog zo’n techniek in opmars is de Nuss-procedure, toegepast bij jongeren met een zogenaamde trechterborst. Die aandoening uit zich als een uitgesproken indeuking ter hoogte van


Prof. dr. Jeroen Hendriks

Prof. dr. Guy Hubens

Dr. Ricky Rasschaert

Chirurgie anno 2013

Kleine sneetjes,

groot resultaat het borstbeen. Hendriks: ‘Tot voor kort kon je de borstkas alleen reconstrueren met een open ingreep. Nu kan dat vaak met een kijkoperatie: de chirurg brengt een gebogen staaf in de borstkas aan. Na enkele jaren mag die er weer uit en behoudt de ribbenkast de goede vorm. De littekens van de kijkoperatie zijn kleiner en liggen mooi aan de zijkant van de borst in plaats van in het midden. Er is ook minder risico op nabloedingen, infecties en een instabiele borstkas. Ook een pectus carinatum, een afwijking waarbij het borstbeen naar buiten staat, kan in bepaalde gevallen minimaal invasief worden geopereerd.’  Rugspieren gespaard  Ook binnen de neurochirurgie blijft minder ingrijpende heelkunde aan belang winnen. De dienst neurochirurgie startte onlangs met minimaal invasieve hersteloperaties van de rug. Rasschaert: ‘Dat zijn ingrepen waar-

‘Ziekenhuis snijdt in eigen vel’ De voornaamste beperking van minimaal invasieve chirurgie is het kostenplaatje. De toestellen vragen een enorme investering en het gebruikte materiaal is duurder, maar de terugbetaling hinkt meestal achterop. Ziekenhuizen passen daar op allerlei manieren een mouw aan: soms betalen ze operaties deels zelf of ze beperken ze tot die patiënten die er het meest baat bij hebben. Prof. dr. Jeroen Hendriks: ‘Als iemand sneller herstelt, is dat ook economisch een groot voordeel. Bovendien wor-

den de wachttijden korter doordat de ingrepen minder lang duren en moeten er minder patiënten onder narcose. Toch snijden we als ziekenhuis vaak in ons eigen vel met dit soort chirurgie.’ Voor sommige operaties vallen de extra kosten ten laste van het ziekenhuis, in andere gevallen draagt de patiënt de meerkosten. ‘Ook dat laatste is niet ideaal, want zo riskeer je een geneeskunde met twee snelheden’, aldus Hendriks. ‘Patiënten moeten dus goed de kleine lettertjes van hun ziekteverzekeringspolis lezen en zich al op jonge leeftijd goed verzekeren.’

maguza 011


Er wordt een piepkleine camera in het lichaam van de patiënt gebracht. Op de monitor ziet de chirurg zijn instrumenten en het operatiegebied, zodat hij de operatie kan uitvoeren.

Stent van de toekomst Een bekende vorm van minimaal invasieve chirurgie is de ballondilatatie of de plaatsing van een stent via een katheterisatie. Daarbij prikt de chirurg de slagader in de lies of arm aan en schuift hij een voerdraad op tot bij de vernauwing in de slagader. Daar wordt hetzij een ballonnetje opgeblazen, hetzij een metalen buisje – een stent – aangebracht om de slagader weer open te krijgen. Beide technieken hebben echter nadelen: na een ballondilatatie is er een vrij grote kans op scheuren en een nieuwe vernauwing en bij een stent bestaat het risico op verstopping door klontervorming of littekenweefsel. De afgelopen jaren wordt er volop naar alternatieven gezocht. Een daarvan is een ballon die een product afzet in de wand van het bloedvat, een zogenaamde drug eluting ballon, en het zo langer openhoudt. Een andere optie is de bioresorbeerbare stent: die verdwijnt op de duur vanzelf, zodat de slagaderwand – die intussen de goede vorm heeft aangenomen – er niet meer op kan reageren.

»

medisch

bij je de wervelkolom moet vastzetten, bijvoorbeeld bij slijtage of na een ongeval. Traditioneel gebeurt dat door een snede van minstens 15 centimeter te maken en de spieren los te maken van het bot, waarbij de zenuwen worden doorgehaald. Vervolgens maken we een reconstructie met schroeven en staven. Bij een kijkoperatie brengen we diezelfde constructie aan met insnedes van anderhalve centimeter. De patiënt ligt onder een röntgenboog, zodat we perfect op de beelden zien waar de schroeven moeten komen.’ Patiënten kunnen na drie of vier dagen naar huis, terwijl dat met een klassieke operatie gemiddeld pas na een week kan. Hét voordeel is echter dat er minder wordt geraakt aan de rugspieren, waardoor die op lange termijn sterker blijven. ‘De ingreep is wel alleen geschikt voor relatief eenvoudige wervelkolomreconstructies’, geeft Rasschaert nog mee.

de hand imiteerden. Het UZA kocht het toestel in 2002 aan. Bij de eerste toepassingen waren operaties van slokdarmtumoren: een Europese primeur.’ De eerste jaren was het wat zoeken. Hubens: ‘Als de operatie niet bleek te kunnen met robotica, schakelden we tijdens de ingreep over naar de klassieke methode. Dat legden we vooraf zo uit aan de patiënt. De meesten gaven ons alle vertrouwen. Slechts een enkeling liet verstaan: doe mij maar de klassieke manier. Dan respecteerden we dat. Intussen zijn we op kruissnelheid en opereren we alle slokdarmtumoren op die manier.’ Ook andere diensten maken gebruik van robotica. Daaronder de dienst thorax- en vaatheelkunde, die de robot vooral inzet om de zwezerik te verwijderen, een klier tussen het borstbeen en de luchtpijp. Ook ingrepen in de longen of de hersenen en operaties waarbij de eerste rib wordt verwijderd, zullen in de toekomst met robotica gebeuren.

Robot aan operatietafel  Ook de abdominale heelkunde trok al vroeg de kaart van de minimaal invasieve chirurgie. ‘Rond 2000 was het enthousiasme echter wat bekoeld’, vertelt prof. dr. Guy Hubens, diensthoofd abdominale chirurgie. ‘Vooral de beperkte bewegingsvrijheid en het tweedimensionale beeld bij een kijkoperatie waren een nadeel. Toen kwam echter de robotica.’ Met die techniek staat de chirurg niet zelf aan de operatietafel, maar bestuurt hij vanop afstand een kolom met vier robotarmen waarop instrumenten en een kleine camera zijn gemonteerd. De beelden verschijnen in 3D en uitvergroot op een monitor, waardoor de chirurg zich als het ware in het operatieveld bevindt. Hubens maakte voor het eerst kennis met de techniek tijdens het congres van het American College of Surgeons. ‘De grootste problemen van de kijkoperatie leken in één klap opgelost’, blikt hij terug. ‘Je had weer 3D-zicht en instrumenten die de bewegingen van

Snelle evolutie  Rest nog de vraag wie al die nieuwe technieken uitvindt. ‘Het initiatief komt meestal vanuit de medische wereld, via specialisten die optreden als consultants’, legt Hendriks uit. ‘Vanaf dan worden de kosten doorgaans gedragen door de industrie of specifieke investeerdersgroepen. Er wordt een product uitgewerkt en nadien wordt een of meer geschikte centra gezocht om de techniek uit te testen. Blijkt de nieuwe behandeling succesvol, dan vindt ze haar weg naar de klinische praktijk via workshops, congressen en de literatuur. De pionierscentra bieden opleidingen aan andere geïnteresseerde artsen aan.’ Innovaties volgen elkaar almaar sneller op, ondervindt hij. ‘Soms wordt een veelbelovende techniek door een andere ingehaald nog voor hij goed en wel is gelanceerd. Als chirurg moet je dan ook goed afwegen wat interessant is en wat niet. Op elke kar springen is simpelweg onmogelijk. En soms moet je ook afwachten of een techniek zichzelf wel waarmaakt.’

info Dienst abdominale, kinder- en reconstructieve heelkunde, T 03 821 33 30, dienst neurochirurgie, T 03 821 33 28, dienst thorax- en vaatheelkunde, T 03 821 37 85. 012


medisch

3

Sacrale neuromodulatie bij urinaire incontinentie en blaasledigingsstoornissen wordt in het UZA al bijna vijftien jaar toegepast.

1 2

‘Toch is de behandeling nog te weinig bekend,’ zegt prof. dr. Stefan De Wachter, die er intussen al zo’n 600 patiënten mee hielp. Vanaf deze zomer wordt het UZA een trainingscentrum voor artsen uit heel de wereld.

»

1. heiligbeen, 2. elektrode, 3. onderhuidse pacemaker

Neuromodulatie:

ook bij blaas- en stoelgangproblemen B

ij sacrale neuromodulatie geeft een elektrode impulsen aan de zenuwen in het heiligbeen (os sacrum). Die zenuwen regelen het functioneren van de blaas, darmen, sluitspieren en de bekkenbodem, maar soms loopt daar iets mis. Patiënten met urgentieincontinentie of incontinentie door een overactieve blaas, patiënten met blaasledigingsproblemen, die niet meer spontaan kunnen plassen, en ook mensen met stoelgangincontinentie kunnen baat hebben bij sacrale neuromodulatie. Bij hen geven de zenuwen immers vaak verkeerde signalen af, met alle gevolgen van dien. ‘Een eerstelijnsbehandeling is het echter niet,’ zegt De Wachter. ‘Pas als de klassieke behandelingen, bijvoorbeeld medicatie of kinesitherapie, geen effect hebben, zetten we neuromodulatie in.’

Eerst extern,   daarna onderhuids  Via een naald wordt een elektrode naar het heiligbeen geschoven waar ze zich vasthecht. ‘Dat gebeurt in de dagkliniek,’ zegt De Wachter. De neuromodulatie wordt vervolgens drie weken uitgetest. ‘Tijdens die weken heeft de patiënt een externe pacemaker die via de elektrodes elektrische impulsen geeft aan de zenuwen.’ Blijkt de neuromodulatie een positief effect te hebben op de symptomen – wat bij 80 tot 90 % het geval is – dan wordt er bij de patiënt een onderhuidse pacemaker ingeplant, ter hoogte van de bil. ‘Van die patiënten ondervindt uiteindelijk opnieuw 80 % een aanzienlijke verbetering in de vijf jaar na de ingreep. Dat is bijzonder

veel aangezien de meesten pas na jaren vol problemen bij ons terechtkomen. Genezen kunnen we echter niet: het blijft symptoombestrijding.’ Complicaties komen zelden voor, en als blijkt dat de neuromodulatie geen effect heeft, wordt de elektrode gewoon verwijderd. Prof. De Wachter was voor zijn komst naar het UZA actief in het academisch ziekenhuis Maastricht waar hij andere artsen trainde in sacrale neuromodulatie. ‘Sinds kort hebben we de toestemming om ook in het UZA die trainingen aan te bieden, als derde centrum in Europa. Een mooie erkenning van de expertise die de teams van urologie en abdominale heelkunde doorheen de jaren hebben opgebouwd.’

info Dienst urologie, T 03 821 33 68 maguza 013


medisch

Begin dit jaar stelde het UZA de werking van Tumorbank@UZA voor. Het project kadert in een ruimer Belgisch initiatief: elf universitaire centra bewaren systematisch stalen van kankerpatiënten en wisselen die uit voor research. Het kankeronderzoek krijgt daarmee een ongeziene boost.

Tumorbank: boost voor kankeronderzoek Z

iekenhuizen bewaren al langer weefselstalen voor onderzoek. ‘Tot voor kort gebeurde dat echter weinig georganiseerd. Het Nationaal Kankerplan bracht daar verandering in. Sinds kort krijgt elk universitair centrum de middelen om tumorstalen op een kwalitatieve manier te bewaren, te beheren en ter beschikking te stellen aan onderzoekers’, zegt prof. dr. Marc Peeters, diensthoofd oncologie en samen met prof. dr. Patrick Pauwels, dienst pathologische anatomie, coördinator van de tumorbank. De stalen moeten volgens een standaardprocedure worden verwerkt en bewaard, wat een hoge kwaliteit garandeert. Dat is cruciaal: in een onderzoek staat of valt immers alles met de kwaliteit van de stalen. ‘Als weefsel een paar uur in de operatiezaal blijft liggen, vermindert de wetenschappelijke waarde ervan. De kankercellen zijn dan niet meer bezig met vermenigvuldigen of binnendringen in andere weefsels, maar zijn aan het afsterven. Terwijl we net het functioneren van een levende kankercel willen onderzoeken’, legt Pauwels uit.

Catalogus van tumorstalen  Via de Belgische Virtuele Tumorbank, als het ware een grote catalogus van tumorstalen, kunnen de deelnemende centra onderling stalen opvragen. Dat is een grote meerwaarde: hoe groter het aantal patiënten, hoe relevanter het onderzoek meestal is. ‘Als een onderzoeker over bepaalde van onze stalen wil beschikken, dient hij daarvoor een aanvraag in bij Tumorbank@UZA’, zegt Elke Smits, project­ manager van de tumorbank. ‘Die aanvraag wordt vervolgens voorgelegd aan de adviesraad van de tumorbank. De wetenschappelijke waarde en de haalbaarheid van het project zijn essentieel, want onderzoeksmateriaal is kostbaar. Eenmaal het groen licht gegeven, wordt de aanvraag geëvalueerd door het Ethisch Comité van het UZA.’ In het UZA zijn al verschillende onderzoeken opgestart die gebruik maken van de tumorbank. Zo doet de dienst oncologie onderzoek naar spontane vermagering bij kankerpatiënten. De dienst pathologische anatomie heeft onder meer een project lopen rond tumoren van het mediastinum, de

info tumorbank@uza.be, patrick.pauwels@uza.be, T 03 821 37 68 014

ruimte tussen de longen, in samenwerking met de dienst thorax- en vaatheelkunde. Op basis van DNA-analyse van de tumor wordt gezocht naar een werkzaam geneesmiddel.  Voortrekker  Het UZA is een absolute voortrekker in het aanleggen en beheren van de tumorbank. Ook kwalitatief behoort Tumorbank@UZA tot de top. Sinds kort brengt het UZA overigens ook bloedstalen van kankerpatiënten in de tumorbank onder. De combinatie van een weefselstaal én een bloedstaal van eenzelfde patiënt maakt onderzoek naar biomerkers mogelijk. Dat zijn stoffen in het lichaam die onder meer iets vertellen over de aard en het verloop van de ziekte. Smits is ervan overtuigd dat de oprichting van de tumorbank het kankeronderzoek naar een hogere versnelling kan brengen. Dat komt op termijn de zorg ten goede. ‘Via de tumorbank krijgen onderzoekers toegang tot een breed gamma stalen van optimale kwaliteit. Dat is een mooie vooruitgang’, besluit ze.


U ZEGT?

Wat is een defibrillator?

Een defibrillator is een toestel dat wordt gebruikt om mensen met een hartstilstand te reanimeren.

De naam verwijst naar fibrilleren, dat is chaotisch samentrekken of trillen, wat het hart op die momenten meestal doet. Door middel van een

elektrische schok kan een defibrillator het hart opnieuw in het juiste ritme en op gang brengen. Er bestaan zowel externe als interne defibrillatoren.

WaT is het verschil tussen een externe en een interne defibrillator? Een externe defibrillator is een toestel waarmee een arts of verpleegkundige iemand kan reanimeren. Er

bestaan ook automatische externe defibrillatoren

Anonimiteit verzekerd De tumorbank bevat behalve tumorweefsel ook bloedstalen (zie hoofdartikel). Het tumorweefsel dat wordt verwijderd tijdens een operatie, gaat in eerste instantie naar de dienst pathologische anatomie voor de diagnose. Alleen restmateriaal, dat normaal bij het medisch afval belandt, wordt bij -80°C in de tumorbank bewaard. Aan elk staal wordt een aantal gegevens gekoppeld, zoals het type kanker en de leeftijd en het geslacht van de patiënt. Bij gebruik voor wetenschappelijk onderzoek blijft de anonimiteit verzekerd. Elke patiënt heeft overigens het recht om verzet aan te tekenen tegen het gebruik van zijn weefsel voor kankeronderzoek. Via de onthaalbrochure wordt u op die mogelijkheid gewezen.

(AED). Die kunnen door iedereen bediend worden.

Een interne defibrillator (ICD of implanteerbare

cardioverter defibrillator) is veel kleiner en wordt

ingeplant bij personen met een voorgeschiedenis van hartstilstand of met bepaalde aangeboren of verworven hartziekten. De ICD bewaakt continu het hartritme en geeft een schok wanneer dat nodig is.

WaAR vind ik AED’s?

briLlator

Defi

Tegenwoordig zijn heel wat scholen, sportcentra

en openbare gebouwen voorzien van een AEDtoestel, herkenbaar aan het groene AED-picto-

gram. AED’s worden enkel gebruikt bij mensen die bewusteloos zijn en niet meer ademen. Ze kunnen

mensenlevens redden, omdat er bij een hartstilstand meestal geen tijd is om te wachten op de

hulpdiensten. Het is een soort doos met een aanuitknop en elektroden. Een AED geeft gesproken

instructies aan wie het toestel bedient, waardoor iedereen op een juiste manier kan reanimeren. Tijdens het gebruik detecteert het toestel zelf of

een stroomstoot nodig is. Om de hersenen van

voldoende zuurstof te voorzien, moet een AED

wel altijd met borstcompressies (hartmassage) en beademing gecombineerd worden.

maguza 015


uza 2020 rubriek

Klaar

gege geneesmiddelen in het UZA met wat de overheid terugbetaalt en doen op basis daarvan bijsturingen. Er wordt

ook heel veel benchmarking gedaan: de eigen prestaties vergelijken met de rest van de ziekenhuissector.’

Waarom is het medische en verpleegkundige moeilijker te automatiseren? ‘Wat artsen, verpleegkundigen en paramedici doen, is erg complex en ook door de niet altijd standaard

manier van werken niet zo makkelijk te informatiseren. Ook was er weinig goede software op de markt waarmee we dat ziekenhuisbreed konden

doen. Op heel wat diensten zijn er

echter wel goede specifieke oplossingen. Zo gebruikt radiologie al jaren

een digitaal systeem voor de foto’s en scans en ook op de afdeling intensieve zorg is de informatisering al ver

gevorderd. Dat zijn diensten met een

Informatie- en communicatietechnologie is essentieel om een ziekenhuis te doen draaien. De ICT-afdeling van het UZA telt niet voor niets

H

ces. Daar lukt dat makkelijker.’

vlak zijn we al ver gevorderd. De

‘Wegens de complexiteit maar ook

seerd. Het medische en verpleeg-

moet brengen naar waar het nodig is.

Geert Smits: ‘Op bedrijfseconomisch

Op de andere medische diensten is het niet zo evident?

meeste processen zijn geautomati-

omdat je de technologie eigenlijk

48 voltijdse werkkrachten. Hoe ziet

kundige is om verschillende redenen

ICT-directeur Geert Smits de toekomst?

Waar het UZA de laatste jaren

‘Langetermijnvoorspellingen zijn erg moeilijk, maar in elk geval neemt

een pak moeilijker te automatiseren. enorme vorderingen heeft gemaakt is business intelligence, waarbij

men zoveel mogelijk elektronische gegevens verzamelt, integreert,

de hoeveelheid gegevens, vooral

consistent maakt en ze omzet naar

medische gegevens, exponentieel toe.

we vergelijken de voorgeschreven

016

heel duidelijk en vrij eenvormig pro-

oe ver staan we vandaag met de informatisering van het UZA?

bruikbare informatie. Een voorbeeld:

We hebben lang nagedacht, bijvoor-

beeld over pc’s in de karren van de verpleegkundigen. Dat blijkt allemaal

moeilijk. Artsen en verpleegkundigen willen ook vooral met hun patiënt

bezig zijn en niet met een computer.

Heel wat diensten houden intussen wel

elektronische

patiëntendossiers

bij. Die zijn wel heel tekstueel, met veel vrijheid om van alles in te vullen.’


voor de

venslawine? Wat is de volgende stap? ‘Ziekenhuisbrede processen, zoals

aanvragen voor onderzoeken, labo-

tests of scans gaan we nu automatiseren. Ook zullen we de verschillende

applicaties die er vandaag zijn, inte-

greren in één database. We willen komen tot een nieuw elektronisch patiëntendossier.

De

zorg

wordt

daardoor efficiënter, over de grenzen van de diensten heen en de kwaliteit neemt toe. Ook multidisciplinair

werken gaat zo nog vlotter. Voor het JCI accreditatieproces moeten we

meer gestandaardiseerd gaan werken, en ook dat zal helpen.’

Daarnaast zijn er ook ­initiatieven over de grenzen van de ziekenhuizen heen?

een acute situatie zal het een enorm

met de hulp van de computer beter

beschikbaar zijn. Op termijn zal de

zullen de gegevens ook gebruikt kun-

voordeel zijn dat patiëntengegevens

patiënt ook veel meer zelf controle hebben, over zijn dossier, maar hij zal ook bijvoorbeeld online zijn afspra-

ken kunnen beheren. Op langere ter-

kunnen

verwerken.

Daarenboven

nen worden in het wetenschappelijk onderzoek. We zetten nu systemen op om de methodes van business

intelligence toe te passen op klini-

mijn zal er enorm veel veranderen.

sche gegevens. Zo zijn op intensieve

op een chip met je meedragen? Ten

tot de meest optimale behandeling

Waarom zou je je dossier niet gewoon slotte zal ook de monitoring evolue-

ren. Het UZA is gestart met projecten

om chronische patiënten ook buiten het ziekenhuis op te volgen. Er lopen

momenteel pilootprojecten voor de thuismonitoring van kinderen met diabetes, slaapmonitoring thuis en binnenkort ook thuisbeademing.’

zorg een aantal studies bezig om te komen. Een ander voorbeeld is

dat we die methodiek ook inzetten

voor een meer optimale selectie van patiënten die in aanmerking komen om deel te nemen aan wetenschap-

pelijk onderzoek. Tegelijk stelt die stroom gegevens ook een enorme

uitdaging, alleen al op het vlak van opslagcapaciteit. Dat wordt iets van

‘Ja, zowel de federale als de Vlaamse

Gegevens lijken wel de rode draad doorheen het verhaal?

een compleet andere schaal dan van-

overheid lanceren platforms voor de

uitwisseling van patiëntengegevens.

‘Zeker. De geneeskunde levert steeds

kenhuis open wordt en de gegevens

Voor het federale platform E-health

meer gegevens op, wat met de door-

braak van de genetica nog zal toe-

vormen wij samen met negen andere ziekenhuizen de Antwerpse regio-

nemen. Een arts zal die gegevens

daag. Ten slotte zal naarmate het zie-

meer elektronisch beschikbaar zijn steeds meer aandacht besteed worden aan de informatiebeveiliging.’

nale hub. Ook met de ziekenhuizen waar we mee samenwerken probe-

ren we zoveel mogelijk elektronische gegevens uit te wisselen in het kader

van een meer kwalitatieve en efficiëntere zorg. Bij dat alles houden we

ICT-directeur Geert Smits

natuurlijk rekening met de privacy van de patiënt.’

Wat zijn de voordelen voor de patiënt? ‘Die zal niet meer verschillende keren extra onderzoeken moeten onder-

gaan. Bovendien zullen de gezondheidswerkers druk voelen om de

dossiers goed op te maken. Zeker in maguza 017


advertentie

Ontslag uit het ziekenhuis? Landelijke Thuiszorg helpt met een waaier van diensten gezinszorg - kraamzorg - poetshulp - gastopvang - oppas - klusjesdienst - woningaanpassing

Bel 070/22 88 78 of kijk op www.landelijkethuiszorg.be

AdvLT_185x136_4fotos_UZA.indd 1

12/02/13 09:07

Vergroot de hoop voor elk kind met een zeldzame ziekte In België lijden 800 kinderen aan een zeldzame stofwisselingsziekte. Meestal is de ziekte aangeboren en moeilijk behandelbaar. Een levenslang dieet, een orgaantransplantatie of specifieke geneesmiddelen kunnen voor sommigen helpen, voor anderen niet. Het UZA wil via wetenschappelijk onderzoek nieuwe en betere methodes ontwikkelen om stofwisselingsziekten te behandelen. Via het UZA-mecenaatsfonds kan ook u bijdragen aan een hoopvolle toekomst voor deze patiëntjes. Zowel bedrijven als particulieren kunnen giften of legaten overmaken aan het fonds. Doe dit vandaag nog door een storting op rekeningnummer 001-0893155-55 van het UZA met vermelding ‘zeldzame ziekten’. Giften zijn fiscaal aftrekbaar.

Steun het UZA-mecenaatsfonds

UZA-mecenaatsfonds voorzitter: dr. Jan Proesmans Wilrijkstraat , B- 6 Edegem - Tel - Fax www.uza.be > over het UZA > Organisatie > Bestuursorganen > Mecenaatfonds


rubriek

Dossier Allergie

Dat allergieën hand over hand toenemen, merken ze op de dienst allergologie elke dag. Kinderen met ernstige voedselallergieën zijn niet uitzonderlijk meer, bij steeds meer volwassenen duiken kruisallergieën op en met de regelmaat van de klok komen nieuwe allergieën aan het licht. Het UZA zet dan ook alle zeilen bij in de behandeling van en het onderzoek naar allergieën.

Iedereen

allergisch maguza

zorgmagazine van het UZA – april 2013 – #92 maguza 019


dossier Allergie

Als Oskar (13) nog maar vis ruikt, krijgt hij soms al last in zijn neus en keel. ‘We zijn altijd alert op een allergische reactie, al willen we het ook niet dramatiseren’, zegt zijn moeder Katty Allaert. Prof. dr. Margo Hagendorens merkt het in haar praktijk: voedselallergie bij kinderen neemt sterk toe.

Het

in een klein K

atty Allaert, VRT-journaliste en mede-auteur van het boek Allergie bij kinderen, weet meer over allergie dan haar lief is. Zoon Oskar was amper zes weken oud toen hij het verdict zwaar allergisch kreeg. Hij had toen erge eczeem en kreeg kort daarna ook astma-achtige klachten. Rond zijn eerste verjaardag bleek uit tests dat hij overgevoelig was voor melk en eieren. Oskar is lang niet de enige. ‘Vroeger zag ik nu en dan een voedselallergie’, zegt UZApediater prof. dr. Margo Hagendorens. ‘Nu kampt zowat 40 % van mijn patiënten ermee. Een baby met zes voedselallergieën is niet meer zo uitzonderlijk. De allergieën voor aardappelen, noten en exotische vruchten nemen duidelijk toe, evenals kruisallergieën (zie

020

kaderstuk). De combinatie van een pollen- en voedselallergie is klassiek.’ Stijger met stip is echter de allergie voor pinda. Vaak duikt die op rond kleuterleeftijd. ‘De reacties kunnen heftig zijn’, zegt Hagendorens. ‘En pinda zit in meer voedingswaren dan je zou denken, zoals in sommige frituursauzen en voorverpakte ijsjes. Ook de allergieën voor hazelnoot en kiwi zijn sterk toegenomen.’  ‘Dat lust ik niet’  Hoe kun je weten of je kind allergisch is voor bepaalde voeding? Bij baby’s is vooral hardnekkig eczeem verdacht. Verder is het opletten als een kind na het eten van bepaalde voedingswaren steevast last krijgt van netelroos, jeuk, gezwollen lippen, hoesten, heesheid, diarree of overgeven. Hagendorens baseert haar diagnose in de eerste plaats op het verhaal van het kind en de ouders. ‘Daarbij pols ik ook altijd naar dingen die het kind echt niet wil eten: dat zet ons soms op weg.’ Om die vermoedens te bevestigen zijn er allergietests, meestal eenvoudige bloed- of huidtests. Bij heftige reacties of hardnekkige klachten voert Hagendorens die tests ook uit bij baby’s. In


gevaar

Cupcakes voor iedereen?  Omdat een allergische reactie nooit uit te sluiten is, geeft Hagendorens altijd een noodplan mee: anti-allergische

medicatie en een luchtwegverwijder voor milde reacties en een inspuitbaar adrenalinepreparaat voor een heel ernstige reactie. Hagendorens drukt ouders ook altijd op het hart om ook familie, leerkrachten en andere begeleiders goed in te lichten. Voor Katty werd dat een tweede natuur. ‘Veel leerkrachten en begeleiders reageerden schitterend. Zo zat Oskar als kleuter op een school waar hij ’s middags warm at. Op maandag overliepen we telkens het weekmenu met de kok en zochten we indien nodig naar alternatieven. Al maakten we ook het tegenovergestelde mee, zoals die ene leerkracht die Oskar tijdens een kamp volledig aan zijn lot overliet. Niet iedereen is even zorgzaam.’ Kinderen met een voedselallergie hebben soms nog andere allergische klachten, zoals astma of neuslast. Voor de behandeling van die symptomen werkt Hagendorens vaak nauw samen met de diensten neus-keel-oor, gastro-enterologie, longziekten en dermatologie. Een allergie vraagt om een zorgvuldige aanpak, maar ook de levenskwaliteit mag je nooit uit het oog verliezen, beklemtoont Hagendorens. ‘Als een kind bij een traktatie in de klas geen

Bij personen met een allergie maakt het immuunsysteem antilichamen aan tegen onschadelijke stoffen van buitenaf. Het gevolg zijn allergische symptomen als niezen, tranende ogen, gezwollen lippen, een prikkelend gevoel in de keel, netelroos, diarree … De stof waarvoor iemand allergisch is, wordt het allergeen genoemd. Je kunt allergisch zijn voor stoffen in de lucht – bijvoorbeeld stuifmeelkorrels of huisstofmijt – maar ook voor voeding of voor stoffen waarmee je huid in aanraking komt, zoals latex. Meer en meer ontstaan er kruisallergieën: mensen zijn allergisch voor één stof, vaak een soort pollen, en ontwikkelen later een allergie voor een stof die erg op het eerste allergeen lijkt. Een typische kruisallergie is bijvoorbeeld die voor boompollen en appel. Veruit de meeste allergieën zijn niet te genezen. Je kunt alleen het allergeen vermijden.

Katty Allaert en zoon Oskar: ‘Eén keer at Oskar stiekem een pinda. Gelukkig woonden we in de straat van het ziekenhuis.’

maguza 021

»

principe kun je immers op elke leeftijd op allergie testen. ‘De stelling dat allergietests niet kunnen voor de leeftijd van vier of vijf jaar, is fout’, onderstreept Hagendorens. Een voedselallergie is niet te genezen: vermijden is de boodschap. ‘Ik geef daarin heel duidelijk advies’, zegt Hagendorens. ‘Zeggen dat iemand zwaar allergisch is voor hazelnoot, en ook een beetje voor amandelen en cashewnoot, is niet werkbaar. Ik maak daarvan: geen noten. Als de patiënt allergisch is voor een essentieel voedingsonderdeel als aardappelen, bespreek ik de alternatieven en volgt er eventueel een afspraak met de diëtiste.’ Katty vond destijds vooral de allergie voor eieren een harde dobber. Pudding, pannenkoeken, de meeste koekjes: voor Oskar kon het allemaal niet. ‘Het loonde echter de moeite om op te letten. Want door consequent eieren en melk te schrappen, werd zijn eczeem veel beter’, herinnert ze zich.

Wat is een allergie?


dossier Allergie

Huidtest om allergieën op te sporen

Prof. dr. Margo Hagendorens

Prof. dr. Didier Ebo

Opgepast met hazelnoot Een allergie in opmars is die voor hazelnoot. Hazelnoot zit verwerkt in tal van zoetigheden, waaronder chocopasta, chocolade, pralines, koekjes en gebak. De dienst allergologie deed onderzoek naar hazelnootallergie bij zijn patiënten en ontdekte dat volwassenen aan een ander type hazelnootallergie lijden dan kinderen. Bij volwassenen is de overgevoeligheid vrij mild en gaat ze meestal gepaard met een boompollenallergie. Kinderen hebben vaak een ernstige vorm die niets met boompollen te maken heeft. ‘Via bloedonderzoek kunnen we nagaan om welk type het gaat. Voor de patiënt is dat cruciale informatie. Want als iemand een ernstige vorm heeft, moet je bedacht zijn op een heftige reactie en is het uiterst belangrijk om elk contact met hazelnoot te vermijden’, zegt prof. dr. Didier Ebo.

cupcake mag eten, moet er een alternatief zijn. Punt. Als arts hamer ik daar op.’ Ook Katty was op dat vlak vooruitziend. Elke kleuterjuf kreeg een doos met koekjes die geschikt waren voor Oskar, zodat hij nooit uit de boot viel.  Stiekem pinda  Eens de diagnose gesteld en de aanpak goed besproken, komen kinderen meestal nog halfjaarlijks of jaarlijks naar het UZA voor een controle. Af en toe worden ze opnieuw getest om na te gaan of er allergieën zijn bijgekomen of weggegaan. ‘Zeker bij een allergie met een grote impact, bijvoorbeeld voor tarwe, wil ik tijdig opnieuw testen, zodat het kind niet nodeloos een dieet moet volgen’, zegt Hagendorens. Klassieke voedselallergieën die ontstaan op heel jonge leeftijd – zoals voor eieren, koemelk, tarwe, soja en aardappelen –, groeien er vaak spontaan uit. Bij sommige andere allergieën, onder meer die voor pinda, noten, vis en schaal- en schelpdieren, is die kans vrij klein. Bij Oskar groeiden de allergieën voor eieren en melk eruit, maar in de plaats daarvan kwamen er voor vis, noten en pinda. Met de pinda-allergie liep het één keer heel erg mis. Oskar was acht toen

info Dienst immunologie, allergologie en reumatologie, T 03 821 32 99, dienst pediatrie T 03 821 32 51. 022

hij toch een keer stiekem een pinda at. Katty: ‘Binnen de kortste keren raakte zijn keel geprikkeld. Zijn lippen zwollen op, zijn neus kwam helemaal dicht te zitten en hij gaf heftig over. Gelukkig woonden we in de straat van het ziekenhuis. Binnen het half uur kreeg hij cortisone en beademing. In een andere situatie had het heel slecht kunnen aflopen.’ Alertheid is altijd geboden met een voedselallergie. ‘Ik ben altijd blij als Oskar gezond terug komt van een kamp, maar ik wil het ook niet dramatiseren. Je moet er gewoon verstandig mee omgaan’, vindt Katty. Intussen is haar zoon oud genoeg om te weten wat hij niet mag eten. Hij leidt een volkomen normaal leven. Katty: ‘Eigenlijk praten we zelden over zijn allergieën. Aangezien hij alles kan doen wat hij wil – sporten, op stap gaan –, trekt hij zich er niet veel van aan. Hij houdt er ook niet van als ik in zijn ogen te veel poespas maak. Als ik weer eens contact opneem met de leiding van een kamp, dan klinkt het wel eens ­geërgerd ‘mamaaaaa’.’ Allergie bij kinderen, Katty Allaert en prof. Wim Stevens, uitgegeven bij Lannoo.


Van joint

tot fruitallergie Almaar meer mensen ontwikkelen een allergie voor groenten, fruit, noten en zaden. Soms is die het gevolg van een andere allergie: een voor pollen of latex bijvoorbeeld, of een enkele keer ook voor … cannabis. Of hoe een joint onverwachte gevolgen kan hebben.

A

llergieën voor plantaardig voedsel, concreet groenten, fruit, noten en zaden, zitten in de lift. ‘We proberen altijd de oorzaak van zo’n allergie te achterhalen’, zegt prof. dr. Didier Ebo, adjunct-diensthoofd immunologie. ‘Je kunt immers allergisch worden voor kiwi nadat je een kiwi hebt gegeten, maar ook als gevolg van een andere allergie. Niet zelden is dat een pollenallergie, maar het kan ook om een andere plantaardige stof gaan, zoals latex.’ De oorzaak kennen is belangrijk omdat de arts dan beter kan voorspellen wat de patiënt mag verwachten. Zullen de symptomen mild of heftig zijn? Op welke andere allergieën moet hij bedacht zijn? Ebo: ‘Die informatie kan van levensbelang zijn. Zo kan een bananenallergie voortkomen uit een latexallergie. Dat moet je

absoluut nagaan, aangezien die allergie erg gevaarlijk kan zijn (zie p. 24).’  Stoppen is een must   Nieuw zijn groente- en fruitallergieën als gevolg van cannabisgebruik. Ebo: ‘Het gaat dan vooral om allergieën voor pit- en steenvruchten, banaan en citrusvruchten, die qua ernst en type niet in het klassieke patroon van de genoemde kruisallergieën passen. Die patiënten geven hun cannabisgebruik niet graag toe, maar stoppen is op dat moment een must. Zo voorkomen ze heftiger reacties en beperken ze het risico op verdere fruitallergieën. Er zijn trouwens sterke vermoedens dat ook passief cannabis roken allergieën kan veroorzaken.’ De dienst allergologie ontwikkelde in samenwerking met de Universiteit Antwerpen (UA) tests om een cannabisallergie op te sporen.

Boswachtersallergie Vrij recent dook er een nieuwe allergie voor vlees van zoogdieren op. De symptomen, waaronder netelroos en zwelling van de lippen en de keel, kunnen zich voordoen na het eten van om het even welk vlees van een zoogdier. Vaak gebeurt dat pas na vier of zes uur. Opvallend is ook dat

er niet altijd een reactie optreedt en dat vooral orgaanvlees en grote porties problemen geven. Intussen is ontdekt dat de allergie soms zijn oorsprong vindt in herhaalde tekenbeten. Ze komt dan ook vaker voor bij bijvoorbeeld boswachters en jagers.

maguza 023


dossier Allergie

Allergie

zoeken Elk jaar krijgen zo’n 75 tot 100 Belgen een allergische reactie tijdens een algemene verdoving. Dat is niet alleen gevaarlijk, de oorzaak moet ook snel worden gevonden om de operatie alsnog mogelijk te maken. De dienst allergologie van het UZA is tot over de grenzen gekend om zijn expertise op dat vlak.

E

en allergische reactie tijdens een narcose kan veel oorzaken hebben. Soms is ze een gevolg van de toegediende medicatie, maar er kunnen ook andere allergenen in het spel zijn, zoals ontsmettingsmiddel, latex in operatiehandschoenen of kleur- en contrastmiddelen. Omdat het allergeen meestal rechtstreeks in contact komt met de bloedbaan, reageren veel patiĂŤnten erg heftig, vaak binnen de vijf minuten. De meesten krijgen ernstige ademhalingsproblemen en vertonen een dramatische daling van de bloeddruk. Eens de reactie bedwongen is, is dat niet het einde van het verhaal. ‘Je moet snel de oorzaak van de allergische reac-

info Dienst immunologie, allergologie en reu 024


tijdens narcose:

naar boosdoener tie zien te achterhalen’, zegt prof. dr. Didier Ebo, adjunct-diensthoofd immunologie. ‘Zo niet is een tweede operatie niet mogelijk en dat kan een groot probleem zijn. Denk maar aan kanker- of overbruggingsoperaties.’  Aankloppen bij ziekenhuizen  Ebo en zijn team begonnen ruim tien jaar geleden systematisch alle allergische reacties tijdens algemene verdoving in kaart te brengen, zowel die in het eigen operatiekwartier als die in andere centra. Daarvoor gingen ze aankloppen bij zowat alle Vlaamse ziekenhuizen. ‘Momenteel hebben we zo’n 600 casussen beschreven. Daarmee zijn we het centrum met de meeste expertise op dit vlak’, aldus Ebo. Concreet wordt van elke patiënt de anesthesiefiche geanalyseerd en wordt hij of zij getest op alle mogelijke allergieën die aan de basis van het incident kunnen liggen. ‘Bij ongeveer drie op vier vinden we een oorzaak. Was er sprake van een heftige reactie, dan loopt dat percentage op tot bijna 90 %’, zegt Ebo. De meest voorkomende oorzaken van allergische reacties tijdens een algemene verdoving zijn spierontspannende medicatie, latex, antibiotica en het ontsmettingsmiddel chloorhexidine. ‘We zijn overigens tot de conclusie gekomen dat ook patiënten met een milde reactie absoluut moeten worden getest’, onderstreept Ebo. ‘Bij een groot aantal vinden we namelijk ook een allergie. Dat betekent dat ze

bij een tweede contact met dat product veel heftiger symptomen kunnen krijgen. Ook dubbele allergieën zijn niet zeldzaam.’  Vaag verhaal  Eenmaal de oorzaak van de reactie achterhaald, kan de dienst bijna altijd een alternatief geneesmiddel of product voorstellen, zodat de patiënt alsnog kan worden geopereerd. De patiënten in kwestie krijgen een allergiekaart mee die ze het best altijd op zak dragen. Daarop is vermeld voor welk product ze allergisch zijn en welk alternatief geschikt is. Voor de dienst zelf opent de systematische analyse van die allergische reacties unieke mogelijkheden. ‘Een allergie voor geneesmiddelen is normaal niet gemakkelijk op te sporen’, legt Ebo uit. ‘Vaak moet je je baseren op een vaag verhaal over een eenmalige allergische reactie, in het slechtste geval jaren geleden. In dit geval beschik je over heel precieze gegevens: de anesthesist weet perfect op welk tijdstip hij welk product heeft toegediend en wat de gevolgen waren. Dat levert ons heel nuttige informatie op, waarop we kunnen bouwen voor de ontwikkeling van nieuwe allergietests.’ Het UZA en het laboratorium immunologie van de UA zijn met de jaren uitgegroeid tot een referentiecentrum in deze materie. Ze krijgen regelmatig patiënten doorverwezen vanuit Nederland en Wallonië.

Medisch speurwerk Als referentiecentrum kan de dienst allergologie van het UZA meer diagnostische tests aanbieden dan een niet-gespecialiseerd centrum. De belangrijkste pijlers bij de allergie­ diagnose zijn: Verhaal van de patiënt. De belangrijkste informatiebron. Soms is er aardig wat speurwerk nodig en kan een dagboek nuttig zijn. Huidtests. Via huidkrasjes wordt de patiënt in contact gebracht met het allergeen. Klassieke bloedtests. Het bloed wordt in aanraking gebracht met het allergeen. Grof gesteld is er sprake van een allergie als er zich antilichamen op het allergeen vasthechten of als er specifieke allergie-antistoffen aanwezig zijn. Basofielenactivatietest. Gespecialiseerde bloedtest waarbij de reactie van levende bloedcellen op het allergeen in een proefbuis wordt geanalyseerd. Die test vergt een specifieke bloedafname en kan alleen in gespecialiseerde centra zoals het UZA. Componentgeoriënteerde diagnostiek. Bloedtest waarbij de reactie op een specifiek bouwsteentje van het allergeen wordt nagegaan. Dat geeft vaak informatie over de ernst van de allergie of de kans dat ze spontaan overgaat. Het UZA en de UA beschikken over een techniek die op 112 bouwsteentjes tegelijk test. Provocatietest. In specifieke situaties wordt de patiënt direct blootgesteld aan een stof, bijvoorbeeld door hem bepaalde voeding te laten eten. Dat gebeurt strikt gecontroleerd in een speciaal daarvoor ingericht dagziekenhuis.

matologie, T 03 821 32 99. maguza 025


dossier Allergie

Eczeem en allergie: twee handen op één buik? Eczeem is niet gevaarlijk, maar kan voor behoorlijk wat ongemak en slapeloze nachten zorgen. Veel smeren én de eventuele allergische oorzaak aanpakken geeft de beste resultaten. Vier vragen en antwoorden over eczeem.

Wat zijn de oorzaken   van eczeem?  Eczeem uit zich als rode, droge en schilferige plekken die jeuken. Qua oorzaak zijn er twee types: atopisch eczeem, waarbij allergische factoren een rol spelen, en niet-atopisch eczeem, waarbij dat niet het geval is. Bij baby’s met eczeem is er vaak een voedselallergie in het spel. Bij iets oudere kinderen kunnen ook andere allergenen een rol spelen, zoals kattenhaar, pollen of stof. Daarnaast zijn er nog andere factoren die het eczeem kunnen verergeren: infecties, agressieve zeep, synthetische kleding, stress, tandjes krijgen, grote hitte of koude …  Hoe behandelt u eczeem?  Als er sprake is van een allergie, komt het erop aan contact met het allergeen te vermijden. In dat geval moet uw kind dus bijvoorbeeld bepaalde voeding vermijden of uit de buurt van katten blijven. Probeer ook de andere uitlokkende factoren tot een minimum te beperken. Daarnaast is een lokale behandeling met zalven en crèmes nodig, omdat de huid goed moet worden gehydrateerd. De dienst allergologie heeft daarvoor een goede samenwerking met de dermatologen. Zij schrijven meestal een

cortisonehoudende zalf voor om opstoten te beteugelen, naast een onderhoudscrème voor de periodes tussenin. Soms krijgen kinderen ook medicatie tegen de jeuk. De bedoeling is het kind zoveel mogelijk comfort te geven. Opstoten zijn zelfs met de meest rigoureuze aanpak nooit helemaal te vermijden, maar wel sterk te beperken.  Is eczeem   een ernstige aandoening?  Eczeem is niet gevaarlijk en laat geen littekens na, maar het probleem kan wel een grote impact hebben. Als uw baby zich voortdurend ongemakkelijk voelt of uw kind niet kan slapen van de jeuk, is dat wel degelijk een ernstig probleem. Bij de meeste kinderen verdwijnt de aandoening gelukkig spontaan tussen twee en vier jaar.  Hebben kinderen met eczeem  later meer kans op astma?  Kinderen met atopisch eczeem hebben inderdaad een verhoogd risico op astma en hooikoorts. Als uw kind vroeger eczeem heeft gehad en een paar jaar later last krijgt van een chronische hoest of kortademigheid, is het dan ook verstandig om het op allergieën te laten controleren.

info Dienst allergologie, T 03 821 32 99, dienst dermatologie, T 03 821 32 72, dienst pediatrie, T 03 821 32 51 026

.


advertentie

Agenda patiëntenactiviteiten UZA

april – juni 2013

UZA, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem (inrit parking via Drie Eikenstraat 655)  Varia   Week van het hartritme  Laat gratis uw hartritme controleren en krijg nuttige tips van onze zorgverleners. Datum: 25/04/2013 Uur: 08:00 – 17:00 Locatie: UZA Blauwe en Rode zaal Info en inschrijven: www.uza.be/mijnhartritme

Infoavond over hypospadias  Kom meer te weten over hypospadias, een aangeboren afwijking waarbij de plasbuis uitmondt aan de onderkant van de eikel, halverwege de penis of in de balzak. Datum: 24/06/2013 Uur: 19:00 – 21:00 Locatie: UZA Raadzaal Info en inschrijven: www.uza.be/hypospadias-3

Reuma in beweging  Kom alles te weten over de reumatische aandoeningen reumatoïde artritis, psoriasisartritis of spondylartropathie/de ziekte van Bechterew en ontdek wat ons fysioprogramma voor u kan betekenen. Datum: 25/06/2013 Uur: 19:00 – 21:00 Locatie: UZA Gemeenschapszaal Info en inschrijven: www.uza.be/reumabeweging

Prenatale infoavond  Als voorbereiding op een bevalling in het UZA organiseert de materniteit een aantal infoavonden voor u en uw partner. Data: • 22/04/2013 • 30/04/2013 • 17/06/2013 • 24/06/2013 Uur: 19:30 – 20:30 Locatie: UZA Auditorium Kinsbergen Info: www.uza.be/prenatale-infoavonden-2013 Inschrijven: 03 821 33 50

Activiteiten voor kankerpatiënten   Infosessie: Omgaan met vermoeidheid  Infonamiddag door het UZA en de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK) over technieken en manieren om af te rekenen met vermoeidheid bij kanker. Ook familie en vrienden zijn welkom. Datum: 16/04/2013 Uur: 14:00 – 16:00 Locatie: UZA Omegazaal Info en inschrijven: www.uza.be/vermoeidheid-16-04-13 of tel. 03 821 52 34  Infosessie: Doodgewoon bespreekbaar  Infoavond over vroegtijdige zorgplanning en levenseinde. Datum: 04/06/2013 Uur: 19:00 – 21:00 Locatie: UZA, Raadzaal (volg route 3) Info en inschrijven: www.uza.be/doodgewoon-bespreekbaar  Oncorevalidatieprogramma  Het oncorevalidatieprogramma helpt u om uw fysieke en mentale kracht te herwinnen tijdens of na een kankerbehandeling. Data: • 18/04/2013 • 25/04/2013 • 02/05/2013 • 16/05/2013 • 23/05/2013 • 30/05/2013 • 06/06/2013 • 13/06/2013 • 20/06/2013 • 27/06/2013 Info: via www.uza.be/herstellen-na-kanker-2013 of tel. 03 821 50 72


gezond

Grootmoeder die ’s nachts op pantoffels de straat op gaat of uw bloedeigen vader die vraagt wie u eigenlijk bent. Voor familie van dementerende personen is dat helaas realiteit. Hoe gaat u daar het best mee om? Tien tips aan de hand van herkenbare situaties.

V

laanderen telt vandaag 100.000 personen met dementie en met de vergrijzing neemt dat aantal hand over hand toe. Nancy Van Genechten en Nick Van Caeneghem van de dienst patiëntenzorg zijn vertrouwd met de problematiek, vanuit hun beroep én vanuit de ervaring met hun eigen dementerende moeder. Ze geven advies aan de hand van tien uit het leven gegrepen situaties.

‘Mijn moeder wil niet dat we haar helpen.’

 Stimuleer zelfredzaamheid. Gun uw familielid nog zo veel mogelijk zelfstandigheid. Ga indien nodig voor een compromis. Zo kunt u afspreken dat uw moeder nog zelf haar bankuittreksels ordent, maar dat u ze weer opbergt. Als uw familielid hulp nodig heeft bij het eten, kan ze met een lepel misschien nog een deel van haar bord zelf binnenwerken. En een jurk aantrekken is gemakkelijker als de ceintuur eruit is gehaald.  ‘Mijn oma vertelde in geuren en kleuren hoe ze dat konijn had klaargemaakt, terwijl het pak nog ongeopend in de ­ijskast lag.’

 Ga niet in discussie. Personen met dementie leven in een eigen wereld. Daar tegenin gaan is zin028

Omgaan met

10 tips voor man loos en maakt uw familielid alleen maar verwarder of zelfs agressief. Ga dus niet in discussie als uw familielid ongerijmdheden zegt, maar praat erover heen. Ook sociale ongeremdheid komt voor. Word niet boos als uw moeder half naakt uit het pashokje komt, maar leid de situatie rustig in goede banen. Probeer in geval van agressie uw familielid te bedaren en blijf vooral zelf kalm. ‘Mijn vader weet soms niet meer of het voorof namiddag is.’

 Zorg voor structuur. Dementerenden functioneren het best in hun eigen omgeving en in een vaste structuur. Zorg dus indien mogelijk voor een vast week- en dagschema met zo min mogelijk verrassingen. De poetshulp op dinsdag, familiebezoek op zondag, melk in het vertrouwde glas, het tv-nieuws na het avondeten: vaste herkenningspunten bieden een houvast en herkenbare spullen zijn daarbij essentieel. ‘Ik wil mijn grootvader meenemen naar zee, maar geniet hij daar nog wel van?’

 S ociaal contact en ontspanning blijven belangrijk. Zeker personen met milde dementie kunnen nog genieten van een uitstap of bezoek. Zelfs als uw familielid u niet

meer herkent of nog amper reageert, blijft de behoefte aan warmte en sociaal contact. Vraag u af wat uw familielid vroeger leuk vond. Dringt het geluid van de radio in de kamer niet meer tot hem door? Misschien geniet uw familielid nog wel van zijn favoriete muziek van vroeger op een mp3-speler. ‘Dag nonkel Gust, zeg ik dan, maar hij kijkt niet op of om.’

 Communiceer heel direct. Naarmate iemand meer dementeert, moet u meer moeite doen om tot hem door te dringen. Maak oogcontact, raak de persoon aan en spreek hem duidelijk aan. Gebruik eventueel de voornaam als papa of nonkel hem niks meer zegt. Herkent uw familielid u niet meer, dring


dementie

telzorgers dan niet aan, maar zeg desnoods zelf bij het binnenkomen wie u bent. Communiceer aanschouwelijk. Knik terwijl u ja zegt en toon een kop als u koffie aanbiedt. ‘Ze wil niet naar een rusthuis. Hoe moeten we dat bolwerken?’

 Overleg met de hele familie. Als een naaste met dementie thuis blijft wonen, betekent dat veel gepuzzel. Bekijk met alle mantelzorgers samen wie wat kan doen. Voor informatie over thuishulp en tegemoetkomingen kunt u aankloppen bij de dienst patiëntenbegeleiding van het ziekenhuis, het ziekenfonds of de sociale dienst van uw gemeente. Praat ook open over de financiële kant. Ga eventueel na of uw familielid recht heeft op een IGO (inkomensgarantie voor ouderen) uitkering.

‘Als ik tegen hem praat, komt er soms ­weinig reactie.’

 Vermijd te veel prikkels. Een dementerende kan zich moeilijk focussen en heeft op de duur al zijn aandacht nodig voor eenvoudige taken als eten of zich aankleden. Zet dus niet de televisie aan tijdens de maaltijd en begin dan geen praatje. Onderschat ook niet hoe vermoeiend gewone handelingen voor een dementiepatiënt zijn. Heeft hij net gegeten, dan kan die wandeling even wachten.

‘Iedereen is bezorgd om mijn moeder, maar voor mijn vader is het ook heel zwaar.’

 Heb ook aandacht voor de mantelzorger. De zorg voor een persoon met dementie vraagt veel energie van de partner. Ook emotioneel heeft die het vaak moeilijk. Hij verliest stukje bij beetje zijn levenspartner en ziet vaak ook zijn sociaal leven en activiteiten verdwijnen. De partner of mantelzorger heeft dus zeker opvang nodig. Vraag hem al eens mee op uitstap, geef hem ruimschoots de kans om zijn verhaal te doen en zorg ervoor dat hij af en toe een paar uur onbezorgd de deur uit kan.

‘Pas toen mijn vader werd opgenomen, vertelden de buren dat hij soms drie keer na elkaar de planten water gaf.’

 Wees open en vraag openheid. Woont uw familielid nog thuis, licht de buren dan in over de situatie. Zij kunnen een oogje in het zeil houden en indien nodig hulp bieden. Vraag ook om u eerlijk op de hoogte te brengen als ze vreemde zaken opmerken, zodat u tijdig kunt ingrijpen. Zo niet worden er misschien dingen verzwegen om u of uw dementerend familielid te sparen. ‘Eigenlijk moeten we nu beslissen in haar plaats. Dat is erg moeilijk.’

 Praat tijdig over later. Ga een gesprek over de toekomst niet uit de weg. Wat als uw familielid moet worden opgenomen? Naar welk rusthuis wil ze dan? En wat als ze ooit in een toestand belandt dat ze niet meer kan slikken? Wil ze dan nog kunstmatige voeding? Dergelijke momenten zijn nog veel moeilijker als u de wens van uw familielid niet kent. Probeer er daarom over te praten in de jaren dat hij of zij nog voldoende helder is.

info www.dementie.be, www.omgaanmetdementie.be, www.alzheimerliga.be maguza 029


gezond

Een van de meest verspreide aandoeningen is acne: vroeg of laat krijgt bijna iedereen wel eens met ‘jeugdpuistjes’ te maken. Toch bestaan er nog heel wat misverstanden over. Prof. dr. Julien Lambert scheidt de feiten van de fabels.

Puistjes, pukkels, mee-

Feiten en fabels over

Doen » Vermijd elke vorm van stress. » Wees geduldig: acne verdwijnt niet na twee weken. » Bouw je behandeling langzaam op, anders bestaat de kans dat je huid geïrriteerd raakt. Overdrijf ook niet met reinigende gels. » Laat acne tijdig behandelen om littekens te voorkomen.

Niet doen » Duw puisten nooit uit. » Neem geen anabolica en let ook op met multivitaminepreparaten: vitamine B12 kan het probleem verergeren. » Probeer je acne niet te camoufleren onder een dikke laag make-up, want dan verstop je de poriën. Gebruik nietcomedogene make-up, die de poriën niet verstopt. » Ga altijd eerst bij een arts langs voor je pillen neemt.

030

Acne krijg je door slechte hygiëne FABEL ‘Hoe vaak je je wast, maakt bij acne niets uit. De oorzaak is namelijk een ontsteking van de haar-talgfollikel – het haarzakje met de talgklieren zeg maar. Die ontsteking ontstaat onder invloed van verschillende factoren. Zo speelt de aanwezigheid van ontstekingsstoffen en van een bacterie, de propionibacterium acnes, een rol. Net als overdreven talgafscheiding onder invloed van hormonen. Vandaar dat pubers vaak last hebben van jeugdpuistjes. Tot slot is er ook een probleem met de afvoergang van de haar-talgfollikel. Die vernauwt, waardoor je een opstopping krijgt en zich een mee-eter vormt.’ Aan acne kun je niets doen FABEL ‘Met de huidige geneesmiddelen kunnen we zo goed als iedereen helpen. Welke aanpak geschikt is, hangt af van het stadium van de aandoening. Heb je alleen nog maar mee-eters, dan behandelen we die lokaal met gel of zalf op basis van benzoylperoxide, of met producten afgeleid van vitamine A. Zijn er al rode puntjes of etterpuisten zichtbaar, dan zul je lokale of orale antibiotica moeten toevoegen aan de behandeling. Lijd je onder een zware vorm van acne – met grote letsels en cysten – en slaan de andere behandelingen niet aan, dan schrijven we pillen met vitamine A-derivaten voor. Dat moet wel gebeuren onder strikte medische opvolging, want de medicij-

nen hebben een sterk uitdrogend effect. Bij zwangere vrouwen kunnen ze zelfs afwijkingen van de vrucht veroorzaken.’ Alleen pubers hebben last van ‘jeugdpuistjes’ FABEL ‘Het klopt dat acne vooral voorkomt bij pubers. Zij hebben het meest last van hormonale schommelingen, en het zijn juist die hormonen die een invloed hebben op de talgklieren. Toch krijgt 15 % van de bevolking tussen het tussen 20 en 40 jaar nog te maken met acne.’ De pil helpt tegen acne FEIT ‘Afhankelijk van hun samenstelling kunnen sommige anticonceptiepillen inderdaad acne doen verminderen. Heb je veel last van de aandoening en neem je de pil, vraag dan aan je arts om een type voor te schrijven dat het probleem tegengaat.’ Chocolade vermijd je beter FABEL ‘Er is tot nog toe geen sluitend wetenschappelijk bewijs gevonden voor de relatie tussen acne en welk voedingsmiddel dan ook, al is er op dit moment weer discussie over. Daarom is het nog wat vroeg om definitieve uitspraken te doen.’ Stress speelt een rol FEIT ‘Tussen stress en acne is er wel degelijk een relatie. Stress heeft een invloed


column

Voeding: de missing link

O

ok soms last van vermoeidheid en energiedips? Bij

mij is het tijdens mijn zwangerschap begonnen en

in tegenstelling tot mijn dikke buik is het na de bevalling

niet meer weggegaan. ‘Ach, iedereen is wel eens moe dus waarom zorgen maken?’, werd me verteld. Maar bij mij

eters …

acne

was het anders, ik had er nog nooit last van gehad. Ik had altijd een teveel aan energie. De vermoeidheid sloeg steeds heel onverwacht toe: achter de computer, in de auto, tijdens

een diner. Mijn oogleden werden zwaarder en mijn lichaam smeekte om een bed.

Kwam het door de zwangerschap, de bevalling of de kei-

zersnede? Was het de baby die me ‘s nachts wakker hield?

Ik berustte in het feit dat ik gewoon wat meer moest slapen. Maar het ging niet weg. Het was als een donkere schaduw

Saartje Vandendriessche toont haar stralende glimlach als omroepster en als reporter in Vlaanderen Vakantieland. Ze houdt van lopen, fietsen en zwemmen. Met haar dochter en honden geniet ze van de vrije momenten.

die me bedekte en dan op me ging wegen als een molen-

op ontstekingen, en bij acne gaat het uiteindelijk om een ontsteking van de haar-talgfollikel. Tijdens de examenperiode zullen jongeren dus meer last ondervinden van het probleem.’

steen. De schrik zat erin! Ik deed het een tijdje rustiger aan

maar ik ben altijd iemand geweest die alles uit het leven wil halen. Dus wilde ik mij niet schikken naar de idee dat mijn

wilde jaren voorbij waren. Ik verlangde terug naar actie! Hop naar de dokter. Mijn bloed bleek in orde. Voedingssupplementen dan maar? Kale reis.

Puistjes mag je ­voorzichtig ­uitknijpen FABEL ‘Mee-eters kan je op een zachte manier verwijderen, maar puistjes mag je nooit uitduwen. Anders dring je de etter niet alleen naar boven, maar ook naar beneden. Zo krijg je een ontsteking in de diepte en ontstaan littekens.’

Tot mijn partner op een dag vroeg of ik mee wilde naar een

workshop over gezond koken, gegeven door Dirk Baelus, een triatleet die volledig overgeschakeld was op macrobiotisch

eten. Dirk deed volledige triatlons op rijstballen en groene thee! Eerst vertelde hij over onze westerse eetgewoonten

en legde daarbij uit hoe weinig vitaminen en mineralen we eigenlijk nog binnenkregen. Even later legde hij de basisprin-

cipes uit van de macrobiotiek. Het komt erop neer dat je veel meer kookt met ingrediënten die echt kracht en energie

geven zoals miso, zeewier, bonen, volle rijst, en bovendien

Zonnen helpt FABEL ‘Een zonnebad zal je probleem tijdelijk wel verlichten, maar op lange termijn werkt zonnen contraproductief. Door de blootstelling aan de UV-stralen verdikt je huid, waardoor je poriën verstopt raken en de acne later weer heviger dan ooit opduikt. Strikt genomen zou je je zelfs beter zo goed mogelijk beschermen tegen de zon met een geschikt product voor een acne-gevoelige huid.’ Acne komt alleen voor op je gezicht FABEL ‘Alle talgrijke, vette zones zijn gevoelig voor acne. Dat is inderdaad in de eerste plaats het gezicht, en dan vooral je voorhoofd. Maar ook op je rug, hals, borst, bovenarmen en schouders kun je last krijgen van puistjes.’

eet je veel meer groenten (gestoomd, gewokt of gepekeld, en bio uiteraard). Het was alsof er een deus ex machina uit

de lucht kwam vallen! Dat was volgens mij de ‘missing link’: mijn voeding stond helemaal niet op punt! Ik at wel gezond

maar toch niet voldoende voedingswaren die echt meer kracht en energie gaven. Mijn vriend en ik hebben ons dan

ook helemaal op de macrobiotiek gestort. Het is niet altijd

makkelijk vol te volhouden omdat de producten niet overal te vinden zijn, maar het loont écht wel de moeite. Mocht de vrt binnenkort één macrobiotisch gerecht op het menu zet-

ten, kus ik persoonlijk heel het keukenpersoneel vanvoor op de snoet! Ze zijn gewaarschuwd.

Saartje Reactie van Annemie Van de Sompel, diëtist in het UZA: ‘Hoewel macrobiotisch eten bepaalde gezondheidsvoordelen heeft, zijn ze niet wetenschappelijk aangetoond. Om tekorten aan calcium en vitaminen te vermijden is deskundige begeleiding nodig. Kiezen voor de actieve voedingsdriehoek is nog steeds doeltreffend, eenvoudig en zonder risico’s op tekorten.’ maguza 031


zorg

Slaapbegeleiding

Als slapen een nachtmerrie wordt 032


Voor 15 à 20 % van de volwassenen is een goede slaap een verre wensdroom. Het UZA-slaapcentrum biedt voor hen groepssessies slaapbegeleiding aan. ‘Meer dan 80 % van de deelnemers heeft na de cursus een betere nachtrust. Via inzicht in hun eigen slaappatroon krijgen ze bagage mee om verder aan de slag te gaan’, zegt psychologe Jana Maes.

J

ana Maes begeleidt mensen met een ernstig slaapprobleem: niet kunnen in- of doorslapen zijn de meest genoemde klachten. ‘Vaak is het een vicieuze cirkel. Door het slaapgebrek voelen die mensen zich niet fris en proberen ze het slaaptekort te compenseren, bijvoorbeeld door overdag dutjes te doen. Velen piekeren ook heel sterk over de gevolgen van hun slechte nachtrust’, legt Maes uit. Wie de cursus wil volgen, gaat eerst langs bij neurologe dr. Ilse De Volder of psychiater dr. Ann Van Gastel, die nagaan of de patiënt in aanmerking komt. Maes: ‘Vervolgens peil ik tijdens een eerste gesprek naar de motivatie en voorgeschiedenis van de patiënt. Ik werk immers op maat van de patiënt, en elke problematiek is anders.’

vertellen ze hoe de voorbije week is verlopen, zowel overdag als ‘s nachts. Ik pik daarop in met tips en advies en betrek de groep erbij: iedereen kan tips geven en uitproberen. Er is ook een sessie rond relaxatie. Groepssessies hebben een meerwaarde doordat mensen van elkaar leren, maar individuele begeleiding is ook mogelijk.’

‘Ik heb al vijftien jaar ernstige slaapproblemen. Bezoeken aan een psychiater, psychologen en gedragstherapeuten, slaapmedi­ catie: niks hielp. Ik stond enorm ­sceptisch tegenover de cursus, maar ik kon het me niet veroor­ loven om niet alles te proberen.’

‘Door de slaaptraining heb ik nu een andere kijk op slaap en meer inzicht in mijn eigen slaapgedrag. Ik heb een aantal belemmerende gedachten omgezet naar meer realistische verwachtingen. Zo was ik erg gefixeerd op het aantal uur dat ik minimaal moest ­slapen. Ik ­probeerde de slaap af te ­dwingen. Nu weet ik dat minder slaap niet n ­ oodzakelijk tot een slechte dag leidt.’

(Françoise, 51 jaar)

De reeks omvat zeven sessies van anderhalf uur, ’s avonds of in de namiddag, met een zevental deelnemers per groep. Maes past CGT-I toe, voluit Cognitieve Gedragstherapie bij Insomnie. Maes: ‘Na een eerste theoretische sessie werken we praktijkgericht. Patiënten houden een slaapdagboek bij en vullen een vragenlijst in. Elke sessie

Denkpatronen doorbreken  Het is belangrijk om ingebakken denkpatronen te doorbreken en onderbouwde alternatieven aan te reiken. ‘Veel van de deelnemers zijn perfectionisten. Ook slapen willen ze perfect doen. Velen denken bijvoorbeeld dat ze acht uur moeten slapen om goed te functioneren. De benodigde slaapduur verschilt nochtans van persoon tot persoon’, zegt Maes.

(Eva, 27 jaar)

Veel slechte slapers proberen hun slaapgebrek te compenseren door de tijd in bed te rekken. Sommigen liggen negen of tien uur in bed, terwijl ze maar enkele uren slapen. Ook dat

Jana Maes, psychologe

patroon moet worden doorbroken. ‘Dat is zeker niet vanzelfsprekend. Mensen houden erg vast aan hun gewoontes en overtuigingen’, aldus Maes. Vroeger lag ik tien uur in bed, terwijl ik maar twee uur echt sliep. Enkele dagen nadat ik met de ­cursus was gestart, sliep ik al vijf uur aan een stuk. Nu lig ik elke nacht zo’n acht uur in bed en dan slaap ik ook echt. Ik ben enorm blij dat ik heb door­gebeten.’ (Françoise)

Uit onderzoek blijkt dat 75 tot 80 % van de patiënten die CGT-I volgen, er baat bij hebben. ‘Ik zie veel patiënten die al na enkele weken beter slapen. Via de verworven inzichten leren de cursisten zelfredzaam te worden en hun slaapprobleem op een andere manier aan te pakken. Dat is de sterkte van de cursus’, vindt Maes.

Iets voor u? Slaapbegeleiding is wellicht nuttig voor u als » het slaapprobleem uw leven beheerst: u bent niet alleen moe, u bent heel vaak bezig met uw slaapprobleem. » er geen onderliggend medisch probleem is, zoals slaap­ apneu, rusteloze benen, astma … Onder meer om dat uit te sluiten gaat u vooraf langs bij een arts van het slaapcentrum. » de gebruikelijke tips rond slaaphygiëne (ontspanning, cafeïnegebruik …) bij u niet volstaan. » u bereid bent uw gewoontes en eventueel uw levensstijl onder handen te nemen.

info Dienst psychiatrie, T 03 821 39 38. maguza 033


zorg

Kinderen krijgen na een levertransplantatie: het is perfect mogelijk. Stefanie Höffgen kreeg vier jaar geleden een nieuwe lever en is onlangs bevallen van een gezonde dochter. Stefanie werd tijdens haar zwangerschap extra opgevolgd door de gynaecoloog, maar alles liep van een leien dakje.

‘Lieselotte is

een geschenk uit D

it had ik nooit durven dromen’, vertelt de 22-jarige Stefanie ­Höffgen. ‘Na mijn levertransplantatie was ik bang dat ik geen kinderen zou kunnen krijgen, maar die schrik bleek onterecht. Ik werd vlot zwanger en Lieselotte is perfect gezond. Tien vingers, tien tenen, en vooral: goede leverwaarden.’  Acuut leverfalen  In 2009 viel Stefanies lever plots stil. ‘Toen mijn gezicht geel begon te zien, zijn we naar het UZA getrokken’, vertelt Stefanie. ‘Alles ging snel: op zaterdag kwam ik binnen en werd ik overgebracht naar de dienst intensieve zorg. Dinsdag kreeg ik een biopsie, woensdag bleek dat ik een nieuwe lever nodig had, en in de nacht van donderdag op vrijdag vond de transplantatie plaats. Mijn lever was er zo erg aan toe dat ik een volledige lever nodig had. Een stuk had niet volstaan. Sinds de transplantatie heb ik geen klachten meer.’ De oorzaak van het acute leverfalen is onbekend. Volgens leverspecialist prof. dr. Peter Michielsen, adjunct-diensthoofd gastro-enterologie en hepatologie, is die aandoening eerder zeldzaam. ‘Zeker bij jonge vrouwen komt het niet vaak voor’, zegt Michielsen. ‘Stefanie kreeg een high urgency-behandeling: zodra een geschikte donorlever gevonden wordt, van de juiste bloedgroep, wordt die aan de patiënt toegewezen. Zo kan de patiënt een nieuwe lever krijgen in 24 à 48 uren. Stefanie kan 034

de rest van haar leven verder met haar nieuwe lever.’  Gedetailleerde echo  ‘In 2012 werd ik zwanger,’ zegt Stefanie. ‘De baby was niet helemaal gepland, maar wel erg welkom. De hele zwangerschap lang heb ik me zorgen gemaakt over mogelijke leverproblemen van de baby. De dokters vermoeden dat de aandoening niet erfelijk was, aangezien ik voordien niet in behandeling was geweest voor mijn lever. Meteen na de geboorte hebben ze de leverwaarden van mijn dochter getest, en het was een hele opluchting toen alles in orde bleek.’ Stefanie werd tijdens haar zwangerschap iets nauwer opgevolgd dan een doorsnee vrouw. Gynaecologe dr. Inge Beckstedde: ‘We hebben Stefanies bloed vijf keer gecontroleerd, terwijl we dat bij een normale zwangerschap twee à drie keer doen. Stefanie kreeg ook een extra gedetailleerde echo, waarbij we alle functionaliteiten van de baby testten. Verder verliep haar zwangerschap heel normaal.’  Risico’s  De risico’s van de zwangerschap hadden meer te maken met de medicatie die Stefanie als transplantpatiënte neemt, dan met haar lever zelf. ‘De medicatie, die het afweersysteem remt, kan bij een patiënt een hoge bloeddruk veroorzaken. Bij een zwangerschap kan een hoge bloeddruk leiden tot prematuri-


onvergetelijk

UZA-medewerkers over een patiënt of moment om nooit te vergeten.

de hemel’ teit en dysmaturiteit. De baby kan dus te vroeg geboren worden, of een laag geboortegewicht hebben’, aldus prof. dr. Michielsen. ‘Door de zwangerschap kan de hoeveelheid medicatie in het bloed veranderen. We controleren regelmatig de bloedspiegel om na te gaan of de patiënt voldoende medicatie neemt en om eventueel de dosis aan te passen. De medicatie kan ook in de moedermelk overgaan; borstvoeding is dus niet ­aangewezen.’ Stefanie: ‘Ik wist dat er een risico was voor vroeggeboorte, maar uiteindelijk ben ik later bevallen dan de voorziene datum. Ik ben op een natuurlijke manier bevallen. Lieselotte was een flinke baby

Dr. Lucien Hoekx is medisch coördinator

voor de urologische oncologie in het UZA.

Na een basketbalmatch van zijn zoon volgde een opmerkelijke ontmoeting.

De zoon, de wonde en de spoedarts ‘Mijn oudste zoon Dennis, toen 22, speelde een

uitmatch basketbal ergens in de Kempen. In het

vuur van de strijd kreeg hij een elleboogstoot net boven zijn rechteroog. Gevolg: een gapende

wonde en een ritje naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. De jonge spoedarts inspecteerde de

wonde en vroeg toen opeens aan mij: ‘Gaat u het zelf hechten of zal ik het doen?’ Mijn zoon keek

nogal verbaasd van mij naar de spoedarts. Die

De hele zwangerschap lang maakte ik me zorgen, maar de leverwaarden van de baby zijn perfect

vertelde vervolgens dat hij het hechten van mij

had geleerd. Ik zit in het vaardighedenteam van de Universiteit Antwerpen, dat studenten geneeskunde, stagiairs en assistenten begeleidt tijdens

hun klinische opleiding. Op het einde moeten ze praktische vaardigheidsexamens afleggen. Toeval-

lig had die spoedarts dus ooit bij mij zijn examen hechten moeten doen. Dat hij kon hechten, daar had ik alle vertrouwen in. Het uiteindelijke litte-

van 50 cm en 3,680 kg. En ze doet het erg goed. Dat ik geen borstvoeding mag geven, vind ik niet zo erg. Ik had nooit gedacht dat ik zo vlot mama zou worden. Voor mijn familie, die me de laatste dagen voor mijn transplantatie gezien heeft, was het heel speciaal om me het UZA te zien verlaten, deze keer met een baby in mijn armen. Lieselotte is een geschenk uit de hemel.’

ken van de wonde is ook verwaarloosbaar. Maar

het hele gebeuren deed mij vooral stilstaan bij onze verantwoordelijkheid als universitair ziekenhuis. Ik werk niet enkel voor mijn eigen patiënten, maar ik kan ook iets betekenen voor de artsen van

de toekomst, door studenten een degelijke praktische vorming te geven. Vroeg of laat zijn we alle-

maal wel eens patiënt, en dan is het geruststellend

om te weten dat onze inzet leidt tot kwaliteitsvolle medische zorg tot ver buiten het UZA.’

maguza 035


zorg

De waarheid

en niets dan de waarheid? Moet uw arts u altijd de waarheid vertellen, of mag hij of zij zaken verbloemen of achterhouden? Een vraag die niet zomaar met ja of nee te beantwoorden is, vindt prof. dr. Patrick Cras, diensthoofd neurologie. ‘Je moet afwegen aan welke informatie je patiënt op dat moment nood heeft.’

E

en jongeman meldt zich met hoofdpijn bij de neuroloog. Uit een hersenscan blijkt dat hij mogelijk MS heeft, al heeft die hoofdpijn daar niets mee te maken en vertoont hij nog geen MS-symptomen. Moet de arts dat vertellen? Prof. Cras bevond zich recent in een gelijkaardige situatie en lichtte zijn patiënt eerlijk in. ‘De tijdgeest is daarin veranderd. Terwijl artsen vroeger vaak in bedekte termen spraken, is nu transparantie de norm’, ervaart hij. De wet op de patiëntenrechten van 2002 stelt dat artsen verplicht zijn patiënten naar waarheid in te lichten over hun ziekte. Die wet bepaalt echter ook dat een arts zaken mag achterhouden als hij vindt dat de patiënt meer nadeel dan voordeel van die informatie zou hebben: de zogenaamde therapeutische exceptie. Zo kan hij beslissen slecht nieuws tijdelijk voor zich te houden omdat de patiënt op dat moment in een crisisperiode zit.

036

Nooit te oud of te jong   voor de waarheid  Leeftijd staat los van het recht op de waarheid. Een hoogbejaarde patiënt die nog beslissingen kan nemen, heeft net zo goed het recht om te weten. En ook kinderen hebben recht op een eerlijk antwoord, weliswaar afgestemd op hun ontwikkelingsstadium. De arts moet altijd rekening houden met de gevoelens en de draagkracht van zijn patiënt. Cras: ‘Er zijn diverse manieren om een boodschap over te brengen. Zelfs als je een patiënt moet zeggen dat hij niet lang meer te leven heeft, kun je hem een beetje hoop geven. Hoop op ondersteuning of ver-

zachting van zijn symptomen bijvoorbeeld. En soms moet je de waarheid niet in één keer, maar in kleine verteerbare stukjes brengen.’ Het gaat er vooral om die informatie te geven waaraan de patiënt op dat moment nood heeft, nuanceert hij. ‘Als ik een patiënt net heb gezegd dat hij heel ernstig ziek is, dan begin ik op dat moment niet over symptomen die zich wellicht over een jaar zullen voordoen. Die vraag moet van hem komen. Je mag je ook niet verkijken op de eerste reactie van je patiënt. De mensen die zeggen dat je hen àlles mag vertellen, blijken vaak net het meest kwetsbaar.’


WITJAS

Patiënten die aan hartfalen lijden, moeten strikte regels in acht nemen op het vlak van voeding en medicatie. Gelukkig kunnen ze voor informatie, advies en vragen terecht bij de hartfalenverpleegkundige.

‘Vertrouwensband

met de patiënt’ N

a haar studies verpleegkunde, aangevuld

met

een

zieken­­huis­wetenschappen,

master

kwam

Lieve Scheurweghs elf jaar geleden

terecht in het UZA. Samen met prof.

Lieve Scheu rweghs, hartfalenve rpleegkundig

ren van de patiënten die opgenomen

de wachtlijst staan voor een trans-

hartfunctie. Ze kunnen bij ons ook

geven we hen de nodige informatie en

werden met een ernstig verminderde terecht met al hun vragen.’

Conraads startte ze er in 2002 het

ste in België. Vandaag werkt ze er als

ging heel belangrijk’, legt Lieve uit.

plantatie. Ook na de transplantatie begeleiding.’

Informeren en reageren

Persoonlijk contact

hartfalencentrum op – een van de eer-

‘Bij hartfalen zijn informatie en opvol-

‘In principe kan elke verpleegkun-

een van de drie hartfalenverpleegkun-

‘Het probleem bij hartfalen is dat het

verpleegkundige worden, zolang je

digen. ‘Wij voeren niet de klassieke

taken van een verpleegkundige uit’,

zegt Lieve. ‘Onze opdracht bestaat

vooral uit het opvolgen en informe-

hart niet genoeg bloed kan rondpompen om je lichaam normaal te laten

functioneren. Je lichaam probeert

dat tekort te compenseren, maar de mechanismen die je lijf gebruikt, belasten de hartfunctie nog meer. Het

is dus belangrijk dat de patiënten de symptomen leren herkennen die wij-

zen op een afnemende hartfunctie. Denk daarbij aan toegenomen kort-

ademigheid, gezwollen enkels, plotse gewichtstoename … Als die symptomen optreden, kunnen ze contact

opnemen met ons om eventueel hun medicatie aan te passen en een her-

opname te voorkomen.’ Naast hart-

falenverpleegkundige is Lieve ook harttransplantatieverpleegkundige.

‘We begeleiden hartpatiënten die op

dige hartfalen- of harttransplantatiemaar de nodige kennis hebt over de

aandoening’, legt Lieve uit. ‘Dat kan via bijscholingen. Je leert natuurlijk

ook veel bij in de praktijk. We werken

nauw samen met de artsen, die ons alles haarfijn uitleggen. Die samen-

werking is trouwens, samen met het feit dat je nooit nacht- of weekend-

dienst hebt, een van de grote voorde-

len van de job. Maar het mooiste blijft

voor mij nog altijd het contact met de patiënten. Wij trekken altijd de nodige tijd uit om hen te begeleiden. Als je

een vertrouwensband met een patiënt

opbouwt, zal die sneller geneigd zijn om met zijn vragen bij jou te komen.’ Of er ook nadelen zijn aan de functie?

‘Eigenlijk niet. Dit is voor mij zowat de ideale job!’

info Hartfalenkliniek T 03 821 45 77 maguza 037

e


puzzel

puzzel & win! 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

1 2

1

3 4

4

5 6

5

7

2

8 9 10

6

10. ongezouten – stof – spijskaart 11. ontkenning – dochter van Cadmus – metselspecie 12. vrouwelijk orgaan – kluitenbreker – Denemarken (op auto’s) 13. in memoriam – Japans bordspel – bevestiging – eetlepel – Spaanse rivier 14. geluidsband – aansporing – vereniging – hoogste kaart 15. grondtoon – worstelgreep – kind (Fr.) 16. middagslaapje – verzorging van kwetsuren

7

11 12 13

3

14

8

15 16 1

2

3

4

5

6

7

Verticaal  1. mannelijke klier – elleboog 2. mastbalk – verdunner (Eng.) – vioolsoort 3. Arabisch vorst – Romanum Imperium – maangodin 4. duivel – lichaam – op zekere plaats 5. buiten dienst – niemendal – korte dienstnota – etage 6. Engelse maat – plus – radium – groente 7. Engels telwoord – kledingstuk van een chirurg 8. reinigingsmiddel – afsprakenboekje – openbare werken 9. nijlreiger – getemd – gesel – Verenigde Naties 10. gelofte – Afghan Islamic Press – bismut – snelle loop 11. pastille – chanson 12. Chinese maat – chef-kok – muzieknoot – enzovoort 13. insgelijks – slechthorend – beeld – Foreign Office 14. op grote afstand – gebalk – loofboom – golf 15. ergens brengen – neiging 16. keelamandel – gezond voedsel

8

Horizontaal  1. ouderdomsverziendheid – caloriearm 2. islamitische vastenmaand – eigendom – en omstreken 3. Italiaans – overblijfsel – deelbaar door twee 4. kuststrook – rund – kolossaal 5. te huur – nikkel – overdosis – Turks bevelhebber – Radio Vlaanderen Internationaal 6. trotse houding – geelzucht – oosterlengte 7. blauwolie – onverschilligheid 8. Tunesië (op auto’s) – vluchtig – teken van de dierenriem – broeder – arrondissement 9. telwoord – spinnenweb – witvis – Edelachtbaar

Doe mee en win! Heb je het letterwoord ontdekt? Mail het dan voor 10 mei 2013 met je naam en adres naar maguza@uza.be of stuur een briefkaart naar Maguza, UZA – Afdeling communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem en maak kans op één van de vijf cadeaubonnen van Oxfam Wereldwinkels t.w.v. 15 euro. 038

1 1 2 3 4 5 6 7

8 9 10 11 12 13 14 15 16

2

3

4

5

P E E L V A R I A A L K M P E T A E B R O U R G I R O M A5 N C E K B A S T I N O A S T1 R E S T E E T O U P U K K E L R A R O I N S U L

6

7

8

9

I N G E I G O T T O G E3 K E L F N E P O L E A S S S T A T E I S O R E I P P K A A P A G E U T E8 T L O

15

16

F I T N E S E N A A R4 L P G A O E MO S E G G E P I L E P S I U N A C L I E R T I7 E E E N A RM E E N O P6 E R E I L D O N A A D N T P A R E R I S U B O T OM I

10

11

12

13

14

S O L D E H2 Y D R A T A T I E

oplossing maguza 91 F. Lafaille (Berchem), A. Vermeersch (Broechem), M. Bruyninckx (Wilrijk), M. Horemans (Sint-Job In’t Goor), H. Thijs (Peer) krijgen hun cadeaubon b ­ innenkort in de bus.


info

tot uw dienst Nuttige Telefoonnummers » algemeen nummer UZA: T 03 821 30 00 » onthaal en opname: T 03 821 31 01 » patiëntenbegeleiding: T 03 821 37 00 (maatschappelijk werk, ­ vrijwilligers, intercultureel bemiddelaar, transfer­coördinator, ­levenbeschouwelijke begeleiding, tolken en tolken Vlaamse gebarentaal) » ombudsdienst: T 03 821 31 60 » inlichtingen facturen: T 03 821 31 28 » mobiele medische urgentiegroep: T 03 821 38 06 » school in het UZA: T 03 821 58 86 Kinderopvang De Speelvogel In de kinderopvang zijn kinderen van patiënten en bezoekers van harte welkom. U vindt De Speelvogel in de rechtervleugel op het gelijkvloers. Pijlen vanop de parking wijzen de weg. Meer info: T 03 821 38 87 Gastenkamers Ter Weyde Wilt u in de buurt van het ziekenhuis overnachten, dan kunt u terecht in onthaaltehuis Ter Weyde. Vrijwilligers bieden er een eenvoudig maar warm onthaal aan een billijke prijs. Ter Weyde bevindt zich op 200 meter van het UZA (Edegemsesteenweg 240, 2610 Wilrijk). Voor meer info: T 03 440 48 18. Winkelgalerij In de inkomhal vindt u: » de cafetaria, in de week open van 8.30 tot 20 uur; in het weekend en op feestdagen van 12 tot 20 uur » een broodjeszaak, in de week open van 9 tot 14.30 uur » een winkel ‘Shop & Go’ met een ruim aanbod verse voeding,

drank, lectuur, geschenkartikelen … Open op weekdagen van 8.30 tot 20 uur, open op zaterdagen en feestdagen van 12 tot 19 uur, gesloten op zondag » een bloemen- en pralinewinkel ‘Gift Shop’, open op weekdagen en op zon- en feestdagen, telkens van 13 tot 19 uur, gesloten op zaterdag » een bankautomaat Restaurant Het restaurant vindt u op -1 op het einde van de bezoekersgang. Het is elke werkdag open van 12 tot 14 uur.

colofon Maguza – driemaandelijks tijdschrift van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen – jaargang 25, april 2013 – Redactieadres: UZA, afdeling Communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, communicatie@uza.be – Verantwoordelijke uitgever: Johnny Van der Straeten – Hoofdredacteur: Ann Segers – Eindredacteur: Kris Thieren – Redactieraad: Bettina Blaumeiser, Patrick Cras, Annick Deckers, Anneleen De Vos, Jonas De Wolf, Marc Peeters, Ann Segers, Bharati Shivalkar, Elke Smits, Kris Thieren, Paul Van Aken, Miranda Van De Wiele – Redactie & realisatie: Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be – Fotografie: Jan Locus – Illustratie p. 16: Debora Lauwers, p. 36: Marijn Dionys – Kruiswoordraadsel: Freddy Roegiest – Reclameregie: Little Joe, www.littlejoe.be – De inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het UZA. Abonnement Wenst u een GRATIS abonnement op Maguza, wilt u een adreswijziging doorgeven of wilt u het magazine niet langer ontvangen? Surf naar www.maguza.be/abonnement. U kunt hier ook inschrijven op de gratis digitale nieuwsbrief van Maguza. www.maguza.be

advertentie

Wij verhogen uw comfort ! Huisliften VrijBLijVeNde offerte / BezoeK Bel gratis : 0800 20 950 www.trapliftinfo.be

E SERVIC 7d/7d

24u/24u NV Coopman Liften Heirweg 123 | B-8520 Kuurne comfortlift@coopman.be | www.trapliftinfo.be

-

Plateauliften

Trapliften


geholpen? rubriek

Tien jaar na het mirakel Anouk Van Bogaert was zes toen ze vanop een kunstskipiste dertig meter naar beneden viel.

longproblemen was haar toestand

dus niet in. Dat was een moeilijke

moment van haar zijde.’

de draad weer op. Ik ging muziek-

soms erg kritiek. We weken geen Guy: ‘We voelden ons daar op de

Vandaag is ze een mondige tiener van 17 die

duur een beetje deel van de familie.

houdt van … competitieskiën. ‘Ik ben het UZA

De menselijke opvang op de afdeling

nog altijd erg dankbaar’, zegt haar vader Guy.

heeft me op een moeilijk moment

H

et gebeurde op 2 november

2002. De kleine Anouk tui-

melde in het bijzijn van haar ouders van de skilift en belandde dertig

meter lager naast de piste. Anouk: ‘De

skischoenen

hebben

waar-

schijnlijk mijn leven gered, want

daardoor kwam ik eerst met mijn voeten neer.’ Moeder Heidi: ‘Pas in het UZA bleek hoe erg het was:

eens stevig vastgepakt en getroost.’ Heidi: ‘Elke dag kamden de verpleegkundigen

zorgvuldig

Anouks

lange haren. Om ons op te vrolijken gaven ze haar zelfs telkens een ander

verpleegkundigen die Anouk hadden verzorgd, waren uitgenodigd.’

opnieuw leren lopen. Een jaar later

avond

nog

Anouk: ‘Na de operatie moest ik

geopereerd

volgde een tweede zware ingreep

en lag drie weken op intensieve zorg, het merendeel van de tijd in een kunstmatig coma. Door haar

het ongeval. Springen of lopen zal ik nooit mogen, maar intussen ben ik

met indoor skiën begonnen. Ik zit in een raceteam en doe mee aan buiten-

landse wedstrijden. De pijn die ik na de training vaak voel, neem ik erbij.’

Heidi: ‘Door de schade aan haar

wachten we echter zo lang mogelijk

we een groot feest. Ook de artsen en

gescheurde lever en milt … Ze werd diezelfde

operaties, de laatste was zes jaar na

dik half jaar na het ongeval gaven

tal weken mocht ze naar huis. Een

een

longen,

ik weer sporten. Er volgden nog twee

bekken zal Anouk vroeg of laat een

Geen tikkertje

gekneusde

school volgen en op de duur mocht

kapsel. ’ Guy: ‘Na in totaal een zes-

drie bekkenbreuken, een gebroken dijbeen,

040 oproep!

heeft me sterk getroffen. Prof. Jorens

periode, maar geleidelijk pikte ik

aan mijn bekken. Al bij al ben ik

heupprothese nodig hebben. Daar mee, omdat ook een heupprothese niet eeuwig meegaat.’ Guy: ‘De gevolgen van het ongeval zijn er nog tot op vandaag, maar als ik terugkijk

op die bange periode, voel ik toch

vooral dankbaarheid.’ Heidi: ‘Alleen al dat ze die val heeft overleefd … Dat is gewoon een mirakel.’

maandenlang in een rolstoel naar school gegaan. Mee tikkertje spelen zat er

Hebt u ook iets bijzonders meegemaakt in het UZA? Laat het ons weten via maguza@uza.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.