maguza Afgiftekantoor Antwerpen X, Maguza 78, Tijdschrift – kwartaalblad, okt – nov – dec 2009, v.u. Johnny Van der Straeten, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem
zorgmagazine van het Uza – oktober 2009 – #78 – www.magUza.be
Baby’s met zuurstoftekort Afkoelen beperkt hersenschade
Onder spanning? Een leven zonder stress
Mexicaanse griep Laat u vaccineren!
UZA viert 30 jaar
3 decennia innoverende geneeskunde
+ Dossier orgaantransplantatie
advertentie
ORTHOPEDIST - BANDAG IST
O R T H O PED I E
O R T H O PED ISCH E SCH O EN EN
COM FO R T SCH O EN EN
BAN DAG IS T ER I E
I N VALI D E WAG ENS
T H U IS V ER ZO R G I N G
Bezoek onze ruime toonzaal Traditioneel maatwerk
Discrete pasruimte
Moderne technologieën en technieken
Studiedienst
Grote keuze artikelen van hoogstaande kwaliteit
Goed uitgeruste werkplaatsen
Comfort en mobiliteit
Met deskundig advies
Speciaalzaak leefcomfort RIZIV 1/6/10422/96/100 - 1/6/27017/88/200
Turnhoutsebaan 92-94 • 2100 Deurne • Tel. : 03/326 11 30 • fax: 03/326 06 79 • info @schaeps.be Week van 9 - 18 u, zaterdag van 9 - 13 u • Tram 10, bus 33, 410, 411 en 412 • GR ATIS PARKING O R T H O P E D I E • B A N DAG I S T E R I E • S C H O E N E N • I N VA L I D E N WAG E N S • H O M E C A R E • R E VA L I DAT I E
www.schaeps.be
iK BEn gEzOnDEr Dan u D
e performantie van gezondheidszorgsystemen vergelijken is verraderlijk. Mensen kunnen een verschillende waarde hechten aan belangrijke kenmerken zoals dekkingsgraad, keuzevrijheid, gelijkheid en kwaliteit van de zorg. Gezondheid en zich gezond voelen hebben ook veel te maken met levensstijl. Bij de beoordeling van een systeem van gezondheidszorg spelen ook de kosten een steeds belangrijkere rol.
Verenigde Staten vs Engeland De voorbije maanden werd in de internationale pers uitgebreid over de hervormingsplannen voor de Amerikaanse gezondheidszorg geschreven. Amerikaanse politici en journalisten maakten vooral een vergelijking met de Engelse National Health Service. In de discussie die gevoerd wordt over welk land – de Verenigde Staten of Engeland – nu de beste gezondheidszorg heeft, zou het beschamend zijn mocht een van beide winnen. Het juiste antwoord op de vraag is waarschijnlijk België. De Amerikaanse gezondheidszorg is twee keer zo duur als in de rest van de OESO-landen, terwijl kindersterfte, levensverwachting en overlevingskansen na een hartaanval lager zijn dan het gemiddelde. Omdat een verzekering tegen ziekte er zo duur is, hebben 50 miljoen Amerikanen die niet. De Engelse National Health Service is voor de Britten een religie. Maar wachtlijsten van 6 maand en geen keuzevrijheid vinden ze dan wel normaal. België heeft een systeem van universele dekking – iedereen heeft dezelfde rechten – gefinancierd door verplichte bijdragen van werkgevers en werknemers. De verzekeraars zijn private non-profitorganisaties. De patiënten kunnen vrij hun arts kiezen, die ze een honorarium betalen. Alle patiënten kunnen zich rechtstreeks tot specialisten wenden.
De regeringsverklaringen over gezondheidszorg worden steeds korter.
Kostencontrole wordt probleem Dat systeem, waar ze in de Verenigde Staten en Engeland alleen maar van kunnen dromen, is duurder dan in Engeland, maar wel goedkoper dan in de Verenigde Staten. Is dat systeem perfect? Nee, want de kostencontrole wordt een probleem. De keerzijde van de zelfstandige arts is het overijverige voorschrijfgedrag dat ontstaat door het inkomen rechtstreeks te koppelen aan het aantal prestaties. Belgen slikken dan ook drie keer zo veel pillen als Engelsen. Na twintig jaar onafgebroken behoedzame conservering van dit socialistische systeem met liberale geneeskunde, zullen wij vooral moeten besparen. Is dat mogelijk zonder de opgesomde voordelen te verliezen? De regering geeft geen echte aanzet: de regeringsverklaringen over gezondheidszorg worden al twintig jaar steeds korter. Minister Laurette Onkelinx staat nog altijd pal als zij het over de verdediging van het systeem en de noodzaak tot groei heeft. Zij is niet de eerste minister van Volksgezondheid die een toename van haar budget verdedigt. Zij is waarschijnlijk wel gedoemd om de laatste te zijn.
Johnny Van der Straeten Gedelegeerd bestuurder
maguza 003
advertentie
Beter verstaan dankzij Bluetooth technologie TM
iPCA, het veelzijdige hoor-wonder Verrijk uw leven met een groter luistercomfort. Hoor vanaf nu ook uw GSM, laptop, MP3, radio en TV draadloos in stereo via de nieuwste iPCA® van Lapperre. Inderdaad, alle multimediatoestellen, uitgerust met Bluetooth™ technologie krijgen draadloos en rechtstreeks contact met uw beide oren. Hightech en bovendien uiterst trendy!
by
®
Beter verstaan onder alle omstandigheden, dat is pas een grote stap naar meer hoorcomfort.
www.lapperre.be
info@lapperre.be
0800-10 888
Je ziet niet meer hoe goed je hoort
in Dit nuMMEr
Medisch
010
uza viert 30 jaar
010
30 jaar UZA. Drie medische mijlpalen in de kijker: de steeds betere behandeling van hartinfarcten, de introductie van de MUG (Medische Urgentie Groep) en de radiologische (r)evolutie.
014
Hoop voor baby’s met zuurstoftekort: afkoeling op de dienst intensieve neonatale zorg kan de hersenschade beperken.
016
Littekens na een operatie: 6 tips voor thuis
gezond
033
Mexicaanse griep
030
Chronische stress is een ziekmaker eerste klas. Wat doet stress met u en wat kunt u er tegen doen?
033
Mexicaanse of gewone griep: een vaccin kan veel leed voorkomen.
zorg
040
036
Diabetes de baas dankzij educatie.
038
30 jaar UZA. Van kwikthermometers en dikke dossiers naar digitale radiografie en piepende monitors: een (r)evolutie in de patiëntenzorg.
040
Cliniclown Peeke blaast een zeepbel de kamer in.
Cliniclown
‘Het taboe is verdwenen, maar de orgaanschaarste blijft’ Prof. dr. Dirk Ysebaert
021
Elk jaar krijgen een zestigtal patiënten in het UZA een nieuwe kans dankzij een nieuw orgaan.
Orgaantransplantatie
021
Dossier orgaantransplantatie En verder
018
017
U zegt? Beroerte of CVA
018
UZA 2020. Paul Van Aken, directeur patiëntenzorg over de ziekenhuiskamer van de toekomst.
035
Witjas: de operatieverpleegkundige
Labo: sneltests komen op maguza 005
doorgelicht
006
tOptEChnOLOgiE tEgEn CataraCt
Mensen met cataract of staar krijgen gezichtsproblemen doordat de lens in hun oog troebel wordt. Op de foto ziet u hoe oog artsen in het UZA een kunstlens inplanten om daaraan te verhelpen. De lens bevindt zich vlak achter de iris, die voor de operatie met druppeltjes heel erg wordt verwijd. Het rozige is het netvlies. Deze kunstlens is een wondertje van medische technologie . Het ronde gedeelte is hetgeen waar de patiënt door ziet. De ellipsen ervoor en erachter zorgen voor groeven waarin het kapsel – het omhulsel – van de natuurlijke lens wordt geschoven. Dat kapsel zorgde na een klassieke cataractoperatie immers vaak opnieuw voor vertroebeling. Met de nieuwe en baanbrekende lens en operatie techniek die prof. dr. Marie-José Tassignon in het UZA uitwerkte en perfectioneerde, is dat verleden tijd. In 2008 werden in het UZA meer dan 500 dergelijke cataractoperaties uitgevoerd. De techniek raakte intussen bekend tot in het buitenland, en van overal komen cataractpatiënten ervoor naar het UZA.
maguza 007
KOrt
Jan De CoCk in Congo In september kon u in het programma Een simpel plan op één zien hoe Jan De Cock, pastoraal werker in het UZA, in Noord-Kivu in Congo een gevangenis ging bouwen. Jan De Cock werkt sinds jaren als vrijwilliger in gevangenissen wereldwijd. In 2005 verbleef hij vrijwillig een maand in de gevangenis van Butembo (Noord-Kivu). De schrijnende toestand greep hem naar de keel. Hij schreef er een boek over, De Kelders van Congo, maar vatte ook het idee op om ter plaatse
infO www.prisoninfo.org
een menswaardige gevangenis te bouwen. Via benefietacties in Vlaanderen werd geld ingezameld, en samen met de lokale bevolking en instanties bracht Jan dit bijzondere project tot een goed einde. Niet alleen werd er een nieuwe gevangenis gebouwd, er werd ook gewerkt aan de opleiding van cipiers, programma’s voor rehabilitatie van gevangenen en respect voor de mensenrechten. Het volgende project, een jeugdgevangenis in La Paz, Bolivië, staat al op stapel.
30 jaar geleden, in september 1979, namen de eerste patiënten hun intrek in het UZA – toen nog het AZA, met de A van Academisch. De eerste steen werd gelegd in september 1976: op amper drie jaar tijd kreeg een volledig nieuw ziekenhuis vorm. Bij de start waren er 60 bedden, tegen 1982 al 456 en vandaag zijn het er 573. Het aantal personeelsleden nam toe van 1200 toen naar 2600 nu. Ruim 100 van de huidige medewerkers zijn er al van bij het begin bij. Op 25 september 2009 vierden we de 30e verjaardag van het UZA met de patiënten en bezoekers. Patiënten werden verwend met een UZA 30 jaar-speelkaartenset, en voor één dag was parkeren op de UZA-parking gratis.
008
Hebt u zich ook al afgevraagd wat de bedoeling is van de werken aan de ingang van het UZA? Een woordje uitleg. Nog tot eind 2009 wordt rechts van de inkom een busstation aangelegd voor de bussen die uit de richting van Antwerpen komen. In een tweede fase, vanaf eind 2009, wordt links van de inkom een busstation aangelegd voor de bussen uit zuidelijke rich rich-
ting (Kontich, Aartselaar, Lier…). In die tweede fase wordt ook een volledig nieuwe toegang tot het UZA aangelegd, vanuit de Drie Eikenstraat. Daar legt het Vlaamse Gewest een nieuwe rotonde aan. ‘Op die manier zullen er geen bussen meer voor de hoofdingang passeren,’ zegt Dirk De Man, hoofd van de technische dienst van het UZA. ‘Nu passeert er om de twee
minuten een bus vlak voor de ingang en dat is niet houdbaar. Ook zullen onze buren na de heraanleg minder busverkeer voor hun deur krijgen. Bovendien komen er in de tweede fase, die we graag willen afronden tegen eind 2010, ook 350 bezoekersparkeerplaatsen bij, en wordt het wandelpad dat uitkomt aan de hoofdingang doorgetrokken tot aan de Wilrijkstraat.’.
popjes nemen
angst weg Afgelopen zomer deden de Kiwanispop pen hun intrede op de dienst pediatrie. Als een kind een ingreep moet onder gaan, kan dat getoond worden op het popje. Het popje kan hechtingen krijgen, of een zuurstofmasker. Op die manier zijn kinderen minder bang voor wat ze moe ten ondergaan. Natuurlijk is de pop tege lijk ook een speeltje. De kinderen kunnen hun popje zelf kleuren, er tekstjes op schrijven en als vriendje bijhouden. Kiwa nis Antwerp Mercator schonk meer dan 200 van de witte popjes aan het UZA.
Vaccin tegen
Mexicaanse griep
getest
Het Centrum voor Evaluatie van vaccinaties (CEV) van de Antwerpse Universiteit en het UZA kwam de afgelopen maanden meermaals in het nieuws, naar aanleiding van de Mexicaanse griep. Het CEV is immers een van de Europese centra waar het vaccin tegen de Mexicaanse griep is getest. Dat gebeurde op een groep van enkele honderden gezonde vrijwilligers. Het vaccin wordt eerst toegediend aan risicogroepen. Wilt u zich wapenen tegen griep? Laat u dan vaccineren zodra u de kans krijgt. U leest er alles over in het artikel op p. 33.
uit de pers
0
uza bouwt aan busstations
maguza 009
MEDiSCh
Van links naar rechts: prof. dr. Luc Beaucourt, prof. dr. Paul Parizel, prof. dr. Chris Vrints
3
30 jaar uza
Prof. dr. Chris Vrints 010
Sinds het UZA 30 jaar geleden zijn deuren opende, is er heel wat veranderd. Wie vandaag ziek wordt of een ongeval krijgt, heeft veel meer kans op genezing dan toen. Dat is onder meer te danken aan de betere behandeling van het hartinfarct, de introductie van de MUG (Medische Urgentie Groep) en de revolutie binnen de beeldvorming. Drie verhalen uit eerste hand.
MEDiSChE MijLpaLEn
1
Met hartinfarct naar ziekenhuis: overleving van 80 naar 95 %
Van de patiënten die met een acuut hartinfarct in het ziekenhuis belanden, stierf in de jaren zeventig ongeveer 20 %. Dat percentage is gezakt naar zo’n 5 %, althans in regio’s waar patiënten snel naar een gespecialiseerd hartcentrum zoals het UZA worden gebracht. ‘Bij een acuut hartinfarct krijgt een deel van de hartspier geen bloed doordat een klontertje de kroonslagader afsluit’, zegt prof. dr. Chris Vrints, diensthoofd cardiologie. ‘Tot eind jaren zeventig was er eigenlijk geen echte behandeling. De patiënt ging aan de hartbewaking en kreeg medicatie om
de verminderde hartwerking te compenseren, maar aan de vernauwing zelf werd niets gedaan. Zo’n klontertje lost weliswaar vaak spontaan op, maar tegen dan is de hartspier al beschadigd.’ Het duurde tot eind jaren zeventig voor onomstotelijk werd bewezen dat de bloedklonter in de kroonslagader niet het gevolg maar de oorzaak is van het infarct. Met de komst begin jaren tachtig van het eerste trombolyticum, een geneesmiddel dat het bloedklontertje in zo’n anderhalf uur tijd oploste, werd het startschot gegeven voor de echte behandeling van het hartinfarct. De sterfte in het ziekenhuis daalde daarop met de helft. In diezelfde periode toonden studies aan dat er na een hartinfarct een tijdvenster van zes uur is waarbinnen je de hartschade kunt beperken. Hoe sneller de interventie, hoe minder weefsel afsterft. Ook dat was een kantelmoment. Met de jaren kwamen er ook betere trombolytica, waarmee de sterfte van gehospitaliseerde patiënten met een hartinfarct verder daalde tot 7 à 8 %.
Eerste ballondilatatie jaren tachtig De eerste ballondilatatie gebeurde in de jaren tachtig: ter hoogte van de vernauwing wordt het bloedvat opengemaakt met een ballonnetje, dat nadien weer wordt verwijderd. In de jaren negentig kwam de stent erbij, een metalen veertje dat tijdens de ballondilatatie wordt aangebracht en voorkomt dat de slagader zich opnieuw sluit. ‘Dankzij die therapie, die steeds vaker de voorkeur krijgt, is het sterfterisico verder gedaald naar 5 %, op voorwaarde dat de patiënt heel snel naar het ziekenhuis wordt gebracht’, zegt Vrints. Het UZA heeft in de behandeling van het hartinfarct altijd een voortrekkersrol gespeeld. Zo waren we een van de eerste ziekenhuizen met een permanente
Het uZa heeft altijd een voortrekkersrol gespeeld in de behandeling van hartinfarcten. wachtdienst voor de acute behandeling van hartinfarcten met ballondilatatie. De dienst cardiologie nam ook het voortouw in sensibilisatieacties die mensen moeten aansporen om alerter te reageren bij pijn in de borststreek. maguza 011
MEDiSCh
in feite een personenwagen waarmee je een medisch team en apparatuur ter plaatse brengt. De patiënt zelf gaat met de ambulance mee. Dat systeem is een stuk efficiënter en goedkoper.’
Prof. dr. Luc Beaucourt
2
Snelle medische hulp dankzij Mug Cruciaal bij de behandeling van een hartinfarct, maar ook bij andere medische noodsituaties, is de mogelijkheid om heel snel een medisch team tot bij
in 1985 stuurden we als eerste ziekenhuis in belgië een Mug uit. de patiënt te krijgen. Ook op dat vlak speelde het UZA een pioniersrol. In 1985 stuurden we als eerste ziekenhuis in België een MUG de baan op. Initiatiefnemer was prof. dr. Luc Beaucourt, diensthoofd spoedgevallen. ‘In die periode had je de gewone ziekenwagens, die worden bemand door ambulanciers, en de klinimobiels’, legt Beaucourt uit. ‘Een klinimobiel is een ziekenwagen met aan boord een arts, een verpleegkundige en gespecialiseerde medische apparatuur, bedoeld voor de meest dringende interventies. We stelden echter vast dat de 100-diensten minder en minder een beroep deden op een klinimobiel omdat de patiënt dan in die wagen werd overgeladen en ze de ambulance voor niets hadden uitgestuurd. Vandaar het idee van de MUG. Dat is 012
infO
Behandeling start al onderweg De MUG kreeg al snel opvolgers in zowat alle andere grote ziekenhuizen in België. Daarmee werd een nieuw tijdperk ingeluid op het vlak van medische noodinterventies. ‘Door binnen de paar minuten een spoedarts bij het slachtoffer te hebben, kun je levens redden’, zegt Beaucourt. ‘De rit naar het ziekenhuis kan worden benut om de patiënt te stabiliseren of de eerste medicatie toe te dienen. In de jaren dat trombolyse nog de voorkeursbehandeling was bij een hartinfarct, werd die behandeling al gestart op weg naar het ziekenhuis. Zo konden we de hartschade beperken. Ook bij zware verkeersongevallen is het een wereld van verschil als er snel een arts bij is. Niet voor niets spreken we van het gouden uur.’ Sinds een aantal jaar is er naast de MUG ook de PIT, voluit Paramedisch Interventie Team. Die is bedoeld om verpleegkundigen uit te sturen bij medische urgenties. In die zin is het een compromis tussen de MUG en de gewone ziekenwagen.
3
radiologische (r)evolutie Een goede behandeling start in veel gevallen met goede beeldvorming. Ook op dat vlak voltrok zich een enorme evolutie. Prof. dr. Paul Parizel, diensthoofd radiologie, schetst de grootste veranderingen in zijn vakge-
bied de afgelopen drie decennia. ‘Om te beginnen zijn onderzoeken veel minder belastend geworden. Neem bijvoorbeeld afwijkingen in het wervelkolomkanaal, zoals een hernia of tumor. Vroeger werden die opgespoord door met een naald contrastvloeistof in de rug in te spuiten, wat voor de patiënt heel pijnlijk en onaangenaam was. Nu gebeurt dat met magnetische resonantie beeldvorming (MRI). Ook onderzoeken met een hoge stralingsdosis zijn steeds minder vaak nodig. Voorts zijn de moderne technieken een stuk contrastgevoeliger, waardoor we veel beter het onderscheid kunnen maken tussen normaal en abnormaal weefsel. We kunnen ook steeds kleinere letsels zien. Destijds lag de grens bij de CT-scan (computertomografie-scan) op 1 à 3 millimeter, nu in bepaalde gevallen op 0,1 millimeter.’ Een andere evolutie is dat radiologen steeds meer actief behandelen, bijvoorbeeld door een stent te plaatsen bij vernauwingen van bloedvaten. Ten slotte deed ook functionele beeldvorming zijn intrede. Daarbij worden niet alleen de grootte, vorm en plaats van een afwijking bekeken, maar ook de fysiologische processen die er zich in afspelen. Zo kun je bij een tumor de graad van doorbloeding vaststellen, wat vaak een goede aanduiding is van het stadium waarin de kanker zich bevindt. Van wazig naar haarscherp beeld Technisch vond er in die 30 jaar een ware aardverschuiving plaats. Parizel: ‘De echografie stond eind jaren zeventig nog in zijn kinderschoenen. Je zag hooguit wazige beelden. Nu zie je op een echo de fijnste details.’ Een bliksemcarrière viel ook te beurt aan de CT-scan, een techniek op basis van röntgenstralen. ‘Voordelen van de CT-scan zijn dat je er niet alleen bot maar ook organen en weefsels heel precies mee kunt waarnemen en dat je een driedimensionaal beeld krijgt, wat met een klassieke radiografie niet kan’, legt Parizel uit. ‘Het UZA is onder meer
Dienst cardiologie, T 03 821 35 38 | Dienst radiologie, T 03 821 48 48 | Dienst spoedgevallen, T 03 821 38 06
advertentie
gespecialiseerd in onderzoek van de kroonslagaders met CT, waarmee we internationaal aan de top staan.’ Begin jaren tachtig kwam de MRI erbij, een techniek die gebruik maakt van magnetische velden. In 1986 kocht het UZA als eerste academisch ziekenhuis in Vlaanderen een MRI-toestel aan. ‘Ook dat was een omwenteling’, vertelt Parizel. ‘Met MRI kun je bijvoorbeeld perfect het zenuwstelsel in beeld brengen. Dat maakt de techniek geschikt voor de diagnose van onder meer multiple sclerose.’ Bij de klassieke radiografie ten slotte, werd de traditionele röntgenfilm in het UZA vervangen door digitale technieken. Zo is digitale mammografie de standaardtechniek geworden voor het opsporen van letsels in de borst en borstkankerscreening. ‘De impact van deze hele evolutie in de radiologie is niet te onderschatten’, besluit Parizel. ‘We zien bijvoorbeeld dat de genezingskansen bij kanker en tal van andere ziekten in die 30 jaar enorm
in 1986 kocht het uZa als eerste academisch ziekenhuis in Vlaanderen een MRi-toestel aan.
DC090202 © Dimitri Cools / foto: © Getty Images
Nirwana verwent u en uw rug.
Reeds meer dan twintig jaar selecteert en adviseert Nirwana op onafhanke lijke en transparante wijze oplossingen voor gezond liggen, zitten en gaan: van ergonomische slaapsystemen, stoelen, tafels en relaxzetels, tot en met kantoor- en kindermeubilair, babyproducten en schoenen. Nirwana verwent u en uw rug.
Open van dinsdag t.e.m. zaterdag van 10u00 tot 18u00. ONAFHANKELIJK ADVIES VAN ONZE KINESISTEN I DIENST NA VERKOOP
zijn gestegen. Dat heeft zeker te maken met de verbeterde behandeling, maar ook met beeldvorming. We kunnen kanker nu in een heel vroeg stadium vaststellen, en ook beter zien hoe de ziekte zich ontwikkelt en reageert op therapie. In die zin staan we veel sterker.’
Prof. dr. Paul Parizel
www.nirwana.be I De Bruynlaan 127 2610 Antwerpen I 03-820 98 30 maguza 013
MEDiSCh ruBriEK
hOOp VOOr
BaBy’S
MEt
D
oor de hersenen af te koelen binnen de zes uur na het zuurstoftekort kunnen we een deel van de hersenschade voorkomen,’ vertelt dr. Sabrina Laroche, kinderartsneonatoloog op de dienst intensieve neonatale zorg. ‘Het zuurstoftekort – dat meestal ontstaat tijdens de bevalling – doet cellen in de hersenen afsterven. Dat gebeurt meteen na het zuurstoftekort, maar zes tot twaalf uur later volgt er een tweede reactie, waarbij opnieuw hersencellen afsterven. Als we de hersenen afkoelen, kunnen we die tweede reactie afremmen en zo de neurologische gevolgen voor het kindje beperken.’ Het koelen herstelt de opgelopen hersenschade dus niet, maar het voorkomt wel bijkomende schade.
Een baby die zuurstoftekort oploopt bij de geboorte: het is de angst van elke ouder. In april werd in het UZA voor het eerst een techniek gebruikt die de hersenschade na zo’n zuurstoftekort kan beperken. De lichaamstemperatuur van de pasgeborene wordt daarvoor naar 33,5° C gebracht. 014
infO
Dienst intensieve neonatale zorg, T 03 821 58 02
niet langer machteloos Buitenlandse ziekenhuizen hebben goede ervaringen met koelen, en in het UZA zelf wordt de techniek al enige tijd toegepast bij volwassenen met hersenschade. Koelen vindt echter nu pas ingang bij pasgeborenen. Laroche: ‘De uiteindelijke uitkomst voor die kindjes blijkt met koelen beter dan zonder koelen. Meerdere studies tonen aan dat na een jaar het aantal kindjes dat is gestorven of een ernstige handicap heeft, lager is als er koeling is toegepast.’ Gegevens op langere termijn zijn er nog niet, maar de resultaten zijn alvast hoopgevend. ‘Tot nu stonden we machteloos als het over zuurstoftekort ging,’ zegt Ronald Vermeulen, hoofdverpleegkundige op de dienst intensieve neonatale zorg. ‘We konden weinig doen. Nu kunnen we de schade tenminste beperken en hopelijk zo de levenskwaliteit van die kinderen verbeteren.’
» De baby wordt in een jasje gewikkeld waar koud water doorheen loopt. Medicatie zorgt ervoor dat de baby zich comfortabel blijft voelen.
zuurStOftEKOrt tijdsfactor cruciaal Niet alle pasgeborenen met zuurstofgebrek komen in aanmerking voor de behandeling. Laroche: ‘Het gaat om kinderen die duidelijk neurologische gevolgen ondervinden van het zuurstofgebrek. Ze moeten abnormale neurologische tekenen vertonen zoals stuipjes, versuftheid of zelfs coma. Bij kindjes die zuurstoftekort hebben gehad, maar geen abnormaal neurologisch gedrag vertonen, wegen de voordelen van het koelen niet op tegen de eventuele neveneffecten zoals vertraagde hartslag en bloeddrukproblemen. Het koelen maakt voor hen geen verschil.’ Dr. Sabrina Laroche schat dat er jaarlijks in het UZA een tiental pasgeborenen worden opgenomen voor wie het koelen heilzaam kan zijn. ‘Meestal gaat het om baby’s uit andere ziekenhuizen die tijdens de bevalling in de problemen zijn geraakt en met spoed
naar het UZA worden gebracht. Hier hebben we immers een van de acht diensten intensieve neonatale zorg in Vlaanderen.’ Het is heel belangrijk dat de kindjes op tijd naar het UZA worden overgebracht. Het koelen moet immers zeker binnen de zes uur na het zuurstoftekort worden gestart. Comfortzorg voor baby Om de baby af te koelen, wordt hij in een soort jasje gewikkeld waar koud water doorheen wordt gestuurd. De temperatuur van het kind wordt op die manier drie dagen lang op 33,5 graden gehouden. ‘We houden heel goed in de gaten dat de kindjes zich comfortabel blijven voelen,’ zegt Vermeulen. Zo krijgen ze onder meer pijnstillende medicatie om de kou niet te voelen. ‘Zo’n kindje voelt overigens niet extreem koud aan en het blijft ook bij bewustzijn, al is dat natuurlijk afhankelijk van de opgelopen neurolo-
gische schade.’ De UZA-ploeg maakte in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht kennis met de techniek. In april werd voor het eerst een pasgeborene gekoeld op de intensieve neonatale zorg van het UZA. ‘Dat kindje was heel ziek, met
Vroeger stonden we machteloos als het over zuurstoftekort ging, nu kunnen we toch iets doen. behoorlijk wat neurologische problemen,’ zegt Laroche. ‘Na het koelen was de toestand van het patiëntje in elk geval veel verbeterd.’
Gezinszorg Wuustwezel
Uw zorg is onze zorg
Zandvliet Gooreind
Brecht
Berendrecht Stabroek
Maria ter Heide Kapellen
Lillo
Gezinszorg Villers vzw biedt thuiszorg in de Antwerpse regio vanuit 10 plaatselijke wijkhuizen. U kan bij ons terecht voor gezinshulp, bejaardenhulp, kraamzorg, poetsdienst, huishoudhulp (met dienstencheques), thuiszorg op weekend- en feestdagen, nachtzorg, … Met al uw vragen omtrent thuiszorg kan U terecht op één centraal nummer:
Tel. 03 543 92 10
Brasschaat Ekeren
Haven Merksem Schoten Antwerpen St. Andries
Ons werkgebied omvat de gekleurde gebieden.
Wijnegem
Borger- Deurne hout
Antwerpen Zuid
Berchem
Wommelgem Borsbeek
Hoboken Wilrijk
maguza 015
MEDiSCh
MEt EEn
LittEKEn naar Hoe een litteken na een operatie geneest, verschilt van persoon tot persoon. Ook leeftijd en de plaats op het lichaam spelen een rol. Toch kunt u een en ander doen om een litteken zo mooi mogelijk te laten genezen. Plastisch chirurg dr. Thierry Tondu zet u op weg.
1. alert zijn voor infectie Roodheid, zwelling, warm aanvoelen zijn tekenen van lokale infectie. Neem in dat geval zeker contact op met uw arts. Infectie kan optreden vanaf de derde dag tot een tweetal weken na de operatie. Nadien is er in principe geen infectiegevaar meer. 2. Ondersteunen waar nodig De chirurg sluit een wonde in verschillende lagen, waarbij hij de buitenste huidlaag zo fijn mogelijk probeert te sluiten. Het is belangrijk om dat te doen met zo weinig mogelijk tractie op de huid. Om die reden genezen littekens op de borst en het gezicht mooier dan littekens op rug of schouder. Op de huid van rug en schouders staat immers veel meer spanning. Indien nodig voorziet de chirurg in postoperatieve ondersteuning voor het litteken. Een buikband bijvoorbeeld zorgt voor wat druk, zodat er niet aan het litteken wordt getrokken. Ook een postoperatieve bh bij borstingrepen zorgt ervoor dat de zwaartekracht minder invloed heeft en littekens kunnen helen met zo weinig mogelijk tractie. 3. goed hydrateren Na twee à drie weken kunt u het litteken geregeld insmeren met een hydraterende crème. Dat maakt het litteken soepeler waardoor het op middellange termijn minder opvallend zal zijn. Masseer de crème onder lichte druk in de huid. Een goede hydraterende crème volstaat. Er bestaan ook speciale, soms dure, littekenzalven. Die kunnen een meerwaarde hebben, maar de ervaring leert dat elke patiënt er anders op reageert. Het resultaat is dus moeilijk te voorspellen.
016
infO
Dienst abdominale, kinder- en reconstructieve
u zEgt?
Beroerte of
huiS 4. uitkijken voor verdikking of hypertrofie Vooral op plaatsen met tractie kan verdikking van het litteken of littekenhypertrofie optreden, vanaf vijf à zes weken na de operatie. De verdikking kan zes tot negen maanden verdergaan. Dat kan worden tegengegaan door middel van siliconenpatches die op de huid worden gekleefd. Siliconenpatches zijn te koop bij de apotheek, maar om ze oordeelkundig te gebruiken, overlegt u het best met een arts. 5. Beschermen tegen de zon Een litteken is actief tot anderhalf jaar na de ingreep. Het ziet er in die periode uit als een rood lijntje. Na een jaar tot anderhalf jaar wordt het lijntje wit en is het litteken niet langer actief. Zo lang moet u het litteken beschermen met een zonnecrème met hoge factor. In de actieve fase kan er zich immers
Bescherm een litteken minstens een jaar tegen de zon. pigment vastzetten in het litteken. Het litteken bruint dan mee, maar verbleekt nadien niet meer mee met de rest van huid. Het pigment is blijvend. 6. roken is nefast Door te roken worden de kleine bloedvaatjes in de huid dichtgeknepen. Daardoor verloopt de wondheling trager en is er meer kans op infectie. Niet roken is dus ook hier de boodschap. heelkunde T 03 821 33 31
CVa
wat at gebeurt er precies bij een beroerte? De medische term voor beroerte is cerebrovasculair accident (CVa), letterlijk ongeval in de bloedvaten van de hersenen. Het meest voorkomende type is het herseninfarct. Door een klontertje in een bloedvat van de hersenen ontstaat er zuurstofgebrek in een deel van de hersenen, met hersenbeschadiging tot gevolg. een ander type CVa is de hersenbloeding. welke gevolgen heeft een beroerte? Mogelijke gevolgen zijn verlamming aan één kant van het lichaam, niet meer kunnen spreken of geen taal meer begrijpen, blindheid, maar ook minder zichtbare gevolgen als gedragsstoornissen en depressie. Door revalidatie en spontaan herstel herwinnen de meeste patiënten minstens een stuk van hun mogelijkheden. nadien krijgen ze medicatie om de kans op een nieuwe beroerte te verminderen. niet iedereen overleeft echter een beroerte: bij 20 % is de afloop dodelijk. Het is de derde belangrijkste doodsoorzaak in de westerse wereld. waarom is het zo belangrijk om bij een beroerte snel naar de spoedafdeling te gaan? sinds enkele jaren bestaat er medicatie om het klontertje op te lossen, maar dat kan alleen binnen de eerste drie uur na de beroerte. Hoe sneller een patiënt wordt behandeld, hoe meer de schade kan worden beperkt. na die drie uur is de nieuwe behandeling niet meer mogelijk. Daarom is het cruciaal om alert te reageren op signalen zoals plotse verlamming. kun je een Cva zien aankomen? nee. wel krijgt een minderheid vooraf een transiënt ischemisch attack (tia). De symptomen zijn dezelfde, alleen verdwijnen ze spontaan na maximaal twee uur. ook dat is een spoedgeval, aangezien de patiënt na een tia een reëel risico loopt op een beroerte. onderzoek kan soms een oorzaak aan het licht brengen die kan worden behandeld. wie loopt het meeste risico? De grootste risicofactor is ouderdom. Mannen lopen iets meer gevaar dan vrouwen. Van de beïnvloedbare risicofactoren is een te hoge bloeddruk de belangrijkste, gevolgd door onder meer diabetes, roken, overmatig alcoholgebruik, gebrek aan beweging, overgewicht en een te hoog cholesterolgehalte.
infO
maguza 017 Dienst neurologie, T 03 821 34 23, www.herkeneenberoerte.be
uza 2020
patiëntenkamer anno
op hotel
Patiëntenkamers evolueren mee met hun tijd. Een een persoonskamer met ijskast
het zieken
en draadloos internet is bijna vanzelfsprekend geworden. Worden ziekenhuizen stilaan luxehotels? Een blik op de patiëntenkamer van 2020.
a
lmaar meer patiënten houden bij de keuze voor een ziekenhuis rekening met de inrichting van de kamers. is luxe dan zo belangrijk? Paul Van Aken, directeur patiëntenzorg: ‘Comfort en uitzicht van de kamer spelen inderdaad een belangrijke rol voor patiënten, het meest nog in de kraamafdeling. De inrichting van een kamer heeft echter niet alleen met luxe te maken. Eind jaren zeventig al toonden studies aan dat een aangename omgeving het genezingsproces bevordert. Dat idee zit vervat in het Planetreeconcept, een internationaal erkend zorgmodel dat de patiënt nadrukkelijk centraal stelt en veel aandacht heeft voor de zorgomgeving. Belangrijk zijn comfortabele en huiselijke kamers, met daglicht en het liefst ook zicht op groen. Almaar meer ziekenhuizen
Paul Van Aken, directeur patiëntenzorg
018
in de Verenigde Staten en Nederland richten zich naar dat model. In het UZA streven we bij renovatie of nieuwbouw altijd naar een aangename inrichting. Steriel wit heeft al lang plaats gemaakt voor warme tinten en houtmotieven.’ nu al is er op elke kamer in het uza toegang tot draadloos internet. is er op het vlak van multimedia nog veel nieuws te verwachten? Van Aken: ‘Het is vooral uitkijken naar de bedside terminals: touchscreens die via een arm uit het plafond komen en de patiënt individueel toegang verlenen tot televisie, radio en internet. Via dat scherm zou hij ook maaltijden kunnen kiezen, betaaltelevisie en – films aanvragen en bestellingen doen bij de winkel. Ook Skype en een webcam behoren tot de mogelijkheden. Verder zou de patiënt via zijn bedside terminal informatie kunnen raadplegen over zijn ziekte en behandeling. Ook het patiëntenoproepsysteem, het verpleegstersbelletje zeg maar, kan erin worden geïntegreerd. Een patiënt zou dan meteen kunnen aangeven wat hij wenst.’
zijn die bedside terminals iets voor de nabije toekomst? Van Aken: ‘In de nieuwe kamers wordt de bekabeling ervoor gelegd, maar wanneer ze er komen en in welke vorm, is nog niet beslist. Wel zijn er concrete plannen om de technologie in te schakelen op de kraamafdeling, voor moeders van wie het kindje op intensieve neonatale zorg ligt. Zij zullen hun baby permanent kunnen zien op een bedside terminal.’ zullen kamers meer worden afgestemd op de zorgbehoefte van de patiënt? Van Aken: ‘Eigenlijk is er meer een omgekeerde tendens. Nu heb je bijvoorbeeld nog de medium care, met kamers die een tussenstap zijn tussen intensieve zorg en een gewone afdeling. Maar in de toekomst willen we het aantal transfers tijdens een opname juist beperken, omdat transfers tijd kosten en soms een risico inhouden voor de patiënt. Daarom gaan we meer naar universele kamers, die afhankelijk van de noden met bepaalde monitors of apparatuur worden uitgerust. Wat er wel zit aan te komen, zijn
2020:
in
huis? kamers voor extreem zwaarlijvige patiënten. In de Verenigde Staten telt elke ziekenhuisafdeling twee van die kamers, met bredere deuren, een ruimere douchedoorgang en een klassiek toilet in plaats van een hangmodel. Ook in het UZA zullen we op termijn minstens een aantal van die kamers moeten installeren. Nu al hebben we speciale bedden met een ingebouwd weegsysteem. Die kunnen tot 380 kilo aan.’ zullen er dan ook meer eenpersoonskamers komen? Van Aken: ‘Ja, want de vraag daarnaar stijgt, onder meer door het toenemende aantal hospitalisatieverzekeringen. Op onze bestaande afdelingen maken de eenpersoonskamers amper een derde van het totaal uit. Op termijn gaan we naar de helft eenpersoonskamers. De vierpersoonskamers verdwijnen.’ En de grootte van de kamers? Van Aken: ‘Veel groter zullen de kamers niet worden. In het bestaande UZAgebouw kan dat niet om praktische redenen, in de geplande nieuwbouw worden ze tot 20 % groter. Maar bal-
zalen van kamers zullen wellicht nooit de norm worden. Grotere kamers betekent meer afstand afleggen voor de verpleegkundige, en daar zit niemand op te wachten. De kamer van de toekomst zal altijd een compromis moeten zijn tussen een comfortabele leefruimte voor de patiënt en een praktische werkruimte voor artsen en verpleegkundigen. Een moeilijke evenwichtsoefening.’ maguza 019
advertentie
Tot 100% meer comfort, hygi‘ ne en duurzaamheid zonder meerprijs
Matrassen, waterbedden en kussens op proef! De mooiste boxsprings, de beste matrassen, lattenbodems, waterbedden en hoofdkussensÉ Vergelijk en test in De Bedstee te Herselt merken zoals VI-Spring, Aircosleep, Tempur, Swissflex, Hilding, Velda, Revor, Recor, Stretch-Top System waterbedden, Fitform en Ergorelax. Gegarandeerd de beste prijs en 100% tevredenheid dankzij de unieke proeftijd.
Voortreffelijke medische resultaten
Uw leeftijd, lengte, gewicht, slaaphouding en eventueel medische problemen zijn mee bepalend voor een goede keuze van bed of hoofdkussen. Neem uw matras of hoofdkussen enkele dagen op proef. Zo bent u zeker van een goede keuze. Voor heel wat medische en slaapproblemen behaalt Aircosleep uitstekende resultaten: a Rug-, schouder-, gewricht-, nek-, heup- en spierpijn a Decubitus, overvloedig transpireren, allergie a Hoger slaaprendement (topsport, CVS) Door de proefformule ben je gegarandeerd tevreden!
STERKE PRIJSDALINGEN op zero-gravity en massagerelaxzetels! Hoe erger de rugpijn, hoe groter het voordeel
Relaxzetel met a Verstelbare beensteun en rugleuning a Comfortabele armleuningen a Extra rug- en hoofdsteun a Opstalift om gemakkelijk in- en uit te stappen
a Slechts Û 950 (21% btw in.)
Verschillende modellen en mechanieken aan vergelijkbare prijzen!
10% korting
op uw volledige aankoop slaapcomfort Bij afgifte van deze bon
Niet cumuleerbaar met andere acties of kortingen
Geldig tot 30 april 2010 bij: De Bedstee - Ergorelax Dorp 78 - 2230 Herselt www.ergorelax.eu info@ergorelax.eu Tel. 014/ 54 55 11 Openingsuren: Ma-Di-Do-Vr :10-12.30u en 13.30-18.30u Za: 10-12.30 en 13.30-17u (Wo + Zo gesl.) 020
Dossier orgaantransplantatie rubriek
Nieuw orgaan, nieuw leven Elk jaar krijgen een zestigtal patiënten in het UZA een nieuwe kans dankzij een nieuw orgaan. Op
elk moment staan echter ook vijftig tot zeventig patiënten op de wachtlijst voor een nieuw hart, nieuwe longen, een nieuwe nier, lever of
pancreas. Steeds minder nabestaanden verzetten zich tegen orgaandonatie, maar het wachten op een donororgaan duurt nog altijd even lang…
maguza 021 0021
DOSSiEr OrgaantranSpLantatiE
« Prof. dr. Dirk Ysebaert: ‘De donoren zijn nu gemiddeld ouder. Daardoor zijn de organen vaker van minder goede kwaliteit.’
E
en orgaantransplantatie is altijd een laatste redmiddel, voor als alle andere behandelingen hebben gefaald. Dan nog komt niet elke patient in aanmerking. ‘Organen zijn schaars, dus moeten we keuzes maken,’ zegt prof. dr. Dirk Ysebaert. ‘In het systeem van Eurotransplant krijgen de mensen die de meeste kans lopen om op korte termijn te sterven, het snelst een orgaan. Patiënten die té ziek zijn, komen echter ook niet in aanmerking. Hun lichaam moet de zware operatie immers nog aankunnen. Ook wie een infectie of actieve kanker heeft, komt niet in aanmerking. De ontvanger moet voorts bereid zijn om risicofactoren, zoals roken of alcohol, uit te schakelen. Tot slot moeten we ook adequaat kunnen communiceren met de patiënt, anders gaat de behandeling hoe dan ook de mist in.’ Meer donoren, even veel organen Al jaren worden grote inspanningen gedaan om de bevolking te sensibiliseren voor orgaandonatie, zodat nog meer patiënten een kans kunnen krijgen op een nieuw leven. Dat lukt gedeeltelijk: het aantal donoren neemt toe, onder meer doordat de nabestaanden zich minder vaak verzetten. Maar toch zorgt dat niet voor meer organen. ‘De donoren zijn nu gemiddeld ouder,’ zegt Ysebaert. ‘Traditioneel waren het jonge mensen die overle022
DOnOr wOrDEn? praat ErOVEr!
den waren in een verkeersongeval. Doordat het aantal ongevallen daalt, zijn het nu veel vaker oudere mensen die een hersenbloeding of een herseninfarct hebben gehad.’ En hoe ouder de donor, hoe meer kans dat zijn organen niet geschikt zijn voor transplantatie. Inspanningen om zo weinig mogelijk organen verloren te laten gaan, blijven dus broodnodig. ‘De sensibilisering van het brede publiek gaat verder. Ook kan de detectie van donoren in de kleinere ziekenhuizen nog altijd beter, al is daar zeker al veel vooruitgang geboekt. De overheid gaat ook een systeem opzetten waarbij elk ziekenhuis op intensieve zorg een deskundige heeft die goed op de hoogte is van alle aspecten van orgaandonatie.’ non-heartbeating donoren De laatste jaren worden ook organen gebruikt van zogenaamde non-heartbeating donoren. ‘Vroeger werd alleen een hersendood verklaarde patiënt als donor beschouwd. De laatste jaren komen ook mensen die uitzichtloos maar nog niet hersendood zijn, in aanmerking. Bijvoorbeeld iemand met een hersentrauma waarbij een deel van de hersenen weg is, of iemand die in een diepe coma is doordat de hersenen te lang zonder zuurstof zijn geweest. Het is alleen een kwestie van tijd voor zo’n patiënt overlijdt aan een complicatie. Anders dan vroeger gaan
artsen niet hardnekkig blijven behandelen, omdat dat toch geen zin heeft. Families willen dat ook niet meer.’ In tegenstelling tot bij hersendode donoren, wordt bij een non-heartbeating donor de bloedcirculatie op een bepaald moment stilgelegd. ‘De
sterven op de wachtlijst, dat zou niet mogen gebeuren. machines worden uitgeschakeld en de persoon krijgt een hartstilstand. De artsen wachten nog een vijftal minuten, en gaan dan over tot de operatie om de organen weg te halen.’ Doordat de circulatie heeft stilgelegen, is de kwaliteit van de organen opnieuw wel lager. Via nieuwe technieken wordt geprobeerd om die gemiddeld lagere kwaliteit op te vangen. ‘Voor nieren passen we al enige tijd machineperfusie toe. De nieren worden niet meer gewoon in een zak met bewaarvloeistof gestoken, maar aangesloten op een perfusiemachine die het orgaan via de bloedvaten voortdurend spoelt. Daardoor kunnen we organen met een aanvankelijk minder goede kwaliteit toch nog goed bruikbaar maken.’ Alle inspanningen ten spijt, moeten patiënten nog altijd lang wachten op
Volgens de belgische wet is elke belg bij zijn overlijden een orgaandonor, maar u kunt uw wens ook vooraf kenbaar maken in het gemeentehuis: › Door een weigering tot orgaandonatie te laten invullen. Dan kunnen uw organen nooit worden gebruikt. › Door expliciet in te stemmen met orgaandonatie. in dat geval kan uw familie zich niet verzetten bij uw overlijden. als iemand vooraf niks op papier laat zetten, wordt hij beschouwd als orgaandonor maar kan de familie zich daartegen verzetten. Door een mentaliteitsverandering gebeurt dat steeds minder, zegt transplantatiecoördinator walter Van Donink. ‘Vroeger weigerde de familie in 20 tot 25 % van de gevallen. Vandaag is dat maar zo’n 12 % meer.’ De belangrijkste factor blijkt openheid. Dirk Ysebaert: ‘als er in een familie over gepraat is, dan zijn er meestal geen weigeringen. als er nooit over gepraat is soms wel. Maar we merken dat het in meer en meer families al een onderwerp van gesprek is geweest.’ walter Van Donink beaamt: ‘op het moment zelf is het te laat om mensen nog over de streep te trekken. Je moet ze voordien bereiken. Vandaar dat wij allemaal zo goed als wekelijks op de baan zijn om mensen te sensibiliseren.’ meer info: www.beldonor.be, t 02 524 97 97
maguza 023
DOSSiEr OrgaantranSpLantatiE
EurOtranSpLant aLS SpiL belgië is lid van de organisatie eurotransplant, net als nederland, Luxemburg, oostenrijk, Duitsland, slovenië en kroatië. elk orgaan dat beschikbaar wordt in die landen, wordt bij eurotransplant aangemeld. Via een complex puntensysteem wordt vervolgens bepaald wie het orgaan krijgt. ‘belgië heeft samen met oostenrijk en spanje het hoogste aantal orgaandonaties ter wereld,’ zegt walter Van Donink, transplantatiecoördinator in het uZa. ‘toch hebben we die grote pool van eurotransplant nodig. Voor onze hoogdringende patiënten, maar ook om een zo goed mogelijke match tussen donor en ontvanger te kunnen hebben.’ als er in het uZa een orgaandonor overlijdt, is het de transplantatiecoördinator die dat meldt bij eurotransplant. Hij krijgt ook het telefoontje van eurotransplant als er een orgaan beschikbaar is. en dan moet het vlug gaan. ‘nieren willen we binnen de 24 uur getransplanteerd hebben. Voor een lever hebben we 12 uur, voor een long 6 uur en voor een hart amper 4 uur.’ eurotransplant huldigt de anonimiteit: donor en ontvanger krijgen geen informatie over elkaar. www.eurotransplant.nl
een orgaan, en vaak eerst nog zieker worden. In het UZA wachten gemiddeld 35 à 40 patiënten op een nier en staan tien hartpatiënten, tien leverpatiënten en enkele long- en pancreaspatiënten op de wachtlijst. Dirk Ysebaert: ‘Met een overbrugbare periode van pakweg een jaar valt nog te leven. Een transplantatie vraagt immers ook voorbereiding. Maar mensen die sterven op de wachtlijst, dat zou niet mogen gebeuren.’ Orgaantoeristen uit nederland? Recent was er heel wat te doen rond vermeend orgaantoerisme van Nederlanders naar België. In Nederland zijn de wachttijden nog veel langer, vijf tot zeven jaar voor een nier bijvoorbeeld. ‘Er zijn inderdaad Nederlanders die bij ons op de wachtlijst terechtkomen en een nieuw orgaan krijgen,’ zegt Dirk Ysebaert. ‘Maar dat is geen orgaantoerisme. Het UZA is het derdelijnsziekenhuis voor de Nederlandse grensstreek. Het is dan ook normaal dat hier Neder-
infO
landse patiënten in behandeling zijn. Soms vereist die behandeling na verloop van tijd ook een transplantatie. Even goed komen hier echter Nederlandse orgaandonoren binnen, na een ongeval bijvoorbeeld. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Wij houden de gegevens over ontvangers en donoren ook goed bij.’ De cijfers tonen dat maar een kleine minderheid van de getransplanteerden Nederlands is, en bovendien komen ze zo goed als allemaal uit de grensstreek. Voor altijd patiënt Een transplantatie is een nieuwe kans, maar een getransplanteerde blijft de rest van zijn leven patiënt. De vooruitzichten na transplantatie worden wel steeds beter. ‘Een groot probleem is echter de therapietrouw. Een kwart van de patiënten begint zijn medicatie tegen afstoting na verloop van tijd te verwaarlozen. Het is dan ook een enorme hoeveelheid pillen, met veel bijwerkingen.
Walter Van Donink
Via combinatietherapie proberen we de bijwerkingen te verminderen en steeds vaker moet medicatie maar één keer per dag worden genomen, in plaats van drie of vier keer.’ Patiënten komen ook in een heel strikt follow-up programma terecht.
Het is normaal dat hier nederlandse patiënten in behandeling zijn. ‘Zo worden ook de neveneffecten vroeg opgemerkt. Huidtumoren bijvoorbeeld, waarop zij meer kans hebben doordat hun immuunsysteem door de medicatie wordt onderdrukt. Een getransplanteerde blijft inderdaad nog altijd een patiënt en elk donororgaan faalt na verloop van tijd. Maar met een strikte follow-up kunnen we ook dat opvangen.’
Dienst hepatobiliaire, transplantatie en endocriene heelkunde, T 03 821 41 27 Vereniging Hart-, Lever- en Longgetransplanteerden, www.vhla.be, T 03 457 94 37 NAVADO, vereniging voor nabestaanden van donoren, www.navado.be, T 078 15 00 74, contact@navado.be
024
Belgische Vereniging voor Transplantatie, www.transplant.be
Zou u een nier afstaan aan een ziek familielid? Christel Taeymans (51) deed het in 2005 voor haar zus Margot. ‘Ik wou voorkomen dat ze twee, drie mooie jaren met haar man
zuS aLS LEVEnDE DOnOr
moest missen.’
V
ijftien procent van de donornieren vandaag in het UZA zijn afkomstig van levende donoren. Een nieuwe trend, zegt prof. dr. Dirk Ysebaert. ‘In Nederland gebeurt dat al veel vaker, door de grotere orgaanschaarste. Bij ons is de drempel hoger, om ons aan te bieden als donor én om het te vragen.’ Tussen ouders en kinderen is de bereidheid meestal groot, net als tussen partners. ‘Maar lang niet iedereen ziet het zitten om voor een broer of zus of nog iemand anders het risico te nemen.’ Ook niet-bloedverwanten Bij Christel Taeymans (links op de foto) had het idee een paar jaar tijd om te rijpen. ‘Mijn zus had al langer nierproblemen. Met een heel streng dieet heeft ze dialyse nog twee jaar kunnen afhouden, maar uiteindelijk moest het toch. Tegen dan had ik voor mezelf al uitgemaakt dat ik een nier aan haar wou afstaan, als dat mogelijk was. We zijn als zussen heel close, en we zijn ook getrouwd met twee broers. Ik wou niet dat zij en mijn schoonbroer twee, drie mooie jaren verloren met wachten op een nier.’
De resultaten met levende donoren zijn beter dan met nieren van overledenen. Bovendien wordt genetische overeenkomst steeds minder belangrijk, zodat ook donaties tussen niet-bloedverwanten, partners bijvoorbeeld, mogelijk worden. Dirk Ysebaert: ‘De medicatie kan de afstoting steeds beter onderdrukken. De bloedgroep moet wel compatibel zijn.’ Ook levende donoren worden altijd aangemeld bij Eurotransplant. Om orgaanhandel te voorkomen, moet immers van elk orgaan duidelijk zijn van wie het afkomstig is. Eens Christel aan haar zus had voorgesteld om een nier af te staan, ging de bal aan het rollen. ‘Eerst werd onderzocht of Margot in aanmerking kwam voor een transplantatie. Daarna werd gekeken of er een match was. Daarvan kregen we bevestiging toen we allemaal samen in Parijs op weekend waren. Maar toen moesten ze nog bekijken of het wel medisch mogelijk was, via onderzoeken van mijn hart, longen, nieren… Dat was een zenuwslopende periode: je weet dat er een match is, maar je weet niet of de operatie kan doorgaan. Na in totaal
zes maanden kwam dan het verlossende telefoontje.’ Sleutelgatchirurgie Het UZA is het enige ziekenhuis in Vlaanderen dat de nier verwijdert via sleutelgatchirurgie. Dirk Ysebaert: ‘Met de sleutelgatchirurgie beperken we de pijn. De donor kan sneller naar huis en is ook veel minder lang werkonbekwaam.’ Al bij al vond Christel het toch een zware operatie. ‘Wellicht doordat ik als een gezonde mens ben binnengekomen. De dag na de operatie heeft prof. Ysebaert mij in een rolstoel gezet en tot bij mijn zus gebracht. Voor een paar minuten, want ik verging van de pijn. Toch zou ik het direct opnieuw doen.’ Leven met één nier is perfect mogelijk. Donoren hebben zelfs een hogere levensverwachting dan de gemiddelde mens, onder meer doordat ze bewuster gezond leven. Christel en Margot hebben allebei hun gewone leven weer opgenomen. ‘Veel praten we er eigenlijk niet meer over. Maar op 17 november gaan we elk jaar uit eten met zijn vieren. En dan trakteert Margot.’ maguza 025
DOSSiEr OrgaantranSpLantatiE
tijD winnEn MEt
MEDiSChE De wachttijden voor donororganen blijven een pijnpunt. Want meestal hebben patiënten het orgaan juist dringend nodig. Artsen zetten dan ook alle middelen in om de wachttijd zo goed mogelijk te overbruggen, zoals een kunsthart, zuurstoftherapie of dialyse.
i
«
n 2005 werd in het UZA voor het eerst een excor ingeplant: een kunsthart dat de pompfunctie van het hart overneemt. Een patiënt kan er maanden of zelfs jaren op overleven. ‘De wachttijd voor een donorhart bedraagt meestal zes maanden tot een jaar,’ zegt prof. dr. Inez Rodrigus. ‘Een kunsthart is soms broodnodig om die periode te overbruggen. Sommige patiënten zijn ook te ziek voor een transplantatie en kunnen dankzij de excor voldoende recupereren om de operatie aan te kunnen.’ psychologisch zwaar De excor wordt gebruikt in heel uiteenlopende gevallen. ‘Sommige patienten op de wachtlijst gaan steeds verder achteruit. Ze moeten voortdurend binnenkomen voor allerlei ondersteunende therapieën. Doordat hun hart slecht pompt, krijgen ze uiteindelijk problemen met de nieren, de lever… en dan moeten we ingrijpen. Maar er zijn ook patiënten die na een infarct urgent aan de hart-longmachine moeten. Soms recupereert een hart dan, maar soms ook niet.
Een excor neemt de pompfunctie van het hart over. Sommige patiënten kunnen met hun kunsthart naar huis.
026
infO
Dienst gastro-enterologie hepatologie, T 03 821 33 23 | Dienst hepatobiliaire, transplantatie en
tOptEChnOLOgiE t pt tOpt Als ze neurologisch in orde zijn, dan komen ze op de transplantatielijst en krijgen ze in afwachting een excor.’ Het klinkt misschien eenvoudig, maar voor een patiënt is zo’n excor erg confronterend en psychologisch zwaar. ‘Zeker als een patiënt na een spoedoperatie onvoorbereid ontwaakt met zo’n externe pomp op zijn buik.’ 32 excors, 20 transplantaties In het UZA brengen de patiënten gemiddeld 136 dagen aan de excor door. Het record is precies een jaar. Er is een excor met een vaste aandrijfconsole, maar er bestaat ook een mobiel model waarmee de patiënt naar huis kan, als hij daar voldoende ondersteuning heeft. ‘We hebben in totaal al 32 excors geïmplanteerd. Daarvan zijn er twintig mensen getransplanteerd. Die zijn allemaal nog in leven. Negen mensen zijn ondanks de excor overleden.’ Met een excor zou je ook hartpatiënten die niet in aanmerking komen voor transplantatie nog een tijd in leven kunnen houden. ‘Die zogenaamde destination therapy wordt echter nog niet terugbetaald. Dat is alleen het geval als het in afwachting van een transplantatie gebeurt. Er worden door het RIZIV per jaar maar dertig dergelijke behandelingen terugbetaald, voor heel België. In het UZA hebben we er dit jaar al vijf gehad.’ zuurstoftherapie en beademing Longziekten als emfyseem (COPD), longfibrose, mucoviscidose en pulmonale hypertensie kunnen na verloop van tijd uitmonden in een longtransplantatie. Van alle transplantaties heeft longtransplantatie echter de laagste
overleving. Na vijf jaar is nog zo’n 65 % van de getransplanteerden in leven. Prof. dr. Paul Van Schil: ‘In tegenstelling tot andere organen komen longen niet in een steriele omgeving terecht. We ademen immers voortdurend van alles in: virussen, bacteriën, toxische stoffen… waardoor afstoting en infectie al snel op de loer liggen.’ Weinigen komen ook in aanmerking voor longtransplantatie. ‘De levensverwachting moet lager zijn dan twee jaar, maar langs de andere kant mag de patiënt ook niet té ziek zijn.’ fit voor de operatie Zo goed als iedereen die op de wachtlijst staat voor een long, krijgt zuurstoftherapie. Door hun longziekte nemen de patiënten immers te weinig zuurstof op. Dr. Bjorn Dieriks: ‘Mensen met COPD hebben vernauwingen in de longen, mensen met fibrose hebben verlittekening zodat de zuurstof
minder goed wordt opgenomen. In de lucht zit normaal gezien 21 % zuurstof. Door via een neusbrilletje of een masker het gehalte zuurstof in de ingeademde lucht te verhogen, kun je ervoor zorgen dat er meer zuurstof wordt opgenomen.’ Nog een stap verder is niet-invasieve beademing, veelal via een masker. Dan wordt lucht onder druk in de luchtwegen geblazen. Meestal gebeurt dat enkel ’s nachts. ‘Beademing is niet eenvoudig. De patiënt moet de machine in zijn plaats laten ademen. Je moet je kunnen overgeven en voor een deel van de patiënten is dat heel moeilijk.’ Voor zuurstoftherapie bestaan er bovendien draagbare systemen, zodat patiënten mobiel kunnen blijven en kunnen revalideren. Zo kan de patiënt in betere conditie geraken voor de transplantatie. ‘Ook mentaal maakt het een verschil: je bent minder versuft als je lichaam meer zuurstof krijgt.’
na niEr- nu OOK LEVErDiaLySE Patiënten wiens nierfunctie afneemt of uitvalt, gaan al decennia aan de kunstnier of nierdialyse. sinds kort past het uZa ook leverdialyse toe. als een lever het acuut laat afweten, kan op die manier tijd worden gewonnen tot er een donorlever beschikbaar is. Leverdialyse neemt niet alle leverfuncties over. wel worden afvalstoffen uit het bloed verwijderd die de zieke lever niet meer zelf kan opruimen. in het uZa gebeurde het in 2008 bij tien patiënten, in het kader van een studie waarbij in totaal 26 patiënten betrokken waren. tien daarvan werden met succes getransplanteerd, zes konden van de acute wachtlijst worden gehaald, tien anderen zijn ondanks de leverdialyse toch overleden.
endocriene heelkunde, T 03 821 41 27 | Dienst thorax- en vaatheelkunde: T 03 821 37 85 | Dienst cardiochirurgie: T 03 821 30 71
maguza 027
DOSSiEr OrgaantranSpLantatiE
iK DaCht Dat hEt gEDaan waS Antwerpenaar John Snepvangers (68) kreeg op 17 juni 2008 een nieuw hart. Hij is net terug uit vakantie, voor het eerst sinds zijn transplantatie. Nog elke dag denkt hij aan de donor wiens hart hem in leven houdt.
i
k sukkelde al sinds 1993 met mijn hart,’ vertelt John. ‘Stents, dotteren, nog een stent. Tot ik in februari 2007 een heel zwaar hartinfarct kreeg. Gelukkig kon ik de dokter van de MUG overtuigen om mij naar het UZA te brengen. Dat heeft mijn leven gered.’ Het infarct had zware schade aangericht, waardoor Johns hart amper nog pompte. ‘Ik ging ziekenhuis in, ziekenhuis uit, maandenlang. Eén arts liet terloops het woord transplantatie vallen. Dat was schrikken.’ In het najaar van 2007 verslechterde Johns toestand. ‘Ik kon niks meer. Letterlijk niks. Alleen op handen en voeten raakte ik nog vooruit. Ik dacht dat het met mij gedaan was.’ naar huis met een kunsthart John kwam op intensieve zorg terecht én op de wachtlijst voor een donorhart. In afwachting kreeg hij een excor, een kunsthart. ‘Als een arts je komt vragen of je denkt dat je dat aankan, schrik je je te pletter. Ik was doodsbang. Het is ook niet evident: vier darmen die uit je borstkas komen en een pompje waarin je bloed circuleert… Anderzijds voelde ik het bloed voor het eerst 028
sinds lang weer stromen tot in mijn tenen.’ De week voor kerst kreeg John een mobiele excor, die hij kon meenemen naar huis. ‘Ik wou de feestdagen thuis doorbrengen met mijn familie. Ik had het menu al maanden voorbereid, terwijl ik in het ziekenhuis naar het plafond lag te kijken.’ Het is het UZA Negen maanden leefde John met de excor, in afwachting van een donorhart. ‘Ik kon weer op stap, maar tegelijk was het een heel zware periode. De onzekerheid is niet te beschrijven. Elke keer als de telefoon gaat, denk je het is het UZA. We sliepen niet. Mijn vrouw lag voortdurend te luisteren of de pomp nog goed werkte. Je kunt niks plannen en je kunt niet weg, want je moet in de buurt van het ziekenhuis blijven.’ Op 16 juni 2008 om 19 uur kwam dan het verlossende telefoontje. ‘De wereld stond stil. Ik kon geen stap meer verzetten. En tegelijk denk je: eindelijk.’ Diezelfde avond werd bij John een nieuw hart ingeplant. ‘Drie dagen later werd ik wakker in een nieuw leven.’
Na 3,5 weken ziekenhuis mocht John naar huis. ‘Ik voelde me beter, maar ik was heel zwak, door al die jaren niks doen. Ik ben meteen met de revalidatie begonnen: op de fiets, op de loopband. Zo bouw je dat langzaam weer op. Nu fiets ik soms al 35 km op een dag. Een nieuw hart moet je in gang houden.’ Bijwerkingen zijn er echter ook. ‘Ik moet heel veel medicatie nemen, en daardoor ben ik vaak misselijk.’ Ook de controles in het ziekenhuis zijn vaste prik. Dankbrief Aan zijn donor denkt John elke dag. ‘Ik weet niks, en da’s maar goed ook, want ik zou op zoek gaan. Met Nieuwjaar heb ik via het UZA wel een dankbrief laten bezorgen aan de familie van de donor.’ John staat nu helemaal anders in het leven. ‘Ik heb veel te hard gewerkt. Nu geniet ik meer dan ooit van mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen en van de kleine dingen zoals fietsen, wandelen, een terrasje. Allemaal dingen die ik voor de transplantatie niet meer kon. Ik ben ook het hele UZA-team enorm dankbaar.’
advertentie
Luchtig slapen, zonder zweten comfortabeL aeroSl eep vermindert het zweten tijdens de slaap. Doorheen de open 3D-structuur kan de lucht vrij circuleren. De overtollige lichaamswarmte wordt afgevoerd, de frisse lucht vanuit de omgeving aangevoerd. Transpiratie kan moeiteloos verdampen. U geniet voortaan van lentefris beddengoed. @
comfortabeL Vermindert het zweten
gezond aeroSl eep beschermt u op natuurlijke wijze tegen bacteriën, schimmels en allergenen uit de matras. Zo slaapt u steeds op een zuivere en gezonde matras. Dat AeroSl eep de aanvoer van frisse lucht garandeert, is extra goed nieuws voor astmapatiënten. @
@
PraktiSch
gezond Beschermt tegen bacteriën, allergieën en huidirritaties
AeroSl eep is wasbaar op 40°c. Zo geniet u telkens weer van een veilige en gezonde slaap. AeroSl eep is bruikbaar op elke matras en wordt eenvoudig bevestigd. @
@
aeroSleep bestaat in diverse toepassingen: matrasopleg, matrasbeschermer en kussensloop. meer info over onze technoLogie, Producten en verkooPPunten vindt u oP onze webSite www.aeroSLeeP.com of via info@aeroSLeeP.com
PraktiSch Gemakkelijk wasbaar en meeneembaar
gEzOnD
Chronische stress is spanning die te lang aanhoudt, uitput en zelfs ziek maakt. Het illustreert als geen ander de
LEVEn MEt StrESS
OnDEr
wisselwerking tussen lichaam en geest. Ons lichaam toont wat er omgaat in onze psyche. Stress in vier stellingen. 1. Stress maakt ziek Ons lichaam raakt gestresseerd wanneer ons welzijn wordt bedreigd. Die dreiging kan zowel lichamelijk zijn (pijn, infecties, geluidsoverlast…), als geestelijk (hoge werkdruk, een ongelukkige relatie, financiële zorgen…). Om emoties zoals angst, onzekerheid en kwaadheid snel een plaats te kunnen geven, produceert ons lichaam bepaalde neurotransmitters en hormonen. Adrenaline, noradrenaline, dopamine en cortisol zetten het lichaam op
scherp. Het hart gaat sneller slaan, de ademhaling wordt oppervlakkiger en de spieren spannen zich aan. Korte periodes van lichte stress geven een kick, maar een stressreactie die continu geactiveerd blijft, vreet bakken energie. Energie die eigenlijk nodig is voor opbouwende processen in het lichaam. Het resultaat? Het immuunstelsel verzwakt en de weerstand tegen ziekte vermindert. Stress kan een nieuwe ziekte uitlokken of een bestaande kwaal erger maken.
hOE Kunt u StrESS VErMinDErEn? 1. toewijding, controle en optimisme wie positief in het leven staat, zich betrokken voelt en problemen dag na dag aanpakt, staat psychologisch veel sterker dan een pessimist die afstand neemt en verzinkt in passiviteit. om gelukkig te kunnen zijn, hebben mensen een dosis controle nodig over hun leven. Het gevoel dat anderen uw leven bepalen, is stresserend en maakt depressief. 2. Loslaten! u hebt uw leven maar voor een deel in handen. ga na wat u wel kunt veranderen en laat los waar u geen vat op hebt. 3. Pieker minder bent u een geboren piekeraar, probeer daar dan iets aan te doen. bespreek met uw arts ook andere factoren die uw gezondheid ondermijnen, zoals roken, overgewicht of
infO
een te hoog cholesterolgehalte. 4. ga in therapie Psychotherapie leert u anders omgaan met stress en moeilijke situaties. u leert inzien waar uw angsten vandaan komen, wat u kunt doen om ze minder intens te maken en of ze misschien gelinkt zijn aan depressie, een bipolaire stoornis of medicijngebruik. 5. Leef gezond eet gevarieerd en gezond, doe yoga, ga zwemmen of joggen. Doe leuke dingen en laat ze niet aan het toeval over. 6. maak vrienden Mensen met een uitgebreid sociaal netwerk en veel steun van familie, vrienden en kennissen, blijven langer gelukkig en gezond, zelfs als ze in hun leven worden blootgesteld aan intensieve stress.
2. Stress houdt wakker Als stress lang aanhoudt, worden we niet alleen vatbaarder voor ziektes, ook de kwaliteit van ons dagelijks leven neemt af. Eetlust en concentratie verminderen, we maken sneller fouten en door de verhoogde cortisol-bloedspiegel is de kans groot dat we ‘s nachts wakker worden. Het is nochtans in onze slaap dat we de informatie van overdag in ons geheugen opslaan en dat ons afweersysteem afrekent met virussen en bacteriën. Volgens prof. dr. Johan Verbraecken, medisch coördinator van het slaapcentrum in het UZA, neemt iedereen die een paar weken na elkaar slecht slaapt het best contact op met zijn huisarts, of als het probleem aanhoudt met het slaapcentrum van het UZA. 3. Stress is een kwestie van persoonlijkheid Zogenaamde type D-persoonlijkheden zijn mensen die zich snel druk maken over dingen, maar die gevoelens niet uiten uit angst voor de reacties van anderen. Zij maken na een eerste hartinfarct minstens vier keer zo veel kans op een tweede hartaanval als zorgeloze, open types. Tot die conclusie kwam medisch psycholoog prof. dr. Johan Denollet, van de dienst cardiologie in het UZA. Die mensen bouwen door de jaren grote spanningen op en ondervinden daardoor emotionele stress die net zoveel risico inhoudt als bijvoorbeeld een te hoog cholesterolgehalte of hoge bloeddruk.
Prof. dr. Johan Verbraecken, medisch coördinator slaapcentrum, johan.verbraecken@uza.be, T 03 821 38 00 Prof. dr. wet. Johan Denollet, medische psycholoog, dienst cardiologie, johan.denollet@uza.be, T 03 821 39 73 Prof. dr. Greta Moorkens, CVS-referentiecentrum UZA, greta.moorkens@uza.be, T 03 821 45 88
030
Dienst psychiatrie (algemeen): T 03 821 39 38
Ge
zie
Verhuizen… dat nooit!
no
pV
TM
Alle verdiepingen weer bereikbaar
Vraag vrijblijvend informatie
Overal in België - 24u/24u!
0800 94 365 - GRATIS
Esthetisch en discreet! Eigen fabricaat!
Trapliften
Spanning 4. Sommige groepen lijden meer onder stress dan andere › Naarmate u ouder wordt, laat stress meer sporen na. Niet alleen is de oorzaak vaak ernstiger (de dood van een partner, financiële zorgen, ziekte), het lichaam herstelt zich ook minder snel. › Werkende moeders zijn gevoeliger voor de effecten van stress omdat hun takenpakket erg zwaar is. › Mensen die onvrijwillig alleenstaand zijn, lager opgeleiden, stadsbewoners, mensen die gediscrimineerd worden en mensen die verantwoordelijkheid dragen voor gehandicapten staan bloot aan chronische stress. › Dat geldt ook voor mensen die ongelukkig zijn op het werk omdat alle beslissingen boven hun hoofd worden genomen, hun takenpakket te zwaar is, de communicatie met hun baas niet deugt, hun situatie onzeker is…
NIEUW ook voor smalle trappen
DE ziEK-DOOr-StrESS tOp 10 worden uitgelokt of bevorderd door stress: › allergie, herpesblaasjes › CVs (chronisch vermoeidheidssyndroom) › eczema en onverklaarbare jeuk › Depressie › geen zin in seks › alopecia (plaatselijke haaruitval) › Hoge bloeddruk en problemen met hart en bloedvaten › Rugpijn › spijsverteringsproblemen › Zwaarlijvigheid
Ja, stuur mij uw GRATIS documentatie
UZA
NAAm: ADRES: TEL.: ThyssenKrupp Monolift nv - Kaleweg 20 - 9030 Gent - Fax 09 216 65 75 - info@monolift.be Regionale centra: 02 217 37 84 - 03 239 21 43 - 011 25 25 43 - 09 216 65 65 - 050 34 54 50
ThyssenKrupp
advertentie
advertentie
de
Speelvogel kinderopvang
gratis professionele kinderopvang tot 12 jaar alle werkdagen open van 8.00 tot 17.30 uur
meer info aan het onthaal AdvertentieLT_09:Opmaak 1 25/02/09 11:45 Pagina 1
advertentie
Ontslag uit het ziekenhuis? Landelijke Thuiszorg helpt gezinnen en bejaarden thuis Bel 070/22 88 78 of kijk op www.landelijkethuiszorg.be
gEzOnD
Nog nooit kreeg een griepvaccin zoveel aandacht als het aange kondigde vaccin tegen A/H1N1v, beter gekend als de Mexicaanse griep. Intussen blijft het voor risico groepen even noodzakelijk om zich te beschermen tegen de gewone griep. Enkele veel gestelde vragen op een rijtje.
griEp
Laat u VaCCinErEn! p
rof. dr. Pierre Van Damme is hoofd van het Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties (CEV) van de Universiteit Antwerpen (UA). Het CEV werd samen met een handvol andere Europese centra aangezocht om verschillende vaccins tegen de Mexicaanse griep te testen. Het centrum heeft zo’n 25 jaar ervaring met vaccinstudies en maakt deel uit van het Vaccin en Infectieziekten Instituut (Vaxinfectio) van de UA, samen met de onderzoeksgroepen van prof. dr. Herman Goossens en prof. dr. Zwi Berneman.
Er is geen enkele medische reden om je niet te laten vaccineren.
wie laat zich het best vaccineren tegen de gewone seizoensgriep? Van Damme: ‘In de eerste plaats de risicogroepen. Dat zijn om te beginnen mensen die meer risico lopen op complicaties, onder wie 65-plussers en ook jongere mensen met bepaalde chronische aandoeningen, bijvoorbeeld diabetes of een hartziekte. Een tweede groep zijn mensen die werken in de gezondheidssector. Verder wordt het vaccin aangeraden aan zwangere
vrouwen in het tweede of derde trimester van hun zwangerschap. Ten slotte is er ook een groter risico bij 50tot 64-jarigen die roken, veel alcohol gebruiken of zwaarlijvig zijn. Ook zij lopen een groter risico op verwikkelingen, eens ze de wintergriep oplopen.’ waarom is het zo belangrijk dat die mensen zich laten inenten? griep is toch een vrij onschuldige ziekte? ‘Dat is niet helemaal waar. Elk jaar sterven in België zo’n 1.000 tot 1.500 mensen rechtstreeks of onrechtstreeks aan de griep. Zonder vaccinatie zouden dat er gemakkelijk 4 tot 5.000 zijn. Vooral 65-plussers en mensen met onderliggende aandoeningen lopen een risico op complicaties. Ook voor zwangeren kan een griep heel ernstig zijn. Doordat hun immuunsysteem minder sterk is, ontwikkelen ze sneller complicaties, zoals een longontsteking. Het is evident dat hoge koorts of zware medicatie de zwangerschap niet ten goede komen. In zeldzame maguza 033
gEzOnD
gevallen kan een zwangere vrouw zelfs sterven aan de complicaties van een griep. Voor gezondheidswerkers is het vaccin dan weer aan te raden, omdat ze meer in contact komen met het griepvirus én omdat ze de ziekte kunnen overdragen op patiënten. Dat kan ernstige gevolgen hebben als de persoon in kwestie al verzwakt is.’ Op welk moment laat je je het best vaccineren? ‘Je laat het vaccin het best zetten zodra het beschikbaar is, dat wil zeggen vanaf eind september, begin oktober. Het werkt een elftal maanden, dus wachten hoeft niet. In principe heeft vaccineren zin zolang de griep nog niet in het land circuleert. Is dat wel het geval, dan ben je te laat, want het vaccin is pas na twee tot drie weken werkzaam.’
gEEf MExiCaanSE griEp gEEn KanS › was regelmatig uw handen met zeep of handalcohol. Doe dat zeker voor het eten of voor u eten bereidt. › Vermijd contact met zieke mensen, zeker als ze hoesten. › komt u in contact met iemand die de Mexicaanse griep heeft, draag dan een maskertje voor neus en mond. › Leef gezond: eet evenwichtig, neem genoeg beweging en slaap voldoende. Zo verhoogt u uw weerstand. › bescherm uw omgeving door uw neus en mond af te schermen bij niezen of hoesten, en was nadien uw handen.
Beschermt het klassieke griepvaccin tot op zekere hoogte ook tegen de Mexicaanse griep? ‘Nee, want het gaat om verschillende virussenstammen. Omgekeerd zal het vaccin tegen de Mexicaanse griep ook niet beschermen tegen de wintergriep.’ waarom duurt het zo lang voor er een vaccin tegen de Mexicaanse griep beschikbaar is? ‘Een vaccin maken en op de markt brengen duurt makkelijk tien tot vijftien jaar. Met het maken van griepvaccins is er al heel wat ervaring, waardoor dat op zo’n acht maanden kan. De eigenlijke zoektocht naar het vaccin duurt enkele maanden, het uittesten een tweetal maanden. Nadien moet het nog worden geproduceerd, wat enkele weken duurt. Voor het vaccin tegen de Mexicaanse griep is al het mogelijke gedaan om tijd te winnen, maar op het vlak van kwaliteit kun je geen toegevingen doen. Het vaccin moet aan dezelfde strenge criteria beantwoorden als elk vaccin.’
infO 034
wie zal het vaccin kunnen krijgen? ‘Het A/H1N1v-vaccin zal in eerste instantie aan bepaalde prioritaire groepen worden aangeboden, onder wie gezondheidswerkers, zwangere vrouwen en mensen met onderliggende aandoeningen. Ook jonge kinderen zouden in aanmerking kunnen komen voor het vaccin. Niet omdat de ziekte voor hen zo gevaarlijk zou zijn, maar vooral om de verspreiding tegen te gaan: kinderen geven veel gemakkelijker een griep door dan volwassenen. De kans bestaat dat we in een tweede fase iedereen zullen inenten. (Bij het ter perse gaan was hierover nog geen beslissing genomen, red.) Dat zal echter niet in één twee drie kunnen. Die meer dan 12 miljoen vaccins zullen niet in één keer worden geleverd, en ook organisatorisch komt er heel wat bij kijken.’ zijn er risico’s verbonden aan de vaccinatie tegen Mexicaanse griep? ‘Het is een vaccin op basis van een dood of geïnactiveerd virus, zoals bij het gewone wintergriepvaccin. Mogelijke nevenwerkingen zijn dus gelijkaardig: wat ongemak op de plaats van de inspuiting of symptomen zoals vermoeidheid, hoofd- of spierpijn die spontaan wegtrekken. De eerste resultaten van de vaccinstudies bevestigen dat. Er is geen enkele medische reden om het vaccin te weigeren.’ Kan een gevaccineerde persoon toch nog (Mexicaanse) griep oplopen? ‘Ja, want een griepvaccin beschermt nooit voor 100 %. Het klassieke griepvaccin is bij jonge mensen voor 70 tot 80 % doeltreffend. Bij ouderen zakt dat percentage tot zo’n 50 %. Voor het vaccin tegen de Mexicaanse griep verwachtten we minstens een gelijkaardige beschermingsgraad, maar de eerste resultaten wijzen erop dat die duidelijk hoger zal liggen.’
Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties (CEV), T 03 820 26 52, cev@ua.ac.be, www.influenza.be, T 0800 99 777
witjaS
Verplegen tussen scharen en pincetten
Katrin Van Dam, operatieverpleegku ndig
e
Elke chirurg zal het beamen: een getrainde operatieverpleegkundige is van onschatbare waarde in een operatiezaal. Katrin Van Dam is er zo een. ‘Het is een hele fijne en afwisselende job, maar je moet de stress van een operatie aankunnen.’
E
en verpleegkundige op het operatiekwartier heeft twee grote taken: het instrumenteren en het omlopen. ‘Als instrumentist sta je mee in de steriele zone rond de operatietafel en geef je de instrumenten aan de chirurg aan,’ zegt Katrin. ‘Omlopen betekent dat je er buiten de steriele zone voor zorgt dat al het nodige materiaal aanwezig is. Je helpt dan bijvoorbeeld ook de anesthesist.’
Meedenken met de chirurg Er zijn twaalf operatiezalen in het UZA, opgedeeld in vier clusters. ‘Ikzelf werk vooral mee aan schildklier-, galblaas-, pancreas-, lever- en soms nieroperaties, en ook transplantaties van nieren, lever en pancreas.’ Al die operaties moet Katrin op haar duimpje kennen. ‘Het is de bedoeling dat we de instrumenten aangeven zonder dat de chirurg iets moet zeggen. Bij ingrepen die niet standaard zijn, ligt dat natuurlijk anders. Ook gaat het soms erg snel en kun je niet altijd goed zien wat er aan de tafel gebeurt. Wij moeten dus heel goed kunnen communiceren met de chirurg en actief mee kunnen denken. Maar juist die wisselwerking maakt het plezant.’ Twee eigenschappen die een operatieverpleegkundige ook moet hebben, zijn flexibiliteit en stressbestendigheid. ‘Je hebt de procedure, maar chirurgen wijken daar vaak van af. Dat moet je aankunnen. Elke chirurg heeft zijn eigen gewoontes, maar elke patiënt is ook anders vanbinnen. Daardoor kan er onverwacht ander materiaal nodig
zijn. Als je blijft vasthouden aan hoe het volgens het boekje zou moeten gaan, dan kom je nergens.’ Snelheid van levensbelang Tijdens een operatie kan het er hectisch aan toe gaan, en ook dat moet een operatieverpleegkundige aankunnen. ‘Als een operatie niet vlot, dan wordt er al eens geroepen dat het niet rap genoeg gaat. Je moet dat kunnen relativeren. De chirurg heeft op dat moment letterlijk een mensenleven in zijn handen. Als hij dan zijn geduld verliest, moet je dat niet persoonlijk nemen. Zo vaak gebeurt dat overigens niet: de verstandhouding tussen verpleegkundigen en chirurgen is hier heel goed.’ In het UZA worden operatieverpleegkundigen intern opgeleid door ervaren collega’s. ‘Je begint met kleine operaties, om snelheid en routine te kweken. Want als een patiënt begint te bloeden, moet het snel gaan.’ Anders dan andere verpleegkundigen staat het pure verzorgende aspect niet centraal in de job van een operatieverpleegkundige. ‘Ik mis dat niet echt. We zorgen natuurlijk ook voor onze patiënten, door onze job zo goed mogelijk te doen. Maar we zien ze maar eventjes wakker, wanneer ze in het operatiekwartier aankomen. Ik vind het soms wel jammer dat ik niet weet hoe het verder is gegaan met een patiënt. Dat vraag ik dan soms wel aan de chirurg.’ maguza 035
zOrg
DiaBEtES Een gewoon leven leiden met diabetes kan perfect, maar je moet weten hoe. Hoe vermijd je een te lage suikerspiegel? Wat doen als je gaat sporten? Hoe voorkom je complicaties? Educatie vormt dan ook dé hoeksteen van de behandeling. Een gesprek met het diabeteseducatieteam van het UZA.
036
D
iabetes en lichaamsbeweging, Voeten – preventieve verzorging, Zwangerschap en diabetes, Diabetes & vakantie, Lifestyle tips voor tieners met diabetes… Aan de reeks folders en brochures op de diabetesafdeling van het UZA lijkt geen einde te komen. Diabetes is dan ook een aandoening die zijn weerslag heeft op zowat alle aspecten van het dagelijks leven. Net daarom is het zo belangrijk dat patiën patiënten na de diagnose niet met een rou routinepraatje naar huis worden gestuurd. Alles staat of valt met goede educatie. Binnen de dienst endocrinologie en diabetologie, geleid door prof. dr. Luc Van Gaal, coördineert Nancy Bolsens sinds vorig jaar de diabeteseducatie. Zij en haar collega’s Kristin De Backer, Mieke Hoes, Davina Jacobson en Jan Vanelven vormen samen het team van educatoren. Alle patiënten die minstens twee keer per dag insuline
infO
moeten spuiten, krijgen gratis individuele begeleiding. ‘Veel patiënten worden bij het begin van hun behandeling enkele dagen opgenomen’, zegt Nancy. ‘De diabeteseducator gaat dan meermaals langs om uitleg te geven. Wat is diabetes? Wat gebeurt er als je suiker te hoog of te laag staat? Hoe doe je aan zelfcontrole? Wat als je ziek bent? En wat op vakantie? De verpleegkundigen van de afdeling dragen hun steentje bij, voor zover werkbelasting en tijdsdruk dat toelaten. Er wordt een vast educatieschema afgewerkt.’ Kunt u het nog eens uitleggen? Nancy weet hoe belangrijk het is om verschillende keren bij de patiënt langs te gaan. ‘Goede patiënteneducatie vraagt tijd. De eerste keer zijn mensen overdonderd. Als je het bij die ene sessie laat, onthouden ze misschien tien
Dienst endocrinologie, diabetologie en metabole ziekten, T 03 821 32 75 | Vlaamse Diabetes
‘hEt LEVEn StOpt niEt OMDat jE DiaBEtES hEBt’
DE BaaS DanKzij EDuCatiE procent. Het komt erop aan zaken te herhalen en voort te bouwen op wat de patiënt van de vorige gesprekken heeft onthouden. Je moet ook aanvoelen hoeveel informatie iemand wil en aankan. Mensen die nog werken en volop reizen en sporten, hebben heel veel vragen. Er zijn er ook die genoeg hebben aan basisinformatie.’ Patiënten die thuis vragen hebben, kunnen daarmee dag en nacht terecht bij de diabeteseducatoren of op de verpleegafdeling. Ook als ze op consultatie komen of benodigdheden voor hun behandeling komen ophalen, zitten ze altijd even samen met de diabeteseducator. Schijn bedriegt Een heel belangrijk punt is het voorkomen van complicaties. In dat opzicht is diabetes een verraderlijke ziekte. De patiënt ondervindt vaak geen hinder
van een te hoge suikerwaarde, maar als hij zijn ziekte blijft verwaarlozen, kunnen de gevolgen op lange termijn desastreus zijn: van nier- en oogproblemen tot harten vaatziekten en slecht genezende voetwonden, die op termijn zelfs tot een amputatie kunnen leiden. Ook daarom is het zo belangrijk dat de patiënt inzicht heeft in zijn aandoening. Hij draagt zelf voor een groot stuk de verantwoordelijkheid voor zijn behandeling. patiënt uit zijn tent lokken Waar mensen het meest moeite mee hebben? ‘Met de aanpassing van hun voeding’, zegt diabeteseducator Jan Vanelven. ‘In onze maatschappij kun je geen magazine openslaan of geen televisie aanzetten zonder dat je beelden van lekker eten te zien krijgt. Bovendien confronteren die beperkingen de patiënt voortdurend met zijn problemen.’
Vereniging, T 09 220 05 20, 0800 96 333 (gratis infolijn), vdv@diabetes-vdv.be, www.diabetes-vdv.be
Martin beazley (65) heeft type 2 diabetes en is momenteel opgenomen in het uZa. een klein wondje op zijn teen werd een heel grote wonde en uiteindelijk draaide het uit op een teenamputatie. Hij had zichzelf nochtans goed verzorgd. ‘Vier jaar geleden moest een andere teen wor worden geamputeerd. Het was toen dat ik de diagnose diabetes kreeg. sindsdien zet ik heel erg de puntjes op de i. Mijn suikerwaarden zijn per perfect geregeld. net et alsof ik geen diabetes heb, zegt mijn dokter. Vooral op het vlak van eten en drinken is er veel veranderd. een enkele keer een biertje kan nog, maar meer is uit den boze. ikk ben veel bezig met mijn ziekte en wil er zoveel mogelijk over weten. w want een te hoge suikerspiegel doet geen pijn, maar intussen vreet het je ingewanden op. en n ik ben mijn leven nog lang niet beu. Misschien ben ik zelfs een beetje té voorzichtig. Mijn dokter zegt wel eens het leven stopt niet omdat je diabetes hebt. ikk krijg hier altijd veel uitleg en als ik thuis over iets twijfel, bel ik meteen. als ls ik mij echt zorgen maak, kom ik gewoon langs. Ze hebben me nog niet één keer afgewimpeld.’
Met patiënten die al langer op de dienst komen, groeit er vaak een vertrouwensrelatie. ‘Als iemands bloedwaarden op een onverklaarbare manier ontregeld zijn, is het soms echt zoeken naar de oorzaak’, vertelt Jan. ‘Soms wil de patiënt eerst niet zeggen dat hij heeft gezondigd en moet je hem een beetje uit zijn tent lokken. Gelukkig is de drempel laag en nemen mensen ons vrij gemakkelijk in vertrouwen. Hoe dan ook moet je de patiënt blijvend motiveren. Nieuwe gewoonten durven al eens verwateren.’ Jan maakte nog de tijd mee van de grote glazen insulinespuiten die voor gebruik moesten worden afgekookt. ‘In vergelijking met die tijd is de levenskwaliteit van diabetespatiënten er enorm op vooruitgegaan. Dankzij nieuwe medicatie en hulpmiddelen controleren patiënten hun ziekte en niet andersom. Educatie speelt daarbij een heel grote rol.’ maguza 037
zOrg
1979-
(r)EVOLutiE in Van kwikthermometers en vuistdikke medische dossiers naar digitale radiografie en piepende monitors: in 30 jaar tijd onderging de patiëntenzorg in het UZA een hele gedaanteverwisseling. Drie bevoorrechte getuigen zetten de meest in het oog springende veranderingen op een rijtje.
Verpleegkundige wordt specialist Leo Lenaerts, hoofdverpleegkundige cardiochirurgie: ‘De zorg is een stuk zwaarder geworden. Er zijn veel meer technieken en behandelingsmogelijkheden, en meer mensen komen in aanmerking voor een ingreep. Ook gaan patiënten sneller naar huis, waardoor de patiënt gemiddeld minder fit is. Gevolg is dat verpleegkundigen veel meer moeten meedenken. Een groot 038
verschil met mijn stagejaren, toen de hoofdzaak was dat de vouwlijn van je laken mooi in het midden lag (lacht).’ Brigitte Claes, verpleegkundig afdelingshoofd: ‘Verpleegkundigen moeten nu veel meer kennen en kunnen én zich jaarlijks bijscholen. Op intensieve zorg duurt het tot twee jaar voor je helemaal bent ingewerkt.’ Magda Geraerts, verpleegkundig afdelingshoofd: ‘Er zijn ook steeds meer gespecialiseerde verpleegkundigen, zoals de pijnverpleegkundige, de wondzorgverpleegkundige en de diabetesverpleegkundige. Daar was vroeger geen sprake van.’ De komst van de computer Claes: ‘Alles kan worden geïnformatiseerd, van de bedplanning tot het medisch en verpleegkundig dossier. Destijds moest je voor alles een papieren aanvraag indienen en moest je soms met man en macht op zoek naar een verloren geraakt dossier.’ Lenaerts: ‘Voor de uitslag van een onderzoek moest je vroeger bellen, nu belanden die gegevens automatisch in het elektronische systeem. Ook radiografieën worden anno 2009 digitaal opgeslagen en kunnen op elke afdeling worden geraadpleegd.’ Geraerts: ‘Vandaag kunnen we ons niet meer voorstellen dat we toen alle
gegevens in fichebakken en mappen bewaarden. De omstandigheden zijn natuurlijk ook erg veranderd. De hoeveelheid gegevens die we bijhouden, is enorm toegenomen.’ techniek met grote t Claes: ‘Begin jaren tachtig waren er op intensieve zorg ook al monitors, maar zo’n scherm bevatte hooguit vier curves en er waren pakweg drie alarmen. Nu zijn er twee schermen nodig om alle parameters te kunnen weergeven. Er is ook veel meer apparatuur, die bovendien verfijnder en ingewikkelder is.’ Geraerts: ‘Tot en met robots aan de operatietafel. Dat zou dertig jaar geleden niemand hebben geloofd.’ Lenaerts: ‘Op een gewone verpleegafdeling was een infuuspomp toen zowat het meest technische apparaat op de kamer. Tegenwoordig liggen op de afdeling hartchirurgie patiënten aan een kunsthart, een extern toestel dat de pompfunctie overneemt.’ Mag het wat luxueuzer zijn? Lenaerts: ‘De patiëntenkamers hebben nu meer comfort. Ik herinner me nog de tijd dat de televisietoestellen op stukken van twintig frank werkten en patiënten van de vierpersoonskamers hun telefoontoestel moesten huren. Vandaag is er op elke kamer gratis
COLuMn
Bart Paepen is verpleegkundige op de dienst intensieve zorg. Elke nieuwe werkdag brengt hij de zorg voor patiënten in de praktijk. Een kijk van binnenuit op het reilen en zeilen in het UZA.
2009:
DE zOrg draadloos internet. Er is ook veel meer vraag naar eenpersoonskamers. Mensen die een tweepersoonskamer willen voor de gezelligheid, zijn zeldzaam geworden. Patiënten willen privacy.’ Geraerts: ‘Eind jaren zeventig had je in sommige ziekenhuizen nog zalen waar tot vijftien patiënten bij elkaar lagen. Je kunt je voorstellen wat een herrie dat gaf als al die familie tegelijk op bezoek kwam.’ Sneller naar huis Claes: ‘Begin jaren tachtig werd je voor een galblaasoperatie tien dagen opgenomen, nu ben je na hooguit vier dagen terug thuis. Mensen worden zo snel mogelijk ontslagen en herstellen thuis.’ Lenaerts: ‘Die kortere verblijfsduur hebben we onder meer te danken aan de klinische paden. Dat zijn standaardtrajecten voor een bepaalde ingreep of behandeling, waarbij exact is uitgestippeld wat er op welke dag moet gebeuren. Dat werkt een stuk efficiënter.’ Geraerts: ‘De mentaliteit is ook anders. Vroeger werden patiënten meer betutteld. Ze bleven in het ziekenhuis tot ze weer helemaal fit waren. Nu draagt de patiënt mee verantwoordelijkheid voor zijn herstel, en natuurlijk zijn er vandaag ook veel meer mogelijkheden voor thuiszorg.’
KiESpijn Stel dat u de keuze had, de vrijheid, magische krachten of gewoon een rijkelijke fantasie: hoe zou een perfect ziekenhuis er voor u uitzien? Klein en fijn, type bed & breakfast, verpleegsters met een voornaam, artsen zonder das, ongelimiteerde bezoekuren en dat op een bedje van allesoverstemmende rust? Of zou u eerder kiezen voor kasteelgroot, degelijk, bijna decadent, all-in, behangen met diploma’s, gevloerd met expertise en wetenschappelijk gefundeerd? Ik zou het zo gauw nog niet weten. Kiezen is verliezen, niet? Vreemd vind ik het wel, dat velen de keuze van een ziekenhuis minder nauwgezet overwegen dan pakweg de zoektocht naar een deftig stel schoenen. Zelfs een brood haal ik nog niet gemakshalve bij de bakker om de hoek (onvriendelijk), de automaat twee straten verder (oudbakken) of de supermarkt waar ik dagelijks passeer (smakeloos). We zijn niet weinig kieskeurig, and proud of it! Maar als we even geopereerd moeten worden of (zonder spoed) dienen binnen te gaan voor iets als een groot onderhoud, kiezen we vaak snel het ziekenhuis bij de eerste afrit of de arts wiens naam de huisarts netjes onleesbaar op een briefje heeft gekrabbeld. Misschien ontbreekt het ons gewoon aan expliciete informatie waarmee we de kwaliteit van zorg kunnen vergelijken? Een ziekenhuisetalage zou in die zin wel handig zijn. Of een menukaart met promoties, specialiteiten van het huis, eenvoudige grafieken over prijs-kwaliteit, duidelijke signalisatie van wachttijden en zo meer. Of waarom geen ranglijsten opstellen met de beste dokters, een hotlist van de nieuwste behandelingen of een Vlaanderen Vakantielandbrochure der hoogst aangeschreven ziekenhuizen? Een beetje Tien om te zien, maar dan voor de ziekelijke gezondheidsfreaks. Het lijkt hallucinant, maar het komt eraan. Onthoud mijn woorden! Hoe dan ook: een second opinion doet geen zeer (het zou een Bond zonder Naam-spreuk kunnen zijn). Zo blijkt uit recent onderzoek dat het risico op overlijden bij sommige vormen van kanker lager ligt in ziekenhuizen die meer ervaring hebben. Het loont dus wel al eens de moeite om je blik gezondheidsgewijs te verruimen, de mogelijkheden te overzien om dan weloverwogen te kiezen. Kiezen is verliezen? Nee, kiezen is een luxe. Bart Paepen, verpleegkundige intensieve zorg bart.paepen@uza.be maguza 039
zOrg
CLiniCLOwnS DOEn ziEKE KinDErEn LaChEn Deze foto is louter illustratief. De afgebeelde jongen is niet Arjen.
In de tas van Peeke zitten een bange knuffel, kookpotjes, een konijn dat graag wortels eet, een zwembroekje en flesje zeepsop. Alles wat ze nodig heeft om een ziek kind een beetje gelukkig te maken. Want dat is wat Cliniclowns doen.
a
rjen is 10 en heeft kanker. Twee weken geleden moest hij een ruggenmergpunctie ondergaan, maar omdat hij extreem angstig was, werd die uitgesteld. In de hoop dat het vandaag wel lukt, hebben zijn ouders er Cliniclown Peeke bijgehaald. Met haar rode neus en gebloemde omajurk en ruitjeshemd ziet ze er heel grappig uit. Als ze onverwacht een zeepbel in de kamer blaast, vangt ze Arjens aandacht. Zijn blik volgt de bel door de
CLiniCLOwnS StEunEn? om continuïteit te kunnen bieden, werkt de vzw Cliniclowns met vaste medewerkers en niet met vrijwilligers. Dat betekent wel dat ze voortdurend op zoek zijn naar sponsors. info op www.cliniclowns.be
040
infO
kamer. De tweede bel wordt een bal die hij mag vasthouden. Met de volgende mag hij zelfs gooien. Voorzichtig bouwt Peeke het spel op, tot de bellen de kamer vullen, en zowel Arjen als zijn ouders en de verpleegkundige ontspannen lachen. Observeren en uitvergroten Iedere maandagnamiddag van één tot vijf uur brengen de Cliniclowns een bezoek aan het UZA. In groepjes van twee brengen ze afleiding en plezier voor zo veel mogelijk kinderen tot 16 jaar die ziek of gehandicapt zijn. Veel langer dan tien minuutjes blijven ze niet, maar het effect is verbazingwekkend. Voor je ogen worden de kinderen wat meer kind en wat minder patiënt. Achter de ludieke outfits en de onhandige bewegingen schuilen dan ook ervaren observators met veel empathie. Peeke (die buiten haar werk Kathleen heet): ‘De kinderen geven zelf aan wat er gebeurt. Liggen er knuffels in de kamer? Staan er misschien voetbal-
Cliniclowns België vzw, T 03 458 79 00, F 03 326 04 36, info@cliniclowns.be
schoenen? Liggen er spelletjes? Soms pikken we in op een activiteit, en gaan we mee zitten tekenen of boetseren, soms moeten we ze een beetje opvangen. Is een kind net geopereerd, is het kwaad, heeft het heimwee naar huis, heeft het pijn, is het bang? Een goede clown voelt dat aan en gaat uitgebreid mee in die emotie. Met humor kun je gevoelens nog eens extra uitvergroten en dat doet deze kinderen deugd. Het maakt het werk zeer intensief, maar het is ook onze sterkte.’ Mooie aanvulling De briefing die de clowns vooraf ontvangen, is ook een hulp. Een uurtje voor ze met optreden beginnen, vertelt een verpleegkundige welke kinderen ernstig ziek zijn, wie lang in het UZA blijft en wie slechts kort wordt behandeld. Ook of een kind uit bed mag, of het een besmettelijke ziekte heeft, of het Nederlands spreekt en of alles goed gaat in het gezin zijn puntjes die worden overlopen. Op het eind van de werkdag, bij het afschminken en omkleden, worden de activiteiten geëvalueerd. De samenwerking tussen het UZA en de Cliniclowns loopt van een leien dakje. Iedereen ziet ze graag komen: hun werk is een mooie aanvulling op de zorg van het vaste team.
puzzEL
puzzEL & win! 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
1 2
9
12 overdreven – levenslucht – ingeschakeld – greppel 13 soort belasting – woonschuit – rund – muzieknoot 14 jaartelling – vetpuistje – gevangeniskamer – calorierijk 15 Sovjet-Unie – clown – Portugees eiland 16 ontsteking van de voorhoofdsholte – onwillekeurige reactie op een prikkel
1
3 4 5
4
6 7
2
8 9
7
Verticaal 1 behandeling van zieken in eigen woonomgeving – grote psychische gespannenheid 2 ijzergrond – pijplijn – verenwisseling 3 beloning – lady – uitroep van afkeer 4 Costa Rica – ieder – dunne plank – thans 5 Franse rivier – etage – muzieknoot – onverstandig 6 nieuw – vrouwennaam – vaarwel! – kreet (Fr.) 7 hevige pijn in ledenspieren – emiraat in Midden-Oosten 8 binnen – Braziliaanse stad – halfbloed – mansnaam 9 telwoord – European Bank Office – land in Azië – verbrandingsresten 10 fuikingang – dergelijk – chic feest – compact disc 11 en omstreken – luiaard – bloeiwijze – bezinning 12 addictie – bakvloeistof 13 Japanse munt – verhoogde toon – zelfkant – Republique Française 14 klank – graveur – tuimeling 15 geschikt – vallei – incisie 16 hormoon dat de hartfunctie stimuleert – stof die wordt gebruikt in plastische chirurgie
5
10 11
6
12 13 14
3
15
10
16
8 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
horizontaal 1 prima lichamelijke toestand – ontspanningstherapie 2 opschudding – stad in Oost-Vlaanderen – overdosis 3 tijdmaat – muzieknoot – eerstkomend – éénjarig rund 4 honingwijn – grafvaas – slede – loflied 5 draaischijf – vriend (Fr.) – muziekgenre 6 patiëntenafdeling – meisjesnaam 7 boven – vulkaan op Sicilië – inwendig orgaan – reeds 8 toespraak – opgeld – avenue – bijbelse hogepriester 9 schittering – oneven – kiezelsteentjes 10 in memoriam – gebalk – projectieplaatje – landtong 11 gauw – wonden krijgen door langdurig bedverblijf 1
DOE MEE En win! Heb je het letterwoord ontdekt? Mail het dan voor 10 november 2009 naar maguza@uza.be of stuur een briefkaart naar Maguza, UZA – afdeling Communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem en maak kans op één van de vijf Vivaboxes-cadeaubonnen.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
B e a U t Y F a r M
11 12 13 14 15 16
s t o M a
2
3
4
5
6
i o p r o e g a M r s e l9 s o e o e e n11 o a r D p l e B g a o K e i10 g e r D i a H a n s a i s e M e s t1 Z r t D o a M o r l l e r g4
7
8
9
10
D U C t i i M e n e e r e o g s a r a C s e n3 o e g r7 F o t D e r p l a s i H e K a t n n a i r e i e s
11
12
13
14
15
D i e e p e8 t i g iJ s s e K o l p p o e t a M o2 r a a n i M e W o l i e s t e r e t g12 o r p a n t6 i n D a t r a n e o D i e s t a
16
t o n s i l p r o t H e s5 e
OpLOSSing Maguza 77 Tongstreling – S. Nelen, G. Grusenmeyer, J. Troost-Baan, J. Guerit en J. Janssens winnen elk een paar Crocs schoenen ter waarde van 40 euro. De winnaars krijgen hun Crocswaardebon binnenkort in de bus! maguza 041
COLuMn
Annemie Peeters is radiojournaliste en columnist, maar ook mama, partner, dochter, vriendin. Met twee voeten stevig in het leven heeft ze het in haar column over gezondheid, ziekte, lief en leed.
piraat Op EigEn riSiCO
h
et is een zomerse traditie: elke grote vakantie, één keer, op de bloedheetste dag, nodig ik alle neefjes en nichtjes uit om te gaan zwemmen. Met opblaasboten en mijn eigen zonen erbij geeft dat een volle minibus en veel lawaai. We gaan dan naar een zwemvijver, maar geen officiële – hoewel er een cafetaria, een speeltuintje en een minigolf op de oever staan. Maar er zijn ook bordjes die zeggen dat al wat je onderneemt op eigen risico is. Toch is er niemand die niet zwemt. Het is ook zo plezant. Geheel in het kader van de actualiteit speelden ze, op die hoogdag afgelopen zomer, piraat. De plas was de oceaan ter hoogte van Somalië, en zij joegen peddelend in hun bootjes het water rond. De opdracht was kapen. Ik keek toe van op het strand en genoot, zelfs toen ik mijn eigen bloed zag vals spelen, door tegen de regels in zijn voeten op de bodem van de plas te zetten om sneller vooruit te komen. Ik deed alsof ik niks gezien had en las de krant. Toen riep er iemand hartverscheurend mama!! Ik zag mijn zoon – de vals spelende – naar me toe komen rennen, nee, hinkelen deed-ie, met een bloederige homp op de plaats waar zijn linkervoet zat. Hij schreeuwde dat hij in iets scherps had getrapt. Dat heb je met valsspelers, zou ik op een rustiger moment geroepen hebben, maar de paniek was nu te groot. Het bloed lekte in grote druppels op het zand en ik moest tegelijk mijn hinkende zoon ondersteunen en de neefjes en nichtjes het water uit halen (en piraten zijn niet meegaand in die dingen). Er was géén eerstehulppost, dat soort handigheden heb je niet op plekken met bordjes op eigen risico, maar zoon mocht in de keuken van de cafetaria op een stoel gaan zitten. De barvrouw inspecteerde en besloot dat er gehecht moest worden. Ze haalde haar man van achter de tapkast en beval hem naar de onbewaakte rest van m’n kroost aan de oever. Zij zelf zou ons naar spoed voeren. Dat vond ik sympathiek. De bar bleef zo lang onbewaakt. Pure improvisatie, maar het is wel een mooi verhaal geworden: onvoorziene avonturen zijn het leukst om na te vertellen. Mijn zoon heeft het sindsdien met enige trots over de snee tot op het bot in zijn voet, en de neven en nichten scheppen nog altijd op over de gratis minigolfsticks die ze die middag van de barman kregen, goed voor uren spelplezier. Alles komt altijd goed. Er stelt zich maar één vraag: wat we volgende zomer zullen doen. Gaan we voor clean maar veilig in het zwembad? Of houden we het bij de goeie maar gevaarlijke tradities? Wat zou u kiezen?
Gaan we voor clean en veilig, of voor goeie maar gevaarlijke tradities?
Annemie 042
infO
COLOfOn Maguza – driemaandelijks tijdschrift van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen – jaargang 21, oktober 2009 – Redactieadres: UZA, afdeling Communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, communicatie@uza.be – Verantwoordelijke uitgever: Johnny Van der Straeten – Hoofdredacteur: Ann Segers – Redactiesecretariaat: Françoise Lippevelt – Redactieraad: Patrick Cras, Annick Deckers, Anneleen De Vos, Bart Paepen, Geert Roeyen, Elke Smits, Paul Van Aken, Evy Van de Vijver, Miranda Van De Wiele – Redactie & realisatie: Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be – Fotografie: Eric De Mildt, Rudi Leysen, Frank Toussaint – Illustratie p. 18: Debora Lauwers – Kruiswoordraadsel: Freddy Roegiest – Reclameregie: Little Joe, www.littlejoe.be – De inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het UZA www.maguza.be
StEun hEt uza-MECEnaatSfOnDS Klinisch wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling van nieuwe behandelingsmethoden zijn een essentiële opdracht van het UZA. Om dat wetenschappelijk onderzoek en zijn klinische toepassingen te ondersteunen, werd het mecenaatsfonds opgericht. Zowel bedrijven als particulieren kunnen giften of legaten overmaken aan het fonds, hetzij op naam, hetzij toegewezen aan een specifiek onderzoeksdomein. De giften kunnen worden gestort op rekening 001-0893155-55 van het UZA met vermelding ‘mecenaatsfonds’.
tOt uw DiEnSt nuttige telefoonnummers » algemeen nummer UZA: T 03 821 30 00 » onthaal en opname: T 03 821 31 01 » patiëntenbegeleiding: T 03 821 37 00 (maatschappelijk werk, vrijwilligers, intercultureel bemiddelaar, transfercoördinator, levenbeschouwelijke begeleiding, tolken en tolken Vlaamse gebarentaal) » ombudsdienst: T 03 821 31 60 » inlichtingen facturen: T 03 821 31 28 » mobiele medische urgentiegroep: T 03 821 38 06 » school in het UZA: T 03 821 58 86 Kinderopvang De Speelvogel In de kinderopvang zijn kinderen van patiënten en bezoekers van harte welkom. U vindt De Speelvogel in de rechtervleugel op het gelijkvloers. Pijlen vanop de parking wijzen de weg. Meer info: T 03 821 38 87 gastenkamers ter weyde Wilt u in de buurt van het ziekenhuis overnachten, dan kunt u terecht in onthaaltehuis Ter Weyde. Vrijwilligers bieden er een eenvoudig maar warm onthaal aan een billijke prijs. Ter Weyde bevindt zich op 200 meter van het UZA (Edegemsesteenweg 240, 2610 Wilrijk). Voor meer info: T 03 440 48 18 winkelgalerij In de inkomhal vindt u: » de cafetaria, in de week open van 8.30 tot 20 uur en in het weekend van 12 tot 20 uur » een broodjeszaak, in de week open van 9.30 tot 14.30 uur » enkele shops (bloemen, geschenken, voeding, lectuur enz.) in de week open van 8 tot 20 uur, zaterdag van 10 tot 19 uur, zondag van 13.30 tot 19 uur » een bankautomaat restaurant Het restaurant vindt u op -1 op het einde van de bezoekersgang. Het is elke dag open van 12 tot 14 uur.
maguza 043
gEhOLpEn?
De patiënt die weigerde ziek te zijn
Als niertransplantatiepatiënt gaat Jan de Buyser (50) al 19 jaar regelmatig op controle in het UZA. Ook al kunnen die visites hem niet kort genoeg zijn, een tevreden patiënt is hij wel. ‘De artsen zeggen altijd eerlijk waarop het staat.’
z
iek zijn heeft nooit in Jans woordenboek gestaan. Toen hij dik 19 jaar geleden klachten kreeg, besteedde hij daar dan ook weinig aandacht aan. ‘Ik was vermoeid, had hoofdpijn en voelde me geregeld misselijk. Maar ik had een drukke job en bleef gewoon doorgaan. Tot ik alsnog naar de dokter ging en ogenblikkelijk naar de spoedafde ling van het UZA werd verwezen. Daar bleek dat mijn beide nieren niet meer functioneerden. Oorzaak was een nietgekend probleem van hoge bloeddruk. Ik moest meteen aan de nierdialyse en kwam op de wachtlijst voor een niertransplantatie.
gen zoals ze gezegd moeten worden, zonder valse verwachtingen te wek ken. Je krijgt heel uitvoerige uitleg. pijn ernstig genomen Een tweetal maanden geleden ben ik nog een keer op de spoed van het UZA beland met pijn in de borst. Ook toen werd ik heel goed gehol pen en voelde ik dat mijn pijn ern stig werd genomen. Ik was onder de indruk van de hele procedure die
op zo’n moment wordt gevolgd. Na een opname van een tweetal dagen bleek er gelukkig niets aan de hand. Al die jaren heb ik geweigerd als zieke door het leven te gaan. Ik leid een perfect normaal leven. Als direc teur van een onderneming werk ik nog altijd veertien of vijftien uur per dag, en dat bijna zeven dagen op zeven. Volgens mij is het die gedre venheid die me destijds zo snel op de been heeft geholpen.’
Van de dialyse naar kantoor Ook toen ben ik gewoon blijven door werken. Ik reed altijd rechtstreeks van het lowcare dialysecentrum in Hemiksem naar mijn kantoor. Eén van de drie wekelijkse sessies plande ik op zaterdag, zodat ik in de week meer tijd had. Het was een heel moeilijke tijd, die gelukkig snel voorbij was. Al na drie maanden was er een donornier voor mij. In november 1990 ben ik getransplanteerd. Negen dagen heb ik daarvoor in het UZA verbleven. In die periode heb ik aan een groot dossier gewerkt om mijn gedachten te verzetten. Sindsdien ben ik in het UZA op con trole blijven komen. Eerst drie keer per week, nu nog maar vier keer per jaar. In al die jaren ben ik altijd heel correct behandeld. De artsen zeggen de din
OprOEp!
Hebt u ook iets bijzonders meegemaakt in het UZA? Laat het ons weten via maguza@uza.be