Punt

Page 1

punt lente 2013

nummer 05

van en voor alle UZ Gent-collega's

De handige harry’s van de dienst Metaal 1000ste levertransplantatie

‘Onze nieuwe eendagsdiagnose. voor vruchtbaarheidsproblemen. is uniek!’.


• 2

lente 2013

in dit nummer

“ 14

Voor de patiënten en hun familie kunnen we veel betekenen. Hun waardering geeft veel voldoening en helpt ons door moeilijke momenten.

20

Succesverhaal:

Palliatief team

Centrale Mobiele Equipe

Waar mensen ziek zijn of omstandigheidsverlof nemen, springen wij in. We vangen drie ziektedagen op tijdens de week en maximaal vier als er een weekend tussen zit.

22

We slaan de brug tussen de eerste- en tweedelijnszorg. We proberen de crisis te stabiliseren en mensen weer op het juiste spoor te krijgen.

Nieuw: psychatrische crisishulp aan huis


3•

en verder... 04

In de kijker

06

Eendagsdiagnose vruchtbaarheidsproblemen

08

1000ste leverstransplantatie

10

De link: dienst Metaal

12

BOS: tot uw dienst

16

Rita Hietbrink

18

Dialoog: gezonde voeding

24

Goed voorbereid naar huis

25

Verborgen talent

26

Personalia

28

Sociaal kort

31

Agenda

32

De patiënt

colofon Hoofdredactie: Marie-Laure Solie • Redactieraad: Sandra Buelens, Helga De Keyzer, Sabine De Smyter, Bregje Goes, Ingrid Nelis, Steven Rimbaut, Luc Schouppe, Marie-Laure Solie, Katrien Verbeke, Leen Vanden Buverie, Luc Vakaet, Jos Van Gastel, Nick Verbaeys, Eline Verdyck, Sarah Vermeersch • Fotografie: Thomas Verfaille en Christophe Vander Eecken • Op de ­cover dr. Frank Vandekerckhove, dr. Tjalina Hamerlynck, Annick Geril (afdeling Reproductieve Geneeskunde) • Verantwoordelijke uitgever: prof. dr. Eric Mortier, ­afgevaardigd bestuurder UZ Gent, De Pintelaan 185, 9000 Gent • Vormgeving: Jansen & Janssen • Druk: Continuga

Een lentenummer vol primeurs In dit nummer kan Punt uitpakken met heel wat primeurs en succesvolle projecten. Dat ons transplantatieteam begin dit jaar als eerste centrum in Vlaanderen zijn 1000ste levertransplantatie heeft uitgevoerd, wist je misschien al via de media. De afdeling Reproductieve Geneeskunde heeft dan weer de geboorte gevierd van de One Day Diagnosis, waar koppels met vruchtbaarheidsproblemen zich ’s morgens helemaal kunnen laten onderzoeken en in de namiddag alweer naar huis kunnen met een behandelplan in de hand. Je komt ook te weten dat er sinds kort in Gent een mobiel crisisteam actief is dat mensen die zich in een acute psychiatrische crisissituatie bevinden thuis hulpverlening biedt. Fietsen herstellen? Een apparaat maken om een been te kunnen fixeren op een operatietafel? Laswerk? De 10 handige harry’s van de dienst Metaal vertellen met passie over hun job en hoe ze ervoor zorgen dat het niet vierkant draait. De sprong in het duister werd een succesverhaal. We hebben het over de Centrale Mobiele Equipe ‘acute afwezigheden’. Zij helpen diensten uit de nood waar verpleegkundigen en logistieke medewerkers ziek zijn of omstandigheidsverlof nemen. En er is nog veel meer… De redactie wenst jou veel leesplezier! Marie-Laure Solie Hoofdredacteur


• 4

in de kijker

UZ Gent sorteert pmd

Nieuwe bewoners De Pintepark Op het grasveld voor de poliklinieken in UZ1 is een containercomplex opgetrokken. Het kreeg de naam De Pintepark. In de loop van maart nemen vier afdelingen hun intrek in de tijdelijke units: de Mammografie, de polikliniek Inwendige Ziekten, Infectieziekten en Psychosomatiek,

de Bloedprikploeg en de polikliniek Hoofden Halschirurgie. De containers blijven ongeveer drie jaar staan, tot de renovatie van de poliklinieken rond is. Info: Joëlle Jacobs, dienst Infrastructuur, tel. 25447, joelle.jacobs@uzgent.be

Magnetische stimulatie tegen depressie Sterk elektromagnetische velden naar één heel specifiek plekje in de voorste hersenen sturen om van een depressie af te geraken?

Het experiment van psychiater prof. dr. Chris Baeken spreekt tot de verbeelding: twintig zwaar depressieve patiënten bij wie medicatie of andere therapie al acht jaar niet meer werkten, kregen korte maar krachtige behandelingen met een transcraniële magnetische stimulator (TMS). Acht van hen hadden enkele dagen nadien al geen depressieve symptomen meer; de anderen helaas nog wel. ‘Het is dus zeker geen wondermiddel, maar onze resultaten zijn zeer hoopgevend. In België is de techniek nog niet echt bekend bij psychiaters, het zijn ook erg dure toestellen. Maar de techniek zal ooit wel eens doorbreken’, zegt prof. Baeken beslist. Hij zet zijn onderzoek onverdroten verder en hoopt de komende jaren toch een paar honderd mensen te kunnen helpen.

Sinds 1 maart wordt pmd in ons ziekenhuis afzonderlijk ingezameld. Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons horen voortaan thuis in speciale, lichtblauwe pmd-zakken. Die vervangen de vroegere afvalzakken voor blikjes en passen in de bestaande staanders. Ze kunnen per rol besteld worden in het Centraal Magazijn. Elke dienst ontving onlangs een nieuwe afvalposter en een poster met sorteerinstructies van Fost Plus. Toch nog vragen over afvalsortering? Eén adres: m ­ ilieudienst@uzgent.be.


5•

JACIE-erkenning voor Stamceltransplantatiecentrum De internationale JACIE-accreditatie is de vrucht van een jarenlange doorgedreven samenwerking tussen vier teams van het UZ Gent: de teams rond autologe en allogene stamceltransplantatie bij volwassenen enerzijds en kinderen anderzijds, het team dat verantwoordelijk is voor de stamcelcollecte met aferese van de dienst Nefrologie en het team van de stamcelverwerkingen en -bewaring van de Hematopoietische Stamcellenbank en het Centrum voor Menselijk Lichaamsmateriaal. Dat een stamceltransplantatieprogramma dat zowel bij volwassen patiënten als bij kinderen actief is, kon samensmelten in één organisatie met een doorgedreven en breed gedragen kwaliteitsprogramma, is in ons land een unieke prestatie.

JACIE staat voor Joint Accreditation Committee ISCT/EBMT*. De voorbereiding voor de accreditering heeft op alle betrokkenen een positieve impact gehad. Prof. dr. Lucien Noens, hoofd van het Stamceltransplantatiecentrum: ‘Nauwe samenwerking, met goede communicatie en regelmatige opvolging en bijsturing zijn dagelijkse praktijk geworden. Dankzij de vier teams blijven we beschikken over topklinische en topreferente zorg voor de volwassen of pediatrische patiënt die een stamceltransplantatie nodig heeft.’

* ISCT is de International Society for Cellular Therapy en EBMT de European Blood and Marrow Transplant Organisation

Traceerbare reiniging van cystoscopen De polikliniek Urologie heeft sinds kort nieuwe toestellen om flexibele cystoscopen te reinigen, te desinfecteren en te bewaren. Cystoscopen worden gebruikt om afwijkingen of tumoren in de blaas op te sporen. Dirk De Beule, hoofdverpleegkundige Urologie: ‘De kwaliteit is beter dan bij de vroegere, manuele reiniging. Het toestel controleert de cystoscopen ook op scheurtjes en verstoppingen die met het blote oog nauwelijks zichtbaar zijn. Aan de hand van barcodes kunnen we traceren welke cystoscoop voor welke patiënt gebruikt werd. Die traceerbaarheid is belangrijk in het kader van het accreditatietraject.’ De poli­kliniek Urologie heeft drie flexibele cystoscopen en voert er jaarlijks zo’n 1.000 onderzoeken mee uit. Elke cystoscoop zal dus gemiddeld één keer per dag in het nieuwe toestel worden gereinigd.

Interne vorming? Elektronisch inschrijven graag! Sinds 1 januari stelt de dienst Vorming voor alle medewerkers het Decentraal VormingsInformatieSysteem of DVIS ter beschikking. Je aanvragen voor interne vorming kun je voortaan alleen nog via elektronische weg indienen. Vaarwel papier dus! DVIS biedt je heel wat voordelen: je krijgt een actueel overzicht van je opleidingsaanvragen, je kunt alles zelf opvolgen, je kunt je vormingskaart zelf consulteren, enzovoort. DVIS geldt echter niet voor externe vormingsaanvragen. Daarvoor wordt later dit jaar een ander systeem in gebruik genomen. DVIS vind je op de P&O-pagina’s op intranet. Om ermee aan de slag te gaan, heb je je gebruikerscode en LDAP-paswoord nodig (beschikbaar bij de ICT Servicedesk via 22001). De e-learning op de P&Opagina’s maakt je verder wegwijs. Info: dienst Vorming, tel. 20344, dvis@uzgent.be


• 6

zorg & beleid

Meer comfort

dankzij een

W

e beschikken in ons gloednieuwe centrum P3-P4 over de nodige infrastructuur en de juiste specialisten om de eendagsdiagnose aan te bieden’, zegt dr. Frank Vandekerckhove, gynaecoloog en een van de initiatiefnemers van de eendagsaanpak. ‘Daarom is dit echt uniek in onze regio, in een privécentrum zal je dit niet snel vinden. De One Day Diagnosis is vooral bedoeld voor koppels die met hun onvervulde kinderwens nog nooit naar een gynaecoloog of fertiliteitscentrum zijn gegaan. Zeker in de grote regio in en om Gent is daar een grote vraag naar.’ Voorlopig vinden de consultaties om de veertien dagen op donderdag plaats, maar er is zeker ruimte om dat uit te breiden.

Praktisch en mentaal comfort Van links naar rechts: Dr. Frank Vandekerckhove, gynaecoloog-fertiliteitsarts Annick Geril, adjunct-hoofdvroedvrouw Dr. Tjalina Hamerlynck, gynaecologe

Je ’s morgens helemaal laten onderzoeken en in de namiddag weer naar huis met een behandelplan in de hand. Zo’n eendagsdiagnose kan voortaan op de afdeling Reproductieve Geneeskunde voor koppels met vruchtbaarheidsproblemen.

Dat de consultaties en onderzoeken op één dag gebundeld zijn, biedt het grote voordeel dat koppels een minimum aan werkverlet en verplaatsingen hebben. Ze krijgen ook snel zicht op hun situatie en – vooral – op de behandeling van een eventueel vruchtbaarheidsprobleem. ‘Mentaal gezien betekent dat heel veel’, zegt dr. Vandekerckhove. ‘Vroeger waren drie tot vier aparte consultaties nodig, gespreid over meerdere dagen. Het kon tot een maand duren voordat een koppel wist of ze effectief een vruchtbaarheidsprobleem hadden en welke behandelingen mogelijk waren.’


7•

dagsdiagnose

Juiste patiënten boeken

Annick Geril, adjunct-hoofdvroedvrouw Bij de eendagsdiagnose hebben zij in de voormiddag een gesprek met een arts, die hun voorgeschiedenis bespreekt en bij de vrouw de eerste algemene gynaecologische en echografische onderzoeken uitvoert. De partner brengt die dag ook een spermastaal binnen dat in de labo’s van de afdeling Andrologie op 2P3 wordt onderzocht.

Verdere onderzoeken Daarna volgen een bloedonderzoek om na te gaan of er voldoende bruikbare eicellen zijn, een doorgankelijkheidsonderzoek van de eileiders en een

hysteroscopie of kijkonderzoek van de baarmoeder. Bij het doorgankelijkheids­ onderzoek gebruiken de gynaecologen sinds kort overigens een nieuwe techniek (zie interview met dr. Tjalina Hamerlynck). Na alle onderzoeken komt het koppel terug bij de fertiliteitsarts. Die analyseert alle resultaten en maakt een planning op voor een behandeling, te beginnen met de minst ingrijpende (ovulatiecontrole, ovulatie-inductie enz.). Als bijkomende onderzoeken nodig zijn, worden de nodige afspraken meteen vastgelegd.

Nieuwe pijnloze techiek

‘Onze vroedvrouwen zijn perfect geplaatst om de patiënten te identificeren die we met de eendagsdiagnose willen bereiken: koppels die al een jaar zonder succes zwanger willen worden. Het zijn dus echt ‘nieuwe’ patiënten: wie bijvoorbeeld elders al fertiliteitsonderzoeken of een ivf-behandeling onderging, komt niet in aanmerking. De telefonische afspraakaanvragen komen rechtstreeks bij ons op 1P4 binnen. Dankzij UltraGenda kunnen we het hele consultatie- en onderzoekstraject vlot boeken. Al kan het boekingsproces toch wel tot een half uur duren, omdat de eerste stap – het openingsgesprek met de gynaecoloog – al meteen gelinkt is aan alle volgende stappen. Verwijzers zullen in de toekomst voor hun patiënten bovendien ook zélf afspraken kunnen boeken via het Collaboratief Verwijzingen- en Afsprakenportaal (CoVA).’

Dr. Tjalina Hamerlynck, gynaecologe ‘Wij passen voor het doorgankelijkheidsonderzoek van de eileiders tegenwoordig de nieuwe, meer comfortabele HyFoSotechniek toe (hysterosalpingo foam sonografie, red.). Die kunnen we zonder probleem of interferentie vóór de hysteroscopie uitvoeren. We spuiten daarbij een speciale vloeistof via de baarmoederhals in de baarmoeder en de eileiders. Kleine luchtbelletjes in die vloeistof geven met een echografie een zeer goed beeld van de doorgankelijkheid van de eileiders. Deze

nieuwe techniek vervangt de hysterosalpingografie of de HSG, waarbij we via de baarmoederhals een contrastvloeistof inspoten, om dan met medische beeldvorming de eileiders te controleren. Onze patiënten worden nu dus niet langer blootgesteld aan – een weliswaar lage – medische stralingsdosis. HyFoSo verloopt bovendien meestal zonder verdoving, is vrijwel pijnloos en comfortabeler dan een HSG en er is geen risico op een allergische reactie op contrastvloeistof.’

One Day Diagnosis Afdeling Reproductieve Geneeskunde Vrouwenkliniek, tel. 09 332 31 39 Afspraken voorlopig enkel op donderdag, om de 2 weken


• 8

zorg & beleid

Van Prof. dr. Roberto Troisi, prof. dr. Hans Van Vlierberghe, en prof. dr. Xavier Rogiers.

Begin januari heeft ons transplantatieteam als eerste centrum in Vlaanderen zijn 1000ste levertransplantatie uitgevoerd. Sinds de start in 1991, onder impuls van transplantatiepionier prof. em. Bernard de Hemptinne, is een hele weg afgelegd.

I

n België worden elk jaar zowat 220 leverpatiënten getransplanteerd, ruim 50 daarvan in het UZ Gent. Elk jaar voeren specialisten hier zowel klassieke als laparoscopische transplantaties uit. Het transplantatieteam stond ook mee aan de wieg van de levende donatie bij volwassenen en kinderen. De voorbije 22 jaar breidden onze specialisten hun expertise verder uit en hebben ze de ­operatietechnieken continu verfijnd.

Zonder donoren staan we nergens Levertransplantaties zijn curatieve behandelingen voor patiënten met leveraandoeningen in een eindstadium: een tumor, een aangeboren afwijking, hepatitis C of alcoholisch leverlijden. Zij komen op een ‘chronische wachtlijst’ terecht – voor echt dringende ingrepen is er een ­urgente wachtlijst. Prof. dr. Xavier Rogiers, diensthoofd van het Transplantatiecentrum en medegrond-

legger van de splitlevertechniek: ‘In ons land staan patiënten nog altijd gemiddeld één jaar op een wachtlijst voordat er voor hen een geschikt donororgaan beschikbaar is. 10 tot 13 procent overlijdt zelfs, ook al gelden intussen soepelere selectiecriteria voor donororganen. Orgaandonatie blijft dus levensbelangrijk! Laten we vooral niet vergeten dat de donoren de échte helden zijn: zonder hen – en de samenwerkende ziekenhuizen – staan we nergens.’

Uitstekende overlevingskansen ‘Vandaag zien we dat onze patiënten 20 jaar na hun transplantatie meer dan 72 procent overlevingskans hebben en weer een actief leven leiden, met grote levenskwaliteit’, zegt een trotse prof. dr. Hans Van Vlierberghe, gastro-hepato­

Mijlpalen 03/05/1991

16/12/1991

02/01/1995

27/09/1999

Start van de klassieke levertransplantaties

Het UZ Gent start als eerste in België en tweede in Europa met levende donatie bij kinderen

De splitlevertechniek wordt voor het eerst toegepast en maakt het mogelijk om met één lever twee patiënten te transplanteren

Het UZ Gent start als eerste in België met levende donatie bij volwassen patiënten


9•

levens belang loog van de dienst Maag-, Darm- en Leverziekten. ‘De overlevingscijfers op kortere termijn zijn nóg beter: 75 procent na 10 jaar en 80 procent na 5 jaar. Getransplanteerden moeten wel levenslang antiafstotingsmedicatie nemen. Die kan bepaalde metabole problemen veroorzaken, zoals nierfalen en diabetes. Dat weegt echter niet op tegen de grote voordelen. Een tweede transplantatie is soms nodig, maar komt gelukkig zelden voor.’

Verfijnde operatie­technieken De heelkundige technieken bij levertransplantaties zijn enorm geëvolueerd. Prof. dr. Roberto Troisi, leverchirurg en diensthoofd Algemene en Hepatobiliaire Heelkunde: ‘In het prille begin opereerden we met de klassieke insnede op de buik en transplanteerden we de gehele lever. Een paar jaar later zijn we gestart met de splitlevertechniek, zodat we met één lever twee patiënten kunnen helpen.’ ‘We gingen steeds fijner werken en dat leidde in 2009 tot een eerste transplantatie van moeder naar kind, waarbij we een stuk van de donorlever weghaalden via

een kijkoperatie. Vandaag slagen we er zelfs in om meerdere spijsverteringsorganen in één keer te transplanteren: lever, dunne darm, pancreas of maag. En in gevallen van levende donatie – heel vaak tussen verwanten – nemen we nu geregeld de kleinste linkerleverkwab weg via een kijkoperatie.’

Patiëntenbegeleiding Roger Moeskops en Eddy Coene (getransplanteerd in resp. 2000 en 2011, red.) zetten zich met de patiëntenvereniging in om alle transplantatiepatiënten te begeleiden en te informeren. ‘We bezoeken hen elke week op de afdeling en organiseren ook allerlei activiteiten en praatgelegen­heden. Als ervaringsdeskundigen kunnen wij hen vooral geruststellen en vertellen hoe het leven is na een transplantatie.’ Alle info over orgaandonatie vind je op onze website www.uzgent.be (zoek op ‘orgaandonatie’) of op www.beldonor.be Hepatotransplant-Gent vzw: 09 251 23 81, hepato.gent@telenet.be

Multidisciplinair Levertransplantaties zijn hét voorbeeld van multidisciplinaire samenwerking. Ze vergen de inbreng van veel verschillende specialisten: onder meer gastro-­hepatologen, transplantatiecoördinatoren, chirurgen, radiologen, intensivisten, ­psychologen, klinisch biologen, anesthesisten en patiëntenorganisaties.

Het traject van een levertransplantatie: • evaluatie van een potentiële transplantatiekandidaat • behandeling van complicaties bij het eindstadium van de leverziekte vóór de transplantatie • activering van de transplantatiewachtlijst en de opvolging • de transplantatie • de postoperatieve opvolging

03/01/2003

26/01/2009

9/01/2012

8/01/2013

Het UZ Gent start als eerste in België met levende donatie met een incompatibele bloedgroep. Dat wil zeggen dat de ontvanger meer antistoffen aanmaakt tegen het donororgaan, zodat hij aangepaste antiafstotingsmedicatie moet krijgen

Voor het eerst schenkt een moeder een stuk van haar lever aan haar kind via een sleutelgatoperatie in het UZ Gent

Het UZ Gent start als eerste in Europa met succesvolle transplantaties van de volledig linkerleverkwab bij volwassen bloedverwanten via een kijkoperatie

1000ste levertransplantatie


• 10 zorg & beleid

de link

‘ Wij zorgen het niet

Een ijzersterk team, de 10 handige harry’s van de dienst Metaal. Ze plooien, draaien, frezen en sleutelen erop los, herstellen fietsen en machines en lassen ingenieuze constructies in elkaar. ‘We krijgen ook veel rollend materieel voor nazicht’, zegt sectieverantwoordelijke Luc De Paepe. ‘Wij zorgen ervoor dat het niet vierkant draait.’

Patrick De Vuyst ‘Ik werk al 33 jaar in het atelier en doe er vooral constructie- en laswerk. Op vraag van prof. em. René Verdonk maakte ik een apparaat om een been te kunnen fixeren op een operatietafel. Ik bouw ook brancards uit voor Intensieve Zorg, Neonatologie en de Spoedgevallendienst. Ik zorg ervoor dat de nodige medische apparatuur erop gemonteerd kan worden om de patiënten veilig te kunnen transporteren. En voor het mobiele tandartsenteam maakte ik in overleg met mijn verantwoordelijke en het manutentieteam een hoofdsteun om patiënten in bed te kunnen behandelen. Daar ben ik best trots op.’

Joachim Tortelboom ‘Mijn werk is erg afwisselend en net daarom hou ik er zo van. Ik verveel me geen moment. Ik help wel eens bij een kleine verbouwing in het ziekenhuis om een plafond of gordijnrails te plaatsen, of ik sta aan mijn draaibank en maak een houder uit inox voor het OK. Ik stel me flexibel op. Heeft een collega te veel werk of komen de verhuizers handen tekort, dan spring ik graag bij.’

Luc De Paepe, Patrick De Vuyst, Johan Wylock, David Thibaut, Joachim Tortelboom, Luc Van Nieuwenhuyse, Cedric De Bruycker

Johan Wylock ‘Ik ben hier in 1979 begonnen en het werk blijft heel uiteenlopend. Vandaag maak ik bijvoorbeeld een onderstel in inox en morgen herstel ik de veegmachine van de tuindienst. Eigenlijk ben ik lasser van opleiding, maar nu ik al zo lang in de metaalwerkplaats werk, mogen ze me nagenoeg alles vragen. Jaren terug heb ik zelfs de wagentjes voor het patiëntentransport in de kelders helpen bouwen.’


11 •

ervoor dat vierkant draait’ Cedric De Bruycker ‘Nazicht van ramen bij verbouwingen, aanpassingen aan het plafond, laswerk … ik doe het allemaal. Ik hou van de afwisseling die de job biedt. Op dit moment maak ik een onrusthekken om in de deuropening van een patiëntenkamer te plaatsen. Van nul beginnen en uit ruw materiaal zelf iets maken, dat doe ik het liefst.’

Luc Van Nieuwenhuyse ‘Ik werk zowel in het Centraal Magazijn als in de Werkplaats Metaal. Daar hou ik me vooral bezig met het herstellen van de 600 fietsen die in het UZ bollen. Regelmatig komen er medewerkers langs met een lekke band of een ander mankement. Dan doe ik de nodige kleine herstellingen, zodat ze terug veilig naar huis kunnen. Tussendoor doe ik ook nog draai- en freeswerk en maak ik kleine stukken uit metaal.’

David Thibaut en Ben Blervacq David: ‘Ik ben magazijnier in de werkplaats. Ik geef niet alleen materiaal uit aan mijn collega’s hier maar ook aan andere diensten. Dat materiaal boek ik in en uit en ik maak bestelbons op.’ Ben (niet op de foto): ‘Als er genoeg werk is, help ik in het magazijn en anders help ik de verhuizers. Zij zijn momenteel druk in de weer om UZ1 te ontruimen, zodat alle asbest uit het gebouw kan worden verwijderd.’

Kunt u de hulp van de dienst Metaal gebruiken? Vraag het aan via Faci-Link (Intranet > Facilitair Beheer).


• 12 zorg & beleid

BOS… Tot De Bedrijfs­ondersteunende Sector werkt volop aan een meer klantgerichte dienstverlening. Onder meer klantendiensten, klantenmanagers en klachtenprocedures moeten daarvoor zorgen. Dat moet de interne klanten helpen om door de bomen het BOS te blijven zien.

1

Overzicht van de BOS-klantendiensten

Je hebt een vraag? Sinds 1 januari is er een klantendienst voor de departementen Financiën, P&O, ICT en voor de diensten Catering & Services en Aankoop. De andere diensten van het departement Facilitair Beheer volgen begin april. Heb je een vraag voor de klantendienst? › Neem contact op met de klantendienst van het betrokken ­departement of de betrokken dienst: telefonisch als het dringend is, anders via e-mail. › Het team beantwoordt je vraag onmiddellijk. › Soms kent het team het antwoord op je vraag niet. Je contact­ persoon zoekt het dan zelf uit en neemt contact op met jou. › Een vraag die vaak terugkomt, wordt opgenomen in de rubriek ‘veelgestelde vragen’ op intranet (de pagina’s van elke dienst of departement).

2

Je wenst een overleg over structurele aanpassingen? Elke klantengroep of sector heeft een eigen klantenmanager voor elk departement. Die vertaalt je behoeften naar dienstverlening binnen de BOS. Per sector plant de klantenmanager regelmatig een overleg in.

Financiën

2 1207

Biluka.servicedesk@uzgent.be

ICT

2 2001

ict.servicedesk@uzgent.be

P&O

2 6900

via het P-webloket

Aankoop

2 4309

aankoop@uzgent.be

Algemeen nummer

2 5900

via Faci-Link

UZ1 – Carine Gardyn

2 6383

via Faci-Link

UZ1 – Ria Duytschaever

2 6381

via Faci-Link

UZ2 – Christine Demeyere

2 4266

via Faci-Link

UZ2 – Natacha Blancke

2 6384

via Faci-Link

Uitbestede schoonmaak – Magda Delabarre

2 4487

via Faci-Link

Catering

2 0375

via Faci-Link

Catering – patiënten­ maaltijden

2 2591

via Faci-Link

Schoonmaak

Financiën

ICT

Gino Van gampelaere 2 1511 – gino.vangampelaere@uzgent.be

Dominiek Van Dunneghem 2 5114 – dominiek.vandunneghem@uzgent.be

KD

Jean-Staelens 2 1220 – jean.staelens@uzgent.be

Fridtjof Morthier 2 6744 – fridtjof.morthier@uzgent.be

MVK

Jean Staelens 2 1220 – jean.staelens@uzgent.be

Wouter De Moor 2 5121 – wouter.demoor@uzgent.be

KOS

Stijn Van de Putte 2 3675 – stijn.vandeputte@uzgent.be

Lieven Cleys 2 0422 – lieven.cleys@uzgent.be

HHZ

Bernard Fockaert 2 4747 – bernard.fockaert@uzgent.be

Veerle Michiels 2 8791 – veerle.michiels@uzgent.be

MCA

Gino Van gampelaere 2 1511 – gino.vangampelaere@ uzgent.be

Evy François 2 0421 – evy.francois@uzgent.be

BAS

Dmitri Verhoosele 2 1510 – dmitri.verhoosele@uzgent.be

Nico Verdievel 2 8971 – nico.verdievel@uzgent.be

BOS

Dmitri Verhoosele 2 1510 – dmitri.verhoosele@uzgent.be

Eline Verdyck 2 2719 – eline.verdyck@uzgent.be

Stijn Van de Putte 2 3675 – stijn.vandeputte@uzgent.be

Eline Verdyck 2 2719 – eline.verdyck@uzgent.be

BWS

ALGEMENE DIRECTIE


13 •

uw dienst! 3 Je hebt een klacht?

Als het antwoord op de vraag ‘ben ik tevreden over…’ negatief is, dan spreken we over een klacht. Klachten en verbeterpunten kun je melden over producten en diensten van de departementen Financiën (o.a. ook Aankoop), P&O, ICT en Facilitair Beheer (vanaf 1 april).

Als je een klacht meldt, komt die meteen terecht bij de persoon die er ook iets aan kan doen. Er kan een maatregel worden genomen om jou te helpen. Ook kunnen structurele maatregelen worden getroffen om de klacht voortaan te voorkomen.

Klachten over dienstverlening die in een geautomatiseerd proces zit › Een geautomatiseerd proces verloopt digitaal. Alle stappen van het proces zijn zichtbaar en traceerbaar. Dat geldt voor het P-WebLoket en de ICTdienstencatalogus. ›O p het einde van het proces krijg je

de vraag of de aanvraag uitgevoerd werd zoals gevraagd. Je hebt dan 3 mogelijkheden: 1) Je beantwoordt de vraag niet > de aanvraag wordt automatisch ­afgesloten na 10 werkdagen. 2) J e antwoordt dat de aanvraag ­uitgevoerd werd zoals gevraagd > BOS is blij met jouw antwoord. De vraag wordt afgesloten. 3) Je antwoordt dat de aanvraag niet correct werd uitgevoerd > een automatische melding gaat naar de betrokken proceseigenaar. Die zal de melding behandelen, een oplossing aanbieden en nadien de vraag afsluiten. Ben je niet tevreden met het antwoord of de manier ­waarop werd geantwoord? Ook dat kan je melden (zie ‘de escalatieprocedure’).

Wanneer de aanvraag afgesloten wordt, zal je een e-mail ontvangen om te peilen naar de dienstverlening rond het uitgevoerde proces.

Klachten over dienstverlening die niet in een geautomatiseerd proces zit en de escalatie­­procedure Ben je niet tevreden met de behandeling door de proceseigenaar of heb je een klacht over een niet-geautomatiseerd proces? Dan kun je een klacht indienen via het formulier ‘klachten en verbeterpunten’. Dat formulier vind je in de SelfServicePortal, waarvan het P-WebLoket en de ICT-dienstencatalogus deel uitmaken. De klacht wordt behandeld door het diensthoofd met een eerste escalatie naar het departementshoofd. De tweede escalatie komt automatisch terecht bij de directeur BOS.

4

Je hebt een opdracht?

Je wilt een defecte lamp laten vervangen? Een personeelslid aanwerven? Een laptop bestellen? Consulteer dan de product- en dienstencatalogus per departement op intranet. Klik op Bedrijfsondersteunende Sector.

P&O

Catering

Schoonmaak

Aankoop

Luc Goemaere 2 5966 – luc.goemaere@uzgent.be

Petra Debruyne 2 2529 – petra.debruyne@uzgent.be

Sarah Van Mossevelde 2 5100 – sarah.vanmossevelde@uzgent.be

Peter Bamelis 2 0389 – peter.bamelis@uzgent.be

Stephanie Willie 2 8952 – stephanie.wille@uzgent.be

Petra Debruyne 2 2529 – petra.debruyne@uzgent.be

Sarah Van Mossevelde 2 5100 – sarah.vanmossevelde@uzgent.be

Jo Van den Berghe 2 5157 – jo.vandenberghe@uzgent.be

Geerte Van den Driessche 2 8969 – geerte.vandendriessche@uzgent.be

Petra Debruyne 2 2529 – petra.debruyne@uzgent.be

Sarah Van Mossevelde 2 5100 – sarah.vanmossevelde@uzgent.be

Joke Poelman 2 0273 – joke.poelman@uzgent.be

Luc Goemaere 2 5966 – luc.goemaere@uzgent.be

Petra Debruyne 2 2529 – petra.debruyne@uzgent.be

Sarah Van Mossevelde 2 5100 – sarah.vanmossevelde@uzgent.be

Joke Poelman 2 0273 – joke.poelman@uzgent.be

Jessica Bastiaenssens 2 6188 – jessica.bastiaenssens@ uzgent.be

Petra Debruyne 2 2529 – petra.debruyne@uzgent.be

Sarah Van Mossevelde 2 5100 – sarah.vanmossevelde@uzgent.be

Peter Bamelis 2 0389 – peter.bamelis@uzgent.be

Jessica Bastiaenssens 2 6188 – jessica.bastiaenssens@ uzgent.be

Petra Debruyne 2 2529 – petra.debruyne@uzgent.be

Sarah Van Mossevelde 2 5100 – sarah.vanmossevelde@uzgent.be

Peter Bamelis 2 0389 – peter.bamelis@uzgent.be

Stephanie Willie 2 8952 – stephanie.wille@uzgent.be

Petra Debruyne 2 2529 – petra.debruyne@uzgent.be

Sarah Van Mossevelde 2 5100 – sarah.vanmossevelde@uzgent.be

Joke Poelman 2 0273 – joke.poelman@uzgent.be

Evie Maesen 2 8968 – evie.maesen@uzgent.be

Petra Debruyne 2 2529 – petra.debruyne@uzgent.be

Sarah Van Mossevelde 2 5100 – sarah.vanmossevelde@uzgent.be

Jo Van den Berghe 2 5157 – jo.vandenberghe@uzgent.be

Geerte Van den Driessche 2 8969 – geerte.vandendriessche@uzgent.be

Petra Debruyne 2 2529 – petra.debruyne@uzgent.be

Sarah Van Mossevelde 2 5100 – sarah.vanmossevelde@uzgent.be

Jo Van den Berghe 2 5157 – jo.vandenberghe@uzgent.be


• 14 loopbaan

Centrale Mobiele Equipe: een schot in de roos De sprong in het duister werd een succesverhaal. De Centrale Mobiele Equipe ‘acute afwezigheden’ telt 20 verpleegkundigen en 3 logistiek medewerkers die in tal van diensten acute afwezigheden opvangen. Tot grote waardering van alle betrokkenen.

S

inds juli 2011 helpt de Centrale Mobiele Equipe diensten uit de nood waar verpleegkundigen en logistiek medewerkers ziek zijn of omstandigheidsverlof nemen. Soms – zij het in mindere mate – kan het team ook een plotse hoge werkdruk helpen opvangen, ook al heeft de dienst voldoende bestaffing.

telkens een aantal afdelingen groeperen. In totaal zijn er nu zes focusgroepen: Intensieve Zorgen, Operatiekwartier, Pediatrie/Materniteit, Monitoring en twee groepen van hospitalisatiediensten verspreid over verschillende sectoren. In de ene focusgroep nemen de medewerkers zelfstandig een zorgzone over, in de andere werken ze enkel ondersteunend. De drie logistiek medewerkers worden ingezet op alle diensten behalve IZ, OK en Psychiatrie. Daarnaast springt een achttal medewerkers op vrijwillige basis bij wanneer er acute tekorten zijn in de Bloedprikploeg.

Marina Martens, hoofdverpleegkundige: ‘Wij kunnen momenteel 70 tot 80 procent van alle aanvragen oplossen. Het systeem draait 24 uur per dag. We vangen drie ziektedagen op tijdens de week en maximum vier als er een weekend tussen zit. De reacties zijn lovend, zowel van de diensten als van de hoofdverpleegkundigen en zorgmanagers. Medewerkers moeten minder vaak thuis worden opgebeld om te komen werken en voor de hoofdverpleegkundigen betekent het tijdswinst: vaak is hun probleem na één telefoontje opgelost.’

Ruth Christiaens, verpleegkundige, valt in maar liefst 12 afdelingen in: ‘We komen in contact met een brede waaier van diensten en pathologieën. Een enorme uitdaging. Dankzij een intensieve inscholing van zes maanden zijn we echter goed voorbereid. In onze eerste focusgroep konden we op elke afdeling twee à drie weken dubbellopen, zodat we een duidelijk beeld kregen van de werkwijze.’

Grondige inscholing

Kennis overdragen

Elke verpleegkundige binnen de equipe is toegewezen aan twee ‘focusgroepen’, die

De medewerkers van het team moeten een grote flexibiliteit aan de dag leggen

en hebben dan ook bewust voor de job gekozen. Verpleegkundige Jolien Stans begon meteen na haar studies te werken in de Centrale Mobiele Equipe ‘acute afwezigheden’ – focusgroep Pediatrie/ Materniteit. ‘Ik heb de afwisseling nodig en vind het leuk om bij te leren. De eerste drie maanden heb ik uitsluitend op Pediatrie gestaan, dat heeft geholpen om de klik van student naar werkende te maken. Wat mij ook aanspreekt: wij kunnen onze kennis overdragen van de ene afdeling naar de andere.’ Ruth Christiaens had 12 jaar op dezelfde afdeling gewerkt en had nood aan een nieuwe uitdaging. ‘De Centrale Mobiele Equipe was een geschenk uit de hemel’, zegt zij. ‘Al vond ik het wel een meerwaarde dat ik het UZ kende en wist hoe alles hier functioneert. Ik was vertrouwd met het EPD en kende vele artsen en verpleegkundigen.’

Jobtevredenheid De medewerkers werken in een vaste beurtrol van telkens acht weken. Een derde van de shifts is variabel: dan moeten ze in de late namiddag, eventueel


15 •

Van links naar rechts: Jolien Stans, Ruth Christiaens, Marina Martens.

van thuis uit, de planning nakijken om te weten waar ze de volgende dag zullen staan. Komen er nadien nog wijzigingen, dan krijgen ze een sms. Niet evident voor het privéleven? Marina Martens: ‘Het valt goed mee, want ze werken slechts een op vier weekends en doen geen nachtdiensten. Bovendien zijn de

variabele shifts mooi gespreid. Iedereen heeft zich geëngageerd voor een tweede jaar: het beste bewijs dat ze de job graag doen. Als je bij ons wilt werken, moet je wel beschikken over een zekere maturiteit, vlot contacten kunnen leggen en bereid zijn om snel oplossingen te vinden voor onverwachte problemen.’

Jolien en Ruth knikken bevestigend: ‘De voldoening is enorm groot. We worden overal met open armen ontvangen en staan er nooit alleen voor. De collega’s van de afdelingen begrijpen dat we niet alles kunnen weten. Durven vragen is de boodschap. Eigenlijk zien we ons een beetje als The A-Team van het UZ (lachen).’


• 16 zorg & beleid

Lunchen met … Rita Hietbrink

aan tafel!

Ze zijn met 72, de zorgambassadeurs van de provincie Oost-Vlaanderen. Samen promoten ze het zorgberoep op hun werkplek en daarbuiten. ‘Werken in de zorg is fantastisch, als je er tenminste met de juiste verwachtingen aan begint’, zegt Rita Hietbrink, zorgambassadeur voor het UZ.

D

e zorgambassadeurs zijn het kind van Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Sinds november 2012 werken ze aan een positieve beeldvorming voor de sector, in het kader van het actieplan ‘Werk maken van werk in de zorgsector’. Dat moet de instroom van arbeidskrachten in de zorgsector vergroten en de zorgverleners aan boord houden.

Het zorgberoep promoten doet Rita Hietbrink, hoofdverpleegkundige

Een zorgberoep is fantastisch als je het met je hart doet.

Gynaecologie, al jaren. ‘Ik moedig mijn medewerkers aan te investeren in studentenbegeleiding. Ook kijkstages omarmen we. Enkele dagen volstaan vaak om twijfelaars over de streep te trekken. En op vraag van de VDAB heb ik groepen rondgeleid – van logistiek-assistenten tot kandidaat-zorgkundigen.’ ‘Het verbaasde me dat slechts drie UZmedewerkers ingingen op de vraag vanuit de provincie om zorgambassadeur te wor-

den. Het gros van de ambassadeurs komt uit allerlei woonzorginstellingen. Die diversiteit levert een waaier aan verhalen op en toont hoe veelzijdig de zorgsector is.’ ‘Onder de zorgambassadeurs groeide snel een consensus over de boodschap die we willen brengen: een zorgberoep is fantastisch voor wie het met zijn hart doet. De sector biedt voor elk profiel een geschikte job, met veel tot geen patiëntencontact. Zelfs een techneut vindt hier zijn gading. Veel kandidaten hebben evenwel onrealistische verwachtingen en die willen we bijstellen. Een zorgberoep komt vaak met nacht- en weekendwerk en is geen kantoorjob. Een goede werkprivébalans is belangrijk, maar in de zorg heb je ook een verantwoordelijkheid. Start je met de juiste verwachtingen, dan is de kans groter dat je tevreden bent en de job blijft doen.’ ‘Het eerste jaar lag de focus op het ambassadeurschap in de eigen organisatie. Om te bekijken hoe we de functie verder kunnen invullen, willen de directeur Verpleging Rik Verhaeghe, mijn zorgmanager Lieven De Geyter en ik geregeld de koppen bij elkaar steken. Nu zal ik ook vaker in scholen of op evenementen gaan spreken, want daar zit onze doelgroep. Hoeveel tijd je er als ambassadeur aan besteedt, welke workshops je bijwoont en op welke vraag je ingaat, bepaal je zelf. Ik maak er graag tijd voor vrij.’ Meer info op www.ikgaervoor.be


zorg & beleid

17 •

In 2014 zal het ziekenhuis werken met een nieuw tarificatie- en facturatiepakket voor patiëntgebonden zorgverstrekkingen. In dat pakket wordt ook het onderdeel van de patiëntenadministratie geïntegreerd, dat nu nog deel uitmaakt van het EPD.

Nieuw tarificatie- en facturatiepakket en patiëntenadministratiemodule

B

ernard Fockaert (Staf Financiën): ‘Het huidige, door het UZ ontwikkelde softwarepakket voor patiëntfacturatie is verouderd, moeilijk te onderhouden en te integreren met nieuwe toepassingen. Daarom moesten we op zoek gaan naar iets nieuws. De keuze viel op OAZIS, een software die al met succes draait in meer dan veertig ziekenhuizen, waaronder UZ Leuven en ZNA. Het pakket is aangekocht en we zijn nu de voorbereidingen aan het treffen. De ‘go live’ is gepland voor 2014.’

Talrijke voordelen Zowel de Centrale Inningsdienst als het Onthaal zullen met een volledig nieuw systeem moeten werken. Maar de voordelen zijn legio: minder manueel werk, meer controlemogelijkheden, een gebruiksvriendelijk en flexibel werkinstrument enz. Het pakket heeft ook een koppeling met Carenet, zodat de verzekerbaarheid van de ambulante en verblijvende patiënten continu gecheckt wordt.

Guy Sanders (diensthoofd Centrale Inningsdienst): ‘Bovendien is er een rechtstreekse link met e-Health, zodat we de adresgegevens van de patiënt bij inschrijving kunnen ophalen uit het Rijksregister. Ook de artsengegevens worden online gekoppeld aan de RIZIV-gegevens. Allemaal belangrijke voordelen, gezien de ziekenhuisadministratie sterk gebonden is aan regelgeving. ‘

Patiëntenadministratiemodule ‘Nieuw is ook dat de patiëntenadministratiemodule – patiënten inschrijven, transfereren en ontslaan (het huidige CliniGent) – deel zal uitmaken van de-

zelfde applicatie’, zegt Christiaan Polet (diensthoofd ICT). Dat bleek gaandeweg wenselijk, met het oog op een efficiëntere implementatie van het nieuwe EPD-pakket in 2014 en een betere risicospreiding bij de invoering ervan. Simon Nowé (diensthoofd ICT): ‘De patiënten­administratiemodule in de nieuwe software zal worden gebruikt door het Onthaal, maar ook door de verpleegeenheden, poliklinieken en medische diensten. Dat maakt de impact op het ziekenhuis niet gering. Het is ook een enorme uitdaging om ze te koppelen aan verschillende systemen, zoals het huidige EPD, het apotheekpakket, SAP enz.’

Vanaf september 2013 worden kennismakingsmomenten en opleidingen gepland ter voorbereiding van de opstart in januari 2014. Meer informatie over het project volgt in de loop van de komende maanden.


• 18 dialoog

Gezonde voeding: stilaan een illusie?


19 •

Gezonde voeding is een hot topic. De media slaan de mensen om de oren met massa’s vaak tegenstrijdige weetjes en tips. Dat maakt het moeilijk om de bevolking correct advies te geven. Wij spraken erover met drie voedingsexperts.

‘‘

Van jongs af gezond eten Prof. dr. Stefaan De Henauw, hoogleraar Voeding en Volksgezondheid, UGent

‘Voeding is een optelsom van verschillende stoffen die ervoor moeten zorgen dat ons biologisch systeem goed draait, zodat we een lang en gezond leven kunnen leiden. Gezonde voeding komt in talrijke variaties voor. Enkele tips? De aandacht voor gezonde voeding begint van jongs af aan, en eigenlijk al in de baarmoeder, want het voedingspatroon van een zwangere vrouw beïnvloedt de latere gezondheid van het kind. De basis voor een gezonde voeding zijn plantaardige stoffen zoals groenten, fruit, noten, zaden, volkoren graanproducten, kruiden, kortom alles wat de natuur in haar meest oorspronkelijke vorm te bieden heeft. Verder is het altijd een goed idee om de wijze raad van een Amerikaanse journalist te volgen: 'Don’t eat anything your greatgrandmother wouldn’t recognize as food’. We moeten vooral ook minder eten, genoeg water drinken en veel bewegen. Er schort heel wat aan ons voedingspatroon, nog het meest bij bevolkingsgroepen uit lagere sociale milieus, bij kinderen en bij senioren. Onze hersenen zijn gevoelig voor bepaalde nutriënten en maken dat we gemakkelijk naar veten suikerrijke producten grijpen. Er zijn ook socioculturele redenen: we worden geboren in een cultuur en een omgeving en die zijn bepalend voor ons voedingspatroon. Dat oplossen is niet eenvoudig.

Er lopen sensibiliseringsacties en ook de voedingsindustrie kan haar steentje bijdragen door bijvoorbeeld minder verzadigde vetten en transvetzuren in ons voedsel te stoppen. Dat blijven druppels op een hete plaat, zolang de gezonde basisprincipes niet algemeen worden toegepast.’

‘‘

Te weinig groenten en fruit Dimitri Declercq, diëtist Pediatrie

‘Bij kinderen merken we toch wel een stijging van overgewicht en diabetes type 2, ten gevolge van onder meer een verkeerd voedingspatroon en te weinig beweging. Tot de leeftijd van ongeveer één jaar worden de aanbevelingen van Kind & Gezin goed opgevolgd. Daarna wordt de fruitpap al snel ingeruild voor een pudding, yoghurt of petit gervais. Zo krijgen de kinderen te veel eiwitten binnen en te weinig fruit. In de periode van ongeveer twee tot zeven jaar wordt het kind koppiger, zodat het moeilijk wordt om het nieuwe smaken te laten ontdekken. Kinderen hebben ook niet altijd dezelfde eetlust, wat perfect normaal is in hun ontwikkelingsproces. Maar ouders maken zich vaak zorgen en geven het kind wat het lekker vindt, zoals een dessertje, om conflicten aan tafel te vermijden. Zo kan een verkeerd voedingspatroon ontstaan. Doorgaans worden de voedingsmiddelen die de meeste voedingsstoffen aanbrengen het minst gegeten: kinderen en jongeren eten te weinig groenten en fruit en te veel tussendoortjes die rijk zijn aan

koolhydraten en vetten. Frisdrank blijft helaas populair bij kinderen en jongeren. Fruitsap is geen goed alternatief omdat het net zo veel koolhydraten aanbrengt.’

‘‘

Ondervoeding bij senioren Isabelle Heyens, diëtiste Zorgprogramma Geriatrie

‘Vandaag komt ondervoeding bij senioren vaak voor. Daar zijn verschillende redenen voor. Ouderen zijn minder mobiel, ervaren moeilijkheden om boodschappen te doen en te koken, hun smaak- en geurzin gaat achteruit, ze hebben problemen met hun gebit enz. Ook op emotioneel vlak hebben ze het hard te verduren: vaak moeten ze een flink deel van hun zelfstandigheid opgeven en worden ze geconfronteerd met rouwverwerking na het verlies van een partner of familielid.’ ‘Snel en ongewild gewichtsverlies brengt risico’s met zich mee, zodat de senioren makkelijk in een negatieve spiraal terechtkomen. Denk maar aan ondervoeding, hogere kans op infecties en herval, doorligwonden en een langere opname in het ziekenhuis. We proberen dat op te lossen door de klassieke basisvoeding calorierijker te maken: we smeren meer – gezonde – vetstof op de boterham, stimuleren het gebruik van volle melkproducten, verwerken fruit in yoghurt of milkshakes enz. Omdat grotere porties niet realistisch zijn, adviseren we om vaker kleinere porties te eten. Als dat niet voldoende blijkt vullen we aan met bijvoeding of preparaten.’


• 20 zorg & beleid

op bezoek

Ann Brusseel.

Het palliatief team

De palliatieve eenheid bestaat tien jaar, het palliatief support team is al langer actief. Samen zorgen ze voor patiënten die niet meer kunnen genezen.

C

Christine De Coninck.

hristine De Coninck, palliatief support team: ‘Het is onze taak om ongeneeslijk zieke mensen een waardig levenseinde te geven. Samen met andere zorgverleners waken we erover dat er tijdig een palliatief beleid wordt opgestart. Wat de een nog als medisch zinvol beschouwt, is dat niet altijd meer voor iemand anders. Pijnbestrijding is essentieel om het leven

boven de ziekte uit te tillen. In overleg met de sociale dienst zoeken we ook mogelijkheden om mensen comfortabel thuis te laten verblijven. We zien zo’n 500 patiënten per jaar. Een deel van hen wordt op de palliatieve eenheid opgenomen.’

Rust en veiligheid ‘Op de palliatieve eenheid verzorgen we mensen met een levensverwachting van twee tot drie maanden’, vertelt Ann Brusseel, verpleegkundige. ‘Vaak vallen bij opname vele vragen en onzekerheden weg. Er komt een zekere rust over de patiënten. Patiënten en familie voelen zich hier veilig. We proberen aan alle noden tegemoet te komen: bezoek is dag en nacht welkom, ook huisdieren zijn toegelaten. We hebben gezellige zitruimtes, een terras aan elke kamer, een keuken waar families samen kunnen koken en eten, een bubbelbad en rookkamer. Kinderen

krijgen bijzondere aandacht en kunnen zich uitleven in de speelhoek. We maken het zo huiselijk mogelijk, maar wel met professionele medische en verpleegkundige omkadering. Dat we steeds afscheid moeten nemen van patiënten en familie maakt ons niet minder gevoelig voor elk individueel lijden. En toch, het verrast misschien, maar hier is ook plaats voor plezier of een feestje.’

Genieten van kleine dingen Christine: ‘Het is jammer dat patiënten soms niet vroeger naar de eenheid komen. We kunnen hen hier meer comfort bieden en ze krijgen de kans om te genieten van kleine dingen. Zolang er uitzicht is op een curatieve behandeling kun je offers vragen in functie van de gezondheid. Maar als dat perspectief wegvalt, is het belangrijk dat je aandacht besteedt aan wat de patiënt zelf zinvol vindt.’ Ann: ‘Dat is het mooie aan onze job. We kunnen veel betekenen voor de patiënten en hun familie. Die waardering helpt ons door moeilijke momenten en geeft veel voldoening.’


zorg & beleid

21 •

Goed gehoord Een stoelgangtransplantatie. Prof. dr. Danny De Looze, gastro-enteroloog, had het er onlangs over in het Radio 1-programma Vandaag. ‘Het klinkt misschien vies, maar het is wel degelijk een uiterst effectieve behandeling bij patiënten met chronische diarree die veroorzaakt wordt door de bacterie Clostridium difficile’, zegt hij. Zo’n infectie ontstaat na een antibioticakuur, verstoort de darmflora en zorgt voor ernstige diarree, die opnieuw met antibiotica bestreden wordt.

‘Bij een op de vijf patiënten werkt dat echter niet’, zegt De Looze. ‘Zij vervallen in een oncomfortabele, chronische ­diarree. De enige manier om de darmflora bij hen te herstellen is door 200 tot 500 ml gezonde stoelgang van een donor in te brengen. Vorig jaar hebben we bij twee patiënten zo’n unieke stoelgangtransplantatie uitgevoerd. Dat gebeurde via een coloscopie. Telkens was een dochter de donor. Onze patiënten stellen het intussen prima’.

Slimme toiletten Wie op Urologie komt met prostaatklachten, urineverlies, plasproblemen, blaasontstekingen enzovoort moet eerst langs het slimme toilet. Twee nieuwe, volautomatische plastoiletten meten de plassnelheid en het urinevolume in één plasbeurt tijd. De meetresultaten tonen meteen of iemand juist plast en of er een indicatie is voor een onderliggend probleem. Ze belanden automatisch in het EPD. Een verpleegkundige komt er nog nauwelijks aan te pas. De patiënt krijgt een instructieblad voor het slimme toilet en kan er binnenwaaien wanneer hij of zij nodig moet.

Kwaliteitsaudits: leren van elkaar In februari vonden opnieuw kwaliteitsaudits plaats in het kader van het het accreditatietraject dat in het ziekenhuis is opgestart. Speciaal opgeleide UZ-medewerkers bezochten diensten om na te gaan hoe kwaliteitsnormen worden vertaald en toegepast op de werkvloer: dr. Annick de Jaeger, dr. Nadia Den Blauwen, Isabelle Dewinter, apr. Martine Dhoore, Marina Martens, prof. dr. Lucien Noens, Kathleen Segers, dr. Eva Steel, Bert Van De Wielle, Katya Van Driessche, Caroline Van Geyt, Ann Van Holsbeeck, Greet Verhaeghe en Leen Viaene. Zij brachten, in teams, een bezoek aan Apotheek, IZ Heelkunde, Spoedgevallen en de verpleegafdeling Hartheelkunde.

In Nederland toonde een kleinschalig onderzoek recent aan dat deze procedure de meest doeltreffende was: vergeleken met twee controle groepen die antibiotica of een darmspoeling kregen, had in de derde groep 90 procent van de patiënten drie maanden na een stoelgangtransplantatie geen diarree meer. In Vlaanderen werden tot nu ongeveer een tiental stoelgangtransplantaties uitgevoerd.

Thé dansant om nooit te vergeten In december vroegen de diensten Geriatrie en Neurologie mensen met dementie, hun mantelzorger en familie ten dans in de Vooruit in Gent. Met dat initiatief – ter ondersteuning van Music For Life – wilden de diensten het taboe rond dementie helpen doorbreken. Muziek en beweging zijn heilzaam voor mensen met dementie, en dat kon je merken. Niet alleen de gasten genoten zichtbaar, ook voor de UZ-medewerkers was het een hartverwarmende middag.


• 22 zorg & beleid Van links naar rechts:. Sylvie Michiels en Katrien Bockaert, teamleden.

Psychiatrische crisishulp aan huis In Gent is sinds kort een mobiel crisisteam actief. Het helpt mensen in acute psychiatrische crisissituaties, thuis, in hun vertrouwde omgeving. Vier UZ-medewerkers maken deel uit van het team. Hilde Vandemoortele, hoofdverpleegkundige van de Universitaire Psychiatrische Spoedinterventieeenheid (UPSIE), is coördinator.

W

aarom is het mobiel crisisteam opgezet?

Hilde Vandemoortele: ‘Er zijn veel psychiatrische bedden in de regio Gent, zeker in vergelijking met andere Europese steden. De overheid vraagt om bedden af te bouwen ten voordele van hulp aan huis. Het UZ Gent heeft vijf bedden geschrapt, PC Caritas, PZ SintCamillus, PC Dr. Guislain en PC GentSleidinge samen 91 bedden. Zo kwamen twintig zorgverleners vrij voor het mobiel crisisteam. We werken vanuit de UPSIE en een kantoorgebouw aan Dok Noord.’

Wanneer doen mensen een beroep op jullie hulp? Frederik Duprez, sociaal werker: ‘Professionele hulpverleners zoals huisartsen, psychologen, politie, thuiszorgdiensten en OCMW’s kunnen ons bellen als mensen een acute crisis doormaken. Crisissen hebben diverse oorzaken: relationele problemen, persoonlijkheidsstoornissen, psychosen, alcohol- en druggebruik, gedwongen uithuiszettingen. We werken laagdrempelig en gratis en zien dan ook heel wat schrijnende sociale problemen.’ Dr. Gunter Heylens, psychiater: ‘Het mobiel crisisteam behandelt niet. Het probeert de crisis te stabiliseren en mensen terug op het juiste spoor te krijgen. We hebben een groot netwerk en vormen een brug tussen de eerste- en tweedelijnszorg. Crisissen ontstaan zelden uit het niets. Het zijn plotse uitbarstingen als gevolg van een chronisch probleem. We zorgen ervoor dat mensen bij de juiste hulpverleners terechtkomen als de acute crisis onder controle is.’


23 •

Dr. Gunter Heylens (links), Hilde Vandemoortele en Frederik Duprez.

Hilde Vandemoortele: ‘Na een telefonisch gesprek met de zorgverlener doen twee leden van het team een eerste huisbezoek. Meestal volgen dan nog meerdere gesprekken, zowel aan huis als telefonisch. We werken intensief en gaan soms meerdere keren per dag bij iemand langs.’

Komen jullie soms in gevaarlijke situaties terecht? Hilde Vandemoortele: ‘Alleen als we een situatie onrustwekkend vinden, vragen we om politiebegeleiding. We bellen altijd voor onze komst, en de meeste mensen geven toestemming voor een bezoek. Maar soms moeten we letterlijk onze schouders tussen de deur wrikken.’

Wat zijn de voordelen van opvang thuis? Gunter Heylens: ‘Psychiatrische opnames zijn ingrijpend en stigmatiserend. Ze veroorzaken stress en spanning. Je neemt een mens zijn verantwoordelijkheid af. Na ontslag gaapt een leegte en neemt het risico op herval of zelfmoord toe. Opname

is dus een noodzakelijk kwaad. Bij thuisopvang blijven mensen in hun sociale context. Je kan gebruikmaken van hun sterktes en die van hun familieleden. Het is ook leerrijk om de thuisomgeving te zien, dat geeft soms meer inzicht in de situatie.’

daarvoor hebben, gebruiken we zo efficiënt mogelijk: we zijn aanwezig bij het teamoverleg en geven daar advies. Het team kan ook een beroep doen op onze wachtdienst. Uitzonderlijk gaan we mee op huisbezoek.’

Welke bagage hebben jullie om met crisissituaties om te gaan?

Vinden zorgverleners gemakkelijk de weg naar het mobiel crisisteam?

Hilde Vandemoortele: ‘In ons team zitten mensen met verschillende achtergronden: psychologen, maatschappelijk werkers, ­psychiatrisch verpleegkundigen, ergotherapeuten… Iedereen doet hetzelfde basiswerk. We moeten dus van vele markten thuis zijn.’ Frederik Duprez: ‘Elk teamlid heeft zijn eigen aanpak en ervaring die nuttig kan zijn. Sommige werkten in het verleden met adolescenten, andere rond psychosen of middelenmisbruik. Alle expertise komt van pas.’ Gunter Heylens: ‘Het team wordt ondersteund door twee psychiaters en een assistent. Het beperkte aantal uren dat we

Frederik Duprez: ‘We krijgen al aanvragen, maar moeten als nieuwe pion in het spel nog onze plaats veroveren. We voelen wel dat we een lacune invullen. Tot nog toe was 21 december onze drukste werkdag. Er was toen veel heisa over het vergaan van de wereld volgens de Mayakalender. Bij kwetsbare mensen kunnen zulke verhalen een crisis uitlokken. We hebben die avond tien huisbezoeken gedaan met vijf mensen en ons zeker nuttig gemaakt.’ Het mobiel crisisteam is permanent bereikbaar (dag en nacht) en is beschikbaar voor interventies van 7u tot 22u (elke dag). Tel. 09 332 14 14.


• 24 sociaal

Goed voorbereid naar huis Van links naar rechts: Griet De Bodt, Jo Maes, Barbara Devolder.

Ziekenhuisopnames worden korter, de zorg complexer. Patiënten hebben na ontslag uit het ziekenhuis vaak nog hulp nodig. Die regel je niet in een vingerknip: de voorbereiding start poliklinisch of bij opname. Drie richtlijnen voor een vlot en veilig ontslag. Vul het verpleegkundig opnameprofiel in Barbara Devolder, verpleegkundige EPD: ‘In het opnameprofiel noteert de verpleegkundige administratieve en medische gegevens, maar ook informatie over de leefgewoontes en de sociale context van de patiënt. Het is een risicoscreening: zijn er omstandigheden die ontslag op de geplande datum kunnen verhinderen, dan plaatst de verpleegkundige een order voor bijstand door de Sociale Dienst Patiënten (SDP). De sociaal werkers gaan dan op zoek naar thuisverpleging, opvang in een rust- en verzorgingstehuis of andere ondersteuning. Zo kunnen we verlengde opnames om sociale redenen vermijden.’ ‘Nauwgezet rapporteren in het verpleegkundig dossier vraagt tijd, maar rendeert:

het verbetert niet alleen de zorg, het helpt ons ook om intern te communiceren en geen dubbel werk te doen.’

Organiseer interdisciplinair overleg Griet De Bodt, ontslagcoördinator SDP: ‘Het is cruciaal dat je al tijdens de opname overlegt en nadenkt over het ontslag. Dat kan het best op een interdisciplinair overleg: niet alleen artsen en verpleegkundigen, ook de sociaal werker en andere zorgverleners bespreken samen de toestand van de patiënt. Een goed ingevuld verpleegkundig opnameprofiel helpt de sociaal werkers om actief met oplossingen te komen. De Gentse ziekenhuizen overleggen momenteel ook met thuiszorgdiensten, mutualiteiten en andere externe zorgverleners om hun werkwijze beter op elkaar af te stemmen.’

Bereid het ontslagmoment voor Jo Maes, coördinator opname en ontslag: ‘De vooropname met risico-inschatting genereert een geplande ontslagdatum die rekening houdt met de verantwoorde ligduur. Patiënten en hun familieleden moeten die ontslagdatum kennen. Onderzoek toont aan dat je zo de tevredenheid over de ziekenhuisopname vergroot. De familie kan dan immers tijdig regelingen treffen voor het ontslag, eventueel in overleg met de sociaal werker van de afdeling.’ ‘Patiënten moeten voor de middag uit het ziekenhuis ontslagen worden. Als we die regel consequent toepassen, kunnen we het aantal onverantwoorde ligdagen fors verminderen. Dat vraagt enkel een betere planning. Aan de kwaliteit van de zorg raken we niet.’

De richtlijn Ontslagcoördinatie vind je op intranet > algemene directie > cel kwaliteit > kwaliteitsdocumenten > richtlijnen


sociaal 25 •

verborgen talent

Een goede B-Boy heeft een eigen stijl

Mike Bardyn, verpleegkundige Intensieve Zorg Pediatrie

I

k was zeventien en helemaal weg van de videoclip Freestyler van de Bomfunk MC’s. In de dansschool waar ik me inschreef voor breakdanceles was ik de oudste. Maar al snel bleek dat ik talent had en met de jongere, meer ervaren breakdancers of B-Boys kon wedijveren. Na drie jaar bereikte ik mijn hoogste niveau. Breakdance werd een passie. Dat is het nog altijd, ook al dans ik nu minder. Ik ben 27 jaar en mijn gewrichten zijn niet meer zo soepel als tien jaar geleden. Maar de techniek is er nog, dus geef ik nog af en toe les aan jongeren, onder andere op zomerkampen.’

‘Breakdance is een combinatie van verschillende invloeden en bewegingen. Het meest spectaculair zijn de ‘powermoves’. Dat zijn acrobatische series zoals salto’s, windmill (op de rug ronddraaien), headspin (op het hoofd ronddraaien) … Veel danssets bevatten ook ‘freezes’, vaak variaties op de handenstand, waarbij je de beweging even bevriest. Maar een echt goede B-Boy is vooral creatief en kan goed dansen op het ritme van de muziek. Je moet een eigen stijl ontwikkelen. Die creativiteit vind ik minder terug bij andere sporten.’

‘Muziek, genoeg ruimte en een gladde ondergrond, meer heb je niet nodig voor breakdance. Ook op de afdeling hebben collega’s me al aan het dansen gekregen. Een ernstig ziek jongetje wilde graag een demonstratie. Ik stond midden op de afdeling op één hand. Hij vond het geweldig. Breakdance is een extreme sport. Maar het is me gelukt om zonder al te veel blessures een hoog niveau te halen. Om een goede B-Boy te worden heb je doorzettingsvermogen nodig en moet je veel trainen. Als ik later kinderen heb, moedig ik ze zeker aan om ook les te gaan volgen.’


• 26 personalia

nieuwe ) t n a r i p s (a leidinggevenden Sofie Delasorte, verpleegkundige en projectmedewerker Intensieve Zorg ‘De job van hoofdverpleegkundige spreekt me al lang aan. Ik wilde me een goed beeld vormen van wat die functie allemaal inhoudt. Daarvoor is de opleiding Aspirant Management Development Programma (Aspirant MDP) geknipt. Ik volgde de tiendaagse vorming op aanraden van mijn zorgmanager Hilde Goedertier. De sessies in het UZ, de Ardennen en Maarkedal hebben me veel geleerd over groepsdynamiek en feedback geven. En nu weet ik dat leidinggeven écht iets voor mij is. Het was ook fijn om collega’s van andere diensten beter te leren kennen. Ik werk graag als projectmedewerkster en wil die vier jaar uitdoen. Nadien kijk ik zeker uit naar een leidinggevende functie.’

Katrien Rouges, hoofdverpleegkundige Centrale Dienst voor Logistieke Medewerkers Verpleging ‘Ik werkte als dialyseverpleegkundige en wilde graag ooit een leidinggevende functie uitoefenen. Vanuit Loopbaanbegeleiding is me daarom de opleiding Aspirant MDP aangeraden. Je doet er aan zelfreflectie en leert zo je sterke punten én werkpunten kennen. Als je bereid bent in jezelf te graven is die opleiding echt verrijkend. Het kan best persoonlijk worden, maar ik ben er alleszins sterker uit gekomen. En zaten we ergens mee, dan konden we altijd terecht bij onze buddy, een collega-cursist, of de coach. Ik geef nu leiding aan 22 mensen en heb nog altijd erg veel aan de tips uit de opleiding.’


27 •

we wuiven uit ‌

Algemene, Thoracale en Digestieve Heelkunde Nicole Lippens, gebrevetteerd verpleegkundige, 30 november 2012 Bacteriologie / Virologie Kathelijn Lanckriet, laborante, 31 december 2012 Bewegingsstelsel Catherine Dragonetti, geschoolde werkvrouw, 30 november 2012 Biomedisch-technische dienst Patrick Debisschop, technisch medewerker, 31 december 2012 Centrale Inningsdienst Erna Vanden Daele, hoofdadministratief medewerker, 31 januari 2013

Lutgarde Willockx, administratief medewerkster, 31 januari 2013

Astere Coen, adjunct-hoofdlaborant, 31 december 2012

Hart- en Vaatziekten Frida Brusselmans, adjunct-hoofdverpleegkundige, 30 november 2012

Danielle Bliki, gegradueerd verpleegkundige, 31 december 2012

Marleen Buysse, kinderverzorgster, 31 januari 2013

Melkkeuken Hilda Gyselinck, kinderverzorgster, 31 december 2012

Huidziekten Linda Demedts, kinderverzorgster, 30 november 2012

Neurochirurgie 6K12B Jackie Beirnaert, gegradueerd verpleegkundige, 30 november 2012

Infrastructuur Jacqueline Van De Wynckel, administratief medewerkster, 31 december 2012

PACU UZ1-UZ2 Sonia Opdorp, gebrevetteerd verpleegkundige, 31 december 2012

Florentien Blockeel, technisch medewerkster, 31 januari 2013

Post Nadine De Smet, geschoolde werkvrouw, 31 december 2012

Intensieve Zorg Luc Billiauw, gegradueerd verpleegkundige, 31 januari 2013 Hilda Martens, hoofdverpleegkundige, 31 december 2012 Kinderkliniek Erna De Geest, gegradueerd verpleegkundige, 30 november 2012

Fysische Geneeskunde Paula Christiaens, stafmedewerkster, 31 december 2012

Karin Martens, ziekenhuisassistente, 31 december 2012

Marie Claeys, kinesitherapeute, 31 december 2012

Georgette Landuyt, geschoolde werkvrouw, 31 januari 2013

Gastro-enterologie Christiane De Coensel, hoofdverpleegkundige, 31 december 2012

Klinische Biologie Linda Laute, laborante, 30 november 2012

Radiologie & Medische Beeldvorming Jan Degrande, gegradueerd verpleegkundige, 31 december 2012 Schoonmaak Christine Van Blanckenberg, geschoolde werkvrouw, 30 november 2012 Viviane Van De Velde, geschoolde werkvrouw, 31 december 2012 UPSIE Rita De Bruyne, ziekenhuisassistente, 31 december 2012 Verloskwartier Materniteit Marie Hooghe, vroedvrouw, 31 december 2012


• 28 sociaal

Teams in de bloemetjes In september 2012 vonden een symposium en debat plaats over ‘Diversiteit en Gelijke Kansen in het UZ Gent’. Met maar liefst 173 interne en externe deelnemers en tal van interessante sprekers was dit symposium een groot succes. De leden van de Stuurgroep Diversiteit en Gelijke Kansen, die het evenement hadden georganiseerd, werden op 22 november als Team van de Maand gevierd.

Snelle hap: bestel je broodje online Sodexo heeft een website gelanceerd waarop medewerkers online broodjes kunnen bestellen. De broodjes kan je vervolgens snel afhalen in een van de UZ-cafetaria’s. Je krijgt een elektronische bevesti-

In januari 2013 was het de beurt aan de hospitalisatieafdeling Cardiologie (8K12B). Zij oogstte lof voor het teambegeleidingstraject dat de medewerkers daar hebben afgelegd sinds januari 2011. Met de viering wil de Directie het team bedanken voor de inspanningen en aanmoedigen om de cultuurwijziging te bestendigen. Ook de P&Oconsultants die betrokken waren bij het begeleidingstraject werden in de bloemetjes gezet.

ging van elke bestelling en betaalt met je badge. Momenteel testen twee afdelingen het onlinebestelsysteem uit. Op intranet lees je wanneer het systeem voor alle medewerkers beschikbaar wordt.

Dagziekenhuis BAS aangekleed

Sarah Vermeersch, prof. dr. Stéphanie Laurent en Carine Schollaert tonen het winnende beeld, ingezonden door de man van een patiënte.

Om de kale gangen en de ruimtes aan te kleden schreef het Dagziekenhuis BAS een fotowedstrijd uit onder patiënten en medewerkers. De 156 inzendingen werden gebundeld in een boek. Een twintigkoppige jury van medewerkers koos daaruit de 24 beste beelden en de winnende foto. Het resultaat mag worden gezien: mooie natuurtaferelen, warme stadsportretten en intieme beelden fleuren de witte muren op. En daar zijn mede-

werkers en patiënten blij mee. Prof. dr. Stéphanie Laurent: ‘Het was een werk van lange adem, maar tegelijk een persoonlijk project dat ons nog dichter bij elkaar bracht. De familie van een patiënt, de familie Vincke, schonk ons het nodige geld. Ik wil hen daar van harte voor bedanken. Ik bedank ook Sarah Vermeersch, de secretaresse van onze sector BAS, en onze hoofdverpleegkundige Carine Schollaert voor hun inzet.’


29 •

Lifetime Achievement Award voor Griet De Cuypere

Studenten plaatsen tandimplantaten De dienst Tand-, Mond- en Kaakziekten is op zoek naar vrijwilligers die willen deelnemen aan een opleidingsproject voor laatstejaarsstudenten Tandheelkunde. De studenten leren tandimplantaten plaatsen en restaureren. Een implantaat vervangt een verloren tand, is esthetisch en biedt optimaal comfort. Normaal kost de plaatsing ongeveer 2.000 euro per tand maar in het kader van dit project kan dat tegen de helft van de prijs. Iedereen die ouder is dan 18 jaar en een of meerdere tanden mist in de boven- of onderkaak komt in aanmerking voor deelname. Interesse? Maak dan vrijblijvend een afspraak op de dienst Tand-, Mond- en Kaakziekten op tel. 09 332 57 68 (afspraken Parodontologie) of frederic.dierckxsens@ugent.be.

Eind januari reikte holebi- en transgenderkoepel ­çavaria de allereerste Cavaria Lifetime Achievement Award 2013 uit aan psychiater dr. Griet De Cuypere, die dertig jaar geleden aan de basis lag van het Genderteam. Dankzij haar jarenlange inzet in onderzoek en therapeutische bijstand heeft ze de thema’s ‘transgender’ en ‘transseksualiteit’ zichtbaar gemaakt. Ze is een echte wereldautoriteit, zo oordeelde Cavaria. Dr. De Cuypere heeft in al die tijd honderden transseksuelen geholpen, zowel voor en tijdens als na hun transitie. Haar carrière vertelt niet alleen het verhaal van een unieke zorg en bekommernis om transgenders, maar toont ook hoe nieuwe inzichten tot

nieuwe houdingen kunnen leiden, waardoor onze samenleving bijvoorbeeld haar focus op geslacht kan verleggen en genderidentiteit kan erkennen. Intussen heeft dr. De Cuypere de leiding van het Genderteam losgelaten, maar ze blijft actief, onder meer als (bestuurs)lid van de World Professional Association for Transgender Health en de ENIGI-onderzoeksgroep (European Network for the Investigation of Gender Incongruence).

Nieuw elektronisch patiëntendossier op komst Het huidige elektronisch patiëntendossier (EPD) is in 1997 geïntroduceerd als een ordercommunicatiesysteem voor clinici. Sindsdien zijn diverse modules bijgebouwd en is het EPD uitgegroeid tot een volwaardig pakket dat diverse zorg­verstrekkers in het ziekenhuis gebruiken. Omdat het tegen zijn technologische grenzen is gestoten, wordt een nieuw EPD aangekocht dat toekomstige uitdagingen in de gezondheidszorg beter kan ondersteunen. Het UZ Gent bekijkt of samenwerking met andere Vlaamse

ziekenhuizen mogelijk is. Dat zou niet alleen de draagkracht van de oplossing kunnen vergroten, maar een deel van de kost kunnen spreiden over meerdere installaties. Timing: het dossier wordt eind 2013 gegund. De implementatie is gepland vanaf het tweede kwartaal van 2014. Het UZ wil in 2 tot 4 jaar overgaan van het bestaande naar het nieuwe EPD, met maximale aandacht voor de continuïteit van de zorgverlening.

Eerste hulp bij communicatieproblemen Het project ‘Eerste hulp bij communicatieproblemen’ van de afdeling Intensieve Zorg Heelkunde is laureaat van de jaarlijkse wedstrijd Colour Your Hospital van Belfius Foundation, een privéstichting die onder meer welzijnsprojecten voor ziekenhuispatiënten ondersteunt. Veerle Bosschem, hoofdverpleegkundige, en Mieke Van Craenenbroeck, verpleegkundige, IZ Heelkunde 1K12C: ‘Dankzij de prijs ter

waarde van 7500 euro zullen wij communicatiehulpmiddelen zoals meer spraakcomputers kunnen aanbieden aan patiënten op IZ. Dat zal patiënten die na een operatie tijdelijk niet kunnen praten helpen om nog beter te communiceren met zorgverleners en familie. Vroeger gebeurde dat vooral via kaarten en letterborden, maar spraakcomputers maken toch een wereld van verschil: ze geven patiënten hun stem terug’.

Veerle Bosschem en Mieke Van Craenenbroeck


• 30 sociaal

Vijftien sportieve UZ-medewerkers lopen dit jaar een marathon rond de Watersportbaan in Gent. Ze nemen deel aan ‘Hero for one day’, een project van marathonman Stefaan Engels. Het Centrum voor Sportgeneeskunde zorgt voor de medische begeleiding.

Held voor één dag Karolien Vanden Meerschaut, logistiek assistente op IZ Heelkunde en IZ Pediatrie, is een van de tien UZlopers: ‘Ik neem me al lang voor om minstens één keer in mijn leven een marathon te lopen. De deelname van het UZ Gent aan Hero for one day heeft me het definitieve zetje gegeven. De marathon uitlopen is mijn doel, al doe ik er vijf uur over. Ik loop al lang drie keer per week, maar voor de marathon zal ik nog extra moeten trainen. Op 19 december 2013 ben ik aan de beurt. Ik breng een pak supporters mee. Wie wil, mag enkele kilometers met me meelopen, maar uiteindelijk ben ik natuurlijk de enige ‘held voor een dag’.

W

ij stellen voor zowel competitiesporters als recreatieve sporters trainingsschema’s op’, vertellen sportarts Jan Verstuyft en inspanningsfysioloog Jan Boone. ‘Alle sporters worden grondig gescreend. Op basis van hun conditie en hun sportieve ambities bepalen we de gepaste trainingsintensiteit voor een optimaal resultaat. Zonder schema hebben veel sporters immers de neiging om te intensief te trainen.’

Vijf stappen naar een trainingsschema

1

Tijdens een gesprek peilen we naar de medische, familiale en sportieve achtergrond van de sporter. Zo sporen we risicofactoren op. Dan volgt een klinisch onderzoek. Lengte, gewicht en vetpercentage worden opgemeten. Overgewicht kan de

2

gewrichten namelijk zwaar belasten. We luisteren naar het hart en de ­longen, meten de bloeddruk en nemen een elektrocardiogram. Indien nodig ­verwijzen we de sporter naar de cardioloog of longarts. Elke sporter doet een inspanningstest op de loopband. We drijven de inspanning geleidelijk op. Met een mondmasker meten we het zuurstofverbruik en met bloedprikjes bepalen we de melkzuurconcentratie. Dat geeft ons een goed beeld van de conditie. We monitoren ook de hartslag. Op de loopband beoordelen we ook of de loper geen probleem heeft met zijn looptechniek of schoeisel. Is dat zo, dan verwijzen we naar een podoloog voor een ganganalyse.

3 4

5

Info: Centrum voor Sportgeneeskunde, tel. 09 332 37 40


agenda

noteer deze data in je agenda!

31 •

Sportieve lente • L entewandeling: Lessen / Henegouwen: zondag 24 maart, 11 km. Heb je al een porfiergroeve gezien? Samenkomst om 14 uur aan station van Lessen (Lessines). •F amiliefietstocht: woensdag 24 april (vertrek K7), 22 mei, 19 juni: start om 19 uur. Meer info zie affiche. •W ielertocht Davitamon Classic: 27 april, start en aankomst in Nazareth. Meer info bij Hugo Debosschere, tel. 25647.

Beeld werk Simon Barroo?

• L oop van Vlaanderen op zondag 28 april 2013 voor wandelaars en lopers. Afstanden: 10 km (start om 14 uur) en 25 km (start om 10 uur) dwars door de Vlaamse Ardennen. Prijs: 10 km = 10€ (wandelaar) en 15€ (loper) / 25 km = 20€ (wandelaar) en 25€ (loper). Meer info, inschrijven en betalen tot en met 26 maart bij Murielle Rogiers, Sportdienst, 3K4.

Continentieproblemen bij kinderen

Slechtziende patiënt stelt tentoon Tussen 22 maart en 18 juni kun je grafische werken van Simon Barroo bewonderen in het Centrum voor Visuele Revalidatie en Low-Vision. Simon (°1978) lijdt aan het Syndroom van Usher, een erfelijke aandoening die doofblindheid veroorzaakt. Meer info: rc.oogziekten@ugent.be

Op donderdag 25 april vindt het 4de symposium Kindergastro-enterologie over continentieproblemen plaats in de Conferentiezaal (Zebrastraat, Gent). In de voormiddag komen de organische problemen (kinderartsen, heelkunde/­ kinderchirurgie) aan bod, in de namiddag de functionele problemen(kinderartsen, psychologe, kinesitherapeut). Er zijn ook inter­actieve sessies voorzien. Inschrijven en meer informatie: stephanie.boterdaele@ uzgent.be of 23966


de patiënt Céderic Baeckelandt was 8 toen zijn lichaam het liet afweten. Hij dronk sloten water, at amper, vermagerde snel en had geen energie. Diagnose: suikerziekte. Céderic werd de eerste gast in een nagelnieuwe kamer van het Kinderziekenhuis Prinses Elisabeth.

‘Mijn buik leek wel een zwembad’

G

een moment te vroeg’, zegt Céderics moeder Nancy. ‘Een dag later kon hij in een coma beland zijn.’ Céderic moet insuline inspuiten om zijn bloedsuikerspiegel onder controle te houden. ‘Ik was de eerste van 8 die dat zelf deed’, zegt hij trots. ‘Mama en papa mochten niet van mij. Zolang ik het goed blijf doen, kan en mag ik veel. Ik zeil met een optimist, tennis, turn, skateboard en volg kunstacademie’. ‘Sport is goed voor hem’, stemt zijn vader Bruno in. ‘Natuurlijk moet hij ook gezond eten. Céderic kent de broodwaarden – koolhydraatporties – van zowat alle voedingsproducten. Toch willen we hem niet alles ontzeggen. Zijn gemoed is ook belangrijk. We maken goede afspraken en beperken de porties.’ Dat Céderic al twee jaar regelmatig op controle moet bij dr. Sara Van Aken en haar team vindt hij niet zo erg. ‘Dan moet ik tenminste niet naar school. Ook de inspuitingen vallen mee. Mama zegt dat ze me gezonder maken.’ Nancy: ‘We hebben veel inspraak in de zorg. Toch komt er heel wat bij kijken. Het heeft een grote impact op je dagelijkse leven.’

van en voor alle UZ Gent-collega's B43-Trimestrieel tijdschrift, april-mei-juni 2013. Afgiftekantoor Gent-X. Afzendadres: De Pintelaan 185, 9000 Gent. P806009

BELGIE-BELGIQUE P.B. Gent-X B/43


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.