UZletters 1

Page 1

110 belgie – Belgique PB – PP

letters

Afzendadres: De Pintelaan 185 – 9000 Gent | Toelating gesloten verpakking nr. 03/60 | Afgiftekantoor Gent X

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen UGent uz gent

BC 99999

Driemaandelijks tijdschrift jrg 22, nr 110 apr –  mei 2012


advertentie


advertentie


E

Radiologie of OK? In het nieuwe hybride operatiekwartier zijn alle nodige medische beeldvormingstechnieken handig geïntegreerd. Dit nieuwe paradepaardje verhoogt de veiligheid en de kwaliteit bij vasculaire interventies zoals stentplaatsing of bypassoperaties.


EDITO 5

edito

UZ Letters in een nieuw kleedje Ik ben verheugd u ons vernieuwde magazine te kunnen voorstellen. Verandering drong zich op, omdat de vorm en de redactionele aanpak van het tijdschrift lang ongewijzigd waren gebleven. En voor wie zich afvraagt of het voor ons geen economisch moeilijke tijd is: het nieuwe blad wordt gerealiseerd met hetzelfde budget als voordien. UZ Letters heeft een grondige facelift ondergaan. Omdat we weten dat u weinig tijd hebt, kunt u voortaan sneller de kern van een artikel zien. De teksten zijn wat korter maar bevatten alle ­inhoudelijke informatie. En omdat dat aangena­ mer leest, brengen we meer variatie in ons beeld­ gebruik. Ik hoop alvast dat u de vernieuwings­ operatie geslaagd vindt. Het wordt stilaan een traditie: we maken opnieuw melding van een nieuw gebouw op de campus. Het vooruitstrevende Revalidatie­ centrum - waar patiëntencomfort en toegan­ kelijkheid centraal staan - werd op 20 maart ingehuldigd. Er is ook aandacht voor de nazorg na de gezichtstransplantatie, die recent in het UZ Gent werd uitgevoerd. En via het Collaboratief Zorgplatform (CoZo) kunnen ziekenhuizen en huisartsen medische patiëntengegevens op een betrouwbare manier uit­ wisselen. Het UZ Gent is voorloper in het opzetten van dit platform. Ik wens u veel leesgenot.

Prof. dr. Norbert Fraeyman Hoofdredacteur


I

IN DIT NUMMER

zorg

08 Het nieuwe Revalidatie­ centrum vangt patiënten op in een ontspannende, huiselijke sfeer.

14 Zorgcentrum Wondzorg biedt patiënten, ook buiten het ziekenhuis, naadloze zorg.

16 Na de gezichtstransplantatie: levenskwaliteit herwinnen in vier domeinen.

20 dialoog

Bij het zorgpad ­anafylaxie is de communi­catie ­tussen ziekenhuis en ­huisarts cruciaal. dr. Bart Van de Velde, groepspraktijk Ledeberg

Colofon

UZ Letters driemaandelijks medisch-wetenschappelijk magazine van het Universitair Ziekenhuis Gent Hoofdredacteur Prof. dr. Norbert Fraeyman redactie­ coördinatie Marie-Laure Solie, T 09 332 46 47, communicatie@uzgent.be Advertenties Imke Vanderlinden, T 09 267 64 47, imke.vanderlinden@jaja.be Concept, redactie en realisatie


IN DIT NUMMER 7

beleid

onderzoek

24

26

opleiding

28

Patiëntengegevens uitwisselen via het nieuwe platform CoZo.

Precisiebestraling bij ­prostaatkanker levert ­beloftevolle resultaten.

Basisopleiding naar 6 jaar: interview met prof. dr. Jan De ­Maeseneer

zoom

agenda

en ook…

19

21/04

Symposium geïntegreerde

zorg voor CVS-patiënten

32

Jansen & Janssen Creative Content, T 09 267 64 60, www.jaja.be Fotografie Philip Vanoutrive, Christophe Vander Eecken, Thomas Verfaille, Shutterstock, Science Photo Library ­Illustraties Sarah Wouters V.U. Eric Mortier, De Pintelaan 185, 9000 Gent De inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het UZ Gent

04 highlight 12 scan 30 campus kort


Z

Revalideren in een sterrenhotel


ZORG 9

Met zijn muren in terracottarood zorgt het nieuwe Revalidatie­ centrum op de UZ-campus voor een warme gloed tussen het ­betongrijs. En warm en helend is ook het interieur – geen klassieke ziekenhuissfeer, maar een verblijfsomgeving die nog het meest aan een hotel doet denken.

E

en hotel: dat is inder­ daad de associatie die bij je opkomt als je het Revalidatiecentrum binnenwandelt. Een gezellige cafetaria, een lobby met een onthaalbalie en kinderzithoek, binnenstromend daglicht, kleurac­ centen in rood, grijs en wit die overal worden doorgetrokken. En dan hebben we de patiëntenkamers nog niet gezien: ruim, comfortabel ingericht, met zicht op de tuin. ‘Een kolossaal verschil met ons oude Revalidatiecentrum dat in 1970 was gebouwd’, zegt prof. dr. Guy Vanderstraeten, decaan en dienst­ hoofd Fysische Geneeskunde en Revalidatie. ‘Dat was echt helemaal uitgeleefd. Smalle gangen, kleine kamers, slecht geïsoleerd, behan­ delruimtes in een kelder zonder daglicht – dat kon echt niet meer. De patiënten waren altijd erg tevreden over de kwaliteit van de zorg, maar het gebouw was deprimerend.’

Omgeving die heelt

Bovendien speelt revalidatie zich

‘De artsen en ­therapeuten heb­ ben een belangrijke ­insteek geleverd voor de gunnings­ criteria.’ Geert De Waele (rechts), projectleider

anno 2012 in een heel andere context af dan in de jaren 70. Toen stond de preprofessionele inte­ gratie voorop: patiënten met rugpij­ nen, meniscusletsels of breuken werden begeleid om hun job weer op te kunnen nemen. Gaandeweg veranderde de patiëntenpopulatie. Slachtoffers van zware verkeers­ ongevallen of hersenbloedingen kunnen steeds vaker worden gered, maar herstellen meestal niet helemaal: ze hebben een inten­ sieve revalidatie nodig. Het doel van die revalidatie is niet meer de preprofessionele integratie, maar een betere levenskwaliteit en functionele zelfstandigheid. Dat betekent dat patiënten in het Revalidatiecentrum ergere patholo­ gieën hebben dan vroeger: dwarslae­ sie, niet-aangeboren hersenletsels, multipele trauma’s, amputaties. Dat deed de zorgzwaarte toenemen, en meteen ook de verblijfsduur. ‘De patiënten verblijven hier drie tot zelfs negen maanden’, zegt prof. Vanderstraeten. ‘Ze hebben recht op comfort, al was


Een healing environment ●  overvloedig

daglicht, open, veel licht, uitzicht op de tuin

●  huiselijke

sfeer

●  ruime

gangen, therapieruim­ tes, zithoeken en kantoren

●  eigentijdse

cafetaria met

lounge ●  2

verdiepingen (+ tuin­ verdieping) met telkens 21 ­patiëntenkamers: 11 eenpersoonskamers (29,8m²), 10 tweepersoons­ kamers (37,6m²)

●  kamers

met ruimte voor privacy, internetaansluiting, domotica, tv, computer, badkamer met verstelbare lavabo’s en douchezitjes

●  automatische

zonnewering en koelplafonds

●  therapeutische

tuinen, met moestuintje op tafelhoogte

●  kookeiland

voor patiënten en

hun familie ●  zeer

toegankelijk: ruime draaicirkels voor rolstoelen, geen obstakels, rolstoelen kunnen onder de tafels

het maar om hun welbevinden op peil te houden. We beseffen steeds beter dat de omgeving waarin patiënten revalideren bijdraagt tot hun herstel. Een healing environment noemen we dat.’ Veel kenmerken van zo’n helende verblijfsomgeving vind je in het nieuwe Revalidatiecentrum terug: overvloedig daglicht, kleurvari­ atie, ontspanningsmogelijkheden, een overzichtelijke en herkenbare inrichting. Het is duidelijk de bedoeling dat patiënten zich hier thuisvoelen. De inrichting is zorgvuldig uitgekiend: per patiëntengroep zijn hospitalisatie en therapie op dezelfde verdieping onder­ gebracht. ‘Daardoor hoeven de patiënten zich alleen horizontaal te verplaatsen’, zegt prof. Vander­ straeten. ‘Bovendien bevordert dat de informele communicatie tussen de therapeuten: erg nuttig bij zo’n multidisciplinaire discipline als revalidatie.’ Op het tuinniveau be­ vindt zich de Kinderrevalidatie, die in het nieuwe Revalidatiecentrum over meer ruimte beschikt dan

voorheen. Per dag komen er 20 tot 30 kinderen langs voor ambulante zorg en therapie. Duurzaamheid en patiëntencomfort

Het bouwproject omvatte zowel nieuwbouw als de renovatie van een bestaand gebouw. Projectlei­ der Geert De Waele: ‘Dat gebouw is helemaal gestript: alleen het robuuste skelet bleef over. Muren en vloeren werden geïsoleerd en er kwam een nieuw dak op. Het gerenoveerde gebouw voldoet nu aan de energieprestatienormen voor nieuwbouw.’ Voor de realisatie deed het UZ Gent een beroep op de bouwteam­ formule. ‘Dat is een samenwer­ kingsverband van aannemers, ontwerpers en studiebureaus’, zegt Geert De Waele. ‘Die formule is uitstekend meegevallen. Ze is ideaal als je kostprijs én kwaliteit wilt bewaken. Wij hebben gunningscriteria en een plafond­ budget vastgelegd en – met een belangrijke insteek van artsen en therapeuten – ook het programma


ZORG 11

Voor patiënten met hersenletsels of motorische problemen zijn Wii-computers een uitstekend hulpmiddel. prof. dr. Guy Vanderstraeten (links)

van eisen. Daarop heeft het bouw­ team zeer constructief ingespeeld.’ Een blikvanger is het BEO-veld. BEO – Boorgat Energie Opslag – is een duurzame energievoorziening voor verwarming en koeling. De bodem wordt als thermos gebruikt om – afhankelijk van het sei­ zoen – koude en warmte over een langere termijn op te slaan. In de zomer wordt de temperatuur in het gebouw geregeld via koelplafonds. ‘Dat verhoogt het comfort’, zegt Geert De Waele. ‘Voor patiënten die hier maandenlang moeten verblijven, biedt klassieke airco geen oplossing. Koelplafonds stra­ len koelte uit, maar blazen geen lucht de kamer in.’ Het BEO-veld zal vermoedelijk binnenkort in gebruik worden genomen, zodra de administratieve verplichtingen in verband met de milieuvergun­ ning geregeld zijn. Klaar voor de toekomst

Met het nieuwe Revalidatiecen­ trum is het UZ Gent klaar voor de nieuwste evoluties in de revalidatie. Prof. Vanderstraeten: ‘De toene­

Revalidatiecentrum 62 bedden, 40-tal ambulante ­volwassen patiënten per dag, 20 tot 30 kinderen Vier patiëntenclusters: ●  dwarslaesie

(verlammingen als gevolg van ruggemergletsel, locked-in-syndroom)

●  niet-aangeboren

hersenletsels (na cardiovasculair accident of ongeval)

●  polytraumata

(ingrijpende orthope­ dische letsels of amputaties)

●  kinderrevalidatie

(ambulante behan­ deling, hospitalisatie op pediatrie)   www.clnr.be

mende levensverwachting zal ook het aantal patiënten doen stijgen, maar door de vergrijzing zijn er ook minder therapeuten. De ver­ blijfsduur zal waarschijnlijk korter worden. Patiënten zullen thuis of in kleinere settings revalideren. De therapeuten in het ziekenhuis stellen gepersonaliseerde trai­ ningsprogramma’s op en via ICTtoepassingen volgen ze de evolutie van de patiënt op en sturen ze het programma bij. Telemonitoring van revalidatie heet dat.’ Daarnaast zullen therapeuten steeds vaker gebruikmaken van virtuele simulatietechnieken. ‘Als je opnieuw leert lopen in een ziekenhuisgang die waterpas is, kun je wel eens schrikken als je op een hobbelig en druk trottoir terechtkomt. Zo’n trottoir kunnen we in het ziekenhuis simuleren. En voor patiënten met hersenlet­ sels of motorische problemen zijn Wii-computers een uitstekend hulpmiddel. Telemonitoring van revalidatie en virtuele systemen zijn de toekomst. In het UZ Gent zijn we er klaar voor.’


S scan

­Cardiologische screening bij ­sportende ­kinderen? Nadat recent enkele jonge voetballertjes met hartfalen in elkaar zakten, leeft er heel wat ongerustheid over het al dan niet screenen van sportende jongeren. Prof. Daniël De Wolf, afdelingshoofd Kindercar­ diologie, beklemtoont hoe zeldzaam het fenomeen is. ‘Volgens internationaal onderzoek bedraagt de kans op een plotse dood op een sportveld amper 3 op 100.000 over het hele middelbare schoolverloop. Al blijft de vraag hoe we die kans omlaag krijgen zonder jongeren onnodig minder te laten sporten.’ Prof. De Wolf: ‘Ik pleit er niet voor om van iedereen

een EKG af te nemen. Dat biedt geen harde garan­ ties en de kans op vals positieve resultaten lijkt te hoog. Eventueel moet hier eerst verder onderzoek naar worden gevoerd. Wel stel ik voor om alle sportende kinderen een grondig onderzoek te laten ondergaan door een huis- of sportarts aan de hand van een gestandaardiseerde vra­ genlijst. Hiermee zullen we zeker al enkele risicogeval­ len ontdekken. Daarnaast vind ik dat clubs ervoor moeten zorgen dat trainers of begeleiders alarmsigna­ len herkennen en dat er ie­ mand langs de lijn staat die kan reanimeren.’

Nieuwe ­genetische test voor hartaan­ doeningen Het UZ Gent heeft als eerste in Europa een accreditatie gekregen voor het gebruik van een snelle genetische test bij patiënten met aortaverwijding. Bij de nieuwe test worden een 8-tal genen via de next generation sequencing technologie samen onderzocht, wat kan in drie maanden in plaats van zoals voor­ dien tot 1 jaar. De test is voorlopig


scan 13

Slapen is aangeleerd gedrag. Vanaf 6 maanden kan een kind normaal doorslapen. Nadien boeken de ­meeste ­ouders succes met een gedrags­aanpak zoals de 4 minutenregel. Eline Van Hoecke, coördinator afdeling Medische Psychologie voor Kinderen en Jongeren

enkel zinvol bij patiënten waarbij aortaverwijding familiaal voorkomt. Bij de voorstelling van de test wees prof. Paul Coucke van het Centrum voor Medische Genetica erop dat ongeveer 1 op de 800 mensen kampen met een aortaver­ wijding. De aandoening leidt in de meeste gevallen tot het scheuren van de aortawand met plotse dood als gevolg. ‘Bij zo’n 20 procent van de patiënten is de aandoening sterk genetisch bepaald. Voor de patiënt en diens familieleden is het dus belangrijk om het onderlig­ gende genetische defect te kennen. De kinderen van patiënten hebben één kans op twee om dezelfde aandoening te krijgen.’

De voordelen van h­emo­dialyse aan huis Nierpatiënten en hun artsen zijn nog te weinig vertrouwd met de hedendaagse mogelijk­ heden voor thuisdialyse. ‘Nochtans biedt hemodialyse bij de patiënt thuis heel wat voordelen’, zegt professor Raymond Vanholder, dienst­ hoofd Medische Nierziekten. ‘Het is comfortabeler, uit onderzoek blijkt dat het beter is voor de gezondheid van de patiënt en het is betaalbaar. Als patiënt is de enige meer­ kost bij wijze van spreken een iets duurdere waterrekening. En ook voor de maatschap­ pij is het goedkoper omdat de sociale zekerheid minder arbeidsuren moet vergoeden.’ De dienst Medische Nierziek­ ten van het UZ is momenteel een van de weinige centra in België die thuisdialyse aanbieden. Prof. Vanholder: ‘Twee jaar nadat we ermee

gestart zijn, passen een tiental patiënten onder onze hoede thuisdialyse toe. Iets meer dan honderd gelijkaardige patiënten komen om de twee dagen naar het dialysecen­ trum. Maar ik verwacht dat meer en meer van hen naar thuisdialyse zullen overscha­ kelen.’ Het UZ Gent geeft op­ leiding aan alle betrokkenen, voorziet de nodige apparatuur en verzorgt een wachtdienst voor patiënten die een pro­ bleem ondervinden.


Z

Naadloze zorg,

ook transmuraal Patiënten met chronische wonden worden – na de ziekenhuisopname en tussen de raadplegingen in de ambu­ lante wondkliniek door – behandeld door huisartsen en thuisverpleeg­ kundigen. Voor hen is het Zorgcentrum Wondzorg hét aanspreekpunt. Het mikt op een naadloos zorgtraject, van de ziekenhuisopname en de ambulante zorg tot de thuiszorg.

E

en patiënt heeft een diabetische voet­ wonde. Die blijkt mee te worden veroorzaakt door een obstructie in de bloedvaten – een zaak voor de vasculair chirurg. Rond de wonde ontstaat eczeem – de dermatoloog buigt zich erover. Daarmee zijn al minstens drie disciplines bij de wonde betrokken. Bij wondzorg dringt die multidis­ ciplinaire aanpak zich wel vaker op. Hij kan de genezing versnellen en de hospitalisatieduur verkorten. Je hebt dan wel een organisatie­


zorg 15

structuur nodig die de nodige disciplines bij elkaar brengt, voor de patiënt de nodige opvolging re­ gelt in de ambulante wondkliniek en de link legt met de thuiszorg. In het UZ Gent speelt het Zorgcentrum Wondzorg die overkoepelende rol. Wondzorgadvies

Het Zorgcentrum bestond aanvanke­ lijk alleen uit de ambulante wond­ kliniek. ‘Daar komen patiënten met chronische wonden op consultatie’, zegt prof. dr. Hilde Beele, dienst­ hoofd Zorgcentrum Wondzorg. ‘Dat consult is multidisciplinair: alle specialisten die met die patiënt te maken kunnen hebben, zijn tegelijk aanwezig om de wonde te evalueren. Daardoor hoeft de pa­ tiënt minder vaak terug te komen, kunnen we de onderzoeken beter op elkaar afstemmen en vermijden we dubbele onderzoeken. De wond­ kliniek omvat ook de Diabetische Voetkliniek: daar hebben we een erkenning voor van het RIZIV.’ Sinds 2009 voert het wondzorg­ team ook consulten aan bed uit op de verschillende afdelingen van het UZ, ziekenhuisbreed. Prof. Beele: ‘Onze consulenten bieden wondzorg­ advies, begeleiden verpleegkundigen en artsen, volgen op en verwijzen zo nodig door naar disciplines als orthopedie of dermatologie. Ze zor­ gen er ook voor dat de behandeling van chronische wonden in het UZ gestandaardiseerd verloopt.’

Wondzorgbrief

Het Zorgcentrum profileert zich nu ook als draaischijf voor de eerste­ lijnszorg. Steven Smet, coördinator van het Zorgcentrum Wondzorg: ‘Als een patiënt met een chroni­ sche wonde ontslagen wordt, ma­ ken wij een ontslagbrief wondzorg op. Die wondzorgbrief informeert de huisarts en de thuisverpleging over de actuele wondbehandeling. Bij complexere wondzorg voegen we een kopie bij van de instructies die we in het UZ Gent hanteren, bijvoorbeeld inzake compressie­ therapie.’ De wondzorgbrief bevat ook contactgegevens met een centraal telefoonnummer. Steven Smet: ‘Huisartsen, thuisverpleging én patiënten weten dat ze daar met vragen en problemen terechtkun­ nen. Met verpleegkundig advies kunnen we ze vaak meteen al telefonisch verder helpen. Wij ken­ nen de patiënt immers: we hebben hem al opgevolgd in het ziekenhuis en in de ambulante kliniek.’ ‘Kunnen we niet meteen helpen of is er multidisciplinair advies nodig, dan schakelen we de nodige specialisten in. Eerstelijners en patiënten hoeven dus niet zelf contact op te nemen met elk van de betrokken artsendiscipli­ nes – dat doen wij voor hen. Dat gaat sneller en is efficiënter. En als dat nodig blijkt, plannen we een ­raadpleging.’

Zorgcentrum Wondzorg ●  Consult

aan bed: advies wondzorg in de diverse ziekenhuisafdelingen.

●  Wondkliniek

en Diabetische Voetkliniek: multidisciplinaire ambulante zorg

●  Transmurale

zorg: aanspreekpunt voor eerste lijn en externe partners

Het Zorgcentrum Wondzorg wordt aange­ stuurd door een werkgroep met artsen en verpleegkundigen uit diverse disciplines.   Contact: Tel: 09 332 03 00 E-mail: zorgcentrumwondzorg@uzgent.be Kijk ook bij www.digiwond.ugent.be en www.augent.be/eduwond, respectievelijk voor de digitale kennisbank over wond­ zorg en voor informatie over wondzorg­ opleidingen.


Z

Levens­kwaliteit helpen herwinnen

De eerste gezichts­ transplantatie in de Benelux was een hele prestatie, maar de revalidatie wordt dat zeker ook. ‘Onze des­ kundigenteams leveren fenomenaal werk. Net zoals de ­patiënt en zijn ­omgeving trouwens’, zegt prof. dr. ­Phillip ­Blondeel, die de gezichts­ transplantatie leidde.

prof. dr. Phillip Blondeel


ZORG 17

‘Als we de topexpertise voor nazorg en revalidatie niet in huis hadden gehad, waren we nooit aan een gezichtstransplantatie begonnen.’ Prof. dr. Phillip Blondeel

D

e transplantatie zelf hebben de media uitvoerig uit de doeken gedaan. Maar hoe verloopt de nazorg? We nemen vier aspec­ ten onder de loep.

elke transplantatie zo. Daarnaast zijn er de klassieke infectierisico’s: virussen, schimmels, bacteriën. De patiënt krijgt enkele maanden lang preventieve medicatie tot die risico’s onder controle zijn. En hygiëne en steriliteit blijven natuurlijk prioritair.’

1. Postoperatief

Na de ingreep verblijft de patiënt enkele dagen op de afdeling Intensieve Zorg. Prof. Blondeel: ‘Louter technisch bekeken is een gezichtstransplantatie eigenlijk niet zo heel complex. Multipele ingrepen met complexe nazorg en zware risico’s zijn er niet. Alles gebeurt in één keer. Als de ingreep is geslaagd, geneest de wonde. In principe kan de patiënt al na een tiental dagen het ziekenhuis verlaten, al hebben wij voor onze eerste transplantatie natuurlijk geen enkel risico genomen.’ ‘Vooral in de eerste 72 uur moet je erover waken dat het getransplan­ teerde aangezicht goed doorbloed is. De bloedvaten mogen niet dicht­ slibben. Maar eigenlijk is dat bij

2. Immunosuppressief

In de postoperatieve fase worden meteen ook de immunosuppres­ siva bijgesteld, om het risico op afstoting van het getransplanteerde weefsel weg te nemen. Prof. Blon­ deel: ‘Dat zijn dezelfde afweeron­ derdrukkende middelen als bij orgaantransplantaties, al liggen de dosissen op lange termijn mis­ schien lager. De patiënt moet de immunosuppressiva zijn hele leven nemen – tenzij hij chimerisme zou ontwikkelen. In dat geval tolereert hij cellen met een verschillende ge­ netische achtergrond en verweert het immuunsysteem zich niet meer tegen de getransplanteerde cellen.’ ‘Immunosuppressiva zijn noodzakelijk, maar ze verhogen het

risico op kanker, diabetes en hoge bloeddruk. Dat werpt altijd de ethi­ sche vraag op: is het verantwoord om de patiënt aan die bijwerkingen bloot te stellen? Wij oordeelden van wel. Het gemutileerde gezicht was niet levensbedreigend, maar het tastte de levenskwaliteit van de patiënt wel zeer ingrijpend aan.’ Meteen na de operatie is het af­ stotingsrisico het hoogst. In die fase krijgt de patiënt dan ook de hoogste dosissen toegediend. Nadien wordt de patiënt van nabij opgevolgd om de dosissen precies af te stemmen. Dat kan ook ambulant. 3. Psychologisch

Gezichtstransplantaties spre­ ken tot de verbeelding. Daar is onder meer de populaire cultuur debet aan – denk maar aan films zoals Face/ Off (1997), waarin John ­Travolta en Nicolas Cage van gezicht wisselen. Een gezicht is iets extreem persoonlijks: het be­ lichaamt je identiteit. Is leven met een nieuw gezicht psychologisch zwaar om te dragen?


‘Eerst en vooral: wie gezichts­ transplantatie ondergaat, krijgt niet letterlijk het gezicht van de donor’, zegt prof. Blondeel. ‘Gelaatstrek­ ken worden vooral bepaald door de bot- en spier­structuur van het gezicht. Bovendien beseffen de meeste mensen niet welke lood­ zware psychologische trauma’s de patiënten al hebben doorgemaakt. Hun verminkte gezicht heeft hun identiteitsbesef en vaak ook hun relaties met andere mensen grondig verstoord. Ze willen een normaal gezicht, om weer te kun­ nen ademen, drinken en spreken, om weer onder de mensen te kunnen komen zonder te worden nagestaard. En eigenlijk blijken zowel de patiënt als zijn ­omgeving snel aan dat nieuwe gezicht te wennen.’ Dat neemt niet weg dat de patiënt voor grote psychologische uitdagingen staat, bijvoorbeeld om het getransplanteerde weefsel in zijn zelfbeeld te integreren. ‘Vooraf wordt de patiënt grondig gescreend. Is hij mentaal sterk? Heeft hij geen onrealistische verwachtingen? Zit hij in een robuust familiaal en soci­ aal netwerk? Beseft hij het belang

Teamspirit De gezichtstransplantatie in het UZ Gent was de 19de wereldwijd en de eerste in de Benelux. Ze was drie jaar lang voorbereid, met een team van 65 medewerkers uit 29 medische en paramedische disciplines. Prof. dr. Phillip Blondeel: ‘Iedereen was extreem gemotiveerd en de team­ geest was hartverwarmend. Samen hebben we laten zien dat we in het UZ Gent succesvolle oplossingen kunnen ­ontwikkelen voor uitdagende ­medische problemen.’ De ingreep was een ­succes: al enkele dagen na de transplantatie kon de patiënt water drinken en enkele woorden zeggen.

van medicatietrouw? Na de operatie zorgt een multidisciplinair team voor psychologische en sociale zorg. Ook de gezinsleden worden ondersteund: zij “dragen” de patiënt door de revalidatiefase heen.’ 4. Logopedisch

Heel belangrijk is de logopedische therapie. Die moet de patiënt hel­ pen om vier belangrijke functies te revalideren. De levensnood­ zakelijke slikfunctie komt het eerst. De patiënt moet speeksel, vloeibaar en vast voedsel leren

slikken. Daarnaast moet hij de spierbewegingen in de mondregio nauwkeurig leren controleren. Door elk onderdeel van de spraakproductie te oefenen – vooral de bewegingen van lippen, tong en kaak – leert hij zich zo verstaanbaar mogelijk uit te druk­ ken. En geleidelijk aan vergroot hij de expressiemogelijkheden van zijn gezicht, zodat het weer emotioneel ‘leesbaar’ wordt. De eerste tijd na de operatie is het gezicht een masker en func­ tioneert het zonder mimiek. De zenuwen moeten eerst recupere­ ren. Nadat de zenuwen uitgegroeid zijn, kun je proberen om de functies te heractiveren. Prof. dr. Kristiane Van Lierde (Logopedie): ‘Door mimische therapie wordt de motorische functie van het gelaat geactiveerd en worden emoties zichtbaar: een lach, een boze blik, verwondering. Het komt er ook op aan om ongewenste meebe­ wegingen te leren vermijden. De logopedische revalidatie is heel intensief: drie sessies per week. Dat vergt ook veel van de patiënt, maar zijn omgeving stimuleert en ondersteunt hem daarin.’


zoom 19

Z

1

15 behandelings­ boxen In de Kliniek voor Tand-, Mond- en Kaakziekten zijn 15 hypermoderne behandelingseenheden in gebruik genomen. Door de multidisciplinaire uitbouw van materiaal en sets in deze praktijkruimtes kan de patiënt achtereenvolgens door verschillende gespe­ cialiseerde teams worden onderzocht en geholpen.

2

1

2

3

4

Knutselen in ­deLIEving Twee kinderen genieten van de speel- en leefruimte ‘deLIEving’ voor broers en zussen van ernstig zieke kinderen in het nieuwe Kinderziekenhuis. Vorig jaar werden 2371 bezoekjes geregistreerd in deze unieke ruimte, een initiatief van vzw Kinderkankerfonds en mee gefinancierd door Muziek voor Sander.

3

Beter bereikbaar Het UZ Gent heeft een nieuwe hoofdingang op de Corneel Heymanslaan. Die zorgt voor een vlottere ontsluiting van het zieken­ huis, aangezien bijna drie­ kwart van de patiënten, bezoekers en medewer­ kers het UZ via de E17/E40 en de R4 bereikt.

4

Ondersteuning voor ouderen Een thuiswonende 70+’er en zijn mantelzorger vol­ gen in het Dagziekenhuis Geriatrie het Begeleidings­ programma voor Ouderen met Cognitieve Stoornis­ sen (BOCS). Dat bestaat uit 6 trainingssessies door een multidisciplinair team en het wordt ondersteund door de Koning Boude­ wijnstichting.


D

Het zorgpad anafylaxie


Huisartsen kunnen patiënten met de EpiPen® leren omgaan. prof. dr. Peter De Paepe, Spoedgevallendienst

‘Met het zorgpad anafylaxie willen we de behandeling stroomlijnen, onder meer door alle stappen die de patiënt doorloopt optimaal zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Daarvoor hebben we flowcharts uitgewerkt, met behan­ del- en doorverwijsschema’s. Zo’n duidelijk traject was er vroeger niet. Patiënten werden naar verschillende diensten verwezen en die hanteer­ den niet altijd dezelfde aanpak.’ Een allergische reactie is levens­bedreigend als ze leidt tot adem­halingsproblemen,

bloeddruk­daling, bewustzijns­ verlies of zwelling van het gelaat. Per jaar krijgen we op de Spoedgevallendienst ongeveer 80 anafylactische patiënten. Het eerstekeuze­geneesmiddel voor de acute behandeling is adrena­ line. Die werd vroeger te weinig gebruikt. Daarom hebben we het gebruik ervan gestandaar­diseerd. Adrenaline verhoogt de bloeddruk en verwijdt de lucht­wegen. Als de patiënt gestabiliseerd is, bijft hij meestal nog 24 uur in observatie. Het opsporen van de allergenen

Ons centraal nummer ­beantwoordt alle vragen. prof. dr. Philippe Gevaert, coördinator zorgnetwerk allergie

‘Als een patiënt ontslagen wordt uit de Spoedgevallen­ dienst, krijgt hij een doorver­ wijzing naar de polikliniek. Die zorgt dan voor de verdere diagnose en opvolging. Ook die doorver­ wijzing hebben we gedetailleerd uitge­tekend – we willen absoluut vermijden dat patiënten nodeloos rondjes moeten draaien. Het is natuurlijk gemakkelijker als we het allergeen kennen: patiënten met wespen- of bijensteken krijgen een afspraak bij Longziekten, patiën­

ten bij wie de reactie is veroorzaakt door contact met latex, medicatie of voeding komen bij Huidziekten terecht. Kennen we de oorzaak niet, dan verwijzen we door op basis van de symptomen. Patiënten met astmatische symptomen krijgen een consult bij de longarts voordat ze uit de spoedgevallendienst worden ontslagen én een afspraak in de polikliniek Longziekten. Patiënten met huiduitslag geven we eerst een afspraak bij Huidziekten. Het is niet altijd evident om

dialoog 21

gebeurt elders in het ziekenhuis. Als patiënten uit de Spoedgeval­ lendienst worden ontslagen, krijgen ze een allergiepas mee, met richtlijnen in geval van anafylaxie, een informatiefolder van het zorgnetwerk allergie en een ontslagbrief voor de huisarts. In sommige gevallen geven we ze een EpiPen® mee, een noodpen waarmee ze zichzelf adrenaline kunnen toedienen. We dringen er bij huisartsen en apothekers op aan dat ze met de patiënt regelma­ tig opfrissen hoe hij die EpiPen® correct moet gebruiken.’   Een demonstratievideo over het ­gebruik van de EpiPen® staat op www.epipen.com/how-to-use-epipen

de juiste specialist te vinden. Het ziektebeeld van een allergiepatiënt bestaat uit diverse puzzelstukjes: meestal moet hij bij verschillende specialisten op consultatie om de puzzel volledig rond te krijgen. Om de zoektocht te vereenvoudigen, wer­ ken alle betrokken diensten samen in een uniek allergienetwerk: Neus-, Keel- en Oorheelkunde, Longziekten, Huidziekten, Kinderlongziekten en Kindergastro-enterologie, Spoedge­ vallen. Het netwerk heeft een cen­ traal allergietelefoonnummer: zowel (huis)artsen als patiënten kunnen er terecht met vragen. Een gespeciali­ seerde allergieverpleegkundige helpt hen verder op weg.’   Allergienetwerk UZ Gent: ­allergietelefoon 09 332 67 08.


Beter alle ziekenhuizen stroomlijnen. dr. Bart Van de Velde, groepspraktijk Ledeberg

Een anafylactische shock maak je als huisarts niet elke dag mee. Net daarom is het nuttig om regelmatig op te frissen wat je te doen staat. Elke huisarts kent de symptomen, maar er blijven toch vragen. Bij een ernstige shock roep je meteen de MUG op, maar wat doe je in afwachting? Be­ waak je de vitale parameters of doe je meer? Training zou nuttig zijn.

Dat geldt ook voor de EpiPen®. Wanneer en hoe gebruik je ze en wanneer niet? Daarover – en bv. ook over de beperkte houdbaarheid van de pen – zouden ziekenhuizen duidelijk moeten communiceren. Zoals altijd is de communicatie tussen ziekenhuis en huisarts cruciaal. Dat het zorgpad de be­ handeling in het UZ stroomlijnt, is uitstekend. Maar als huisarts krijg

Formuleer in de ontslagbrief heldere conclusies. Prof. dr. Thierry Christiaens, hoofddocent huisartsgeneeskunde UGent en huisarts

Het centrale allergienummer – en vooral ook de afstem­ ming tussen de diensten die bij het allergienetwerk betrok­ ken zijn – kan het patiënten en verwijzers zeker makkelijker maken. Het zou goed zijn als men er over zou waken dat afspraken vlot gemaakt kunnen worden, met korte wachttijden. Dat is niet alleen voor allergiepatiënten van belang, maar ook voor de grote

groep van patiënten die vrezen dat zijzelf of hun kind aan een allergie lijden. Hoe sneller je hun onterechte angst kunt wegnemen, hoe beter. In elk zorgpad is duidelijke com­ municatie met de verwijzer cru­ ciaal. ‘Duidelijk’ is niet hetzelfde als ‘volledig’ – ontslagbrieven zijn vaak een uitputtende opsomming van uitgevoerde onderzoeken en tests, maar de huisarts ziet door de

je nog met andere ziekenhuizen te maken. En die hebben nog geen zorgpad, of ze hebben er een dat er net even anders uitziet. Ook voor andere pathologieën werken ze steeds vaker zorgpaden uit. Een goede zaak, maar als huisarts krijg je wel met tientallen verschillende trajecten te maken … Waarom zouden ziekenhuizen – of hogere beleidsniveaus – dat niet proberen te stroomlijnen? Dat we een centraal allergie­ nummer kunnen bellen, is positief, vooral ook voor onze patiënten. De zoektocht naar het allergeen kan soms lang duren en dan zijn snelle en vlotte afspraken heel belangrijk.

bomen het bos niet meer. Een over­ zichtelijke ontslagbrief moet dui­ delijke antwoorden en conclusies bieden. Als verschillende diensten bij de behandeling betrokken zijn, is het beter één gemeenschappe­ lijke brief op te maken. Bij anafylaxie is het inderdaad belangrijk dat huisartsen en apothekers patiënten eraan herin­ neren dat ze regelmatig een nieuwe EpiPen® moeten halen. De eerste jaren doen ze dat spontaan zelf, maar nadien verwaarlozen ze het wel eens. Ouders doen dat voor hun kinderen, maar als die groter worden, vergeten ze het. Dat moet zeker ook in hun medisch dossier komen.


advertentie

Online agendabeheer voor artsen www.medici.be www.afspraken.be

advertentie


B Het Collaboratief Zorgplatform (CoZo) heeft de wind in de ­zeilen. Al 23 ziekenhuizen en de huisartsen uit hun attractie­zone hebben zich bereid verklaard om via het communicatie­platform medische ­gegevens uit te ­wisselen – snel, veilig en met respect voor de privacy. Voor wie het nog niet kent: CoZo in 7 antwoorden.

www.cozo.be

Snel en veilig patiënten­gegevens ­uitwisselen 1

CoZo?

De resultaten van een labotest of beeldonderzoek krijgt u liever meteen, niet per brief of e-mail. Hoe meer u over uw patiënten weet, hoe efficiënter u ze kunt behande­ len. Die medische informatie zit nu bij verschillende zorgverleners verspreid. CoZo – het Collaboratief Zorgplatform – maakt ze elektronisch uitwisselbaar. Via het webportaal www.cozo.be wordt ze opgevraagd bij de aangesloten ziekenhuizen. De gegevens verschijnen als één over­ zichtelijk geheel op het scherm. Ze zijn rechtstreeks opvraagbaar vanuit

het elektronisch patiëntendossier van het UZ Gent en binnenkort ook vanuit de huisartsenpakketten. Uiteraard kan dat alleen voor de aangesloten ziekenhuizen en voor zover de patiënt toestemming heeft verleend. ‘Met een viertal Gentse zieken­ huizen hebben wij pionierswerk verricht’, zegt prof. dr. Bart Sijnave, chief information officer van het UZ Gent en de man achter CoZo. ‘Ons project is samen met dat in Wal­ lonië (Réseau Santé Wallon) ver­ volgens opgepikt door een federaal initiatief, het eHealth-platform. Dat moet uitgroeien tot een platform

waarop alle zorgverleners in België medische gegevens kunnen uitwis­ selen. CoZo liep eigenlijk op eHealth vooruit en is nu geïntegreerd in dat federaal aangestuurde platform.’ 2

Welke informatie?

Allerlei gegevens kunnen wor­ den uitgewisseld: resultaten van labo-onderzoeken en medische beeldvorming, consultatieversla­ gen, verwijs- en ontslagbrieven enzovoort. Die informatie zit vooral bij ziekenhuizen, maar ook gegevens van huisartsen kunnen worden uitgewisseld. En patiënten kunnen


BELEID 25

hun eigen dossier aanvullen, bijvoor­ beeld met resultaten van zelftests. 3

Wie krijgt toegang?

Er is een systeem van toegangs­ rechten en profielen. Per profiel – categorie van zorgverlener – is vastgelegd tot welke informatie iemand toegang krijgt. Een arts zal dus andere informatie te zien krijgen dan een administratief medewerker. 4

En de privacy?

Het principe van de ‘informed con­ sent’ is heilig: de patiënten moeten uitdrukkelijk hun toestemming geven. Dat kan in het ziekenhuis of bij de huisarts – al dan niet met hun elektronische identiteits­ kaart (eID) – op www.cozo.be. Ze kunnen die toestemming altijd herroepen of bepaalde zorgver­ leners of gegevens uitsluiten. Dat hoeven ze niet te motiveren. 5

Is het veilig?

Zorgverleners krijgen alleen toegang tot het dossier via een be­

veiligde verbinding. Ze moeten hun identiteit bewijzen door middel van hun eID. Een preventieve toe­ gangscontrole maakt onder meer gebruik van RIZIV-gegevens. ‘We hebben een gespecialiseerde firma gevraagd om ons systeem te hac­ ken en dat is niet gelukt’, zegt prof. Sijnave. ‘Wat ook heel belangrijk is: op de CoZo-servers houden we centraal geen informatie van andere ziekenhuizen of huisartsen bij. Alles blijft bewaard op de systemen van de ziekenhuizen of instellingen die de informatie heb­ ben aangemaakt. Op onze servers staat alleen contact- en verwij­ zingsinformatie: over welke patiënt is waar – in welk ziekenhuis, bij welke huisarts enz. – iets bekend?’ 6

En de toekomst­

plannen?

Nog meer actoren zullen van het platform gebruik kunnen maken, nog meer informatie zal uitgewis­ seld kunnen worden – bijvoor­ beeld elektronische voorschriften voor geneesmiddelen of kinesi­

7

Aansluiten bij CoZo?

U bent zorgverstrekker en u wilt bij CoZo aansluiten? > Ga naar www.cozo.be en klik bij Zorgverstrekkers. Daar vindt u alle nodige informatie én een gebruiks­ overeenkomst die u ondertekent en opstuurt. > Aansluiten bij CoZo is gratis. ­Speciale software hoeft niet: een gewone browser volstaat. > Wel hebt u een eID-kaartlezer nodig. Om die te installeren kunt u even­ tueel een beroep doen op onder­ steuning door een gespecialiseerde firma (PraktijkCoach).

therapie (zie het project www.recip-e.be). Prof. Sijnave: ‘Op termijn zullen patiënten ‘my­ CoZo’ als een soort gezondheidsFacebook kunnen gebruiken: een pagina waarop ze afspraken met artsen noteren, een logboek van symptomen, ingrepen, tests en geneesmiddelengebruik bijhouden enzovoort. Artsen en zorgverleners kunnen toegang krijgen tot delen van die pagina en ze aanvullen met alle relevante medische informatie.’


O Oligometastasen prostaatkanker

Krachtige precisie­ bestraling helpt

D

e standaardbe­ handeling voor uitzaaiingen van prostaatkanker is hormoon­ therapie. Die moet de aanmaak of de werking van testosteron onderdrukken en zo de groei van kankercellen afremmen. In het uitzaaiingsstadium is die hormoontherapie alleen palliatief. Bovendien heeft ze ingrijpende nevenwerkingen: osteoporose, libidoverlies, impotentie, opvlie­ gers, bloedarmoede, vermoeid­ heid, metaboolsyndroom. Ook chemotherapie – die eventueel in een latere fase wordt ingezet – kan ernstige bijwerkingen hebben.

Drie jaar uitstel

‘Het aantal uitzaaiingen speelt bij de keuze voor hormoonthera­

pie geen rol’, zegt prof. dr. Gert De Meerleer (Uro-Oncologische Groep). ‘Zodra de patiënt meta­ stasen heeft, wordt ze ingezet. Wij vroegen ons af: waarom zou je beperkte uitzaaiingen niet lokaal aanpakken, in plaats van met een systemische therapie het hele lichaam te behandelen? Die hypo­ these hebben we bij een reeks van 24 patiënten onderzocht.’ ‘Patiënten met drie of minder uitzaaiingen – oligometastasen – kregen precisiebestralingen. In sommige gevallen werden ze chirurgisch verwijderd. Die aanpak bleek erg doel­ treffend en ook zeer veilig. Bij de 24 patiënten konden we het opstarten van hormoontherapie met gemiddeld 38 maanden uitstellen. Dat is veel langer dan we ­hadden ­verwacht.’

Precisie dankzij ­beeldvorming

Bij conventionele radiotherapie kan de bestralingsbundel niet zo nauwkeurig worden gericht, zodat onvermijdelijk ook heel wat gezond weefsel wordt bestraald. Dat is anders bij precisiebestraling of stereotactische radio­therapie (stereotactic body radiotherapy). Doordat men – dankzij beeldvormende technieken – het doelgebied zeer precies kan loka­ liseren, kan men zeer krachtige dosissen toedienen. Tegelijk wordt het gezonde weefsel rondom het letsel maximaal gespaard. Doordat de dosissen per keer zo hoog zijn, volstaat een beperkt aantal bestra­ lingen – in dit geval een 10-tal. Dat komt overeen met 25 tot 38 con­ ventionele bestralingen. Prof. De Meerleer: ‘Het is


ONDERZOEK 27

Door patiënten met drie of minder prostaat­kankeruitzaaiingen heel nauwkeurig en agressief te ­bestralen, kan hormoon­therapie met gemiddeld drie jaar worden uitgesteld.

Dwarsdoorsnede van door prostaat­kanker aangetaste lymfeklier, met dosisverdeling radiotherapie, van hoog (rood) tot laag (lichtblauw). De hoogste ­dosissen zijn geconcentreerd rond de aangetaste lymfeklier.

Dwarsdoorsnede solitaire bot­ metastase, met dosisverdeling.

natuurlijk erg belangrijk om de bestralingen zorgvuldig te plannen. Eerst worden met een PET-CT-scan van het hele lichaam de uitzaaiin­ gen opgespoord en gelokaliseerd. Patiënten bij wie drie of minder metastasen worden aangetroffen, bereiden we voor op de stereotac­ tische behandeling. Eerst maken we een computermodel van de patiënt. Daarvoor gebruiken we intensiteitsgemoduleerde boogthe­ rapie, een geavanceerde vorm van radiotherapie. Daarna bestralen we de uitzaaiingen met beeldgestuurde stereotactische radiotherapie. We ‘matchen’ elke bestraling met het gemaakte computermodel.’ Budgettering

De behandeling werd op 17 maart 2012 voorgesteld tijdens een symposium in het UZ Gent. ‘Andere

ziekenhuizen kunnen ze zonder pro­ blemen overnemen’, zegt prof. De Meerleer. ‘Cruciale succesfactoren zijn het gebruik van geavanceerde beeldvormende technieken en de steun van een multidisciplinair team, met name van de collega’s urologen, nucleair geneeskundigen en radiologen.’ Het succes van de behandeling heeft ook economische conse­ quenties. ‘Hormoontherapie is op korte termijn goedkoper dan radiotherapie, maar als je door radiotherapie de hormoontherapie – en de daarmee gepaard gaande nevenwerkingen – verschillende jaren kunt uitstellen, moeten we misschien toch de budgettering van de oncologie in ons land bijsturen. Een flink deel van het budget gaat momenteel naar farmaceutica, terwijl geavanceerde radiotherapie

Wat? Prostaatkanker: behandeling van ­beperkte uitzaaiingen (oligometas­ tasen) in klieren of in bot Hoe? Met stereotactische radio­therapie: krachtige, zeer ­precieze bestra­ ling die bijna geen gezond weefsel beschadigt Resultaat? Bij 3 of minder uitzaaiingen: gemid­ deld uitstel van hormoon­therapie met 38 maanden

voor metastasen momenteel nog niet wordt terugbetaald.’   Prof. dr. Gert De Meerleer Radiotherapeut – oncoloog Uro-Oncologische Groep De Pintelaan 185, 9000 Gent www.uogg.be Gert.DeMeerleer@uzgent.be


O Vanaf het academiejaar 2012-2013 wordt de duur van de basisopleiding genees­ kunde ingekort van zeven naar zes jaar. De Universiteit Gent is er klaar voor, zegt prof. dr. Jan De Maeseneer, voorzitter Opleidingscommissie Geneeskunde.

Basisopleiding voortaan zes jaar

Nieuw curriculum arts: geïntegreerder en klinischer

W

aarom wordt de basis­ opleiding

ingekort? ‘Omdat er een ongelijkheid be­ stond tussen studenten die huisarts willen worden en studenten die kiezen voor een medische spe­ cialisatie. Het zevende jaar telde mee als eerste specialisatiejaar huisartsengeneeskunde. De andere specialisaties begonnen pas na dat zevende jaar. In 2007 had de Raad

van State na een klacht op die on­ gelijkheid gewezen. De faculteiten geneeskunde in de Vlaamse en Franstalige Gemeenschap en de beroepsverenigingen bereikten een consensus over de inkorting, en in 2011 keurde de Kamer een wet goed die de basisopleiding tot zes jaar terugbracht.’

wordt van vier op drie jaar gebracht. Voor wie huisartsge­ neeskunde kiest, verandert de opleidingsduur niet. Het wordt nu zes jaar plus drie jaar. Voor specia­ listen wordt de opleiding een jaar korter: zes jaar plus – afhankelijk van de specialisatie – nog vier, vijf of meer jaren.’

Hoe zit de opleiding

Viel de inkorting bij

voortaan in elkaar?

­iedereen in goede aarde?

‘De bacheloropleiding blijft drie jaar, maar de masteropleiding

‘De studenten, de geneeskun­ defaculteiten en de beroeps­


OPLEIDING 29

Hoorcolleges maken plaats voor actieve leerprocessen. prof. dr. Jan De Maeseneer, voorzitter Opleidingscommissie Geneeskunde

groeperingen waren al langer vragende partij. Van Europa moet de basisopleiding 5.500 uur duren. Daarvoor volstaan zes jaar – in sommige landen kan het zelfs nog korter. Voortaan sporen we dus met de rest van Europa. De inkor­ ting was ook sociaal wenselijk: de studenten worden voortaan één jaar vroeger financieel onafhanke­ lijk van hun ouders. Na de derde master beginnen ze immers als huisarts of specialist in opleiding.’ Viel het mee om het cur­ riculum aan te passen?

‘In onze faculteit wel. Toen we in 1999 een nieuw curriculum uit­ tekenden, hadden we de inkorting van de basisopleiding al in ons achterhoofd. In dat nieuwe concept bestaat een studiejaar niet meer uit de klassieke vakken, maar uit geïntegreerde blokken. Elk blok behandelt een thema – de cel, het maag- en darmstelsel enzovoort – dat vanuit verschillende disciplines wordt benaderd. Een deel van de hoorcolleges is vervangen door

begeleide zelfstudie en ‘tutorials’, en de studenten gaan al vroeg op exploratie in de gezondheidszorg. In het nieuwe curriculum worden die krachtlijnen doorgetrokken en versterkt. Na open overleg met alle betrokkenen – en dankzij een belangrijke inbreng van de stu­ denten – is daarover vrij vlot een consensus gegroeid.’

kandidaat-studenten in het toela­ tingsexamen grondig gescreend op hun kennis van biologie, scheikunde, fysica en wiskunde. Ze brengen dus een stevige wetenschappelijke bagage mee. Daardoor kunnen we al meteen beginnen met een opleidingsonder­ deel over de cel, waarin verschillende vakken zijn geïntegreerd.’ Hoe staat het

Wat zijn de ­belangrijkste

­intussen met

verschuivingen in het

het ­huisartsentekort?

nieuwe curriculum?

‘In Vlaanderen krijgen jaarlijks maximaal 180 artsen toegang tot het huisartsenberoep. De voorbije jaren hebben we dat cijfer niet gehaald – sinds 2004 hebben we zo een tekort opgebouwd van 500 huisartsen. Dit academiejaar lijkt het tij gekeerd: er zullen 210 huis­ artsen afstuderen. In alle beschei­ denheid: in die ommekeer is onze faculteit een voortrekker geweest in Vlaanderen. En in het nieuwe curriculum blijven we er werk van maken: de studenten maken voort­ aan al in de eerste bachelor kennis met de huisartsgeneeskunde.’

‘De selectie voor de vervolgop­ leidingen gebeurt voortaan in de laatste twaalf weken van het zesde jaar. Dat betekent dat de stages – 40 weken – al beginnen in april van het vijfde jaar. Je zult dus jongere studenten op stage zien.’ ‘Doordat alles wat naar voren op­ schuift, bevat het bachelorprogramma meer klinische blokken dan vroeger. Zo staan in de eerste bachelor naast energie en metabolisme van de cel, moleculaire biologie en genetica, het locomotorisch stelsel en de huid op het programma. Sinds 1997 worden


resultaten CHOICE-studie

C

CAMPUS KORT  Patiëntes: 1801  Gynaecologen: 121

Rik Verhaeghe nieuwe directeur Verpleging Eind vorig jaar trad prof. dr. Rik Verhaeghe in de voetsporen van Filip Demeyere als directeur Verpleging. Rik Ver­ haeghe startte zijn loopbaan in 1980 in het UZ Gent en werkte daarna voor de Vlerick Leuven Gent Ma­ nagement School en voor de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de UGent. In de zomer van 2006 keerde hij terug naar het UZ Gent, waar

hij als intern adviseur de Pegasos-reorganisatie mee ondersteunde. ‘Als directeur ben ik bijzonder trots op alle verpleegkundigen die elke dag weer schitterende zorg aanbieden,’ zegt hij. ‘Toch geloof ik dat we onze werking nog beter kunnen organiseren, nog sterker kunnen benaderen vanuit hoe de patiënt het zorgtraject doorloopt. Een ander stokpaardje van mij is dat ik het wetenschap­ pelijke aspect van verple­ ging wil beklemtonen. Heel wat verpleegkundig specialisten leveren fantastisch werk, maar we komen er nog te weinig mee naar buiten.’

Nieuwe ­eenheid voor flexibele ­endoscopie Vijftig jaar geleden vond de eerste flexibele gastroscopie plaats in het UZ Gent. Vandaag speelt flexibele endoscopie een prominente rol in ons ziekenhuis. De techniek om met een camera in het lichaam te kijken wordt niet alleen gebruikt in de gastro-enterologie. Ook de pediatrie en longziekten zetten endoscopie in voor onderzoek, di­ agnosestelling en steeds vaker voor behandeling. Die diensten werken dan ook nauw samen in de gloed­ nieuwe endoscopische eenheid van het UZ, die de patiënten nog meer kwaliteit en comfort biedt bij onderzoeken en behandelingen met flexibele endoscopie. Volgens prof. dr. Martine De Vos, diensthoofd Maag-, Darm- en Leverziekten, zullen in de nieuwe


CAMPUS KORT 31 Als gynaecologen uitleg geven over o.a. de werkwijze van verschillende vormen van anticonceptie, ruilen heel wat vrouwen de klassieke pil in. Dat blijkt uit de CHOICEstudie die dr. Steven Weyers (Vrouwenkliniek) voorstelde op het recentste congres van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie.

voor: 67%

eenheid jaarlijks meer dan 10.800 endoscopieën worden

­uit­gevoerd. ‘De schaalvergroting en de bundeling van er­ varing uit verschillende diensten zijn een per­ manente stimulans voor onze medische en weten­ schappelijke prestaties. Van alle pathologieën die we behandelen, krijgt vooral darmkanker recent veel aan­ dacht, met de campagne die de Vlaamse overheid vanaf 2014 lanceert. Terecht: het is de kanker die bij vrouwen op één na en bij mannen op twee na het meest voorkomt in België. En het is een kanker waarbij we, via de opsporing van steeds kleinere letsels, ook echt preventief kunnen ingrijpen en levens redden.’

Trans­ dermale patch

Vaginale ring

Pil

na: 53%

voor: 9%

na: 27%

20 Twee decennia geleden ­richtten uroloog Piet ­Hoebeke en nefroloog Johan Vande Walle in het UZ Gent een afdeling op die zich focust op alle problemen bij kinderen tussen de nieren en het plasgaatje. ‘De combinatie van nefrologie en urologie voor kinderen haalden we in Utrecht, waar we beiden een tijd aan de slag waren’, vertelt Johan Vande Walle. ‘Nadat we startten met één kinesist en één psycholoog, werken we vandaag in een multi­ disciplinair team met een 25-tal medewerkers, gaande van urologen, n ­ efrologen, kinesisten en psychologen tot verpleegkundigen.’

voor: 2,5%

jaar kinder­ nefrourologie in Gent ‘Het grootste verschil met 20 jaar geleden, behalve dan dat we met veel meer mensen meer patiënten zien, is dat we naast die instroom ook een grote doorstroom hebben’, vult Piet Hoebeke aan. ‘We zien meer en meer ­adolescenten, waaronder een aantal chronische patiënten die we al lang begeleiden. De pathologieën zijn nog groten­ deels dezelfde. Dat gaat van bedplassen tot een kind dat meteen na de geboorte aan de nierdialyse moet.’ De afdeling verzamelde door de jaren internationale faam en investeert ook heel wat in opleiding van andere zorg­ verleners – van huisartsen tot onthaalmoeders.

na: 5%


A

AGENDA

APR 20

19 Fingerprinting

Symposium ‘Ouder-

van bacteriën

en-zorg in beweging’

Hoe kunnen artsen hun voor­ zorgen nemen tegen bacteriën die een patiënt mogelijk kunnen infecteren? Tijdens de avondsessie ‘Typering en fingerprinting van bacteriën: theoretisch overzicht en praktische toepassingen’ gaat het labo Klinische Biologie dieper in op de recentste wetenschappelijke inzichten.

De dienst Geriatrie viert 25 jaar multidisciplinaire zorg en on­ derzoek bij kwetsbare ouderen met boeiende voordrachten en workshops: van diagnostiek en psychosociale begeleiding, tot ethische en juridische aspecten in de zorg.   ICC Gent, 9.00 uur, T 09 332 28 98

UZ Gent – Aud. P8, 20.00 uur, T 09 332 35 58

21

26

26

29

Geïntegreerde zorg

Kanker en seksualiteit,

Insectenfestival

voor CVS-patiënten

wij praten erover!

voor kinderen

Hoe moet een geïntegreerd zorgmodel eruitzien voor CVSpatiënten in Oost- en West-Vlaan­ deren? Die vraag beantwoordt de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie tijdens haar komende lentesymposium in Gent.

De Werkgroep Kanker en Seksua­ liteit van het Oncologisch Centrum organiseert een infoavond voor patiënten over de psychosociale en relationele impact van hun ziekte. Specialisten formuleren ook praktische adviezen en beant­ woorden fertiliteitsvragen.

Op zaterdag 28 en zondag 29 april kunnen kinderen tussen 3 en 12 jaar terecht in de Tuin van Kina, het natuurmuseum voor kinderen en jongeren, voor een dag vol be­ levenissen rond insecten. Op het programma staan workshops, een luisterparcours, een wandeling bij zonsopgang, film & theater voor kinderen én hun ouders.

Holiday Inn Gent Expo, 9 uur, T 09 332 60 18

UZ Gent, Auditorium D, 19.30 uur, 09 332 55 25

De wereld van Kina: de Tuin (­Berouw 55 Gent), 13.30 tot 16.30 uur, 09 233 83 53


agenda 33

congres symposium

mei

opleiding voordracht familie-uitstap

02

02 Heelkunde van het gelaat

Van Pythagoras

Tijdens dit symposium voor alumni verneemt u alles over de re­ centste ontwikkelingen op het vlak van ‘Heelkunde van het gelaat’, en meer bepaald het herstel van congenitale defecten (schisis) en esthetisch verbeterende ingrepen ter hoogte van het bot van het maxillo-faciale massief.

tot ­Euclides

Prof. Jean Paul Van Bendegem werpt een filosofische blik op de wiskunde, die volgens hem over meer gaat dan rekenen en meten. Hij stelt dat ‘aantonen’ een veel­ duidig concept is en besteedt bij­ zondere aandacht aan het bewijs uit het ongerijmde.

UZ Gent – Aud. E (Blok B), 20.30 uur, T 09 332 28 98

03

Pirennezaal (UFO), © S.M.A.K.

09

Sint-Pietersnieuwstraat 33, Gent, 20 uur, T 09 264 40 24

12

‘Verlichting,

Geneeskunde en filatelie

Kunst in de stad met

­globalisering

De Vereniging der Geneesheren, Oud-Studenten der Universiteit Gent, organiseert een cultureel programma (diner & causerie) rond het thema ‘Geneeskunde en filatelie’. Haal uw postzegels van Vesalius van onder het stof en noteer 9 mei in uw agenda!

Track (van het SMAK)

en humanisme’

Weinig periodes waren voor de wetenschap zo belangrijk als het humanisme. Moraalfilosoof Ronald Commers blikt terug op de oorspronkelijke en de actuele waarden die we overhouden aan de Verlichting, de globalisering en het humanisme.   Auditorium B, Blandijnberg 2, 9000 Gent, 20 uur, T 09 264 39 84

UZ Gent – vergaderzaal 1 P6, 20 uur, T 09 332 28 98

Na Over the Edges in 2000 orga­ niseert het SMAK opnieuw een spraakmakende tentoonstelling buiten haar muren. Dit keer ligt de focus op zes gebieden in de ruime binnenstad van Gent; van de wijk Macharius/Heirnis tot het historische centrum en de Rabot­ torens. De tentoonstelling loopt tot 16 september.   www.smak.be, T 09 240 76 01


mei 04

jun 10

16

World Conference on

Collegium Vocale in

Science and Soccer

14de eeuwse refter

Sportartsen, -wetenschappers, -coaches en -liefhebbers uit de hele wereld verzamelen midden mei in Gent voor de 3de ‘World Conference on Science and Soccer’. Interesse in de nieuwste inzichten op het vlak van pakweg prestatie­ analyse of letselpreventie in het voetbal? Schrijf u dan snel in!

Het bekende koor onder leiding van dirigent Philippe Herreweghe speelt een uniek concert in de 14de eeuwse abdijrefter van het STAM. Een gedroomde locatie om live gebrachte middeleeuwse muziek te beluisteren.   STAM, Godshuizenlaan 2, 11 uur, T 09 267 14 00

ICC Gent, 18 uur, www.wcssghent2012.org, T 09 264 63 31

17

23

12

Smullen tijdens

Farmacotherapeutisch

Auto-immune

‘Gent Smaakt’

bijblijven

leverpathologie

Vier dagen lang kunt u in het his­ torische kader van het Sint-Pieters­ plein proeven van het lekkers dat een 20-tal toprestauranthouders en -cateraars serveren. Het plein is gratis toegankelijk, per gerechtje of drankje betaalt u 1 euro. Smakelijk!

Het is een klassieker voor alle me­ dische alumni: de infoavond over ‘Farmacotherapeutisch bijblijven’. Heeft eigenlijk geen verdere uitleg nodig. Voor wie vrij is, tot dan!

Hoe herken je patiënten die last hebben van auto-immuunziektes die hun lever aanvallen en hoe kunnen we hen helpen? Dat is het thema van de avondsessie binnen het Postgraduaat Pathologie.

Sint-Pietersplein Gent, 11 uur, www.gentsmaakt.be, T 09 210 10 10

UZ Gent – Aud. E ( blok B), 20.30 uur, T 09 332 28 98

UZ Gent – Blok A – practicumlo­ kaal, 19.30 uur, T 09 332 36 77


advertentie

advertentie

TUIN DAGEN

speciale acties EXTREMIS

www.dedirekteurswoning.be

deDirekteurswoning OpgeĂŤistenlaan 2 - 9000 Gent - T 09 225 24 48 open alle dagen 10 - 18 uur zondag & maandag gesloten


advertentie

Het gebaar dat LEVENS REDT...

Š B. De Cock

ligt ook in UW HANDEN www.azg.be

BE73 0000 0000 6060 Bedankt voor uw waardevolle steun


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.