Onze jonge lijven
Copyright 2015 Jasmijn Kam Omslagontwerp Joost Kuipers Omslagillustratie Floor Koster Vormgeving binnenwerk Joost Kuipers
Jasmijn Kam
Onze jonge lijven Roman
Arnhem 2015
EEN
‘Ik zet rustige muziek op en jullie moeten me beloven dat jullie allemaal je ogen netjes dichtdoen en dat ze pas weer opengaan als ik op de gong sla!’ Onze juf legde de schuimmatjes in een cirkel, zodat we met ons hoofd naar elkaar toe lagen. De kussens die ze in de cirkel legde hadden elk een andere omtrek. Beertjes met ingepakte cadeautjes, kittens met vlinderstrikjes, vrolijke boerderijdieren. Het waren waarschijnlijk de kussens die de lagere klassen gebruikten voor hun middagdutjes. Ik ging liggen en bekeek mijn klasgenoten. Ze hielden hun ogen stijf dicht, hadden rimpels tussen hun ogen en boven hun neus van het knijpen. De juf zette een cassettebandje aan. Ze bleef met haar rug naar de klas staan en rommelde wat met de kapstok. Op de achtergrond klonk het geluid van klotsende golven. De opname kraakte zacht. ‘Het allerbelangrijkste is dat jullie goed op je ademhaling letten. Als je langer uitademt dan je inademt komt je lichaam goed tot rust.’ Ik vroeg me af hoeveel mensen in de klas nu eigenlijk in die meditatie-onzin geloofden, maar het leek alsof iedereen heel hard zijn best deed. Onze juf haalde een zacht pakje sigaretten uit haar paarse leren tas, stak er een tussen haar lippen en sloop het lokaal uit. Haar paardenstaart bewoog op en neer terwijl ze liep. Het nieuwe meisje lag twee matjes verderop. Ze had zich op haar buik gedraaid en keek met haar handen onder haar kin naar de klas. Ze zwaaide naar me. Het was een 5
kleine beweging, alleen haar vingertoppen gingen op en neer. Ik stak mijn hand op hield mijn vinger voor mijn mond, zwaaide terug. Op handen en knieën kroop ze langs de matjes, tot aan het bureau van de juf. Ze pakte een grote schaar uit een mok met spullen die op het tafeltje stond en liep naar me toe. ‘Dat mag niet,’ fluisterde ik. Ze ging tussen mijn benen zitten, met haar rug naar me toe, haalde haar schouders op. Ze keek achterom en boog zich naar me toe, fluisterde in mijn oor: ‘Wil je het kaartje uit mijn shirt knippen?’ De schaar voelde groot en zwaar in mijn handen. De oren waren van donkergroen plastic. Het labeltje in haar shirt was van een merk dat ik niet kende en toen ik het doorknipte maakte het een knisperend geluid. Het meisje hield haar haren omhoog. Ik staarde naar haar achterhoofd. Er liepen kleine blonde haartjes langs haar nek naar beneden. Het kaartje lag in mijn hand en even overwoog ik om het in mijn broekzak te stoppen. ‘Beter zo?’ ‘Ja, ssst.’ Ze kroop weer terug naar haar eigen matje, liet mij achter met de schaar. Ze ging weer liggen, draaide op haar zij en sloot haar ogen. Ik deed hetzelfde, en legde de schaar onder mijn kussen. De juf kwam binnen, pakte een bos sleutels van het bureau en deed ze in haar zak. Vlak voordat ze het lokaal uit liep tikte het meisje me aan. ‘Moet je die dikke enkels zien.’ Ik keek door de haartjes van mijn wimpers naar de juf. Niet alleen haar enkels waren dik en vlezig. Terwijl ze liep trilden haar benen zacht; elke keer dat haar voet neerkwam verschenen kleine putjes in de achterkant van haar dijen. Ik grinnikte zacht, het nieuwe meisje ook. Toen de meditatieles was afgelopen liepen we hand in hand naar het schoolplein. Ze hield me stevig vast, onze 6
vingers waren in elkaar gevlochten. Haar hand was droog en klein. Ze vertelde me dat ze Milo heette. Haar ouders waren hier vorige week komen wonen. ‘Welke straat?’ vroeg ik. ‘Weet ik nog niet. Dicht bij het skatepark?’ ‘Dat is om de hoek!’ We hadden hetzelfde lievelingsboek, lievelingsdier en dezelfde lievelingskleur. Bovendien waren we allebei over een paar maanden jarig. We besloten meteen dat we samen een feest zouden geven. ‘Mijn moeder voelt zich schuldig dat ik al mijn vrienden achter moest laten, komt goed.’ Milo bewoog niet veel wanneer ze praatte. Haar stem klonk altijd alsof ze niet echt geïnteresseerd was. Milo had iets kalms dat me aantrok, maar ook angstig maakte. Hoewel zij het nieuwe meisje op school was, was ik degene die zich gretig en klunzig voelde wanneer zij in de buurt was. Ze bleek een jaar ouder te zijn en was blijven zitten omdat haar ouders vaak verhuisden. Misschien was dat het. We liepen samen naar de speelplaats. Daar stond een grote ijzeren stellage, met schommels die kraakten bij elke beweging. De zwarte zitjes hingen aan lange kettingen van metalen schakels. Als je geschommeld had roken je handen naar roest. Ik draaide rondjes op het zwarte zitje, keek hoe de kettingen in elkaar draaiden. ‘Op mijn vorige school deed een meisje dat ook een keer,’ zei Milo. ‘Dus?’ vroeg ik. De ketting was tot vlak boven me in elkaar gedraaid. Ik moest vooroverbuigen om er niet met mijn hoofd tegenaan te komen en haalde plots mijn voeten van de grond. In een sneltreinvaart draaide de schommel rondjes. Op het moment dat ik weer stilstond zag ik Milo naar me kijken. 7
‘Toen bleef het touwtje van haar trui vastzitten.’ Milo pakte de mouw van haar trui, trok hem naar voren en wikkelde hem om haar nek. Ze hield haar hoofd een beetje schuin en stak haar tong uit haar mond. Ze rolde haar ogen naar achter in hun kassen, haar wimpers trilden terwijl ze het deed. Ik kon een randje oogwit zien. ‘Dood?’ ‘Ze was helemaal blauw toen ze haar vonden. Uitpuilende ogen, alles.’ Ik ging wat langzamer schommelen, tot ik hetzelfde tempo had als Milo. We sleepten de punten van onze voet door de gemalen schelpen en stukjes porselein die onder de schommels lagen. Onze schoenen werden wit en stoffig. Een meisje liep naar ons toe. Ze was een paar jaar jonger dan wij en zat nog in de onderbouw, bij mijn broertje Isaac in de klas. Ik wist dat ze Myrthe heette. Ze zag er mooi uit. Waarschijnlijk had haar moeder haar haren gedaan. Twee vlechten waren hoog op haar hoofd ingevlochten en hadden grote kwasten. Er zaten twee gekleurde elastiekjes in, een roze en een rode. De punt van elke vlecht raakte haar schouderbladen. ‘Hé, mag ik zo ook op de schommel?’ Milo’s blik ging van de punten van haar schoenen naar Myrthe’s blozende wangen. ‘Ze zeggen dat niemand doorhad dat ze door de schommel gewurgd was. Pas toen haar ouders haar op kwamen halen vonden ze haar.’ Milo pakte mijn hand. Hij was glad en zweterig. Ik wilde de mijne terugtrekken maar durfde niet. Ik kneep zacht in haar hand, ze keek me aan. Toen knikte ik naar Myrthe. Milo trok een wenkbrauw op. ‘Mag ik zo ook op de schommel?’ Het meisje herhaalde haar vraag. ‘Wij zitten hier nu toch?’ 8
‘Maar jullie zitten er al de hele pauze. En jullie schommelen niet eens, jullie hangen maar een beetje.’ Milo ging wat rechterop zitten, trok aan haar spijkerrokje. ‘Hoe heet je?’ Haar stem was fluisterzacht en poeslief. ‘Myrthe.’ ‘Beste Myrthe, mijn beste vriendin en ik willen hier met zijn tweeën op de schommels zitten. Jij wil in je eentje schommelen. Kan je tellen?’ Milo wees naar mij en toen naar haarzelf. Ze stak haar vingers op. ‘Twee.’ Toen wees ze naar Myrthe en stak een vinger op. ‘Één.’ Myrthe bleef voor ons staan. Haar armen hingen langs haar lijf, haar onderlip pruilde naar voren. ‘Heb je nog nooit van democratie gehoord, Myrthe?’ Myrthe rechtte haar schouders. Dapper. Ze keek het schoolplein rond, leek de juf te zoeken. Die zat op een bankje verderop en las een tijdschrift, op de voorkant stond een vrouw in een zilveren bikini. De paarse leren tas stond tussen haar voeten. Ik moest lachen toen ik aan haar enkels dacht. ‘Waarom zeg je niet iets, Bree?’ Het was de eerste keer dat Myrthe mij aansprak. Ik haalde mijn schouders op, bekeek haar op een overdreven manier en probeerde zo goed mogelijk Milo’s verveelde toon na te doen. ‘Heeft niemand je ooit verteld dat je geen roze en rood samen moet dragen? Het vloekt. Ik zou die vlechten uithalen als ik jou was.’ Milo had mijn hand nog steeds vast. Ze grinnikte en kneep, haar duim wreef over de rug. Het was voor Myrthe de laatste druppel. Ze draaide zich van ons af en liep weg richting de juf, haar armen haast theatraal over 9
elkaar heen geslagen. Milo liet mijn hand los, maakte vaart en stak haar been uit. Myrthe viel op haar knieën. Met een blozend hoofd en betraande wangen stond ze op. In haar knie zat een scherp wit schelpje gedrukt, de huid eromheen was rood en het bloedde. Myrthe’s handen waren geschaafd, uit de wondjes kwam helder vocht. Huilend rende ze richting de juf. ‘Kut,’ zei ik. Myrthe liet haar knie aan de docente zien, zette haar voet demonstratief op het bankje. De juf legde haar tijdschrift naast haar neer en veegde het stof van Myrthe’s knieën af. Ze pakte de scherf van het schelpje tussen haar wijsvinger en duim vast en trok hem snel uit de knie. Ze pakte een flesje jodium uit haar handtas en depte het op de open huid met een watje. Myrthe huilde, haar knie kleurde oranje. De juf knipte met een klein schaartje een grote pleister en twee kleinere af. ‘Nu opletten,’ fluisterde Milo in mijn oor en ze beet hard in haar eigen arm. Terwijl ze het deed hield ze me in de gaten. De kleine tanden hadden elk een perfect afdrukje gemaakt; bleekgeel met een roze omtrek. Milo veegde het heldere speeksel van haar huid. ‘Nu jij.’ Ze pakte mijn arm, duwde hem richting mijn mond. Ik was net op tijd. Myrthe en de juf kwamen samen op ons af. De juf had haar hand op Myrthe’s onderrug gelegd. Ik durfde niet naar het snikkende gezicht te kijken en staarde naar de vlechten die op haar borst lagen. Ze gingen op en neer. Myrthe had de elastiekjes uitgehaald en de haren waren los aan het gaan. ‘Waarom heb je Myrthe laten struikelen, Milo?’ De juf legde de klemtoon op de verkeerde letter. ‘Ze heeft me gebeten. En Bree ook. Laat je arm maar zien, Bree.’ ‘Is dat zo?’ De juf keek mij bezorgd aan. Ik knikte, stak 10
mijn arm uit. Milo sloeg haar andere arm om mij heen. ‘Mij deed het niet zoveel pijn, maar ik kan mijn beste vriendin toch niet in de steek laten?’
11
TWEE
Onze docent rolde de televisie op wieltjes naar binnen. Hij had een pakketje met papieren onder zijn arm. ‘Gaan we een film kijken?’ vroeg Milo. ‘Dat zouden jullie allemaal wel leuk vinden, hè’ Vanuit de klas klonk enthousiast geroezemoes. De leraar ging op het bureau zitten. Hij legde de stapel papier neer. ‘Helaas geen film vandaag, maar wel iets anders leuks. We beginnen aan een nieuw programma. Nu jullie in groep acht zitten wordt het ook tijd dat jullie wat meer van de wereld meekrijgen. Wie van jullie kijkt wel eens met zijn ouders naar het nieuws?’ Een paar jongens en meisjes voor in de klas stak twijfelend hun hand op. Milo stootte me aan en grinnikte. Een van de handen ging weer omlaag. ‘Milo? Kan jij deze papieren voor me uitdelen?’ Op de stapeltjes papier, drie aan elkaar geniete vellen, stonden verschillende vragen. Wat is er afgelopen week gebeurd? Wie speelde een hoofdrol in het nieuws? Waarom? Terwijl Milo weer op haar stoel ging zitten deed de leraar de televisie aan. Meteen klonk een zacht, zeurend piepgeluid. Er was alleen sneeuw te zien op het scherm, het was een oud en groot model. Er werd geklopt. Het was een snelle, harde klop en toen onze leraar opendeed sleurde de directeur hem haast over de drempel. De deur ging meteen weer dicht. Milo en ik keken naar elkaar en zuchtten. 12
‘Jezus, ik had net zo’n zin om naar het nieuws te kijken met elkaar,’ zei ze en ze trok een overdreven pruilgezicht. Milo stond weer op en pakte de afstandsbediening van het bureau. ‘Ik zie nergens films liggen hier, dus we moeten het maar doen met wat er op dit uur op tv is.’ Ze drukte op afstandsbediening en de tv sprong aan. De nieuwsuitzending was net begonnen. De klas werd stil. Een zichtbaar geschokte nieuwslezer had zijn jasje uit gedaan; je kon de druppels zweet boven zijn wenkbrauwen zien liggen. Het geluid van de televisie stond te zacht om te horen wat hij zei. De paniek van de man was aanstekelijk. Milo had eerst haar mond nog open gedaan om een grap te maken, maar zodra ze de bezwete man zag ging ze opvallend rustig naast me zitten. Toen kwamen de beelden. Een toren van het World Trade Center stond in brand. Oranje vlammen kwamen uit de zijkant tevoorschijn en rook dwarrelde op. Er vloog een vliegtuig in op de toren ernaast. Jongens en meisjes om ons heen hielden hun hand voor hun mond. Veel van mijn klasgenoten huilden en pakten paniekerig hun spullen in, alsof ze nu meteen naar huis moesten. Niemand had precies door wat er gebeurde, maar de angstige beelden hielden iedereen in hun greep. Ik kon niet stoppen met kijken. Een van de camera’s zoomde in op een scheur in de zijkant van het gebouw. Mensen renden naar het raam om adem te happen, om iets anders in te ademen dan de giftige rook. Ze onderschatten de afgrond, tuimelden naar beneden. Ik zag hun lichamen draaien, hun kleren wapperen. Klasgenoten wendden hun gezicht af. De camera volgde een van de vrouwen die uit het gebouw viel. Haar grijze kokerrok blies omhoog, ze droeg wit ondergoed, een hoge slip. Ik vroeg me af of ze altijd zulke lelijke broekjes droeg, of dat ze ongesteld was. Ze had blote voeten, de 13
onderkant was schoon en een beetje rood. Had ze haar hakken uitgedaan toen ze wist dat ze snel moest rennen om weg te komen, of waren ze in haar val door de wind afgerukt? Het maakte niets meer uit, ze smakte op het asfalt. Ik kon het niet zien, maar toen ik mijn ogen sloot zag ik het toch. Haar schedel brak. Tussen de twee helften van haar hoofd kon je een rozig reepje hersenen zien. Donker bloed gutste uit haar neus en oren. Haar ogen waren nog open, je zag alleen het wit en een kleine rand van de iris. ‘Zet de televisie uit!’ De leraar kwam het lokaal weer binnen, zijn gezicht had een groentint. Hij klom op een wankel stoeltje. Ik stelde me voor hoe tragisch het zou zijn als hij in zijn angst ook zou vallen en zijn nek zou breken. Dat we niet alleen het gerommel uit de televisie zouden horen, maar ook het knakken van een hals. ‘Ga allemaal maar naar huis.’ Ik wilde blijven zitten, maar Milo sleurde me uit de stoel. Toen we buiten waren en richting haar huis liepen pakte ze mijn hand, vlocht haar vingers in de mijne. Ze trilde licht. ‘Gaat het?’ vroeg ik. ‘Ja. Best. Ik heb gewoon het idee dat…’ ‘Wat?’ Ze maakte haar zin niet af, wees in plaats daarvan naar boven. ‘Normaal zijn er toch vliegtuigstrepen?’ Ik keek ook omhoog. De lucht had nog nooit zo leeg en strak en blauw geleken. Ik vond het mooi. Het maakte alle andere geluiden en beelden scherper. De zon brandde feller, het gras leek groener. De stoepen leken extra breed nu er niemand buiten liep en iedereen thuis op televisie zag hoe de torens veranderden in grijze as en vuur.
14
DRIE
Mijn elfde en Milo’s twaalfde verjaardag. Milo’s moeder schoof, zodra onze klasgenootjes naar huis waren, meteen de laatste stukken taart in de prullenbak. Ze haalde haar voet van het pedaal en de deksel kwam met een plof neer. De geur van bedorven vlees. Milo en ik verzamelden de bordjes en zetten ze op het aanrecht. Milo’s moeder spoelde de laatste resten slagroom er van af. ‘Dat was een geslaagd feestje, toch meisjes? Bree, ruim jij de vaatwasser even in?’ ‘Waarom moet de taart nu al weg?’ Milo pakte het mes waarmee de taart was aangesneden, haalde haar vinger langs het glimmend staal en at de kruimels en crème van haar vinger. ‘Laat dat,’ zei haar moeder. ‘Je weet best waarom.’ Milo bekeek zichzelf in het spiegelende roestvrij staal en ik keek naar haar reflectie. Milo rolde met haar ogen. Ze likte de laatste restjes af en zette het mes met de punt omhoog in de vaatwasser. ‘Jullie mogen één cadeautje openmaken, wat vinden jullie daarvan?’ Ze pakte twee identiek ingepakte cadeaus van de tafel en gaf ze aan Milo en mij. ‘Mogen we ze boven openmaken?’ vroeg Milo. ‘Maar dan wel je papier in de prullenbak gooien.’ ‘Oké!’ Milo trok me aan mijn arm de trap op. ‘Niet vergeten een bedankbriefje te schrijven voor Peter, meisjes!’ gilde haar moeder ons na. Milo liet zich op haar bed vallen. 15
‘Wedden dat ze nu in die prullenbak aan het graaien is?’ ‘Bah.’ Ik wikkelde het papier van mijn cadeau, Milo deed hetzelfde. In allebei de pakketjes zat een plat vierkant doosje en toen we de deksel eraf haalden kwamen twee identieke armbandjes tevoorschijn. Het waren doorzichtige buisjes met helderblauw water, zilveren glitters en kleine gekleurde schelpen er in. Ik wist niet zeker of ze echt waren of van plastic. Ik hield het armbandje tegen het licht, keek naar de dansende kleuren. Toen ik schudde verscheen er wat wit schuim. ‘Mooi,’ zei ik. Ik deed de armband om. Het plastic rolde stroef langs mijn hand. Milo deed hetzelfde. Ze liep naar de grote spiegel bij de kaptafel, ging er voor zitten en poseerde. Ik was altijd jaloers geweest op die tafel. Het was een groot ding dat eerst van haar moeder was geweest en toen die hem wegdeed mocht Milo ook alle half opgemaakte flesjes en potjes hebben die er op hadden gestaan: nagellak, parfum, blokjes zeep. Milo hield haar hand onder haar kin zodat de armband goed te zien was. Toen zette ze beide handen op de kaptafel en boog wat verder voorover, richting de spiegel. Ik hield mijn arm naast de hare. Ze pakte hem vast en trok hem naar zich toe. ‘Wat is dat voor bult?’ Milo streek met haar vingers over de huid van mijn arm en bleef hangen bij de knobbel net onder mijn elleboog. ‘Toen ik zeven was heeft mijn moeder mijn arm gebroken.’ ‘Serieus?’ Milo moest lachen. Ze tikte zacht op de bult. ‘Ik meen het. Al weer bijna vijf jaar geleden. Knijp maar, het doet geen pijn.’ Milo pakte mijn onderarm, wreef eerst zacht en duwde 16
daarna met haar duim hard op de plek. De huid verkleurde niet. ‘Hoe dan?’ ‘Ik weet het niet precies meer. We waren aan het praten, ik maakte een grapje en ze was boos. Volgens mij wilde ze me straffen, knijpen, maar op het laatste moment besloot ze me te kietelen. Toen waren we aan het stoeien op haar bed. Het is allemaal een beetje wazig, maar volgens mij viel ik en greep ze me net te hard vast.’ ‘Deed het pijn?’ ‘Eerst niet. Ik hoorde iets kraken en schrok heel erg. Ik geloof dat ik bang was dat ik een plank in het bed gebroken had, of dat ik per ongeluk iets van haar nachtkastje had gestoten. Ik was als de dood dat ik straf zou krijgen, dus ik bleef gewoon zitten. Pas toen mijn moeder het opmerkte en begon te wijzen en schreeuwen had ik het in de gaten.’ ‘Jezus.’ ‘Het was een nare breuk. Het bot stak door mijn huid heen, daar,’ Ik wees naar de bult. ‘Ik verbaasde me er over hoe schoon het eruit zag.’ ‘En toen?’ ‘Mijn moeder ging in paniek mijn vader halen in plaats van een dokter te bellen en ik zat daar maar een beetje geschrokken heen en weer te bewegen. Toen hebben ze me naar het ziekenhuis gebracht en er gips omheen gedaan, alles erop en eraan.’ ‘Toen ik kleiner was wilde ik ook altijd gips. Welke kleur had je?’ ‘Lichtroze, perzikachtig. Ik moest een nacht in het ziekenhuis blijven. De volgende ochtend kwam mijn moeder langs en kreeg ik een echt gouden kettinkje, heel mooi. Met een klein hartje als hanger. Volgens mij is ze daarna nooit meer zo lief tegen me geweest.’ 17
Milo keek naar mijn hals. ‘Die heb ik je nooit zien dragen.’ ‘Klopt. Een week nadat het gips eraf mocht heeft ze hem weer ingepikt. Zei ze dat ze me toch te jong vond voor echt goud en dat ik hem vast kwijt zou raken of dat hij ergens aan zou blijven haken.’ ‘Hoer.’ Ik moest lachen. Toen bleef ik stilzitten en voelde even aan mijn nek. Milo draaide zich om en tuurde weer in de spiegel. ‘Heb jij het ook zo warm?’ vroeg ik. Ze schudde haar hoofd. Ik stond op en deed haar raam op een kleine kier. De zon was onder aan het gaan, hij scheen fel in mijn ogen. In de vensterbank lag een dode bij, haast opgerold op zijn zij. Ik pakte het beestje bij een van de vleugels op, de angel stak uit zijn achterlijf. Milo zat met haar rug naar me toe. Wat zou er gebeuren als ik nu de hals van haar shirt met mijn vinger openhield en de bij langs haar blote nek en rug naar beneden zou laten glijden? Zou ze nog iets voelen van de angel? Ik legde het beestje weer in de vensterbank. Het was alsof ik plots bang was dat hij nog leefde en me in mijn vingers zou steken. Milo draaide zich naar me om. ‘Wat ben je aan het doen?’ ‘Er ligt een dood beest in je vensterbank.’ Ik wees naar de bij. ‘Een bij?’ ‘Ja.’ ‘Volgens mij is er een nest in de buurt, in een van de bomen van de buren.’ Milo reikte me de beker aan die ze naast haar bed had staan. Er zat nog een beetje water in. ‘Gooi hem maar uit het raam.’ Ik schoof met de achterkant van mijn hand het insect in de beker en keerde die uit het raam om. Ik keek naar buiten. Niet ver van Milo’s huis stonden de gordijnen van haar buurjongen nog open. 18
Hij zat achter zijn computer. Ik verbaasde me erover hoe dichtbij hij leek. ‘Wist je dat bijen niet kunnen steken zonder dood te gaan?’ zei ik. ‘Hoe bedoel je?’ Ik schoof een krukje aan en ging naast Milo zitten. Ze drapeerde haar benen over die van mij. Haar knieholtes voelden warm aan tegen mijn bovenbenen. ‘Als ze je steken blijft de angel in je huid zitten en trekken ze al hun organen mee wanneer ze wegvliegen.’ Milo rilde. Ik legde mijn hand op haar knie. ‘Ja.’ ‘Heb jij je papieren al laten tekenen?’ vroeg ze. ‘Welke?’ ‘Voor de schoolreis.’ ‘Naar het zwembad?’ ‘Ja.’ ‘Mijn moeder tekent altijd alles, zonder te kijken. Wat stond er ook alweer in?’ ‘Dat er alleen een mannelijke docent mee kon. En of dat oké was.’ ‘Het is alsof ze verwachten dat er problemen zullen komen. Weet jij wie er mee gaat?’ Milo stond op, pakte haar schooltas uit de hoek van de kamer en haalde er wat verfrommelde papieren uit. Ze pakte er een lichtroze prop uit, legde hem op haar kaptafel neer en haalde haar hand een paar keer over het gekreukelde papier, keek naar de naam van de docent. ‘Jim Burner,’ zei ze. ‘Een aardrijkskundeleraar. Waarom gaat hij mee?’ ‘Hoe ziet Burner er ook alweer uit?’ Milo wreef met haar wijsvinger over de zwarte letters. ‘Jong, blond.’ 19
‘Knap?’ ‘Hij draagt altijd van die korte broekjes.’ Milo pakte een balpen uit een van haar lades en kruiste het vakje dat toestemming gaf om mee te gaan naar het zwembad. Onder aan het papier stonden twee stippellijntjes. Op het eerste stippellijntje moest je de naam van je kind invullen. Milo zette met sierlijke letters haar eigen naam op het papier. Het onderste lijntje was voor het ondertekenen van de brief. Milo streek het papier nog eens glad. Ze draaide de pen tussen haar vingers en maakte, zonder met de punt contact te maken een aantal keer dezelfde zwierige beweging over het stippellijntje. Toen ze klaar was hield ze het papier omhoog, tegen het licht. Ze vulde het hokje waar ze een kruis in had gezet helemaal in en blies op de inkt. ‘Is die van je moeder?’ vroeg ik. Milo legde het papier op haar bovenbeen en wreef het zo glad mogelijk, vouwde het op en klopte er haast trots op. ‘Ze zijn toch nooit thuis. Zo heb ik ze tenminste, toch? Ik kan die van mijn vader en opa en oma ook.’ ‘Waar heb je die laatste twee voor nodig?’ Ze haalde haar schouders op. ‘Altijd handig.’ Toen ze haar pen weer terug in de lade legde viel mijn oog op een klein boekje met een pluizige kaft. Er zat een hangslotje aan, ernaast lag een kleine sleutel. Milo duwde de la weer dicht. Ze wreef met haar vingers over haar kruin. ‘Ik ga even douchen. Blijf jij eigenlijk logeren?’ ‘Moet ik dan weer op dat dunne matje?’ ‘Je mag wel bij mij in bed. Moeten we het matje wel naast mijn bed leggen, anders denken mijn ouders dat ik een pot ben.’ Ze trok haar broek en shirt uit en liep in haar ondergoed naar de badkamer. Haar onderbroek zat tussen 20
haar billen. Toen ik het water op de tegels van de douche hoorde vallen ging ik aan haar kaptafel zitten. Ik pakte haar borstel en haalde hem door mijn eigen haar. Toen ik naar de tanden van de borstel keek zag ik de mengeling van onze haren. Die van haar lichtblond en lang, die van mij donkerder en met iets meer slag. Ik plukte alle haren eruit en rolde ze tussen mijn handpalmen tot een kleine, prikkelige bal. Je kon het verschil in kleur haast niet meer zien. Ik bracht het balletje naar mijn neus en snoof diep. Een mix van allebei onze geuren. Ik deed de la open en pakte haar dagboek. Haar handschrift was rond en klein. Ze was een paar jaar terug, toen ze hier kwam wonen, begonnen met een zwarte vulpen, maar gebruikte nu groene gelpen om mee te schrijven. Ik zocht mezelf op de pagina’s maar vond geen woord over onze vriendschap. Milo schreef niet over de dingen die we samen hadden gedaan, niet over de avonden dat we bij elkaar logeerden en zelfs niet over verjaardagsfeestjes die we samen gaven. Er stond veel in het boek over Milo’s buurjongens. De jongens leerden haar hoe je moest zoenen. Eerst oefenen op lepels, met de spiegel, en dan met elkaar. Een keer hadden ze samen gedanst. Toen de jongen die altijd naar pies rook zich tegen haar aan drukte had ze een harde bobbel in zijn broek gevoeld. Milo had mij nog nooit verteld over deze dingen. Toen de douche ophield met klateren legde ik het boek terug in de la. Ergens ernaast lag een klein gouden schaartje. Ik pakte het op en verknipte het haarballetje dat ik had gemaakt. Het had geen zin. Ik gooide de kleine stukjes verstrengeld haar in de prullenbak. Milo kwam met een handdoek op haar hoofd en een om haar lijf gewikkeld de kamer binnen. Haar mascara was uitgelopen. ‘Lekker gedoucht?’ vroeg ik. Ze deed de handdoek af 21
en met haar rug naar me toe pakte ze schoon ondergoed uit haar kledingkast. ‘Ik blijf logeren,’ zei ik. Milo sloeg de deken op haar bed voor me open.
22
VIER
Milo had haar handen in haar zakken en leunde achterover, maar ik wist bijna zeker dat ze niets om had. ‘Ben je hem vergeten?’ vroeg ik. ‘Hoe bedoel je?’ ‘De armband. Je hebt hem niet om.’ ‘Morgen, oké?’ We zaten naast elkaar in de bus. Ik probeerde mijn armband af te krijgen, maar het lukte niet. Ik legde mijn arm onder de rugtas met zwemspullen. Ik had aan mijn moeder gevraagd of ik niet gewoon mijn bikini onder mijn kleren aan mocht houden, maar ze vond ‘dat zweterige materiaal’ niet goed voor mijn huid. Zo ging het vaker. De grote dingen waar andere moeders zich zorgen over maakten waren voor haar geen probleem, maar af en toe was er iets triviaals waar ze zich in vastbeet. Op die momenten voelde ze zich een goede moeder. Iemand die precies doorhad hoe het leven van haar dochter in elkaar zat, wier jeugd vast hetzelfde was geweest. Toen we aankwamen moesten alle meisjes naar een kamer die bekend stond als het ‘schapenhok’. Er was net een aquarobicsles voorbij, en terwijl wij elkaar aankeken en wachtten wie als eerste zijn shirt uit zou doen, kwam een twintigtal vrouwen de kleedkamer binnen. Ze stroopten hun badpakken af en gingen onder de douche staan. Ze leken allemaal onaangedaan door de veertig borsten, de twintig plukken schaamhaar. Ze schurkten hun lichamen af met versleten handdoeken, eerst de rug, dan de schou23
ders, de armen, de buik. Nadat de handdoek tussen hun benen was gehaald draaiden ze hem om hun hoofd als een tulband. De meisjes uit mijn klas zaten met hun dunne armen over elkaar heen gevouwen op de bankjes te wachten tot de vrouwen weg waren. We hadden de tijd. Iedereen wist dat de begeleidende docent de kleedkamer niet binnen mocht komen als het te lang zou duren. Milo trok als eerste haar shirt uit. Logisch, ze had de kleinste borsten van de groep. De rest volgde. Ik trok mijn onderbroek uit en draaide me richting de muur. Een tijdje terug was mijn eerst schaamhaar gaan groeien. Er hadden al wat blonde haartjes gezeten, maar nu waren er in korte tijd opeens een aantal zwarte, stugge haren bij gekomen. Snel deed ik mijn bikinibroekje aan. Toen we allemaal omgekleed waren moesten we bij het zwembad staan om geteld te worden. Milo stak haar tong uit naar de docent en hij deed alsof hij het niet zag. We hielden elkaars hand vast toen we het water in sprongen. Milo en ik stonden het grootste gedeelte van de tijd tot aan onze heupen in het lage bad. We hingen met onze armen over de rand en bekeken iedereen die langs kwam. De betonnen rand van het bad voelde fijn tegen mijn huid. ‘Kijk die.’ Milo stootte met haar elleboog in mijn zij. Er spatte een beetje water op mijn schouder. De vrouw die voorbijliep had een grote buik, de randen van haar blauwe badpak sneden in haar vlees. Ik moest lachen. De vrouw keek ons kwaad aan, maar zei niets. Alsof ze wist dat Milo gelijk had. Wij waren blij met onze strakke huid en benen, ons glanzend haar en omhoogstaande kleine borsten. Wij zouden nooit zo kunnen worden. We wilden van de glijbaan. Toen we op de trap stonden te wachten kreeg ik opeens een hevige kramp in mijn onderbuik. Het was een korte pijn, maar genoeg om even 24
buiten adem te zijn. Het was me de afgelopen weken vaker overkomen. Over een minuutje zou het over zijn. De rij voor de glijbaan ging één stap omhoog. Ik zette mijn voet op de traptrede boven me. Toen gebeurde er iets nieuws: een warme golf van binnenuit tegen het koude bikinibroekje. Langs de binnenkant van mijn bovenbeen liep een straaltje bloed. Ik wist wat het was. Ik was oud genoeg om het te krijgen, maar dat maakte de paniek die ik voelde niet minder groot. Ik kneep zacht in Milo’s enkel. Toen ze de paniek in mijn ogen zag kwam ze naar beneden en ging naast me staan op de trap. ‘Wat is er?’ fluisterde ze. Ik wees naar mijn been. Milo was al ongesteld geweest. Het gebeurde haar nog niet regelmatig, maar ze had haar eerste keer in elk geval al gehad. Zij wist vast wat ik moest doen. ‘Kom.’ We liepen samen naar de kleedkamer. Onderweg griste ik een handdoek van een witte strandstoel en knoopte die om. Ik moest bijna huilen. In de kleedkamer haalde Milo een ritselende roze plastic verpakking uit haar tas. Als ik niet beter had geweten had ik gedacht dat het een snoepverpakking was. ‘Trek je broekje uit.’ Ik probeerde hem uit te doen met de handdoek om mijn middel maar het lukte me niet. ‘Kom op, ik heb je kut wel eens gezien.’ Ik deed wat ze zei en hield het broekje in mijn hand. In het kruis zat een donkerrode ovaal. ‘Je moet hem uitspoelen, met koud water, anders gaat het er niet uit. Je hebt zeker niets anders bij je?’ ‘Alleen mijn onderbroek.’ ‘Welke kleur ?’ ‘Zwart.’ Milo graaide in mijn tas en pakte de onderbroek eruit. Ze haalde de roze verpakking van het maandverband en 25
plakte het erin. Milo gooide het pakketje naar mij toe en ik liet mijn bikinibroekje vallen om hem te vangen. Het broekje raakte met een natte klets de vloer van de kleedkamer. Het dikke maandverband voelde vreemd tegen mijn kruis en terwijl ik mijn bikini onder de douche uitspoelde sloeg Milo een arm om mijn schouder. Ik snikte zacht. ‘Je moet niet aan je moeder vragen of je tampons mag, oké? Dan gaat ze je laten zien hoe je die in moet doen, en als er iets is dat je niet wil, is dat het. Als we straks thuis zijn kopen we een pak maandverband voor je. Kom, laten we gaan zonnen.’ Nadat we een tijdje in de zon hadden gelegen kwam de leraar naar ons toe om te zeggen dat we verwacht werden in het lage zwembad voor een groepsspel, de afsluitende activiteit van de dag. ‘We willen niet meer zwemmen,’ zei ik. ‘We zijn moe,’ zei Milo. De leraar bekeek ons. Hij stak zijn handen in zijn zakken en haalde zijn schouders op. Er zat blond haar op zijn bruine onderarmen. Het glom in de zon. ‘Jullie zullen wel moeten. Het is verplicht. Iedereen doet mee aan de afsluitende activiteit. Het wordt echt leuk, geloof me nu maar.’ ‘Ik zei toch dat we niet willen?’ ‘Nou meiden, kom op. Hup.’ Hij ging op zijn hurken zitten en pakte Milo’s bovenarm. Het was een zachte aanraking. Zijn vingertoppen raakten elkaar niet eens. ‘Als je me nog één keer aanraakt vertel ik mijn moeder dat het heel ergens anders was dan mijn arm, viespeuk.’ Milo’s stem was fel en zacht. Onze docent stond met een rood hoofd op en keek om zich heen. ‘Best. Blijf maar liggen. Na de oefening wil ik jullie meteen in de rij hebben voor de laatste telling.’ 26
‘Ja, meneer.’ Ik staarde naar de armband om mijn pols, draaide het plastic zó dat het schelpje en de glitters met elkaar dansten.
27
VIJF
Milo deed de la van haar kaptafel open. ‘Waarom vertel je niet gewoon wat het is?’ vroeg ik. ‘Omdat het een verassing is.’ Milo rommelde wat tussen de spulletjes. ‘Kijk eens. Alsjeblieft,’ zei ze, en ze drukte een zwart rechthoekje in mijn handen. ‘Heb je die gekocht?’ ‘Wat denk jij? Dat ik eruit zie als zestien? Mijn nicht heeft ze aan me gegeven.’ Het pakje sigaretten voelde lichter aan dan ik had verwacht. Ik haalde het doorzichtige plastic van de verpakking. Op het zwarte, matte karton stond een roze olifant afgebeeld. Hij leek een beetje dronken, van de wereld. In zijn slurf had hij een ouderwetse sigarettenpijp, zoals vrouwen in oude films gebruikten om te roken. De sigaretten hadden een sterke geur. Het deed me denken aan goedkope cake. ‘Wat zijn dat voor speciale peuken?’ ‘Ze hebben er een of ander aroma doorheen gedaan. Vanille.’ Milo zette haar raam open en leunde op de vensterbank. ‘Hoe laat komen je ouders thuis?’ vroeg ik. ‘Geen idee.’ ‘Is het wel slim om dit nu te doen?’ ‘Duurt nog wel even, hoor. Ze zijn met een ander echtpaar aan het eten, geloof ik. Double Date Night.’ ‘Walgelijk.’ Milo haalde een aansteker uit haar kontzak. Het was 28
een klein exemplaar waar Happy New Year op stond. Ze pakte twee sigaretten uit het pakje, legde er een tussen mijn lippen en stak hem aan. Ik durfde niet diep in te ademen. De rook omringde Milo en mij en smaakte op geen enkele manier naar vanille. Mijn ogen traanden een beetje. ‘Moet je kijken,’ zei ik. ‘Wat?’ Ik wees uit het raam, naar Milo’s buurjongen. ‘Wat bedoel je?’ ‘Hoe dichtbij hij zit. Je kan gewoon op zijn scherm zien wat hij doet.’ Milo ging in de vensterbank zitten. Terwijl ze het deed legde ze haar hand op mijn bovenbeen. Milo’s buurjongen zat achter zijn computer. Op het scherm waren verschillende websites te zien, die allemaal video’s afspeelden. Plotseling rolde de jongen met zijn bureaustoel iets naar achteren. Hij had de video op fullscreen gezet. Het was een simpel decor. Een paar witte muren en de camera gericht op een jonge, Aziatische vrouw. Ze droeg een blauw geruit rokje en een witte blouse. Haar haren lagen in twee gladde paardenstaarten op haar schouders. De man achter de camera was haar waarschijnlijk aan het interviewen. Ze knikte steeds en bewoog haar armen veel terwijl ze praatte. Toen het interview afgelopen was begon ze haar blouse langzaam open te knopen. ‘Jezus,’ zei ik. Milo moest lachen. De jongen vouwde zijn handen achter zijn hoofd, maar bleef zo zitten dat het beeld goed te zien was. ‘Hij heeft er wel zin in,’ zei ik. Milo hoestte een paar keer, drukte de sigaret uit tegen de muur van het huis. Ze legde de peuk in de vensterbank. De jonge vrouw stond in haar ondergoed te dansen. Het ging de buurjongen blijkbaar niet snel genoeg, want hij haalde een arm achter zijn 29
hoofd weg en bewoog met zijn muis. Ze was naakt nu, op een paar loafers met hoge sokken na. De vrouw liep naar de deur. De cameraman volgde haar, zoomde in op het wiegen van haar billen. De vrouw deed de deur open. Ze begroette een man met drie zoenen. Gebaarde hem naar het midden van de kamer. Er kwam nog een man binnen. En nog een. En nog een. Milo gaf me een tweede sigaret, maar ik had de eerste nog niet opgerookt. ‘Vind je het geil?’ vroeg Milo. Ik stompte haar tegen haar bovenarm. We staarden naar het silhouet van haar buurjongen, het licht dat van het scherm kwam. Ondertussen stonden een stuk of tien mannen om de vrouw heen. Ze hadden allemaal hun broek opengeknoopt. De vrouw zat op haar hurken en hield twee van de mannen bij hun geslacht vast. De rest stond er een beetje knullig omheen aan hun pik te sjorren. ‘Ze heeft niet eens genoeg gaten,’ zei Milo. Ik merkte dat ik een beetje moest blozen. ‘Ik snap ook niet helemaal wat de bedoeling is.’ Ik probeerde me te concentreren op het roken en te inhaleren, maar de lucht kwam alleen maar door mijn neus naar binnen. Milo hoestte. ‘Shit,’ zei ze. ‘Wat?’ ‘Ik hoor de auto.’ Ik wapperde wat met mijn handen in de lucht, alsof dat de rook weg zou jagen. Milo spuugde op haar sigaret. We lieten de peuken in een leeg frisdrankflesje vallen. Milo verstopte het pakje onder haar lakens, deed de gordijnen dicht. Haar ouders klopten op de deur en kwamen binnen. ‘Was het leuk?’ vroeg Milo. ‘Ach,’ zei haar moeder. ‘We hadden er iets meer van verwacht,’ zei haar vader. 30
‘Kan gebeuren.’ Milo krabde op haar achterhoofd. ‘Wat ruik ik toch?’ ‘Wierook,’ zei ik, en ik glimlachte. ‘Ah, natuurlijk. Nou, wij gaan slapen, meiden. Doen jullie straks zachtjes met de douche?’ Voordat we konden antwoorden deed haar vader de deur weer dicht. Milo liet zich achterover vallen op haar bed. Door een kier tussen de gordijnen bekeek ik de buurjongen. De jonge vrouw zat op haar knieën en veegde iets uit haar ogen. De jongen liet een tissue op de grond vallen, knoopte zijn broek dicht. Het scherm werd zwart.
31
ZES
‘Waarom riep je me?’ ‘Ik heb je zo even nodig, ga daar maar op bed zitten,’ antwoordde mijn moeder. Ik liep naar het grote bed in de slaapkamer van mijn ouders en keek naar mijn moeders acrylnagels. Ze waren lang en rood, glimmend en puntig. Als de zon erop scheen waren ze een beetje doorzichtig. Het liefst verstopte ik mijn eigen nagels. Vaak zaten er kleine schilfers in de witte rand en was het simpel om de nagel te splijten of af te breken. Ze leken op geen enkele manier op mijn moeders puntige rode ovaaltjes. Aan het begin van dit schooljaar had ze me een keer meegenomen naar de vrouw die haar manicures deed. Een klein Aziatisch dametje bracht met een kleine kwast een laag acryl aan. De nagels die ze bij mij had gemaakt waren korter dan die van mijn moeder, stomper. Terwijl ze droogden bekeek mijn moeder met haar armen over elkaar gevouwen het hele tafereel. De vrouw droeg lichtblauwe latex handschoenen en een masker over haar mond dat haar stem gedempt deed klinken toen ze aan me vroeg welke kleur ik graag wilde. Ik mocht geen rood. ‘Doe maar een poederig roze,’ zei mijn moeder. Haar stem klonk niet alleen trots, maar ook alsof ze me een heel groot, bijzonder cadeau gaf. De laag voelde zwaar op mijn nagels en de eerste dagen was het onmogelijk om zelfs de normaalste dingen te doen. Knopen en blikjes cola waren opeens ontzettend moeilijk om te openen. Na drie weken, toen het roze aan het uitgroeien was en mijn eigen 32
nagelbed weer tevoorschijn kwam, was kreeg ik het voor elkaar om van mijn rechterduim de acryl af te pulken. Zodra mijn moeder het in de gaten kreeg keek ze met een vies gezicht naar de huid die open lag onder de gebarsten nagel. ‘Ik weet wel wie geen nieuwe nagels verdient,’ zei ze en uit de la van haar kast had ze me een grove vijl gegeven. Een smaller exemplaar lag nu op haar nachtkastje. Mijn moeder pakte een potje dagcrème en haalde er met haar wijs en middelvinger een likje uit. Ze wreef haar handen tegen elkaar en klopte de crème daarna zacht op haar huid. Met cirkelvormige bewegingen verdeelde ze de laatste resten over haar kaaklijn en hals. Daarna veegde ze haar handen af aan een tissue. Het doorzichtige wit dwarrelde naar beneden, in een mand vol andere tissues en uit een borstel geplukte losse haren. Ik moest denken aan Milo’s buurjongen. Met een rond sponsje verdeelde mijn moeder foundation over haar gezicht. Het bedekte de kleine sproetjes op haar wangen. Ze maakte haar ogen op, trok een lijn boven haar wimperrand en bracht mascara aan. Terwijl het droogde stiftte ze haar lippen. Ik liet me van het bed af glijden en liep stilletjes richting mijn moeder. Ze knipperde een paar keer met haar ogen en pakte een naald uit het doosje waar ze haar make-up spullen in bewaarde. Ze leunde naar voren, bracht de naald naar haar oog en haalde met ingehouden adem de door mascara aan elkaar vastgekleefde wimpers los. Er bleef een beetje zwart aan de naald zitten. Ze gebruikte tussen het loshalen door een tissue om hem af te vegen. Ik stelde me voor hoe ze de naald in haar oog zou steken, hoe het smalle staal in haar iris zou glijden. Als ik haar nu zou laten schrikken, zou hij dan niet in haar waterlijn belanden? Bij het hevig knipperen en het tranen van haar ogen zou de naald trillend op en neer bewegen. Ik zou hem er zelf niet uit halen, maar mijn vader roepen. 33
Mijn moeder bij haar schouders vasthouden terwijl hij met de vingers van zijn ene hand haar oogleden uit elkaar zou houden en met de andere de naald eruit zou trekken. ‘Kan je me even helpen, Bree?’ ‘Mag ik je mascara gebruiken?’ ‘Kom nou even hier.’ ‘Waarom niet?’ Ik stond op van haar bed en liep naar haar toe. ‘Omdat hij heel duur is. Jij gaat alleen maar in je ogen wrijven. Hup.’ Ze pakte een zwart doosje van de hoek van haar kaptafel en gaf het aan mij. Ik maakte het open en ondertussen haalde mijn moeder de kleine diamanten oorknopjes die ze normaal droeg uit haar oor en legde ze op het zwarte fluweel. Het was stoffig. Onder het fluweel langen twee kleine gouden ringetjes. Mijn moeder veegde haar haren naar achteren en hield haar hoofd zo dat haar oor bloot lag. Ik rook haar parfum en haar shampoo en toen ik dichterbij kwam ook haar hoofdhuid. Haar oor was klein en smal, het gaatje voor haar oorbel was geen stip meer maar een verticaal streepje. Ik had haar wel eens gevraagd hoe dat kwam en dan liet ze me de oorbellen zien die ze droeg toen ze jonger was. Lange, zware hangers. Ik pakte de dunne gouden ringetjes uit het doosje en maakte ze open. Het waren kleine priegeldingen, onmogelijk open te krijgen met mijn moeders lange nagels. ‘Jij hebt nog kleine vingers,’ zei ze. ‘Ik ben geen zes meer.’ ‘Je weet wel wat ik bedoel, smaller.’ Ik maakte de ringetjes open en leunde naar mijn moeder toe. Toen ik het gouden staafje in haar oorgaatje duwde kwam er aan de achterkant iets uit wat leek op talg. Het rook sterk. Er bleef wat op mijn vinger zitten. Ik klikte de sluiting dicht. Ik 34
schaamde me dat ik haar op dit moment zo smerig vond. Mijn moeder schudde haar haren over haar andere schouder en presenteerde het andere oor. Met tegenzin liet ik de oorring in het gaatje glijden. Ik vroeg me af hoe het witgele spul zich in haar oor zo ophoopte. Waar het uit bestond. Hoewel het leek op wat er op je spiegel zat wanneer je een puist uitkneep, was het toch niet helemaal hetzelfde. Waren het restjes zeep of huidvet? Het voelde slecht om dit zo vies te vinden, net zoals ik me schaamde voor mijn ongemak en walging wanneer mijn vader naakt van de douche naar zijn slaapkamer liep. ‘Weet je al hoe laat jullie thuis zijn vanavond?’ vroeg ik. ‘Geen idee. Je vader gaat nog even terug naar kantoor om te werken. Stop jij Isaac straks in bed?’ Ik keek naar mijn moeders rode lippen. Als ze vanavond thuis zou komen zou de lippenstift zijn afgesleten, de achterkant van haar haren warrig. Ze zou naar lichaam ruiken. ‘Heb je plannen voor morgen?’ Opeens kreeg ik zin om tegen haar te liegen. Het was de manier waarop ze keek, afwezig en vriendelijk. Zonder enige echte interesse. Ik zou morgen naar Milo toe gaan, misschien bij haar blijven logeren. Niet iets om oneerlijk over te zijn. Waarschijnlijk kon ze wel raden wat ik ging doen. ‘Niet echt,’ zei ik. ‘Niet echt.’ * ‘Wat denk jij nou? Je kan je eigen naam niet als gebruikersnaam kiezen.’ Milo trok het toetsenbord uit mijn handen en legde het op haar schoot. De lange, krullende kabel waarmee het bord aan de computer vastzat trok strak. Het zag er gevaarlijk uit. Alsof het grote scherm elk moment op de 35
grond kon vallen. Ik wilde er iets van zeggen maar durfde niet. Het was duidelijk wie er meer verstand van had. Milo’s ouders hadden al langer een computer. Haar vader had hem gekocht om ‘s avonds thuis ook te kunnen werken. Officieel mocht Milo elke dag tussen half zeven en zeven op internet. Haar ouders zetten dan een kookwekker naast het toetsenbord en bleven een paar meter verderop zitten om in de gaten te houden wat ze online deed. Milo bezocht de Barbiewebsite en deed daar spelletjes. Ze begrepen niet dat Milo overdag zonder problemen de computer zelf op kon starten en kon doen wat ze wilde. Ik draaide een rondje op de bureaustoel. Milo typte iets in en drukte daarna op de backspaceknop. Op het scherm flikkerde het zwarte streepje in de witte balk. ‘Wat moeten we op een spelletjessite?’ vroeg ik. ‘Is dat niet een beetje kinderachtig?’ ‘Houd je bek.’ Milo typte iets in de witte balk en drukte snel op enter. ‘Mag ik het zien?’ ‘Kijk. We heten nu Meisjes16’ Het was de tweede keer vandaag dat we over onze leeftijd logen. Om op de website te komen hadden we onze geboortedatum in moeten vullen. Ik wilde eerlijk zijn, maar Milo had me uitgelachen. Ze klikte een willekeurig datum aan in het scherm. ‘Wacht nou maar, dit werkt goed.’ Op de website kon je naar verschillende chatrooms. Een ervan heette het tienerhoekje. Milo klikte hem aan. Er verscheen een groot wit canvas, met een plek om te chatten ernaast. Iemand was op het canvas een tekening aan het maken. Het was de bedoeling dat mensen in de chat raadden wat het zou worden. De tekenaar hield zich waarschijnlijk niet aan de opdracht. Midden op het scherm had 36
hij met rode lijnen een gigantische penis getekend. Hij was blijkbaar klaar met de penis en nu bezig met het maken van allerlei verschillende kleine hakenkruizen. Milo had gelijk, we werden meteen uitgenodigd in een privéchat. Iemand die zichzelf Ondeugendejongen noemde begroette ons. Hij nam geen blad voor de mond, wilde meteen weten of hij misschien een foto van ons mocht zien en waar we woonden. Milo typte razendsnel. Ze antwoordde dat ze misschien wel een foto zou sturen als hij dat ook deed. Ze loog over waar we woonden. Het viel me al snel op dat je in dit soort chats met veel puntjes hoorde te typen. Ik denk dat het was om mysterieuzer te lijken, alsof je veel over je woorden had nagedacht. Het zag er ook een beetje verlegen uit. De jongen zei dat hij 21 was en vroeg of we dat oké vonden. We zeiden dat het prima was. Hij stelde ons voornamelijk vragen over hoe we eruit zagen, wat onze hobby’s waren. Welke muziek we leuk vonden. Het leek alsof we redelijk wat gemeen hadden. Na een tijdje hield hij opeens op met praten. De balk onderaan, die aangaf of hij aan het typen was of niet, liet zien dat hij steeds iets typte en daarna weer stopte. ‘Wat zou hij aan het doen zijn?’ vroeg ik. ‘Hij is vast moed aan het verzamelen,’ antwoordde Milo ‘Ik weet hoe dit gaat.’ Ze stond op. ‘Wil jij ook cola?’ ‘Prima.’ Ik schoof mijn stoel dichter bij het scherm. Uit de twee boxjes op het bureau klonk opeens een scherpe ‘Ping!’. ‘Wat zegt hij?’ riep Milo. Ze kwam terug met twee grote glazen met rietjes er in. Wit met rode streepjes. ‘Hij heeft een foto gestuurd.’ Milo kwam naast me zitten. ‘Bingo.’ De foto was wazig, maar onze gezichten kleurden 37
tegelijk lichtroze. ‘Jezus, Milo.’ Ik rolde achteruit op de bureaustoel. De jongen had een foto van zijn onderlijf genomen met een webcam. Hij leunde een beetje achterover. Zijn pik was groot en stijf, lag net naast zijn navel tegen zijn buik aan. Onder zijn knieën zijn grijze onderbroek, strak om de wat gespreide kuiten gespannen. In de chat vroeg hij of we wilden cammen. ‘Nou, willen we dat?’ Milo trommelde met haar vingers op mijn bovenbeen. Het rietje voelde opeens verkeerd in mijn mond. Ik haalde het uit mijn glas en legde het naast het toetsenbord op het bureau. ‘Is die foto echt?’ Ik boog wat verder naar het scherm toe, bekeek de pixels van dichtbij. Het felle licht deed pijn aan mijn ogen. Milo pakte een webcam uit een la onder het bureau. Het apparaat was goed verstopt onder een aantal boeken en kabels. Ze zette hem op de kast van de computer. We bekeken onszelf op het scherm. Milo verplaatste de webcam een paar keer. Ik ging naast haar zitten, duwde haar een beetje opzij. ‘Trut, dat is mijn beste hoek.’ Ze draaide haar kin naar rechts, keek over haar schouder. Het viel me op dat ze wat meer pruilde dan normaal en dat ze haar wenkbrauwen hoog optrok. Ik vond haar mooier in het echt dan op het scherm. ‘Ik weet niet of we onze gezichten moeten laten zien.’ ‘Boeien.’ Milo pakte de webcam en zette hem zo neer dat je onze ogen niet zag, het beeld begon bij onze monden. Milo maakte haar lippen vochtig. Ze trok mijn shirt een beetje naar beneden. De rand van mijn bh kwam net tevoorschijn. Ik deed hetzelfde bij haar topje, maar ze deed hem meteen weer goed. 38
‘Die van jou zijn veel groter. Bij mij valt het dan alleen maar meer op dat ik niets heb.’ ‘Zullen we hem op zwart-wit zetten?’ ‘Waarom? ‘Dan lijk je ouder.’ Milo klikte het keuzemenu aan en selecteerde zwartwit. Even bleef ze met de muis hangen bij sepia. ‘Wat vind jij mooier?’ vroeg ze. Ze klikte heen en weer. ‘Dat gelige is wel heel ouderwets.’ ‘Je krijgt er een mooie huid van.’ ‘Zwart-wit is beter. Moet je niet sneller zijn?’ Ik had gelijk. De jongen werd onrustig. Hij typte veel vraagtekens en uitroeptekens. Zijn webcam stond al aan, maar rechtsboven in het scherm was alleen een zwart vierkant te zien. Toen ons scherm aan ging werden we overladen met complimenten. Hij vroeg of we op wilden staan, een rondje draaien. We deden het, dansten een beetje onhandig met elkaar en om elkaar heen. De jongen zei dat we er zo volwassen uitzagen, vroeg of we niet toch ouder waren dan zestien. Milo was razendsnel in haar antwoorden en wist precies hoe ze de jongen moest bespelen. Ze had meteen door wanneer ze iets moest zeggen en wanneer ze even moest wachten. Tijdens het chatten gebruikte ze veel smileys. Degene die het beste leek te werken had blozend rode wangen en oogjes die naar beneden keken. Ik ging naar de wc. Toen ik mijn onderbroek naar beneden deed ontdekte ik een natte plek in mijn slip. Ik haalde mijn vinger erlangs. Er bleef een beetje kleurloos slijm aan kleven. Het deed me denken aan lijm. Toen ik het tussen mijn duim en wijsvinger wreef en die van elkaar haalde bleef er een draad tussen staan. Terwijl ik mijn handen waste met paarse lavendelzeep riep Milo dat ik snel terug 39
moest komen. Ze zat met haar ene knie opgetrokken op de stoel en leunde met haar kin op de blote huid. Ze draaide ze de bureaustoel mijn kant uit. ‘Hij gaat zijn webcam zo aanzetten.’ ‘Echt?’ ‘Alleen hij wil er wel iets voor terug.’ ‘Wat dan?’ ‘Hij wil dat we ons shirt omhoog doen. Of in elk geval een van ons.’ ‘Jezus.’ ‘Doe niet zo preuts. Wil je zien hoe hij eruit ziet of niet?’ ‘Dus ik moet het doen?’ ‘Die van mij zijn haast geen borsten te noemen, moet je kijken wat jij hebt. Kom op, Bree. Je hoeft alleen je bh te laten zien.’ Ik dacht aan de natte plek in mijn onderbroek. Opeens was ik bang dat ze iets zou kunnen ruiken. Ik wilde iets verderop gaan zitten, maar durfde de stoel naast Milo niet te verschuiven. Ze klopte op de zitting en ik nam plaats. ‘Ik heb gezegd dat we het doen als hij ons straks zijn gezicht laat zien.’ ‘We? Ik dus?’ ‘Ja.’ ‘Kan hij geen screenshots maken?’ ‘Vast niet. We doen het heel snel, oké? Als je wil til ik je shirt wel op.’ Ik had haar nog nooit zo enthousiast horen praten. Milo schoof uit beeld en ging achter me staan. Ik zat nu precies in het midden van het scherm. Milo pakte mijn shirt bij de zijkanten vast. Ze telde van vijf af en tilde het toen op. Het was kouder dan ik verwacht had. Ik zag kippenvel op mijn onderarmen verschijnen. Het scherm van 40
de jongen knipperde een paar keer. In één beweging maakte Milo mijn bh los en precies op dat moment sprong de webcam aan. ‘Jezus.’ Aan de andere kant van de chat zat een grote, vadsige man in een bureaustoel. De webcam was niet op zijn gezicht gericht, maar op zijn onderlijf. Hij was harig, zijn penis was klein en dik maar met een raar soort bovenkant, als een paarsige paddenstoel. Hij hield hem tussen zijn wijsvinger en duim vast en bewoog zijn hand traag op en neer. Milo klikte de chat weg en trok mijn shirt weer naar beneden. Haar schaterlach klonk hard en fel in mijn oor. Mijn bh was nog steeds los en de natte stof van mijn slip kleefde tussen mijn benen. ‘Sorry,’ zei Milo en ze lachte nog harder. * Mijn moeder stond in de keuken. Ze had een lang slaapshirt aan. Het was verwassen. Over het shirt droeg ze een lange kimono. De stof was donkergroen en glanzend, met kleine vlinders en bloemen. Mijn moeder rekte zich uit. Ze droeg geen bh, het shirt bleef een beetje hangen bij haar tepels. Haar onderbroek stond bol waar haar schaamhaar zat en bij haar lies kwamen een paar haartjes naar buiten. ‘Goedemorgen, Bree.’ Ze legde een knoop in het lint om haar middel en haalde de fluitketel van het vuur. Ze had niet door hoe verbaasd ik was haar te zien. Op het aanrecht stond een grote mok waar Worlds Greatest Dad op was gedrukt. De letters waren geel en groen en door Isaac zelf ingekleurd, afgelopen Vaderdag. De verf was in een paar hoeken al aan het slijten. Ze schonk thee in en schepte een lepel zoetstof in haar mok. Het bergje witte poeder dreef eerst in een soort cirkel in de mok en smolt toen sissend 41
weg. Met haar harde nagels tikte mijn moeder tegen het porseleinen oor van de mok. Ze blies, maar nam geen slok. Ik schoof bij haar aan tafel. Ze vouwde de krant open. ‘Lezen jullie die eigenlijk wel eens?’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Je hebt groot gelijk. Alleen maar onzin.’ Mijn moeder sloeg de krant dicht en vouwde hem daarna weer dubbel. Ze legde hem op een stoel en klopte erop. Toen schoof ze de stoel weer aan, zodat de krant onder de tafel verdween. ‘Waarom ben je thuis?’ vroeg ik. Ze pakte mijn hand en legde die tegen haar wang. Hij was gloeiend heet. Nu pas durfde ik naar haar gezicht te kijken. Ze was niet opgemaakt. Haar haren waren ongekamd in een knot vastgezet. Mijn moeder ademde heviger dan normaal, haast hijgerig. Er kwam een sterke geur uit haar openstaande mond. Niet alleen het zurige van de thee, maar iets doods. Ik hield de puntjes van mijn haar voor mijn gezicht, snoof de geur op van de shampoo waarmee ik het vanochtend had gewassen. ‘Griep, denk ik. Morgen weer beter. Hebben jullie zo school?’ Ik stond op, haalde twee boterhammen uit de vriezer en deed ze in de broodrooster. ‘Het is dinsdag.’ ‘Oh, dus nee?’ ‘Natuurlijk hebben we school. Jezus. We moeten zo weg.’ ‘Hé.’ Het leek het begin van een protest, maar mijn moeder maakte de zin niet af. Ik pakte cornflakes uit de kast en schudde ze in een kom. Het was het laatste restje, tussen de vlokken viel een laag kruimels. Met een lepel schepte ik het oranjegele gruis van de cornflakes af en in de wasbak. Daar lagen de afgeschraapte zwarte kruimels van de toast van mijn vader. 42
Ze deden me denken aan de baardharen die hij om de dag uit zijn elektrische scheerapparaat in de badkamerwasbak schudde. De zwarte stoppels die hij ’s ochtends afschoor waren vaak ’s avonds laat wanneer hij thuiskwam al weer verdwenen. Ik deed de kraan open en spoelde alles weg. In het putje bleef een soort brij hangen. Toen ik de melk in mijn kom schonk schoten de boterhammen uit de broodrooster. ‘Isaac, wat wil je op je toast?’ vroeg ik. ‘Niets!’ riep hij vanachter de televisie. ‘Zeker weten?’ Mijn moeder stond op, pakte een pot pindakaas uit de kast. ‘Geen pindakaas of wat dan ook?’ Mijn broertje draaide zich om, keek geschrokken over de rand van de bank. Hij stond op, pakte de twee geroosterde boterhammen van het aanrecht en legde ze op een bord. ‘Lust ik niet.’ Hij keek mij aan terwijl hij mijn moeders vraag beantwoordde. Ze deed de pindakaaspot weer dicht. Isaac liep naar de televisie. Hij zette de tekenfilmserie die hij aan het kijken was iets zachter, maar het hielp niet veel. Het schelle geluid tetterde door de kamer. ‘Weet je het zeker? Ik kan er bruine suiker bij doen, of jam. Of plakjes banaan. Dat is toch lekker?’ ‘Hij wil het niet. Laat hem toch,’ zei ik. Isaac zakte wat verder in de bank. Alleen zijn kruin was nog te zien. Op de tv was reclame. In een soort rapvideo prezen twee volwassen mannen een set speelgoedtrucks aan. Ze droegen een pet achterstevoren op hun hoofd. Op de achtergrond klonk het geluid van explosies. ‘Jij dan?’ vroeg mijn moeder. ‘Lust het ook niet.’ Ik hield mijn bakje cornflakes demonstratief omhoog en liep terug naar de keukentafel. Mijn moeder bleef beteuterd bij het aanrecht staan. 43
‘Kan je niet beter terug naar bed?’ vroeg ik. ‘Nee, nee.’ Ze wuifde wat in de lucht. Haar bewegingen waren wat trager dan normaal. ‘Ik heb een idee,’ zei ze. ‘We moeten zo weg. Isaac moet er om kwart over acht zijn en mijn eerste les begint om half negen.’ ‘Ach, wie bepaalt dat nou. Ik ben toch jullie moeder? Hoe doen ze dat tegenwoordig, moet ik jullie afbellen?’ Ik lepelde de laatste restjes van mijn cornflakes naar binnen, pakte de kom en dronk de melk op. Boven de rand van de kom uit keek ik mijn moeder aan, met mijn wenkbrauwen opgetrokken. Ik zette het porselein met een harde tik neer. Ze had de telefoon al in haar handen. ‘Je moet voor Isaac bellen. Voor mij moet je een briefje schrijven. Maar wat wil je dan doen?’ ‘Een les. Veel belangrijker dan dat geneuzel op school.’ Mijn moeder liep naar de gang, ik hoorde haar stem maar kon niet verstaan wat ze tegen de docent zei. Toen ze terugkwam zag ze er anders uit, opgewekter. Ze was waarschijnlijk langs de spiegel in de gang gelopen. Haar haren waren minder warrig dan daarnet, ze had haar badjas beter dichtgeknoopt en het t-shirt was niet meer te zien. Uit de groene zijden zak stak een verfrommelde plastic zak. ‘Zo,’ zei ze, en ze liep naar de koelkast. Ze pakte een blikje cola. Toen ze het opende maakte het een scherp geluid. Ze bood Isaac en mij niets aan, maar goot het blik direct in de wasbak leeg. De kom waar ik mijn cornflakes uit had gegeten stond nog onder de kraan. De cola mengde zich met het restje melk, schuimde en werd troebel lichtbruin. Ze haalde een emmer uit het gootsteenkastje en vulde die met water. Toen pakte ze de pindakaaspot van het aanrecht en stopte die samen met het colablikje in de plastic zak. Ze liep naar de bank en pakte Isaac vast, haar 44
hand stevig om zijn bovenarm geklemd. ‘Kom, kinderen.’ Ze greep mijn hand en die van mijn broertje en liep met ons naar de achterkant van het huis. De deur van de schuur zat niet op slot en toen ze hem open deed kraakte hij, een lang en kreunend geluid. Hier werkte mijn vader in het weekend vaak aan kleine projecten. Isaac en ik hadden wel eens geprobeerd te zien wat hij nou eigenlijk maakte, maar de ramen waren stoffig en wanneer hij klaar was liet hij geen enkel spoor achter. Op de werktafel stond een grote plastic gereedschapskist met oranje handvaten. Hij ging open met een hard klikgeluid. Mijn moeder hijgde zacht. Ze haalde een rol met ijzerdraad en een priem uit de kist. ‘Stel. Er zitten muizen in de schuur. Wat gaan we daar aan doen?’ Terwijl ze praatte was het alsof ze een onzichtbaar orkest met de priem dirigeerde. Ik keek naar mijn broertje. Hij reageerde niet, dook een beetje in elkaar. Ik kneep zacht in zijn schouder. ‘Ze vangen?’ Zijn stem klonk rasperig en zacht. ‘Zoiets. Jullie weten misschien wel dat jullie opa op de boerderij is opgegroeid. Die heeft me dit geleerd toen ik net zo oud was als jij, Isaac. Het is zonde als die pindakaas maar in de kast blijft staan. Dus stel, je wil een muis vangen.’ ‘Waarom zou je?’ vroeg mijn broertje. ‘Ze eten alle voorraad op. Straks is er een wereldramp en staan we er alleen voor. Dan is er geen supermarkt en zijn alle boeren dood en wat dan? Dan wil jij toch niet dat onze voorraadkast door muizen is geplunderd?’ Mijn moeder praatte snel, opgewonden. Ik rook dat ze zweette. Opeens vroeg ik me af of ze gedronken had. Mijn broertje leek haar uitleg niet echt te begrijpen. ‘Ze eten al je koekjes, Isaac,’ zei ik. 45
‘Oké.’ ‘Goed opletten.’ Mijn moeder zette de emmer op de betonnen vloer van de schuur. Het water klotste. Ze maakte met een priem twee kleine gaatjes in de zijkant van het blikje en duwde een ijzerdraadje door het dunne aluminium. Toen hing ze het draadje in de emmer. Uit de plastic zak haalde ze de pot pindakaas. ‘Dit mag een van jullie doen. Ik ben vergeten een lepel mee te nemen, maar je kan ook wel je vingers gebruiken.’ Ze duwde de pot in Isaacs handen en wees op het zilverkleurige blikje. Dit vond hij leuk. Normaal was het streng verboden om met je vingers in eten te wroeten. Mijn broertje stak zijn vingers diep in de pot en veegde een klodder pindakaas aan het blik. ‘Dat kunnen ze niet weerstaan, nooit.’ Mijn moeder legde de uiteinden van het ijzerdraadje met het blikje op de emmer. Ze gaf het blikje een demonstratieve spin. Het tolde rond, een beetje pindakaas viel in het water. ‘Als een muis dit ziet, móét hij wel naar dat blikje toe kruipen. En dan kan hij gaan zwemmen.’ Mijn moeder gniffelde. Ze pakte een kartonnen doosje uit een van de kastjes in de schuur. Het was een oude verpakking, misschien wel van tien jaar terug. Op de voorkant stond een rat afgebeeld, die in plaats van oogjes twee kruisjes had. Mijn moeder goot wat van de groene korrels in het water, ze losten sissend op. Het leek alsof er limonade in de emmer zat. Even bleef ze staan, de kartonnen doos stevig vast, haar handen op haar heupen. Nu pas zag ik dat ze blote voeten had. Isaac deed haar pose na. ‘Zijn we klaar?’ vroeg ik. Mijn moeder knikte. Ze leek opeens weer ontzettend moe. Haar badjas hing open. Ik haakte mijn arm in de hare. ‘Ik ga je naar bed brengen, oké?’ Ze liep rustig mee. 46
Samen liepen we terug naar de gang en beklommen we de trap. Toen we in de slaapkamer van mijn ouders waren pakte ik de badjas bij de zijden schouders vast. Ik haalde een kleerhanger uit de kast en hing de de groene stof aan haar deur. Mijn moeder was al in bed gekropen, haar ogen kwamen net boven de lakens uit. Beneden zakte ik weg voor de televisie. Een vrouw met een wit schort voor legde uit hoe de Magic Bullet werkte, een klein apparaat waar je groente en fruit in kon doen. Met één druk op de knop werd het dan in nette plakjes of blokjes gehakt. Ze hakte uien in ringen, haalde ze eruit en legde ze op de ongebruikte snijplank neer. Ik vond de vrouw mooi. Ze zag er vriendelijk uit. Terwijl ze praatte bleef ze steeds herhalen hoe gemakkelijk het was om nu te koken voor haar familie. Er zaten kleine lachrimpels rond haar ogen. Toen haar reclameblok voorbij was werd ze afgelost door een man met een decoratief samuraizwaard. Hij was groot en log, terwijl hij sprak ademde hij hevig. De man zette het grote zwaard in een soort standaard en de camera zoomde in op het glimmend metaal. De man pakte een citroen uit een koelkast, hield de vrucht boven het zwaard, en liet het vallen. De citroen viel in twee helften op de grond. Hij deed hetzelfde met een aantal druiven en met een lange zwarte haar, die hij uit zijn hoofd trok. Na elke demonstratie veegde hij het zwaard schoon met een grote witte doek. Precies op het moment dat de man een grote steak op het samuraizwaard wilde laten vallen kwam mijn broertje de keuken in. ‘Waar bleef je nou?’ vroeg hij. ‘Sorry. Ik dacht dat je zelf wel terug zou komen.’ Ik schoof een beetje op zodat hij naast me kon komen zitten, maar Isaac bleef in de deuropening staan. ‘Wat is er?’ 47
‘Er is een muis in de emmer gevallen.’ Het schrille gepiep van het beest deed pijn aan mijn oren. Ik verbaasde me erover hoeveel volume het dier verloren was toen hij in het water was gevallen. Het toch al niet zo grote muisje was een en al staart en oog geworden, haast niet te herkennen als muis. Hij zwom in cirkels. Isaac trok aan mijn mouw. ‘Haal hem eruit! We kunnen hem toch in het bos weer vrijlaten?’ ‘Ik wil geen vergif op mijn vingers. Straks bijt hij me. En hij heeft vast al water ingeslikt, dan gaat hij alsnog dood. We kunnen hem beter laten zitten.’ ‘Ik wil het niet. Ik wil hem redden.’ Isaac pakte een tuinschepje dat aan de muur hing. Ik bleef op mijn hurken bij de emmer zitten. De muis spartelde en gorgelde. Waar hij eerst snelle rondjes zwom, bewoog hij nu alleen wanhopig met zijn grijsroze pootjes. ‘Hij gaat toch al dood, Isaac. Wil jij het erger maken?’ Isaac duwde de schep in mijn handen. Het was een klein ding van roestig ijzer, met een plastic handvat. Ik stak het tuinschepje in de emmer en probeerde de muis eruit te vissen. Het was moeilijker dan ik verwacht had. Tot twee keer toe gleed hij van het ijzeren blad dat ik langzaam uit de emmer probeerde te halen. De derde keer stak ik de schep weer in de emmer maar probeerde nu om het dier snel eruit te vissen. In mijn haast klemde ik zijn pootje tussen het plastic en het ijzer. De muis jankte. Toen ik de schep er die derde poging eindelijk uit kreeg zat er bloed op. Ik liet het dier op de grond vallen, zijn natte lijf maakte een doffe klets op de grond. Het water kleurde het beton donkergroen. Ik hoopte dat wanneer het op zou drogen er geen kringen op de vloer zouden zitten. 48
Mijn broertje schuifelde voorzichtig naar het dier. Zijn wangen waren rood. Ik zag zweet op zijn gezicht en zijn donkere haar kleefde aan zijn voorhoofd. ‘En nu?’ vroeg ik. Mijn broertje haalde zijn schouders op. De muis hapte naar adem, hijgde en gorgelde. Het pootje dat tussen de schep en de emmer in de knel was geraakt lag in een rare hoek. ‘Nu is het onze taak om hem een fijn einde te geven,’ zei ik. ‘Ik wil niet dat hij doodgaat.’ ‘Daar kan ik niet voor zorgen, Isaac. Het is onze schuld dat hij in die stomme emmer terecht kwam. Kijk nou hoe hij ligt te spartelen.’ De buik van de muis bewoog snel op en neer. ‘Zet je voet maar op zijn staart, dan rent hij niet meer weg.’ Mijn broertje deed wat ik zei. ‘Hij wilde toch pindakaas?’ Ik gebaarde naar de plastic tas en de pot die mijn moeder had achtergelaten. Isaac knikte. Er stonden tranen in zijn ogen. ‘Niet huilen, we gaan hem geven wat hij wilde.’ Ik haalde een schroevendraaier van het rek. Het handvat was donkerblauw met zwarte rubberige vlakken, het voelde fijn om erin te knijpen. De pindakaas rook sterk toen ik de pot opendraaide en er met de punt van de schroevendraaier wat uithaalde. Ik ging op mijn hurken zitten en hield de punt voor de muis zijn neus. Hij hief zijn kopje even op, maar wendde zich toen af, de ogen gesloten. Zijn ademhaling ging steeds langzamer. Het gif werkte snel. Ik duwde de pindakaas tegen zijn bekje. Het beestje hield het dicht. Ik duwde harder. De ogen van de muis gingen open. Ik legde mijn linkerhand over de rug van de muis en drukte met mijn rechterhand de schroevendraaier via zijn bek 49
naar de keel. Waar ik weerstand voelde ging ik door. Toen de schroevendraaier halverwege de muis stak maakte het beestje een gek geluid en stopte het met ademen. Isaac was bleek geworden. Ik zei dat we dit aan niemand mochten vertellen, zelfs niet aan God. We begroeven de muis met de bebloede schep. Ik veegde de schroevendraaier aan het gras af en hing hem weer op. Toen mijn moeder na haar middag op bed naar beneden kwam en vroeg of er nog iets in de val terecht was gekomen haalden wij onze schouders op en zeiden we dat we het niet wisten.
50
ZEVEN
De dag dat ik te horen zou krijgen of ik het vierde jaar gehaald had of niet was ik alleen thuis. Isaac was op school, mijn ouders werkten en Milo had een tandartsafspraak. Ik was nerveuzer dan ik verwacht had en er zat een onrust in mijn lijf die maar niet weg wilde gaan. Het was niet zozeer de uitslag waar ik bang voor was. Ik wist al dat het niet fantastisch was gegaan. Het was het wachten dat me het meest zenuwachtig maakte. Het idee dat elk moment de telefoon kon gaan, dat ik hem kon missen als ik net niet op tijd was. Het grootste gedeelte van de ochtend liep ik doelloos door het huis. Mijn broertje had voordat hij vertrok GTA gespeeld op de computer in zijn slaapkamer en de deur opengelaten. Ik ging even liggen op zijn bed. Het rook sterk naar deodorant, alsof hij voordat hij weg ging de lakens onder had gesprayd. Het spel dat hij eerder had gespeeld stond nog open, het poppetje waar hij mee speelde was een kleine maar gespierde man. Ik liet hem in het spel rondlopen, zijn armen zwaaiden haast overdreven heen en weer. In het menu selecteerde ik een groot machinegeweer. Ik vroeg me af hoe vaak mijn broertje dit al gedaan had, honderd keer, duizend? De menigte waarop ik het magazijn leegschoot stoof uit elkaar. Het was moeilijker om mensen te raken dan ik verwacht had. De politie was er snel bij. Ze waarschuwden me niet en schoten meteen in mijn hoofd. WASTED, stond er op het scherm. Het poppetje bloedde eventjes leeg op straat, een politieauto reed over zijn enkel heen alsof het een drempel was. Toen het spel ververste 51
en het poppetje waar ik mee speelde weer kon rondlopen ging de telefoon. ‘En?’ zei ik toen ik opnam. Het bleef stil aan de andere kant van de lijn. ‘Met Bree, bedoel ik.’ ‘Hoi Bree! Sorry, ik denk dat ik even niet aan het opletten was. Hoi. Hoe gaat het met je?’ De vrouwenstem aan de lijn was schor. Ze praatte snel. Mijn mentrix was waarschijnlijk al de hele middag druk geweest met bellen. ‘Nou?’ ‘Jij en Milo hebben het allebei niet gered. Ik denk, ik val maar meteen met de deur in huis.’ Hoewel ik het normaal niet zo erg vond wanneer mensen Milo en mij als één persoon zagen wilde ik nu het liefst meteen de telefoon ophangen. ‘Ik vind het echt heel vervelend, maar jullie hebben allebei net een toets te veel niet gehaald. Jullie moeten dus een jaar overdoen. Is Milo daar? Dan kan ik het haar zelf vertellen.’ ‘Ze is er niet.’ ‘Kan jij het dan doorgeven?’ ‘Kunt u haar niet bellen?’ ‘Nee, ach, ik dacht- Nou, goed dan. Dan ga ik dat proberen.’ Toen Milo terugkwam van haar bezoek aan de tandarts hadden we het niet over wat er gebeurd was. Ze haalde me en haakte haar arm in de mijne. De binnenkant van haar elleboog was een beetje plakkerig. We zeiden een lange tijd niets tegen elkaar. De lucht was warm en vochtig en het begon al een beetje te schemeren. Het zou niet lang meer duren voor de muggen te voorschijn zouden komen. Ieder jaar ontdekte je het op dezelfde manier. Eerst een enkele mug die zich aankondigde als roze bult in je knieholte. Een 52
plek op je huid waar je, zoals je moeder dat vroeger voor je deed, een wit kruisje in duwde met je nagels. Na die ene muggenbult zou je ze steeds vaker zien. De eerste dagen van het seizoen wilde niemand geloven dat het alweer zover was. Dan, wanneer enkels en onderbenen onder zaten, raakte de lucht verzadigd met de geur van citronella. We gingen op een bankje zitten, keken naar een paar kinderen die midden op straat stoepkrijttekeningen maakten. Een grote zon, een regenboog. Een meisje had een tekening gemaakt van een kat met twee poten. Ik wilde naar het kind toelopen en zeggen dat haar kat verminkt was, dat het beest zo niet kon lopen. Dat ze hem beter af kon laten maken, een spuitje bij de dierendokter, zo gepiept. In plaats daarvan pulkte ik aan een los stukje nagelriem. Ik trok te hard en een dun streepje vel kwam verder los dan de bedoeling was. De huid eronder was rozig. Ik stak de vinger in mijn mond, beet met mijn voortanden het vel af en slikte het door. Milo zag het niet, ze staarde in de verte. ‘Heb je spijt?’ vroeg ik. ‘Weet ik niet,’ zei ze. Ze stak een sigaret op en gaf mij er ook een. Vanaf een bankje verderop keek een vrouw ons kwaad aan. Haar blik ging eerst naar de sigaret en toen naar een van de kinderen. ‘Ook dat nog,’ fluisterde Milo. ‘Wat een lelijk mens.’ ‘Hoe oud is dat kind? Vier? Je peuter is geen excuus om je zo te laten gaan, hoor.’ De vrouw zat op het puntje van de bank, alsof ze elk moment op zou gaan staan. Milo blies wat rook richting de spelende kinderen. De vrouw sloeg haar armen over elkaar en bleef nerveus wiebelen op het bankje. ‘Is er iets, mevrouw?’ riep Milo. 53
‘Je gaat toch niet roken waar kinderen bij zijn? Het is al erg genoeg dat jullie het doen.’ ‘Ga tegen iemand anders zeuren. Dit is toch de openbare ruimte?’ ‘Weet je wel wat voor kankerverwekkende stoffen jullie allebei aan het inhaleren zijn? ‘Nee! Verlicht ons!’ riep Milo. Daarna draaide ze zich naar mij. ‘Mijn god, kunnen we die kut niet gewoon wegwerken?’ De vrouw stond op en liep naar ons toe, een vastberaden pas. Haar neusgaten stonden wijdopen, er zaten rode vlekken in haar hals. ‘Daar gaan we,’ zei Milo ‘Lezen jullie die pakjes nooit? Teer, formaldehyde, waterstof, aceton. ’ ‘Jaja. Het is wel goed. We zijn bijna klaar.’ Milo hield haar sigaret omhoog, liet vlak voor de voeten van de vrouw wat as op de grond vallen. ‘Wat willen jullie straks trouwens met die sigaretten gaan doen? Daar denken meisjes zoals jullie natuurlijk helemaal niet over na, maar als je straks die rommel op straat gooit weet je nooit wat er mee gebeurt. Het duurt bijna tienduizend jaar voordat die sigaretjes van jullie helemaal weg zijn uit de natuur. Straks komt er een vogel of een klein kind en die stikt er geheid in. En waag het niet om ze in de prullenbak te gooien, jullie weten ook wel hoe droog het hier kan worden in de zomer en je krijgt die dingen nooit goed uit. Ik weet hoe dat gaat.’ ‘Jezus, mens. Ik heb hier echt geen zin in. Ik zei net, we zijn bijna klaar,’ zei Milo. ‘Ik wacht wel.’ ‘Geloof me,’ zei ik. ‘Hoe graag ik die peuk ook op het voorhoofd van die stinkpeuter van u uit wil drukken, ik zal 54
hem netjes uitmaken. Wilt u dat dan ook zien?’ Milo’s lach ging over in een hoest. ‘Nee hoor, dat hoeft niet,’ zei de vrouw. Ik nam een laatste trek en schoot mijn sigaret naar de vrouw, het gloeiend oranje raakte de pijp van haar broek. Ze zei niets en bleef geschrokken staan terwijl de askegel een gat in de spijkerstof brandde. Ik stond op, pakte mijn rugtas van de grond. ‘Jee, volgens mij vergeet ik iets.’ Ik spuugde richting de pijp, de witschuimende klodder raakte de peuk. Langzaam siste hij uit. ‘Stelletje kleine feeksen!’ Milo greep mijn arm en trok me mee. Toen we buiten adem voor de deur van haar huis stonden veegde ze wat zweetdruppels van haar voorhoofd. ‘Jezus, Bree, waar kwam dat vandaan?’ Ik haalde mijn schouders op. Milo pakte de sleutel van de voordeur die tussen haar borsten hing en stak hem in het slot. Het zwarte touw om de sleutel zag er gehavend uit. Haar rechterhand lag op de deurknop, met de andere hand trok ze haar topje aan de onderkant wat naar beneden. ‘Trouwens,’ zei ze. ‘Ik heb een bed.’ ‘Hoe bedoel je, een bed?’ vroeg ik. ‘Zoals ik het zeg. Tweepersoons. Ik laat het je wel zien.’ Ze trok me de trap op. Toen we in haar kamer stonden hield ze me nog een tijdje vast. Ik weet niet of je het echt een tweepersoonsbed kon noemen. Op de grond lagen twee matrassen naast elkaar. Op de linker een groot hoofdkussen, op de rechter één die van de bank kwam. Aan de linkerkant lag een enkele deken. Alleen het linker matras had een hoes. ‘En je ouders dan?’ 55
‘Ik heb niet voor niets een slot.’ ‘Waar heb je het vandaan?’ Milo liet zich op de matrassen vallen, haar armen en benen uitgespreid. Bijna haar hele vloer was nu een matras. Alleen voor de grote kaptafel was nog ruimte. Ik kroop naar Milo toe, ging met mijn achterhoofd op haar buik liggen. Ze plukte aan mijn haar. Ik voelde hoe ze ademde. Het matras rook een beetje zurig. ‘Het lag langs de weg. Ik heb hem naar boven getild en met zeepsop gewassen. Het is net droog.’ Milo tilde mijn hoofd zachtjes op en legde het op het matras. Ze pakte een stapel tijdschriften. We zochten er allebei een uit en bladerden wat. Ik kon in Milo’s kaptafel nog net ons spiegelbeeld zien. ‘Vind je hem geil? vroeg Milo. Ze hield het tijdschrift open op een foto van een jongen zonder shirt. Hij had blond haar en een middenscheiding. Hij hield zijn shirt omhoog en keek naar beneden alsof hij per ongeluk de witte stof had vastgepakt. De jongen had een gespierde buik en twee sterren op zijn borstspieren getatoeëerd. Zijn onderbroek kwam een beetje boven zijn broek uit. ‘Ik weet niet,’ zei ik. ‘Weet jij ooit iets?’ Milo scheurde de jongen uit, likte het papier en gaf het aan mij. Ik gaf elke ster een zoen en prikte hem boven haar bed op de muur. ‘Ga je nu naar hem kijken terwijl je jezelf vingert?’ vroeg ik. ‘Gatverdamme!’ Milo gooide haar tijdschrift naar me toe. Ik bladerde het door, keek naar een vrouw in een parfumreclame. Ze stond naast een uitvergrote variant van het parfumflesje. In de achtergrond stond een ruimteschip met een open deur. De huid van de vrouw had een paarsige tint, haar benen waren onnatuurlijk lang. Ik vroeg me 56
af of haar ogen verder uit elkaar waren gefotoshopt of dat haar gezicht in het echt ook zo buitenaards was. Ik tekende met een stift een Hitlersnor onder haar neus. ‘Zou jij plastische chirurgie willen?’ vroeg ik. Milo ging op haar rug liggen. ‘Oja.’ ‘Echt? Wat dan?’ ‘Alles. Tieten, lippen, buik.’ Ze pakte haar borsten en duwde ze omhoog. ‘En ik zou mezelf helemaal kaal laten laseren.’ ‘Is dit een grap??’ ‘Nee echt, als ik geld zou hebben, zou mijn mond er zo uitzien.’ Ze pakte haar bovenlip aan allebei de hoeken vast en klapte hem zo dubbel dat het leek alsof de glanzende binnenkant haar eigen lip was. ‘Gatver.’ ‘Weet je hoe mooi dat is? Misschien zou jij er ook eens over na moeten denken.’ ‘Kutwijf.’ * We zaten in kleermakerszit tegenover elkaar op de matrassen. ‘Het gaat wel echt pijn doen hoor,’ zei ik. ‘Geeft niets.’ Milo legde de speld op mijn knie. Er zat een mintgroen knopje op. ‘Denk je niet dat ze het door je shirt heen kan zien?’ ‘Alsof mijn moeder naar mijn tieten kijkt. Ze is niet zo’n pot als jij, hoor.’ Aan het plafond hingen kleverige vliegenvangers. Tussen de tientallen muggenlijkjes was een vlieg aan het sterven. Eén van zijn vleugels was al ingescheurd, waarschijn57
lijk in een poging om de plakkerige dood te ontkomen. ‘Volgens mij ben jij banger dan ik.’ ‘Ik wil je gewoon geen pijn doen.’ ‘Kom op, Bree.’ Milo liet zich kreunend achterover vallen op het bed, met haar armen boven haar hoofd. Ze rekte zich uit, duwde haar bekken naar voren. ‘Oké. Wil je liggen of zitten?’ Milo strekte haar benen en ademde nog eens diep in. ‘Laten we het doen.’ ‘Mijn moeder heeft een keer verteld hoe het bij haar is gedaan. Eerst heel hard knijpen in de oorlel, en dan met een hete naald erdoorheen, met een stukje appel aan de andere kant. En dan een sieraad er doorheen wurmen.’ ‘Jezus.’ ‘Jij wil het.’ ‘Ik bedoel: ik had er nog niet zo over nagedacht. Maar doe het toch maar.’ ‘Ik ontsmet eerst de naald, oké?’ Ik pakte de fles cocktailmix die ik uit de drankkast van Milo’s ouders gehaald. Toen ik de dop opendraaide rook ik de geur van limoenen en rum. ‘Denk je dat ik hem ook nog moet verhitten?’ ‘Hoe moet ik dat nou weten?’ Toen ik haar aansteker onder de speld hield en de vlam eromheen krulde kleurde het metaal zwart. Ik liet het niet aan haar zien. Milo deed haar ogen dicht en haar shirt omhoog. Ze droeg geen bh en hield de onderkant van haar shirt tussen haar lippen geklemd. Haar handen had ze achter haar rug, ik zag spanning in haar schouders. Er zat een rand van kippenvel om haar borst. In het stoffige zonlicht zag ik de dunne blonde haartjes omhoogsteken. Alleen het puntje van haar tepel was hard, de rest van de huid was zacht en roze en stond een beetje bol. Ik moest me inhouden om 58
haar haren niet achter haar oor te vegen. Ik legde de oorbel klaar die ze in haar tepel wilde. Het was een gouden knopje met een rode steen. Ik vroeg me af of haar moeder hem zou missen. ‘Wil je zelf knijpen?’ vroeg ik. ‘Doe jij maar.’ Ik nam het puntje van haar tepel tussen mijn duim en wijsvinger en kneep zachtjes. Milo’s mond stond een beetje open, ze keek me door haar wimpers aan. Ik voelde dat ik nat werd. Mijn rug prikkelig en heet. ‘Volgens mij moet het harder.’ ‘Kunnen we niet een tangetje gebruiken of zo?’ ‘Doe het nou maar gewoon.’ Ik kneep harder. Milo ademde ruisend uit. Met mijn ene hand trok ik de tepel iets verder naar voren en duwde met de andere de speld tegen haar huid. Het bloed trok uit Milo’s gezicht. Het voelde alsof er iets knapte en het dunne ijzer ging stroef en haperend door het vlees. Ze gilde niet. Tranen rolden over haar wangen. Ik hield mijn hand stil terwijl ik nog maar halverwege was. Toen draaide ik de speld. ‘Schiet op, trut!’ De woorden leken uit het diepste van haar keel te komen, rauw en trillend. Ik schrok zo van haar stem dat ik snel mijn hand terugtrok. De speld gleed uit de wond en viel op het matras. Een druppel bloed liep langs haar borst naar beneden, trok een lange rode streep over haar buik. Ik wilde de speld oprapen en hem verder duwen, maar wist dat ze me dan nooit meer zou willen zien. Milo’s gezicht was vertrokken in een grimas, ze zat muisstil. Ik rende naar de keuken en vulde een groot glas met ijs. Toen ik weer bovenkwam zat Milo nog steeds in dezelfde houding.
59
Die avond sliepen Milo en ik samen op de matrassen. Het was een warme nacht. Toen ik haar richting op rolde en tegen haar aan kroop was haar huid plakkerig. Ze lag op haar rug en snurkte heel zacht. In de schemering keek ik hoe haar buik op en neer ging, de pleister die ik op haar tepel had geplakt was door de dunne witte stof van haar shirt te zien. Ik duwde mijn lijf tegen het hare en legde mijn hand op haar buik, een paar centimeter onder haar navel. Milo duwde haar heupen wat omhoog, ik schoof mijn hand naar beneden, mijn palm gleed stroef over haar huid. Haar ogen gingen opeens open en ze keek mijn kant uit. ‘Wat doe je?’ fluisterde ze. Ze klonk verontwaardigd. Ik hield mijn ledematen slap. Milo pakte mijn arm en legde hem op het matras. Daarna duwde ze me zacht in mijn rug, zodat ik omrolde. Ik probeerde te ademen alsof ik diep in slaap was. Terwijl ik deed alsof ik droomde stond Milo op en ging naar de wc. Ze waste haar handen langer dan normaal.
60
ACHT
Onze ouders besloten dat we er eens uit moesten. We zouden niet veel tijd hebben voor andere dingen. We zouden dit jaar nu eenmaal extra hard aan school moeten werken. Het werd een uitje naar Sea World, om te kijken naar orka’s die trucjes konden. Volgens mijn moeder onderstreepten de gigantische oceanen hoeveel schoonheid er eigenlijk in de wereld was. Ik zei dat we niet naar de oceaan gingen, maar naar een uit de kluiten gewassen aquarium met verdrietige vissen. Mijn moeder sprak de rest van de autoreis niet meer tegen me. Af en toe keek ze mokkend naar me in de achteruitkijkspiegel, maar ik deed alsof ik het niet zag. Isaac zat naast me aan zijn autogordel te sjorren en vroeg om de tien minuten of hij hem echt niet uit mocht doen. We maakten drie tussenstops bij benzinepompen. Onze vaders rekten zich uit, deden dutjes in hun stoel. Onze moeders poetsten hun zonnebrillen en gingen samen plassen. Isaac haalde zijn skateboard uit de achterbak en zoefde tussen de geparkeerde vrachtwagens door. Milo en ik lagen in het gras. Ze haalde een plastic flesje uit haar tas, nam een slok, huiverde en gaf het aan me door. ‘Zelfs het asfalt ruikt hier naar pis.’ Milo trok haar shirt zo op dat je de onderste band van haar bh kon zien, ik deed hetzelfde. De zon brandde op mijn buik. ‘Waarom moeten moeders altijd zo vaak plassen?’ ‘Slappe kutspier.’ ‘Te vaak gebruikt zeker.’ 61
‘Juist niet. Denk je dat iemand daar nog overheen gaat?’ ‘Weet ik veel.’ ‘Je moet hem trainen. Als je gaat plassen aanspannen en zo.’ ‘Doe jij dat?’ Ik keek naar Milo’s kruis. Ze had een kort, strak spijkerbroekje aan. Boven de rand van de broekzak stak een pakje sigaretten uit. Ik duwde het naar beneden, zodat het alleen nog maar een vierkante omlijning in haar broek was. ‘Soms.’ ‘Slet.’ We namen reepjes blauwe kauwgum om de dranklucht te verbloemen. Onze moeders kwamen gearmd terug van de wc’s. Toen ze voorbij liepen rook ik de lavendelgeur van de wc-verfrisser. Eenmaal bij de parkeerplaats aangekomen duwde mijn vader zijn neus in mijn moeders haren en zei dat hij haar parfum zo lekker vond. Het leer van de autostoel kleefde aan mijn onderbenen en uit protest duwde ik mijn knieën in mijn vaders rug. Hij merkte het niet, de dikzak. De volgende drie uur luisterde ik naar het gebliep van Isaacs Game Boy. Het liefste liet ik mijn benen uit het open raam steken en voelde ik de wind tegen mijn voetzolen, maar dat mocht niet van mijn moeder. Ze was bang voor passerende auto’s. Ik vroeg me af of ze zich een voorstelling kon maken van een truck die mijn benen in zijn vaart afscheurde. Toen we aankwamen was het al middag. Je kon de hitte haast ruiken. Milo en ik liepen samen door het park. Soms gearmd, soms hand in hand. Milo rolde opnieuw haar shirt op en propte het onder haar bh. Af en toe kreeg ze kippenvel op haar buik. Iedereen keek naar ons. Niet omdat we mooi, slim of bijzonder waren, maar omdat we bloot en strak, fris en be62
schikbaar waren. Onze jonge lijven. Wij hadden iets dat we weg konden geven en er waren genoeg die het van ons wilden hebben. We dronken alle aandacht, zonder te klagen. In dit park, met meer vermoeide jonge vaders, oude vieze mannen en opgefokte jongens dan je kon tellen, waren we godinnen. We bliezen belletjes van spuug naar iedereen die te lang keek. In de rij voor het spiegelpaleis stonden we achter een man met een kinderwagen. Zijn vriendin was klein en zwanger. Er zaten donkere wallen onder haar ogen. Hij had zijn hand op haar onderrug gelegd en zijn duim in de lus van haar spijkerbroek gehaakt. De jonge vrouw klaagde aan één stuk door over haar dikke enkels, de hitte in het park en het tempo waarmee de rij stapje voor stapje richting de ingang schuifelde. De peuter in de kinderwagen leek een beetje op een vogeltje. Er was iets aan het spitse gezicht dat niet helemaal klopte, maar ik kon niet bedenken wat het was. ‘Ik ga een hotdog halen, wil je ook?’ vroeg de vrouw. Haar vriend schudde zijn hoofd. ‘Ik neem er toch een mee. Als je hem echt niet wil moet je hem maar aan Billy geven.’ ‘Is goed, lief,’ zei hij. De vrouw draaide zich om. Milo en ik staarden naar het gevaarte dat traag langs ons liep. Ze schampte Milo’s schouder, maar verontschuldigde zich niet. Bij elke stap die ze zette piepte haar buik onder haar shirt uit. Verse, roodpaarsige striemen en parelmoerachtige witte littekens op de huid. Milo porde met haar elleboog in mijn ribben. ‘Wat een kutwijf,’ zei ze. Ik leunde met mijn arm op Milo’s schouder. Haar haren kietelden mijn elleboog. ‘Waggel waggel,’ fluisterde ik in haar oor. Ze grinnikte. 63
‘Eigenlijk is het zonde.’ ‘Wat?’ ‘Heb je hem bekeken?’ De man was bijna precies het tegenovergestelde van zijn vrouw. Hij zag er fris en sterk uit. Zijn haren waren warrig. Ik moest lachen. ‘Ik meen het,’ zei ze. ‘Het moment dat hij zijn zaad bij haar naar binnen slingerde was het voor hem voorbij, hoor. Je ziet toch hoe ver ze nu al is uitgerekt? Ik durf te wedden dat dat zo blijft.’ ‘Gatver.’ ‘Moet je je voorstellen hoe het er vanonder uitziet.’ De rij bewoog niet. De vrouw bleef lang weg. Af en toe keek de man achterom, zocht haar in de menigte parkbezoekers. Milo en ik glimlachten naar hem, hij lachte terug. Toen we bijna bij de ingang van de attractie kwamen porde Milo me zacht in mijn ribben. ‘Let op,’ fluisterde ze, en ze tikte de man op zijn schouder. Hij draaide zich om. Milo tilde haar shirt op, met één hand. Met de andere hand trok ze haar bh naar beneden. Haar tepel was hard, ik moest denken aan de speld. Het duurde maar heel even, ze stopte haar borst meteen weer weg. De man stond stil, knipperde met zijn ogen. Hij legde zijn hand voor zijn gulp en draaide zich om, zonder iets te zeggen. Ik barstte in lachen uit. ‘Heeft hij even de dag van zijn leven,’ zei ik. Milo pakte mijn hand en we renden weg, langs de vrouw die met twee hotdogs in haar handen terug naar haar man waggelde. De grote aquaria maakten geen indruk. Het was te koud in de gebouwen. Uit grote speakers kwam een ruisend geluid, soms een piepende zeemeeuw. De cd die de achtergrondgeluiden verzorgde was er blijkbaar een die ook aan 64
dierentuinen werd verkocht. Om de vijftien minuten stopte het zeenummer en begon een aap te krijsen. Dan het druppelende geluid van het oerwoud. Milo en ik bleven lang zitten op een bankje bij de dolfijnen. Ze lieten zich amper zien en als ze voorbijkwamen deden ze een miezerige koprol, om vervolgens weer weg te zwemmen. Ik vertelde Milo dat van alle dieren in de dierentuin, dolfijnen het vaakst hun trainers verkrachtten. ‘Zou jij wel lekker vinden hè, die extra vislucht?’ ‘Het zijn zoogdieren.’ ‘Alsof die niet stinken.’ ‘Ik wil niet naar de orkashow, hoor.’ Milo en ik liepen achter onze ouders, die op hun beurt weer achter Isaac liepen. Mijn broertje had zijn skateboard niet mogen meenemen het park in. Het enige waar hij nu nog enthousiast over leek te zijn was het kijken naar springende orka’s. ‘Waarom niet?’ ‘Dan wordt mijn haar nat.’ Terwijl onze ouders en Isaac in de rij voor de show stonden knepen wij er tussenuit. Het plan was om in een klein hoekje van het park Milo’s sigaretten op te roken, maar we vonden geen hoeken en geen rustige plekken. We belandden in een zaal die was ingericht als een soort lab. Een vrouw in witte jas kwam op ons af gelopen. ‘Welkom in onze eigen Petting Zoo. Mijn naam is Evelyn.’ Ik vond haar mooi op een vertrouwde manier. Ze was zacht en rond, met kort, donkerbruin haar. Evelyn deed me denken aan een presentatrice van een programma dat ik vroeger veel keek. ‘Wie wil er nou vissen aaien?’ Milo kauwde haar kauwgum luidruchtig. Ze leunde op me, haalde het limonade flesje uit haar rugzak. ‘Geen vissen. Wel andere onderzeedieren. Krabben, 65
bijvoorbeeld. Maar je mag ook aan waterplanten voelen als je dieren te eng vindt, of een struikje koraal. We hebben zelfs een stuk haaienhuid,’ Evelyn wees naar een ruwe lap aan de muur. ‘En zeesterren.’ Milo wilde zich omdraaien. Ze pakte mijn onderarm. ‘Ik wil naar de sterren,’ zei ik. ‘Leuk! Willen jullie labbrillen op?’ zei Evelyn. We schudden allebei ons hoofd. De zeesterren leken op die uit tekenfilms. Ze waren roze en groter dan onze handpalmen. Evelyn legde er heel rustig en gecontroleerd een in mijn handen. Hij zoog zich meteen vast. Ik wreef over het dier met mijn duim. De rug zag er ruw uit maar voelde heel zacht en week aan. Milo aaide het beest met haar vingertoppen. Evelyn keek me doordringend aan. ‘Het gaat heel slecht met de zeesterren.’ ‘Echt?’ vroeg Milo. ‘Ze lijken zichzelf uit te willen roeien. Het begon met een paar groepjes. Duikers kwamen ze voor het eerst tegen. Schijnbaar gezonde zeesterren trekken zichzelf uit elkaar, alsof al hun poten een andere kant uit willen. Ze scheuren zichzelf gewoon open.’ ‘Echt?’ Deze keer was Milo wel oprecht. Ze leek aangedaan. ‘Het verspreidt zich razendsnel. Ik doe er onderzoek naar in ons lab. Zal ik haar weer van je overnemen?’ Ik knikte en Evelyn pelde met haar vingertoppen voorzichtig de zeester van mijn handen. Ze liet hem het aquarium in glijden, de mouwen van haar jas werden een beetje nat. ‘We begrijpen niet hoe het kan. Normaal hebben we hier een grote tank, met meer dan veertig sterren. Hele kleuterklassen konden komen kijken.’ ‘En nu?’ 66
‘Ze zijn bijna allemaal dood. Ik onderzoek nu drie stervende sterren. We hebben er nog vijf die echt gezond zijn. Omdat we niet weten waar de ziekte vandaan komt, zijn we bang dat die straks ook de pineut zijn.’ ‘Mogen we de zieke sterren zien?’ Ik knikte naar de deur achter in de zaal. Milo sloeg haar arm om mijn schouder en leunde weer op me. ‘Van mij wel. Maar het is wel een beetje naar.’ We volgden haar naar de kleine bassins die in het echte lab stonden. Voor elke zeester was een apart glazen vierkant. Milo en ik hielden elkaars handen vast terwijl we keken naar het beestje dat zichzelf uit elkaar trok, enkel nog bestond uit rare roze vlezigheid. Zou het meer pijn veroorzaken als ik hem nu in twee zou scheuren? Zou er veel kracht voor nodig zijn? Zulke zachte huid tussen mijn vingers. Evelyn legde haar handen op onze schouders. ‘Jullie kunnen geld voor het onderzoek in het potje bij de uitgang achterlaten.’
67
NEGEN
Ik denk dat onze vriendschap anderen zowel aantrok als afstootte. Het grootste gedeelte van de tijd gebeurde dat laatste. Milo en ik wilden het soort meisjes zijn dat onbereikbaar leek, maar uiteindelijk leken we alleen maar onaardig. We waren een ondoordringbaar fort van om elkaar geslagen armen en aan elkaar vastklampende handen. Heel soms kwamen er meisjes voor die daar tussen wilden liggen. Milo en ik vonden dat vaak wel best, voor een tijdje. De docent duwde het meisje zacht naar voren. Hij legde zijn hand net iets te laag op haar onderrug, te dicht bij haar billen. Milo kneep zacht in mijn bovenarm. ‘Vertel de klas eens wat over jezelf,’ zei de docent. ‘Ik ben Ellen.’ Meer kwam er niet uit. Ellen krabbelde aan de binnenkant van haar arm. De huid zag er rozig uit. Ze had een zacht gezicht en lang, glanzend haar en hoewel ze haar babyvet nog niet helemaal kwijt was had ze grote borsten. Borsten die waarschijnlijk zo snel gegroeid waren dat de shirts die ze droeg het niet bij hadden kunnen houden. De witte, rubberachtige verf van de letters op haar T-shirt was gebarsten. Milo en ik wisselden een korte blik uit. Daarna ging ze een stoel en tafel verder zitten zodat er een lege plek in ons midden was. Ik stak mijn hand op een zwaaide naar Ellen. Vriendelijk, open. Milo klopte op de stoel die ze nu vrij had gemaakt. De docent trok een wenkbrauw op. ‘Er is blijkbaar al plek voor je gemaakt, Ellen.’ In de grote pauze zaten we op een bankje voor de 68
school. We zaten met onze billen op de leuning, voeten op het zitvlak. Het was warm buiten, Milo en ik rookten en rolden onze broeken op. Ellen deed hetzelfde. Er zaten zweetplekken onder haar oksels. Ze haalde iets uit haar tas: zorgvuldig in aluminium verpakte boterhammen. Er zaten plakken bleke kaas op haar brood en er staken groene randjes komkommer uit. Ellen pakte een van de stukjes komkommer en stak hem in haar mond. ‘Lief hoor, heeft je moeder die gesmeerd?’ vroeg Milo. Ellen keek geschrokken op en knikte toen. ‘Wat aardig,’ zei ik. ‘Ja, ze staat elke ochtend vroeg op,’ zei Ellen. ‘Had je veel vriendinnen op je vorige school?’ vroeg Milo. ‘Niet echt.’ ‘Wij zijn er voor je, oké?’ zei ik. ‘Ik heb geen zin meer in de les,’ zei Milo. Ze stond op en rolde haar broekspijpen weer naar beneden. Ik ging naast haar staan. Ellen aarzelde even maar vouwde toen de boterhammen weer in de folie. ‘Gooi die maar weg.’ Milo pakte de boterhammen uit Ellens handen en gooide ze in de prullenbak naast het bankje. ‘We gaan lekker in de stad een ijsje eten.’ ‘Maar dan missen we de les.’ ‘Dat is de bedoeling,’ zei Milo. ‘Geloof me maar, Ellen,’ zei ik. ‘Milo en ik willen het ook goed doen, oké? Wij willen niet nog een keer zakken. Maar de les straks is toch kut en daar hebben we niet echt iets aan.’ ‘Echt?’ ‘Jaja.’ ‘Was je eigenlijk van plan om naar het schoolfeest toe 69
te gaan, vanavond?’ ‘Ik weet het niet.’ ‘Natuurlijk ga je,’ zei ik. ‘Met ons!’ Milo en ik haakten onze armen in die van Ellen. Haar hele lijf trilde een beetje terwijl we wegliepen van school, richting de binnenstad. In een grote kledingwinkel zochten we kleren voor haar uit. We zaten op een van de met zachte stof beklede bankjes terwijl ze in de kleedkamer de topjes paste. ‘Hé slettebak, kom er eens uit,’ riep Milo. Ellen reageerde niet. Een verkoopster keek op. De vrouw had ons het afgelopen half uur al steeds met één oog in de gaten gehouden. Ze liep onze kant uit. Haar gezicht was hevig opgemaakt en gepoederd, de make-up was in de lijntjes om haar mond getrokken. Een van haar wenkbrauwen bleef het hele gesprek omhoog staan. ‘Kan ik jullie ergens mee helpen, jongedames?’ vroeg ze. ‘Nee hoor, mevrouw.’ Milo glimlachte, haar stem was zacht en vriendelijk. ‘Zeker weten?’ De vrouw legde een stapeltje kleren recht en klopte op de bovenste broek. ‘U bent zeker bang dat we iets gaan stelen?’ zei Milo. De verkoopster knipperde, bleef een beetje onhandig staan. ‘Ik let gewoon goed op,’ zei ze, en ze plaatste haar hand op haar heup. Milo boog naar mijn oor. Ze fluisterde zo dat de vrouw kon horen wat ze zei. ‘Jezus, dat niemand dat irritante wijf ooit een tik heeft verkocht.’ ‘Weet je niehiet,’ zei ik. Milo proestte. Ellen stak haar hoofd tussen de gordijnen van de paskamer. Er zaten kleine druppels zweet op haar voorhoofd. 70
‘Ik weet het niet echt,’ zei ze. ‘Kom eens naar buiten,’ zei Milo. ‘Liever niet.’ ‘Nou moet je niet zo preuts doen, Ellen,’ zei Milo. ‘We zijn toch je vriendinnen?’ Milo stapte het pashokje in. De verkoopster keek naar mij en toen weer naar de gesloten gordijnen, pakte zuchtend en steunend een t-shirt van een van de stapeltjes en vouwde het opnieuw op. Ik liep ook richting het hokje. ‘Er mag eigenlijk maar één iemand in de paskamers, jongedame.’ Ze klonk wat wanhopiger dan daarnet. Ik haalde mijn schouders op. ‘Dat zie ik nergens staan,’ zei ik en ik deed de gordijnen achter mijn rug dicht. Het was warm in het hokje. Ik rook de lichaamsgeuren en deodorant van Milo en Ellen door elkaar heen, het duizelde me een beetje. ‘Vind je het wat?’ vroeg ik aan Ellen. ‘Ik denk het?’ Het topje dat ze droeg was lichtblauw en laag uitgesneden. Er zaten kleine kristalletjes op geplakt, haar borsten leken er bijna uit te barsten. ‘Mooi,’ zei ik. We pasten zo veel mogelijk kleren, maar kochten uiteindelijk alle drie dezelfde top. De verkoopster vouwde de shirtjes tergend langzaam op en stopte ze alle drie in een ander tasje. Toen Milo het bonnetje aanpakte lachte ze vriendelijk naar de vrouw. ‘Oh, er liggen echt een stuk of twintig kledingstukken in die paskamer. Zó onbeschoft dat mensen zich niet wat beter gedragen.’ Milo knipoogde. Ik zwaaide naar de vrouw terwijl we door de schuifdeuren liepen. Toen we die avond de voor het schoolfeest omgebouwde aula binnenkwamen duwden we Ellen als eerste de deur door, de dansvloer op. We kregen niet eens de tijd om te 71
dansen. Amanda, het meisje dat de schoolfeesten organiseerde stapte meteen haastig op ons af. De paardenstaart die ze droeg bewoog driftig op en neer. ‘Een nieuw gezicht!’ zei ze. ‘Hoe heet je?’ Ellen stelde zich voor. Ze schudde nerveus Amanda’s hand. Wat onze nieuwe vriendin niet goed door had, was dat ze mooi genoeg was om bij de populaire meisjes te horen. De meisjes zoals Amanda. Preuts, maar knap genoeg om altijd een vriendje te hebben. Meisjes die precies wisten hoeveel ze moesten geven om een jongen een paar maanden te laten hopen de eerste te zijn die haar mocht neuken; die net genoeg hun best deden om goede cijfers te halen en op de een of andere manier altijd de balans vonden tussen de sympathie van de leraar en die van de klas. ‘Leuk je te ontmoeten, Ellen!’ Op de achtergrond bonkte de muziek. Milo pakte Ellens pols en knikte naar de dansvloer. ‘Wacht!’ Amanda tikte met haar vingertoppen Ellens bovenarm aan. ‘Er is één heel klein probleempje,’ zei ze. ‘Wat?’ vroeg Milo. ‘Jullie zijn te bloot gekleed.’ Ze keek alleen Ellen aan. Amanda’s stem klonk mierzoet. ‘Volgens wie?’ Ik leunde op Milo’s schouder. ‘Ja Amanda, volgens wie?’ vroeg Milo. ‘De organisatie.’ Amanda glimlachte flauwtjes. ‘Maar maak je maar geen zorgen hoor, ik heb de sleutel van het conciërgehok. Jullie kunnen tussen de gevonden voorwerpen vast een paar mooie gymshirts vinden. Wel even wassen voor je ze terugbrengt, oké?’ Amanda wees naar het kamertje achter in de aula. Ellen frunnikte wat aan haar topje. Ze wilde richting het hok lopen, maar Milo en ik hielden haar tegen. 72
‘De organisatie moet niet zo zeuren,’ zei Milo. Ik knikte. ‘Meiden, toe nou. Ik snap dat Ellen het misschien nog niet allemaal weet, maar jullie zouden het toch wel moeten begrijpen?’ Ze genoot van de woorden die ze zei. ‘Zeg, Amanda?’ ‘Wat is er, Milo?’ ‘Met wie heb je nu ook alweer een relatie? Jason, toch?’ Milo knikte naar een van de jongens op de dansvloer. Blond en gespierd. Hij stompte op de maat van de muziek met zijn vuist in de lucht. ‘Ja, hoezo?’ ‘Heb je hem wel eens gepijpt?’ Ik proestte het uit. Ellen staarde naar haar schoenen. ‘Wát zei je?’ ‘Je hoorde me wel.’ ‘Dat gaat je niets aan.’ ‘Oké, sorry. Ik vroeg het me gewoon af, snap je? Denk je dat het voor hem veel verschil maakt of ik hem afzuig met deze top aan of niet?’ Aan het einde van de avond zaten we zweterig en moe op een bankje voor school alle drie een sigaret te roken. We nodigden Ellen voor de volgende dag uit op Milo’s kamer. We zeiden haar dat ze pas binnen mocht komen als ze voor ons allebei twee lipsticks meenam. We vroegen om dure, zodat ze wist dat het niet de bedoeling was dat ze die zomaar zou kopen. Het was een kinderachtig grapje, maar het werkte. Toen ze op Milo’s voordeur klopte moest ze eerst de tubes door de brievenbus gooien. Ze waren mooi, in matzwarte kartonnen doosjes en met glanzende goudkleurige hulzen. We lieten Ellen binnen. De lipsticks lagen op Milo’s kaptafel. Het waren vier verschillende kleuren: 73
koraal, felrood, roze en een heel donkere op opgedroogd bloed leek. Ik vond ze allemaal lelijk. Milo maakte ze één voor één open en zette streepjes op haar arm om de kleuren te testen. ‘Hoe heb je dat gedaan? Die zijn niet goedkoop.’ Ik knikte naar de hulzen. Ellen haalde haar schouders op. ‘Ik heb mijn nicht gevraagd hoe ze het doet. Die heeft meer make-up dan je in een leven kan gebruiken. Het is veel makkelijker dan ik dacht, eigenlijk.’ Ellens gezicht ontspande wat. ‘Twee per winkel. Je moet die vrouwen laten geloven dat je iets voor je moeder wil kopen. Een crème of een nagellak of iets in die trant. Dan kan je met ze praten over huidtypes. Ze vinden het vooral leuk als je zegt dat die arme moeder van je zichzelf nooit echt verwent. Dat ze zo hard werkt en…’ ‘Luister, Ellen.’ Milo onderbrak haar en lachte haar tanden bloot. ‘Bree en ik zijn al heel lang vriendinnen. Dat weet je toch?’ Ik knikte. ‘En weet je,’ viel ik haar bij. ‘Wij zijn geen geheime club of zoiets. Het is niet alsof mensen niet weten van onze vriendschap. Maar Milo en ik kennen elkaar al sinds de eerste dagen van school. We zien elkaar iedere dag.’ ‘Wij weten alles van elkaar.’ ‘Elke onzekerheid, elk geheim, iedere verliefdheid en elk geintje dat we ooit hebben uitgehaald.’ ‘En van jou weten we niets. Niet eens je achternaam. Wij houden niet van oppervlakkige vriendschappen. Jij wel, Ellen?’ Ellen schudde haar hoofd. Wij schudden ook ons hoofd. ‘Vind je het leuk met ons?’ ‘Ja.’ ‘Wij ook.‘ Milo liep naar de kaptafel die in de hoek van 74
haar kamer stond. Het oppervlak van de spiegel was smerig. Er zaten vlekken op van tandpasta, mascara en te dicht bij de spiegel uitgeknepen puistjes. Rechts onderin hadden Milo en ik ooit twee lippenstiftkussen gedrukt en onze namen en de datum geschreven. ‘Je bent best wel mooi, wist je dat?’ zei Milo tegen Ellen. Die wierp een vragende blik naar mij. Ik knikte. ‘Dankjewel.’ We duwden Ellen zacht richting de spiegel en bekeken haar in de reflectie. Zij stond vooraan, Milo en ik aan weerszijden. Ik pakte de zijkanten van het shirt dat ze droeg en hield ze strak achter Ellens rug, zodat haar taille te voorschijn kwam. ‘Dus je bent het er mee eens?’ ‘Wat?’ ‘Je vindt jezelf mooi?’ ‘Ik weet het niet.’ Nu pakte Milo Ellens shirt vast en trok het over haar hoofd. Ze droeg een lichtblauwe bh. Ik knoopte haar broek los en deed hem naar beneden. Haar witte onderbroek paste hij haar bh en was van een dunne stof. Een paar blonde schaamharen kwamen door de stof heen naar buiten. Ellen leek te verbaasd om te reageren. ‘Wat vind je zo mooi dan?’ Milo deed Ellens bh met een korte beweging open en ik trok haar broekje naar beneden. We hadden verwacht dat ze iets zou bedekken, maar Ellen bleef rechtop staan, armen langs haar lichaam. Haar wangen waren rozerood. Ze wilde haar mond open doen, maar voor ze iets kon zeggen legde ik mijn handen op haar heupen en kneep er zacht in. Ik duwde mijn lijf tegen haar naakte rug. Milo keek met opgetrokken wenkbrauwen naar me en ik deed een stapje naar achteren. ‘Dat is niet heel moeilijk te zien, toch?’ zei ik. Ellen had een platte buik, lange slanke benen en ronde billen. Er zat 75
kippenvel op haar borsten. Ze had bijna doorzichtig blond schaamhaar. Haar heupbotten duwden zacht naar voren, je kon hun omlijning zien onder het dunne laagje vet en huid. ‘Wat vind je lelijk?’ Ellen probeerde te antwoorden, maar Milo was haar voor, ze drukte een van de geopende lipsticks in haar handen. Het was de donkerste kleur. ‘Schrijf het maar op jezelf.’ * ‘Ik wil dat jullie dit allemaal meeschrijven. De Vietnam oorlog is een van de belangrijkste onderdelen van de toets en het is écht niet zo simpel als jullie allemaal denken.’ Onze docent deelde papieren uit met foto’s van belangrijke figuren en gebeurtenissen. Ernaast stonden stippellijntjes. De docent, meneer Sanders, hing dezelfde foto’s op het bord en tikte de zwart-witte kopietjes aan. ‘Evan, kan jij me vertellen wie deze man is en waarom hij belangrijk was?’ Terwijl Evan met horten en stoten aan de docent uitlegde wie Ho Chi Minh was bekeek ik de foto’s op het bord. De onderste was er een die ik al vaker had gezien. Twee Vietnamese mannen: een droeg een ruitjesoverhemd met korte mouwen. De andere man hield een pistool een paar centimeter voor zijn slaap. De man met het overhemd had zijn ogen dichtgeknepen. Zijn lippen waren gestulpt, rubberachtig. Hij had zijn tanden op elkaar geklemd. De trekker van het pistool was duidelijk al overgehaald. Ik probeerde te vinden waar ik dat eigenlijk aan kon zien. Een seconde geleden had de man zich nog schrap gezet en nu keek hij alsof hij niet meer hier was. Kwam de kogel aan de andere kant van zijn hoofd er weer uit? Zouden er bloedspetters en stukjes brein op de straat verderop belanden? Meneer Sanders schreef met kleine, 76
krabbelige letters op het bord. Wanneer het krijtje neerkwam klonk er steeds een dof tikje. Milo leunde over Ellen heen, fluisterde zacht in mijn oor. ‘Oké. Fuck, marry, kill. Nixon, Mao, Ho Chi Minh.’ Ik beet op mijn vuist om niet hardop te lachen. Ellen grinnikte zacht, ze bloosde een beetje. Milo krabbelde met haar blauwe pen kleine hartjes boven de hoofden van de mannen. ‘Kan ik niet gewoon met alle drie naar bed?’ vroeg ik. ‘Tegelijk?’ Milo keek naar mij en Ellen en duwde toen haar tong tegen haar wang en mimede hoe ze twee mannen tegelijk aftrok. Onze docent draaide zich met een kort rukje om. ‘Wat is er zo grappig, dames?’ ‘Niets, meneer.’ Milo haalde het elastiekje van haar paardenstaart los en deed hem weer opnieuw in. Terwijl ze de haren straktrok keek ze naar onze leraar. Ze duwde haar borsten naar voren, hij richtte zijn blik op een punt achter haar, een poster aan de muur. ‘Willen jullie het niet toevallig met de rest van de klas delen?’ ‘Nee, dank u, meneer.’ Meneer Sanders haalde zijn schouders op. Hij begreep dat hij het van Milo niet zou winnen en richtte zich weer op het bord. Ik stootte Milo aan. ‘Die met dat pistool ziet er ook wel daadkrachtig uit.’ ‘Ja, dat wordt vast een wilde nacht.’ ‘Een wilde nacht? Trouwen bedoel je. Ik wil een jurk met heel veel tule. En gipskruid in mijn haar.’ Onze docent draaide zich weer om. Hij was een beetje rood aangelopen. ‘Ga anders maar even uit elkaar zitten.’ Milo en ik schoven onze tafels zo over de vloer dat er 77
een stroef geluid door het lokaal echode. Er zat nu een paar centimeter tussen de bureautjes. ‘Ik bedoel écht uit elkaar. Ellen, ga jij maar hier vooraan zitten. Milo, jij linksachter.’ Ik stond ook op. ‘Nee, blijf maar daar, Bree.’ Onze docent wees met het krijtje in zijn hand. Zijn vingertoppen waren wit. Milo vouwde het papier met de foto’s op en stak het in haar achterzak. Daarna pakte ze haar etui, schrift en boek en stopte ze in haar tas. Ze liet de rugzak open, sloeg hem over een van haar schouders en slenterde naar de stoel achter in de klas. Ellen deed hetzelfde. Ik zag haar weer voor me zoals ze in Milo haar kamer voor de spiegel had gestaan, de donkere lipstickletters op haar bleke huid. Ik had me erover verbaasd hoe veel ze lelijk vond. Haar bovenbenen te dik en haar schouders te breed. Nadat ze met een trillende hand het woord ‘walgelijk’ op haar buik had geschreven pakten Milo en ik allebei een pak reinigingsdoekjes. We hadden gepoetst tot Ellens huid schoon en roze was. Toen de geschiedenisles voorbij was pakte meneer Sanders zijn spullen in en haalde de foto’s van het bord. Hij stopte de gelamineerde plaatjes in zijn tas, de man met het pistool als laatste. ‘Sorry dat ik een beetje ben uitgelopen, jongens. Ik zie Meneer Brahms al door het raam heen gluren, dus ik denk dat er weinig tijd is voor een pauze.’ De klas kreunde, meneer Sanders zwaaide toen hij de deur achter zich dichtdeed. Onze aardrijkskundeleraar was een klein mannetje met een dik accent dat niemand echt thuis kon brengen. Op zijn wang zat een grote ronde moedervlek waar een paar haren uit groeiden. Een van de jongens vooraan leunde naar achteren en praatte met Milo. Er waren vaak jongens geïnteresseerd in haar, in ons. We waren dan misschien niet 78
de mooiste meisjes van de klas, maar ze wisten dat er met ons erbij in elk geval iets gebeurde. Op schoolfeesten waren wij het snelste dronken en lieten ons vingeren in de bosjes rond het schoolplein. De leraar pakte zijn tas uit en ik luisterde mee met Milo en de jongen. ‘Ah, dikke bluf. Dat durf je echt niet.’ ‘Ik meen het. Bree en ik hebben het al een keer eerder gedaan, bij het nablijven. Wedden dat ik Ellen ook zover krijg? Je vindt haar geil toch?’ De jongen haalde zijn schouders op. ‘Ik denk het,’ zei hij. Milo schreef iets in haar schrift. Ze scheurde de pagina uit en vouwde hem op. Ik zat te ver weg om het te kunnen lezen maar ik wist wat er in stond. Milo gaf het briefje aan de jongen en knikte naar Ellen. Hij gaf het briefje door. Ellen las het en draaide zich om. Ze schudde haar hoofd. Milo mimede met haar mond: ‘Doe gewoon, is toch leuk?’ De les begon. Ik leunde achterover. Meneer Brahms maakte een tekening van een rivier op het bord en legde uit hoe een nieuwe stroming ontstond door het meanderen. Het was precies dezelfde les als vorig jaar. Meneer Brahms maakte op precies hetzelfde moment een grapje over zijn eigen tekening. Toen hij zich weer naar het bord draaide gooide Milo een propje naar Ellens hoofd. Ik scheurde een hoek van een van de foto’s, rolde het tot een balletje en gooide het ook naar Ellen. Het raakte haar schouder. ‘Oké, ssst.’ Milo stak drie vingers op. De leraar was druk aan het tekenen, de klas keek naar ons. Toen Milo’s laatste vinger neer ging knikte ze naar Ellen, pakte ze de rand van haar shirt en trok het over haar hoofd uit. Ellen deed hetzelfde. Ik kende het spelletje, maar deze keer ging het anders dan verwacht. Ellen droeg alleen een zwarte bh. 79
Ze gooide haar shirt naar Milo toe, maar toen ze zag hoe zij erbij zat vertrok haar gezicht. Milo had een top onder haar shirt aan, zwart en met spaghettibandjes. Ook zij leek een beetje geschrokken van hoe klein Ellens ondergoed was. Een van de jongens moest hardop lachen en de leraar draaide zich met een ruk om. Zijn hoofd werd meteen vuurrood. ‘Ellen? Wat denk je dat je aan het doen bent?’ Ellen zei niets. Milo gooide gauw haar shirt door de klas. Ellen trok het aan, de opening was smal en bleef even hangen bij haar hoofd. Een paar meisjes verderop moesten lachen. De jongens keken. ‘Ik weet niet wat voor flauw spel dit is, maar jullie kunnen je maar beter gaan verantwoorden bij de directeur. Milo, Bree, Ellen en Thomas, jullie gaan nu mijn lokaal uit!’ ‘Wat heb ik nou weer gedaan?’ vroeg ik. Milo keek me boos aan. ‘Weet ik niet, maar je hoort er vast bij.’ Toen we met zijn vieren het lokaal uit liepen sloeg Milo haar arm om Ellens schouder en ze giechelden samenzweerderig. Ze liepen een paar stappen voor me. Het was alsof Ellen nu alweer was hersteld van de vernedering. Ik probeerde mijn pas te versnellen en te horen naar waar hun gesprek over ging, maar ik kon ze niet bijhouden. * ‘Ik denk dat het fucking mooi wordt.’ Milo trok de blauwe handschoenen die bij het pakketje hoorden aan. Ze waren waarschijnlijk net iets te klein, want ze zaten strak om haar polsen. ‘Ik weet het niet.’ Ellen haalde haar handen door haar haren. Ze zat in het midden van de kamer, in kleermakers80
zit, waar de randen van het matras bij elkaar kwamen. Ze wiebelde een beetje op en neer, had de hiel van haar voet onder haar kruis geklemd alsof ze nodig naar de wc moest. ‘Kom op,’ zei ik en ik hield een lok van mijn eigen haar naast Ellens gezicht. Ik knikte naar Milo. ‘Echt mooi.’ ‘Heb je dit al eens eerder gedaan?’ vroeg ze. ‘Ik heb wel eens highlights gezet bij mijn moeder,’ zei Milo. ‘Het is echt heel makkelijk.’ ‘Oké,’ zei Ellen. Ze ging op haar knieën zitten. Ik haalde een oud t-shirt uit mijn rugtas. Het was groot en wit en uitgelubberd. Op de voorkant stonden palmbomen en een zonsondergang, de naam van een stad. Een vakantie van voordat mijn ouders mijn ouders waren. Ik keek naar het kaartje in de hals; XXL. De stof voelde zacht aan, ik kon de contouren van mijn vingertoppen er doorheen zien. ‘Hoe kom je aan dat monster?’ Milo pakte het shirt uit mijn handen, ze hield het omhoog. De zon scheen door het versleten wit. ‘Mijn moeder droeg het toen ze zwanger was van mij en Isaac. Over haar badpak heen. Tegen de zon geloof ik. In de laatste week van Isaac was ze zo groot en vadsig dat ze alleen maar in mijn babybadje in de tuin wilde zitten. Zo’n gekleurd ding, om in te spelen. Op een gegeven moment was haar buik zo dik dat mijn vader haar teennagels moest knippen en haar schoenen uit en aan moest doen en zo.’ ‘Gatver.’ Milo gooide het shirt naar Ellen. ‘Hier, voor het geval het er naast gaat.’ Ellen trok het shirt over haar hoofd aan. Het zat een beetje los in de hals, haar eigen kleren kwamen eronderuit. Ik vouwde het shirt eroverheen, duwde de stof onder het strakke elastiek van Ellens topje alsof ik haar een servet omdeed. Ik kon haar shampoo ruiken: zoete perzik 81
snoepjes. ‘Je had je haar niet moeten wassen,’ zei ik. ‘Hoezo?’ vroeg Ellen. Het leek alsof ze een beetje klappertandde. Milo boog ook naar voren, stak haar neus in Ellens kruin. ‘Dan pakt de kleur minder goed, geloof ik,’ zei ze. ‘Nee, ik heb het ergens gelezen,’ zei ik. ‘Je moet eigenlijk een beetje huidvet op je hoofd hebben, dan is de hoofdhuid beter beschermd.’ Ik wreef een pluk van Ellens haren tussen mijn vingers. Het was dik en zacht tegelijk, geen enkele gespleten punt. ‘Maar het komt vast wel goed.’ Ellen zei even niets. Milo pakte een handdoek en legde die achter Ellens billen op het matras. Ze haalde het zakje met bleekmiddel uit het kartonnen doosje, knipte het zilverkleurige pakketje open en kneep de inhoud in een kom. Het goedje was roze en leek op de tandpasta die mijn ouders voor me kochten als klein meisje, omdat ik die van hen niet lustte. Een kleine, glinsterende tube waar een prinses op stond. Volgens mij smaakte het naar bubblegum en zaten er glitters in. ‘Denk je dat het genoeg is?’ vroeg Ellen. ‘We hebben twee pakjes, ik denk het wel.’ Ik hield het andere doosje omhoog. Er stond een vrouw op de voorkant met lang, glanzend haar. Ze lachte haar tanden bloot en hield haar armen zo dat het leek alsof ze zichzelf een knuffel gaf. Haar ogen keken recht de camera in. ‘Ben je klaar?’ vroeg Milo terwijl ze de roze pasta in Ellens haren begon te smeren. Ellen zat muisstil, ik vroeg me af of ze aan het zweten was in mijn moeders oude shirt. Terwijl Milo de eerste lok aan het insmeren was knipte ik stukken aluminiumfolie van een rol die we uit de keuken hadden gepikt. Het gevoel van de schaar tegen de folie gaf me rillingen. Toen Milo de eerste folie-envelop om het 82
haar dicht had gevouwen leek Ellen een beetje te ontspannen. Ze stak een sigaret op. Ik kon zien dat ze niet over haar longen rookte. Even twijfelde ik of ik er wat over zou zeggen, maar ik hield mijn mond. Ik zette een raam open en gaf Ellen de asbak die in de vensterbank stond. Milo was ongeveer halverwege, er zat een duidelijke scheiding in Ellens haren. Ik kwam naast Milo zitten. ‘Zal ik je helpen?’ ‘Begin maar aan die kant.’ Ik pakte het tweede pakje verf dat we in de supermarkt hadden gekocht en maakte het open. Ik las snel de gebruiksaanwijzing door. Toen stopte ik hem in mijn achterzak. ‘Milo?’ zei ik. ‘Wat?’ ‘In dit pakje zit geen kwast.’ ‘Het kan vast wel met je vingers.’ Ik kneep de roze pasta in een lege mok die op Milo’s kaptafel stond. Door de handschoenen heen voelde de verf slijmerig aan. Ik smeerde het in een van de plukken aan de andere kant van Ellens haren. Nu pas rook ik de bleek. Het was een geur die nog het meeste leek op katten pies of ammoniak. Veel scherper dan ik had verwacht. De fabrikant had nog geprobeerd het te verbloemen met een poederig luchtje, maar nu de haarverf aan het reageren was op Ellens haren kon je er niet omheen. De dampen stegen meteen naar mijn hoofd. Ik voelde me duizelig. Er stonden tranen in Ellens ogen, maar ik wist niet goed of het door de verf kwam of door de spanning. Ik wreef het spul over haar hoofdhuid en liet de strengen haar tussen mijn vingers door glijden. ‘Weet je zeker dat het zo moet?’ vroeg Ellen. ‘Je wil toch blond zijn? Straks heb je meteen al uitgroei.’ Toen Milo en ik alle stukken folie in Ellens haren had83
den gevouwen maakten we een foto met onze telefoons en lieten we haar in de spiegel kijken. Ze moest lachen. Ik trok de handschoenen uit en legde ze binnenstebuiten in Milo’s vensterbank. ‘Weten jullie zeker dat het mooi gaat worden?’ vroeg Ellen nog eens ‘Prachtig,’ zei Milo. ‘Vast wel,’ zei ik. ‘Zullen we een film gaan kijken?’ Er stond een kleine televisie op Milo’s kamer en ze had een stapel dvd’s. Ellen zocht een of ander horrorverhaal uit dat ik al eerder had gezien. Halverwege de film drukte ze op de pauzeknop. ‘Hoor je dat?’ zei ze. ‘Wat?’ ‘Het sist.’ ‘Wat sist?’ ‘Mijn haar. Jezus, is dat wel goed? Hoe lang moet het er eigenlijk in?’ vroeg Ellen. Milo schoof wat dichter naar Ellen toe, hield haar oor bij de folie. ‘Weet ik veel, een uurtje of twee? Volgens mij staat het wel ergens in het pakje,’ zei ik. Milo zocht naar de gebruiksaanwijzing. ‘Ik had hem toch hier ergens neergelegd? Godver,’ zei ze. ‘Het komt vast wel goed,’ zei ik. ‘Volgens mij had ik gelezen dat dat sissen heel normaal is. Ik denk dat we de film wel af kunnen kijken.’ Ellen graaide wat om zich heen, keek tussen en rond de matrassen. ‘Weten jullie het zeker?’ ‘Ja, ’tuurlijk,’ zei ik. De hele film lang wiebelde Ellen nerveus met haar been. Een paar keer stond ze op, liep ze wat door de kamer en ging ze weer zitten. ‘Hoe zullen we het uitspoelen?’ vroeg Milo toen de film 84
was afgelopen. Ik haalde de folie voorzichtig los en rolde de stroken aluminium tot balletjes. Ellens hoofdhuid zag er rozig uit, de haren breekbaar. Terwijl ik bezig was kwamen een paar haren los. Ik hield me stil, rolde ze mee in de zilveren bal. Milo keek naar de slierten haar die van Ellens hoofd loskwamen. ‘In de wasbak lijkt me onhandig,’ zei ik. ‘Je kunt beter voor het bad gaan zitten.’ Ellen deed wat Milo zei, met haar hoofd achterover en haar nek tegen de porseleinen rand. Haar haren hingen in de badkuip, kleefden tegen de witte rand. Milo keek me aan met een opgetrokken wenkbrauw. Ik haalde mijn schouders op, zei niets. Milo draaide aan de douchekop en hield haar hand onder de waterstraal om te voelen of het water op de juiste temperatuur was. ‘Ik denk dat het zo goed is, voel eens Ellen.’ ‘Doe het nou maar, het begint te branden.’ Er was iets paniekerigs in haar stem. Milo hielde de douchekop boven de uiteindes van Ellens haren. Ik haalde mijn vingers door de aan elkaar vast gekleefde slierten. Het water dat in de badkuip stroomde werd troebel. Er kwamen allemaal lossen haren mee en het putje raakte verstopt. ‘Fuck,’ zei ik. Milo werd bleek. ‘Wat?’ vroeg Ellen. Ze greep naar haar hoofd. Een streng liet los, ze hield hem in haar hand voor haar gezicht. Ellens mond ging een paar keer open en dicht, alsof ze iets wilde zeggen. ‘Fuck. Sorry. Sorry. Sorry. Ik denk dat we alles zo snel mogelijk uit moeten spoelen nu. Jezus. Sorry. Je moet nu achterover leunen, Ellen oké?’ zei Milo. Ik ging met mijn handen over Ellens hoofdhuid en Milo hield de douchekop erboven. Bij iedere plek waar ik met mijn vingers overheen ging liet Ellens haar los. De 85
substantie voelde koud en slijmerig aan, toen ik het tussen mijn vingers wreef leek het haast te smelten. In de badkuip lag een kluwen haar, de nu gelatineachtige lokken die tussen mijn vingers wegglipten waren bijna doorzichtig blond. ’Stop!’ riep Ellen en ze ging met een ruk rechtovereind zitten. Ik moest mijn lach inhouden. Er zaten rode vlekken op haar gezicht en in haar hals en er liepen twee zwarte mascaratranen over haar wangen. Haar hoofdhuid zag er rauw en rood uit. Waar de lokken haar niet helemaal losgelaten hadden waren ze afgebroken, zodat er plukjes haar piekerig uit haar hoofd staken. Milo draaide de kraan dicht. Ellen snikte, haar lichaam schokte. ‘Het brandt,’ zei ze. Ik stak mijn arm uit en wilde over haar schouder aaien maar Ellen draaide haar lijf van me af en stond op. ‘Ellen, wacht!’ Ze liep met een snelle pas de badkamer uit richting Milo’s kamer, greep een van Milo’s sjaals. Ze jammerde zachtjes toen ze de doek om haar hoofd heen vouwde, pakte haar spullen en rende het huis uit. Milo zuchtte en deed het kamerraam dicht. Ze liet zich achterover vallen op haar matras. De ammoniakgeur van de haarverf hing nog in de lucht. ‘Jezus,’ zei Milo. ‘Ja,’ zei ik. ‘We hadden de gebruiksaanwijzing beter moeten lezen.’
86
TIEN
‘Ik weet niet wat er gênanter is.’ Terwijl ik met mijn hoofd voorovergebogen naar het gras staarde masseerde Milo mijn nek en keek over mijn rug naar het gymveld. Ik keek op. ‘Wat?’ ‘Dat dat kleine hammetje zo langzaam rent dat hij van achteren wordt ingehaald, of dat die idioot hem staat aan te moedigen.’ Milo wees naar onze docent. De jonge gymleraar sprong op en neer. Hij droeg een korte blauwe broek met witte strepen aan de zijkant. Zijn benen waren bruin. Ik keek naar zijn kuiten die zich bij elke sprong aanspanden, de slanke spieren en strakke pezen. Er was vandaag een klein atletiektoernooi en we wisten hoe serieus hij die altijd nam. Terwijl de rest van de klas als opwarming rondjes jogde om het grote grasveld, zaten wij aan de kant omdat we weer ongesteld waren, voor de vierde keer deze maand. De docent rende onze kant uit en bleef voor ons staan, jogde op zijn plaats terwijl hij tegen ons praatte. Het fluitje op zijn borst bewoog op en neer bij elk sprongetje dat hij maakte. Hij had het blijkbaar koud, ik kon zijn tepels door zijn shirt heen zien. ‘Dames, kunnen jullie niet beter meedoen?’ Milo keek hem aan, een wenkbrauw opgetrokken, handen in haar zij. Hij zuchtte, wilde zich alweer omdraaien. ‘We hebben gewoon zoooooooo’n pijn, meneer.’ Ze kreunde zacht terwijl ze het zei. De leraar zei niets, keek mij aan alsof ik er wat aan zou kunnen doen. Ik keek weg. 87
‘Goed. Maar gedraag je,’ zei hij en hij jogde weer richting het veld. ‘Hoe deed je dat? Dat toernooi is altijd het hoogtepunt van zijn jaar,’ zei ik. Milo haalde haar schouders op, keek me geheimzinnig aan. ‘Wat?’ vroeg ik. ‘Niets.’ Ze moest lachen. ‘Wat heb je gedaan?’ Milo keek even om zich heen en duwde toen haar tong tegen de binnenkant van haar wang. ‘Ooo! Jij vieze kleine hoer.’ Ik duwde Milo tegen haar schouders, ze liet zich achterover vallen op het gras. Ik voelde een kleine verkramping in mijn buik, maar negeerde hem. ‘Hoe dan? Je moet me alles vertellen.’ ‘Ik was aan het hardlopen en toen kwam ik hem tegen. We liepen een stukje samen op.’ Ik ging naast Milo zitten, speelde met een kraal die aan haar shirt was vastgenaaid. ‘Jij hebt toch een hekel aan hardlopen? ‘Heb ik ook.’ Ik moest lachen. Milo rolde op haar buik, ik liet het kraaltje los. Mijn nek prikkelde, ik wist zeker dat er rode vlekken in mijn hals zaten. ‘En toen?’ ‘Hij ging heel hard. Ik hield hem nauwelijks bij. Ik dacht eerst dat ik zo wel indruk zou maken.’ ‘Wat had je aan?’ ‘Sport-bh, broekje. Niet te veel, niet te weinig. Het was de eerste keer in een lange tijd dat ik ging. Dus op een gegeven moment moest ik stoppen.’ ‘Waar liep je eigenlijk?’ ‘Je weet waar we vroeger wel eens verstoppertje deden?’ ‘Dat bos? Achter het skatepark?’ ‘Er is daar in de buurt dus een soort bungalowpark, het 88
is heel goed verstopt. Voor mensen die zich willen terugtrekken in de natuur en dat soort dingen.’ ‘Waarom daar?’ ‘Wil je nog horen hoe het zit?’ ‘Hup dan,’ zei ik. ‘Ik moest op een gegeven moment stoppen omdat ik buiten adem was, dus ik bleef stilstaan en boog voorover. Je weet wel, met mijn handen op mijn knieën, kont zijn kant uit. Hij kwam bij me staan en aaide over mijn rug en vroeg of alles oké was.’ ‘Slet.’ Milo moest lachen, ik lachte mee en pulkte wat aan het gras. Er kwam een pluk los, een klont aarde bungelde aan de groene sprieten boven de grond. ‘Toen vroeg hij of ik even een glas water wilde komen drinken in die lelijke bungalow waar hij nu woont en terwijl ik aan de keukentafel zat ruimde hij alle overhemden en troep op die hij op de grond had gegooid. Weet je wel, een man alleen en zo? En toen stond hij op gegeven moment stil en ik zag hoe hij aan het snikken was. Hij is dus door zijn vriendin een tijdje op een soort time-out gezet. Mocht niet eens de hond meenemen.’’ ‘Echt?’ ‘Dus ik ging hem troosten en van het een kwam het ander, je weet wel hoe het gaat. ’ ‘Jezus.’ ‘Na de seks lagen we een tijdje op zijn bed en toen vertelde hij me over zijn vriendin. Wat hij had gedaan om het te verpesten, waarom ze nu een “pauze” hadden.’ ‘Vertel.’ ‘Hij gaf haar niet genoeg aandacht, dat gezeik. Hij had haar het gevoel gegeven dat zij altijd naar hem toe moest komen en dat het andersom nooit gebeurde.’ Milo en ik zwegen even. De klas was begonnen met speerwerpen. Ik 89
keek hoe de holle witte buizen de grond in geboord werden, hoe de jongens en meisjes op de speren leunden terwijl dat eigenlijk niet mocht. Onze docent deed het hupsje dat je voor de worp moest doen een aantal keer voor. ‘Weet je, hij vertelde me hoe ze altijd samen over straat liepen. Hand in hand. Ze stak haar pink dan tussen zijn wijs en middelvinger, hij ook bij haar. Toen ik gedoucht had bood hij aan om me naar huis te rijden, ik zei dat het ook prima was als hij even mee liep naar de uitgang van het bungalowpark. Er wonen daar toch alleen maar gescheiden vaders en andere sneue figuren als het geen vakantie is, niemand die het zou zien. Terwijl we naar die poort liepen pakte ik zijn hand vast en duwde mijn pink tussen zijn vingers. Ik voelde dat hij het niet wilde, maar deed het toch. ’ ‘Jezus, Milo.’ ‘Ik had me de hele tijd niet echt schuldig en eigenlijk ook niet eens zo opgewonden gevoeld, maar op dat moment…’ Ik ging met mijn hoofd in haar schoot liggen, voelde me een beetje misselijk. Milo maakte kleine vlechtjes met grassprieten er in. Ik rook de geur van de veevoerfabriek. Het grote bedrijf was nooit echt duidelijk over wat er nu eigenlijk in de grote torens vermalen werd tot varkensvoer. In de folders stond dat het A++ organisch materiaal was, zowel dierlijk als plantaardig. Bij ons op school ging het gerucht dat wanneer je je huisdier door de dokter een spuitje liet geven en het niet mee naar huis nam om te begraven, het bij de fabriek eindigde. De geur die de fabriek uitstootte was een misselijkmakende combinatie van lijkgeur en wat je ruikt wanneer je een blik kattenvoer opentrekt. Toch leken vaak alleen Milo en ik het op te merken. Hij hing altijd op de achtergrond. 90
Toen we aan het eind van de middag met roodbruine benen en uitgelopen make-up bij de afsluitingsceremonie van het toernooi op kwamen dagen werden onze namen opgenoemd. Net zoals die van iedereen in de klas. Mijn ouders legden de oorkonde in een glazen kast op de gang, op de middelste plank. Ernaast lagen de medailles van de jaren ervoor, mijn zwemdiploma, het diploma dat verklaarde dat ik mijn veters kon strikken de oorkonde die ik kreeg omdat ik zelf boterhammen kon smeren. * Milo’s pink brak door het felroze glazuur heen en zonk in het crèmecakeje. Er bleef wat onder haar nagel hangen. Ze stopte haar vinger in haar mond, likte hem af en zuchtte. ‘Doe nou maar gewoon,’ zei ik, maar ik had meteen spijt van mijn eigen ongeduld. Milo propte het hele ding in haar mond, haar rechterwang stond bol toen ze kauwde. Meteen daarna begon ze aan het tweede cakeje. Ik zag de brij in haar mond terwijl ze praatte. We hadden de afgelopen jaren onze eigen rituelen rondom jongens ontwikkeld en dit was er een van. We deden ons best om ons zo min mogelijk te hechten, beloofden elkaar dat de ander altijd op de eerste plek stond maar soms ging het mis. Degene wiens hart gebroken was mocht zolang ze zich vol kon stoppen zoveel vertellen over wat er gebeurd was als ze wilde. ‘Het is gewoon lullig,’ zei Milo. Er vlogen wat kruimels door de lucht, ze landden op het matras, precies tussen ons in. Ik veegde ze op de grond. ‘Ik weet ook niet wat ik had verwacht, maar wel meer dan dit.’ Ze zette de fles frisdrank aan haar mond. Haar keel bewoog op en neer terwijl ze dronk. Milo droeg een 91
lipstick die net iets donkerder was dan haar eigen lippen. In het midden van haar mond was de kleur al afgesleten. Ik legde mijn hand op haar knie. ‘Snap ik.’ ‘Je moet me zo wel helpen, oké?’ ‘Jaja,’ zei ik. Ze opende een rol met chocoladekoekjes en werkte de ene na de andere naar binnen. Ik pakte er ook één, brak er een stukje af en zoog erop tot de biscuit op mijn tong uit elkaar viel. Er was iets aan Milo dat niet helemaal goed zat. ‘Wanneer heb je hem voor het laatst gezien?’ ‘Alweer een week of twee geleden.’ ‘Hebben jullie geneukt?’ ‘Ja.’ ‘Ah shit, helemaal?’ Milo knikte, ze was al halverwege de rol. Haar kiezen maalden snel, er vielen kruimels op haar borst die ze niet wegveegde. ‘Ik deed ook nog eens alsof het mijn eerste keer was. Wat een eikel eigenlijk.’ ‘Waarom?’ ‘Dacht dat hij dat wel geil zou vinden.’ Ze haalde haar schouders op en maakte een zak chips open. Het plastic ritselde. ‘Jezus. Dat ze dat nog geloven.’ ‘Ik ben heel overtuigend. ’ Milo bedekte haar gezicht met haar handen en wreef over haar wangen. ‘Je moet voorzichtig met me zijn, oké?’ Haar stem klonk zoet en verlegen. Milo keek me door haar vingers aan en barstte toen in lachen uit. Ik ging naast haar liggen. ‘Weet je überhaupt nog wel wie je écht ontmaagd heeft?’ ‘Alsof je dat kunt vergeten. Weet je Kevin niet meer?’ ‘Shit, ja. Fucking Kevin. In het parkje toch?’ Inderdaad, alsof ik dat had kunnen vergeten. Milo was, nadat we met 92
een paar jongens in een park hadden afgesproken, met een van hen het kleine stukje bos in gedoken. Toen ze terugkwam, zonder Kevin en met klitten in haar nek, zeiden we niets tegen elkaar. Ze pakte mijn hand. Ik had haar een van mijn sokken gegeven om de mix van zaad en bloed die langs haar bovenbeen naar beneden liep, op te vegen. ‘Kan je hem niet gewoon aanklagen? ‘Wie, Kevin?’ ‘Je weet wie ik bedoel.’ ‘Ik weet niet.’ Milo trok aan een van haar nagelriemen, stopte het losgekomen stukje vel in haar mond. ‘Ik heb er wel over nagedacht, hoor. Maar dat vind ik dan ook weer wat overdreven. Het is gewoon meer dat hij zo plotseling is vertrokken. Ik kwam bij die bungalow van hem aan en toen moest de schoonmaakster me uitleggen waar meneer was.’ ‘Ik kan niet geloven dat hij niet eens even iets tegen je gezegd heeft. Ik bedoel, oké, zijn vriendin wil hem blijkbaar weer terug en dat is prima, maar hij kan op zijn minst toch wel even gedag zeggen?’ Ik verbaasde me erover hoe weinig het me eigenlijk uitmaakte dat onze gymleraar Milo zo had laten zitten. Ik ratelde de dingen af die ik op dit moment tegen haar hoorde te zeggen. ‘Was je verliefd?’ vroeg ik. ‘Niet echt, denk ik.’ ‘Fijn, toch?’ ‘Man,’ Milo wreef met haar vingers over haar slapen en fronste. Ze trok haar shirt omhoog tot net onder haar bh en duwde haar buik zo ver uit als hij kon. De huid leek strak te staan, haar buik was opgezet alsof ze zwanger was. Ik liep naar haar kaptafel en pakte een kleine nagelschaar, vijl en twee elastiekjes uit een van de laatjes. ‘Ben je klaar?’ vroeg ik. 93
‘Bijna. Denk je dat hij het aan zijn vriendin heeft verteld?’ Ze keerde de zak chips om en likte het laagje zout en vet van de zilverkleurige binnenkant. ‘Wat denk je zelf ?’ ‘Ugh.’ Ik knipte de nagels van mijn rechter wijs- en middelvinger. Ze vielen op het matras, ik veegde ze op en gooide ze uit het raam. Ik wierp Milo de elastieken toe. Ze maakt een hoge staart op haar hoofd. ‘Ik zou een knot doen. Straks komt het alsnog in je puntjes,’ zei ik. Ik vijlde mijn nagels tot er geen wit randje meer te zien was. Het ruwe oppervlak van de vijl voelde fijn tussen mijn vingers. Toen liepen we naar de badkamer. Ik masseerde haar schouders terwijl we liepen. Milo ging op haar knieën bij de wc-pot zitten. Ik keek naar het water. Er zat een blokje aan de rand van de pot dat er voor zorgde dat iedere keer dat iemand doorspoelde het water helder turkoois kleurde. Ik hurkte naast haar neer. Ze ademde diep in en uit. ‘Wacht,’ zei ik. Ik stond op en pakte een glas van de wastafel. Ik spoelde het om, vulde het voor de helft met lauw water en gaf het aan Milo. Ze dronk met grote slokken het glas leeg. ‘Klaar?’ vroeg ik. ‘Ja, jij?’ Ik zette de bril van de wc omhoog en legde mijn hand op Milo’s achterhoofd. Ze deed haar mond open, stak haar tong uit en leunde voorover. Ik duwde mijn vingers diep in haar keel. Haar huig en gehemelte voelden warm en glad aan, ze trokken een paar keer samen voordat de eerste golf kwam. Even dacht ik aan de muis in de schuur. Er liepen tranen over Milo’s wangen. ‘Je doet het heel goed,’ zei ik. Ik aaide zacht over haar 94
rug. ‘Straks is alles eruit en dan kun je hem vergeten.’ Haar braaksel klotste in de wc-pot. Milo leunde achterover, veegde haar mond af. Ze had haar ogen dicht, snikte zacht. Ik keek in de pot voor ik doorspoelde. Haar braaksel was beige en rook zuur, het water eromheen was er troebel door geworden. ‘Was dat het?’ vroeg ik, en ik gaf haar een opgevouwen wc-papiertje. Ze depte haar mondhoeken, spuugde in het blauwe water. Ik dacht aan de witte sok die ze ooit tussen haar benen had gedrukt, de rozige vlek in de katoenen stof. ‘Nog een keertje, denk ik.’ * Milo had een joint gekregen van haar nicht. Ze was bijna betrapt door haar ouders en had de joint in haar bh mee moeten smokkelen. Omdat Milo’s ouders die avond thuis zouden zijn, wilden we hem niet op haar kamer roken. Hij verdween dus ook in Milo’s bh. We kleedden onszelf mooi aan en gingen de deur uit. Milo droeg een strakke zwarte jurk. Ik zag haar normaal alleen in shorts en T-shirts. Ze zag er mooi uit. Terwijl ze liep bewogen haar billen onafhankelijk van elkaar. Ze had grote oorringen in. Het gaatje in haar oorlel werd door het gewicht van de ringen een beetje uitgerekt. Eerst hadden we onze armen in elkaar gehaakt, maar ik was nerveus en zweterig, dus haalden we al snel de plakkerige binnenkanten van onze ellebogen uit elkaar. Toen we op de begraafplaats aankwamen vroeg ik haar of het wel een goed idee was. ‘Ben je bang?’ Milo deed het ijzeren hek open. Toen we over het grindpaadje tussen de graven liepen leek het kouder te worden Milo spuugde op de grond, vlak voor een marmeren 95
plak. Ik kneep in haar arm. De begraafplaats was niet heel groot. De meeste mensen uit ons dorp wilden tegenwoordig gecremeerd worden. ‘Iedereen is toch al dood. Waar wil je anders heen?’ We gingen zitten tegen de achterkant van het graf van een vrouw die Enid had geheten. Milo’s haren kriebelden tegen mijn bovenarm. We rookten de joint snel op. Om ons heen hoorden we krekels. ‘Voel jij iets?’ ‘Nee. Jij?’ ‘Nee. Wat is dit voor bullshit?’ Milo leunde achterover tegen het graf van de vrouw. De steen gaf een beetje mee. ‘Ik dacht dat je nicht er wel verstand van had.’ ‘Weet ik veel. Godver. Dat kutwijf kan echt niets.’ ‘En nu?’ ‘We hadden drank mee moeten nemen.’ We bleven even zitten, dicht tegen elkaar aan. Aan het einde van de straat tikten aan één stuk door motten en kleine insecten tegen de lamp van een lantaarnpaal. Knipperen ging langzamer dan normaal. ‘Ik ben een beetje licht in mijn hoofd, meer niet.’ Milo kreunde zachtjes. ‘Wat is er?’ ‘Ik moet pissen?’ Het klonk als een vraag. ‘Shit. Wil je naar huis?’ Ik kon het niet helpen, maar ik moest grinniken terwijl ik het zei. Ze stompte tegen mijn arm, harder dan ik gewend was. ‘Nee nee, dat kan niet. Het is te ver lopen.’ Ze had haar ogen wijd opengesperd, haar handen op haar wangen. Het was een geestig contrast met de lome manier van praten. Een trage paniek. ‘Wacht,’ zei ik. ‘Wat?’ zei Milo. 96
‘Doe het hier?’ We moesten allebei lachen om het idee. Harder dan normaal. Ik had tranen in mijn ooghoeken. ‘Nee, maar ik moet wel echt heel nodig.’ ‘Ik meen het,’ zei ik. ‘Ik ga wel op de uitkijk staan.’ Toen ik was opgestaan duurde het even voordat ik mijn balans vond. Ik hield Enids grafzerk vast. Milo liep naar een ander graf. Ik wilde wegkijken, naar de poort toe lopen maar ik wist dat er rond dit uur toch niemand op de begraafplaats zou zijn. Ze stroopte de strakke rok omhoog, deed haar onderbroek opzij en ging op haar hurken zitten. Milo wankelde en hield zich met moeite overeind aan de zerk waar ze overheen pieste. Ik grinnikte net iets te hard. ‘Niet kijken, kutwijf.’ ‘Je zou jezelf eens moeten zien.’ Toen ze klaar was gingen we weer naast elkaar zitten. Ik kon niet ruiken dat ze had geplast. Een lange tijd zeiden we niets tegen elkaar en ik voelde mezelf rustiger worden. Ik legde mijn hoofd tegen haar schouder. Ze aaide wat over mijn arm. ‘Denk jij nog wel eens aan Ellen?’ vroeg ze. ‘Hoezo?’ ‘Gewoon.’ ‘Nee, niet gewoon, hoe bedoel je?’ ‘Ik zag haar laatst lopen, toen ik naar het winkelcentrum ging. Haar haar is nu ongeveer zo lang.’ Ze gaf de lengte aan met haar wijsvinger en duim. Ongeveer een centimeter tussen de twee. ‘Jezus,’ zei ik. ‘Ja,’ zei Milo. Ze ging liggen op het graf met haar armen als een zeester uitgespreid. Ik ging bij haar liggen, met mijn hoofd op haar buik. Ik verwachtte dat ze haar handen op mijn hoofd of op mijn schouders zou leggen, maar Milo deed niets. 97
‘Alles eraf ?’ vroeg ik. ‘Haar hoofdhuid zal wel weer genezen zijn. Die laatste pieken moesten er toch af. Herinner jij je die blaren nog?’ ‘Ja.’ ‘De laatste keer dat ik haar op school zag zat ze in het kantoortje van de directeur en ik herkende haar haast niet. Ze had echt een superlelijke muts op terwijl het heel warm was.’ ‘Ach, ze is al een keer van school gewisseld, kan deze er ook nog wel bij, toch? Ze had zichzelf al voor schut gezet in die les,’ zei ik en ik moest een beetje lachen. ‘Jezus, Bree.’ Milo ging rechtop zitten, steunde op haar ellebogen. Ik kwam ook omhoog en keek haar aan. Ze fronste naar me, de groef tussen haar wenkbrauwen was diep. ‘Wat?’ ‘Gewoon, dat arme kind.’ ‘Wat maakt het nou uit? Het groeit wel weer aan toch?’ ‘Soms ga je echt te ver.’ ‘Wat bedoel je?’ ’Snap je dat echt niet?’ ‘Het was jouw idee! Waarom is dit anders dan dat stomme gedoe met die lipsticks of die grap met dat t-shirt?’ ‘Hoe bedoel je, het was mijn idee? Ik wilde gewoon haar haren verven, Bree. Wat is daar gemeen aan?’ ‘Ik dacht dat het heel lelijk zou worden,’ zei ik. Milo keek me geschrokken aan. Ik begreep niet waar ze zo moeilijk over deed. ‘Ik dacht dat het lelijk zou worden, snap je? Groen of heel geel of zo. Jij was er toch bij?’ Milo stond abrupt op, ze staarde naar mijn handen. Ik wilde iets tegen haar zeggen, maar wist niet goed wat. De avondlucht was snel afgekoeld, ik kreeg het koud. 98
99
ELF
We hadden vaker ruzies gehad als deze, waarbij alles tot een kookpunt kwam en dan nog een tijdje na bleef sudderen. Meestal belde een van ons de ander de dag erna op en spraken we af zonder het er nog over te hebben. Milo en ik praatten onze ruzies nooit uit. Ik denk dat ik bang was dat wanneer we de ruzie weer op zouden rakelen, alle andere oude wonden ook open zouden gaan. Wanneer we weer met elkaar afspraken pakten we de draad meteen weer op. Ik vroeg me altijd af wat Milo deed op de dagen dat we elkaar niet zagen, maar durfde het haar nooit te vragen. Deze keer duurde het langer dan normaal. Een week na de ruzie op de begraafplaats zocht ik Milo op. Het was nog vroeg op de ochtend en een heldere dag. Toen ik Milo’s straat in liep zag ik haar op de oprijlaan staan naast de auto van haar vader. Ik kende de wagen. Het was niet degene die hij gebruikte om naar werk te rijden, maar een auto waarvan hij maar geen afscheid kon nemen. Milo en ik hadden er wel eens in gereden. Een oude, vaalrode Toyota, gebleekt door de zon. De stoelen waren bekleed met een soort fluwelen grijze stof, met allerlei gekleurde figuurtjes erop. Volgens Milo had haar vader de auto ooit van een vriendinnetje gekregen en kon hij er daarom geen afstand van doen. Haar ouders hadden niet vaak ruzie, maar als ze het hadden ging het om deze auto. Milo’s vader deed het portier open en rekte zich uit. Ze zagen er allebei uit alsof ze een lange reis achter de rug hadden, de achterkant van Milo’s jurkje was gekreukt en 100
rommelig. Toen ze de achterbak open deed en een volle rugzak eruit haalde waaide de onderkant van het jurkje een beetje omhoog. Milo’s vader pakte een paar papieren uit het dashboardkastje. Samen liepen ze naar de voordeur. Hij klopte Milo op haar schouder en liet haar voorgaan. Ik kon me niet voorstellen dat ze zich zo op haar gemak voelde met hem. Even twijfelde ik of ik zou aankloppen en vragen waar Milo was geweest. Ze had me niets verteld over een vakantie. De afgelopen dagen had ik steeds geprobeerd haar te bellen maar ze had nooit opgenomen. Was ze al die tijd weg geweest? Waar was ze dan geweest? Voor het raam zag ik Milo en haar vader koffie drinken aan de eettafel. Ze kletsten, Milo pakte een stapel papier uit haar rugtas. Ze pakte een pen en wilde gaan schrijven, maar haar vader legde zijn hand op de hare alsof hij wilde zeggen: het kan later, er is nog tijd, rust uit. Milo knikte en keek even naar buiten. Ik dook weg achter een bosje. Mijn lijf rilde zacht, alsof al mijn spieren zich tegelijk aan wilden spannen. Had ze me gezien? Toen Milo weer naar de papieren op tafel keek sprong ik op en liep naar huis alsof ik gewoon aan het wandelen was. Thuis trof ik mijn broertje aan op de bank. Hij zag eruit alsof hij net uit bed was gerold, met korstjes slaap in zijn ogen en warrige haren. ‘Gast, waar kijk jij nou weer naar?’ Ik pakte de afstandsbediening van mijn broertje af, maar zapte nog niet weg. Hij zat onderuit gezakt op de bank, zijn hand was nog open, alsof hij verwachtte dat ik de afstandsbediening elk moment terug zou leggen. ‘Ben je hier niet veel te oud voor?’ Mijn broertje zakte verder onderuit en haalde zijn schouders op. ‘Het is een weekendmarathon. Ze herhalen alles, vanaf de eerste aflevering.’ Spongebob Squarepants maakte 101
schelle geluiden en flitste op het scherm. Ik ging bij hem op de bank zitten, voelde mijn broertjes armhaar tegen mijn onderarm. Hij was de laatste tijd een stuk groter geworden, zijn stem dieper. Hij ging bijna elke middag na school met zijn vrienden naar het skatepark en kwam dan na zonsondergang terug met blauwe plekken op zijn knieën en een sterke wietgeur om hem heen. Soms probeerde hij met me te praten over de Illuminati, maar meestal negeerde ik hem. ‘Hoe zat het ook alweer?’ vroeg ik. ‘Wil je echt meekijken?’ ‘Ja, echt,’ zei ik. Het was een aflevering die ik vaag herkende. Ik wist niet wat er ging gebeuren, maar ik herkende de setting, de kleuren. ‘Oké,’ zei Isaac. ‘Er is dus een voedselinspecteur op bezoek en ze hebben de hele tijd hun best gedaan om hem in de watten te leggen, snap je? Alleen nu horen ze net op de radio dat er een nep-inspecteur rondloopt die alleen maar uit is op gratis eten dus maken ze de ranzigste hamburger die ze kunnen bedenken.’ ‘Shit ja, ik weet het alweer.’ Er werd ingezoomd op de tekening van de hamburger. In plaats van bruin had het broodje een paarsgrijze kleur, met puistachtige gezwellen op de bovenkant. Er staken haren, algen en zeewier uit de zijkant en de gesmolten plak kaas was gifgroen. Op het moment dat de voedselinspecteur een hap nam vloog een vlieg zijn keel in en viel hij stuiptrekkend achterover. ‘Haha, Jezus,’ zei ik en ik ging wat verder naar voren zitten, ondersteunde mijn ellebogen met mijn knieën. ‘Ik kan me helemaal niet herinneren dat ze ooit zo ver gingen. Weet jij dit nog?’ Isaac haalde zijn schouders op en zei niets. Hij pulkte aan een korstje op zijn elleboog. Ik kende de plek van het wondje nog. Er had ooit een moe102
dervlek gezeten, een ronde zwarte. Omdat onze moeder het onzin had gevonden om hem weg te laten snijden had ik opgezocht hoe je hem kon verwijderen. Terwijl Isaac op de keukentafel lag had ik met een pincet de dikke huid opgetild en er een stukje zwarte naaigaren omheen gebonden, zo strak mogelijk. Na een paar dagen was de huid afgestorven en liet de moedervlek gemakkelijk los. Er bleef alleen een klein gaatje in de huid achter. Het afgestorven balletje zwarte huid gooiden we in de wc en spoelden het door. De huistelefoon ging en even leek het alsof Isaac verder in de bank zakte dan hij al zat maar hij stond op en schuifelde naar de hoek van de woonkamer. Vaag hoopte ik dat het Milo zou zijn, maar ik wist dat het onwaarschijnlijk was. ‘Hey man,’ zei Isaac, en hij liep de kamer uit, de gang op. Ik hoorde de trap kraken. Spongebob sjouwde ondertussen rond met het lijk van de voedselinspecteur. Hij droeg een flesje met ontsmettingsmiddel bij zich en sprayde zichzelf voortdurend onder. Ik zette de televisie op een andere zender. Een man met een klein brilletje en een helder blauw overhemd zat voor een grote boekenkast. ‘Het is gemakkelijk om te zeggen dat wat deze jongens gedaan hebben te maken heeft met de kleding die ze droegen, de muziek die ze luisterden of de spellen die ze speelden. Maar ik denk dat een van de belangrijkste oorzaken de eenzaamheid is. Deze jongens durfden alleen met elkaar te praten over de fantasieën die ze hadden. Toen een van hen een essay inleverde waarin hij omschreef hoe hij de hele school overhoop wilde schieten was er niemand die hem apart nam en zich zorgen maakte. Toen er in de lunchzaal flessenvol ketchup op deze jongens leeg werden gespoten was er geen enkele leraar die ze hielp. Ze moesten de hele dag rondlopen in hun vieze kleren.’ 103
Er werd ingezoomd op een foto van de twee schutters. Ze lagen op de grond, in een plas met donkerrood bloed, er was een blur over hun gezichten geplaatst. Op hun t-shirts stonden teksten: ‘Wrath’ en ‘Natural Selection’. De documentaire schakelde over naar een clip uit een interview met een meisje dat er geschrokken uitzag. Ze vertelde wat de jongens zeiden vlak voor ze haar vrienden neerschoten. Ik kon haar niet helemaal verstaan, ze snotterde en trilde. ‘Wat kijk je?’ Isaac kwam de kamer weer binnen, hij had een petje opgezet en een rugzak over zijn rechterschouder geslagen. ‘Niets, gewoon wat aan het zappen,’ zei ik en ik schakelde terug naar Spongebob. Hij was een gat aan het graven voor de voedselinspecteur. Ik voelde het bloed naar mijn wangen stromen, de huid op mijn rug gloeide en prikkelde. Waarom schaamde ik me voor het kijken naar een documentaire? Isaac liep naar de keukenkast, pakte een mueslireep en stopte hem in zijn tas. ‘Ga je weg?’ vroeg ik. ‘Skaten.’ Er was iets onhandigs aan de manier waarop hij met zijn hand mijn haren door de war haalde toen hij de huissleutels in zijn broekzak deed en me gedag zei. Ik vond het lief. Toen hij de voordeur in het slot liet vallen en ik het ratelende geluid van zijn skateboard op de stoep en daarna op de weg voor ons huis hoorde zette ik de televisie uit. Ik liep naar boven en startte mijn laptop op. Het was benauwd in mijn kamer. Toen ik mijn raam openzette rook ik de geur van de veevoerfabriek. Ik typte de namen van de jongens in: Eric en Dylan. De schoolportretten die ze in de documentaire hadden laten zien hadden me meteen gegrepen. Mensen zeggen altijd, wanneer een moord is gepleegd of een meisje maandenlang in een kelder op104
gesloten heeft gezeten, dat de dader zo ‘gewoon’ leek. Hij kwam altijd naar de buurt-barbecue, zijn container stond altijd op tijd aan de weg. Hij maakte altijd van die prachtige paardenkoppen, je zou niet geloven hoeveel emotie er in die ogen zat. Eric en Dylan hadden die subtiliteit niet. Op de groepsfoto van het eindexamenjaar 1998 zat iedereen in de gymzaal netjes op bankjes glimlachten naar de camera. Eric en Dylan zaten achterover. Ze hadden bandana’s over hun mond en neus geknoopt en maakten schietgebaren naar de fotograaf. Toen ze voor school een videoproject moesten doen maakten ze een film die Hitmen for hire heette. Er was iets onbeschaamds aan de jongens. De hang naar publiek interesseerde me. In een opwelling googelde ik ‘Columbine+fans’. Bijna een half miljoen zoekresultaten. De eerste link was van een heel ander soort dan de droge informatiepagina’s die ik eerder had gelezen. Het was een soort altaar. De achtergrond was roze, met kleine hartjes en sterretjes. In het midden stonden de foto’s van de twee schutters die ik net nog bloedend op de grond had zien liggen. Aan weerszijden van de twee schoolportretten van Klebold en Harris stond een gifje van brandende kaarsjes. Ik klikte op het midden van een van de brandende vlammen. Ik werd meteen naar een discussieforum geleid. Het deed me denken aan een paar weken geleden, voordat Milo en ik ruzie kregen. Ze had me een internetforum voor tieners laten zien. ‘Wat is hier zo leuk aan?’ had ik gevraagd. ‘Let op, je moet zien hoe knullig dit is.’ Ze klikte een van de links aan. Meisje/14/ Ben ik echt zo dik als ze zeggen? ‘Wat is dit?’ ‘Precies wat er staat. Er zijn er honderden. Ze zetten foto’s online en dan vertellen ze waar ze onzeker over zijn en proberen ze reacties uit te lokken van, weet ik veel, zwe105
terige vieze internetnerds die zeggen dat ze prachtig zijn.’ Een roodharig meisje had een stuk of tien foto’s van haar gezicht en lijf online gezet, elk vanuit net een andere hoek. In haar introductie schreef ze dat ze al haar hele leven gepest werd om haar uiterlijk en zich nooit echt mooi had gevoeld. Ze wilde graag reacties op haar foto’s, zo bot en eerlijk mogelijk. Ik las er een paar door. ‘Maar ze zijn helemaal niet eerlijk,’ zei ik. ‘Dat is het stomme. Hier, kijk deze idioot. Haar prins op het witte paard.’ Iemand met een foto van een wodkaflesje als icoon had gereageerd: ‘Je bent júist heel mooi. Er is iets aan je dat je op een prinses doet lijken. Je lichaam is uniek en bijzonder. Ik, een jongen, zou je maar wat graag een keertje mee uit nemen.’ Milo stak haar vinger in haar mond en maakte een gebaar alsof ze moest overgeven. Ze kwam bij me op schoot zitten en begon te typen. ‘Niet alleen is je huid walgelijk, je hebt een onderkin en belachelijk kleine borsten voor iemand die zo dik is.’ Ik moest lachen. Milo klikte op de foto en zoomde in. De blik van het meisje was onzeker en verdrietig. Je kon zien dat ze gehuild had, er zaten mascaravlekken onder haar kleine, varkensachtige ogen. ‘Ze ziet eruit alsof ze stinkt,’ zei ik. Milo herhaalde mijn woorden langzaam en typte ze in. Aan het einde van de middag hadden de beheerders van de pagina ons geblokkeerd. We kregen een e-mail waarin ze schreven dat we vanwege ons pestgedrag niet meer welkom waren. De website waar ik nu naar keek leek in zijn opmaak op het tienerforum, maar was gewijd aan iets heel anders. Meisjes konden er discussiëren over verschillende onder106
werpen, zoals de poëzie en essays die de jongens van Columbine voor hun schoolopdrachten hadden geschreven, of de redenen waarom ze het hadden gedaan. Het was alsof ik op een pagina voor een boyband terecht was gekomen. De makers en posters op het forum noemden zichzelf Columbiners. Een tijdje terug was het jubileum van Klebold’s verjaardag geweest. Een meisje mijmerde over hoe oud hij nu zou zijn geweest en wat ze hem verteld zou hebben als hij er nog was. Een andere poster had een paar weken terug een bericht geschreven waarin ze vroeg waar ze de t-shirts kon kopen die de jongens hadden gedragen tijdens hun laatste heldendaad. Rond de twintig verschillende meisjes hadden gereageerd, sommigen hadden zelfs een foto van hun eigen shirts gemaakt. Ik zoomde in op een van de plaatjes. Een dik meisje zat tegen de deur van haar slaapkamer, haar benen in een soort pin-up pose. Ze had alleen een shirt en een zwarte onderbroek aan. Haar wangen waren pukkelig, ze keek weg van de camera. Ze vertelde dat ze het shirt bij een copyshop had laten maken en dat de man die er werkte haar bijna niet had willen helpen. Een ander meisje had een post gemaakt waarin ze haar fantasieën omschreef. Het was veel tammer dan ik verwacht had, een soort fanverhaal over hoe ze met Harris en Klebold naar een hutje aan een meer toe ging en niet kon kiezen met wie van de twee ze het liefste wilde zoenen. In de topic Andere moordenaars die je aantrekkelijk vindt? legde een van de posters uit wat ze zo betoverend vond aan Roger Ramirez en Ted Bundy. Een ander meisje beweerde dat ze al vanaf haar zestiende intensief briefcontact had met Charles Manson. Iets aan de website zoog me naar binnen. Voor ik het wist was de zon ondergegaan en zat ik met een rommelende maag achter mijn laptop. Toen ik naar beneden ging om 107
een boterham te smeren dacht ik na over het soort meisje dat op deze website postte. Ik begreep hun obsessie met Eric en Dylan en tegelijk vond ik het knullig. Deze meisjes waren niet bezig met wat de jongens gedaan hadden, maar met hoe de jongens zouden zijn als ze niet hun eigen hoofd hadden kapotgeschoten. Ze fantaseerden over hoe het zou zijn om met de schutters uit te gaan, schreven posts over waarom hun sterrenbeeld bij dat van een van hen zou passen, maakten collages van schoolfoto’s. Nergens werd geschreven over de schietpartij zelf. Deze site werd niet gemaakt door mensen zoals Harris en Klebold, maar door meisjes die niet de moed hadden om een oplossing te vinden voor de pesterijen die ze dagelijks meemaakten. Ze zochten een plek om hun frustraties te uiten en hadden genoeg aan het dromen over een date met een moordenaar, of fantasieën over jongens met zwarte trenchcoats die hen na gymles op zouden komen halen. Iemand had een post gemaakt met als titel ‘Ik ga het doen!!!’ De reacties waren niet enthousiast, maar juist ontmoedigend. ‘Ik denk niet dat Eric en Dylan dit zouden willen,’ ; ‘Ik denk dat je deze post beter kan verwijderen,’ ; ‘Ik heb de politie gebeld, Stacy.’ Het was niet meer mogelijk om op de post te reageren. Die avond belde Milo. Ze vroeg of ik langs wilde komen. Haar stem klonk anders dan ik gewend was, rasperig. Of was ik alweer vergeten hoe haar telefoonstem klonk? ‘Ik weet het niet, ik ga denk ik zo slapen,’ zei ik. ‘Zo vroeg al? Ik wil je graag zien. Er is iets gebeurd. Niets ernstigs hoor, maar gewoon.’ ‘Ik heb gewoon een drukke dag gehad. Zullen we anders morgen even bellen?’ ‘Ik bel je morgenochtend, oké?’ Milo bleef even stil. ‘Oké.’ Even twijfelde ik of ik haar zou vertellen over 108
de websites. Ik stelde me voor hoe we ze samen bekeken, Milo bij mij op schoot, mijn laptop op haar kaptafel. Iets hield me tegen. Vanaf het moment dat ik haar stem hoorde wist ik dat er iets veranderd was tussen ons, maar ik kon mijn vinger er niet op leggen.
109
TWAALF
Een man, een expert, die via de telefoon werd geĂŻnterviewd trok een verband tussen economische onvrede en de constante dreiging van oorlog. De nieuwslezeres fronste terwijl ze van de autocue las wat er was gebeurd en wat voor conflict er in het land speelde. Er was een man ontvoerd. Een Amerikaanse journalist. Ze waarschuwden de mensen thuis voor de heftige beelden die getoond gingen worden. Ik leunde wat naar voren, steunde met mijn ellebogen op mijn knieĂŤn. Het licht van de televisie deed pijn aan mijn ogen, ik zag de groene, blauwe en rode lichtjes die het beeld maakten. Er werd overgeschakeld naar een video die ergens in een kelder was opgenomen. De muren waren bekleed met blauwe stof. Voor die donkere gordijnen zat een man op een stoel die leek op een bureaustoel van de Ikea die mijn vader vroeger had. Hij droeg een oranje overall, er zat een plastic kap op zijn gezicht. Naast hem stonden twee mannen met bivakmutsen op. Een van hen droeg een machinegeweer op zijn buik. De ander haalde een mes achter zijn rug vandaan. De kap werd van het hoofd van de man getrokken en vanaf dat moment had ik enkel nog oog voor hem. Ik vond hem knap. Hij had donkere ogen met volle wimpers, een bril en warrig haar. Er zat een moedervlek op zijn wang, zijn baard was stoppelig. Zijn handen trilden niet toen hij van een briefje zijn gegevens oplas. Naam, geboortedatum, geloof. Het leek alsof hij dit al eerder had gedaan, alsof wat hem stond te gebeuren hem niet zo heel veel uitmaakte. De blik in zijn ogen was minder 110
angstig dan ik verwacht had. Op het moment dat een van de mannen met de bivakmuts zijn haren vastpakte en het mes tegen zijn de hals drukte werd het beeld heel even stilgezet. Ik keek naar de ontblote, bleke keel. Toen werd overgeschakeld naar een item over een talentenjacht zette ik de televisie uit. Die avond logeerde ik bij Milo. Ze lag op haar rug op het matras en rookte. Haar ribben schenen door haar shirt heen. Ik rommelde wat door de lades van haar kaptafel. ‘Wat zoek je?’ vroeg ze. ‘Ik kijk alleen een beetje.’ Alles in de lades deed me denken aan vroeger. Het voelde alsof alles al voorbij was, terwijl we er nog middenin zaten. Milo’s dagboek, de snoeppapiertjes die we in de la legden omdat we geen zin hadden om ze weg te gooien. In elkaar gefrommelde briefjes van school, niet gehaalde toetsen. Achterin lag een flesje nagellak. Het was omgevallen, de dop met kwast was nergens te bekennen. Ik keek naar de gemorste lak, de ronde opening van het flesje gaf een rood plasje glitterlak over. Ik probeerde het rechtop te zetten maar het potje zat vastgeplakt aan het hout. Achter in de onderste la, onder een stapel tijdschriften, vond ik een oud boekje. ‘Ken je deze nog?’ Ik bladerde het even door en gooide het toen naar Milo. Het landde naast haar billen op het matras. Ze pakte het op en hield het hoog boven haar hoofd. ‘Het dilemma-boekje!’ ‘Hoe kwam je daar überhaupt aan?’ ‘Verjaardagscadeau, geloof ik. Even kijken: zou je liever elke avond ernstige misdaden moeten begaan en bekend staan als een held, of elke avond levens redden en bekend staan als een vreselijk persoon?’ Terwijl ze las volgde ze met haar vinger op het papier de tekst. 111
‘Jezus. Ik kan me niet herinneren dat ze zo knullig waren.’ zei ik. ‘Liever altijd een harige kut of altijd harige oksels?’ ‘Gatver, staat die er in?’ ‘Wat denk je zelf ?’ ‘Trut.’ Ik kroop bij Milo op het matras. Ze was net een stukje opzij gerold, de plek waar ik ging liggen voelde nog warm aan. Ze rolde op haar buik. ‘Ik heb gisteren Jonah gezien.’ Ze zei het heel nonchalant. ‘Wat?’ ‘Je weet wel, de gymleraar.’ ‘Ik weet wie je bedoelt.’ Milo bleef even stil. Ze deed haar mond open alsof ze iets wilde zeggen maar sloot hem meteen weer. ‘Waarom?’ vroeg ik. ‘Gewoon. Weet je nog dat ik zei dat ik niet verliefd was?’ ‘Ja.’ ‘Wel dus.’ ‘Ah, Jezus. Milo.’ ‘Wat nou?’ ‘Niets, gewoon.’ ‘Waarom doe je zo kut? Ik dacht dat je blij zou zijn.’ ‘Je hebt hem eruit gekotst. We hebben dat hele ritueel voor niets gedaan.’ ‘Is dat het probleem? Dat stomme kotsspelletje? Jezus. Je weet toch dat het gewoon een dom geintje is? Dit is echt, Bree. Het voelt écht.’ ‘Ik kan niet geloven wat je nu zegt.’ ‘Trek het je niet zo aan. Je had hem laatst toch met zijn vriendin gezien in een restaurant? Dat was om het uit te maken. Hij heeft het uitgemaakt.’ ‘Voor jou?’ 112
‘Dat heeft hij niet zo gezegd, maar ik denk het wel.’ Ik bekeek Milo. Ze had roze vlekken in haar hals, haar blik was dromerig. Ik kon me niet herinneren dat ik haar ooit zo over iemand had horen praten. Ik realiseerde me dat dit de manier was waarop ik me voorstelde dat ze het over mij had als ze me moest omschrijven. Een beetje beschaamd, maar zo vól van hem. Nu maakte het me misselijk. ‘Wat nu?’ vroeg ik. Ik pakte een streng van haar haren en maakte een klein vlechtje. Toen ik de plukjes losliet vielen ze meteen weer uit elkaar. ‘We doen het rustig aan. Kijken wat we echt voor elkaar voelen.’ ‘Kan hij zijn baan niet verliezen?’ ‘Hij is nog maar twintig. En we zijn toch bijna klaar met school. Als we daarna gewoon doen alsof het pas na de examens is begonnen, is er niets aan de hand.’ Milo greep een elastiekje dat naast haar kussen lag en gaf het aan me. Ik maakte een nieuwe vlecht, deed het elastiek eromheen. Haar haren voelden zacht en glad in mijn handen. Ze had ze waarschijnlijk vanochtend gewassen. ‘Mijn god, Milo.’ ‘Ben je boos?’ ‘Waarom zou ik?’ ‘Weet ik veel, je klonk boos.’ Ik stond op, liep naar het raam en deed het open. De avondlucht was koel. In de verte rook ik de geur van de veevoerfabriek Milo’s achterbuurjongen zat in zijn kamer achter de pc. Zijn computerscherm gaf een wit licht af. Het omkranste zijn hoofd en schouders. ‘Hé Milo,’ zei ik. ‘Wat?’ ‘Weet je nog dat we altijd naar je buurjongen keken?’ 113
‘O ja, bah. Is hij weer bezig?’ Ze klonk opgelucht, blij dat ik een nieuw onderwerp aansneed. ‘Volgens mij wel.’ ‘Je zou toch denken dat hij op gegeven moment alle porno ter wereld wel gezien zou hebben.’ ‘Wacht!’ Milo sprong op en rende de trap af, de woonkamer in. Toen ze terugkwam had ze een grote verrekijker onder haar arm. ‘Jezus, van wie is die?’ ‘Mijn vader, geloof ik. Maakt het uit?’ Ik pakte hem aan. De verrekijker voelde zwaar aan, was koel tegen de huid om mijn ogen. Het ding was donkergroen en zag eruit alsof hij door het leger werd gebruikt. Bij het scherpstellen voelde ik dat er korrels zand tussen de groeven zaten. Ik ging op de vensterbank zitten. Het leek haast alsof ik bij haar buurjongen in huis was. Ik ontdekte details die me nog nooit eerder waren opgevallen. Op zijn bureau stonden tientallen lege blikjes energydrank. Sommige in elkaar gedrukt, andere opgestapeld. Er lag een papieren bord met een half opgegeten pizzapunt naast zijn monitor en aan de andere kant van zijn bureau lag een plastic zak met brood. Het zag er beschimmeld uit, een blauwwit vachtje was over de sneetjes getrokken. Milo’s buurjongen had donkere zweetplekken in zijn vale zwarte shirt: op zijn rug, onder zijn oksels. Ik kon hem haast door de lens heen ruiken. Ik legde de verrekijker in de vensterbank. ‘Je zou toch denken dat hij het op een gegeven moment door zou hebben,’ zei ik. ‘Ja, hè?’ ‘Misschien houdt hij van publiek?’ ‘Jezus.’ ‘Heeft hij jou eigenlijk nooit begluurd?’ Milo haalde haar schouders op. 114
‘Niet dat ik weet.’ Ik keek weer door de kijker. Dit keer ging het anders dan we gewend waren. De jongen was plotseling gestopt met het kijken naar porno. Hij was niet in een van de tientallen zakdoeken die om hem heen lagen klaargekomen. Hij was iets verder van het scherm af gaan zitten, waardoor ik nu nog beter kon zien waar hij naar keek. Het was de video die ik vanochtend had gezien. De journalist met de kap over zijn hoofd zat voor dezelfde gordijnen, hij droeg dezelfde oranje overall en werd geflankeerd door dezelfde mannen met bivakmuts. Deze keer werd de video niet afgebroken op het moment suprême. Zijn haren werden vastgegrepen, zijn hoofd achterover getrokken. Het mes zonk in zijn keel. Hij stribbelde tegen. De man met het machinegeweer pakte de armen van de journalist vast en hield ze achter zijn rug. Ik had verwacht dat het wat makkelijker zou gaan. Dat het mes meteen door de keel nek zou glijden zodat het hoofd als een rijpe vrucht geplukt zou kunnen worden. Maar nu begreep ik waarom de guillotine ooit was uitgevonden. Met horten en stoten werd de luchtpijp doorgesneden, het lichaam van de journalist schokte. Ik voelde aan mijn eigen keel. De man met het mes zette nog wat extra kracht. Donker bloed doorweekte de overall. Milo’s buurjongen zat muisstil achter zijn computer. Toen werd het hoofd in de lucht gehouden. De journalist zijn ogen waren niet helemaal dicht. Er was een klein randje oogwit te zien en zijn tong hing uit zijn open mond. Ik had het warm, voelde me haast elektrisch geladen. Het scherm van Milo’s buurjongen werd zwart. Hij krabbelde met beide handen op zijn achterhoofd, draaide een rondje op zijn bureaustoel. Ik kon zijn gezicht niet goed zien. Toen boog hij zich over zijn toetsenbord, typte iets en zette de video weer aan. Ik keek mee, de kap werd weer 115
afgerukt, het mes weer in het vlees geduwd. De tweede keer voelde het al minder hevig dan de eerste. ‘Kom eens kijken.’ Ik wenkte Milo. ‘Wat?’ ‘Heb jij hiervan gehoord?’ ‘Waarvan?’ ‘Hij kijkt die tape, van het nieuws.’ ‘Welke tape?’ ‘Er is een of andere journalist ontvoerd en ze hebben hem onthoofd.’ ‘Waarom?’ ‘Weet ik veel. Hier, moet je kijken.’ ‘Pff.’ ‘Toe, je moet het zien. Op het nieuws knipten ze het belangrijkste stuk eraf, maar ze laten nu gewoon alles zien.’ ‘Gatverdamme, Bree.’ Milo kwam van het bed af en liep naar het raam. Ze kwam naast me staan. Haar armhaar kriebelde tegen mijn onderarm. Ze leunde op de vensterbank. Ik duwde het gordijn wat verder opzij. Ze stak een sigaret op, haar handen trilden licht. De laatste stuiptrekkingen waren net gestopt. Even was ik bang dat Milo’s buurjongen iets anders zou gaan kijken, maar hij zette de tape weer aan. Ik ging achter Milo staan, duwde mijn lijf tegen het hare en hield de verrekijker tegen haar ogen. Haar rug was warm, ze was een beetje zweterig. Ze pakte de kijker van me over. Ik deed een stap naar achter, aaide haar rug en ondersteunde de arm die de verrekijker vasthield. Ik keek met één oog naar Milo en met het andere naar de video. Metaal op vel. Milo kokhalsde, maar ze bleef staan. Ik hield mijn hand onder haar elleboog zodat ze niet weg kon. Ik wilde dat ze het einde meekreeg. Toen het mes voor de derde keer bleef steken op de nekwervel 116
gaf ze over.
117
DERTIEN
‘Weet je wat we eigenlijk moeten doen?’ Ik probeerde het zo rustig mogelijk te vragen, alsof het pas op dat moment in me opkwam, maar ik voelde mijn hartslag door mijn hele lijf. Milo pakte grote plukken van mijn haar en maakte ze met haar keramische stijltang glad. ‘Nou?’ ‘We zouden hem eens moeten volgen, gewoon voor de grap.’ Milo hield de tang dicht bij mijn kruin, ik voelde de hitte tegen mijn hoofdhuid. Ik bekeek haar rug in de spiegel van de kaptafel. Ze duwde mijn haar wat omhoog, haalde plukjes achter mijn oren vandaan en stopte ze weer in. Er zat een huidkleurige pleister om haar middelvinger. Toen ze een paar minuten geleden geprobeerd had te voelen of de tang al warm genoeg was had ik haar aangestoten. De geur van verbrande huid hing nog in de kamer. Het wondje zou waarschijnlijk een blaar worden. Ik schudde met mijn hoofd. Het voelde gek om sluiker haar te hebben dan normaal. ‘Zit nou even stil,’ zei Milo ‘Maar ik meen het wel, wat ik zei.’ ‘Wat bedoel je?’ ‘Dat we hem zouden moeten volgen.’ ‘Wie?’ Ik knikte naar het slaapkamerraam. ‘O, gatver.’ Milo liep naar haar kaptafel en pakte haar make-uptasje eruit. Het was gemaakt van een roze stof met witte stippen en was bedekt met beige vegen. Ze haalde er een klein 118
sponsje uit. Milo bracht foundation bij me aan en werkte daarna met een smoezelige kwast en een groene crème de rode vlekjes weg van puistjes en mee-eters die ze eerder al had uitgeknepen. Nu ze zo steeds om me heen cirkelde rook ik haar geur. We droegen elkaars parfum, het was gek om mijn lucht op haar huid te ruiken. ‘Waarom zou je hem willen volgen?’ Milo trok haar neus een beetje op als ze over de buurjongen praatte. Ze trok met een klein kwastje een zwarte lijn boven mijn ogen en haalde een doosje met twee volle zwarte nepwimpers er in uit haar la. Milo hield de wimpers voor mijn oog, en knipte de kantjes bij zodat ze precies pasten. ‘Wil jij niet weten wat hij overdag doet?’ Milo deed een klein randje lijm op de wimper, hield hem tussen haar duim en wijsvinger voor haar getuite lippen en blies er zachtjes tegenaan. Ze was mooi. ‘Ogen dicht.’ Haar stem klonk streng. Ik deed wat ze zei en met lichte vingers bracht ze de wimper aan op mijn oogrand. Ik wilde naar mezelf in de spiegel kijken, maar ze ging er voor staan. ‘Pas als ik klaar ben.’ ‘Ik wil hem gewoon begrijpen, Milo.’ ‘Wat valt er te begrijpen? Het is een viespeuk en een engerd. Hij trekt zich elke dag af en kijkt naar mensen die dood gaan en misschien wel allebei tegelijk. Wil je daar echt mee omgaan?’ Milo lijmde de tweede nepwimper vast. Ik deed mijn ogen open en schrok; ze stond dichter bij mijn gezicht dan ik gedacht had. ‘Kom op, Milo. Wat denk je dat zo iemand de hele dag door doet? Hij zit niet meer op school, toch?’ Milo antwoordde niet. Ze keek een beetje scheel naar het plekje tussen mijn wenkbrauwen. ‘Ik ken hem niet. Toen ze hier net kwamen wonen pro119
beerde mijn moeder nog wel vrienden te worden met zijn ouders, maar het werkte niet echt. Volgens mij is zijn moeder ook een beetje gek. Moet ook wel, als je zo’n creep gewoon de hele dag zijn gang laat gaan.’ ‘Weet je hoe hij heet? ‘Ik wist het. Zit eens stil.’ ‘Hoe dan?’ ‘Ik zei toch wíst. Ik ben het vergeten. Wat denk je überhaupt te bereiken met zo’n achtervolging? Komt hij het huis wel uit?’ ‘Jij woont naast hem.’ ‘Ik weet nog wel dat hij een jaar of twee geleden ging studeren. Dat mens was helemaal trots.’ ‘Welk mens?’ ‘Zijn moeder. Je wenkbrauwen zijn echt te dik.’ Ik voelde haar adem op mijn wang. ‘Kreng.’ ‘Ik meen het. Het maakt je lelijk. Je weet dat ik het niet tegen je zou zeggen als ik het niet meende.’ We hadden aan elkaar beloofd dat we zo eerlijk mogelijk tegen elkaar moesten zijn. Het betekende meestal dat Milo iets op te merken had aan mijn uiterlijk en ik haar het liet verbeteren. ‘Oké, doe er mee wat je wilt.’ ‘Echt?’ ‘Maar dan gaan we wel een dag achter hem aan.’ Milo haalde haar schouders op. ‘Je bent een freak.’ Ze ging weer tegenover me zitten, dit keer hield ze een pincet vast. Ik frunnikte aan de sluiting van mijn ketting. Ze hield mijn wenkbrauw met haar duim omhoog en begon in een razend tempo haartjes uit te plukken. Na een tijdje voelde ik niet meer waar ze mee bezig was. Alleen nog een doffe pijn aan de rechterkant van mijn gezicht. Mijn oog traande een beetje, maar het 120
was ook ontspannend. ‘Je hebt zulke dikke haren. ’ Ze trok een haar uit mijn wenkbrauw en legde hem op de blote huid van mijn knie. ‘Jezus. Hier zie je zelfs het haarzakje goed zitten. Moet je kijken.’ De haar was lang en zwart. Het uiteinde, dat tot voor kort nog in mijn huid had gezeten, was inderdaad dik. Er zat een vettig zwart bolletje aan vast en over het stukje dat onder de huid had gezeten zat een soort doorzichtig laagje. Ik wreef het bolletje kapot op mijn been en blies de rest weg. Er bleef een beetje zwart pigment op mijn huid achter. Milo ging verder met de andere kant van mijn gezicht. Ze legde alle haartjes waar een dik zakje aan zat in een rij op mijn knie, als kleine zwarte tralies. Ze tekende mijn wenkbrauwen in met een potloodje en borstelde ze daarna door. Ik moest lachen om haar gezicht toen ze me van een afstandje bekeek om te zien of ik gelijk geplukt was. ‘Misschien wordt het toch wel wat met die obsessie van je.’ Milo kneep haar ogen toe, trok nog een haartje tussen mijn ogen weg. Ze veegde haar pincet af aan haar broekje en legde hem weg. ‘Klaar!’ zei ze. Ze ging bij de spiegel vandaan, zodat ik mezelf kon bekijken. De nepwimpers voelden kriebelig en zwaar aan op mijn oogleden maar ik durfde er niet aan te plukken. Milo trok mijn shirt naar beneden, pakte mijn borsten vast en duwde ze omhoog. ‘Veel beter. Misschien ben je straks eindelijk geen maagd meer. Doe ik dit toch niet voor niets.’ ‘Ik ben geen maagd.’ Ik duwde haar handen aan de kant, Milo moest lachen. ‘Niet meer half-maagd dan. Je door elke halve gare in een steegje laten vingeren telt niet, he?’ 121
‘Kutwijf,’ zei ik. ‘Je wil het hè, slet? Neuken met de freak. Ik heb je door.‘ Ze drukte haar vingers tegen mijn wangen zodat mijn lippen bewogen en maakte kreungeluiden. Er liep een beetje speeksel uit mijn mond. Pas toen ik haar polsen greep hield ze op. ‘Volgens mij wil jíj hem gewoon,’ zei ik toen ze me losliet. Ik veegde mijn kin af. ‘Gatver.’ ‘Nu is het mijn beurt,’ zei ik, en ik pakte Milo’s make-uptasje. ‘Ik weet het niet,’ zei Milo. Ze schoof wat van me af. ‘Hoe bedoel je? ‘Ik heb nog plannen en zo. Ik wil het denk ik liever zelf doen.’ ‘Ik heb jou toch ook mij laten doen?’ ‘Ja, maar als jij niet tevreden was…’ ‘Waar ga je eigenlijk heen?’ ‘Gewoon. Ik heb een afspraak.’ ‘Met wie?’ ‘Toe nou, Bree, als jij vanavond ergens heen zou gaan zou je ook je eigen make-up en alles willen doen.’ ‘Ik dacht dat ik bij je zou blijven slapen.’ ‘Sorry. Heb ik het echt niet tegen je gezegd?’ ‘Nee.’ Ik pakte de borstel en kamde mijn haren een paar keer door, alsof ik daarmee ongedaan kon maken wat ze met de stijltang had gedaan. Milo kwam naast me zitten en plukte een paar onzichtbare haartjes tussen haar wenkbrauwen weg. Toen pakte ze een haarband en deed hem in. Ze opende een tube met lichtblauw dagcrème, kneep een beetje op haar vingers en verspreidde het over haar gezicht. ‘Wanneer gaan we hem volgen?’ vroeg ik. 122
‘Gauw, oké? Kom anders deze week een keertje ’s ochtends langs. Misschien komt hij het huis dan wel uit.’ Ik stond op, ging achter Milo staan. Ze verdeelde foundation over haar gezicht. Ik legde mijn kin op haar kruin. Ze schudde met haar hoofd en boog wat dichter naar de spiegel. ‘Dan ga ik maar eens,’ zei ik. ‘Je mag nog even blijven hoor.’ Ik pakte mijn jas van de grond en wierp een laatste blik in de spiegel. Het hoekje van de nepwimper begon los te laten. ‘Wanneer zal ik komen?’ * ‘Volgens mij gaat hij iets doen, Milo.’ ‘Wat dan?’ ‘Ik meen het. Hij is zich aan het aankleden.’ Ik had hem de hele ochtend door de verrekijker bekeken. Milo’s buurjongen was vanochtend wakker geworden en had zijn gordijnen geopend. Daarna was hij even zijn kamer uitgelopen om te plassen en vanaf dat moment had hij de hele ochtend in een open badjas achter zijn pc gezeten. Nu stond hij plotseling op. Hij rook aan een paar sokken en een onderbroek die op de grond lagen en deed ze vervolgens aan. Hij trok zijn zwarte broek en t-shirt aan, knoopte de veters van zijn sportschoenen vast. Milo maakte een fles cola light open, dronk er met grote slokken uit en boerde. Ze deed haar la open en pakte er een fles wodka uit. Ze vulde de fles bij. Ik keek weer naar de jongen. Hij kamde zijn haren en keek geen moment in de spiegel. Hij zette een zwart petje op, pakte een grote rugzak en deed de oordopjes van een mp3-speler in. De tas zag er zwaar uit. Hij deed 123
er niets bij in. Toen hij de deur van zijn kamer achter zich dichtdeed haastten wij ons naar beneden en naar buiten. We begluurden hem vanaf een bankje verderop in de straat, onze billen op de leuning en onze voeten op het zitvlak. Milo’s buurjongen zat in de woonkamer aan tafel en at zijn ontbijt. Het was twee uur ’s middags. Zijn ouders waren waarschijnlijk uren geleden al gaan werken. Milo droeg een felle rode lippenstift. Ze dronk uit de colafles en hield hem voor mijn neus. ‘Niet een beetje vroeg?’ ‘Als jij de hele dag achter die engerd aan wil lopen heb ik echt geen zin om dat nuchter te doen. En jij ook niet.’ Ze droeg een ketting die ik nog nooit eerder had gezien, een heel fijn zilveren bandje met een klein sleuteltje eraan. Milo zette een grote ronde zonnebril op. Ik bekeek mezelf in de reflectie. De huid rondom mijn wenkbrauwen was een beetje gaan ontsteken. Hij was rozig en dik en waar ze haartjes uitgetrokken had zaten kleine rode stipjes. Ik keek naar Milo. Door het drinken uit de fles was de lippenstift in het midden van haar mond een beetje afgesleten en uitgesmeerd. ‘Je ziet eruit als een pijpslet,’ zei ik, en ik wreef met mijn duim een veegje rood van haar kin. ‘En jij als een rare preutse trut. Je moet wel iets meer laten zien als je zo iemand aan de haak wil slaan. Ik durf te wedden dat hij überhaupt nooit meisjes in het echt ziet. Het is belangrijk dat je het hem uitlegt, dat je hem wil.’ Milo knoopte mijn blouse zo open dat je de randjes van mijn bh kon zien. ‘Ik weet helemaal niet of ik hem wil,’ zei ik, en ik deed het onderste knoopje weer dicht. ‘Ik weet het zeker, je zou jezelf eens moeten horen praten over die freak.’ 124
Op de tafel in de woonkamer stond een bak met gesuikerde ontbijtgranen zonder melk. Het pak ernaast, ik kende het merk. Hij goot steeds handenvol in zijn mond. Hij kauwde het even en spoelde het daarna weg met een groot blik energiedrank. ‘Dus daarom heeft hij tietjes,’ zei Milo, die aan de sluiting van haar ketting morrelde. Ik duwde mijn elleboog in haar ribben. Toen hij klaar was met ontbijten zette hij de kom in de wasbak en ging hij de deur uit. Hij liep richting de dorpsbibliotheek. Milo en ik kenden de plek. Toen we nog op de basisschool zaten moesten we elke maand een dinsdagmiddag lang boeken uitzoeken die we dan tijdens het leesuurtje konden lezen. Milo en ik pakten meestal de eerste vijf boeken die we zagen en lazen daarna in een hoek tijdschriften waar we eigenlijk te jong voor waren. Ons lievelingsonderdeel was de rubriek Lieve Macha, waar onzekere meisjes alles wat ze wilden weten over seks konden vragen aan een vrouw die Dokter Macha heette. ‘Lieve Macha, laatst heb ik mezelf geneukt met een kaars, alleen is hij per ongeluk afgebroken en ik krijg hem er niet meer uit. Wat nu?’ ‘Lieve Macha, ik heb een jongen gepijpt en zijn zaad doorgeslikt, ben ik nu zwanger?’ Milo’s buurjongen ging via de schuifdeuren naar binnen. Ik wilde hem volgen, maar Milo bleef voor de ingang hangen. Ze stak een sigaret op en blies de rook verveeld mijn kant uit. ‘Waarom gaan we niet naar binnen?’ vroeg ik. ‘Wat denk je nou? Wij hebben daar toch niets te zoeken?’ ‘Je had beloofd dat we hem zouden volgen.’ ‘Oké, best. Wacht heel even dan.’ Ik keek over haar schouder en door de glazen deuren van de bibliotheek naar 125
binnen. ‘O shit, Milo.’ ‘Wat?’ ‘Ze leeft gewoon nog! Edna.’ ‘Jezus! Edna Bergman? De berggeit?’ Ik wees naar de vrouw achter de balie. Ze was grijzer en rimpeliger geworden, maar het was dezelfde vrouw die ons vroeger in onze armen kneep en wegsleurde bij de boekenkasten voor volwassenen. ‘Denk je dat ze ons herkent?’ ‘Ik hoop het niet.’ Milo wapperde met haar hand voor de schuifdeuren. We gingen naar binnen. Edna keek even op, haar leesbril lag op het puntje van haar neus. ‘Dag dames,’ zei ze. ‘Kan ik jullie helpen of vinden jullie de weg zelf wel?’ Ik keek naar het handjevol boekenrekken. Ik kon me niet herinneren dat het hier zo klein was vroeger. ‘We redden ons wel,’ zei ik. Milo’s buurjongen zat op zijn hurken voor een van de grootste kasten. Hij hield zichzelf met één hand aan de kast in balans. Met de andere hand legde hij boeken op een stapeltje naast hem. Ik slenterde langs hem, probeerde zo onopvallend mogelijk te kijken wat hij las. Op de kaft van het boek stond een grote draak. Het beest spuwde blauw vuur in de lucht. Milo stond bij een kast vol liefdesromannetjes. Ze bladerde in een boek dat Echte liefde wacht nergens op heette. Op de kaft hing een vrouw in de armen van een ontzettend gespierde man. Hij had lang, golvend blond haar en kuste de vrouw in haar nek. Milo keek op uit het boek en wiebelde met haar wenkbrauwen. Ze mimede een zin, maar ik kon haar lippen niet goed volgen. Terwijl ik de buurjongen bekeek deed ik alsof ik interesse had in een dvd die op een draairek stond. De jongen ging weer staan, schoof een van 126
de boeken weer terug tussen de rest en liep naar de balie. Edna haar blik was vol van een vreemd soort vertedering toen ze zijn boeken scande. ‘Je was goed op tijd deze week, zeg,’ zei ze. Haar stem klonk anders dan toen ze tegen Milo en mij praatte. Geduldig, en vriendelijk. De jongen zei niets. Edna scande zijn boeken één voor één en schoof de stapel zijn kant uit. Hij pakte een regenjas uit zijn tas en stopte de boeken er in. Nu was de tas natuurlijk te vol om de regenjas terug te stoppen. Hij twijfelde even en bond de jas daarna om zijn heupen. Milo grinnikte. Ik wilde haar omver duwen. Toen we achter de jongen aan naar buiten gingen riep Edna ons na. ‘Tot de volgende keer, hè?’ Milo’s buurjongen slenterde niet ver voor ons uit. Zijn heupen wiegden een beetje en hij had zijn handen diep in zijn broekzakken geduwd alsof die hem meer houvast zouden geven. Zijn rugtas was niet helemaal goed dichtgeritst, de punt van een van de boeken stak uit de sluiting. Toen we Milo’s straat weer in liepen zuchtte ze. ‘Dat was het dan.’ ‘Ja,’ zei ik. ‘Ik vroeg me al een tijdje af waar hij nou heen ging als hij het huis verliet, maar dat het zo oninteressant was vind ik wel triest, hoor.’ ‘Doe niet zo lullig.’ ‘Bree. Hij gaat nu weer naar huis. Dit is het enige moment in de hele fucking week dat hij die stinkkamer uitkomt en hij praat welgeteld twee minuten met de bibliothecaresse.’ ‘Wij komen toch ook niet vaak je kamer uit?’ ‘Dat is anders.’ ‘Zullen we hem volgende week weer volgen?’ 127
‘Ik wil hier helemaal niets mee te maken hebben. Je hebt nu toch wel gezien hoe die jongen in elkaar zit? Doordeweeks rukt hij zich de hele dag af, op zondag gaat hij naar de bibliotheek. Altijd is Kortjakje ziek.’ ‘Toe nou, Milo.’ ‘Ik snap sowieso die fucking obsessie van je niet. Ik weet niet of je het allemaal goed mee hebt gekregen, maar hij heeft laatst vijf keer achter elkaar naar een onthoofdingsvideo zitten kijken.’ ‘Dus? Ik wil gewoon weten hoe hij in elkaar zit.’ ‘Wat als hij hetzelfde bij jou wil doen?’ ‘Fijn toch?’ ‘Ik bedoel: wat als hij je open wil snijden en wil kijken hoe dat in elkaar zit?’ ‘Doe niet zo kut. Wedden dat hij geen vlieg kwaad doet?’ Ik probeerde te klinken alsof ik zeker van mijn zaak was, maar wist dat ik mezelf ook niet helemaal geloofde. ‘Bree, ik weet niet of je die grote vriendelijke reus van je al een keer goed hebt bekeken, maar hij ziet eruit als het soort sukkel dat een AK-47 in zijn gymtas mee naar school neemt.’ ‘Waarom doe je zo? Ik zeik er toch ook niet over dat jij je in het geheim laat nemen door een of andere pedofiele gymleraar? Eén dagje nog. Volgende week zondag, oké?’ Ik keek naar de jongen. Hij stak de sleutel in het slot van zijn voordeur. ‘Je moet het zelf weten, maar ik heb wel iets beters te doen dan dit getreuzel.’ Milo trok haar shirt wat naar beneden, deed haar zonnebril af en duwde die samen met haar tas in mijn handen. ‘Kutwijf, wat doe je?’ siste ik. Ze stormde richting de jongen, tikte hem op zijn schouder. Hij reageerde niet, rommelde wat aan de deur. Ik rende Milo achterna. 128
‘Hé!’ Hij haalde een zwart oordopje uit zijn oor, keek Milo met diep gefronste wenkbrauwen aan. Milo ging naast hem staan en sloeg haar arm om hem heen. ‘Wat willen jullie?’ vroeg hij. ‘Vind je het niet gek dat wij je aanspreken?’ ‘Misschien.’ Ik hoorde het wantrouwen in zijn stem, zag hoe hij een gesprek probeerde te vermijden. De voordeur klemde nog steeds. ‘Denk er gewoon eens goed over na. Waarom zouden wij jou aan willen spreken?’ Hij bekeek ons. Eerst Milo, toen mij. We waren het gewend, maar vaak kwam zo’n blik, nadat hij van gezicht naar borst en langs de benen omlaag was gegaan, weer omhoog. De jongen bleef naar de stoeptegels onder onze voeten staren. Milo keek me langer aan dan nodig was, met haar wenkbrauwen hoog opgetrokken. ‘Zijn jullie de weg kwijt?’ ‘We wonen hier. Ken je ons niet?’ vroeg Milo. ‘Nee,’ zei de jongen. ‘Ah, kom op. Niet liegen. Dit is Bree en ik ben Milo. Je moeder was een tijdje bevriend met de mijne en…’ Milo keek de jongen even strak aan. Ik had niets liever gedaan dan haar nu wegsleuren ‘Het maakt ook niet zo veel uit,’ zei ze. ‘Wij kennen jou wel. We bekijken je vaak. Bree vooral, hè Bree?’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Dat leggen we later wel uit, oké?’ ‘Wat willen jullie van me?’ ‘Wat denk je dat we van je willen?’ ‘Weet ik veel? Ik heb geen idee, oké? Ik ga nu naar binnen.’ ‘Nee, wacht nou. Ik leg het je uit. Bree legt het je uit. Maar mogen we eerst weten hoe je heet?’ ‘Steven.’ Hij wurmde zich los uit Milo’s arm en bleef 129
staan. ‘Tuurlijk, dat was het. Fucking Steven, Bree. Ik had het kunnen weten.’ Ik had hem nog nooit van zo dichtbij kunnen bekijken. Zijn hele lichaam straalde ongemak uit. Steven stond een klein beetje gebogen, met zijn schouders opgetrokken. Het was een houding die ik herkende van de puberjongens bij ons in de klas. Na een plotselinge groeispurt wisten ze niet wat ze met al die veel te lange ledematen aan moesten. Hun handen stootten tegen nu opeens veel te lage tafelbladen aan, ze bleven met de lus van hun broek aan een deurklink hangen. Hij had kleine, vrouwelijke handen met brandschone nagels. Ik stelde me voor dat dit het enige onderdeel van zijn persoonlijke hygiëne was waar hij echt moeite voor deed. Steven rook niet vies, maar wanneer hij bewoog kon je ruiken dat hij net te weinig wasmiddel gebruikte voor zijn kleren. Of misschien deed zijn moeder dat. Nu ik zijn gezicht voor het eerst van dichtbij zag verbaasde ik me erover hoe lelijk hij eigenlijk was. Steven had een groot, aardappelachtig hoofd en in zijn wangen zaten kraters waar ooit puisten hadden gezeten. Hij had een roodbruin baardje dat voor het grootste gedeelte op zijn nek zat en op schaamhaar leek. Ik zag de slaap nog in zijn ooghoeken zitten. Ik wilde mijn hand uitsteken en het wegplukken, maar durfde niet. ‘Zeg Steven,’ zei Milo. Ze duwde haar zonnebril in haar haren, ging iets door haar knieën om zijn blik te vangen en keek hem recht aan. Hij reageerde niet en frunnikte wat aan een van de oordopjes. ‘Bree hier zou echt héél graag een keer met je uit gaan.’ Ze genoot zichtbaar van zijn vlekkerige rode wangen toen ze het zei, het was lang geleden dat ik haar zo in haar element had gezien 130
‘Ik weet het niet,’ zei Steven. Ik zag hem zweteriger worden, er lagen kleine druppels op zijn bovenlip en voorhoofd. ‘Hoezo niet?’ Steven wiebelde op zijn voeten. Hij antwoordde niet. ‘Luister, Steven. Ik ga je dit nog maar één keer zeggen, oké? Dus je moet nu even goed luisteren. Bree hier wil heel graag een keer met je uit. Bekijk haar eens goed. Neem het even goed in je op. Dit is het beste wat je ooit zal krijgen.’ ‘Milo…’ zei ik. ‘Nee, Bree, niet zo bescheiden. Ben je al eens met een meisje geweest, Steven?’ Hij schudde zijn hoofd. Milo grabbelde in haar tas en pakte er een pen uit. ‘Steek je arm eens uit,’ zei ze. Steven deed het. Ze zette de pen tegen zijn huid en wilde iets schrijven maar Steven trok zijn arm meteen weer terug. Er bleef een lange blauwe lijn op de binnenkant van zijn onderarm achter. Milo zuchtte theatraal. ‘Wat wil je doen?’ vroeg hij. ‘Luister. Ik ga Bree’s telefoonnummer op je arm schrijven. Dan ga jij zo naar binnen. Dan denk je even na, ga je lekker achter je computertje zitten en een beetje internetten en als je dan genoeg moed hebt verzameld bel je haar op en maak je een afspraak.’ Hij staarde naar een plek in de lucht, vlak boven Milo’s schouder. ‘Heb je geen papiertje?’ ‘Die hebben we niet, hè, Bree? Wacht, misschien vind je dit minder eng.’ Ze duwde me naar voren en stak de pen tussen mijn borsten. Hij stak zijn arm weer uit. Ik pakte hem bij zijn pols vast, de huid voelde warmer aan dan ik verwacht had, hij gloeide haast. Ik pakte de pen duwde hem zacht tegen zijn vel en schreef mijn nummer op. Steven wierp nog een korte blik op onze borsten, duwde toen 131
met zijn schouder tegen de voordeur en ging naar binnen. In de verte hoorden we de stem van zijn moeder. ‘Ben je nu tevreden?’ ‘Je hebt hem bang gemaakt.’ ‘Die jongen is bang voor alles met een kut.’ * ‘Nog iets gehoord van je nieuwe vriendje?’ Milo liet haar sigaret in een leeg blikje kersencola vallen. Hij siste zachtjes uit. Milo keek uit het raam. Ik vroeg me af of ze Steven nu kon zien, maar durfde het haar niet te vragen. Ik stond voor de spiegel van haar kaptafel, keek naar de lipstick zoenen die we jaren geleden op het glimmende glas hadden gedrukt. Ze zagen er wat vager uit dan ik me kon herinneren. Ik trok met één hand mijn shirt omhoog, bekeek mijn lijf. De bh die ik droeg was van zacht zwart kant. Ik staarde naar mijn wangen. Ze waren een beetje gaan gloeien toen Milo haar vraag stelde, maar het was niet te zien. Wat maakte me zo nerveus? Ik voelde me op een vreemde manier aangetrokken tot Steven. Het leek op hoe ik me voelde toen ik Milo net ontmoet had. Ik wilde indruk op hem maken. ‘Niet echt,’ zei ik en ik stopte mijn shirt weer in mijn broek. Het was technisch gezien geen leugen. Milo’s buurjongen had me niet meer gebeld. Ik had de afgelopen week steeds nerveus gewacht op een telefoontje. Tot ik gisteren had besloten het heft in eigen handen te nemen. Ik had hem een bericht gestuurd, op een de manier die me voor hem het minst angstaanjagend leek. Toen ik zeker wist dat Milo niet thuis was had ik een briefje onder zijn voordeur geschoven met een tijd, een adres en mijn naam in mijn meest meisjesachtige handschrift. Ik vroeg me af of hij de132
gene was die het briefje had gevonden. Waarschijnlijk niet. Misschien was dat maar beter ook. Ik stelde me voor hoe zijn moeder het in vieren gevouwen papiertje op de mat had zien liggen en na het te lezen aan hem had gegeven. Hem misschien wel op het hart had gedrukt om te gaan, verteld had dat hij zijn haren moest kammen voor hij de deur uit zou gaan. ‘Jammer,’ zei Milo. ‘Ach,’ zei ik. ‘Het viel misschien ook wel te verwachten. Hoe gaat het met jou en Jonah?’ Ik deed mijn best om oprecht geïnteresseerd te klinken maar de waarheid was dat het me niet zoveel kon schelen. ‘Niet echt iets nieuws. Wel goed, geloof ik.’ Ze haalde haar mobiele telefoon uit haar kontzak. ‘Fijn,’ zei ik. ‘Mag ik je mascara gebruiken?’ ‘Sure. Ga je ergens heen?’ ‘Gewoon geen zin om de hele tijd naar mijn vermoeide hoofd te kijken.’ Terwijl ik het vroeg had ik haar make-uptasje al uit de la gepakt. Ik krulde mijn wimpers met de zilverkleurige tang, keek mezelf in de spiegel aan terwijl ik het deed. De haarfijne rode adertjes op mijn oogwit vielen me meer op dan normaal. Op de wimpertang zaten twee kussentjes, die ooit wit moesten zijn geweest. Nu waren ze zwart en smoezelig, er kleefden een paar losgekomen haren aan. ‘Ik las laatst een verhaal,’ zei ik terwijl ik met de mascara mijn wimpers omhoogduwde. Milo was aan het sms’en. ‘Hm?’ zei ze. ‘Ik las laatst iets over een vrouw die haar wimpers aan het krullen was. Ze had die tang er net op gezet toen haar man thuiskwam, met de hond. Zo’n grote buldog. Dat beest rent helemaal enthousiast op haar af, springt tegen haar arm op en gaat er aan hangen. Scheurt ze per ongeluk 133
haar ooglid eraf. Overal bloed, want er zitten natuurlijk allemaal kleine vaatjes in dat lapje huid. Eén keer raden wie het met wimpers en al opslobberde.’ ‘Sorry, ik lette even niet op.’ Milo keek op van het scherm van haar telefoon. ‘Wat was er nou gebeurd? Met die hond?’ ‘Laat maar.’ Ik probeerde een zwart vlekje mascara van de brug van mijn neus te poetsen, maar kreeg het er niet helemaal af. Ik besloot die dag eerder naar het café te lopen waar ik met Steven had afgesproken. Op een bankje een paar meter verderop wachtte ik op hem. Ik vroeg me af of wat ik had aangetrokken niet te bloot was, trok mijn shirt iets hoger op. Ik wilde hem niet afschrikken. Steven kwam aangesloft met zijn handen zijn zakken. Er zat een donkere vlek in zijn zwarte blouse. Het leek alsof hij haast had, maar zijn lichaam geen zin had om aan die haast mee te werken. Hij liep langzaam maar met een bezorgde blik op zijn gezicht, merkte niet dat ik vlakbij zat. Toen hij het café in ging klonk er een klein belletje. Hij bestelde iets en niet veel later kwam een vrouw hem een grote kop zwarte koffie brengen. Met trillende handen haalde hij de hoekjes van de papieren menukaart onder zijn nagels door. Het vuil veegde hij aan zijn broek af. Toen pakte hij uit zijn rugtas een pakje met babydoekjes en maakte één voor één zijn vingers schoon. Het was zo’n knullig gezicht dat ik medelijden voelde opborrelen. Vervolgens pakte hij het boek met de blauwe draak op de cover uit zijn tas en begon met lezen. Toen ik hem tegemoet liep keek hij niet op. Pas toen ik bij hem aan tafel kwam zitten leek hij me op te merken. ‘Hey,’ zei ik zachtjes. Hij klapte haastig zijn boek dicht 134
en propte het samen met de doekjes diep weg in zijn tas, klopte zijn broek af en stond op, ging meteen weer zitten. ‘Jij bent het!’ zei hij. ‘Ik ben het.’ Ik legde mijn handen plat op het glimmende tafeltje, de vingers gespreid. Ze waren een beetje zweterig. ‘Ik was even bang dat…’ Hij maakte zijn zin niet af. ‘Wat?’ vroeg ik. ‘Gewoon. Ik weet niet. Ik was even bang dat niet jij zou komen, maar je vriendin.’ Hij frunnikte wat aan de menukaart. ‘Niet dat er iets mis is met haar. Maar gewoon.’ ‘Ja, Milo kan af en toe wat heftig zijn.’ Ik glimlachte. Een serveerster kwam langs en vroeg me wat ik wilde eten. Ik bestelde eieren met spek en geroosterd brood. Toen ze terugkwam met mijn bestelling bedacht ik dat ik eigenlijk geen honger had. De dooiers trilden nog een beetje na van de klap waarmee de vrouw het bord op tafel had gezet. Er zaten zwarte spikkels peper in het geel. Het eiwit was slijmerig en er zat een rood vlekje in. Milo had ooit gezegd dat wanneer je een ei bakte, je eigenlijk de ongesteldheid van een kip zat te eten. Ik sneed een stukje van de toast af en prikte het op mijn vork, maar stak de hap niet in mijn mond. ‘Ik had mijn naam toch onder het briefje gezet?’ vroeg ik. ‘Het ging heel snel allemaal. ’ Steven bloosde. ‘Sorry.’ ‘Ik snap het wel. Laten we het opnieuw doen.’ Ik stak mijn hand uit. Hij schudde de mijne. Zijn hand was groot, slap en zwaar. ‘Bree,’ zei ik. ‘Steven.’ Hij draaide zijn kopje rond zodat de koffie er bijna overheen klotste. ‘Waarom dacht je dat het een grap zou zijn?’ vroeg ik. 135
Mijn mes schuurde over het bord. Ik kreeg kippenvel. ‘Heb jij dat vroeger nooit gehad? Dat iemand je een briefje stuurt: Hey Steven, die en die wil verkering met je. Kruis maar aan: Ja, nee, misschien. En dan allemaal lachen dat die loser echt dacht dat er iemand interesse in hem had.’ Terwijl hij praatte haalde hij steeds zijn schouders op ‘Jezus.’ Steven opende met trillende handen een zakje suiker en schudde het leeg in zijn kopje. De witte korrels zogen de laatste resten koffie op. Hij lepelde ze eruit, er bleven wat kristallen op zijn lippen zitten. Ik wilde ze wegvegen met mijn duim maar durfde niet. Ik wist dat ik medelijden met hem zou moeten hebben, maar vond het moeilijk om het op te brengen. ‘Kinderen kunnen zo gemeen zijn,’ zei ik. ‘Vertel mij wat.’ Ik keek hem aan alsof het me heel veel kon schelen. Ik legde mijn vingers op de rug van zijn onrustige hand, voelde dat hij hem wilde terugtrekken, maar hij deed het niet. Ik wist ook wel dat hij het type was waar Milo en ik normaal met één blik gehakt van konden maken. Maar iets hield me tegen. Steven schoof wat heen en weer op zijn stoel. De poten maakten een hard geluid over de vloer. ‘Ik denk dat ik het wel begrijp, hoor,’ zei ik. Hij knikte, maar zei verder niets. ‘Dus, wat doe je zoal?’ vroeg ik. ‘Niet zo heel veel.’ ‘Studeer je niet? Steven schudde zijn hoofd. Hij had een hoekje van de menukaart afgescheurd en rolde het rond tussen zijn vingers. Toen het een balletje was geworden legde hij het neer en scheurde weer een stukje kaart af. 136
‘Werk je dan? Ik ben met het laatste jaar middelbare school bezig.’ ‘Nee, ook niet.’ Steven keek even uit het raam. ‘Ik heb even een pauze, denk ik.’ ‘Van school?’ ‘Ja, ik studeerde.’ ‘Maar?’ ‘Maar het ging niet zo goed.’ Ik probeerde hem begripvol aan te kijken, hoezeer ik me ook ergerde aan zijn ongemak. Ik was hier toch voor hem? ‘Ik moest in de vierde ook een jaar blijven zitten,’ zei ik. ‘Het is moeilijk, hè?’ ‘Het was niet de stof, maar meer de mensen,’ zei hij. ‘Vertel.’ Ik scheurde een korstje van mijn toast en stopte het in mijn mond. Het voelde vettig en ruw tegen mijn tong. Ik keek hem aan, zijn ogen lagen diep in hun kassen. Steven had veel wimpers, ze hadden een gekke donkerblonde kleur. Zijn pupillen waren een beetje verwijd. Zijn blik daalde af naar zijn nagels. ‘Er is niet zo veel te vertellen. Ik haalde mijn diploma, ging het huis uit om te studeren en hoopte dat het allemaal anders zou zijn. Dat ik opnieuw kon beginnen, snap je?’ ‘Weg van alle kutmensen?’ ‘Zoiets.’ Ik knikte. ‘En nu woon ik dus weer bij mijn moeder, in mijn oude kamer.’ ‘Ik snap het.’ ‘Ja.’ Ik leunde voorover, zodat mijn mond dicht bij zijn oorlel kwam. ‘Zou je soms niet gewoon een geweer willen kopen en de hele handel overhoop schieten?’ Steven leek niet eens te 137
schrikken van mijn vraag. Hij knikte.
138
VEERTIEN
Steven schuifelde zijn kamer binnen met een houten dienblad in zijn handen. Het was warm en zonnig, maar hij droeg bijna alleen maar zwart. Hij had een soort suède pantoffels aan met een wollige witte binnenkant. Op het dienblad stonden hij twee koppen thee en een schaaltje met koekjes. Tussen de kruimels lag een flintertje van de plastic verpakking waar de koekjes in hadden gezeten. Zijn kamer was beter opgeruimd dan ik me kon herinneren van de keren dat ik hem begluurd had. Tenminste, de zichtbare delen. Op zijn bureau waren bijvoorbeeld geen in elkaar gedrukte blikjes en beschimmeld brood te bekennen, maar eronder, ver weg in de rechterhoek geschoven, lag een geopend pak muffins. Ze waren half aangevreten en weer terug in het pak gestopt. Steven ging tegenover me zitten, op zijn bed. De ook al donkere kussenovertrek zat onder de witte, doorzichtige vlekken. Hij draaide het kussen om, het maakte niet veel verschil. Ik nam een slok van de thee en zakte verder weg in zijn leren bureaustoel. Mijn benen plakten aan het zitvlak. Ik rekte me uit, hield mijn buik in en zorgde ervoor dat hij mijn navel zou kunnen zien als hij tenminste eens niet verlegen wegkeek. ‘Lief dat je me hebt uitgenodigd,’ zei ik. ‘Ik kan nog steeds niet geloven dat je hier bent.’ Steven duwde de koekjes naar me toe. Ik bedankte hem, maar pakte er geen. Hij brak stukjes af en stopte die in zijn mond. Weer die brandschone handen. ‘Ik ben er toch,’ zei ik. Ik glimlachte naar hem. Hij lach139
te terug, kauwde op de stukjes koek. ‘Weet je, ik kon het eigenlijk al niet geloven dat je echt naar dat café zou komen. Of dat je me nog leuk zou vinden na die eerste afspraak.’ Ik knikte bemoedigend. ‘Ik ben eigenlijk heel bang voor meisjes zoals jullie.’ Het klonk bedacht, een zin die hij geoefend had. Misschien toen hij thee aan het zetten was en de koekjes op het schaaltje legde, zichzelf bekeek roestvrijstalen theepot terwijl hij de woorden herhaalde. ‘Hoe bedoel je?’ ‘Meisjes zoals jullie. Jongens eigenlijk ook.’ ‘Milo en ik? Waarom?’ We bleven allebei stil. Ik liet zijn opmerking op me in werken en hij keek nerveus uit het raam. Steven kruiste zijn benen maar haalde ze snel weer van elkaar. Er zat een vrouwelijkheid in zijn bewegingen waar ik me aan ergerde. ‘En toch was je er, toen ik je uitnodigde in dat café. Als je zo bang bent voor meisjes, waarom mocht ik dan komen?’ ‘Weet je, ik heb altijd mijn best gedaan. Ik was altijd vriendelijk. Altijd aardig. Wanneer mensen hulp nodig hadden was ik er altijd. Maar zodra ik ouder werd en dit gezicht kreeg was het allemaal gedaan.’ Steven zuchtte. Hij leek een beetje buiten adem door zijn eigen tirade. ‘Je hebt mij nu toch? Ik vind je aardig.’ Ik legde mijn hand op zijn bovenbeen en streelde hem met mijn duim. Hij keek nerveus naar mijn vingers op de stof. ‘Misschien. Ik weet het niet.’ Ik ergerde me eraan dat hij mijn opmerking zo aan de kant duwde. Ik was hier nu toch om hem te helpen? ‘Ik kwam een keer thuis,’ zei Steven. ‘Ze hadden me bekogeld met eieren. Het was de eerste keer in een lange tijd dat mijn moeder er weer was en mijn kleren zaten he140
lemaal onder. Ze vroeg aan me of ik echt niet wist hoe het kwam en ik zei nee. Ze vroeg: weet je zeker dat je niet iets heel raars doet? En ik kon haar maar niet overtuigen dat ik het niet wist. ‘Ach,’ zei ik. Het kwam er niet zo meelevend uit als ik gehoopt had. Ik draaide zijn bureaustoel rond en vroeg me af wat er zou gebeuren als ik nu mijn shirt uit zou trekken. Ik zette zijn computer aan. Hij sprong meteen op toen hij het opstartgeluid hoorde. ‘Kom op, dat wil je niet zien. Laten we praten,’ zei Steven. ‘Ik word moe van praten,’ zei ik en ik leunde naar voren, zodat onze gezichten dicht bij elkaar waren. Ik voelde zijn adem tegen mijn lippen. ‘Laten we iets doen.’ Steven bleef met zijn ogen dichtgeknepen voor mijn gezicht hangen. Ik gluurde door mijn wimpers naar de welving van zijn lippen. Ik wist niet zeker of hij ze naar buiten duwde, of dat ze er altijd al zo uitzagen. Hij had ze nat gemaakt. Ik drukte mijn mond tegen de zijne, ging bij hem op schoot zitten. Hij wist niet wat hij met zijn handen moest doen, ze bengelden langs zijn lichaam. Steven opende zijn ogen. Het computerscherm gloeide op de achtergrond. Het was haast alsof ik zijn monitor op mijn huid voelde branden. Met een half oog bekeek ik zijn screensaver, een getekend plaatje van een meisje in lingerie. Ze lag op een groot wit bed, dat versierd was met rozenblaadjes en kantjes. Haar onderbroekje zat een beetje tussen haar schaamlippen en haar tepels waren hard. Ze had kleine borsten. Haar gezichtsuitdrukking lag ergens tussen schaamte en verdriet in. Ik vroeg me af of het plaatje legaal zou zijn geweest als het een foto in plaats van een tekening was geweest. Steven greep paniekerig naar zijn muis, probeerde 141
een programma te openen om het plaatje te verstoppen. Ik leunde voorover, sloot mijn ogen en duwde mijn tong diep in zijn mond. * ‘Steven, mag ik wat vragen?’ Ik wilde het spontaan laten klinken, maar wist toen ik de woorden uitsprak al dat het me niet gelukt was. De afgelopen dagen was ik steeds vaker op zijn kamer geweest en ik begon steeds ongeduldiger te worden. Ik had gehoopt dat hij zelf zou beginnen over de video’s die hij keek maar hij had er tot nu toe nog niets over gezegd. Ik had een aantal keer geprobeerd om het erover te hebben, maar had het om de een of andere reden niet gedurfd. Steven had eigenlijk alleen maar verteld over wat anderen hem aangedaan hadden en hoewel ik wel een beetje had kunnen doen alsof ik zijn worsteling herkende, vermoeide het me vreselijk. ‘Eh, jawel, wat is er?’ ‘Nee, laat maar.’ Ik glimlachte, streek een plukje haar achter zijn oor. Hij trok zijn hoofd terug, wat naar achteren. Tussen de baardharen ontstond een onderkin. ‘Bree. Wat wil je nou van me?’ Zijn stem zat tussen praten en schreeuwen in. Ik keek hem aan. Zijn gezicht was rood, haast paarsig. De uitbarsting was plotseling en onhandig. Meteen toen hij het gezegd had klemde hij zijn lippen weer op elkaar. Ik merkte dat ik me ergerde aan zijn onzekerheid. ‘Rustig maar. Het is gewoon…’ ‘Wat?’ ‘Ik weet wat je ’s avonds doet.’ Het was eruit voordat ik het wist. ‘Wat bedoel je?’ Ik voelde me duizelig en hield me vast 142
aan zijn bureau. Misschien was het toch nog te vroeg om zoiets aan hem te vragen. ‘Ik weet waar je naar kijkt,’ zei ik. Steven keek me met gefronste wenkbrauwen aan. ‘Niet de porno. Die bedoel ik niet.’ Ik wapperde wat met mijn hand. ‘Wat bedoel je dan?’ ‘De andere video’s. De man die onthoofd wordt.’ Er was nu toch geen manier meer om onder mijn vraag uit te komen. ‘Ik snap het niet. Hoe kom je erbij?’ ‘We hebben je bekeken, Milo en ik. Elke avond, vanuit haar raam. Milo’s vader heeft een hele grote verrekijker en jij hebt nooit je gordijnen dicht.’ Hij draaide zich van me af, een half rondje op zijn bureaustoel. Steven deed met beide handen zijn haren door de war, wreef met twee vingers van elke hand over zijn slapen. ‘Jezus.’ ‘Ik wil het ook zien. Ik heb je zien kijken,’ zei ik, en ik legde mijn handen op zijn bovenbenen, draaide hem weer naar mij toe. ‘Toen ik die video zag, van die journalist, toen wist ik dat we een keer af moesten spreken. Je moet me vertellen waar je ze vandaan haalt, Steven.’ Steven knipperde alleen maar. ‘Ik begrijp je,’ zei ik. ‘Tenminste, ik denk dat ik je begrijp. Waarom kijk je het?’ Ik vroeg me af of hij ooit zoveel enthousiasme over zich heen had gekregen. Waarschijnlijk niet. ‘Oké, best,’ zei Steven. Hij pakte het flesje desinfecteermiddel van zijn bureau en wreef zijn handen in cirkels over elkaar. Toen pakte hij uit een andere la een klein zakmes. Hij klapte het open en krabde onzichtbaar vuil onder zijn 143
nagels weg, wreef het lemmet af aan zijn broek. ‘Ik had een vriendengroep online. Heb, eigenlijk. We zijn nog steeds vrienden.’ Steven rolde weer naar zijn computer. Toen zijn vingers het toetsenbord raakten leken zijn schouders zich iets meer te ontspannen. Hij liet me een website zien. Het was een simpele pagina, met alleen maar blokken met tekst. De website had een oudroze achtergrond. Zijn ‘vrienden’ hadden namen met cijfers erachter. ‘We vormden een soort groep waarin we elkaar challenges gaven. Iedereen moest vertellen waar hij bang voor is en dan verzon de groep iets voor je om te doen. ‘ ‘Hoe bedoel je?’ ‘We hadden een discussie over hoe je angsten je tegen kunnen houden. Iemand had een soort onderzoek gelezen waaruit bleek dat je als je ergens bang voor bent, je zo veel mogelijk met datgene waar je bang voor bent in aanraking moet proberen te komen. Dan stomp je vanzelf af. Eén van hen was bang voor hoogtes, dus gingen we het dak van gebouwen op om zo ver mogelijk over de reling te bungelen. Een ander was bang voor spinnen dus maakten we video’s waarin we ze in huis zochten, ze verzamelden en over onze handen lieten lopen. Het werkte. We voelden ons onverslaanbaar. ’ ‘En toen?’ Ik ging weer op zijn schoot zitten. Hij leek het niet te merken. Ik legde zijn linkerhand in mijn taille, net boven mijn heup. Zijn vingers raakten de onderste rand van mijn bh. Hij bewoog zijn duim, die gleed stroef over mijn ribben. De hand drukte vreemd tegen mijn lijf. Ik wist niet zeker of hij me stevig vast wilde houden of weg wilde duwen. ‘Toen bekende iemand dat hij bang was voor de dood. Dat was een moeilijke. Maar ook daar vonden we iets op.’ 144
‘De video?’ ‘Nee, het begon met plaatjes. Een vrouw die in een badkuip dood was gegaan en daar was blijven liggen. Ze was een soort soep geworden.’ Steven pauzeerde even. Hij keek me aan. ‘Wil je dit echt horen? Het lijkt me niet iets voor jou. Ik weet niet, Bree…’ ‘Ze was een soort soep geworden, zei je?’ ‘Ja. Al het vlees viel van haar botten. Ik vond het eerst verdrietig. Ik ging denken over wie ze was, wie haar vader of moeder waren, of een van hen haar had gevonden. Wie er van haar gehouden had. Ik lag er nachten wakker van. Het voelde alsof ik stenen had ingeslikt.’ Ik schoof zijn hand onder mijn top. Zijn vingers voelden koud en zweterig tegen mijn huid, mijn tepels werden hard. Ik voelde zijn erectie tegen mijn billen en vroeg me opeens af hoe zijn penis eruit zou zien. ‘En toen?’ ‘Ik zei het tegen de groep. Het voelde zo slecht. Maar we waren het er over eens dat dit ook iets was waar we overheen moesten komen. Ik bedoel, als we zonder hoogtevrees en arachnofobie konden leven, moest doodsangst ook uit te bannen zijn. Dus we bleven kijken. Elkaar plaatjes sturen. Ik kon een week of twee niet slapen. Toen veranderde er iets. Ik vond het niet naar meer. Eerder interessant. Toen alleen nog maar een beetje vies. We wisten dat de plaatjes hun werk hadden gedaan. Daarna kwam dus die video. Eerst zonder geluid.’ ‘Waarom?’ ‘Geluid is het ergste. Je bent niet voorbereid op het gegorgel, geloof me. Toen dus met geluid. Het hele rijtje volgde: walging, angst, interesse. De hele groep is veranderd. We zijn alleen nog maar hier op gefocust. Het zal je 145
verbazen hoeveel er online te vinden is.’ ‘Mag ik het zien?’ vroeg ik, en ik kuste hem zacht in zijn hals. Hij praatte net iets te hard in mijn oor, reageerde niet op mijn vraag. ‘Ik wilde nog wel voorstellen doen, snap je? Zeggen: ik ben bang voor mensen. Hallo! Laten we dat doen. Maar het is ook een soort verslaving. Ik kijk iedere ochtend en avond of er nog nieuwe video’s zijn, nieuwe foto’s. Als ik op het nieuws hoor dat er iets gebeurd is wil ik de eerste zijn die de foto van het ongeluk op de groep plaatst.’ Hij bleef even stil en dacht na. Ik had geen zin om iets te zeggen. In de verte kon ik de veevoerfabriek ruiken. ‘Het is op een bepaalde manier ook een reactie op die mensenangst, natuurlijk. Je kunt iedereen in zo’n video fantaseren. Soms zoeken we zelfs lookalikes.’ ‘Doe jij dat?’ ‘Natuurlijk. Wij allemaal.’ ‘Wie dan? Milo en mij toen we je achtervolgden? Vond je ons zo vervelend?’ ‘Nee, jullie niet.’ Ik was teleurgesteld. Steven bewoog wat met zijn muis over het scherm. ‘Wie dan?’ ‘Mijn hele middelbare school. Mijn hele universiteit. Iedereen die me ooit iets aangedaan heeft. Wat jullie deden was in vergelijking poeslief.’ ‘Mag ik het zien?’ ‘Wat?’ ‘Gewoon, de vrouw die in soep veranderde. Of die journalist.’ ‘Ik weet het niet, Bree.’ Hij krabde aan een korstje op zijn kin. Toen het begon te bloeden stak hij zijn vinger in zijn mond, likte hem af. De druppel was helderrood, lichter van kleur dan je zou verwachten. 146
‘Je hebt het me nu toch allemaal al verteld? En ik ben er nog. Waar ben je bang voor?’ Steven haalde zijn schouders op. Ik nam een slok thee, hield hem een tijdje in mijn mond. De thee stond al een tijdje, had te lang getrokken en was koud geworden. Toen Steven bleef zwijgen stond ik op en rookte een sigaret uit zijn raam. Ik keek naar Milo’s kamer, maar zag haar nergens staan. De vorige keer dat ik bij Steven uit het raam had gekeken had ik haar op het matras zien zitten met een aantal mensen die ik niet kende. Hun onbekende kruinen, haar enthousiaste gepraat. Ik was snel weggedoken achter het gordijn. Vandaag was haar kamer leeg. Ik vroeg me af waar ze nu zou zijn. Bij Jonah? De gymleraar met zijn gespierde kuiten? Zou ze zich nu door hem laten nemen, hem in haar mond laten klaarkomen? Ik klooide met mijn aansteker, hield mijn hand boven de vlam. ‘Wat wil je zien?’ Ik draaide me met een ruk om. ‘Wat heb je?’ ‘Alles. Onthoofding tot opgegeten door piranha’s. Kind rent onder de trein, man valt per ongeluk in een leeuwenhok. Vrouw spreekt bankovervaller tegen. U vraagt, wij draaien.’ ‘Serieus?’ ‘Als je het kan bedenken is er wel een video van. Wat dat betreft is het net porno.’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Weet je dat niet?’ Hij krabde wat op zijn achterhoofd en schoof heen en weer met zijn bureaustoel. ‘Online zijn er een soort regels, snap je? Ooit voor de grap opgeschreven, maar wel waar. Elke tekenfilm die jij ooit keek, bijvoorbeeld. Daar is porno van gemaakt. Dat is bijvoorbeeld regel 34.’ Hij zei het tegen me alsof hij aan een kind uit moest leggen waarom het zijn groenten moest 147
eten. ‘Spongebob?’ ‘O ja. Ontelbaar veel.’ ‘Je maakt een grap.’ ‘Wat doe jij dan als je achter je computer zit?’ ‘Niet genoeg blijkbaar.’ Steven typte een paar zoekopdrachten in en binnen een paar seconden was het scherm gevuld met cartoonporno. Het waren dezelfde getekende figuren in dezelfde setting als ik ze kende. Een gele spons, een roze zeester, een eekhoorn met een glazen duikhelm. Nu had de eekhoorn echter gigantische borsten met donkerbruine tepels. De zeester en spons hadden allebei zo’n grote, harde penis dat ze hem met hun viervingerige handen moesten ondersteunen. ‘Jezus,’ zei ik. Steven moest lachen, pauzeerde de video. Hij leek weer een beetje te ontspannen. ‘Jij geloofde me niet,’ zei hij. Ik haalde mijn schouders op. Het viel me op hoezeer hij in zijn element was. ‘Wie kijkt hier nou naar?’ ‘Ik weet het niet. Maar er is een markt voor. Kijk maar hoe vaak het bekeken is.’ De teller onder de video stond op meer dan veertienduizend hits. Ik vroeg me af hoeveel daarvan uit nieuwsgierigheid voortkwamen. Steven sloot de pagina weer af. Vanaf die middag was het ijs gebroken. Wanneer ik bij Steven langskwam keken we de nieuwste uploads van de dag, soms uren achter elkaar. Ik zat op zijn schoot en hij typte razendsnel allerlei zoekopdrachten in. Wanneer er op het nieuws iets aangekondigd werd belde hij me op. Het raarste aan de video’s was vaak niet de inhoud, maar de titels. Ze hadden namen als Kids in a daycare, Three guys, one hammer, Woman with fresh flowers, La belle Niçoise et le beau chien. 148
We keken naar wat Oostbloklanden konden met schroevendraaiers, met ijspriemen, wat vrouwen met pasgeboren baby’s deden, soldaten met laarzen en messen, drugskartels met knuppels en kettingzagen. Steven en ik maakten in zijn stinkende kamer een eigen universum. Tijden het middagdutje legde ik mijn hoofd op Steven zijn buik en leerde hij me de wereld kennen zoals die Êcht is. Of in elk geval, zoals ik voelde dat hij echt moest zijn.
149
VIJFTIEN
Ik had Steven gesmeekt om te komen. ‘Ik haat feestjes,’ had hij gezegd. Ik antwoordde dat hij het moest zien als een uitdaging. Dat hij nu wel eens over zijn mensenangst heen mocht komen en dat ik hem wilde helpen. Dat hij dan echt onverwoestbaar zou zijn. Voordat hij kwam maakten Milo en ik ons gereed op haar kamer. Haar ouders waren niet thuis. Het feest was een uur geleden al begonnen, maar we wilden niet al te vroeg aankomen. We deden onze uiterste best om meer op volwassenen te lijken dan iedereen die een half jaar jonger was dan wij. Milo zei dat ze moe werd van al die meisjes daar, die het romantisch vonden om uit plastic bekertjes te drinken en met kleine pufjes dunne sigaretten te roken. Ik was het met haar eens. Voor de zekerheid namen we toch maar twee flessen wodka mee en stopten zachte pakjes sigaretten in de binnenzak van onze jassen. Milo lakte haar teennagels en ik zette muziek op. We legden onze benen in de wasbak en schoren tot boven de knie de stoppels weg. Ik hield van het raspende geluid dat het mesje maakte als je over de huid ging. We gebruikten het ouderwetse schuim van Milo’s vader, een blok zeep waar je met een kwast overheen moest gaan. Toen we klaar waren roken onze benen naar mannenhals. Milo rolde een parfumflesje met een balletje in de opening over haar benen. Er zaten lila glitters in de vloeistof. Het was een fruitluchtje, met watermeloen of kers. Ik liet mijn benen zoals ze waren en liep naar het raam. Steven gooide net een tis150
sue op de grond en deed zijn broek dicht. Ik sloot Milo’s gordijnen. Ze zou hem straks wel zien, ik wilde hem nog even voor mezelf houden. We droegen rokjes die net voorbij onze billen kwamen en topjes die, als we dat wilden, nog lager naar beneden getrokken konden worden. We droegen ondergoed in dezelfde kleur. We stonden naast elkaar voor de spiegel. Haar zijkant drukte tegen die van mij aan. Ik kon een beetje zweet ruiken. Ik voelde de warmte van haar lijf en bekeek haar in de spiegel. Ze was mooier dan ik. Ik had er nog nooit echt op gelet, maar zag het nu pas voor het eerst. Ik had al die jaren gedacht dat we een soort tweeling waren. Mensen haalden ons ook altijd door elkaar. Was dat dan alleen maar omdat we zo vaak samen waren? Milo had lichtere ogen, een gladdere huid, mooier haar, rechtere tanden. Haar borsten waren groter geworden dan de mijne. Wanneer was dat gebeurd? Haar benen waren langer, haar handen slanker en smaller. Haar nagels waren netter, schoner en mooier gevijld. ‘Hoe zie ik er uit?’ vroeg ik. ‘Zoals altijd. Prima, toch?’ Met een sigaret in haar rechtermondhoek ging Milo op haar hurken zitten. Ze zette een nieuwe cd op en kwam weer naast me staan. We dansten zoals we vanavond ook zouden dansen. Onze jonge lijven kronkelend tegen elkaar. Haar billen tegen mijn kruis en andersom. We gaven de sigaret door en keken hoe we eruit zagen als we rookten. Milo deed het eleganter dan ik. ‘Zal ik hakken aan doen?’ vroeg ik. ‘Straks word je dronken en dan moet ik je ondersteunen. Je doet gewoon sandalen aan, slet.’ Toen er op de deur werd geklopt ging ik naar beneden om open te doen. Ik had de tas met flessen drank al over mijn schouder geslagen. Ze tikten tegen elkaar terwijl ik de 151
trap af liep. Steven stond voor de deur, met zijn armen een beetje lusteloos voor zijn lijf. Alsof ze niet aan hem vast hoorden te zitten, maar hij er nu toch niet meer van af kon komen. ‘We moeten gaan!’ riep ik naar boven. ‘Wie is het? Is het Lisa? We zijn nog niet klaar, zeg dat maar!’ ‘We zijn echt wel klaar, kom nou naar beneden. Dan gaan we.’ ‘Oké, maar ik moet eerst nog pissen.’ Terwijl Steven en ik naast elkaar onder aan de trap zaten hoorden we Milo boven ons plassen. Ze humde zacht terwijl ze bezig was, spoelde door en waste haar handen. Ze bleef lang staan zonder iets te doen. Ik stelde me voor dat ze lipgloss op deed. Steven vroeg waar we heen gingen. ‘Een feestje.’ ‘Ik ben niet gekleed op een feestje.’ Hij wreef zijn handen over elkaar. ‘Geeft niets. Je ziet er prima uit zo. Gewoon jezelf zijn.’ Dat was een leugen. Steven droeg zijn zwarte broek en shirt. Beide waren net iets te groot voor zijn lijf. Er zat een wittige vlek op zijn bovenbeen. Ik likte aan mijn vinger en wreef eroverheen. Het hielp niet. Ik veegde zijn haar achter zijn oren. Er zat een rood korstje op zijn wang dat ik het liefste eraf zou pulken. Ik ging er zacht met mijn nagel langs om te kijken of hij loskwam, maar het lukte niet. Steven keek bezorgd naar het einde van de straat. ‘Het wordt vast leuk.’ Ik pakte een van de flessen wodka, draaide de schroefdop los en nam een slok. Toen gaf ik de fles door aan Steven. ‘Ik drink niet echt,’ zei hij. ‘Vanavond wel. Kom, we gaan het leuk hebben.’ Milo kwam de trap af. Ze had hakken aangetrokken en 152
zwalkte een beetje. ‘Hoe zie ik eruit?’ zei ze. Het was meer een aankondiging dan een vraag. Toen ze Steven zag knipperde ze even met haar ogen. ‘Wat doet hij hier?’ ‘Ik heb hem uitgenodigd. Het leek me leuk.’ ‘Ugh.’ Ze stak haar arm door de mijne en we liepen een pas of twee voor Steven uit over straat. Lux, de crèmekleurige kat van een van de buurvrouwen, dartelde als een opgewonden koningin achter ons aan. Wanneer ze zich midden op de straat liet vallen, pakten we haar op, legden haar op de stoep en kroelden haar. Dan hupte ze weer een eindje mee, achter ons gefluit aan. Milo’s heupen bonkten tegen die van mij terwijl we onze parade van drie, af en toe vier leidden. Ze praatte tegen me over dingen die niet zoveel uitmaakten. We maakten kabaal. Soms keken er buren door de kieren van hun gordijnen om te zien wie er in godsnaam nu nog buiten liep. Toen we bij het feest aankwamen werden we met zoenen op onze wang ontvangen door Milo’s nichtje. Ze had kleverige lipgloss op en mijn haar plakte na haar kus de rest van de avond tegen mijn wang. De hare waren roze. Niet alleen van de drank en van de opwinding, maar ook van een glitterende rouge die ze op haar gezicht had gepoederd. Iedereen was al een beetje dronken. We waren blij dat we al ingedronken hadden. Milo’s nicht drukte ons glazen met fris in de hand die we zelf moesten aanvullen. Steven pakte ook een glas. Het maakte me haast trots toen ik zag dat hij, na drie grote slokken, niet meer rilde bij het slikken. Al snel waren ook wij dronken. Milo en ik dansten tegen elkaar aan. Het was een show voor wie het wilde zien. We waren niet de knapste meisjes 153
op het feest, maar wel de geilste, dat wisten we zeker. ‘Vind je ons mooi?’ vroegen we aan jongens. ‘Vind je ons geil? Wil je ons neuken? Wil je dansen? Kom we gaan dansen, we gaan dansen. Laten we schuren.’ We kronkelden met en om en over iedereen. Het was lang geleden dat ik me zo één had gevoeld met Milo en een paar uur lang had ik het gevoel alsof alles weer goed was. Alsof we toch altijd bij elkaar zouden blijven. Alsof Ellen en Jonah en Steven en al die anderen nooit bestaan hadden. We dansten een heel nummer samen, dicht tegen elkaar aangeduwd. Ik drukte mijn neus in haar nek en snoof haar geur op. Milo had haar handen onder mijn top geschoven en op mijn blote huid gelegd. Het was zweterig en rokerig en kleverig. De muziek bonkte niet alleen in de lucht maar ook in onze lijven. We dronken uit glazen en flessen en toen al het servies op was haalde een jongen een gieter te voorschijn en goot drank in onze open monden. Steven keek van een afstand toe en nam kleine slokken. Hij leek niet heel erg op zijn gemak, maar hij was ook niet zo paniekerig als ik verwacht had. Het leek alsof alles op zijn plek viel. Hij zou uit zijn schulp komen hierna en misschien konden we met zijn drieën verder. Ik voelde me fijn, gerustgesteld haast. Toen zwalkte Milo op haar hoge hoerenhakken opeens zijn kant uit. Ze danste op zijn schoot, wreef met haar kont tegen zijn kruis, pakte zijn handen op en liet ze over haar borsten glijden. Ze had hetzelfde gedaan met de andere jongens op het feest, met ander meisjes en met mij, maar nu ze zo met Steven bezig was liet ik van schrik of van boosheid mijn glas vallen. De scherven waren kartelig en scherp en toen ik een grote glazen driehoek oppakte drupte er bloed op de grond. Toen gutste het. Ik liep leeg en zag grote zwarte vlekken. In de keuken hielp Milo’s nicht me de wond uit te spoelen 154
en toen ze een pleister geplakt had, ging ik staan. Ze was alweer verdwenen toen ik overgaf in de wasbak. Het was een zure golf zonder veel geluid, groen door alle kleurstoffen in de mixdrankjes. Ik zette de kraan aan en legde mijn voorhoofd tegen de koude, ijzeren afzuigkap en leunde met mijn lijf tegen het aanrecht. Ik ging op het aanrecht zitten zodat ik ook met mijn wang en hals tegen te kap kon leunen. Mijn rok en ondergoed werden nat van de wijn of water of cola waar ik in was gaan zitten maar het gaf niet, ik was dronken. Iets in mijn lijf of hoofd klopte en bonkte zachtjes. Ik zat hier nu toch, in de keukenkast lagen blisterstrips vol paracetamol. Ik stopte drie bittere pillen in mijn mond en nam een grote slok uit een wijnglas dat naast de wasbak stond. Eerst een dutje. Daarna zou ik wel weer terug kunnen gaan naar het feest. Ik ging op de grond liggen met mijn hoofd tegen de koelkast. Toen ik wakker werd en voorzichtig terugliep naar de woonkamer zag ik tussen het feestgedruis Steven zitten. Was hij de hele avond nog niet van zijn plaats gekomen? Hij keek een beetje wazig de kamer rond. Het was het punt waarop iedereen te duf of moe is om nog echt iets te doen. Ik had door het hoogtepunt heen geslapen. Naast zijn stoel stond een halflege fles. En Milo zat op zijn schoot. Ze sliep. Als een kind op haar vaders schoot had ze haar armen over zijn schouders gelegd en haar benen aan weerszijden van de zijne. Milo’s rok was omhooggeschoven en haar ondergoed zat tussen haar billen. Er stak een witte vleugel van haar maandverband buiten de rand. Steven keek me aan en haalde zijn schouders op. Milo’s armen bewogen op en neer, ze was diep genoeg in slaap om het niet te merken. Ik duwde haar zacht van hem af. Milo gleed moeiteloos op de grond en zakte in elkaar. 155
Moest je iemand nou op haar zij of rug laten slapen als je niet wilde dat ze in haar eigen kots stikte? Ik gokte het eerste en liet haar liggen zoals ze lag. ‘Kom,’ zei ik tegen Steven. Er zat een donkere plek in zijn broek waar ik geen acht op probeerde te slaan. ‘Ik weet niet of ik kan staan. Wat wil je doen?’ ‘We gaan slapen.’ Hij stond op, wankelend. Mijn duizelige reus. Ik drapeerde zijn arm om mij heen. Hij lag als een dood dier op mijn schouder. Ik had hem naar mijn huis kunnen brengen, we hadden naar zijn kamer kunnen gaan, maar we liepen naar Milo’s huis, beklommen de trap, deden de deur van haar slaapkamer open en neukten op het matras. Als je het zo kon noemen. Ik zat op hem en hij gaapte me aan en hield mijn heupen vast. Hij was maar half hard. Ik vroeg me af wie van ons het meest zijn best deed. Het zaad dat uit me liep nadat hij was klaargekomen veegde ik af aan een topje dat ik naast het bed vond. ‘Nu moet je naar huis gaan,’ murmelde ik, half in slaap. Ik lag op mijn buik, mijn hoofd op Milo’s kussen, één arm erover, één eronder. Ik snoof de geur van haar hoofdhuid op, wreef met mijn schaamheuvel tegen de deken tussen mijn benen. ‘Oké,’ zei Steven en kleedde zich aan. Toen Milo ’s ochtends vroeg thuiskwam hoorde ik eerst de douche een half uur stromen. Toen kroop ze naast me. Ze vroeg: ‘Waarom liet je me achter?’ en ik zei: ‘Je wilde zelf blijven.’ Milo viel in slaap met haar hoofd op mijn buik. Ze snurkte een klein beetje. Haar haren lagen in een natte krans op mijn naakte bovenlijf.
156
ZESTIEN
Ik denk niet dat de jongen ouder was dan twaalf. Hij had een gezicht dat leek op dat van Peter Pan, met hoge wenkbrauwen en bruinrood haar. Hij keek net niet recht de camera in, lette blijkbaar meer op de jongen die filmde. In de hoek van zijn kamer zat een kleine grijze kat. Volgens de titel van het filmpje heette het dier Dusty. Steven pakte mijn hand en kneep er zacht in. ‘Weet je zeker dat je het wil zien?’ ‘Hoezo?’ ‘Gewoon, het is een kat en zo.’ ‘Wat maakt dat nou uit?’ Ik leunde naar voren, klikte op de playknop en de kat werd bij zijn nekvel gegrepen. Het dier vocht niet terug, alle vier zijn poten hingen slap naar beneden. Vanachter de camera klonk een harde lach, daarna een stem die de jongen instructies gaf. Het beestje piepte luid. Steven rolde nerveus heen en weer op zijn bureaustoel. De jongen sloeg de kat tegen de muur. Ik haalde een van de boxjes van de computer naar mijn oor en spoelde een klein stukje terug, probeerde te horen of er iets gebroken was, maar het geluid van de ruggengraat tegen de gipsmuur werd overstemd door het harde gelach van de twee jongens. Ze hadden het filmpje bewerkt in een computerprogramma. In slowmotion gleed de kat langs de muur naar beneden. Het filmpje werd teruggespoeld, hij vloog weer omhoog langs het behang, toen vertraagd weer naar beneden. Het dier bleef liggen in de hoek van de kamer, zijn buik bewoog snel op en neer, de dikke staart lag 157
verassend stil op de grond. De jongen die op Peter Pan leek haalde uit en trapte met de punt van zijn voet in de buik. Het filmpje stopte. Ik moest er lachen. Steven keek me aan alsof ik zelf de kat tegen de muur had geslagen. ‘Wat?’ zei ik. ‘Die arme kat.’ ‘Het is maar een beest.’ ‘Zag je de paniek in die oogjes niet?’ ‘Jezus, Steven. Hij is niet eens dood. Wat is nou het probleem?’ ‘Wauw, Bree, snap je dat echt niet? ’ Steven rolde op zijn bureaustoel weg, naar de andere kant van de kamer. Hij rekte zich uit, stak zijn armen hoog in de lucht en liet ze eventjes zo hangen. Daarna zakte hij weer in elkaar. Hij had waarschijnlijk geen deodorant op gedaan vanochtend. Zijn oksels waren vochtig. ‘Ik liet het je niet zien voor de grap. We moeten hier iets tegen doen. We zíjn er iets tegen aan het doen.’ Steven en zijn internetvrienden hadden een website gemaakt voor de kat. Er stonden foto’s op van het dier. Over een screenshot van de in elkaar gedoken grijze kat waren grote witte letters geplaatst: WREEK MIJ ‘Ik moet plassen,’ zei ik, en ik ging zijn kamer uit. Toen ik terugkwam zag ik dat Steven druk bezig was. Op zijn computer stonden twee foto’s open. Een was een screenshot uit de video, de ander een schoolfoto. Beide waren ingezoomd op het gezicht van de jongen uit de video. Het hele scherm was gevuld met huidkleurige pixels. De jongen op de schoolfoto zat netjes rechtop, hij had zijn haren in een scheiding. Zijn blouse was tot bovenaan dichtgeknoopt. Hij glimlachte, maar zag er tegelijkertijd een beetje sceptisch uit. Ik moest denken aan de groepen jongens op mijn middelbare school die vlak voor het maken van de groeps158
foto met elkaar afspraken niet te lachen. Ze stonden altijd met hun kin een beetje omhoog, wenkbrauwen gefronst. ‘Wat doe je?’ vroeg ik aan Steven. ‘Ik ben foto’s aan het vergelijken. Kijk.’ Hij wees naar het scherm, naar het voorhoofd van de jongen. Net onder de scheiding in zijn haar zat een grote zwarte moedervlek. Ik verbaasde me erover dat die me nog niet eerder was opgevallen, hij leek niet te missen. ‘Dezelfde moedervlek. Dezelfde jongen.’ ‘Hoe kom je aan die foto?’ ‘De video is ge-upload via een school-e-mail.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Kwestie van een account aanmaken op het schoolsysteem en dan ben je er al heel gauw. Ik heb alle klassenfoto’s bekeken en toen was het vrij duidelijk.’ Steven zette de twee foto’ naast elkaar en omcirkelde in een bewerkingsprogramma op beide foto’s de moedervlek met een rode lijn. Onder de cirkels tekende hij een dikke pijl. ‘Is dat genoeg bewijs?’ ‘Waarom niet? Je ziet toch dat het dezelfde jongen is?’ ‘En nu?’ ‘Nu zet ik dit online, samen met zijn voor- en achternaam, en dan vindt iemand anders vast zijn adres.’ Niet veel later stonden er inderdaad twee adressen online. Niet alleen die van de jongen die gefilmd was, maar ook van de jongen achter de camera. Onder hun schoolfoto’s stonden ook hun telefoonnummers. Steven trok zijn vest uit, alsof hij zich schrap zette voor iets. Hij had veel gezweet, er kwam een warme zure lucht onder zijn oksels vandaan. Hij typte snel. Zijn lijf schokte af en toe, alsof al zijn spieren zich door de spanning steeds samentrokken. Een van Stevens vrienden had het nummer van de moeder van een van de jongens gebeld en het gesprek opgenomen. 159
Met een programma had hij zijn stem vervormd, zodat hij onherkenbaar was. Hij klonk zwaar, zoals een god in een film zou praten. Het gesprek was als video ge-upload. Iedere keer dat de jongen sprak kwam een foto van een clownachtig masker in beeld. Elke keer dat de vrouw sprak een tekening van een ontzettend dik wijf in een bloemetjesjurk. In het gesprek vroeg de clown of de vrouw wist waarom ze zo’n slechte moeder was. Terwijl het gesprek op de achtergrond klonk bleef Steven druk typen. In zijn browser stonden verschillende tabbladen open en op elke website vulde hij het adres van de jongen in. Er zat een grote mee-eter op zijn wang die ik uit wilde knijpen. ‘Ben je de politie aan het inlichten?’ ‘Is al gebeurd,’ zei hij. ‘Wat doe je dan nu?’ Steven liet het me zien. Hij en zijn vrienden waren allerlei dingen aan het bestellen en lieten die naar het huis van de jongen sturen. ‘Het zal je nog verbazen hoeveel je gratis bij iemand kan laten bezorgen via het internet,’ zei hij. Gratis bijbels via Mormoonse websites, proefverpakkingen tampons, dvd’s met scatporno voor zijn moeder. Andere jongens plaatsten screenshots online van websites waar ze pizza’s hadden besteld. In het balkje waar stond of je nog speciale wensen had, stonden verzoekjes als: ‘Gelieve alle pepperoni in de vorm van een hakenkruis neer te leggen,’ en ‘De ene helft van de pizza graag rauw in de doos, de andere helft verbrand.’ Een paar uur nadat de kattenvideo online was gezet had de politie bij de jongen aangebeld. De eerste nieuwsberichten druppelden langzaam binnen. Een van Stevens vrienden die in de buurt woonde had van een afstandje naar de arrestatie gekeken en het met zijn mobiele telefoon gefilmd. De jongen die het huis uit werd geleid had rode ogen en betraande wangen. Volgens een online 160
artikel was de kat opgevangen door een asiel in de buurt en hadden er al een paar mensen interesse getoond in het dier. Ik had Steven nog nooit zo gelukkig gezien. Hij was trots op wat hij had gedaan, deed alsof het een heldendaad was. Zijn geglunder ergerde me. ‘Waarom doe je dit?’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Gewoon. Wat boeit zo’n dier nou? Je hebt me gisteren nog een video laten zien waarin tien mannen achter elkaar met een kettingzaag onthoofd werden.’ ‘Een kat is anders, Bree. Dusty zou nooit iemand expres kwaad doen. Mensen zijn wreed. Ik weet zeker dat iedereen die iets met die kartelonthoofding te maken had geen lieverdje was. Ik dacht dat jij dat ook wel begreep.’ Die avond ging ik vroeg naar huis. Op mijn laptop typte ik Milo’s naam in de zoekmachine. Ik vond niets.
161
ZEVENTIEN
Mijn mobiele telefoon op het bureau trilde. Naakt en nat van de douche liep ik naar mijn kamer. Stevens naam knipperde op het kleine, vettige beeldscherm. Ik pakte een handdoek van de grond, wikkelde die strak om mijn lijf en nam op. ‘Bree.’ Zijn stem klonk een beetje hijgerig. Ik zette de telefoon op de luidsprekerstand en legde hem voor me neer. ‘Wat is er?’ vroeg ik en ik kneep een beetje crème uit een tube, verdeelde het over mijn haren. ‘Je móet nu komen.’ ‘Heeft het zo’n haast?’ ‘Wat ben je aan het doen?’ ‘Niets.’ Ik deed de handdoek af en wikkelde hem als een tulband strak om mijn hoofd, bekeek mezelf in de reflectie van het scherm van mijn laptop. Er lagen nog druppels water op mijn schouders, de make-up die ik voor het douchen op had gehad was uitgelopen. ‘Kom dan hier naar toe!’ ‘Ik wilde mijn haren nog even drogen.’ ‘Schiet gewoon op, Bree.’ Hij hing op. Ik zocht op de vloer naar wat kleren en trok ze aan. Ze voelden klam en strak tegen mijn nog vochtige huid. Boven de wastafel in de badkamer kneep ik mijn haren uit en veegde de resten mascara van mijn wangen. Toen ik de voordeur achter me in het slot liet vallen voelde ik me opeens opgejaagd. Ik versnelde mijn pas, liep langs het parkje en de skatebaan 162
naar zijn huis. Er waren opvallend weinig mensen buiten vandaag. Toen ik langs Milo’s huis liep merkte ik dat ik mijn schouders wat optrok. Ze was niet thuis, er stonden geen auto’s op de oprit. Ik belde aan bij het huis van Steven, de kat van een paar huizen verder draaide om mijn benen. Zijn moeder deed open. ‘Bree!’ ‘Dag Carol,’ zei ik. Ze vroeg hoe het met me ging en ik zei dat het prima was, maar dat ik van Steven meteen naar boven moest. In de spiegel in de gang zag ik dat mijn natte haar donkere kringen in de stof van mijn shirt had gemaakt. ‘Wat is er?’ vroeg ik Steven, toen ik zijn kamer in kwam. ‘Kijk maar.’ Hij zat in zijn bureaustoel. Zijn lijf en stoel waren mijn richting uit gedraaid zodat ik op zijn schoot kon zitten, maar daar had ik geen zin in. Ik ging op mijn hurken voor zijn scherm zitten, legde mijn handen op het bureau en mijn kin op mijn handen. Het bureau was koel. Op zijn scherm stond een grote witte pagina centraal. Ik dacht even dat hij een nieuwe video gevonden had, maar zag toen dat het een webcam was; een live uitzending. Het was beeld was korrelig, met veel grijs. Voor de camera zat een jongen op een bureaustoel, net als Steven. Hij droeg een rood shirt met witte letters en was druk aan het typen. Af en toe keek hij naar zichzelf in de webcam. Het was een lege blik, met holle ogen. De kamer waarin hij zat was kaal en beige. ‘Wat is er met hem?’ Steven typte een paar dingen in. ‘Hij wil dat we hem overtuigen.’ ‘Om wat te doen?’ Steven typte snel. Hij vertelde de jongen dat er een vriendin bij was gekomen. Dat ze benieuwd was wat hij wilde doen, of hij aan mij kon vertellen 163
wat er aan de hand was. Host206 >wacht. ik laat het zien. De jongen keek recht in de webcam. Hij hield een pistool omhoog, tikte met het ding een paar keer zacht tegen zijn slaap en legde het toen weer naast zijn toetsenbord. Hij stak zijn vinger even in de lucht, een gebaar dat betekende dat we moesten wachten. Toen pakte hij een Stanleymesje en hield het omhoog. Hij maakte een paar semi-snijbewegingen langs zijn pols. Hij legde het neer, stak zijn vinger weer omhoog. Hij liet een oranje doosje vol pillen zien, wees naar een touw aan het plafond. Het beeld bewoog schokkerig. Soms stokte het even en speelde dan meteen daarna in sneltreinvaart weer verder. Alsof de jongen versneld al zijn attributen liet zien. Het leek meer een soort moderne dans dan de aankondiging van een zelfgekozen dood, een performance haast. ‘Dat we hem overtuigen om zichzelf niet van kant te maken.’ ‘Jezus.’ ‘Ja.’ ‘En nu?’ Ik ging toch maar op Stevens schoot zitten. Het was een tijdje geleden dat hij gedoucht had, ik rook de bouillonachtige geur van zijn lijf, het muffe van zijn vettige haren. Hij voelde, zelfs door zijn kleren heen, warm aan. Koortsig haast. Ik leunde naar voren richting het scherm, pakte de muis en zoomde iets in. De jongen op het scherm zag er normaal uit. Vriendelijk. Aantrekkelijk zelfs. Blonde haren en brede schouders. Aan de muur van zijn kamer, achter het blanke touw van de galg, hing een zwart-witfoto van twee kussende meisjes. Ze lagen tegenover elkaar op bed en droegen wit ondergoed. Hij was niet het type jon164
gen dat je in deze setting zou verwachten. Ik vond dat hij eruitzag als een voetballer. Een van Stevens vrienden nam het woord. Hij vroeg de jongen waarom hij het wilde doen. Host206 >maakt het uit? Ja, het maakte uit. Ze vroegen hem of er niet genoeg moois was om voor te leven Ze zeiden dat er geen zon en regen meer zou zijn, geen lucht, geen gras, geen meisjesbenen. Niets. Het maakte hem niet uit. De jongen haalde tijdens het typen steeds zijn schouders op, schudde zijn hoofd bij elke nieuwe suggestie, elke nieuwe reden om te blijven leven. Aan de rechterkant van de webpagina had hij een poll gemaakt waar mensen konden kiezen hoe hij het zou moeten doen. De resultaten waren onduidelijk, maar ik kon zien dat Steven gestemd had. ‘Moeten we de politie bellen?’ Steven vroeg het aan mij. Ik schudde mijn hoofd. ‘Zou hij het echt willen doen?’ ‘Ik heb geen idee.’ ‘Kan hij ons zien?’ ‘Nee. Wil je dat?’ ‘Ik denk het niet.’ Host206 >ik heb geen enkele reden om het niet te doen. Een van Stevens vrienden vroeg waarom niet. Host206 >ik heb nog nooit iets gedaan dat belangrijk is en ik weet zeker dat dat ook nooit gaat gebeuren. het leven verveelt me. niemand wil mij en ik wil niemand. ik heb alles wat ik goed wilde doen verkeerd gedaan. 165
Er waren nieuwe mensen in de chat gekomen, maar de meesten reageerden niet. Stevens vrienden haalden alles uit de kast. Maar je familie dan? Je ouders, je grootouders, je broers en zussen? Je vrienden? Er is toch altijd wel iemand? Een klasgenoot, een oom of tante die speciaal is? Een zwerver die je af en toe gedag zegt? Er is altijd iemand die je mist. Host206 >het maakt hen niets uit. geloof mij nou maar. alleen jullie. en wie zijn jullie nou? geef me één goede reden om het niet te doen en ik doe het niet. Ik ergerde me aan het gebrabbel, de ruis op het scherm. De chat ging razendsnel. De jongen keek een beetje hulpeloos in de camera. Iemand vroeg hem wat zijn favoriete muziek was, en of dat niet genoeg was om het niet te doen. ‘Denk je dat hij echt wil dat we hem overhalen?’ vroeg ik. ‘Hoe bedoel je?’ ‘Weet ik veel. Misschien wil hij gewoon aandacht?’ Buiten regende het, een natte, warme zomerregen. Ik stond op van Stevens schoot, ademde vochtige lucht in via mijn mond, nam happen van de warmte. In de verte hoorde ik Lux miauwen. Het was een klagerig gejengel. Ik zag meteen dat Milo thuis was. Ze bewoog loom door de kamer met een grote zwarte koptelefoon op haar hoofd. Het leek alsof ze zich klaar aan het maken was voor iets. ‘Wat doet hij nu?’ vroeg ik aan Steven. ‘Niets. Praten. Weet je zeker dat we niet de politie moeten bellen?’ ‘Wat zou die kunnen doen? Misschien is het wel nep.’ ‘Ik moet naar de wc. Als er iets gebeurt moet je het 166
zeggen, okÊ? Moet ik wat te drinken meenemen?’ Ik knikte en ging achter de computer zitten. De cursor knipperde in de witte chatbalk. Guest6730 >ik zou het doen als ik jou was. Het was eruit voordat ik het wist. Mijn vingers trilden en mijn schouders verstrakten. Ik voelde mijn tong als een warme lap in mijn mond liggen. Er verstrakte iets in mijn maag. Ergens voelde het heel lekker. Steven was beneden aan het rommelen en praatte met zijn moeder. Host206 >waarom? Hij leek niet echt aangedaan door mijn bericht. Eerder opgelucht. Anderen in de chatbox reageerden snel en kwaad op wat ik had getypt. De jongen negeerde ze. Hij keek me aan via het scherm. Ik wist dat hij alleen maar naar mij keek. Guest6730 >je hebt het zelf toch net gezegd? niemand maakt het iets uit. je hebt nog nooit iets belangrijks gedaan. dat kan je nu veranderen. Host206 >hoe bedoel je? De afgelopen minuten had hij alleen maar stilgezeten. Een pop achter een webcam. Nu kwam hij tot leven. Vlak voor het einde is er altijd leven. Hij zat rechtop en haalde zijn hand door zijn haren. De spier van zijn arm spande zich aan, hij leek heel even op een fotomodel. Guest6730 >nu kun je iemand zijn. 167
Stevens vrienden scholden me uit. Hun woorden verschenen snel en knipperend op het scherm en hoewel ik ze begreep kon ik alleen maar letten op de jongen op het scherm. Ik was me nog nooit zo bewust geweest van mijn eigen kracht als nu. Er kwamen steeds meer andere mensen online, maar ik kon voelen dat de jongen op dit moment alleen naar aandacht had voor mij, alleen de berichten zou lezen die ik hem stuurde. Guest6730 >ik meen het. nu kun je iemand zijn. moet je je voorstellen: gisteren was je niemand. vanochtend zelfs niet. nu wel. en als je het doet, ben je een held. jij neemt de controle weer over. je beslist zelf wel hoeveel alles waard is. jij kan als held sterven en ergens het allereerste in zijn. zoiets als dit is nog nooit te zien geweest en ik kan dat weten. straks kan iedereen je zien en horen. Host206 >ja De jongen glimlachte naar me, knikte alsof hij me wilde bedanken. Hij deed het blanke touw van de galg om zijn nek en trapte de bureaustoel onder zijn voeten weg. De korte ruk ontketende een warme golf in mijn binnenste. De chatroom reageerde anders dan ik had verwacht. De meeste mensen dachten dat het een geintje was. Er waren al eerder mensen geweest die twijfelden, maar zodra het serieus werd waren de meesten er opeens van overtuigd dat het een al eerder opgenomen video was, of een ander soort grap. Buiten beeld was er vast een plek waar hij zijn voeten op kon zetten. Pas toen het gezicht van de jongen donkerpaars begon te worden raakten mensen in paniek. Iemand zei dat hij de politie ging bellen. Steven kwam de 168
trap weer op. Ik had me nog nooit zo belangrijk gevoeld. ‘Hij heeft zich verhangen,’ zei ik. Het voelde goed om dat te zeggen. Even overwoog ik om het te herhalen. De woorden lagen nog op mijn tong, prikkelden en krioelden als kleine torretjes in mijn keel. Ik slikte ze in. Er waaide een storm in mijn buik. Hij gromde en blies, kromp en breidde zich uit. Ik stond strak van spanning, maar wist zeker dat er op mijn gezicht niets te zien was. Steven had twee theeglazen in zijn handen en zette die van schrik op de vloer bij de deur neer, in plaats van op zijn bureau. Toen hij de deur dichtdeed viel een van de glazen om, maar hij ruimde niets op. Hij kwam naast me staan en legde zijn hand op mijn schouder. Ik zag dat hij deed alsof hij naar het scherm keek, maar in werkelijkheid staarde hij levenloos naar de muur. ‘Ik heb het gedaan.’ ‘Wat?’ ‘Je hoorde me toch?’ ‘Hoe bedoel je, ik heb het gedaan? Wat heb je gedaan?’ Steven scrolde omhoog, las alles wat er gezegd was toen hij weg was. Ik zag het bloed uit zijn wangen wegtrekken. ‘Jezus.’ Hij wiegde heen en weer. Pompte nerveus een heleboel ontsmettingsmiddel in de palm van zijn hand. Het doorzichtige blauwe goedje werd door de hitte van zijn huid vloeibaar en drupte tussen zijn vingers door op zijn bureau. Ik kon de alcohol ruiken. ‘Jezus Christus, Bree. Waarom?’ Ik werd nerveus van zijn bewegingen. Het leek alsof hij elk moment zou kunnen overgeven. Het gerommel in mijn lijf leek door mijn huid naar buiten te stralen. Ik kreeg kippenvel op mijn armen en benen. ‘Weet ik veel! Godverdomme, Steven. Omdat ik het wilde? Ik weet het niet.’ De woorden brandden op mijn tong 169
en lippen. Hij keek me aan. Zijn ogen waren gigantisch. ‘Hij is dood, Steven. Je moet het oplossen.’ ‘Wat oplossen? Ik kan hem niet levend maken en ik denk niet dat het nog zin heeft om een ambulance te bellen. Jezus, Bree.’ ‘Nee, ik bedoel de chatroom.’ ‘Ik begrijp het niet.’ ‘Ik wil niet dat iemand weet dat wij hierbij waren.’ We aten samen met Carol op de bank, voor de televisie. Al een paar uur na het wegtrappen van de stoel was gebleken dat iemand de hele stream had opgenomen en meteen daarna op een videosite had ge-upload. Op het lokale nieuws werden de beelden eindeloos herhaald. De jongen kwam blijkbaar uit een kleine stad niet ver hier vandaan. ‘Ach jee,’ zei Carol. ‘Wat?’ vroeg ik. Ze stopte een gekookt worteltje in haar mond en kauwde zonder haar lippen te sluiten. Ik kreeg kippenvel over mijn hele lijf. Normaal ergerde ik me niet zo aan gesmak, maar ik had het gevoel alsof al mijn zintuigen op scherp stonden. ‘Ik heb daar nog weleens lesgegeven. Sneu hoor, vind je ook niet?’ Steven knikte nerveus. Hij schrokte zijn avondeten naar binnen. Toen hij aanstalten maakte om naar boven te gaan greep ik hem bij zijn arm. ‘Ik heb zin om tv te kijken,’ zei ik. Nadat de jongen op televisie was geweest druppelde steeds meer informatie over hem binnen. Mensen die hem gekend hadden belden het nieuws. De nieuwslezeres sprak met de directrice van de universiteit waarop de jongen had gezeten. ‘Kende u Tom goed?’ vroeg ze. 170
‘Nou, dat wil ik niet zeggen. Maar hij was een opvallende student. Deed altijd zijn best. Hij was vooral erg actief bij het roeiteam, geloof ik.’ ‘U had geen idee dat hij tot zoiets in staat zou zijn?’ ‘Nee. Eigenlijk niet.’ Later, toen Steven en ik met zijn tweeën op de bank lagen en zijn moeder in de keuken stond af te wassen sprak een talkshowhost met iemand die claimde een achterneef van de jongen te zijn. Hij vertelde dat Tom eigenlijk al lange tijd onstabiel was geweest maar dat het sinds hij medicijnen kreeg juist heel goed met hem ging. ‘Weet u, Tom was het soort jongen aan wie je niet kon zien hoe slecht het eigenlijk met hem ging. Zijn moeder heeft hem heel lang mishandeld. Zoiets vertelt hij natuurlijk ook niet iedereen.’ De host van de show knikte begripvol. Ze speelde haar rol goed, fronste meelevend terwijl de achterneef zijn verhaal deed. Een aantal deskundigen was opgetrommeld om te vertellen over de internetcultuur en hoe kinderen tegenwoordig de dingen die online gebeuren niet mee serieus nemen. De schuldvraag werd gesteld, en uiteindelijk kwam men erop uit dat hij gewelddadige muziek luisterde en spelletjes speelde waardoor de ernst van de dood hem niet meer duidelijk was. De nieuwsuitzendingen herhaalden de video die avond keer op keer. Niet het moment waarop de jongen neerging, maar de minuten vlak daarvoor. Ons gesprek. Het rechten van de schouders, de brede armen in het rode shirt. Hoe vaker ik de uitzending zag, hoe meer ik me ergerde aan de manier waarop zijn daad werd weergegeven. Het was alsof de hele wereld nu getuige mocht zijn van de laatste blikken die alleen voor mij bestemd waren geweest. Niemand dacht aan de mensen in de chatroom. Niemand had een idee van die laatste intimiteit die er tussen ons was geweest. Niemand had zijn 171
laatste momenten goed geïnterpreteerd. Niemand zag hem voor wie hij werkelijk was. Toen Steven en ik in zijn kleine eenpersoonsbed lagen kon ik niet slapen. Aan zijn ademhaling te horen gold dat ook voor hem. Zonder iets te zeggen duwde ik mijn billen tegen zijn kruis en legde zijn handen op mijn heupen. Er kwam geen reactie. Hij lag koud en stil tegen me aan. ‘Is er iets?’ vroeg ik. Zijn hele lichaam begon plotseling te schokken. ‘Ik dacht dat het niet echt was,’ zei hij. Ik draaide me om. Dikke tranen liepen langs zijn wangen en snot kwam uit zijn neus. ‘Waarom huil je?’ ‘Waarom huil jij niet?’ vroeg hij. Hij veegde zijn gezicht af aan de punt van zijn deken. In het schemerlicht van de volle maan zag hij eruit als een verminkt monster. Zijn blik was verkrampt. Hij maakte piepende geluiden terwijl hij jankte. Opeens vroeg ik me af wie Tom had gevonden, blauwpaars en ijskoud. Ik stelde me voor hoe iemand zijn armen om het middel van zijn lichaam sloeg, hem in een stevige laatste omhelzing vasthield terwijl iemand anders op een stoel het blanke touw doorsneed met een stanleymes. Zouden ze, terwijl hij op de grond lag, geprobeerd hebben zijn halfopen ogen te sluiten? Ik kuste Steven op zijn voorhoofd, pakte zijn vochtige gezicht met allebei mijn handen vast. Wij hadden deze ervaring gehad, we deelden het belangrijkste dat we ooit zouden kunnen delen en hij leek het te willen vergeten. Ik wilde het bed uitstappen, maar deed het niet.
172
ACHTTIEN
Zonder van te voren iets te laten weten stond ze opeens voor de deur. Ik bekeek haar silhouet door het matglazen raampje. Ze zwaaide en bonkte hard op de deur. ‘Bree!’ riep ze tegen het hout. Milo klonk zo enthou siast dat ik haar wel binnen moest laten. ‘Hey,’ zei ik, toen ik de deur open deed. Milo liep meteen de woonkamer in. ‘Hebben jullie nieuwe keukenstoelen?’ vroeg ze toen ze aan de tafel ging zitten. ‘Ja!’ Mijn moeder was voor het eerst in lange tijd tussen de middag thuis. Ze zat met haar voeten in een voetenbadje voor de televisie, zwaaide naar Milo. In het water lag een grote mintgroene bruisbal, de hele kamer rook naar pepermunt. Ze keek een talkshow over loverboys. De vrouw op het scherm legde uit hoe meisjes uit chatrooms werden geplukt en in de prostitutie werden gedwongen. Ik schonk grote glazen frisdrank in en pakte de ijsklontjes uit de vriezer. Kleine ijsbergen en Titanics van bevroren water. ‘Toen ik ze kocht vond ik ze grappig,’ zei ik toen ik de glazen neerzette. ‘Wat?’ ‘Laat maar.’ Het ijs was al half gesmolten. ‘Hoe gaat het met je?’ vroeg Milo. ‘Goed.’ Even overwoog ik te vertellen over de jongen. Ik wreef met mijn handen over mijn bovenbenen. Milo pakte haar tas en zette hem op tafel. Ze haalde er een enve173
lop uit en schoof hem zonder iets te zeggen over de tafel. ‘Wat is dit’ Ik bekeek de witte rechthoek, de met een briefopener gemaakte scheurlijn aan de bovenkant. Milo’s adres was met zwarte inkt in het papier gedrukt. Ze hadden niet haar voornaam gebruikt, maar noemden haar mevrouw. Ik krabde wat over het papier alsof de letters elk moment los konden laten en moest me inhouden om niet met de punt van de envelop het vuil onder mijn nagels vandaan te halen. ‘Lees nou maar gewoon,’ zei ze. Mijn moeder had haar voeten uit het bad gehaald en was ze aan het afdrogen. Haar teennagels waren helderrood. Ze stond op en liep met de bak vol groen water naar de keuken. Ik las de brief vluchtig door. Toegelaten. Universiteit. Beginnen over een paar weken. Mijn moeder kwam met haar nog vochtige voeten bij ons staan en las mee over mijn schouder. ‘Wauw, Milo! Wat ontzettend goed!’ Ze klapte in haar handen. Milo glimlachte breed. ‘Ga je op de campus wonen?’ ‘Nee, maar wel verhuizen.’ Haar blik ging van mijn moeder naar mij. Ik legde de brief neer en streek hem een paar keer glad, probeerde mijn handen zo weinig mogelijk te laten trillen. ‘Ach, helemaal in je eentje?’ 'Nee, met een vriend.’ ‘Bree, waarom heb je me hier nooit iets over verteld? Heb jij je niet ingeschreven? Goed hoor, Milo. Echt knap.’ Ik zei niets. Mijn moeder klopte een paar keer op Milo’s schouder, liep toen richting de gang. Ze bleef even in de deuropening staan en wees met een slappe pols onze kant uit. ‘Wat zie je er goed uit, trouwens. Je begint een mooie 174
vrouw te worden. Echt hoor, Milo.’ Ze sloot de deur. De traptreden kraakten onder haar blote voeten. Ik wilde schreeuwen. Milo pakte de brief en vouwde hem weer op. Ze stopte hem terug in de envelop. ‘Ik dacht dat we samen konden gaan,’ zei ik. ‘Je hebt het er nooit meer over gehad, ik dacht dat je hier wilde blijven.’ ‘Wanneer ga je weg?’ ‘Morgen.’ ‘En wat vinden je ouders ervan dat je met je gymleraar gaat samenwonen?’ Milo haalde haar schouders op. ‘Ik heb gezegd dat ik hem tijdens de selectiedagen heb ontmoet.’ Ik moest lachen. ‘Wees gewoon een beetje blij voor me, Bree.’ Ze stond op en sloeg haar tas over haar schouder. Nu pas viel me op wat een raar ding het eigenlijk was; groot, van glimmend lakleer. Een damestas. Ik liep met haar mee naar de gang. Mijn benen voelden zwaar. Ze vroeg of ze me morgen nog zou zien en omhelsde me met slappe armen. Ik duwde mijn neus in haar haren, probeerde mijn longen te vullen met zoveel van haar geur als ik kon. Toen liet ik haar los. ‘Ja, natuurlijk,’ zei ik. ‘Ik kom je uitzwaaien.’
175