jazzmozaïek 2007 nummer 1

Page 1

België - Belgique

Driemaandelijks tijdschrift - Zevende jaargang - nr . 1 - maart 2007 Afgiftekantoor: Gent X – P409123

P.B. 9099 GENT X BC 9585

een brede kijk op jazz in Vlaanderen en de wereld

Bert Joris Focus

Nicolas Thys Pierre Vaiana Jazzmozaïekjes

Clubnieuws Festivalnieuws

Columns Rudy Van Gelder Nieuw op CD Jazzhistorie (7) Muziektheorie

foto: ©Jos Knaepen

Muziekmozaïek-nieuws Muziek en Recht

Bert Joris

Verantwoordelijke uitgever en afzendadres: Peter Heyndrickx • Wijngaardstraat 5 • 1755 Gooik

www.jazzmozaiek.be



Luc De Baets

voorwoord Hoofdredacteur

Te veel festivals? Het begon met het legendarische Comblain-la-Tour jazzfestival in 1959, een ongekend fenomeen toen in het bucolische plaatsje in hartje Ardennen. In 1966 was het over and out. In 1969 startte wijlen Elias Gistelinck, productieleider bij de BRT, Jazz Middelheim in het gelijknamige park in Antwerpen. Tot voor enkele jaren was het inmiddels naar Park Den Brandt verhuisde Jazz Middelheim het enige jazzfestival van betekenis in ons land.

elkaar af te snoepen. Het verhaal van Marktrock ligt nog vers in ons geheugen.

Het jaarlijkse Blue Note Records Festival in Gent steekt inmiddels het tweejaarlijkse Jazz Middelheim naar de kroon. Maar daar blijft het niet bij!

Een steeds groter budget is nodig door het stijgende aanbod aan zomerfestivals (iedere organisator wil de top!), er is bovendien de toegenomen regelgeving en last but not least steeds hogere vraagprijzen van de groepen. Het is blijkbaar moeilijk neen te zeggen in de race naar groter en duurder. In vele gevallen volgen de entreeprijzen schoorvoetend die trend.

Stilaan heeft nagenoeg iedere provincie zijn jazzfestival, van gezellige kleinschalige weekend festivalletjes tot meer uit de kluiten gewassen exemplaren, met een dito budget en ambitie. Een goede zaak voor de liefhebber en de muzikant! Vraag is of dit op lange termijn leefbaar is in een landje als het onze?

Festivals die een duidelijk profiel hebben en zich in het massale aanbod onderscheiden, hebben op termijn wellicht meer kans overeind te blijven. Dat is althans de mening van ervaringsdeskundigen als organisator Herman Schueremans en Serge Platel van de Federatie van muziekfestivals.

Net zoals bij de popfestivals trachten de organisatoren ieder jaar beter te doen en zo meer publiek aan te trekken en onvermijdelijk van

Jazzmozaïek

Inhoud

blz

Jazzmozaïek is het gratis driemaandelijks magazine uitgegeven door de vzw Muziekmozaïek met de steun van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het motto is ‘een brede kijk op de jazz in Vlaanderen en de wereld’.

Voorwoord

Secretariaat (abonnementen en administratie): Muziekmozaïek vzw, Wijngaardstraat 5, B-1755 Gooik, tel. 02-532 38 90, fax 02-452 34 94, e-mail: info@muzmoz.be. Op het web: www.muziekmozaiek.be of www.jazzmozaiek.be

“Wie imiteert of kopieert, mag het vergeten in New York” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Georges Tonla Briquet 8 “Men mag nooit zijn eigen identiteit uit het oog verliezen” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Georges Tonla Briquet 10

JazzLab Series:

Grootstedelijk mozaïek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ilka Stevens/Mik Torfs 13

Festivalnieuws

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Redactie: Jazzmozaïek, Bruggestraat 105, 8755 Ruiselede, e-mail: redactie.jazzmozaiek@skynet.be. • Samenstelling en hoofdredactie: Luc De Baets • Eindredactie: Bernard Lefèvre • Werkten mee aan deze uitgave: Mischa Andriessen, Paul W. Blair (USA correspondent), Peter De Backer, Christine De Keersmaeker, Frederik Goossens, Leon Lhoëst, Albert Michiels, Jeroen Revalk, Georges Tonla Briquet, Marc Van den Hoof, Jack van Poll, Marinus Vromans, Bert Vuijsje. • Fotografie: Jos L. Knaepen • Redactiesecretariaat: Vincent De Laat • Grafisch ontwerp: Brigid Sullivan Jazzmozaïek graag in de brievenbus? Stuur je adres naar het secretariaat (zie hoger). U ontvangt ons magazine gratis in de bus. Voor adressen in het buitenland wordt een vergoeding voor de verzendingskosten gevraagd. Contacteer het secretariaat!

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3

Interview: Bert Joris - de internationale doorbraak?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Luc De Baets 4 Focus

Nicolas Thys:

Pierre Vaiana:

Jazzmozaïekjes/Clubnieuws

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

Clubpaspoort:

Porgy & Bess 50 jaar jong. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Luc De Baets 22

Happy Birthday Toots:

Toots Thielemans 85. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Jos L.Knaepen 23

IAJE Conference NYC, january 2007. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Jos L.Knaepen 24 Columns

Jack’s Groove: De val van de Berlijnse muur. . . . . . . . . . Jack Van Poll 25 Album Souvenir: Larkin’s Jazz. . . . . . . . . . . . . . . . . . Marc Van den Hoof 26 Swing Streets of New York. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Paul W. Blair 27 Holland Muziekland: Heimwee. . . . . . . . . . . . . . . . . Mischa Andriessen 28

Nieuw op CD/Jazzwinkels/cd-mozaïekjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Boeken

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39

De Jazzlezer

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bert Vuijsje 39

Klanktovenaar Rudy Van Gelder Hifi avant la lettre. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Luc De Baets 40 Jazzhistorie (7)

Jazztanzen verboten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Albert Michiels 42

Muziek en Recht

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Marinus Vromans 44

Muziekmozaïek Nieuws

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45

Muziektheorie

De melodisch mineur toonladder. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Leon Lhoëst 46

In Memoriam

Michael Brecker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Luc De Baets 49

Laatste Noot

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Luc De Baets 50

© Copyright (teksten en foto’s): Zonder voorafgaandelijke en schriftelijke toestemming van vzw Muziekmozaïek mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook. Iedere redacteur is verantwoordelijk voor de inhoud van zijn tekst. Publiciteitsteksten en bijhorende illustraties vallen onder de verantwoordelijkheid van de betrokken adverteerder. Teksten en fotomateriaal kunnen door de redactie van Jazzmozaïek geweigerd worden zonder dat deze beslissing dient te worden gerechtvaardigd.

Jazzmozaïek 1/2007

3


Bert Joris Luc De Baets

... de internationale doorbraak? Trompettist, componist, arrangeur, orkestleider, producer en muziekleraar Bert Joris is op 18 januari 2007 vijftig geworden. Voor Jazzmozaïek was dit het sein voor een goed gesprek. Tijd en ruimte voor een terugblik was er amper, gezien de vele activiteiten die deze man de laatste tijd ontwikkelt, maar des te meer was er te vertellen over vandaag en morgen.

I

s muziek spelen, componeren, bewerken en les geven niet te veel van het goede voor een druk bezet man als u? Valt dat allemaal nog vlot te combineren? Ja, dat vraag ik me zelf voortdurend af. Het één vraagt echter naar het ander, bijvoorbeeld van les geven steek je zelf nog constant wat op en heb je meer voeling met wat er nu leeft bij de jongere muzikanten. Spelen en schrijven hangt samen, in die zin, dat wanneer ik heel druk aan het schrijven ben, ik steeds verlang om te spelen. Omgekeerd, wanneer ik ga spelen en toeren met het kwartet, dan doe ik weer zoveel ideeën op, die ik gelijk op papier zou willen zetten. Het hangt onvermijdelijk samen, het ongeluk is dat alles soms bijeenkomt of vaak niet op het juiste moment valt. Door al dat aanbod ben ik ook wat selectiever geworden. Ik kies nu resoluut voor de muziek waar ik voor sta. Een grote opdracht als ‘Dangerous Liaison’ met symfonisch orkest, daar kun je geen week van tevoren aan beginnen. Ook een plaat opnemen vraagt tijd. Ik heb net een album opgenomen met mijn kwartet voor Dreyfus jazz en daar komt veel meer bij kijken dan alleen maar de opname. Er is de editing, mixing en promotietoestanden, waar je niet buiten kan. Zo lopen de dingen mekaar vaak in de weg… Maar ik zou het niet anders willen!

(foto: © Jos Knaepen)

’Dangerous Liaison’

Bert Joris

Bert Joris: “Het was een droom om bigband en symfonisch orkest te combineren.”

4

Jazzmozaïek 1/2007

Laat ons eerst even terugkomen op ‘Dangerous Liaison’! Spreekt men algemeen van symfonische jazz, dan noemde Günther Schuller in 1957 de muziek die ontstond uit het samenvoegen van twee andere stromingen, de jazz en de klassieke muziek, Third Stream Music. Je kreeg in korte tijd twee opdrachten in die richting, die uiteindelijk samen werden opgevoerd en opgenomen in deSingel in Antwerpen op 28 mei 2006. Hoe kom je er toe zo’n immens werk te schrijven voor een groot symfonisch orkest en bigband? Je bent toch al vrij jong in de jazz gestapt. Tot mijn zeventiende ben ik met klassieke mu-


ziek bezig geweest. Die klassieke basis was er hoe dan ook. Ik ben dus niet van nul vertrokken. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in de muziek van Prokofiev, Strawinsky, Debussy, … Het eerste stuk ‘Dangerous Liaison’ was iets meer dan drie jaar terug een opdracht in het kader van de Nacht van de Romantiek: een stuk voor het BJO plus deFilharmonie van Vlaanderen. Dat stuk is toen een paar keer uitgevoerd. En dan is er een tweede aanvraag gekomen vanuit de Filharmonie voor een tweede werk (‘Between Hope and Dispair’), met het idee enkele concerten daarmee te doen en een cd op te nemen. Hoe pak je zoiets aan? Een jaar tevoren had ik in Bern al een stuk geschreven en uitgevoerd rond Jeux de Vagues (onderdeel van ‘La Mer’ - nvdr) van Debussy. Het was een droom om bigband en symfonisch orkest te combineren. Voor mij ligt dat helemaal niet zover uiteen. Beide werelden zitten in mijn bagage, ik ken de mogelijkheden en beperkingen. Het is noodzakelijk dat een en ander goed is uitgeschreven, maar eveneens dat je de spelers wat informatie en uitleg verschaft over de ganse context. Met het BJO werk ik al jaren samen, die mannen lezen tussen de lijnen en daar moet ik niet veel meer bij zeggen, maar bij een symfonisch orkest ligt dat anders. Vele werken in die richting zijn ook meer opgedeeld in gedeeltes voor symfonisch orkest en gedeeltes voor jazzformatie. Ik bedoel beide werelden blijven in vele gevallen gescheiden. Hier is dat toch compleet anders? Het begin van ‘Dangerous Liaison’ is na de introductie enkele minuten voorbehouden voor het symfonieorkest alleen. Ik vond het zalig om me daar eens te laten gaan, maar in de andere werken ben ik vanaf het begin uitgegaan van één groot orkest, waarin de bigband als het ware een sectie wordt in het geheel. ‘Between Hope and Dispair’ is daar een goed voorbeeld van. Voor mij was het belangrijkste dat ik een instrument ter beschikking had, waarmee je alle emoties vorm kunt geven. In het verleden zijn er niet zoveel werken geschreven met zo’n grote symfonische bezetting. Dit is geen bigband plus wat strijkers. En dat is nu ook precies het probleem voor de komende uitvoeringen. Niet alle symfonische orkesten hebben dergelijke grote bezetting. Ik moet al zestig strijkers hebben om dit te kunnen realiseren. Concerteren met zo’n grote groep van pakweg 100 man is bovendien niet eenvoudig, want de podia waar dat mogelijk is, zijn eerder zeldzaam. Maar nu de cd er is komen er plots allerlei aanvragen. Er is er zelfs

één bij van het Mozarteum in Salzburg met Bobby McFerrin als dirigent. Het Symfonisch orkest van Maastricht heeft het ook al gespeeld samen met het BJO en in maart wordt het nog eens uitgevoerd in Oldenburg met een locale bigband en symfonisch orkest. Volgend jaar dirigeer ik dan zelf een concert in Zwitserland, dus er is wel wat weerklank! Ook tevreden over de liveopname? Jazeker, heel tevreden. Zelfs met de weinige repetities, die we er konden aan besteden. Aan een liveopname kan je achteraf niets of weinig veranderen. Moesten we in studio opnemen, dan zou er een meer propere, afgeborstelde versie van kunnen komen, maar dit ‘live’ aspect staat me wel aan. Dat de uitvoering van zo’n werk soms extreme reacties losweekt, is normaal en ik apprecieer dit zelfs, omdat dit betekent dat het niet onopgemerkt is voorbijgegaan.

Brussels Jazz Orchestra Hoe komt het dat dit mogelijk is in zo’n klein land, dan nog in een deelstaat ervan? Is dat een kwestie van de juiste mensen op het gepaste moment bijeen te krijgen? Dit is inderdaad het geval. Neem nu het BJO. Het heeft de eerste jaren heel veel idealisme gevergd om zo een bigband samen te houden. Het heeft ook tijd gevergd om de juiste mensen te vinden. Maar het is gelukt. En dat is vooral de verdienste van Frank Vaganée – in 1993 oprichter met Serge Plume en Marc Godfroid – die onvermoeibaar de kar is blijven trekken en de mensen motiveren. Het BJO heeft momenteel zelfs een voorbeeldfunctie in Europa, want in andere landen zijn er nog aan het komen. Een belangrijk punt is dat een componist zijn stukken meerdere keren uitgevoerd krijgt: het orkest moet daar kunnen in groeien. In de naoorlogse periode waren de grote bigbands vaak aan het toeren met dagelijkse concerten. Die muzikanten speelden elke dag nagenoeg hetzelfde repertoire en die stukken werden steeds beter uitgevoerd door middel van de herhaling. Ze kenden die muziek van buiten. Dat is wat nu gebeurt met mijn repertoire bij het BJO. Sommige stukken kennen ze onderhand al sinds tien jaar. En dan komt er vaak van alles bij. Wat op papier staat is nog nauwelijks 50% van wat je er mee kan doen als jazzorkest. Interpretatie en solowerk zijn die andere 50%. Op dat punt steekt het BJO er met kop en schouders boven uit. In de Swiss Jazz School in Bern sta ik ook aan het hoofd van de bigband en dan zijn er ook soms momenten dat je denkt nu zijn ze er,

Biografie

B

ert Joris werd op 18/1/1947 in een groot gezin in Antwerpen geboren. De muziek zit bij de Jorissen in het bloed. Klassieke studies brachten hem vaardigheid bij op de viool, piano en contrabas. Op zijn veertiende begon hij trompet te spelen en werd hij gebeten door de jazzmicrobe. Wat later onderbrak hij zijn studies aan het Antwerps Conservatorium vroegtijdig, om zich hoe langer hoe meer in de jazz te verdiepen. Hij stichtte zijn eigen kwartet met Michel Herr, Hein van de Geyn en een tiener achter de drums, Dré Pallemaerts. Zijn uitzonderlijke solistische begaafdheden brachten hem reeds op jonge leeftijd in het toenmalige BRT-Jazzorkest o.l.v. Etienne Verschueren. Van toen af werd zijn faam gevestigd, eerst als solist, later als componist en arrangeur. Ook dook hij regelmatig de opname studio in, niet alleen met kwartet maar ook met Joe Lovano als gast bij het kwartet (‘Solid Steps’ - 1986). Met Lovano werden ook heel wat concerten gespeeld. Toen genoot Lovano nog niet de bekendheid van vandaag. In 1992 begon hij een lange samenwerking met Philip Catherine, eerst in het kwartet, waarmee hij vaak op tournee ging, zelfs tot in Mexico, later ook in de studio (‘Blue Prince’ –Dreyfus). In 1996 werd hij al onderscheiden met de Django d’Or als beste Belgische jazzmuzikant en toen begonnen de schrijfopdrachten te komen, voor BJO plus Philip Catherine, met als resultaat in 2005 ook een cd voor Dreyfus Jazz (‘Meeting Colours’). Tijdens het Europalia Horta Festival had Bert Joris de leiding over de show You ain’t heard nothin’ yet, waarin zijn muziek door het Brussels Jazz Orchestra en The Sweet Substitutes werd vertolkt in combinatie met een reeks stomme films als eerbetoon aan jazzlegendes uit het verleden. Een aantal van deze muziekstukken is terug te vinden op de cd’s ‘Live’ en ‘The September Sessions’ (W.E.R.F.) van het BJO. Ook op de cd’s die voor het eerst door een Belgische muzikant, Marc Moulin, op Blue Note werden uitgebracht, is Bert Joris prominent aanwezig. Een aantal van de orkesten, waarmee Bert Joris ooit nog als solist heeft getoerd (o.a. de EBU Big Band, de radio-orkesten van de WDR en de NDR, de bigbands van Klaus Weiss, Al Porcino en Peter Herbolzheimer, het Nederlandse Metropole Orchestra, Félix Simtaines Act Big Band en het Brussels Jazz Orchestra), speelt vrij regelmatig zijn composities en arrangementen. Een mooie selectie Joris composities werden met het Brussels Jazz Orchestra op 13 en 14 september 2001 in de Brugse Werf live opgenomen, met de componist ook als solist en dirigent, voor de reeks ‘The Finest in Belgian Jazz’. Diezelfde reeks bevat ook een cd van Bert Joris’ eigen kwartet. En als voorlopig orgelpunt nieuw werk van Bert Joris voor bigband (BJO) en symfonisch orkest (deFilharmonie), live opgenomen tijdens een concert in het Antwerpse Singel op 27/05/2006, dat zelfs in de V.S. tot de top van 2006 wordt gerekend (www.allaboutjazz.com). Sedert 1987 geeft Bert Joris les aan de befaamde Swiss Jazz School in Bern (Zwitserland). Voor een uitgebreide biografie, bezoek www.jazzmozaiek.be.

Jazzmozaïek 1/2007

5


maar in zo’n school wisselt de bezetting met de jaren en dan begin je weer zowat van nul. Er is echter wel een groep in Zwitserland, die na de school verder bijeen gebleven is en nu vorm gekregen heeft in The Swiss Jazz Orchestra. Het is een orkest dat met de dag beter wordt en dat net met Jimmy McNeely (pianist, arrangeur) een plaat heeft opgenomen (www. swissjazzorchestra.com). Ze hebben heel wat muziek van mij op het repertoire en soms ben ik nog gastsolist.

Marc Moulin Je hebt ook opgenomen met Marc Moulin, hippe muziek, die op het eerste gehoor toch wel iets anders is dan wat je gewoonlijk doet. Hoe verloopt die samenwerking? Dit is sowieso een studioproductie. Ik vond

dat een heel plezante context om in te werken. Maar om daar mee op te treden is dat alles behalve evident. Je zit tegenover een opgenomen stuk muziek, waarmee er geen interactie mogelijk is. Live ook is dat met een background van gedigitaliseerde muziek, die u in een vast patroon zet. Dat is het minst interessante, maar de muziek op zich, daar kan ik me goed in vinden en ik vind Marc een fantastische man, een wandelende bibliotheek en discotheek. Maar nu wil Marc Moulin iets uitproberen, los van de cd-basis, live iets doen dat in het verlengde ligt van deze muziek. Verder weet ik er weinig van, want de repetities daarvoor zijn pas in maart voorzien. Ik ben dus echt benieuwd wat dit gaat worden, maar ik heb er alle vertrouwen in. Over stijlen kan je discuteren, maar Marc heeft een goede muzikale smaak. Bovendien heb ik als trompettist een

heel vrije rol. Mijn functie als solist wordt volledig gerespecteerd.

Het Bert Joris Quartet Je bent met je kwartet (Dado Moroni, Philippe Aerts en Dré Pallemaerts) gevraagd om een album op te nemen voor Dreyfus, het eerste voor een goed aangeschreven buitenlands label? Ja, er is een contract voor twee cd’s, met optie op een derde. Dit is de eerste. We hebben een week in de studio doorgebracht en die cd zal waarschijnlijk op Jazz Middelheim gepresenteerd worden. Niet makkelijk tegenwoordig om nog zo’n contract los te krijgen. Nee, maar ik had reeds voor Dreyfus gewerkt

Bert Joris: “De band die we met elkaar hebben in dit kwartet, al die jaren ervaring,

(foto: © Jos Knaepen)

kan je niet terugvinden in een eenmalige studiocombinatie.”

Bert Joris Quartet

Interesse in

Neem een kijkje op

6

Jazzmozaïek 1/2007

Jazzmozaïek activiteiten?

www.jazzmozaiek.be


met Philip Catherine, in kwartet (album ‘Blue Prince’) en ook met het BJO (‘Meeting Colours’), waarvan ik ook de productie had gedaan. Dus ik was er geen onbekende. En meneer Dreyfus wou al langer een trompettist in zijn stal. Zodus… van het een kwam het ander. Ik stelde hem mijn kwartet voor, maar hij had precies plannen om me te koppelen aan Amerikaanse muzikanten. Ondertussen heeft hij echter de leden van mijn kwartet beter leren kennen via opnames voor zijn label in andere combinaties, Dado Moroni met Rosario Giuliani, Philippe Aerts met Richard Galliano en ook Dré Pallemaerts, die zeer actief is in Parijs. De band die we met elkaar hebben in dit kwartet, al die jaren ervaring, kan je niet terugvinden in een eenmalige studiocombinatie. Dus ondertussen is mr Dreyfus bijgedraaid. Uiteindelijk ging hij ook akkoord met dit kwartet mijn muziek op te nemen, wat uiteraard mijn bedoeling was.

Toekomstplannen Bert Joris: Ik ben bezig met een programma rond Billie Holiday, genaamd ‘Strange Fruit’, waar ook schrijvers en dichters bij betrokken zijn. Het wordt een multimediaal project met ook filmbeelden. Op 21 april is de première gepland. Een jaar of vijf geleden heb ik ook zoiets gedaan in het filmmuseum rond Victor Horta in het Europalia Festival (2002). Het project heette ‘You ain’t Heard Nothing Yet’, waar ik de stomme films voorzag van muziek gespeeld door het BJO en The Sweet Substitutes. Op 24 mei is er in de Bijloke een uitvoering van een project met pianiste Nathalie Loriers en het Spiegel Strijkkwartet, waar ik muziek voor schrijf en ook muziek van Nathalie bewerk. De

bezetting wordt vol gemaakt met een contrabassist en met mezelf als solist. In juni ben ik te gast bij het Metropole Orkest in Nederland. Op het Blue Note Record Jazz Festival in Gent ga ik samenwerken met het befaamde Vanguard Orchestra, het huisorkest van de legendarische Village Vanguard jazzclub in Manhattan. In Gent zal deze Amerikaanse topband naast eigen repertoire een aantal nummers van mij spelen en ook een nieuw meerdelig stuk, een soort suite, die ik speciaal voor die gelegenheid ga schrijven in opdracht van het BNRF.

Selectieve discografie:

Orde op zaken

‘Warm Jazz’

Bert Joris: Vanaf nu is Eline Müller van The Amsterdam Jazz Agency (www.amsterdamjazzagency.com) verantwoordelijk voor de concertplanning en de zakelijke afhandeling van mijn kwartet, zodat ik zelf geen concerttournees meer moet plannen met de praktische en financiële regelingen er bij. Er komt heel wat bij kijken, contacten leggen, promotie voeren, paperassen en administratie, dat is niks voor mij. Vaak houd ik daar een kater aan over. Voor de tournee gekoppeld aan de release van de cd neemt Eline de zaken in handen. Belangrijk is ook dat mijn muziek zal uitgegeven worden. Koen Maes (Jazz & Beyond) gaat me daarbij helpen. Daarbij alles wat ik voor bigband heb geschreven en voor symfonieorkest. Koen gaat ook zorgen voor een website onder mijn eigen naam. Dat is meer dan nodig, al was het maar om de vele vragen uit het buitenland naar mijn muziek te kanaliseren. Dat had ik inderdaad al veel eerder moeten doen.

‘Magic Box’

Cd ‘Dangerous Liaison’ is uitgegeven door Domusic Productions en verdeeld door AMG (zie JM 4 van december 2006). Te koop ook via www.brusselsjazzorchestra.com. Boekingen Bert Joris Quartet: Amsterdam Jazz Agency B.V. - Tussen de Bogen 71 P.O. Box 14649 - 1001 LC Amsterdam - The Netherlands Tel: +31 (0)20 423 2294 - Fax: +31 (0)20 423 2295 - E-mail: 007@amsterdamjazzagency.co

‘Sweet Seventina’ Bert Joris Quartet - JAZZ CATS 6985 012 (1986)

‘Solid Steps’ Joe Lovano & B. Joris Quartet - JC 6011(1986)

‘Keep Hot’ Joe Haider & Mel Lewis Orchestra - Jeton (1986)

‘Extremes’ Act Big Band – Igloo (1987)

‘I should have known’ Wolfgang Haffner 5-tet - Jazz4ever (1990)

‘Whatever it is’ Wolfgang Haffner 5-tet - Jazz4ever (1991) Jochen Feucht - Mons records (1994) Joe Haider 5-tet – JHMrecords (1995)

‘Anniversary Big Band 92’ J. Haider & B.Joris - JHM records (1995)

‘Swiss Jazz School Big Band live at Montreux’ (1997)

‘Portraits’ Amsterdam Jazz 5-tet - CHR 70048 (1997)

‘Le Bal Masqué’ Bert Joris & Dré Pallemaerts - Polygram (1998)

‘Notes of life’ Michel Herr 5-tet - Igloo (1998)

‘Don’t forget the poet’ Enrico Pieranunzi 5-tet. - CHR 70065 (1999)

‘Playground’ Amsterdam jazz 5-tet - CHR 70071 (1999)

‘Four of a kind’ VDH 99CR01 (1999)

‘Blue Prince’ Philip Catherine 4-tet - Dreyfus Jazz (2000)

‘Summer Night’ Philip Catherine 4-tet - De Werf (2001)

‘Bert Joris 4-tet Live’ W.E.R.F.035 (2001)

‘Brussels Jazz Orchestra plays the music of Bert Joris’ W.E.R.F.029-030 (2002)

‘Back to the old world’ Philippe Aerts 4-tet. - Igloo 162 (2002)

‘Top Secret’ Marc Moulin - Blue Note (2001)

‘In Summer’ PS: Noteer dat de concerten die er nu binnenkort aankomen overwegend duo optredens zijn met Dado Moroni, hier en daar ook in kwartetvorm, zij het niet met Philippe Aerts en Dré Pallemaerts. De tournee met het BJ4 begint pas na de voorstelling van de cd.

Jack Bowers in het Amerikaanse AllaboutJazz over ‘Dangerous Liaison’ (BJO en deFilharmonie): “I am loath to use the word masterpiece when appraising any musical endeavor, but there is simply no better way to describe these remarkable compositions for big band and symphony orchestra by the superb Belgian composer/trumpeter Bert Joris, which together frame the definitive answer to anyone who says there’s not much happening on the European jazz scene.” Dit album werd in het bekende Allaboutjazz geciteerd bij de beste cd’s van 2006. (www.allaboutjazz.com)

Paulien van Schaik & Hein van de Geyn & Bert Joris. Challenge SACHR 70118 (2003)

‘Entertainment’ Marc Moulin - Blue Note (2004)

‘’til now’ Hendrik Braeckman Group - W.E.R.F.048 (2004)

‘Meeting colours’ BJO/Philip Catherine/ Bert Joris - Dreyfus jazz (2005)

‘I Am You’ Marc Moulin - Blue Note (2006)

‘Dangerous Liaison’ Flanders Filharmonic/BrusselsJazzOrchestra/ Bert Joris – Domusic (2006)

Jazzmozaïek 1/2007

7


Georges Tonla Briquet

H

ad je een specifiek doel voor ogen toen je vertrok? Dat is een goede vraag waarop ik niet zo gemakkelijk een duidelijk antwoord kan geven. Ergens was er wel een doel maar het ging eerder om iets abstracts dan om een echt concreet plan. Ik ben verzot op de zwarte Amerikaanse muziek: jazz, blues, soul… Die genres hebben me altijd gefascineerd. Daarom wilde ik naar het hart van de bron. Voor het overige had ik geen welomlijnd idee zoals bijvoorbeeld te kunnen spelen met Herbie Hancock of Keith Jarrett. Als je terugblikt, ben je dan een tevreden man of heb je gemengde gevoelens? We zijn precies een maand terug en ik denk nog veel aan alles wat net voorbij is. Ik beklaag me zeker geen enkele beslissing. Was ik hier gebleven, dan had ik misschien een vaste job als leraar aan een conservatorium of kwam ik meer aan de bak als muzikant maar de ervaring die ik opgedaan heb, is toch wel van onschatbare waarde. Zo heb ik heel veel over mezelf ontdekt. Ginder ben ik van mezelf een aantal zaken beter beginnen te begrijpen.

Nicolas Thys: “Wat de charme van New York uitmaakt, is dat je nooit op voorhand weet waar je terechtkomt als men je vraagt.” Welk is het grootste verschil tussen de Nicolas Thys van voor zijn vertrek naar New York en de Nicolas Thys die hier nu zit? Wie imiteert of kopieert, mag het vergeten in New York. Je enige kans om te overleven, is jezelf te zijn. Dat is alleszins een belangrijke les die ik geleerd heb. Het is voor mij nu veel gemakkelijker om mezelf te zijn, als muzikant maar ook als mens. Vroeger was ik veel schuchterder. Ik stelde me tevens constant de vraag wat anderen over mijn werk dachten,

8

Jazzmozaïek 1/2007

Nicolas Thys “Wie imiteert of kopieert, mag het vergeten in New York” New York is voor vele jazzmuzikanten nog steeds de ultieme uitdaging. Een klein aantal van hen bereikt daar de top maar voor het gros eindigt de tocht in een overlevingsstrijd. Bassist Nicolas Thys woonde er zeven jaar maar keerde begin dit jaar terug. In een Brusselse kroeg blikken we met hem terug op deze periode. zeker als het niet volledig strookte met wat gangbaar was in de Belgische scene. Nu doe ik wat ik doe en ik zie wel verder. Dat komt ook duidelijk tot uiting in mijn speelstijl. Alles is steviger en persoonlijker. Wat zijn de absolute do’s-and-don’ts in New York? Het beste wapen is absoluut zelfvertrouwen. Je moet er toekomen met de overtuiging dat je hen iets kan bijbrengen. Dat is geen kwestie van pretentie maar je moet zeker zijn van jezelf om mee te kunnen in de drukke heksenketel van activiteiten. Gedurende mijn verblijf had ik constant de indruk dat ik op een rollercoaster zat. Dat is heel plezierig maar eveneens enorm vermoeiend. Ook belangrijk is dat je zoveel mogelijk mensen ontmoet. Dan stel je meteen vast dat iedereen erg open is en dat ze je graag de hand reiken. Voor ik vertrok, gaf Kris Defoort me nog een gouden raad: weiger nooit om iemand te vervangen als men het vraagt. Hier in België vind je wel regelmatig een reden om een dergelijk aanbod af te wijzen. Je bent te moe, je bent niet in vorm, je kent de muziek niet goed genoeg, …Dat is ginder totaal uit den boze want je weet nooit wat er kan gebeuren. Misschien is de drummer van die avond ook nog actief in een andere groep en vraagt hij je om ’s anderdaags mee te spelen. Je moet dus open staan en je niet afschermen, anders ben je verloren. Waarschijnlijk kunnen we een volledig magazine vullen met je anekdotes. Kan je ons de opmerkelijkste aanhalen? Ik heb een paar keer met John Scofield gespeeld. Het ging om audities voor zijn nieuwe groep. Er waren een veertigtal kandidaten waarvan er op het einde nog twee overbleven, waaronder ikzelf. Uiteindelijk heeft die andere de job gekregen. Ik was toch een mooie ervaring rijker. Wat me ook goed bijgebleven is, zijn de vier maanden dat ik in een zwarte club van de West Village mocht

optreden. Op de setlist stonden enkel funk en r&b en dat voor een publiek van hoofdzakelijk kleurlingen. Het is muziek die ik indertijd wel ergens aanvoelde maar bij het spelen had ik toch steeds de indruk dat er iets ontbrak. Daar heb ik op dat gebied mijn zelfvertrouwen gevonden. Wat ik zeker ook wil vermelden, is mijn ervaring met Isaac Mizrahi. Hij is een New Yorkse persoonlijkheid die erg bekend is in de designerwereld en verzot is op oude Broadway-jazz. Hij had een eigen show waarin hij als een soort stand-up comedian zijn levensverhaal vertelde en waarbij drummer Joe Strasser, pianist Ben Waltzer en ikzelf hem begeleidden. Ik werd volledig ondergedompeld in de Joods-New Yorkse cultuur van o.a. Woody Allen en Gershwin. Die man kreeg later ook een talkshow op tv waarin ik eveneens mocht optreden. Er zijn nog vele andere anekdotes natuurlijk waaronder ontelbare fantastische gigs in kleine clubs. Wat de charme van New York uitmaakt, is dat je nooit op voorhand weet waar je terechtkomt als men je vraagt. Twee jaar geleden heb ik ginder ook een eigen groep opgericht, Nic Thys & The 68 Monkeys. De muzikanten zijn tenorsaxofonist Chris Cheek, pianist Jon Cowherd, gitarist Ryan Scott en drummer Dan Rieser. Voor het geld moesten ze het niet doen want ik kon hen haast niets betalen. En toch kwamen ze spelen terwijl ze ’s anderendaags op het podium stonden met Paul Motian, Charlie Haden, Brian Blade of Norah Jones. Dat maakt deel uit van de typische mentaliteit die je in New York aantreft. Was er dan geen enkele negatieve ervaring? Toch wel maar meer op persoonlijk vlak. Er was een jaar dat het niet zo goed ging met mij en dat had ook een invloed op mijn sociaal leven. Ik was depressief en kwam haast niet meer buiten. Totaal fout natuurlijk want men moet je overal zien en best straal je dan ook nog een positieve energie uit. Dat was een zwarte bladzijde uit mijn avontuur ginder.


Waarom ben je eigenlijk teruggekomen? (wacht even). Bondig samengevat komt het er in New York op neer dat je ofwel een jazzasceet wordt ofwel blijf je de eeuwige teenager die alsmaar meer wil leren. Ik heb een heel toffe periode meegemaakt en ik kon overleven door o.a. goed betaalde rockgitaarlessen te geven aan jongeren maar dat was niet mijn uiteindelijke bedoeling. Bovendien kwam ik in mijn persoonlijk leven op een punt waar ik welbepaalde beslissingen moest nemen. Mijn gezin is belangrijk voor mij. We hebben een kindje en er is een tweede op komst. We hadden weliswaar veel geluk door heel betaalbaar logies te vinden maar mijn vrouw werkt niet, ik moest dus drie personen onderhouden. Aangezien er ginder geen sociale structuur bestaat zoals hier begon dat alles toch wel door te wegen. Om die redenen ben ik teruggekomen. Daar kwam nog het feit bij dat ik het de laatste twee à drie jaar ook artistiek minder interessant begon te vinden dan in het begin. Dat jaar van mijn depressie heeft me veel werk en contacten gekost. Daarna was voor mij het plezier er wat af. Voor alles betaal je een prijs in New York. Ondertussen heb ik voor mezelf de bedenking gemaakt dat het hoofdstuk New York afgesloten is. Heb je al plannen voor de volgende maanden? Een heleboel zelfs. Met mijn broer Toine Thys komt er een groep onder de naam T&T. We praten er al jaren over maar nu is het eindelijk zover. We brengen vooral eigen nummers aangevuld met wat standards. Als extra muzikanten denken we aan gitarist Jacques Pirotton en de Tsjechische drummer Karl

(foto: © Jos Knaepen)

Je hebt altijd de link met België bewaard. Maakte je het jezelf op die manier niet moeilijk om echt door te breken? In mijn geval was dat een goede keuze denk ik maar dat is niet voor iedereen zo. Ik leerde in New York een drummer uit Georgië kennen die daar vijf jaar geleden toegekomen is. Voor hem was er geen ander alternatief dan al zijn bruggen achter zich te verbranden. Niet alleen om politieke en diplomatische redenen maar gewoonweg ook omdat er in zijn thuisland geen plaats is voor jazz. Doordat ik nog regelmatig terug naar hier kwam, heb ik mijn vroegere contacten kunnen behouden en kreeg ik nog geregeld aanbiedingen. Hierdoor kon ik het financieel redden. Had ik daarentegen alles hier opgegeven, dan was ik misschien niet teruggekomen maar dat zal ik nooit weten.

Nicolas Thys

Nicolas Thys: “Het is voor mij nu veel gemakkelijker om mezelf te zijn, als muzikant maar ook als mens.”

Janushka. Daarnaast is er een duo met Pierre Van Dormael waarbij ik elektrische bas speel. Hier draait alles rond de muziek die ik schreef voor de kortfilm ‘Zero db’. Dan heb je The 68 Monkeys waarover ik het daarstraks had. Dat is natuurlijk een grootser en duurder project maar we hopen toch op één van de grote zomerfestivals aanwezig te kunnen zijn. Ik heb ondertussen een solo-cd opgenomen onder mijn eigen naam. Ook hier weer enkel eigen nummers. Ik speel en zing alles zelf. De cd is te koop via internet (www.nicolasthys.com). Er is tevens een project met Jeroen Van

Herzeele en Dré Pallemaerts waarmee we op BNRF staan. Verder komt er hopelijk een vervolg op de samenwerking met Billy Hart, Peter Hertmans en Erwin Vann want de concerten naar aanleiding van de cd ‘Stone Sculpture’ lokten heel wat positieve reacties uit. Om af te ronden kan je nog vermelden dat ik te horen ben op de nieuwe cd van Frankie Rose, ‘Brotherhood’. De drummer hier is trouwens Dan Rieser die bij The 68 Monkeys speelt. Nicolas Thys is op 18 april te gast in Bozar samen met Kris Defoort Sound Plaza.

Jazzmozaïek 1/2007

9


Georges Tonla Briquet

Pierre Vaiana

Kruisbestuiving tussen jazz en folk

H

ij studeerde in New York, verbleef jaren in Afrika en verdiept zich tegenwoordig vooral in zijn Siciliaanse roots. Uit een anderhalf uur durend gesprek distilleerden we volgend artikel.

De Europese jazz kwam de laatste jaren in een heuse stroomversnelling terecht. Steeds meer muzikanten van het oude continent halen hun inspiratie bij de eigen volkstradities en gaan minder en minder leentje buur spelen bij een cultuur die de hunne niet is. Als we iemand moeten kiezen die met kennis van zaken over deze hele evolutie kan praten, is het componist-sopraansaxofonist Pierre Vaiana wel. de overdracht door de jaren heen op heel directe wijze gebeurde. Jazz is ginder ontstaan en is daar ook continu blijven evolueren door bijdragen van zowel de oudere als de jongere generaties. Bovendien komen de nieuwe elementen bij hen vooral vanuit Afrikaanse hoek. In Europa is dat alles toch wel verschillend. Die band met swing is bijvoorbeeld veel minder sterk aanwezig. Ondertussen zijn ook hier de zaken geëvolueerd en is het ritme weliswaar zeer belangrijk geworden bij tal van muzikanten. Denk maar aan Aka Moon, Pierre Van Dormael en anderen die heel wat werk verricht hebben in dit verband. In Europa verdiept men zich tegenwoordig ook meer en meer in de wereld van de volksmuziek en gaat men zo

uitgebreider aandacht schenken aan de eigen origine. Een overbekend voorbeeld hiervan is natuurlijk Jan Garbarek die de Scandinavische erfenis verwerkt in zijn muziek. Met L’Ame Des Poètes probeer ik samen met Fabien Degryse en Jean-Louis Rassinfosse de Franse muziek en het chanson te herwaarderen in plaats van ons toe te spitsen op standards uit die typisch Amerikaanse cultuur waar wij in Europa niet zo vertrouwd mee zijn, zeker niet aan Waalse zijde. Daarom vraag ik dikwijls tijdens workshops dat men populaire liederen van bij ons meebrengt. Die nemen we dan als basis en van daaruit improviseren we verder. Wat ik eveneens aanvoel, is dat hier in Europa een hogere graad van individualisme heerst

(foto: © Jos Knaepen)

Wat is volgens jou het grote verschil tussen de Amerikaanse en de Europese jazz? Van 1986 tot 1990 heb ik in New York gewoond en recent ben ik er teruggekeerd om mijn zoon te bezoeken. Overal voel je nog steeds een ongelooflijk sterke energie. Wat ook altijd opvalt, is dat er veel aandacht besteed wordt aan ritme en swing. Hierdoor hoor je duidelijk de link met de oorsprong van de jazz. Die band is bij de Amerikanen zeer sterk aanwezig omdat

“Men mag nooit zijn eigen identiteit uit het oog verliezen…”

Pierre Vaiana

10

Jazzmozaïek 1/2007


die maakt dat iedereen zelf wil schrijven en componeren. Die drang is er niet zozeer om zich te onderscheiden van anderen maar om eigen tradities te koppelen aan deze van de jazz. Stilaan komt er zelfs een extra kentering op gang in die zin dat de Amerikanen nieuwsgierig worden naar wat hier op dat gebied allemaal gebeurt. Je was indertijd een van de sleutelfiguren uit de hele scene rond de Kaai in Brussel. Als we terugblikken, blijkt dat toch wel een heel belangrijke periode geweest te zijn voor de Belgische jazz. Waren jullie zich er enigszins van bewust dat de impact zo groot zou zijn? Ik had iets gelijkaardigs al meegemaakt in Luik op het einde van de jaren zeventig, begin jaren tachtig. Aan het conservatorium bestond daar toen een heel dynamische scene met Henri Pousseur als sleutelfiguur. Er waren een paar clubs waar we elkaar constant opzochten en samen musiceerden. Bij mijn terugkomst uit New York ontdekte ik eenzelfde beweging in de Kaai. Veel muzikanten die voordien in Luik vertoefden, vonden elkaar nadien trouwens terug in Brussel. De Kaai was dus een beetje een voortzetting van wat in Luik eerder gestart was. Een plaats waar je vrijuit kan experimenteren zonder commerciële verplichtingen is iets unieks. Nochtans kregen we uit bepaalde hoek veel kritiek omdat we zogezegd de marktprijzen kelderden aangezien de toegang gratis was. Ze vergaten daarbij wel een ding, wij waren onze eigen werkgever. Sindsdien zijn er nog plaatsen bijgekomen die dat systeem van (bijna) gratis spelen hanteren en daarbij verwijzen naar de Kaai. Het grote verschil is echter dat zij dan geld verdienen op onze rug. Om nu je vraag volledig te beantwoorden, kan ik zeggen dat we ons er enigszins wel bewust van waren dat daar iets speciaals aan de hand was. Ik herinner me nog zeer goed de laatste avond dat ik in de Kaai speelde. Dat was samen met Fabian Fiorini, Stéphane Galland en Laurent Blondiau. Het was een haast magisch concert. Je voelde binnen die muren de vibraties van tien jaar musiceren. Nadien kwam er een rechtstreeks vervolg in die zin dat alle betrokken muzikanten met hun ervaringen elders uitpakten en zo nieuwe dingen gegenereerd hebben. Laten we meteen een grote sprong voorwaarts nemen en wat praten over je recente project ‘U Funnacu’. Hier werk je echt op het kruispunt van jazz en volksmuziek. Na het Afrikaanse avontuur met Foofango had ik nog sterker het gevoel dan voordien dat ik op zoek moest gaan naar mijn eigen roots.

In 2000 volgde ik een cursus bij de Italiaanse muzieketnologe Giovanna Marini over de gezangen uit Zuid-Italië. Het is daar dat ik voor het eerst verhalen hoorde over de tradities van de Siciliaanse voermannen. Stilaan is mijn interesse gegroeid voor dat onderwerp, vooral ook omdat mijn grootvader langs moeders kant dat beroep uitgeoefend had. Vervolgens nam ik contact op met de universiteit van Palermo om dit onderwerp verder te kunnen uitdiepen. Een heel goede informatiebron op dat gebied is de verzamel-cd ‘Canzuna A La Carritera’ (Fonti Musicali). Dat alles heeft iets wakker geschud in mij. Heel mijn leven heb ik mij afgevraagd waarom ik met muziek begonnen ben want in onze familie was er niemand die een instrument bespeelde. Tot ik de link ontdekte met mijn grootvader en de traditie van de voerzangers. Die voerzangers kwamen samen in herbergen, de funnacu. Het waren de welkome tussenhaltes op hun lange reizen. Ze hielden er ook af en toe zangwedstrijden. Door hierover te praten met vrienden uit Algerije ben ik tot de vaststelling gekomen dat de Siciliaanse funnacu overeenstemmen met de Arabische funduq die eveneens herbergen waren voor reizende handelaars. Met dit gegeven wilde ik iets uitbouwen over de parallellen die er bestaan tussen deze twee mediterrane werelden, liefst met muzikanten die zich daar eveneens nauw verwant mee voelden. Zo kwam ik terecht bij Carlo Rizzo, een tamboerijnspeler met wie ik al heel lang wilde samenwerken. De derde persoon die ik er absoluut bij wilde was pianist Fabian Fiorini. Met ons drie vormen we de kern van dit hele project. Samen hebben we al heel wat verdere opzoekingen verricht. Voor de live uitvoering doen we beroep op extra muzikanten en zangers. Hebben jullie een specifieke werkwijze gehanteerd om de traditionele muziek te verweven in een jazzcontext? Voor mij was dat een heel natuurlijk proces. Zo natuurlijk zelfs dat we een paar van mijn vroegere composities gebruikt hebben om het hele verhaal te stofferen. Ik kwam tot de vaststelling dat er al een hechte band aanwezig was tussen mijn speelstijl en de modale erfenis op het kruispunt van Afrika, Europa en het Oosten. In de muziek die ik voor ‘U Funnacu’ geschreven heb, zitten verschillende zaken vervat. Daarom ook dat sommigen al de opmerking maakten dat het vele richtingen uitgaat. Dat klopt maar wel om een zeer duidelijke reden. In dit project wordt zowat alles weerspiegeld wat ik tot de dag van vandaag geleerd heb. Ik heb de traditie van de jazz heel grondig bestudeerd tijdens mijn beginperiode bij Jacques Pelzer in

Luik en later nog met Joe Lovano in New York. Met Henri Pousseur heb ik mij toegelegd op de hedendaagse muziek. Nadien volgde de freejazz met Steve Lacy. De traditionele Afrikaanse muziek kwam aan bod via mijn werk met Foofango. Recenter ontstond dan mijn interesse voor de mediterrane muziek. Voor mij bestaat er een nauw verband tussen dit alles en eindelijk heb ik een groep, Al Funduq, waarin ik dat alles kan assimileren. Langs deze weg heb ik eigenlijk het juiste kanaal gevonden om mijn muzikale persoonlijkheid volledig tot uiting te laten komen. Ik werd ondertussen eenenvijftig en ben er mij van bewust dat het tijd vergt om een bepaalde maturiteit te bereiken. In Fabian en Carlo heb ik gelijkgestemde zielen gevonden. Zij begrijpen mij en ze hebben ook hun eigen plaats in dit project. Dat is belangrijk. We vullen elkaar aan en gaan steeds verder in onze exploraties maar we weten wel duidelijk waar we naar toe willen.

Pierre Vaiana: “Men moet zijn identiteit kunnen plaatsen in de context van een open wereld waar veel gereisd wordt en waarin alles beweegt en ontwikkelt.” Zijn de funnacu ook broeihaarden van muzikale experimenten? Het is een combinatie van verschillende elementen. In eerste instantie waren het plaatsen waar handel gedreven werd maar men wisselde er ook van gedachten over de meest uiteenlopende onderwerpen. Vergelijk het met een soort ambassade. Heel wat naties hadden zo hun eigen funnacu in het centrum van een aantal steden. Het waren zeker geen concertplaatsen. Ze organiseerden wel zangwedstrijden maar enkel in besloten kring. Het was een beetje gelijkaardig aan de Kaai waar je terecht kon voor jamsessies. Een opvallend aspect was dat ze de tijd namen voor alles. Sommigen verbleven een lange periode in een funnacu, soms zelfs weken. Eveneens belangrijk was de notie van gemoedelijkheid. Er werden maaltijden genuttigd in een uitgelaten sfeer. De dag van vandaag is dat nog steeds zo bij de voermannen. Als ze zangwedstrijden organiseren, gaat dat gepaard met uitgebreid tafelen en de nodige liters wijn (lacht). Een tijdje geleden heb ik meegewerkt aan een project in het Zuiderpershuis. Dat was een soort funnacu-avond met muzikanten uit verschillende gemeenschappen en culturen. Er was tevens een gastentafel verzorgd door een aantal verenigingen. De sfeer was echt ongelooflijk. Dat is precies waar ik naar toe wil. Het begrijpen van elkanders culturen via dergelijke ontmoetingen.

Jazzmozaïek 1/2007

11


Hebben jullie ‘U Funnacu’ al live gespeeld in Sicilië? Dat blijft voorlopig nog een droom maar de contacten zijn er. Het is mijn doel dit project in het hele mediterrane gebied te kunnen brengen telkens met lokale gastmuzikanten. Vandaag de dag zijn er heel weinig contacten tussen de verschillende oevers van de Middellandse Zee, ook al hebben ze een gemeenschappelijke erfenis. Er wordt met alle mogelijke middelen gestreefd naar één groot Europa. Bestaat het gevaar niet dat dit leidt tot een vervlakking, een uitholling en zelfs een bedreiging van de bestaande lokale culturen? Men mag nooit zijn eigen identiteit uit het oog verliezen in het geheel van een verenigd Europa. De Frans-Arabische zanger Abd Al Malik poneerde ooit dat je een boom niet mag beperken tot zijn wortels. Dat is heel goed uitgedrukt. De wortels zijn belangrijk maar er zijn ook de takken en de bladeren. In het verlengde hiervan denk ik dan aan iets wat Saint-John Perse ooit zei: “de traditie is een boom die zijn vruchten in het verleden draagt maar met zijn wortels in de toekomst duikt”. Men moet zijn identiteit kunnen plaat-

12

Jazzmozaïek 1/2007

(foto: © Jos Knaepen)

Het toekennen van subsidies voor zulke initiatieven kan een eventueel alternatief zijn maar dan bestaat wel het gevaar dat je terechtkomt in een wedloop tegen de tijd om steeds nieuwe projecten in elkaar te boksen. We zijn sowieso verplicht ons repertoire constant te vernieuwen om aan de bak te blijven. Dat is geen evidente situatie. Toen ik naar Afrika vertrok voor vier jaar om daar les te geven was ik echt blij om van die sleur verlost te zijn. En toch had ik ginder voortdurend de gelegenheid te spelen, muzikanten te ontmoeten en zelfs opnamen te maken. Het grote verschil was dat er geen druk achter zat. De projectenkoers is een mes dat aan twee zijden snijdt. Het positieve is dat het muzikanten aanzet creatief te blijven. In het buitenland vinden ze trouwens de mogelijkheden die we op dat gebied in België hebben gewoon fantastisch. Het nadeel is dat alles binnen een tijdspanne van zowat ongeveer twee jaar moet gebeuren. Volgens mij zou het interessanter zijn om dit te spreiden over een periode van minstens vier tot vijf jaar. Ik weet nu al dat het thema van de funnacu misschien de rest van mijn leven in beslag zal nemen. Het verder uitdiepen en verdedigen van die erfenis zal veel tijd opslorpen maar ik moet de financiële middelen vinden natuurlijk.

Pierre Vaiana

Pierre Vaiana: “Ik weet nu al dat het thema van de funnacu misschien de rest van mijn leven in beslag zal nemen.”

sen in de context van een open wereld waar veel gereisd wordt en waarin alles beweegt en ontwikkelt. Als dat niet gebeurt, bestaat er inderdaad een groot gevaar. Zo sta ik op de bres om mijn moedertaal, het Siciliaans, van de ondergang te redden. Men leert het niet meer aan en beschouwt het zelfs een beetje als een vulgaire taal. Het is net hetzelfde verhaal met het Waals en ook waarschijnlijk met Vlaamse dialecten. Volgens mij moeten we al die talen verdedigen. Het zijn net die culturen die in de minderheid zijn die de kleurrijke mozaïek van het hedendaagse Europa vor-

men. Ik vecht voor het behoud van die tradities maar wel op creatieve wijze. Integratie is daarbij een absolute vereiste. In deze context heb ik mij tot doel gesteld de gezangen van de voerzangers in ongewijzigde vorm te vrijwaren van de vergetelheid. Daarnaast wil ik met ‘U Funnacu’ bewijzen dat je dit alles kan transponeren naar een andere dimensie en dat je het bijvoorbeeld kan integreren in een jazzidioom. Het is een moeilijk gevecht maar het is nodig. Bewaren moet, maar een open geest behouden is daarbij een essentiële vereiste.


Grootstedelijk moz

aï ek

D

ankzij een integere visie die garant staat voor kwaliteit, heeft The WAB de aandacht getrokken van iTunes, zodat al deze Belgische muziek sinds vorig jaar ook wereldwijd verkrijgbaar is via de grootste online muziekwinkel. In mei lanceren we The WAB-JazzLab Series: een uitgebreide en overzichtelijke bron van informatie over beschikbare cd’s van Belgische jazz, dit alles meteen gelinkt aan de shop van iTunes voor praktische aankoop van muziek. Voor de informatie maken we dankbaar gebruik van de exhaustieve databank met informatie over alle Belgische jazzmuzikanten en –releases van het Muziekcentrum Vlaanderen. Ondertussen blijven de tournees door Vlaanderen de hoofdbrok van onze werking. Wanneer u deze tekst leest, heeft het Michel Bisceglia Trio de helft van zijn concerten afgewerkt. Ze concerteren slechts zelden op eigen bodem, wat jammer is, want het Michel Bisceglia Trio staat voor pure lyrische stijl en klasse. Hun nieuwe cd ‘Inner You’ wordt tijdens deze tournee aan het publiek voorgesteld. Ook het negenkoppig collectief Saxafabra brengt een nieuwe cd op de markt en toert in april door Vlaanderen. Deze groep Belgische en Marokkaanse muzikanten werd samengebracht door componist/saxofonist Cesariusz Gadzina (ex-BL!NDMAN) en biedt een unieke visie op jazz. Vier percussionisten, vier saxofonisten en één tubaspeler bouwen samen aan een groot-

Aarlenstraat 75-77 B-1040 Brussel Tel: 02/286 82 11 Fax: 02 230 05 89 http://www.sabam.be e-mail: info@sabam.be

(foto: © Jos Knaepen)

Dit voorjaar ziet een unieke samenwerking het licht. JazzLab Series slaat de handen in elkaar met The Wack Attack Barrack (www.thewab.com), het eerste onafhankelijke e-label voor Belgische muziek.

Michel Bisceglia Trio

stedelijk mozaïek van oost en west, die alle stijlen overstijgt. JazzLab Series sluit het seizoen af met Alien Bitesize, waarbij een jazztrio, een dj en elektronica zorgen voor muziek die zindert van de energie. Met zin voor humor en zelfrelativering passeren jazz, lounge en een vleugje surf de revue. Tussendoor verzorgt het project van Johan Derycke, Cyclophonics, muzikale commentaar bij de wielerklassiekers Milaan-San Remo, op 24 maart in CC De Schakel, Waregem en Parijs-Roubaix, op 15 april in het Volkshuis van Sint-Niklaas.

Maart 07 April 07 Mei 07 24 mrt/14 ap

Michel Bisceglia Trio & JazzUnlimited: Stefan Orins Trio Saxafabra Alien Bitesize Cyclophonics. Rechtstreeks muzikaal commentaar bij de koers van de dag

U vindt het volledige programma op www.jazzlabseries.be Ilka Stevens/Mik Torfs

Geniet het vertrouwen van duizenden auteurs

Jazzmozaïek 1/2007

13


nieuws

Een ma(a)ndvol jazz In mei is het festivalmaand met topacts over het gehele land: Luik, Liberchies, Antwerpen, Bilzen en Brussel. En dan maken

O

p 4 en 5 mei opent Jazz à Liège het lentefestivalseizoen. Een mooie affiche met grote namen en ook vooraanstaande groepen van bij ons: op vrijdag 4/5: David Sanchez Band, Octurn feat. Magic Malik, Phil Abraham & Jazz Me Do en Ruocco-Simtaine-Rassinfosse Trio. Op zaterdag 5/5: E.S.T., Dave Douglas Keystone Sextet, Bojan Z trio, maar ook Charlier/Sourisse Quartet en Louis Winsberg Trio. Esbjörn Svensson (p), Dan Berglund (b) en Magnus Öström vormen samen het Zweedse trio E.S.T. dat recent de cd ‘Tuesday Wonderland’ (ACT Music) uitbracht. De vergelijking met de Bad Plus gaat niet helemaal op, al brengen ze natuurlijk avontuurlijke, van alle genres doordrongen jazzmuziek. Niet te missen! Voor meer info: www.jazzaliege.be

(foto: © Jos Knaepen)

Op 12 en 13 mei is het rendez-vous voor Django à Liberchies, een treffen van de liefhebbers van swing trouw aan de zigeuner-

E.S.T.

14

Jazzmozaïek 1/2007

traditie. De absolute topact wordt het optreden van Philip Catherine met zijn trio en als special guest Quentin Liègeois (zaterdag 12/5 om 22.15 u). Verder op het programma: Donkey Diesel, Ritary Gaguenetti, Lollo Meier Quartet, Poum Tchack en Tchavolo Schmitt. Info: www.django-liberchies.be

(foto: © Jos Knaepen)

we ons ook al op voor de zomerfestivals!

Op vrijdag 25 en zaterdag 26 mei is het Jazz Marathon in Brussel. Op diverse plaatsen in de hoofdstad vinden 125 gratis concerten plaats. Info: brusselsjazzmarathon.be. De VW Spring Sessions zijn al vanaf begin maart gestart en de concerten lopen tot in juni over locaties in het gehele land. Het is de tiende uitgave en het programma is opnieuw een mengeling van alle genres jazz, funk, soul, wereldmuziek, enz. Onder de noemer Alert! wordt een ruimere plaats toegemeten aan bruisende talenten en

Philip Catherine


(foto: © Jos Knaepen)

frisse projecten. Een bijzonder concert belooft Roberto Fonseca (29 april in AB Club) te worden. Deze jonge Cubaanse pianovirtuoos, die nog optrad met Ibrahim Ferrer en Omara Portuondo, is aan een internationale doorbraak bezig. Zijn nieuwe cd ‘Zamazu’ (Enja Records) verschijnt binnenkort. In Vooruit Gent staat Tin Hat op 8 mei, Anouar Brahem Trio op 10 mei. Dit trio is ook de dag voordien in de Roma Borgerhout. Daar treedt op 24 mei nog Philip Catherine op. Maar als top of the bill en als afsluiter komt op 27 juni in het Koninklijk Circus in Brussel het Pat Metheny/Brad Mehldau Quartet met Larry Grenadier (b) en Jeff Ballard (dr). Misschien nog de VW Spring Sessions podcasts vermelden, exclusief aangemaakt door de artiesten zelf, met interviews, nieuwe tracks en speciale nieuwtjes. Info: www.vwspringsessions.be en www.vwspringsessions.be/alert

Op zaterdag 12 mei heeft de eerste editie van het Antwerp Harbour Jazz & Soul festival plaats in de Waagnatie te Antwerpen. Antwerp Harbour Jazz & Soul kiest bewust voor het programmeren van de minder traditionele jazz, maar eerder zijn vele uitlopers van soul, funk, hip-hop, salsa tot blues, enz. Het festival hanteert één enkele ticketprijs en program-

Roberto Fonseca

Jazz in de Bijloke Gent

vr 20.04.’07

20:00

De Bijloke programmeert vanaf dit seizoen meerdere jazzconcerten met in de hoofdrol topmusici van bij ons. Zie het als een soort Rendez-Vous: publiek en artiesten zitten voor één keer samen op het podium en achteraf is er steeds ruimte en tijd om elkaar én de muziek beter te leren kennen …

AMINA FIGAROVA SEPTET De Rotterdamse Amina Figarova, met roots in Azerbeidzjan, een Belgisch paspoort op zak en van oorsprong een klassieke pianiste, is geëvolueerd tot een loepzuivere jazzpianiste. Het septet is voor haar de ultieme orkestratie: de power en het rijke kleurenpalet van een bigband, de intieme transparantie van een trio.

za 10.03.’07

do 24.05.’07

20:00

JEF NEVE & PIET VAN BOCKSTAL Jef Neve en Piet van Bockstal in een even onverwacht als intimistisch kamermuziekduo: een akoestische confrontatie tussen twee werelden of toch niet? Vertrekkend vanuit hun oerklassieke opleidingen, laverend tussen hedendaags en improvisatorisch om tot slot te eindigen bij een symbiose van Heinz Holliger, Gyorgy Kurtag, maar ook oude knar en nooit kapot te krijgen Johann Sebastian Bach en vooral … Jef Neve. Veel Jef Neve!

vr 23.03.’07

20:00

IVAN PADUART TRIO Ivan Paduart is ontegensprekelijk één van de meer poëtische pianisten uit het zuiden van ons land. Hij is een romanticus die zijn duidelijke voorliefde voor de lyrische pianomelodieën graag botviert. In het tweede deel van dit concert treedt hij aan met Philippe Aerts op bas en Joost Van Schaik op drums.

20:00

NATHALIE LORIERS TRIO, BERT JORIS & SPIEGEL STRING QUARTET Dit unieke concert combineert een jazzkwartet met een klassiek strijkkwartet. De ‘leading lady of Belgian jazz’ jazzpianiste Nathalie Loriers, werkte zich in een mum van tijd op tot één van de grootste talenten in de Europese jazzscène en schreef de muziek, Bert Joris tekende voor de arrangementen. Het Spiegel String Quartet en een krans jazzmusici voeren uit.

06

07

INFO & TICKETS

09 269 92 92 OF WWW.DEBIJLOKE.BE LOSSE TICKETS € 15 / € 12,50 / € 5 (–19) & CULTUURCHEQUE LOCATIE deBIJLOKE CONCERTZAAL GENT, J. KLUYSKENSSTRAAT 2, 9000 GENT



(foto: © Jos Knaepen)

(foto: © Jos Knaepen)

Benjamin Herman Band met Tineke Postema

Robben Ford

2003 kwam er een originele Matt Bianco reünie die resulteerde in een nieuw album ‘Matt’s Mood’. Op Antwerp Harbour Jazz & Soul zal de band een exclusieve show geven. Robben Ford begon zijn carrière in 1973 in de band van Jimmy Whiterspoon. In 1974 richtte hij samen met Russell Ferrante en Jimmy Haslip de jazz-rockgroep Yellowjackets op. Robben Ford wordt vaak beschreven als een briljant musicus

en een geweldige jazz- en bluesgitarist. Nominatie beste salsa album in 2003. Beste fusion album in 1999 en 2001. Beste latin jazz album in 1995. Beste recording in 2003. Cubaans fluitist Orlando Valle, frontman van Maraca & Latin Jazz Band is een spektakel om live aan het werk te zien wanneer hij zijn getalenteerde 12-koppige band dirigeert. Van salsa tot latin jazz. Info en tickets: www.antwerpjazz.be

Op 19 en 20 mei vindt voor de derde keer Aldjazz in Alden Biesen (Bilzen) plaats. Het programma wordt traditioneel opgebouwd rond jong talent en beginnende groepen, creëert ruimte voor samenwerkingsprojecten en brengt ook gerenommeerde jazzgroepen. Op zaterdag 19 mei speelt het jazzensemble van het Conservatorium van Maastricht o.l.v. Wolfgang Braun featuring Gino Vanelli. Zondag 20 mei is een hoogdag met het Melanie De Biasio Quartet, Soledad, Pascal Schumacher Quartet en het Jean-Michel Pilc Trio. Verder wordt een project rond Steeley Dan gebracht o.l.v. Rob Bruynen. De CM Big Band speelt Steeley Dan featuring Patrick Riguelle en Chris Peeters. Verdere info: www.dekimpel.be of www.aldjazz.be

(foto: © Jos Knaepen)

meert zes bands op één podium vanaf 15u: Nate James, Incognito, Matt Bianco, Robben Ford, Maraca & Latin Jazz Band en last but zeker not least The New Cool Collective. Want dit collectief is één van de meest spraakmakende jazzbands van Nederland. Wie onze columnist Mischa Andriessen volgt, weet dat deze band van altist Benjamin Herman vonken slaat (lees de column in JM 4/2006 p. 19). Incognito werd in 1980 opgericht door JeanPaul ‘Bluey’ Maunick en in 2005 werd 25 jaar positieve onvervalste jazz funk gevierd. Het durende succes van Incognito is één van de grootse verhalen in de Britse muziek de afgelopen 20 jaar. Ze slaagden erin een unieke sound the creëren die tot op heden nog steeds geldt als een wereldwijd fenomeen. Opgericht in 1983 door Danny Fisher en Mark Reilly werd Matt Bianco in de jaren 80 vooral bekend door hun jazzy popnummers zoals Whose side are you on en Get out your lazy bed. Dit mede dankzij de sublieme vocals van de Poolse vocaliste Basia Trzetrzelewska. In

Jean-Michel Pilc

Jazzmozaïek 1/2007

17


Vroege zomerfestivals

H

et Blue Note Records Festival 2007 vindt deze zomer plaats van vrijdag 6 tot dinsdag 17 juli in de vertrouwde omgeving van De Bijloke. Het festival start daardoor nu één week vóór de Gentse Feesten, enkel de laatste drie dagen vallen samen met het grote stadsfestival. Een tweede wijziging is het wegvallen van het traditionele openingsconcert in de concertzaal van de Bijloke. En de slotdag is een Special Night met niemand minder dan Elvis Costello & Alan Toussaint.

chestra met natuurlijk Wynton Marsalis. Het programma voor de volgende dagen was bij het afsluiten van deze editie helaas nog niet helemaal vrijgegeven, maar toch al enkele namen: Jef Neve Trio feat. Flavio Boltro, Soledad feat. Philip Catherine, Chick Corea/ Gary Burton, San Francisco Jazz Collective plays Monk, Stacey Kent en E.S.T.

en zijn zoon Adriaan, Miel van Attenhoven en zoon, Rob & Wilfried ‘In de Club’… Uiteraard krijgt u in onze zomereditie alle details rond het festival. Info en tickets: www.bluenoterecordsfestival.com. Voorverkoop: 25 euro. Kassa: 29 euro. Driedagenpas: 63 euro.

Het ‘All That Jazz’ gedeelte opent op vrijdag 6/7 met aRTET, de winnaars van Jong Jazztalent vorig jaar, waarna optreden: Charles Tolliver Big Band, Vanguard Jazz Orchestra feat. Bert Joris (lees het interview in deze uitgave er op na – nvdr) en Kenny Werner Quintet feat. Toots Thielemans. Op zaterdag 7/7 opent de Vaganée/Del Ferro Group. Nadat de groep tien jaar lang stil lag – Vaganée werd artistiek leider van het BJO, en Del Ferro werd overal ter wereld gevraagd met zijn ‘Opera meets Jazz’-project – komen ze hier opnieuw samen muziek maken. Daarop volgt het Gianluca Petrella Quintet, Belmondo Sextet feat. Yussef Lateef en als topper van de avond het Jazz at Lincoln Center Or-

Tijdens het tweede luik ‘All That Jazz?’ krijgt het festival al even hoog bezoek, met Medeski, Scofield, Martin & Wood. Deze fusie tussen het waanzinnige trio MMW en über-jammer gitarist John Scofield valt te beluisteren op 12 juli. Diezelfde dag staat ook Othin Spake in uitgebreide versie op het podium: het uitdagende trio van Teun Verbruggen, Mauro Pawlowski en Jozef Dumoulin wordt versterkt door Zorn-bassist Trevor Dunn en harpiste Shelley Burgon. Nog aangekondigd: Nils Petter Molvaer/Bill Laswell, Jeroen Van Herzeele Quartet, Rashied Ali Quartet, Archie Shepp Quartet. Tussen de optredens door zijn dj-intermezzo’s voorzien met dit keer o.a. Marc Van den Hoof

De 32ste editie van het North Sea Jazz Festival vindt plaats op 13, 14 en 15 juli 2007 in Ahoy’ Rotterdam. De North Sea Jazz Cruise in aanloop naar het NSJF heeft nu ook pianist Herbie Hancock als ‘special guest’ toegevoegd aan de line-up van deze eerste editie. Andere namen: Marcus Miller, David Sanborn, het McCoy Tyner Trio, Medeski, Scofield, Martin & Wood, het Roy Hargrove Quintet, het Roberta Gambarini Quartet en het Dee Dee Bridgewater Trio. De North Sea Jazz Cruise vertrekt 5 juli uit Kopenhagen en vaart via enkele Europese havensteden naar Rotterdam, waar het schip dienst doet als drijvend hotel (www.northseajazz.nl)

(foto: © Jos Knaepen)

“De keuze om een week vroeger van start te gaan, heeft verschillende redenen” aldus Bertrand Flamang, directeur van het Blue Note Records Festival. “Ten eerste blijkt uit publieksreacties dat het volledig samenvallen met de Gentse Feesten voor onze bezoekers niet altijd wenselijk is. Daarnaast zijn er een aantal verschuivingen in de concertkalenders van de grote jazzfestivals. Door het vervroegen van het Blue Note Records Festival krijgt het meer kansen om mee te genieten van tournees van Amerikaanse artiesten.

Lincoln Center Jazz Orchestra o.l.v. Wynton Marsalis

18

Jazzmozaïek 1/2007


JAZZ-mozaïekjes groeide in korte tijd uit tot één van onze meest spraakmakende jazznamen. In 2004 kaapte hij al heel vroeg een Zamu-nominatie weg als beste muzikant. Nu haalde hij de Zamu-Award, voor het eerst toegekend aan een jazzartiest (of groep). Andere genomineerden waren saxofonist Ben Sluijs, het BJO en Flat Earth Society. De ‘kroonprins van de Belgische jazz’ werd in 2006 met zijn derde album ‘Nobody is Illegal’ (zie bespreking in vorig nummer) lid van de stal van major Universal Music. Samen met drummer Teun Verbruggen en bassist Piet Verbist vormt hij een trio dat ook live het speelplezier van het podium laat druipen. Internationale klasse! Voor Jef Neve is het meteen de tijd van de grote doorbraak. Zijn ‘Nobody is Illegal’-cd loopt goed, hij won de eerste Zamu-Award, toegekend aan een jazzartiest, en hij heeft net een nieuwe schijf ingeblikt met het kwartet van Pascal Schumacher, waarvan hij sinds het begin deel uitmaakt. Bovendien werd hij gevraagd om samen te werken met Gabriel Rios in een duo-project en heeft hij de muziek geschreven en ingeblikt voor de film Dagen Zonder Lief van Felix van Groeningen (Steve & The Sky). Zie voor meer www.jefneve.be. In februari trok BJO de studio in met zanger David Linx. Het orkest heeft 16 arrangementen opgenomen met zanger David Linx. BJO gaf aan maar liefst 12 internationale arrangeurs (Michel Herr (B), Lode Mertens (B), Gyuri Spies (B), Frank Vaganée (B), Laurent Cugny (FR), Pierre Drevet

(foto: © Jos Knaepen)

Countdown voor Jef Neve! Pianist Jef Neve

Bert van den Brink

De VPRO/Boy Edgar Prijs 2007 is toegekend aan Bert van den Brink, pianist, componist, arrangeur, docent en producent. De prijs, de belangrijkste in Nederland op het terrein van de jazz en geïmproviseerde muziek, bestaat uit een plastiek van Jan Wolkers en een geldbedrag van €12.500,-.

(FR), Julien Birot (FR), Patrice Foudon (FR), Stéphane Guillaume (FR), Diederik Wissels (NL), Mario Laginha (PT) en Carlos Azevedo (PT)) de opdracht om composities die tot het repertoire van David Linx behoren, te arrangeren voor bigband. Dit wordt een prestigieus project: David heeft naast solowerk met BJO ook duo’s met het orkest opgenomen met o.a. Ivan Lins, Maria Joao

en Natalie Dessay. De release van dit album wordt gepland voor september 2007 op het Franse label O+. Linx brengt op 20 juni in Flagey studio 4 een concert met de Portugese zangeres Maria Joäo en het Vlaams Radio Orkest. Op het programma nieuwe composities van David Linx, Diederik Wissels en Mario Laginha.

Marc Moulin verlaat zijn egelstelling voor twee concerten in Studio 4 van Flagey op 30 en 31 maart. Aan zijn vaste medewerkers, zangeres Christa Jérôme, trompettist Bert Joris, voegt hij een pittige ritmesectie toe: bassiste Chantal Willie en drummer Patrick Dorcéan. Ook Frank De Ruytter (saxofoon) is van de partij.

(foto: © Jos Knaepen)

Op zaterdag 12 mei treedt in Studio 1 Robin McKelle (zang) op met verder Allan Mallet (piano), Peter Slavov (contrabas) & Luis Cato (drums). Zondag 13 mei is in Studio 4 de Dizzy Gillespie All Star Big Band o.l.v. Slide Hampton te gast. Info: www.flagey.be

Jazzy Nights in Fort Napoleon in Oostende (Vuurtorenweg): vier opeenvolgende donderdagen, vanaf 29 maart met respectievelijk The Chris Mentens Jazz Van, Belfin Jazz Quartet, Anoo en Djazzperado. Info en kaarten bij In&Uit Oostende (Monacoplein), Tinck (tel. 070 22 50 05) en ook ter plaatse op de dag van het concert. Combinatie met diner mogelijk. Aanvang: 21:00 uur.

Het Brussels Jazz Orchestra

Op maandag 5/02/07 werden in de Vlaamse Opera te Gent de Cultuurprijzen 2006 uitgereikt. Het Brussels Jazz Orchestra won de Cultuurprijs in de categorie Muziek. Deze prijs staat synoniem voor een geldbedrag van €12.500. BJO zal dit bedrag gebruiken om haar artistieke parcours van 2006 verder uit te tekenen - waaronder het project met vocalist David Linx.

Op het einde van 2006 is het doek gevallen over de uitgave van Jazzaround als bijlage bij het magazine Journal du Midi. We houden u op de hoogte van de verdere afwikkeling. Saxofonist Michael Brecker heeft postuum een Grammy Award gekregen voor zijn solowerk op de track ‘Some Skunk Funk’ van de gelijknamige cd. Hij maakte die cd met zijn broer trom-

Jazzmozaïek 1/2007

19


pettist Randy Brecker en de WDR Big Band Köln onder leiding van Vince Mendoza. De plaat kreeg ook een Grammy in de categorie ‘Best Large Jazz Ensemble Album’. De Grammy Awards werden zondag 11 februari in Los Angeles uitgereikt. Best Contemporary Jazz Album: ‘The Hidden Land’, Béla Fleck & The Flecktones [Columbia] Best Jazz Vocal Album: ‘Turned To Blue’, Nancy Wilson [MCG Jazz] Best Jazz Instrumental Album, Individual or Group: ‘The Ultimate Adventure’, Chick Corea [Stretch Records]. Een speciale Grammy Award ging naar Dan Morgenstern, jazzjournalist en directeur van het Rutgers Institute of Jazz Studies. (bron: www.jazzflits.nl) Pianist George Shearing (87) is door de Britse koningin in de adelstand verheven. Tot zijn eigen verbazing, want Shearing zei in zijn loopbaan niets anders gedaan te hebben dan wat hij het allerliefste deed: piano spelen. (bron: www.jazzflits.nl) De Italiaanse pianist Stefano Bollani is in eigen land door het Italiaanse jazzmagazine Musica Jazz dat jaarlijks de ‘Top Jazz Awards’ toekent, verkozen tot ‘Musician of the Year’ van 2006. Bovendien werd Bollani’s ‘Piano Solo’ album (ECM Records) gekozen tot ‘Italian Record of the Year’. De Italiaanse ‘Top Jazz Awards’ worden gewoontegetrouw toegekend door de muziekjournalisten. De Sonny Rollins Podcasts zijn een maandelijkse video-serie die je kan vinden op www.sonnyrollins.com. Producer Brett Primack zal aan de hand hiervan de Sonny Rollins story vertellen met behulp van muziekfragmenten en interviews met Sonny en mensen uit zijn omgeving.

JAZZ OP DE RADIO Minder is meer?

E

ind juni geen folk-, jazz- of wereldmuziek meer in de vertrouwde avondprogramma’s op Radio 1? Cucamonga, In de Club, Het Concertgebouw, De Groote Boodschap en Club Tropical lopen blijkbaar op hun laatste benen. In september start een nieuw programmaschema. Radio 1 (en wellicht straks de FM-band in zijn geheel) wordt alleen nog een aangever van muziek, als smaakmaker, zeg maar. Luisteraars zullen steeds vaker worden doorverwezen naar het internet met al zijn digitale en interactieve mogelijkheden. Noteer dat Muziekmozaïek zoals eerder vermeld in februari, vergezeld van een ruime delegatie uit folk- en jazzmiddens, op een bijeenkomst met de VRT leiding zijn bezorgdheid heeft geuit over het verdwijnen van deze avondprogramma’s. Wat er uit de bus komt is een open vraag! Terwijl In de Club op Radio 1 naar het einde sjokt, gaat het op KLARA de andere richting uit. Waar nog een paar maand geleden Come Sunday, het gevarieerde jazzprogramma op zondagavond, werd opgeheven, krijgt presentator en samensteller Marc Van den Hoof op zaterdag en zondag telkens een uur bij. Van 19.00 tot 20.00 loopt het programma SONGBOOK, dat stilaan zijn inloopperiode voorbij is. Gezien Marc zijn ruime bagage is dit geen programma dat strikt binnen de lijntjes kleurt. Hij gaat telkens uit van een bepaald thema, waaraan hij de rest van zijn programma ophangt. Dus wie houdt van een ruime kijk op jazz, slaat in het weekend bij het genot van een aperitiefje het Van den Hoof songbook open. Meteen wordt dit happy hour! Bovendien loopt het programma JAZZ met Marc Van den Hoof op weekdagen tussen 23.00 en middernacht gewoon verder. Hier ook een ruime invalshoek met vooral aandacht voor nieuwe opnamen en interessante heruitgaven, portretten en verhalen uit honderd jaar jazzgeschiedenis. Luc De Baets

Illustrator Yves Budin heeft een nieuw album Visions of Miles uitgebracht bij Carnets du Dessert de Lune (2007) http://lescarnetsdudessertdelune.hautetfort.com – met een introductie door Marc Moulin en Jean-Pol Schroeder. Nu in de boekhandel. Ga ook naar de website van Yves Budin voor meer info: www.sundancejazz.be

Net op de valreep vernemen we van onze fotograaf Jos L.Knaepen dat een tentoonstelling wordt georganiseerd met ca. 80 van zijn jazzbeelden in de Bibliotheek te Harelbeke. Formaten van de beelden gaan van 30x40cm tot 70x100cm. Iedereen welkom van 1 tot en met 30 juni 2007.

Various Artists

28th Jazz Hoeilaart Intern’l Contest - 2006 Ook dit jaar kan je nagenieten van de schitterende concerten. De CD bevat de live-opnames van de winnaars van de vorige editie, The Duet, Magnus Mehl Quintet, Steven Delannoye Trio, We Ride Bikes en het Brussels Jazz Orchestra. Live opgenomen op 21, 22 & 23 september 2006 in GC De Bosuil, Jezus-Eik. Informatie: www.jazzhoeilaart.be – info@muzmoz.be - +32 2 532 28 38 Online bestellen: www.evilpenguin.eu

Bestel je cd vóór 30 april ONLINE en betaal slechts € 7,00!

Label: Evil Penguin Records Distributie: LC Music


Swingende Kempen! Net over de grens, boven de Noorderkempen, ligt Baarle-Nassau. Daar bevindt zich Jazzclub De Kater in de Pastoor De Katerstraat 5-7. De Stichting Plus organiseert daar à rato van één keer per maand een jazzconcert. Info: www.plusetage.nl Net onder de grens bevindt zich De Singer in Rijkevorsel, dat zich in korte tijd ontpopt heeft tot een belangrijk podium in de regio. Voor meer informatie zie www.ajazzexperience.be. In Hoogstraten ligt The Highstreet Jazzclub (Klaveren Drie, Houtum 58, 2460 Kasterlee). Rony Verbiest en Jef Neve spelen er samen op 2 april. Info: jazzkasterlee@hotmail.com JazzCase is een nieuw jazzpodium in Neerpelt. JazzCase is partner in het culturele aanbod van Provinciaal Domein Dommelhof, Toekomstlaan, 5 in Neerpelt. De concerten vinden plaats iedere 3e donderdagavond van de maanden september tot en met april in Dommelhof. De kop ging er af op 15 februari met het trio van Philip Catherine en een maand later was het de beurt aan het Bert Joris Quartet. Dit podium is een beloftevolle aanwinst in Limburg. Meer jazz uit de regio is te vinden op het jazzweblog www.draaiomjeoren.com

Sinds eind vorig jaar heeft de knappe Duitse zangeres Sabine Kühlich - zie bespreking in Nieuw op cd - ook een Belgische connectie in de persoon van pianist Arne Van Coillie. Met Arne’s vaste trio met bassist Flor Van Leugenhaeghe op contrabas en Luc Vanden Bosch op drums staan er de komende weken en maanden heel wat clubconcerten te gebeuren in onze gewesten (Hasselt, Kasterlee, Lokeren, …). Info en concertkalender op www.arnevancoillie.be en www.sabinekuehlich.com

(foto: Sabine Kühlich)

CLUB-mozaïekjes

Sabine Kühlich

Brussel heeft een tweetal jazzclubs, die nagenoeg de ganse week live-jazz bieden. The Music Village in de Steenstraat in Brussel, vlak bij de Grote Markt, de Beurs en de AB biedt in de gezellige sfeer van een vroegere quincaillerie livejazz van woensdag tot zondag. Programma: zie www.themusicvillage.com. Ook The Sounds Jazz Club (Tulpstraat 28, Elsene) is een gevestigde waarde in de hoofdstad met 6 dagen jazz in de week (niet op zondag). The Sounds is de pleisterplaats voor de vele muzikanten die in agglomeratie Brussel wonen. www.soundsjazzclub.be

Stefaan Debevere, saxofonist en bekend muziekpedagoog heeft zich na jaren doceren aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag in Nederland en het Kon. Conservatorium van Antwerpen, gevestigd in zijn geliefkoosde WestVlaanderen. Naast les geven is hij nu ook de initiator van een reeks zondagmiddagconcerten in Cultuurkapel De Schaduw in het landelijke Ardooie. Zie www.deschaduw.net Jazz’Halo en VKH Torhout mogen dan wel de uitgave van hun tijdschrift hebben gestopt, de organisatie laat af en toe horen dat ze nog leeft bij middel van concertorganisaties. Zoals op vrijdag 27 april in Club de B, ’s Gravenwinkelstraat 5, Torhout, waar Conference Call een uniek concert geeft. Het is een groep met een aantal oude bekenden zoals bassist Joe Fonda, pianist Jefrey Stevens, rietspeler Gebhard Ullman en drummer George Schuller.

Opatuur in Gent drijft de frequentie van de zonIn samenwerking met jazzfotograaf Jos L.Knaepen brengt Hnita Jazz Club in Heist o/d Berg opnieuw een reeks solo piano concerten met op 30 maart Alano Gruarin, op 27 april Michel Bisceglia en op 25 mei Fabian Fiorini. Meer details: www.hnita-jazz.be

dagavondconcerten op. Tuur programmeert, in samenwerking met de muzikanten, akoestische gelegenheidscombinaties, die soms verrassend uit de hoek komen. Drummers zijn in deze gezellige kleine ruimte taboe! www.opatuur.be

Jazzmozaïek 1/2007

21


Porgy & Bess

50 jaar jong!

Jazzclubs die 50 jaar bestaan zijn zeldzaam. De legendarische Porgy & Bess in de Noordstraat in Terneuzen is er zo één. Het begon met de bevrijding van Terneuzen in 1944 door de geallieerde troepen. Daartoe behoorde de Surinamer Frank Koulen. Hij was toen al gebeten door de jazz en bleef na de oorlog in Terneuzen hangen.

I

Chet Baker en Art Blakey and The Jazz Messengers optraden. Frank was ook de man die het Schelde Jazz Festival stichtte. Toen hij in 1985 overleed, besloot een enthousiaste groep vrijwilligers er alles aan te doen om Porgy & Bess te laten voortbestaan. Met de steun van een aantal mensen uit het bedrijfsleven en notabelen, werd een plan opgemaakt, dat niet alleen de infrastructuur grondig aanpakte, maar ook in de geest van Frank Koulen de activiteiten verder zette. Een en ander werd opgedeeld in verschillende stichtingen (vzw’s), die elk op hun beurt

(foto: © Jos Knaepen)

n 1957 opende hij met zijn echtgenote Vera van den Bruele, tegenover de bekende textielwinkel van de familie in de Noordstraat, een lunchroom. Vrij snel veranderde Frank deze deftige zaak in een jazzcafé. Hij was in het Terneuzense leven de pionier van het fenomeen streetparade. In de loop der jaren groeide Porgy & Bess uit tot een podium waar heel wat grootheden van de jazz, zoals

Kenny Werner

Interesse in

Neem een kijkje op

22

Jazzmozaïek 1/2007

zorgden voor een grote diversiteit aan culturele activiteiten, waarvan de jazz uiteraard een belangrijk deel opeiste. Porgy & Bess groeide uit tot een centrum waar in een ontspannen sfeer en een degelijke infrastructuur heel wat culturele en semi-culturele activiteiten plaatsvonden. De vier vaste ‘bespelers’, te weten Open Haard Concerten (klassieke muziek), Porgy & Jazz, Prometheus (literatuur) en Roots (blues) nemen momenteel het grootste deel van de activiteiten voor hun rekening. Opgegroeid als jong meisje in de zaak, is Maja Lemmen opgeklommen van Frank’s rechterhand tot de joviale manager van deze gewijde plaats. Ook vele Vlamingen en zelfs liefhebbers uit Brussel en Antwerpen, weten na al die jaren nog steeds de weg te vinden naar deze unieke jazztempel. Het halve eeuwfeest wordt groots aangepakt met concerten, lezingen en masterclasses. Op 5 april gaat het feest van start met een concertavond met heel wat artiesten en bekende gasten in het Scheldetheater: Jazz Orchestra of the Concertgebouw, Toots Thielemans, Greetje Kauffeld, Kenny Werner, Jules Deelder... De verschillende evenementen in de maand april vinden voor het grootste deel plaats in Porgy en Bess en enkele speciale optredens komen in de Grote Kerk in de Noordstraat. Een aantal namen van jazzartiesten in het feestgedruis: Kenny Werner Trio, Roy Hargrove, Jan Menu, Clemens van der Feen, Paul van der Feen, Rik Mol, Arno Krijger, John Engels, Lillian Boutté, The South Jazz Band, Joep Peeters. Daarbuiten nog een aantal andere artiesten, die in het verleden heel wat hebben te maken gehad met Porgy & Bess, zoals bijvoorbeeld cabaretier Freek de Jonge. Een speciaal onderdeel is een drietal masterclasses gegeven door respectievelijk de Amerikaanse jazzpianist Kenny Werner, klassiek pianist Yuri Serov uit Rusland en jazzzangeres Lillian Boutté. Luc De Baets Voor het uitgebreide programma in Porgy & Bess raadpleeg de website www.porgyenbess.nl.

Jazzmozaïek activiteiten?

www.jazzmozaiek.be


Op 29 april wordt onze jazzambassadeur 85:

Happy Birthday, Toots! foto: Š Jos Knaepen


Jos L. Knaepen

heraton Towers en Hilton zijn de plekken waar alles plaatsvindt, 4 dagen non-stop concerten, lezingen, debatten, en nog veel meer. Ogen en benen heb je te kort. Alles speelt zich af in de diverse zalen van de twee hotels. Je botst van de ene grootheid op de andere… En, oh ja, dan loop je ook nog de US Jazzmozaïek correspondent Paul Blair in de lobby van het Hilton tegen het lijf. Paul heeft altijd wel wat nieuwe en vooral leuke nieuwtjes. Zoals… “trombonist Ed Neumeister just got back from Europe” (waar ie jarenlang bij de o.m. de WDR Big Band in dienst was als director en arranger), of Bill Mays die even bij Starbucks en bij een kop koffie komt praten over zijn nieuwste CD en dat hij toch zo graag nog eens in Vlaanderen wil spelen… “I remember my concert at Jazz Middelheim in 93, wow…, it was quite an adventure to get to Antwerp but it was worth every while”. “I have to talk to Miel”, zei Bill. Een van de hoogtepunten van het hele gebeuren – 25th Anniversary - was de jaarlijks terugkerende presentatie van de NEA (National Endowments for the Arts) Jazz Masters. De nog levende jazzgiganten werden in de bloemen gezet. (www.iaje.org)

S

1ste rij, vlnr: Jimmy Heath, Toshiko Akiyoshi, George Wein, James Moody, Nat Hentoff… Jimmy Scott, Frank Wess. 2de rij, vlnr: Dana Gioia, Nancy Wilson, Tony Bennett, Gerald Wilson, Ahmad Jamal, Roy Haynes, Curtis Fuller. 3de rij, vlnr: Slide Hampton, Phil Woods, Chico Hamilton, Buddy DeFranco, Ornette Coleman, Barry Harris. 4de rij, vlnr: John Levy, David Baker, Ramsey Lewis, Billy Taylor , Dan Morgenstern.

Net zoals ieder jaar worden de eerste weken van januari een aantal ‘blocks’ van downtown New York gereserveerd voor, misschien wel, het grootste jazzfeest überhaupt.

IAJE Conference – NYC, USA Januari 2007

(foto: © Jos Knaepen)


Jack’s Groove

De Val van de

Berlijnse Muur Jack Van Poll Op 9 november 1989 viel de Berlijnse Muur. Dat feit herinnerde mij aan een merkwaardige gebeurtenis. Ik bevond mij tijdens die dagen in New York en had, naar aanleiding van dat Berlijnse gebeuren een ongewone ontmoeting in een Jazzclub in de Lower East Side, waar ik optrad in trio met een paar

et verhaal begint in 1969 in het dorpje Prerov aan de oostgrens van het toenmalige Tsjecho-Slowakije. Ik nam daar samen met Mary Hehuat en Felix Simtaine deel aan een Jazz Festival en tijdens een nachtelijke jamsession ontmoetten wij daar een ongelooflijk getalenteerde Tsjechische fluitist, Jiri Stivin, die op een blokfluit in een razend tempo bebop solo’s speelde, waar zelfs Parker trots op geweest zou zijn. Twintig jaar later speelde Jiri inmiddels dwarsfluit aan de Staatsopera in Praag, maar tegelijkertijd was hij een veelgeziene gast in de Praagse Jazzscene. Toen hij dus op een dag hoorde dat de Berlijnse muur tegen de grond ging, nam hij afscheid van vrouw en kinderen en vertrok naar New York om zijn droom in vervulling te zien gaan. Zijn Praagse jazzvrienden zoals Miroslav Vitous, Jiri (George) Mraz en Jan Hammer waren hem al voorgegaan en hij nam aan dat hem niets in de weg zou staan om zijn intrede in NYC te maken. Het pakte iets anders uit, want zijn vroegere maten bevonden zich op dat moment niet in New York en terwijl hij op een bank zat in het Central Park, sloeg hij een achtergebleven krant open en terwijl hij de advertenties van de jazzclubs doorkeek, viel zijn oog ineens op mijn

naam en die avond kwam hij tijdens de eerste set schoorvoetend naar binnen. Nadat we elkaar uitbundig hadden begroet, legde ik aan de baas uit wie deze Tsjechische muzikant was en hoe hij hier naar toegekomen was. Dus daar stond hij op het podium, haalde zijn blokfluit uit zijn binnenzak en speelde de sterren van de hemel. De eigenaar had intussen ABC TV gebeld en die kwamen met tv-camera’s gewapend de tent binnenstormen en Jiri werd begroet alsof hij zojuist over de Berlijnse muur was geklommen ‘on the road to freedom’. Het werd weer een gedenkwaardige nacht en toen ik hem vroeg of hij bij mijn vrienden wilde blijven slapen, wees hij naar een oudere dame die aan de bar zat. Zij bleek een Russin te zijn, die al enkele jaren voordien uit Rusland gevlucht was en die intussen vaste voet aan de grond had in de States; zij was de werkster van…Paul Simon. En omdat Paul met zijn gezin op vakantie was, had die dame Jiri uitgenodigd om in het huis van Simon te komen logeren. Nu weer vijftien jaar later woont en werkt Jiri in Praag en zijn naam duikt nog regelmatig op in de Duitse jazzbladen, want hij is nog steeds een begenadigd fluitist, zowel in de klassieke muziek als de bebop. Wat je met een blokfluitje kunt beleven!

(foto: © Jos Knaepen)

niet verkeerde locals.

H

Jiri Stivin

Jazzmozaïek 1/2007

25


Album Souvenir

Larkin’s Jazz Marc Van den Hoof Het was in een bundel van Judith Herzberg, Botshol, dat ik voor het eerst een gedicht las van Philip Larkin: Ignorance. Waarom Herzberg het had vertaald weet ik niet echt, maar het zal haar getroffen hebben zoals het mij toen trof: het was zo’n gedicht waarmee je een dag of langer blijft rondlopen, zoals een deuntje dat je niet meer kwijtraakt. Het doet je met andere ogen kijken, het zet je een beetje aan het piekeren, je gaat er eventjes mee opzij staan.

E

n toen was er de door Jan Eykelboom vertaalde Larkinanthologie. Kort daarna kocht ik de dunne bij Faber & Faber uitgegeven bundeltjes The Whitsun Weddings en High Windows. In het lijstje eerder bij dezelfde uitgever door dezelfde auteur gepubliceerd werk dat ik er in aantrof stond ook de titel All What Jazz. Larkin had dus ook over jazz geschreven. In 1985 verscheen een herdruk van dat oorspronkelijk in 1970 verschenen boek, met de ondertitel A Record Diary 1961 – 1971. Het bevatte behalve een, zoals ik later zou ontdekken, toen al klassiek inleidend essay de recensies die Larkin in de loop van een decennium voor de Daily Telegraph had geschreven. In dat fameuze essay schaarde de auteur zich min of meer resoluut aan de zijde van de conservatieve jazzliefhebbers, de geestesgenoten van Hugues Panassié voor wie de jazz had opgehouden te bestaan met de komst van de bop. De drie P’s, dat waren volgens Larkin de grote verantwoordelijken voor de definitieve breuk tussen de kunsten en het publiek: de P’s van Pound, Picasso en Parker. Alleen verkondigde Larkin z’n mening met zoveel verve en vanzelfsprekendheid dat je er, zoals over z’n gedicht, dagenlang liep over te piekeren. Maar zoals ik al zei: min of meer, want er was meteen ook relativering genoeg: vooraan in All What Jazz wordt Miles Davis geciteerd over Ornette Coleman: “( ...) a person should have enough respect for his own mind to say it doesn’t sound good. It doesn’t to me and I’m not going to listen to it.” Een tweede citaat komt van Panassié: “Others just give up and reject Ornette Coleman’s sounds, saying that it is not jazz anymore. But they should have said the same of Miles Davis and others, and for the very same reasons.” Dat is Larkin. Ignorance. Voor wie die record diary leest – een kleine driehonderd pagina’s – wordt duidelijk dat voor Larkin en z’n vrienden, Kingsley Amis om er maar één te noemen, het hoogseizoen van

de jazz de tijd moet zijn geweest van de ‘Chicagoans’, die jonge blanken van de Austin High School die de jazz hadden ontdekt als ultieme uitweg uit de burgerlijke omgeving waarin ze waren opgegroeid. De jazzmuziek als uitzicht op een in alle opzichten luchtigere en frivolere manier van leven: de improvisatie, het moment, freedom ... Een idee over jazz dat nog tot ver in de jaren vijftig zou blijven voortbestaan, met alle achterdocht van ouders, opvoeders en gevestigde autoriteiten t.o.v. de jeugdige liefhebbers en aspirant liefhebbers vandien. Maar Larkin probeerde, zoals de strekking van het Miles Davis-citaat het al aangaf, vooral eerlijk te zijn met zichzelf. Als de één of andere ‘modernist’ hem toch kon ontroeren, was hij niet te beroerd om dat toe te geven. En als het hem allemaal geheel onberoerd liet, bleef hij verbeelding genoeg hebben om zich in te beelden dat iemand anders hierdoor wel kon worden geraakt : “after all they ‘re your ears”, vond hij. Eén keer achtte de krant het niet raadzaam Larkin’s mening te publiceren: z’n bedenkingen bij de dood van John Coltrane in augustus 1967 werden geweigerd. “I still can’t imagine how anyone can listen to a Coltrane record for pleasure”. Maar tegelijk wordt de mogelijkheid dat hij zich vergist open gelaten: “Time will tell”. Dat allemaal om te zeggen dat Larkin, wat hij ook zegt en hoe oneens ik het er ook kan mee zijn, mij toch telkens weer aan het denken zet en dat ik wel eens een paar snipperdagen zou willen nemen om het in 2001 verschenen en net in een derde druk bij Continuum heruitgegeven Philip Larkin - Jazz Writings - Essays And Reviews 1940-1984 van a tot z te lezen. En tegelijk ook weer te grasduinen in z’n brieven en in z’n gedichten. Want als je in het gedicht For Sidney Bechet in The Whitsun Weddings leest: “On me your voice falls as the say love should,/ like an enormous yes”, dan kan je toch alleen maar denken: die man moet waarlijk van jazz hebben gehouden. En ik hoop van ons hetzelfde.

Zend uw naam, adres en e-mailadres naar info@muzmoz.be en Jazzmozaïek valt 4 x per jaar in uw bus. Secretariaat en administratie:

Jazzmozaïek is het gratis kwartaalmagazine uitgegeven door de vzw Muziekmozaïek met de steun van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het motto is ‘een brede kijk op de jazz in Vlaanderen en de wereld’. Een team ervaren jazzjournalisten uit Vlaanderen, Nederland en de V.S. helpt de lezer, met kennis van zaken en op een kritische manier, door de bomen het bos zien.

26

Jazzmozaïek 1/2007

Muziekmozaïek vzw Wijngaardstraat 5 - B-1755 Gooik tel. 02-532 38 90 - fax 02-452 34 94 e-mail: info@muzmoz.be Op het web: www.muziekmozaiek.be of www.jazzmozaiek.be

Redactieadres: Bruggestraat 105 - 8755 Ruiselede redactie.jazzmozaiek@skynet.be


Swing Streets of New York

Clubs komen en gaan… maar zal nooit vergaan

jazz

Paul Blair (correspondent Jazzmozaïek in New York)

Toen ik deze reeks columns voor Jazzmozaïek een paar jaar terug begon, ben ik de New Yorkse gelegenheden die elke avond avontuurlijke jazz brachten, gaan volgen. Als je nu ‘mijn’ stad bezoekt, dan zul je merken dat sommige van die clubs gesloten zijn, terwijl weer andere, nieuwe

(foto: © Jos Knaepen)

clubs zijn geopend.

Ted Rosenthal

H

et is zo al een halve eeuw dat clubs komen en gaan. Mijn eerste suggestie nu is langs te gaan bij Smoke (aan Upper West Side), en verder 55 Bar (in Greenwich Village), de Jazz Standard (aan E. 27th St.) en Kitano (aan Park Ave. in Midtown). Hier kom ik tegenwoordig het meest. Het Japanse Kitano Hotel is een chique en prijzige thuishaven voor bezoekers uit Japan. Elke avond is er op mezzanineniveau in de bar muziek. De knappe programmatie is heel afwisselend met optredens van kleinere groepen van trio tot kwintet met bij voorkeur een pianist als leider. Zo bekeken zou je je in het nieuwe Bradley’s wanen. In november zag ik op een avond het kwintet van trombonist Steve Davis - ook geregeld te bewonderen bij Smoke. Hij vormde met altsaxofonist Mike Di Ribbo de frontlijn met Anthony Wonsey op piano (een echt talent dat alleen op zichzelf al de moeite waard is). Ze brachten een aantrekkelijke mengeling van werk van Davis afgewisseld met standards zoals Henry Mancini’s Moment to Moment en J.J. Johnson’s Short Cake. Een aantal weken later ging ik terug naar Kitano en trof er pianist Ted Rosenthal met zijn trio (Martin Wind op bas en Matt Wilson op drums) aan. Rosenthal werd voor het eerst opgemerkt toen hij enkele jaren terug Gerry Mulligan begeleidde. Hij improviseert graag op thema’s uit de klassieke muziek – Chopin’s Nocturne in F, Schumann’s Traumerei en de tweede beweging van Tchaikovsky’s Symphony No.5. Dat lijkt een riskante zaak, maar Rosenthal makes it work. Kitano is een van mijn vaste adressen tegenwoordig, daar hoorde ik Helen Sung (zie JM 3/2006 – nvdr) piano spelen (met een geweldig inventieve Lewis Nash op drums) en een andere keer Lee Ann Ledgerwood, een andere pianist die ik altijd al op cd mooi vond klinken maar nooit live zag. Een andere avond was bassist Martin Wind de leider. Hij trad op met Jim McNeely (musical director van de Village Vanguard Jazz Orchestra, zelden te horen in kleinere groepen) en Scott Robinson (multi-

instrumentalist die alle rietinstrumenten bespelen kan). Overigens is het minder schrikken van de prijzen bij Kitano dan bij Birdland, Iridium en Blue Note. Er is een bescheiden vaste bijdrage op vrijdag en zaterdag, maar niet op andere dagen. Kitano bevindt zich op de hoek van Park en E. 38th St., een viertal blokken zuidwaarts van Grand Central Terminal. Een andere gelegenheid die de moeite waard is, is Joe’s Pub. Die is ondergebracht in een historisch gebouw (vroeger een openbare bibliotheek en nu een theatercomplex) langs Lafayette St. in de East Village. Twee keer per maand geven ze een jazzconcert. Door zich te richten op muzikale verscheidenheid, brengen ze zowel rock, country als gospel en blues. Ik had de gelegenheid om het herenigde Microscopic Septet – vier saxofonisten en ritmesectie – daar te zien. Hun recente retrospectieve dubbelcd kan ik van harte aanbevelen. Nu kijk ik al uit naar begin april als het uit Kopenhagen afkomstige ensemble New Jungle Orchestra twee avonden bij Joe’s Pub optreedt. Als je toevallig komt clubben in New York moet je een exemplaar meepikken van een van de drie gratis maandbladen: All About Jazz, Jazz Improv New York en Hot House. Ze zijn in de clubs voorhanden en ook online. Googelen maar! Omdat ik in hart en ziel een neo-bopper ben, hou ik vooral van nieuwe uitgaven op Criss Cross en Steeplechase. Als Nils Winther (Steeplechase) naar New York komt (drie of vier keer per jaar), dan brengt hij gewoonlijk veertien dagen door in lokale opnamestudio’s. Daar neemt hij zijn geliefkoosde musici in een andere context en omgeving op. Tijdens een recent bezoek was ik zelf bij Brooklyn’s Systems II, een van de belangrijkste opnamefaciliteiten in de stad. Daar vond de opname plaats van een trio onder leiding van orgelist Gary Versace (met gitarist Vic Juris en drummer Adam Nussbaum) voor een nieuw album. Bij de tracks die ze aanpakten waren Monk’s Thelonious, Bud Powell’s Celia, Keith Jarrett’s Prism en Cedar Walton’s Hindsight. Omdat Nils zo veel opneemt, duurt het meestal meer dan een jaar vooraleer nieuwe sessies worden uitgebracht. Ik ben alleszins benieuwd om die Versace sessie opnieuw te horen. En wedden dat u dat ook zult willen! Onze correspondent Paul Blair woont in Brooklyn, brengt maandelijks in New York het jazz magazine Hot House uit en gidst groepen langs minder bekende en historisch belangrijke paden door The Big Apple. Voor meer info over de walking tours: www.SwingStreets.com.

(vertaling: Bernard Lefèvre)

Jazzmozaïek 1/2007

27


Holland Muziekland

Heimwee Mischa Andriessen Misschien is Nederland niet veranderd, maar het land is zeker voor velen onherkenbaar geworden. Sinds de moorden op Fortuyn en Van Gogh kijkt de Nederlander voortdurend in een spiegel die hem zijn vertrouwde gezicht niet wil tonen. Wij zien het land alsof wij na een lange afwezigheid zijn teruggekeerd en wat er niet meer is, voedt het verlangen.

I

n 2003 kreeg de Nederlandse pianist Michiel Borstlap het onwaarschijnlijke aanbod om de allereerste Arabische opera te componeren. De opdrachtgevers, emir en emira van het rijke oliestaatje Qatar stelden hem een vorstelijke beloning, maar ook een nagenoeg onmenselijke deadline, in het vooruitzicht. Feitelijk had Borstlap maar een maand om de compositie te voltooien. Drie jaar na datum is het verslag van deze bizarre onderneming in boekvorm verschenen. Opera in Qatar is een jongensboek, het vrolijke verhaal van twee vrienden, Borstlap en VPRO-medewerker Melchior Huurdeman, die tegen de klippen op het onmogelijke realiseren. Ondanks alle tegenslag en –werking wordt de opera tijdig afgeleverd en gezien de omstandigheden succesvol opgevoerd. Tegelijk doet het boek op luchtige toon verslag van haast Faustiaanse dilemma’s. Voor het grote geld en de immense eer moet Borstlap flinke offers brengen. Zijn relatie blijkt bijvoorbeeld niet bestand tegen de verschrikkelijke stress waaraan hij wordt blootgesteld. Op verschillende momenten maakt hij bovendien gewag van het verscheurende heimwee die hem daar, ver weg in den vreemde, meermaals overvalt. Hij haalt herinneringen op aan zijn vriend Theo van Gogh die kwaad is dat Borstlap met moslims in zee gaat en een jaar later door de fanatieke moslim Mohammed Bouyeri op straat wordt vermoord. De ironie van de ironie speelt in Opera in Qatar de hoofdrol. Zijn jongensboekleven in Amsterdam; de bekende vrienden, de mooie meisjes, de drank en vooral de onbekommerdheid moet hij missen, omdat hij zich aan een project waagt dat naarmate het vordert steeds ridiculer lijkt. De hachelijke onderneming in Qatar wordt tot een goed einde gebracht: hij flikt het. Borstlap kwijt zich perfect van zijn taak en de emira is tevreden. Dan komt hij echter terug in het land

JAZZFLITS DE JAZZNIEUWSBRIEF LEES HET NIEUWSTE NUMMER OP

www.jazzflits.nl

28

Jazzmozaïek 1/2007

dat niet lang daarna onherkenbaar is. De vriendenclub van zijn hemelbestormende sextet is al lang uitgezwermd. In zijn nieuwe vriendenclub is met de gewelddadige dood van Theo van Gogh een bres geslagen. De zorgeloosheid lijkt voor altijd ten einde. Ondanks het geld en de eer is er een blijvend gemis. Opera in Qatar is met wijsheid achteraf geschreven. Daardoor kan het verhaal over een avontuur dat goed afloopt toch eindigen met een gevoel van heimwee. Heimwee naar wat voorgoed verdwenen lijkt. Heimwee van de allerergste soort.

Michiel Borstlap – Opera in Qatar, Amsterdam Geert van Oorschot ISBN10-9028240667 - ISBN13-9789028240667


Jazzmozaïek klasseert in deze rubriek de cd’s (nieuwe releases en heruitgaven) in alfabetische volgorde en illustreert het betere werk met de afdruk van de hoesjes. Een eenvoudig sterrensysteem staat symbool voor de globale beoordeling van iedere plaat door de ondertekenende recensent.

Redactie:

* = ontgoochelend beter ** = kon *** = goed **** = beter ***** = CD

Mischa Andriessen I Luc De Baets I Peter De Backer I Bernard Lefèvre I Jaap Lüdeke I Jeroen Revalk I René Vandewalle

DEADLINE: Te bespreken cd’s, dvd’s en ander audiovisueel materiaal graag ten laatste op 1 mei 2007 op de redactie: Jazzmozaïek, Bruggestraat 105, 8755 Ruiselede

Omzetgroei digitale muziek vertra ver tr a aa gg t t

Ralph Alessi & This Against That Look

Scott Amendola Band Cry

BackBack BackBack

W

****

*** Drummer

dit trio. Niet vet cool, want met cool heeft de muziek niets te maken. Of het zou de HappyDays-cool moeten zijn die gitarist Filip Wauters ook bezigt bij de brillantinerockers van The Whodads en The Revelaires. Zonder bassist maar met de al even vette bariton en tenor van saxofonist Marc De Maeseneer en de gesmeerde bliksembeats van drummer Giovanni Barcella knalt Wauters hier uit mijn speakers in maar liefst 13 eigen stukken. En nee, niet alles is even sterk en origineel. En ja, hier klinkt wel een echo van Marc Ribot of daar komt wel een andere invloed piepen. Maar toch is dit een portie oorsmeer die ik graag in mijn cd-speler laat zitten. Liefst met de volumeknop op 10 op lange autotochten door donkere nachten. Eine kleine nachtmusik, maar dan met een flinke scheut rock, impro en jazz. En natuurlijk veel vet. Jeroen Revalk

ereldwijd werd vorig jaar voor ongeveer 2 miljard dollar of 1,54 miljard euro muziek gedownload,

Between the Lines/ Challenge Records - 59:23

Cryptogramophone/ Codaex - 57:21

Trompettist Ralph Alessi maakte al indruk aan de zijde van Uri Caine, Fred Hersch en Ravi Coltrane. Met zijn eigen groep This Against That betreedt hij avontuurlijke paden en geeft hij een heel hedendaagse invulling aan wat uiteindelijk een klassiek samengesteld kwartet is, met Andy Milne op piano, Drew Gress op bas en Mark Ferber op drums. Alessi is niet alleen een virtuoze trompettist. Hij schrijft ook pittige stukken - het openingsnummer blijft meteen in je oren hangen - die strak afgelijnd blijven tot hooguit vijf à zes minuten. Extreem avontuurlijk is dit niet, maar wel een uitdagende versie van een aloude formule. Niet te verwonderen dat niet een of ander Amerikaans mainstream-label maar wel het Duitse Between the Lines deze nochtans op en top Amerikaanse productie mag uitbrengen. Met een vrij onopvallende Ravi Coltrane als gast op twee nummers. Peter De Backer

Scott Amendola, bekend van bij zangeres Madeleine Peyroux, zorgde met ‘Believe’ voor een van de allermooiste cd’s van 2006. Nu het uitstekende Californische label Cryptogramophone hier weer te krijgen is, valt ook zijn vorige werk te beluisteren. Deze cd dateert uit 2003 en is net iets minder volwassen en volgroeid dan zijn zo succesvolle opvolger. Met een saxofoon erbij (van Eric Crystal) leunt het allemaal nog wat dichter bij de jazz. Maar verder speelt ook hier gitarist Nels Cline (vandaag bij rockgroep Wilco) een voortreffelijke rol. Luister maar naar zijn stevige solo in A Cry for John Brown. Amendola schreef vijf van de zeven stukken zelf. Je hoort er de country- en Americana-invloeden in die je ook bij Bill Frisell aantreft. Heel merkwaardig is de vrijwel onherkenbare versie van Bob Dylan’s Masters of War, helaas met een vocaliste die wellicht ook de preselecties van Idool 2007 niet zou overleven. Het belet niet dat deze cd illustreert dat Amendola ook voor meesterstukje ‘Believe’ al veel in zijn mars had. Peter De Backer

zegt de internationale federatie van de platenindustrie, de IFPI. Dat is goed voor tien procent van alle verkochte muziek. Die stijgende legale verkoop via het internet compenseert de dalende inkomsten uit de verkoop van cd’s en het verlies door illegaal kopiëren nog niet. Bovendien is de omzetgroei van digitale muziek volgens het IFPI sinds 2005 behoorlijk vertraagd. Maar ondertussen worden gespecialiseerde platenzaken meer en meer een zeldzaamheid en bouwen winkelketens het jazzaanbod af. Dit is enigszins te begrijpen omdat in de verkoop van het fysieke product ook internetwinkels als Amazon & co hun deel van de koek opeisen. Op vraag van lezers zijn we op zoek gegaan naar de lokale gespecialiseerde (zelfstandige) platenhandelaars, waar je in de meeste gevallen je keuze kan beluisteren alvorens de verkoop af te ronden. We hebben ons licht opgestoken bij diverse verdelers. In deze bladzijden staat een lijstje van gevestigde platenzaken afgedrukt waar de jazzliefhebber terecht kan. Wij hebben niet de pretentie dat dit volledig is, maar dit is alleszins een poging om de lezer van dienst te zijn! De lijst kan uiteraard worden aangepast en zal permanent te vinden zijn op www.jazzmozaiek.be. Info: redactie.jazzmozaiek@skynet.be. Luc De Baets

Cybersax/AMG - 57:20

*** Vet: zo klinkt het debuut van

David Binney Out of airplanes Mythology - 49:08

*** De New * Yorker saxofonist Da( )

vid Binney bracht in ruim twee jaar onder eigen naam maar liefst vier platen uit waarvoor hij bijna alle composities zelf schreef. Binney heeft in de

Jazzmozaïek 1/2007

29


vervolg ... loop der jaren een duidelijk eigen geluid ontwikkeld en ook ‘Out of airplanes’ is direct als een Binney herkenbaar. Toch klinkt de cd door de inbreng van Eivind Opsik (b) en vooral Bill Frisell anders ten opzichte van de andere releases. Frisells zangerige toon en tegendraadse gitaarspel past perfect bij Binney’s melodieuze sax. De altijd sterke pianist Craig Taborn staat opnieuw borg voor hypnotiserende, poëtische toetsenpartijen. Als componist is Binney in korte tijd sterk gegroeid. Onder meer het titelnummer is een echt juweel. Ten tijde van het tot stand komen van deze plaat overleed Binney’s moeder. Waarschijnlijk klinkt de toch al emotioneel geladen muziek daardoor nog intenser. Vlak na deze cd kwam op Crisscross jazz Binney’s geniale cd ‘Cities and desires’ uit. Geniaal is ‘Out of airplanes’ niet, omdat de drie experimentele jams niet de kwaliteit van het overige materiaal hebben, maar niet geniaal is bij Binney toch altijd nog heel erg goed. Mischa Andriessen

Michel Bisceglia Trio Inner You

Prova Records www.biscegliamusic.com - 55:32

****

Italiaanse roots hun stempel op drukken. Zijn spel is melodisch, vertederend, nostalgisch en verleidelijk tegelijk. Hij kan een piano doen zingen, hij streelt soms als het ware de toetsen! Hij speelt hier met zijn vaste trio, Werner Lauscher op contrabas en Mark Lehan op drums. De jarenlange samenwerking maakt dat dit trio loopt als een goed gesmeerd raderwerk. Het album is opgenomen in twee aparte sessies in studio Crescendo in Genk, thuishaven van Bisceglia. De muziek is opgenomen als een livesessie, zonder allerlei studiotrucs, wat de spontaneïteit en de interactie bevordert. Het repertoire is met zorg gekozen. Naast een aantal eigen composities van Bisceglia (fascinerend slotstuk The Traveller!) en een paar standards zijn er vooral het eenvoudige maar prachtige Sandino van Charlie Haden, het knappe Out to Sea van de tandem Bisceglia/Piet Goddaer, het bitterzoete Simone van Ralph Towner en het zangerige Paisellu Miu van Rocco Granata. Side Square wordt opgedragen aan wijlen Dewey Redman, met wie hij dit stuk uitvoerde op het Motives for Jazz festival 2004. Een pluim ook voor de productie (Bisceglia zelf) in zijn geheel en de opnamekwaliteit! In alle opzichten een voortreffelijk album! Luc De Baets

Carnival Skin Carnival Skin

Nemu Records/ nemu-records.com - 53:15

*** Carnival Skin is een freejazz De Italiaanse Limburger heeft vele muzikale pijlen op zijn boog. Hier bewijst hij nogmaals dat hij een bijzonder muzikaal talent is, een fijne jazzpianist en gedegen componist. Met zijn speelse, fijn geciseleerde frasering bouwt hij een muzikaal universum, waar zijn

30

Jazzmozaïek 1/2007

kwintet dat op het jonge Duitse Nemu-label haar debuut heeft uitgebracht. Toch bestaat de groep helemaal niet uit nieuwkomers. Klarinettist Perry Robinson speelde in de jaren zestig al bij Archie Shepp en dook onlangs ook weer op in het kwartet van Anat Fort op ECM. Bassist Hilliard Greene is minstens even ervaren. Hij speelde

o.a. met Cecil Taylor en treedt nu op met musici als Gebhard Ullmann en Charles Gayle. Bij de laatste speelt ook Carnival Skin drummer Klaus Kugel. Bijzonder prominent in het groepsgeluid is de oprichter van de groep gitarist Bruce Eisenbeil. In deze pianoloze band is hij de verbindende schakel tussen de knerpende blazers (klarinet en trompet) en de af en aan golvende ritmische patronen van Greene en Kugel. Door die op de voorgrond tredende gitaar is de globale sound nog onrustiger dan je van toch altijd al gejaagd klinkende freejazz mag verwachten. Dat neemt niet weg dat hier absolute toppers op het gebied van de vrije improvisatie aan het werk zijn. Elk bandlid droeg een compositie bij. Niet toevallig zijn die van de oude rotten Robinson en Greene de sterkste, omdat zij paradoxaal genoeg in alle drukte de rust weten te bewaren. Mischa Andriessen

The Clarinets The Clarinets

Skirl Records/ www.skirlrecords.com - 45:02

*** *

( )

‘The Clarinets’ is de eerste cd die op het nieuwe New Yorker label Skirl Records wordt uitgebracht. De cd valt in eerste instantie op door het afwijkende hoesformaat en prachtig verzorgde vormgeving. Gelukkig is het echter ook in muzikaal opzicht een opmerkelijke plaat. Het uit Anthony Burr, Oscar Noriega en Chris Speed bestaande klarinettrio overtuigt met smaakvolle experimentele jazz die zich soms op het snijvlak met hedendaags klassiek begeeft, maar nergens in het omineus piep piep knor verzandt. Noriega en Speed komen beiden duidelijk uit de jazzhoek terwijl Burr meer in de hedendaagse klassieke muziekscene wortelt. Stuk voor stuk zijn het geweldige muzikanten die de klankmogelijkheden van de (bas)klarinet optimaal verkennen. Van het mooi melancholieke openingsnummer Constellating tot aan het mysterieuze Lovescar is ‘The Clarinets’ een fascinerende ontdekkingsreis. Skirl Records wordt door muzikanten gerund, vandaar dat de musici volledig de vrije hand wordt gelaten. Dankzij die visie komen verrassende, eigenzinnige platen als deze op de markt. Een belangrijke aanwinst, net als The Clarinets. Mischa Andriessen

Harry Connick Jr Chanson du Vieux Carré Marsalis Music/Universal Music - 61:16

*** * swingende, Met zijn ( )

vrolijk dansende piano introduceert Harry Connick zijn bigband. Want hier gaat het niet om de crooner, maar wel om de pianist en vooral de bigband en zijn solisten. Connick voelt zich hier in zijn muzikale speeltuin. De bewerkingen werden geschreven op zijn computer in de bus, die de band op tour door de V.S. loodste. Aan het einde van de tournee ging de goed ingespeelde band de studio in en nam deze stukken op. Ze zijn deels gebaseerd op New Orleans originals, deels nieuw gecomponeerd door Connick in de traditie van de Crescent City. Dus die sappige warme zuiderse swing zorgt hier voor de drive en de speelse bewerkingen van Connick voor de groove. Twee exponenten van de rijke New Orleans traditie, trompettist Leroy Jones en trombonist Lucien Barbarin nemen hier het leeuwendeel van het solowerk. Het titelstuk heeft zowaar Ellingtoniaanse muzikale kleuren en krijgt een dito solo mee van trombonist Mark Mullins. Een klassieker als Bourbon Street Parade legt duidelijk de link naar het traditionele New Orleans. Het simpele Petite Fleur is zo sterk dat zelfs een vrij originele bewerking en een donkere baritonsaxsolo van David Schumacher niet opgewassen zijn tegen het origineel van Sidney Bechet. Verder ook nog traditionals als Fidgety Feet, New Orleans, That’s a Plenty en Mardi Gras in New Orleans van Professor Longhair. Ook een viertal stukken uit de pen (computer?) van Harry Connick, waarvan het bovengenoemde titelstuk eruit springt. René Vandewalle

Tony DeSare Last First Kiss

Telarc/Codaex - 64:20

*** Tony DeSare is een nieuwe

naam in het rijtje Harry Connick Jr, John Pizzarelli en Peter Cincotti. Deze pianistsinger-songwriter teert eveneens op de rijke croonertraditie. Standards en Broadwayhits krijgen het gezelschap van vier eigen composities van DeSare. Maar hij start dit album met een knappe versie van Kiss van Prince en brengt even later ook een ingetogen versie van Carole King’s I Feel The Earth Move. Met zijn warme, jongensachtige stem en met het charisma,

dat hij lijkt te bezitten, zal hij vele vrouwenharten sneller laten slaan. De wisselende bezettingen laten knap solowerk van de tenorsaxofonisten Bob Malach en Harry Allen horen. René Vandewalle

Electric Barbarian Minirock from the sun EXCO/Lowlands - 55:20

*** Jazz, rock, elektronica, rap en

nog veel meer: bij Electric Barbarian vind je het allemaal. Maar het kwartet (gitarist Floris Vermeulen, drummer Harry Arling, trompettist Bart Maris en DJ Grazzhoppa) heeft geleerd te doseren. Dat was in het verleden wel eens een probleem. Op deze tweede plaat lijkt Electric Barbarian meer gefocust op een muzikaal verhaal, op een zorgvuldig opgebouwde spanningsboog. Daarin is nog steeds plaats voor diverse muzikale invloeden, voor gastmuzikanten, en voor verschillende vocale bijdragen, maar alles met mate. Dat maakt van de cd een soort psychedelische trip waar de gemuteerde trompet- en gitaarklanken voorbij waaien terwijl de beats heen en weer stuiteren. Een paar rappers en de Braziliaanse woordkunstenares Luanda Casella doen de rest. En ook saxofonist Andy Laster komt af en toe om het hoekje kijken. Jeroen Revalk

[em] Wollny/ Kruse/Schaefer [em] II

ACT/Challenge Records - 54:40

*** Op het * laatste SJU Jazzfestival ( )

vorig jaar in Utrecht maakte [em] grote indruk met een overrompelende set. De jonge Duitsers geven een sympathiek eigen draai aan het pianotrio in een poging de hectiek van het grotestadsleven te verklanken. De groep richt zich wat inspiratiebronnen niet alleen op jazz, maar verwerkt ook invloeden uit minimal music, klassieke en popmuziek. [em] maakt nerveuze en swingende pianojazz met veel tempo en melodiewisselingen waarbij vooral de bijzondere aandacht voor klankkleur van heel de band, maar vooral drummer Eric Schaefer opvalt. Het debuut ‘Call it [em]’ noch de net verschenen opvolger ‘II’ zijn helaas niet van hetzelfde niveau als het optreden destijds. Daarvoor is de groep en vooral de kwaliteit van de composities iets te wisselvallig. Het enthousiasme en de grote muzikale inventiviteit maken


de platen echter zonder meer de moeite waard om herhaaldelijk te beluisteren. De frisse benadering van het trio werkt namelijk zeer aanstekelijk. [em] houdt een belofte in. Mede op grond van pianist Michael Wollny’s onlangs uitgebrachte solo cd ‘Hexentanz’ verwacht ik dat het uitkomen van een evenwichtiger en daarmee verbluffende plaat nog slechts een kwestie van tijd is. Mischa Andriessen

Roberto Fonseca Zamazu Enja/Codaex - 64:05

****

Cuba betekent muziek. Het muzikale talent dat van daaruit de wereld heeft veroverd, is groot. Dat zal wellicht ook het geval zijn met pianist Roberto Fonseca. In 2001 neemt hij de pianostoel over van Ruben Gonzalez in de Buena Vista Social Club. Even later maakt hij deel uit van de band van Omara Portuondo, ook al een oudgediende van de Buena Vista Social Club. Ondertussen heeft hij al een drietal platen onder eigen naam opgenomen. Dit is onze eerste kennismaking met deze Cubaanse artiest, die ons met veel elegantie en speelplezier een kleurrijke afwisselende mix van Cubaanse muziek en jazz serveert, van sterk geritmeerde Cubaanse grooves tot ragfijne muzikale poëzie (No Retail), van swingende Afro-Cuban jazz (Triste Alegria) tot sensuele, dramatische songs (Suspiro). Ook zit er soms een snuifje Afrikaanse en Oosterse kruiden in (Congo Arabe). In Ishmael komt een strijkersectie het klankbeeld bijkleuren. Javier Zalba (sax, klarinet, fluit), zijn vriend van vele jaren, is hier Fonsecas muzikale partner. Een sterke percussiegroep en een hele schare gasten, waaronder Omara Portuondo en Carlinhos Brown, maken dit album tot een levende en frisse muzikale oase in het aanbod van vandaag. In het spoor van Chucho Valdes, die met Irakere de Afro-Cubaanse jazz op de kaart zette, en Gonzalo Rubalcaba is duidelijk een nieuwe generatie opgestaan. Luc De Baets

Anat Fort A Long Story

ECM/Universal Music 56:48

****

Gespecialiseerde

jazzplatenzaken Wij hebben getracht aan de hand van diverse inlichtingsbronnen een round-up te maken van de gespecialiseerde jazzplatenzaken in Vlaanderen. Deze lijst is hopelijk maar een begin en kan uiteraard aangepast en aangevuld worden. Mail naar redactie.jazzmozaiek@skynet.be.

Anat Fort studeerde klassieke piano in haar thuisland Israël en trok in 1996 naar New York. Daar kreeg ze les van Rufus Reid en Harold Mabern. Haar bewondering voor Paul Bley bracht haar bij Paul Motion die haar bij ECM introduceerde. Fort vertelt in de liner notes dat Motion van geen repeteren wou weten. Hij kwam recht de studio in (maart 2004) om samen met haar, Ed Schuller op bas en Perry Robinson op klarinet, deze opnames te maken. Motion vond ook dat ze haar eigen werk moest spelen. En dat is heel terecht, want Anat Fort bekoort met subtiel melodische jazz waarin ze improviseert met een toets uit eigen roots. In duo, kwartet of trio, het is stuk voor stuk genieten: van Lullaby dat ze al schreef in 1999 tot de drie variaties op Just Now en het met Robinson bedachte Chapter Two. Bernard Lefèvre

Frequency Frequency

Thrill Jockey Records/Bang Distribution - 70:04

****

Antwerpen

MARK SOUND

Brugge

ROMBAUX

Brussel

MUSIC INN Waterloosteenweg 1354, tel. 02 375 19 36 - Luc Quintard

De Panne

SERENADE

Hasselt

CODA

Ieper

SHUFFLE

Zeelaan 50, tel 058 41 31 86

Rijselsestraat 40, tel 057 21 57 43 Potaardestraat 4, tel. 02 731 63 62

SAX worldmusic

Parijsstraat 31, tel. 016 22 48 59

Adressen van de Fnac winkels kunt u vinden op www.fnac.be. Hou er echter rekening mee dat het aanbod van jazz in sommige vestigingen afgebouwd wordt. uiting in het gebruik van velerlei instrumenten, soms zelfs heel vreemde, wat te denken bijvoorbeeld van een plastic zak. Een prominente plaats in het groepsgeluid is ingeruimd voor de vele soorten fluiten die Nicole Mitchell meesterlijk bespeelt. Edward Wilkerson, de andere blazer, profileert zich minder, maar is alles behalve middelmaat. De composities die door alle vier de muzikanten zijn bijgedragen bewegen zich tussen vurige freejazz en lang uitgesponnen, Afrikaans aandoende sfeernummers waarin de kalimba een belangrijke plaats inneemt. ‘Frequency’ is daardoor zonder meer afwisselend genoeg om van begin tot eind te boeien. Mischa Andriessen

The Jeff Gauthier Goatette One and the same

Cryptogramophone/Codaex - 72:35

*** * kan bogen op een Dit Goatette ( )

Chicago kan bogen op een unieke jazzscene waarbinnen een heel eigen traditie van vrije improvisatie heeft kunnen ontstaan. Frequency is duidelijk een loot aan dezelfde stam als bijvoorbeeld The Art Ensemble Of Chicago, maar hun cd heeft zoveel klasse dat dit debuut gerust imposant genoemd mag worden. Beginnelingen zijn het dan ook niet de drie mannen en een vrouw van Frequency. De verwantschap met The Art Ensemble Of Chicago komt vooral tot

Mallebergplaats 13, tel 050 33 25 75

Molenpoort 10 bus 3, tel 011 22 31 47

Kraainem (Stokkel) MARK SOUND Leuven

Wolstraat 6, tel: 03 233 64 03

lange samenwerking tussen violist en bandleider Jeff Gauthier en de broertjes Alex en Nels Cline op drums en gitaar. Toetsenist David Witham en bassist Joel Hamilton spelen ook al lang bij de band wat resulteert in bijzonder hecht samenspel. De wat ongewone combinatie van (elektrische) viool en gitaar met toevoeging van allerhande effecten staat garant voor een heel eigen geluid dat sporen heeft in fusion, progrock en folk. Eenmaal daaraan gewend

openbaren zich pakkende melodieën en spannende, relaxte ritmes die met evenveel gevoel voor avontuur als technisch vernuft worden uitgevoerd. Heel opvallend is de open, atmosferische sound. De vijf musici geven elkaar alle ruimte. Behalve zelfgeschreven stukken en een nummer van Bennie Maupin bevat ‘One and the same’ twee lange composities van de jonggestorven bassist Eric von Essen die tot het aangrijpendste materiaal op deze cd behoren. De naam Goatette suggereert dat deze groep anders dan andere is. Die belofte wordt volledig ingelost. Dat het lukt om eigenzinnige muziek te maken die niet freakerig of bedacht, maar juist heel toegankelijk klinkt, mag met recht een prestatie heten. Mischa Andriessen

hun lijf, alsof ze rechtstreekse afstammelingen zijn van Cannonball Adderley, Art Blakey, Horace Silver of Clifford Brown. Saxofonist Rosario Giuliani heeft in studio Ferber in Parijs een drie dagen durende jazzparty georganiseerd, waar de swing en het speelplezier van afdruipen. Met trompettist Flavio Boltro en vooral pianist Dado Moroni als medeplichtigen loopt het letterlijk de ‘jazzgaten’ uit. Bassist Remi Vignolo en drummer Benjamin Henocq trachten de zaak onder controle te houden, maar gaan hier met een grote smile ook wel eens uit de bocht. De verraderlijke en verleidelijke cocktails op de party zijn alle van de hand van Giuliani en gemixt door dit exuberante gezelschap. Luc De Baets

Rosario Giuliani Quintet Anything else

Gordon Grdina Think Like the Waves

****

*** In 2000 sprak de Canadese gita-

Dreyfus Jazz/Foreign Media - 59:33

Stomende jazz in de hardboptraditie! Vijf Europese muzikanten spelen hier de ziel uit

Songlines/Challenge Records - 58:30

rist Gordon Grdina bassist Gary Peacock aan na een concert van het Keith Jarrett trio. Het resultaat was dat Grdina in de leer ging bij de wereldvermaarde bassist, en nu zelfs een cd met hem maakte. Peacock nodigde drummer Paul Motian uit, ook al een held van Grdina. Deze cd lijkt wel een ECM-productie. Zozeer is dit een fusie van mainstream jazz en wereldmuziek. Grdina speelt ook

Jazzmozaïek 1/2007

31


vervolg ... de oud, zeg maar de Arabische versie van de gitaar. Lang niet zo virtuoos als Anouar Brahem of Rabi Abou-Khalil, weet Grdina wel de aandacht vast te houden, geholpen door de fenomenale ritmetandem van Peacock en Motian. Het sterkst is Grdina zeker op gitaar, waar hij klinkt als een jongere en iets levendiger versie van Jim Hall. En hij schrijft fraaie composities. Niet spectaculair, wel ingetogen mooi. Peter De Backer

Brian Groder Torque

Latham Records/ www.briangroder.com - 52:07

*** *

( )

Op weinig muzikanten is de term onnavolgbaar zo van toepassing als op Sam Rivers. Rivers heeft altijd een eigen stijl gehad, herkenbaar, maar niet een die door hoofd en hart altijd meteen helemaal begrepen kan worden. Hij is een echt originele geest die zelfs op de hoge leeftijd die hij inmiddels heeft bereikt voortdurend nog nieuwe wegen bewandelt. Op ‘Torque’ gaan hij en de vaste leden van zijn trio Doug Matthews (b) en Anthony Cole (dr) een samenwerkingsverband aan met de relatief onbekende trompettist Brian Groder. Het resultaat is een fijnzinnige cd waarin de ongekende souplesse van de ritmetandem de beide blazers in staat stelt een prachtig palet van klanken voort te brengen. Groders meestal gedempte trompet en bugel klinken extreem metalig wat zeer goed past bij Rivers bijzondere klank op zowel fluit als sax. ‘Torque’ is geen plaat die je subiet van je stuk brengt, maar wel een die onophoudelijk fascineert. Het lijkt soms of de composities ondergeschikt zijn aan het spel. Meestal is dat een veeg teken, maar dit kwartet kan het velen omdat het de klasse heeft volledig zichzelf te durven zijn. Mischa Andriessen

32

Jazzmozaïek 1/2007

Ari Hoenig Inversations

Dreyfus Jazz/Foreign Media - 57:58

*** Drummer Ari Hoenig heeft in

korte tijd een indrukwekkende staat van dienst opgebouwd. Hij speelde o.m. met Bojan Zulfikarpasic, Julien Lourau, Kenny Werner en Jean-Michel Pilc. Laatstgenoemde is ook present op deze vierde cd die Hoenig onder eigen naam uitbrengt. Samen met bassist Johannes Weidenmueller vormen zij het trio dat ‘Inversations’ vol speelt. Op twee nummers komt een saxofonist de groep versterken. De afsluitende traditional This little light of mine wordt door Hoenig solo vertolkt. Hij heeft zijn drums daar zo gestemd dat hij zijn set als melodie-instrument kan gebruiken. Aan techniek komt Hoenig inderdaad niets tekort en ook als componist blijkt hij behoorlijk van wanten te weten. De zes eigen stukken die hij bijdroeg zijn zowel afwisselend als onderhoudend. Daarin krijgen de muzikanten ruimschoots de mogelijkheid hun kunnen te tonen. Vooral Pilcs spel is vaak ongemeen spannend. Enig nadeel is de dadendrang van Hoenig zelf, die te graag wil bewijzen dat hij bij de top behoort door voortdurend complexe partijen te spelen. De muziek wordt daardoor soms wat te druk. Dat neemt niet weg dat, ook al wil hij dat almaar laten horen, Hoenig wel degelijk heel erg goed is in wat hij doet. Mischa Andriessen

Dave Holland Quintet Critical Mass

Dare2 Records/Universal Music - 72:54

*** Dave Holland heeft een van

de trouwste bands in de jazz. Drummer Nate Smith die als laatste bij de groep kwam, maakt daarvan al weer een paar jaar deel uit. De jaloersmakend sterke bezetting met naast Holland en Smith vibrafonist Steve

Nelson, trombonespeler Robin Eubanks en saxofonist Chris Potter heeft in de loop der jaren een mooi open sound ontwikkeld. Daarbij wordt absoluut vakmanschap gekoppeld aan een avontuurlijke benadering van het songmateriaal dat door alle bandleden wordt aangedragen. Die aanpak heeft veel mooie muziek opgeleverd, maar op ‘Critical mass’ wil het om de een of andere manier niet zo vlotten. Met zo’n surplus aan talent in de gelederen blijft het peil altijd nog bijzonder hoog, maar veel nummers ontbreekt het aan impact. Pas met het mysterieuze Secret garden pakt de groep je bij de lurven wat verder alleen nog met het opzwepende Lucky seven lukt. Misschien heeft ‘Critical mass’ nog veel meer luisterbeurten nodig, maar naar mijn smaak blijft de cd over het algemeen voorlopig toch wat te vlak en cerebraal. Mischa Andriessen

Isbin/Gauthier/ Walton Venice Suite Jazz’Halo/AMG - 50:19

****

Voor de meest recente release op het Jazz’halo-label bracht Jos Demol drie muzikanten bij elkaar die hij zeer bewondert. Gitarist Gilbert Isbin, violist Jeff Gauthier en bassist Scott Walton die op een aantal nummers ook piano speelt. Dat is een gouden greep gebleken want ‘Venice Suite’ is een prachtplaat. De drie musici begrijpen elkaar volledig en geven Isbins composities een gedroomde uitvoering. Gauthier is een violist die zowel met jazz als klassiek uit de voeten kan en net als Isbin een prachtige klank heeft. Walton die al bij Vinny Golia opviel en dit voorjaar met Cosmologic in Nederland en België te zien zal zijn, heeft een stevige maar vooral warme sound die de wat dromerige stukken body geeft. Het knappe aan ‘Venice Suite’ is dat de muziek extreem avontuurlijk is zonder ooit gezocht of cerebraal te klinken. De vertolking van Nick Drakes Freeride dat deze cd besluit, is daarvan misschien wel het duidelijkste voorbeeld. Het stuk klinkt eenvoudig, maar wordt technisch verbluffend knap uitgevoerd en wat veel belangrijker is, het

heeft een onvoorstelbare impact. Charles Moffett schreef ooit een nummer Avant garde got soul too. ‘Venice Suite’ is daarvan het bewijs. Mischa Andriessen

André Klenes Ballade sur le nom de Rimbaud

Sabine Kühlich & Crisp! feat. Sheila Jordan Fly Away

Acoustic Music Records/ www.sabinekuehlich.com -

****

Chamber/AMG - 45:36

*** André Klenes schreef deze com-

posities naar gedichten van Rimbaud. Zijn kwintet bestaat naast hemzelf uit Sébastien Walnier op contrabas, Sébastien Surel 1ste viool, Chikako Hosoda 2de viool en Pierre Héneaux cello. Sarah Klenes voegt er een gevoelige zangsnaar aan toe in Jean-Nicolas-Arthur. Impressionistische, soms Oosters getinte kamermuziek, die op het randje van klassiek en jazz zweeft. Voor wie van dromerige, harmonieuze strijkers houdt, zeer aanbevolen. Bernard Lefèvre

Lee Konitz New Nonet

Omnitone/Challenge Records - 68:12

** Van een nonet verwacht je veel

spectaculaire bewegingen en blazers die hun spierballen rollen. Tenslotte is een negenkoppige bezetting toch zowat een halve bigband. Niks van dat bij Lee Konitz. Ten eerste omdat de bezetting heel bijzonder is, mèt cello en gitaar, zonder piano. Maar vooral omdat de composities rustig voortkabbelen, en zich niet lenen tot spetterend vuurwerk. Lee Konitz is dan ook dé vlaggendrager van de cool jazz. Op zijn tachtigste gaat hij niet meer veranderen, ook al speelt hij hier met mensen die tot vier decennia jonger zijn dan hijzelf. Boeiendst is ongetwijfeld ChromaticLee Suite, een Konitz-compositie in zes delen, waarin de altsaxofonist zijn eigenzinnige kijk op jazz laat doorklinken. Daarna lijkt de cd als een pudding in elkaar te zakken, tot het nonet plots tot leven komt in Ohad, een eerbetoon aan Ohad Talmor, de Zwitsers-Franse saxofonist die hier niet alleen de tenor beroert maar ook alle arrangementen schreef. Het vuurtje dooft helaas snel weer uit. Uiteindelijk blijven van deze cd vooral de solo’s van Konitz bij. Waarom dan al die moeite doen door een halve bigband op te trommelen? Met Ben Monder op gitaar, Matt Wilson op drums en Russ Johnson op trompet. Peter De Backer

Wie het moe is te luisteren naar de kwelende sterretjes als Norah Jones en Madeleine Peyroux, kan best eens luisteren naar de Duitse zangeres Sabine Kühlich. Hier komt de muziek recht vanuit het hart en de buik. De Duitse zangeres met opleiding in Europa en de V.S. is een veelzijdige muzikante, die ook nog piano en rietinstrumenten kan bespelen en andere vaardigheden demonstreert. Naast de onmiskenbare invloed van grote zangeressen als Sarah Vaughan en Sheila Jordan, heeft ze zelf ook een rijke bagage, waarbij ze ook avontuurlijke uitstapjes waagt in haar moedertaal en de Franse ‘chansons’ van de onvolprezen Michel Legrand. Hoofdmoot blijft echter het swingende werk met een flinke dosis scat. Met haar kwartet CRISP! gaat ze er hier stevig tegenaan en krijgt in een drietal standards ook het gezelschap van één van haar grote voorbeelden, de Amerikaanse Sheila Jordan. Hier wordt stevig gebopt, zoals in de klassieker der klassiekers, ‘Ornithology’, waar beide dames elkaar voortdurend de bal toespelen en met aanstekelijk plezier samen een verhaal opbouwen. In de komende maanden toert deze vocaliste met het trio van Arne Van Coillie langs diverse podia in ons land (zie www.arnevancoillie.be) Luc De Baets

Thierry Lang Guide Me Home

Blue Note Records/EMI Music - 45:21

*** De Zwitserse pianist Thierry

Lang (50) is vooral beïnvloed door Erroll Garner en Bill Evans. Een cover van Dave Brubeck In Your Own Sweet Way geeft meteen de toon aan van dit pianosolo album. Soms verzandt zijn vrij introverte stijl in lichtvoetige achtergrondmuziek, maar even later weet hij die toch te overstijgen. Zijn eigen composities (o.a. Tender Awa-


kening) sluiten perfect aan bij enkele standards (The Day of Wine and Roses en It Never Entered My Mind). Bij het album is een bonus-cd met vier covers (o.a. Bohemian Rhapsody) van Freddie Mercury/ Queen, muziek die hij bracht bij de documentaire ‘The Untold Story’. Bernard Lefèvre

Christof Lauer Trio Blues in Mind ACT/Challenge Records - 56:59

*** Christof Lauer is een van de ste-

vigste saxstemmen van de Europese jazz. Zijn bewondering voor Coltrane steekt hij niet weg. Met zijn landgenoot en pianist Michael Wollny maakte hij voor Act onlangs twee opmerkelijke duoplaten. Dit is heel andere koek, alleen al door de merkwaardige bezetting, met Fransman Michel Godard (tuba) en Brit Gary Husband, die zowel drums als piano speelt. Godard is een meesterlijk muzikant, die zijn zo logge instrument met een sierlijke virtuositeit bespeelt en er veel meer uitkrijgt dan wat obligate riffs. Husband maakte ooit naam als drummer bij funkband Level 42. Sinds die ter ziele ging, koos hij resoluut voor de jazz, o.a. bij gitaarvirtuoos Allan Holdsworth. De jongste jaren was hij ook actief bij John McLaughlin. Van de elf composities schreef Lauer er vijf, Godard en Husband elk twee. De muziek is heel divers. Godard’s Suave Sospiro doet even aan In a silent way denken. Het titelstuk is dan eerder Coltrane-achtige meditatie, en At Least volbloed funk. Husband bewijst met spaarzame piano-intro’s dat hij ook als toetsenman best uit de voeten kan. Mooie Europese productie van internationale klasse. Peter De Backer

len uiteindelijk bij Label Bleu. Het werd een succes. In Jazzmozaïek kreeg het de hoogste quotering. ‘Big Boogaloo’ is een logische voortzetting met krachtig en gevarieerd spel doordrenkt van zijn liefde voor gospel, R&B, zwarte souljazz en de bluesy hardbop van de jaren vijftig en zestig. Legnini vertrekt vanuit een diep respect voor de zwarte muziek, een traditie die hij rijkelijk aanvult met zijn eigen bagage en zijn liefde voor melodie en chanson. Zijn trio is hetzelfde gebleven met de vinnige Franck Aguilhon op drums en de bassisten Mathieu Allamane of Rosario Bonnacorso. Iets meer dan de helft zijn eigen composities, er zijn stukken van Ray Bryant of Les McCann. De Broadway hit Smoke Gets in Your Eyes neemt Legnini alleen voor zijn rekening. Zoals in ‘Miss Soul’ is er hier die aanstekelijke groove terug, doorspekt met vele ‘blue notes’, die sterk herinnert aan de jaren zestig, ook in Eric’s eigen composities, zoals het titelnummer. Waar ‘Miss Soul’ een openbaring was van het trio van Eric Legnini, mikt dit vervolg op meer afwisseling in het klankbeeld met gasten als trompettist Stéphane Belmondo en saxofonist Julien Lourau, soulbrothers van Legnini op de Parijse jazzscene. De beste stukken zijn echter deze van het trio, puur in al zijn grandeur! Luc De Baets

Joost Lijbaart/ Wolfert Brederode One Jazz in Motion/Challenge Records - 52:25

****

Eric Legnini Trio Big Boogaloo

‘Big Boogaloo’ is de opvolger van ‘Miss Soul’. Vorig jaar in februari verscheen dit eerder opgenomen album na veel dra-

Sylvain Luc/ Wouter Berlaen/ Lionel Beuvens Alien Bitesize

Mogno Music/AMG - 55:04

** Sinds 1998 experimenteren Syl-

vain Luc (saxen), Wouter Berlaen (bas) en Lionel Beuvens (drums) met een mengeling van jazz, dance en pop. In dit debuutalbum improviseren ze op composities van o.a. Zappa (Pygmy twlyte) en Bill Frisell (Strange Meeting). En door de inbreng van dj Rob vs. Mr.Rens + Leki & Peter Schneider krijgen we een extra mix van rapp, funk en elektronica. Ze noemen het een soort instant-free belevenis. Het roept alleszins de sfeer op van trancematige jazz (Coltrane zweeft daar ook ergens). En dat het soms zelfs weemoedig mag klinken, bewijst Sylvain Luc in zijn sfeervolle compositie Long Distance Call. Bij de laatste track herneemt het stuk na een stilte van meer dan 8 minuten, dus niet te snel afhaken… Bernard Lefèvre

Mâäk’s Spirit 5

Label Bleu/Bang! Distribution - 55:48

****

groep Nimbus al twee cd’s uit waarop wel twee drummers maar geen bassist te horen was. De fijnbesnaarde lyriek van Brederode komt inderdaad optimaal tot zijn recht zonder ander melodisch instrument. Lijbaart demonstreert hier bovendien wederom dat hij een meester is in het suggereren van een groove. Door het ritme vooral te omspelen en nergens te veel te accentueren, geeft hij Brederode niet alleen alle ruimte, hij biedt hem ook het vereiste tegenspel. De 10 zelfgeschreven nummers zijn toonbeelden van prachtige, melodieuze jazz. Je vraagt je af waarom er niet meer van dit soort duo’s zijn, het is alleen maar een bewijs van de heel bijzondere kwaliteit van Lijbaart en Brederode. Mischa Andriessen

W.E.R.F./AMG - 68:30 Piano en drums. Er zijn niet veel duo’s die in die samenstelling opereren. Cecil Taylor speelde natuurlijk vaak met Sunny Murray, maar verder… Op ‘One’ bundelen twee toptalenten uit de Nederlandse jazzscene hun krachten. Drummer Joost Lijbaart is o.m. bekend van zijn werk met Yuri Honing, Michiel Borstlap en zijn eigen Group Of Friends. Pianist Wolfert Brederode maakt deel uit van de band van zangeres Susanne Abbuehl en bracht bijvoorbeeld met de

*** Het is maar zeer de vraag of je

jazzmusici kunt vertrouwen. Zo beweert Mâäk’s Spirit op haar website dat uit heel het vijfde album een ‘trage herfstsfeer’ spreekt. Wie vervolgens de cd opzet, wordt overdonderd door een doorgedraaide bebop-bigband; manisch, angstig, opgejut alsof Mefistoles zelf ze op de hielen zit. Zelfs de stukken waarin het tempo drastisch wordt teruggeschroefd, blijft een gejaagde, ongemakkelijke atmosfeer

U

Le Chant du Monde it de archieven hebben beide Fransen niet alleen /Harmonia Mundi het betere werk opgediept, maar – 10 cd ook de obscure, wat minder

*** De Franse

jazzkenners

André Francis en Jean Schwarz werpen zich op als de

archivarissen van de jazz. Geregeld verschijnen boxen, zoals ‘l’Histoire du Piano Jazz’ en ‘Les Trésors du Jazz’ (nu per jaar uitgegeven), telkens samengevat in 10 cd’s.

geslaagde uitvoeringen van al lang vergeten bands en muzikanten. Zaak voor de liefhebber is hier het kaf van het koren te scheiden. De rest is historie. En uit dat oogpunt valt wel wat te leren, bijvoorbeeld hoe de grote orkesten er nagenoeg twintig jaar over hebben gedaan om de gepaste vorm te vinden: met degelijke arrangementen, die daardoor ook de gepaste ruimte voor solisten creëerden. Ook de evolutie van de gebrekkige klankopnames van in de beginjaren tot aan de wonderen van de LP en de stereofonie. Met de hulp van arrangeurs als Fletcher Henderson, Don Redman en Benny Carter groeide een discipline, die tot vandaag de dag overal ter wereld wordt beoefend door profs en amateurs. Chronologisch zijn hier een 100tal bands opgenomen, die instaan voor 228 stukken, verdeeld over tien volumes, van W.C. Handy en Paul Whiteman tot Duke Ellington, Basie en Woody Herman, om enkele bekenden te noemen. De commentaar van André Francis op de geselecteerde tracks is erg summier en staat los van de aparte trackinfo (plaats, datum van opname en line-up). Heel veel muziek dus, maar weinig toelichting om maar te zwijgen van enig fotomateriaal. Letterlijk en figuurlijk een goedkope editie dus in een charmant sober vierkant cd-doosje. In deze recente editie gaat het om de bigbandhistorie, die hier echter stopt in 1955. De enige reden is dat na 50 jaar de copyrights vervallen zijn. Ten tijde van de samenstelling (2005) was de limiet dus 1955. Dan kan men tegen de fysieke kostprijs vrijwel heruitgeven wat men wil, zolang men die 50 jaar grens respecteert. Iets waar heel veel labels momenteel gretig gebruik van maken en waar de prijsbewuste liefhebber zijn voordeel kan mee doen. Luc De Baets

Jazzmozaïek 1/2007

33


vervolg ... in de composities voelbaar. Mâäk’s Spirit’s muziek is sterk filmisch. Er ligt een grote nadruk op klankkleur, zowel de gitaar, als de toetsen en de blazers hebben een schelle, metalige klank. Waar de herfst bij mij vooral eerst de kleur bruin in gedachten roept, associeer ik ‘5’ vooral met zwart. Het is een donkere plaat, een indruk die wordt versterkt door de kille voordracht van poëzie in een enkel nummer. Met referenties aan zowel freejazz als film noir soundtracks is ‘5’ een gewaagd project en het resultaat zal zeker niet iedereen bekoren. Je moet er echter vooral niet aan denken wat er gebeurd was als dit concept in handen was gevallen van muzikanten die niet zoveel controle over hun instrumenten hebben als de zes geweldenaren van Mâäk’s Spirit. Mischa Andriessen

Michael Mantler Review ECM/Universal Music 75:30

*** ‘Review’ biedt met 22 stukken

een uitgebreid overzicht van trompettist Michael Mantler’s carrière als componist. Opmerkelijk aan deze compilatie is dat niet de trompet maar stem en gitaar de meest prominente plaats in Mantlers muziek innemen. Na herhaaldelijke beluistering valt ook op dat Mantlers composities in de hier belichte tijdspanne van 32 jaar erg consistent zijn. Dit is zowel de kracht als de zwakte van deze cd. Vrij snel na zijn exploratie van de freejazz met The Jazz Composer’s Orchestra is Mantler’s muziek opgeschoven naar een interessante kruisbestuiving tussen klassiek en (jazz)rock. De klassieke muziek is in latere jaren wat nadrukkelijker aanwezig, maar de theatrale manier van zingen en het licht hysterische gitaarspel doen sterk aan de symfonische en progressieve rock uit de jaren zestig en zeventig denken.

34

Jazzmozaïek 1/2007

Hierdoor klinkt een groot deel van het materiaal gedateerd en artificieel. Buiten kijf staat echter dat Mantler er in geslaagd is een eigenzinnig en krachtig oeuvre op te bouwen. De jazz is daar gaandeweg goeddeels uit verdwenen. Dat wel. Mischa Andriessen

Wynton Marsalis From the Plantation to the Penitentiary Blue Note Records/EMI Music - 58:32

** Wynton Marsalis roept steeds

meer controverses op: sommigen vinden hem de beste trompettist van deze tijd, anderen vinden hem een predikant, die de traditie verheerlijkt. Voor beide statements valt wat te zeggen. Aan de leiding van het Lincoln Center Jazz Department is het zijn taak het zwarte jazzerfgoed te bewaken en levendig te houden. Daartoe heeft hij zelfs naar Amerikaanse normen ruime financiële middelen. De man die zelf uit het eerder arme New Orleans komt, heeft zich nu zelf gesetteld in het mondaine Manhattan. Dit nieuwe album ‘From the Plantation to the Penitentiary’ laat ons eens te meer met gemengde gevoelens achter. Duidelijk is dat de boodschap hier belangrijker is dan de muziek. Zoals in ‘Black Codes from The Underground’ en ‘Blood On The Fields’ is de zwarte vrijheidsstrijd nooit ver weg, maar deze keer is het hoofdthema vooral kritiek op de maatschappij en zijn leiders. Wynton Marsalis heeft zelf alle muziek, en wat nieuw is, ook alle teksten geschreven. De muziek lijkt in de meeste stukken bovendien een stijloefening voor de volgelingen van de pedagoog, die Marsalis in wezen is. Het lijkt soms een masterclass. Met haar vibratoloze, ietwat dunne altstem, is vocaliste Jennifer Sanon allerminst het

type van de zwarte gospelzangeres. Ook de eerder opdoemende herinneringen aan de ‘Freedom Now Suite’ met zangeres Abbey Lincoln worden snel weer verdrongen. Bovendien is het kwintet hier niet veel meer dan het vehikel voor de boodschap. In het slotstuk Where y’all at? neemt Wynton Marsalis zelf de vocale honneurs waar, om rappers en hip-hoppers een lesje te leren, of wat dacht je? Een staaltje van de tekst: “All you’60s radicals and world beaters, rightuous revolutionaries and Camus readers, liberal students and equal rights pleaders, what’s going on now that y’all are the leaders?” Als Marsalis maatschappijkritisch van leer trekt, doet hij dat met stijl. Zijn goeroe Stanley Crouch schrijft in de liner notes: “Marsalis restablished the power and elegance of jazz in his time and for his generation and all the generations that came before and after this.” De Pulitzer Prize winnaar en meervoudig Grammylaureaat verdient nu al een standbeeld zo groot als het Vrijheidsbeeld, als we mister Crouch moeten geloven. Luc De Baets

The Bennie Maupin Ensemble Penumbra

Cryptogramophone/Codaex - 60:30

*** * van blazer BenDe carrière ( )

nie Maupin begon in de jaren zestig toen hij platen opnam met o.a. Lee Morgan en Andrew Hill. Bekender is hij van zijn werk met Miles Davis en Herbie Hancock. Zijn platen onder eigen naam die sinds 1974 op verschillende labels zijn verschenen, hebben echter nooit een erg groot publiek bereikt. Acht jaar na ‘Driving while black’ brengt Maupin weer een cd uit. Ditmaal op het progressieve Cryptogramophone label. ‘Penumbra’ stoelt op een consequent en zeer vakkundig uitgevoerd concept. Bas, drum en percussie leggen een relaxte, maar zeer dwingende groove neer, die vooral door het prachtige donkere, haast sinistere spel van bassist Darek ‘Oles’ Oleskiewicz wordt gekleurd. Daaroverheen speelt Maupin op een keur aan blaasinstrumenten uiterst sfeervolle thema’s en solo’s. Hij en zijn groep blinken uit in beheersing. De manier waarop deze muzikanten de instrumenten hun wil opleggen, imponeert.

Sommige composities hadden misschien nog net wat pakkender gekund, maar over het geheel genomen is ‘Penumbra’ een erg sterke plaat met een licht oosterse soms zelfs dreigende sfeer. Mischa Andriessen

Rik Mol What’s On Tonight?!

www.rikmol.nl/ www.jwajazz.nl - 54:21

*** Of je nu van deze funky jazz

houdt of niet, erkennen moet je dat hier gedegen werk geleverd wordt. Niet alleen de ervaren Ben Van den Dungen op saxen, maar wel de enige, echte Rik Mol, die zijn beloftestatus bevestigt. Hij speelt met een glasheldere frasering en heeft een benijdenswaardige sonoriteit. Doet mij denken aan Rick Kiefer, die lange jaren bij de WDR Big Band speelde. Of Rik daarmee zal doorbreken, valt af te wachten. Maar hij heeft alvast zijn visitekaartje afgegeven en is ondanks zijn jonge leeftijd gegeerd in diverse formaties. In de bezetting ook o.a. drummer Joost Patocka en pianist Rob Van Bavel. Het basiskwintet wordt in een aantal nummers voortreffelijk aangevuld met een strijkerskwartet. Een niet onaardige mix van stevig swingende muziek en dromerige ballades. De informatie op de hoes is wat slordig, want het is niet de website www.rikmol.com, maar wel www.rikmol.nl. Luc De Baets

Stanton Moore III

Telarc/Codaex - 54:49

*** Een van de opmerkelijkste re-

vivals van de laatste tijd is die van de souljazz. Ineens blijkt het een must om een hammondorganist en liefst ook een gitarist in je groep te hebben. Denk maar aan de groepen van James Carter en Chris Potter. Drummer Stanton Moore slaat op ‘III’ hetzelfde pad in. Hij heeft een lange staat van dienst bij New Orleans’ grootheden als Professor Longhair, Dr John en Irma Thomas, maar speelde ook met het heavy metal/hardcore gezelschap Corrosion of Conformity. Hij nam hiervoor twee solo-cd’s op waarbij hij hulp kreeg van onder meer Charlie Hunter, voormalig Primus bassist Les Claypool en saxofonist Skerik. Die laatste is ook op ‘III’ van de partij, zij het maar op een enkel nummer. Dat

is jammer, want samen met trombonist Mark Mullins weet Skerik het vuur aardig op te stoken. Hoewel Moore menige instructie-dvd op zijn naam heeft staan en ook Walter en Bernard geen kleine jongens zijn op hun instrument, zijn de nummers zonder blazers soms wat vlak. De groovende, bluesy stijl doet enigszins aan Medeski, Martin and Wood denken, maar is in het algemeen minder avontuurlijk. De meeste composities komen van organist Robert Walter, maar er staan ook vertolkingen van Led Zeppelins When the Levee breaks en het gospelnummer I shall not be moved op de cd. Mooiste stuk is Water from a ancient well van de Zuid-Afrikaanse pianist Abdullah Ibrahim (Dollar Brand). Mischa Andriessen

Malene Mortensen Malene Stunt Records/Challenge Records - 46:43

*** Vergeet Norah Jones en laat

je verleiden door Malene, een Deense schone, die meer dan alleen haar zangcharmes tentoonspreidt. En ze is in goed gezelschap: Jacob Christoffersen (p), Chris Minh Doky (b), Rasmus Kihlberg (dr). Mike Stern, Adam Rogers en Chris Potter komen zelfs gastsoleren. Dit is haar derde album en ze bewijst haar talent door het brengen van vooral eigen nummers, die een zacht weemoedige stemming inhouden. Rustige, sfeervol gezongen akoestische jazz. Bernard Lefèvre

MP4 Feelin’ Free

Contour/AMG - 63:33

*** Een beetje onopvallend is

de cd MP4 verschenen. MP4 staat voor Michel Paré Quartet. Paré speelde vele jaren in het BJO, vooraleer hij zijn eigen weg ging volgen. Net als Paré hebben gitarist Francois Decamps, bassist Piet Verbist en drummer Herman Pardon al ruim wat ervaring in diverse groepen en in het muziekonderwijs. Hier horen we overwegend stukken van Paré, een paar van Decamps en eentje van Piet Verbist. De overwegend melancholisch gekleurde trompetlijntjes van Paré vinden een goed klankbord in de gitaar van Decamps. Goed geconfectioneerde muziek, technisch af. Luc De Baets


Igloo/AMG - 59:28

John Patitucci Line by Line

Concord/Challenge Records - 69:13

*** Dit is het recente project van ***werd hij ontdekt door Chick Pirly Zurstrassen (p) die in- Ooit staat voor alle composities. Hij noemt zijn muziek ‘azurée’ wat zoveel betekent als zonovergoten, sprankelend en vibrerend. Dat mediterranneeeffect blijkt al uit de opener, het opzwepende Colchide. De viool (Alexandre Cavalière) en de accordeon (Tuur Florizoone) overheersen en zorgen voor een mijmerende, soms naar folk/roots neigende inslag. Maar Zurstrassen houdt er een aanstekelijke vaart in op piano, Piet Verbist vult aan op bas – mooie solo op Rouge - en Fred Malempré legt flitsende accenten op drums. Kurt Budé op klarinet en Daniel Stokart op sax verhogen het gehalte aan speelplezier. De geest van J.P. Catoul blijft nazinderen. Vooral live volop te genieten. Bernard Lefèvre

Paris Jazz Big Band Paris 24H Cristal Records/Hysterias - 67:16

*** * met Bert Joris In het interview ( )

in dit nummer vertelt hij dat het BJO een voortrekkersrol speelt in Europa. In meerdere landen is men er zich van bewust geworden, dat wat in België kan, ook elders moet kunnen. Zo is deze Paris Jazz BB in 1999 begonnen en heeft bij onze Zuiderburen een reputatie opgebouwd. Hier op deze al eerder uitgegeven cd speelt het orkest origineel repertoire van in hoofdzaak de co-leiders, trompettist Nicolas Folmer en saxofonist Pierre Bertrand. Commentaar van beide leiders: “Aan de hand van twaalf stukken wordt een muzikaal beeld van een etmaal in de lichtstad gecreëerd. Het alom aanwezige ritme in tal van geluiden van de grootstad heeft ons ertoe gebracht dit album te baseren op originele ritmes van drums en percussie”. De secties worden geleid door enkele ervaren krijgers als Denis Leloup (trombones), Tony Russo (trompetten) en Hervé Meschinet (saxen). In Tuileries is drummer van het eerste uur Dédé Ceccarelli te gast, in Métropolitain is zelfs de familie Ceccarelli te gast, vier drummers notabene, maar hier neemt de band uitgezonderd Nicolas Folmer, een rustpauze, wellicht uit eerbied voor zo veel geweld. Luc De Baets

Corea, en was hij de nieuwste elektrische basvirtuoos. Intussen weten we dat John Patitucci ook een uitstekende akoestische bassist is met een warme klank. Dat hij een steunpilaar is van het Wayne Shorter Quartet spreekt boekdelen. Patitucci heeft ook al een reeks solo-cd’s op zijn naam. Ook deze nieuwe is een smaakvolle combinatie van elektrische en akoestische jazz en zelfs modern-klassiek. Heel bijzonder zijn de stukken waarin Patitucci zijn elektrische zessnarenbas combineert met een strijkkwartet (waarin zijn vrouw de cello hanteert). Maar uiteindelijk zijn de mainstream-jazzstukken veruit het meest geslaagd. Gitarist Adam Rogers klinkt almaar meer zoals Pat Metheny, wat blijkt uit het vlotte openingstuk. Als diezelfde Rogers akoestisch speelt, doet hij veeleer aan Ralph Towner denken, zeker in zijn eigen compositie Dry September. Saxofonist Chris Potter komt af en toe de boel wat opvrolijken, en hij doet dat voortreffelijk. Drummer is Brian Blade, collega bij Wayne Shorter. Deze cd is misschien wat wisselvallig om in één beurt uit te zitten, maar al bij al is dit een smaakvolle productie. Peter De Backer

sobere penseeltrekken, om dan langzaam en geduldig uit te bouwen met lange goed gearticuleerde frases en die knappe sonoriteit, die Rava eigen is. Petrella ontpopt zich meer en meer tot de ideale tegenspeler van Rava. Hij heeft zich perfect in de esthetiek van Rava ingewerkt. Zijn spel is even goed doordacht met sobere melodische lijnen, die ook harmonisch hun functie hebben. Ook bassist Rosario Bonnacorso en vooral drummer Roberto Gatto spelen hier met fingerspitzengefühl. Moeilijk om een keuze te maken in dit twaalfdelig album, te meer daar de stukken toch allemaal grotendeels drijven op die typische koele melancholische balladstijl, uitgezonderd het leuke Echoes of Duke en het kabbelende Traps. Chique ECMmuziek van hoge kwaliteit, dat wel, maar op den duur wordt je er zelf lankmoedig van. Je verlangt wel eens naar de gekke escapades van Bollani. Luc De Baets

kolos nog vrij genereus, hoewel ook live de vaak verrassende introducties en denderende marathonsolo’s meer en meer achterwege blijven. De leeftijd eist zijn tol. Hij speelt ook steeds met nagenoeg dezelfde groep, een familiekransje, waarin de vaste pionnen, trombonist Clifton Anderson en bassist Bob Cranshaw geen hoge toppen scheren. Maar Rollins is een brok jazzgeschiedenis, stilaan een icoon en dat wordt duidelijk gehonoreerd met titels als Artist of The Year, beste tenorsaxofonist (Down Beat) en een Grammy nominatie voor dit album. Dit werd reeds eerder uitgebracht op Doxy, Rollins’ eigen label, maar wordt nu ook in ruimere kring verdeeld door Universal Music. Luc De Baets

Sonny Rollins Sonny, please

gonnen als een project voor een jazzfestival in Monaco. Louis Sclavis verzamelt een groep jon-

Doxy Records/ Universal Music - 54:32

Louis Sclavis L’imparfait des langues

ECM/Universal Music 56:03

**** Het is in de lente van 2005 be-

*** Tenorsaxofonist

Sonny Rollins wordt later dit jaar 77. Zijn krachtige en gespierde sound is er nog altijd. Die vloeiende, onstuitbare frasering heeft echter wat deuken gekregen, de adempauzes worden wat langer, maar toch speelt de saxofoon

ge muzikanten rond zich, maakt wat compositieschetsen en tekent de krijtlijnen voor een improvisatieconcert dat moet verrassen. Prins Rainier van Monaco beslist er anders over: hij overlijdt de dag voor het concert. Nationale rouw en een uitgesteld concert, maar Sclavis ziet zijn kans. Hij trekt met zijn nieuwe vrienden naar een studio en blikt deze cd in. Gewoon, net zoals in de goede oude tijd, tijdens één opnamedag. Alleen met drummer François Merville heeft hij al veel gewerkt. De andere drie spelers zijn nieuwkomers. Maar ze laten hun sporen na. Schreeuwende altsax, wilde rockgitaar, bizarre samples en synthesizergeluiden staan in schril contrast met het vertrouwde Sclavis-idioom, dat zorgt voor een soort continue onderstroom. Het jeugdige enthousiasme van de nieuwkomers werkt aanstekelijk en spoort Sclavis aan tot even fris getoeter. Maar tegelijk blijft Sclavis een meesterlijke componist/arrangeur/spelverdeler en houdt hij zijn jonge honden, waar nodig, in toom. Jeroen Revalk

Kendra Shank A Spirit Free (Abbey Lincoln Songbook)

Challenge Records/ Challenge Records - 66:45

*** Dat Abbey Lincoln niet alleen een hoogstpersoonlijke zangeres is, maar ook een voor-

Enrico Rava Quintet The words and the days ECM/Universal Music 72:54

****

Het fantastische kwartet van Rava is sinds ‘Easy Living’ (ECM 2004) gegroeid tot een kwintet met de verrassende trombonist Gianluca Petrella en even later is de flamboyante pianist Stefano Bollani er uit getrokken om zijn eigen ding te doen en vervangen door de sobere Andrea Pozza. Steeds verder lijkt Rava deze wereld te ontvluchten met etherische stukken en lyrische interpretaties. Bijna ongemerkt begint ieder stuk met enkele

MUSICAZUR «prend l’air» New CD IGL192

MELANIE DE BIASIO «a stomach is burning» New CD IGL193

Pirly Zurstrassen piano Kurt Budé clarinet Alexandre Cavalière violin Tuur Florizoone accordeon Daniel Stokart sax Piet Verbist acoustic bass Fred Malempré percussions

Mélanie De Biasio vocal Pascal Mohy piano Pascal Paulus keyboards Teun Verbruggen drums Axel Gilain acoustic bass special guest Steve Houben sax & flute

IGLOO in concert 17/04 • CC de Dinant 20/04 • CC de Sprimont 21/04 • CC d'Amay 28/04 • Ferme de la Dîme, Wasseiges

Booking Cathy LORGE - www.so-what-productions.com

in concert for the release of her new CD: 26/04 • Flagey, Brussels Booking Cathy LORGE - www.so-what-productions.com Dirk DE GEZELLE - www.artefacts-jazz.com

IGLOO

SOWAREX asbl • label IGLOO • bvd Léopold II, 153 • 1080 Bruxelles

T 32 2 538 90 01 • F 32 2 537 57 96 • sowarex@arcadis.be • www.sowarex.be

Jazzmozaïek 1/2007

corbi

Musicazur Prend l’air

35


De teletijdmachine Terug in de jazzhistorie Steeds meer jonge jazzliefhebbers raken geïntrigeerd door de jazz van voor de oorlog, toen jazz nog dansmuziek en entertainment was. Wijlen John R.T. Davies, een Engelse muzikant, was een specialist in remastering van klassieke jazzplaten. Hij werd zelfs aanzien als the world’s leading specialist in the art of sound restoration, voornamelijk wanneer het ging om oude schellakplaten en opnames op magnetische recorders. Onder het label Retrieval brengt Challenge Records heel wat van zijn restoraties uit.

The Georgians 1922-1923 Retrieval RTR79003/ Challenge Records

****

daarvan in verbazend goede geluidskwaliteit, zoals we dat van Retrieval ondertussen gewend zijn. De overige opnames zijn beschikbaar op RTR 79036. Essentiële aanwinsten voor wie houdt van opwindende klassieke jazz.

Hot Dance Bands from OKeh 1923-1931 Retrieval RTR79050/ Challenge Records Na een tijdje uit de catalogus te zijn verdwenen, is deze cd, een compilatie uit 1996 van de opnames die The Georgians in 1922 en 1923 maakten, opnieuw beschikbaar. The Georgians begonnen als een ‘band in een band’ – een praktijk die in de jaren dertig met groepen als het Benny Goodman Trio, Quartet of Sextet of Artie Shaws Gramercy Five pas echt populair werd. De groep was een septet/octet dat gelicht was uit de bigband van Paul Specht, met een ritmesectie waarin pianist Arthur Schutt en drummer Chauncey Morehouse speelden. Hun repertoire bestond voornamelijk uit de toenmalige pophits als I wish I could Shimmy like My Sister Kate, of de Farewell Blues, maar ook minder bekende, maar niet minder boeiende composities als Spencer Williams’ Snakes Hips. Onder leiding van de virtuoze trompettist Frank Guarente, een Italiaanse immigrant die nog met King Oliver had opgetrokken, namen The Georgians tussen 1922 en 1924 42 stukken op die tot de beste jazz van die periode worden gerekend. Op deze cd vind je alvast de helft

36

Jazzmozaïek 1/2007

****

In de jaren twintig ontstonden vele grote orkesten die jazz speelden als slechts een van de vele muziekjes die deel uitmaakten van hun repertoire. De bekendste zijn de bands van Jean Goldkette en Paul Whiteman. Maar deze goed geoliede groepen hadden vaak de beste componisten en arrangeurs onder hun arm en bestonden uit de beste muzikanten van het moment. De interesse voor hun eclectische en vaak erg boeiende muziek is getaand, maar niet volledig verdwenen en gelukkig kunnen we op cd’s als deze hun eigenaardige en verrassende kijk op de jazz herontdekken. Deze nieuwe dubbelaar, het laatste project waaraan de betreurde John R.T. Davies meewerkte, verzamelt de meest interessante onbekende ‘hot’ jazzopnames van bekende en minder bekende bands

op het legendarische OKeh label. OKeh wordt in verzamelaarkringen geroemd om de voortdurend uitmuntende opnamekwaliteit en de diversiteit van hun catalogus. Een groot aantal van de klassieke blues, country of jazzplaten werden uitgegeven op dit label; van blueszanger Charley Patton, over Louis Armstrong en Bix Beiderbecke tot Bennie Moten. Geen wonder dat je op deze cd namen terugvindt als Eddie Lang, Joe Venuti, Jimmy en Tommy Dorsey, Red Nichols of Adrian Rollini, vaak in ongekend gezelschap. Een aantal hoogtepunten? De mooie solo van Jack Teagarden op Rollin’ down the River; Zulu Wail door Ted Wallace and his Orchestra (een pseudoniem voor de bekendere California Ramblers); de passage van de tandem Venuti-Lang in een verder nogal lauwe versie van Magnolia of de Vo-Do-Do-DeO Blues door the Goofus Five. Spijtig genoeg komt de tracklisting in het boekje niet helemaal overeen met de volgorde van de nummers op de cd, maar de uitgelezen selectie, de hoogstaande remastering en de uitgebreide liner notes, maakt dit een erg verslavende plaat die ik maar met moeite uit mijn cd-speler zal halen. Misschien niet voor de rabiate jazzliefhebber, maar u bent gewaarschuwd!

Oliver Naylor 1924-1925 Retrieval RTR 79008/ Challenge Records

*** De Seven Aces is een van die uitstekende dance bands uit de jaren twintig, die tussen de plooien van de jazzge-

schiedenis zijn terechtgekomen. Hun muziek ademt de invloed en het speelplezier uit van de hun illustere voorgangers, de New Orleans Rhythm Kings en zal zeker en vast liefhebbers van de blanke New Orleans jazz aanspreken. Deze cd, een uitgebreide heruitgave van de oorspronkelijke lp op het Fountain Label, verzamelt alle opnames die ze in 1924 en 1925 maakten onder leiding van pianist Oliver Naylor. Onvergetelijk virtuoze solo’s hoef je hier niet te verwachten. Zoals dat bij New Orleans jazz het geval is, ligt de nadruk op strak ensemblespel in soms geïnspireerde arrangementen, zoals in een curieuze versie van de klassieker High Society. Grote namen moet je ook al niet zoeken; de bekendste is ongetwijfeld pianist Bob Zurke, die later grotere bekendheid zal oogsten bij Bob Crosby’s Bobcats. Hun repertoire bestaat voornamelijk uit de populaire danshits van het moment - zoals een bijzonder verfijnde versie van She Wouldn’t Do What I asked Her To - of lang vergeten vaudevilleliedjes als So I Took The Fifty Thousand Dollars of Oh, Johnny!, Please Don’t. In de handen van de Seven Aces wordt alles echter onvermijdelijk jazz van de hoogste orde. Na een dispuut met platenlabel Victor over royalty’s, zou Oliver Naylor nog 14 jaar lang bandleider blijven, maar na 1925 geen opnames meer maken. Een interessante uitgave, met uitstekende liner notes van Brian Rust.

The Rhythmakers 1932 Retrieval RTR79049/ Challenge Records

*** * was een zanger Billy Banks ( )

uit Cleveland die door manager Irving Mills - die ook Duke Ellington of Cab Calloway onder zijn vleugels had - werd gekoppeld aan een groep die de Rhythmakers (sic) werd genoemd. De Rhythmakers was een van de bands die door Mills werd opgenomen waarin blanke én zwarte muzikanten speelden. Dat lag in het Amerika van 1932 nog niet zo voor de hand. Hier hoor je de toekomstige jazzlegendes zoals klarinettist en saxofonist Pee Wee Russell, gitaar- en banjospelers Eddie Condon en Jack Bland, samen met trompettist Henry “Red” Allen, pianist Fats Waller, bassisten Pops Foster en Sam Morgan en drummer Zutty Singleton. Maar ook andere jonge sterren zoals Benny Carter, Coleman Hawkins, Gene Krupa en Tommy Dorsey deelden opnamesessies met de band. Deze muziek is al vaak eerder uitgebracht onder de naam van Russell, Condon of Banks, maar dit keer wordt hun oeuvre voor het eerst volledig verzameld en gepresenteerd in prima geluidskwaliteit. Deze sessiegroep speelt stomende swing, waarbij glansrollen zijn voorbehouden aan het gesmeerde teamwork tussen de agressieve Allen en de felle Russell en de uitbundige scatzang van Billy Banks en Fats Waller. Groovy! Frederik Goossens


treffelijke componiste, wordt vaak over het hoofd gezien. Vocaliste Kendra Shank (49), ooit folk- en popzangeres maar met intussen al vier jazzcd’s op haar naam, wil dat met deze hommage in de verf zetten. Daar slaagt ze ook ruimschoots in. Zelf heeft Shank een klok van een stem, die alleen in de laagste regionen soms net wat te wensen overlaat. Maar vooral maakt Shank hier mooie interpretaties in gevarieerde bezettingen. Down here below, met basklarinet en accordeon, krijgt een bijzonder kleedje, net als Natas, waarin haar stem stevig overeind blijft naast niks dan de accordeon van Gary Versace. Shank’s band is voortreffelijk, met een alweer uitstekende pianist Frank Kimbrough, en een uitstekende saxofonist, Billy Drewes. Ook gitarist Ben Monder komt op een paar nummers meedoen. Peter De Backer

Billy Strayhorn Lush Life

Blue Note records/EMI Music - 64:20

****

Billy Strayhorn, vanaf 1940 Ellington’s rechterhand als componist, arrangeur en pianist, lag aan de basis van heel wat overbekende composities, door Ellington en zijn band de wereld ingestuurd: het kenwijsje van de band Take The ‘A’ Train, Lotus Blossom, Chelsea Bridge, Day Dream, Passion Flower, Something to Live For, Blood Count en Lush Life, beide favoriete thema’s van wijlen Stan Getz, en Strayhorn was co-writer van suites als A Drum is A Woman, Such Sweet Thunder, The Far East Suite, enz… Dat er nog veel meer is bewijst dit album. Het is trouwens de soundtrack van een film met de gelijknamige titel van Robert Levi, die eerder een documentaire over Duke Ellington (Reminiscing in Tempo) had gemaakt. De artiesten die hier het repertoire vertolken zijn niet van de minsten: Dianne Reeves met haar kwartet of met gitarist Russell Malone, Joe Lovano en zijn kwartet, met o.a. Hank Jones, en pianist Bill Charlap. Zij vertolken

een kleurig boeket Strayhorn composities. Vooral klasbakken Joe Lovano en Dianne Reeves laten de wereld van Strayhorn hier openbloeien. In Blood Count mag Elvis Costello de vocale versie brengen (My Flame Burns Blue), samen met Lovano en Charlap. Luc De Baets

Natalio Sued Quartet Our Hour

Double moon Records/ Challenge Records - 57:18

****

Deze Argentijnse tenorsaxofonist woont en werkt al weer een aantal jaar in Nederland. Voor zijn debuut cd onder eigen naam riep hij de hulp in van twee andere jazzmigranten die hier woonachtig zijn, de Amerikanen Michael Moore en Paul Berner en van het jonge drumtalent Flin van Hemmen. Laatstgenoemde tekende voor een compositie, Sued zelf voor de rest. ‘Our hour’ biedt fijnzinnige en compacte groepsimprovisaties, gebouwd op mooi uitgewerkte, speelse thema’s. In alle opzichten is het een plaat zonder uitschieters. Niet alleen is het niveau constant, de groep maakt ook geen gebruik van grote contrasten. In minder begaafde handen zou dat een nogal vlakke cd hebben opgeleverd, maar daar is bij ‘Our Hour’ geen sprake van. Het kwartet blinkt uit in mooi en hecht samenspel, waarbij vooral de manier waarop de beide blazers om elkaar heen cirkelen bijzonder tot de verbeelding spreekt. Een van de mooiste nummers is Indische buurt waarin heel subtiel een oosterse sfeer is verweven die verwijst naar vele migranten in de wijk. Het is tekenend voor deze cd, die aan de ene kant een soort Hollandse nuchterheid uitstraalt, maar tegelijk een on-Nederlandse subtiliteit ten toon spreidt. ‘Our hour’ bevat bepaald geen ‘van dik hout zaagt men planken’-muziek. Sued en de zijnen steken hun kop heel duidelijk boven het maaiveld uit met dit uitstekende debuut. Mischa Andriessen

Steve Swallow with Robert Creeley So There

XtraWATT/Universal Music - 50:21

*** De in 2005 overleden dichter

Robert Creeley was een van de toonaangevende figuren in de naoorlogse Amerikaanse literatuur. Uit zijn vaak ultrakorte gedichten spreekt zowel een no-nonsense houding als een diep doorvoelde melancholie. Creeley was geen man van veel opsmuk. Hoewel het verklanken van gedichten altijd precair blijft, lijkt zijn poëzie bij uitstek vreselijk moeilijk om op muziek te zetten. Juist omdat zij zo wars is van pretenties. Bassist Steve Swallow waagde eind jaren zeventig al een poging met ‘Home’. Toen werden de teksten gezongen door Sheila Jordan, dit keer draagt Creeley ze zelf voor. Swallow is in elk geval niet in de val gelopen om de weemoedige stemming van de gedichten nog eens te onderstrepen. Zijn unieke basspel biedt in combinatie met de als een swingende barpianist klinkende Steve Kuhn en het ingetogen strijkwerk van het Cikada Quartet doorgaans een luchtig tegengewicht ten opzichte van de broze declamatie van Creeley. Dat is wat mij betreft precies de goede toon, al zijn het daardoor de gedichten die ontroeren en niet de muziek. Hoewel aan het einde van de cd je toch het gevoel bekruipt dat je er goud geld voor over zou hebben om Swallow en Creeley ooit samen aan het werk te hebben gezien. Mischa Andriessen

Trio Nuevo Jazz meets Tango

Soundroots Records/Baltic - 57:49

*** Na cross-overprojecten rond

Jimi Hendrix en Franz Schubert probeert saxofonist Dick de Graaf een verbinding te leggen tussen jazz en tango. Meer specifiek nog met de muziek van de grootste vernieuwer van de tango: Astor Piazzola. Nu is Piazolla’s muziek de laatste jaren door uiteenlopende figuren als Gidon Kremer en Carel Kraaijenhof al onder de aandacht van een groter publiek gebracht en ook de mix met jazz is niet nieuw. Piazolla waagde bijvoorbeeld zelf een poging met Gerry Mulligan op ‘Tango Nuevo’. Een verwijzing daarnaar vinden wij in de groepsnaam

CD-mozaïekjes Heruitgaven zijn niet te

D

maand een 21cd-box met

e noodlijdende Britse platenmaatschappij EMI overweegt zich terug te plooien op het exploiteren van muziekrechten. Volgens Britse kranten zou het concern de productie van cd’s willen verkopen. Een andere optie om aan de huidige malaise in de sector te ontsnappen is een fusie met concurrent Warner. Samen met Warner, Sony en BMG behoort EMI tot de grootste platenmaatschappijen ter wereld. (De Tijd, 20/02/2007).

werk van Chet Baker,

Rony Verbiest, deze keer

John Coltrane, Thelonious

Peterson en Sarah

niet op accordeon, maar op zijn vertrouwde baritonsaxofoon, heeft een gloednieuw album opgenomen met het trio van Michel Bisceglia. We kijken er naar uit.

Vaughan. Aan iedere

Jack Bowers in AllaboutJazz

artiest zijn drie volumes

(www.allaboutjazz.com): Over ‘Countermove’, van the BJO: “As I’ve said before, the BJO is by any measure a worldclass ensemble, and Countermove emphatically provides more evidence to bolster that conviction. Vaganée’s songs and charts are first-class too, thus making the enterprise even more rewarding. Splendid sound and 77:45 playing time serve also to amplify one’s pleasure. A breathtaking big band in Brussels? Believe it.” Over ‘Dangerous Liaison’ (BJO en deFilharmonie): “I am loath to use the word masterpiece when appraising any musical endeavor, but there is simply no better way to describe these remarkable compositions for big band and symphony orchestra by the superb Belgian composer/trumpeter Bert Joris, which together frame the definitive answer to anyone who says there’s not much happening on the European jazz scene.” Beide albums werden in Allaboutjazz geciteerd bij de beste cd’s van 2006.

stuiten. Platenmaatschappijen en distributeurs gaan steeds terug in de jazzhistorie. Vooral de naoorlogse jaren liggen goed in de markt. ZYX presenteert sinds vorige

Monk, Coleman Hawkins, Charles Mingus, Oscar

toegewezen met uitvoerige liner notes. Het materiaal is digitaal gerestaureerd. Deze box valt in een voordelige prijsklasse. Noteer dat dit het begin is van een serie!

Bij het afsluiten van de redactie, waren de nieuwe uitgaven van Blue Note Records in maart, nog niet allemaal in ons bezit. Wij kijken echter met belangstelling uit naar vers geperst materiaal van Robert Glasper, Erik Truffaz en een van onze voorkeurpianisten, Kenny Werner, die eindelijk bij een major is terechtgekomen.

Jazzmozaïek 1/2007

37


is goed behouden gebleven door ook die paar kleine foutjes gewoon te laten staan en niet weg te moffelen. Wereldschokkend is het allemaal niet, maar juist de bescheidenheid en integriteit die het kwartet uitstraalt, maakt ‘Brilliance’ een heel aangename plaat en zo terloops als de muziek klinkt, is zij natuurlijk niet. Mischa Andriessen

vervolg ... van dit trio terug. Met naast Dick de Graaf Michael Gustorff op viool en Hans Sparla op accordeon weet Trio Nuevo echter met zeer compact samenspel te overtuigen. De Graaf heeft in de arrangementen bovendien bepaald niet op veilig gespeeld, wat even fraaie als verrassende passages oplevert. Zijn eigen composities doen daarbij niet voor die van Piazzolla onder. Op vier nummers komt Sandra Coelers de groep versterken. Mij bevallen de instrumentale stukken beter, maar dat heeft niets met Coelers kwaliteiten te maken. Een kwestie van smaak. Mischa Andriessen

*** Het is een Europese benade-

ring van deze muziek, soms verrassend, soms te academisch. Ik mis de brandende passie en de felle ritmes van de tango. Dick De Graaf is hier veruit de beste solist, die altijd zichzelf blijft. Ondanks wat couleur locale (en vocale) van zangeres Sandra Coelers, is dit niet het beste wat we van De Graaf tot op vandaag hebben gehoord. De cd begint en eindigt met Piazzolla klassiekers, Libertango en Oblivion, maar ook de rest van de cd is naast wat werk van De Graaf in grote lijnen op naam van Astor Piazzolla te schrijven. Luc De Baets

Tyft Meg nem sa

Skirl Records/ www.skirlrecords.com - 44:16

** Skirl * Records is een nieuw ( )

Amerikaans muzikantenlabel dat in korte tijd de aandacht op zich heeft weten te vestigen met een aantal opmerkelijke uitgaven. Tyft is de groep van de IJslandse gitarist Hilmar Jensson, bekend uit Jim Blacks Alasnoaxis. Black is ook hier van de partij samen met saxofonist

38

Jazzmozaïek 1/2007

Andrew D’Angelo, die met Black in Human Feel speelt en ook deel uitmaakt van Matt Wilsons kwartet. ‘Meg Nem Sa’ is gebouwd op het spanningsveld tussen de hoge, drukke sax van D’Angelo en lage, logge gitaarmuren van Jensson die zich soms richting metal bewegen. D’Angelo en Black staan als altijd garant voor een energieke aanpak en de aparte manier van spelen van Jensson dwingt ook hier bewondering af. Daar staat echter tegenover dat ‘Meg nem sa’ wel heel nadrukkelijk experimenteel is. De dertien, merendeels korte nummers kunnen zeker niet allemaal als uitgewerkte composities bestempeld worden. Daardoor valt de oogst van dit zeker interessante concept uiteindelijk toch tamelijk mager uit. Mischa Andriessen

Torben Waldorff Quartet Brilliance Artistshare - 48:32

*** ‘Brilliance’ is een alles behal-

ve bescheiden titel, misschien dat de verrassing daardoor des te groter was toen bleek dat de jonge Deense gitarist Torben Waldorff geen snarengoochelaar is, maar juist opteert voor subtiele, bluesy spel. Deze derde cd die hij onder eigen naam uitbrengt, is de weergave van een concert in New York waar hij onder meer werd bijgestaan door Donny McCaslin. Dat blijkt een gouden keus want McCaslin relaxte, maar emotioneel geladen sound en zoekende stijl passen perfect bij die van Waldorff. Drie van de vijf nummers zijn in voortkabbelend tempo dat in handen van mindere goden onmiddellijk tot ondragelijke verveling zou hebben geleid. Hier echter geeft de kalmte waarmee gespeeld wordt alle ruimte aan de melodieën die over het algemeen innemend en pakkend zijn. De live sfeer

Eric Watson Trio Jaded Angels ACT/Challenge Records - 51:34

****

Het valt dadelijk op dat Watson de invloeden van hedendaagse klassieke pianomuziek koestert (Ives is een voorbeeld). De titels spreken boekdelen: Ghosts on the Wall, Fallen Angels, Ice Lady, House of Mirrors… Het klinkt nogal onheilspellend en Watson drijft die sfeer op met aarzelend, ingehouden pianospel. De discrete akoestische bas (Peter Herbert) en de zachte stroken op de drums (Christophe Marguet) vervolmaken het klankbeeld. Een boeiend tot de verbeelding sprekend album. Bernard Lefèvre

originele Indiase tintal naar een westerse drumset. Ook op deze trio-cd klinkt de Indiase invloed in alles door. Weiss en zijn zeldzaam empathische collega’s zijn er echter in geslaagd om van ‘Now yes when’ boven alles een uiterst spannende en afwisselende jazzplaat te maken. Verplicht studiemateriaal voor elke drummer, maar vooral heerlijk avontuurlijke muziek. Soms bijna niet te volgen, zo complex, soms bijna hartverscheurend eenvoudig. Boven alles echter vooral lekker tegendraads, op het treiterige af. Zoals in Not yet waarin het opkomen van de melodie zo lang mogelijk wordt uitgesteld. Weiss mag wel de show stelen, Sacks en Morgan zijn van een gelijk kaliber. De diverse invloeden die van minimal music tot de metalhelden van de bizarre maatsoorten Meshuggah lopen, worden schijnbaar moeiteloos omgesmeed tot open mond-muziek die ondanks al het geëtaleerde surplus aan techniek verrassend emotioneel geladen blijkt. Graag snel op de Nederlandse en Belgische podia boeken en ons dan met zijn allen vergapen. Ongelofelijk. Mischa Andriessen

Matt Wilson’s Arts & Crafts Presents The Scenic Route Palmetto Records/Codaex - 56:56

**** *

( )

Dan Weiss trio Now yes when

TOAP/ toapmusic.com - 55:54

**** *

( )

Onder meer door zijn werk bij David Binney en Joel Harrison is drummer Dan Weiss de laatste jaren bij een breder publiek bekend geworden. Zijn virtuoze spel en enerverend vrije benadering van de maat worden gevoed door zijn voorliefde voor Indiase muziek. Weiss vorige cd was dan ook een omzetting van

Het lijkt misschien wat overdreven maar drummer/componist en docent Matt Wilson (27 september 1964) is zonder enige twijfel op weg naar de hoogste regionen in het weidse jazzspectrum. Zijn grenzenloze creativiteit bleek al te werken in het trio van pianist Bill Mays. Dat was Jazz Middelheim, 2003. Wilson zag daar tijdens een solo kans de aandacht vast te houden door zelfs met een prop papier, dicht bij de microfoon, ritmische grappen uit te halen. Zijn Arts & Crafts bestaat nu verder uit: trompettist en bugelspeler Terell Stafford, organist/pianist en accorde-

onist Gary Versace, bassist en basklarinettist(!) Dennis Erwin en de niet echt op de voorgrond tredende Swayettes, een vocal group. Het repertoire omvat werk van o.a. Thelonious Monk, Ornette Coleman en bijzondere composities van Donald Ayler en John Lennon, het gecombineerde Our Prayer en Give Peace a Chance. De thema’s van de leider hebben stuk voor stuk een eigen stempel. De uitzonderlijke structuren geven de solisten, zeker Terell Stafford, ruim baan met doorgaans toch stevig swingende interpretaties. Jazzimprovisaties genereren een zekere universele taal, daar zijn we het tegenwoordig allemaal over eens. Jazzperanto? Het zou een goed idee zijn om deze Arts & Crafts van de expressieve Matt Wilson naar de komende zomerfestivals te halen. Wilson adverteert op zijn site met: “ We perform music that is not afraid to challenge AND entertain.” Verder ook aanbevolen: Kijk ook eens naar www.myspace.com/ mattwilsonsartsandcrafts en, heel onderhoudend: www.drummerworld.com Jaap Lüdeke

Stephan Zimmermann My kind of people Neuklang/Challenge Records - 52:47

** In de * liner notes bij ‘My kind ( )

of people’ doet trompettist Al Porcino een opmerkelijke bekentenis: hij houdt meer van standards dan van eigen composities. Nu is dat bij mij precies andersom en dat zal een reden zijn dat ik deze cd aanzienlijk minder hoog aansla dan Porcino. Stephan Zimmermann is een jonge Duitse trompettist die met ‘My kind of people’ zijn tweede cd onder eigen naam aflevert. Daarvoor speelde hij onder meer met Chaka Kahn en in diverse bigbands. Op deze cd waagt hij zich aan klassieke nummers als Body and soul, On green dolphin street en In the wee small hours of the morning. Hij doet dat met een band die even vlekkeloos en technisch begaafd speelt als hij zelf. ‘My kind of people’ is een gedegen plaat waaraan niets gedurfd is en waar ik met meer bewondering dan plezier naar luister, hoe goed de muzikanten ook zijn. Mischa Andriessen


Bert Vuijsje

Van Jimmie Lunceford tot Marcel Thielemans Nederlandse auteurs blijven onverminderd nieuwsgierig naar het verleden van de jazz en aanverwante muziek. Twee nogal verschillende recente voorbeelden hebben in elk geval één ding gemeen: de prijzenswaardige ijver die aan het project ten grondslag ligt.

E

ddy Determeyer zet met zijn boek Rhythm Is Our Business de kroon op een research van jaren. Zijn fascinatie met de band van Jimmie Lunceford heeft uiteindelijk geresulteerd in een biografie van internationale kwaliteit, die terecht een plaats heeft gekregen in de serie Jazz Perspectives van The University of Michigan Press, naast boeken van erkende jazzautoriteiten zoals André Hodeir en A.B. Spellman. Het is een 255 pagina’s lang pleidooi voor een bigband die volgens Eddy Determeyer ten onrechte grotendeels is vergeten: “For twelve or thirteen years, roughly between 1933 and 1946, the Jimmie Lunceford Orchestra was the most exciting and best-loved all-round dance band in the African American community. No other orchestra combined such precision, dynamics and rhythmic punch with a flashy show. No other swing band exerted so much influence on other ensembles. Yet no other orchestra seems to have drifted further into the mists of collective oblivion.”

B o e ken H

oewel de band niet zo bekend was om zijn grote solisten, was hun erg herkenbare en onweerstaanbaar aanstekelijke swing geliefd bij alle lagen van de bevolking. Hun grootste hits verkochten honderdduizenden exemplaren en, dankzij hun groot professionalisme en de ijzeren discipline van hun bandleider, toerde de band de hele VS door, en trok van Canada naar Europa. Lunceford was bij de eersten om als zwarte bandleider blanke muzikanten, arrangeurs of componisten onder de arm te nemen en terwijl ze voor een heel heterogeen publiek speelden, waren ze destijds meer geliefd bij hun zwarte achterban dan het orkest van Duke Ellington. Maar de Harlem Express moet het in populariteit nu vaak afleggen tegen hun illustere

Cor Gout is met zijn Muziek in zwart-wit een stuk dichter bij huis gebleven. Hij portretteert, meestal door middel van een interview, een vijftiental ‘pioniers van de lichte muziek in Nederland’. Jazzliefhebbers zullen in elk geval geïnteresseerd zijn in de gesprekken met violist Frans Poptie, zangeres Sanny Day, gitarist Eddy Christiani, drummer Martin Beekmans en pianiste-zangeres Pia Beck. En dan is er ook nog een veertien pagina’s lang hoofdstuk gewijd

aan Marcel Thielemans (1912-2003), de trombonist-zanger uit Schaarbeek, die vanaf 1933 als vedette van The Ramblers decennialang zowel Nederland als Vlaanderen charmeerde. Hij toont zich opmerkelijk bescheiden over zijn muzikale prestaties, zeker in de beginjaren: “We spiegelden ons natuurlijk aan de Engelse orkesten, maar een feit is dat ze veel beter waren dan wij. [...] Ach, we wisten natuurlijk wel dat we tekortkwamen. Maar als een gemis voelden we dat niet. We probeerden het zo goed mogelijk te doen. Voor de oorlog speelden we hier in Nederland pseudo-jazz. Na de oorlog is dat verbeterd. We hebben er hier nu hele goede jazzmuzikanten tussen zitten.” • Cor Gout: Muziek in zwart-wit, Uitgeverij Aprilis, Zaltbommel; € 24,50 www.aprilis.nl, ISBN-10: 9059941446 - ISBN-13: 9789059941441

www.bebopbusiness.com

Eddy Determeyer: Rhythm is our business – Jimmie Lunceford and the Harlem Express Jimmie Luncefords orkest, The Harlem Express, was jarenlang een van de populairste bands van het swingtijdperk. Fats Waller noemde Lunceford “The King of Syncopation” en Glenn Miller deed daar nog een flinke schep bovenop: “Jimmie Lunceford has the best of all bands. Duke is great, Basie is remarkable, but Lunceford tops them both.”

collega’s en weinigen zijn nog echt vertrouwd met hun muziek. Daar kan dit nieuwe boek van Eddy Determeyer verandering in brengen. Determeyer is al meer dan dertig jaar lang freelance muziekjournalist. In 1984 schreef hij een zevendelige reeks voor het Nederlandse tijdschrift Jazz Nu over Jimmie Lunceford. Nu is er eindelijk, na jaren van grondig research, waarbij Determeyer zelf meer dan vijftig interviews met betrokkenen afnam, en talloze dagboeken, boeken en krantenknipsels kon inkijken, deze eerste gedetailleerde biografie en studie van leven en werk van Lunceford. Daarnaast vind je achteraan in dit boek nog een uitgebreide bibliografie en een complete discografie. De auteur volgt de ontwikkeling van het Lunceford Orchestra van de begindagen als een high school band in Memphis tot de hoogdagen als toporkest in New York. Hij schetst een boeiend beeld van het sociale en muzikale klimaat in het midden van de jaren dertig en de jaren veertig, van de wederzijdse

beïnvloeding en competitie tussen de verschillende bigbands en van de interne keuken van het orkest dat door allerlei personeelswissels telkens weer subtiel evolueerde. Wie op zoek is naar pikante details over het exuberante leven van een baldadige jazzmuzikant, moeten we teleurstellen. Lunceford leefde een erg gesloten, rustig en teruggetrokken bestaan en was zelfs voor degenen die het dichtst bij hem stonden vaak een gesloten boek. Maar dat hoeft hij voor ons niet meer te zijn. Dan hoeven we Rhythm is Our Business maar open te slaan. Frederik Goossens • Eddy Determeyer: Rhythm Is Our Business – Jimmie Lunceford and the Harlem Express. University of Michigan Press - ISBN-10: 0472115537 - ISBN-13: 9780472115532.

BIJKOMENDE INFORMATIE BIJ VORIGE EDITIE JM 4 – DEC. 2006 All of Me In vorige editie bespraken we op pagina 21 het boek All of Me – The Complete Discography of Louis Armstrong van Jos Willems. Hierbij de nadere gegevens: Uitgever: The Scarecrow Press, Inc. (May 28, 2006) Taal: Engels - ISBN-10: 0810857057 - ISBN-13: 978-0810857056

Bert Joris – BJO & The Royal Flemish Philharmonic ‘Dangerous Liaison’ Als verdeler stond AMG vermeld, moet zijn: Harmonia Mundi.

Jazzmozaïek 1/2007

39


Klanktovenaar Rudy van Gelder Klanktovenaar

Klanktovenaar Luc De Baets

Hifi avant la lettre

R

(Foto: Blue Note Records)

udy Van Gelder, de befaamde Amerikaanse opnametechnicus, die nu de digitale remastering doet van honderden heruitgaven, door hemzelf eerder opgenomen, heeft vanaf zijn eerste opnamen in de jaren vijftig, toen er zelfs nog geen sprake was van stereo, een typische vinylsound gecreëerd, die momenteel nog altijd model staat voor de vele duizenden jazzopnamen van de jaren vijftig en zestig. Na diverse experimenten met opstellingen van musici, microfoons en opnametechnieken, slaagde hij erin een ideaal geluidsbeeld

Rudy Van Gelder met Alfred Lion in 1960

40

Jazzmozaïek 1/2007

In een tijd waar internet, MP3-files, iTunes en aanverwanten meer en meer ons leven binnen sluipen, groeit het aantal heruitgaven, niet alleen op cd, maar ook zelfs opnieuw op vinylplaten. In een voorthollende tijd van technologische veranderingen scoort ook de nostalgie terug en zijn plots ook de platendraaiers terug in. Ook de sound van deze LP’s wint terug aan belangstelling.

te creëren, waarbij ook elk instrument zeer gedetailleerd te beluisteren viel. De klank van het koper, de sprankelende percussie en het typische timbre van de piano was ongehoord in die jaren: niemand kon het zo goed vastleggen als Van Gelder. Naast zijn werk voor Blue Note - vanaf 1953 eerst in Hackensack, vanaf 1959 in zijn aan huis gevestigde opnamestudio in Englewood Cliffs, neemt Van Gelder ook talloze jazzklassiekers op voor vele andere labels zoals Prestige, Impulse, Verve, en meer recent Highnote, Milestone, Reservoir e.a.

Blue Note De eigenwijze manier van werken van stichters Alfred Lion en Francis Wolff maakte het succes van Blue Note. De klankmagie van Rudy van Gelder en het coverdesign met het vooruitstrevende Bauhaus design verleende een extra dimensie aan de Blue Note platen. In 1952 hoorde Lion het nummer The Gears, een 78-toeren plaat van saxofonist-componist Gil Mellé op het Triumph label. Niet alleen de muziek, maar vooral het sfeervolle geluid van de opname sprak tot zijn verbeelding. Het bleek dat Rudy Van Gelder, de jonge zoon van immigranten, de opname in de woonkamer van zijn ouderlijk huis in Hackensack, New Jersey, had gerealiseerd. Meteen was dit de start van een samenwerking van Blue Note met de klanktovenaar uit Hackensack die tot op de dag van vandaag voortduurt. Blue Note stond al bekend om de hoge geluidskwaliteit van de opnames, maar met Rudy Van Gelder achter de knoppen, was de typische Blue Note Sound geboren. Van Gelder: ‘Alfred wist precies wat hij wilde horen, en legde me dat uit. Langs technische weg, zorgde ik ervoor dat hij kreeg wat hij wilde. Het was verbazingwekkend wat hij kon horen in de muziek, en heel geduldig zorgde hij ervoor dat ik hem gaf wat hij wilde.’ De specifieke klank, de typische vormgeving en een goede neus voor talent versterkten de identiteit van het label, en al snel werd album na album opgenomen met jonge muzikanten als Horace Silver, Lou Donaldson, Clifford Brown, Wynton Kelly, Elmo Hope, Kenny Drew, Tal Farlow en Kenny Burrell. Ook gevestigde namen als Kenny Dorham, George Wallington, Milt Jackson, Miles Davis, Thad Jones, Sonny Rollins en Herbie Nichols gingen voor Blue Note de studio in. Elke hoes kreeg een eigen gezicht dankzij de


vaste ontwerper Reid Miles, en ook via een aantal ijzersterke figuren werd meer dan ooit de specifieke Blue Note identiteit benadrukt. Lion, Wolff, Van Gelder, Miles Davis, Art Blakey, Horace Silver, en Jimmie Smith zorgden voor het fundament. Dit ‘dream team’ maakte het mogelijk dat Blue Note de komende jaren in zowel artistiek als commercieel opzicht de jazzwereld domineerde. Zoals Wolff het formuleerde: ‘We creëerden voor elk facet, zoals de opnames, het persen van de platen en het ontwerpen en drukken van de hoezen, een hoogwaardige stijl. Het verschil zit ‘m in de details.’

pen, zoals in een live-opname. Gedurende de jaren vijftig werkte Rudy Van Gelder overdag nog als opticien, en ‘s nachts als opnametechnicus voor diverse platenmaatschappijen. Het huis van zijn ouders in Hackensack werd echter vlug te klein en in 1959 besloot Van Gelder dat hij echt meer dan twee uur slaap per nacht nodig had, en verhuisde naar Englewood Cliffs, waar hij een woning en studioruimte ontwierp en grotendeels eigenhandig uitbouwde. Tot aan het overlijden van Frank Wolff in 1971 nam Van Gelder op voor Blue Note, met achtereenvolgens Ike Quebec en Duke Pearson, allebei Blue Note recording artists, als muzikale directeurs van het label.

Kwaliteit was in alle facetten het ultieme streven. Als Lion ontevreden over het resultaat van een opnamesessie was, werd de muziek niet RVG remasters Blue Note en Prestige uitgebracht. Aan zo’n opnamesessie gingen twee of drie dagen van repeteren vooraf, waar- De uitmuntende Rudy Van Gelder Series die voor de musici - ook een unicum voor die tijd sinds 1999 door Blue Note worden heruitgegein de jazz - betaald werden. Het wierp vruch- ven, bestaan uit de originele Blue Note opnames ten af. De muzikanten speelden ontspannen en die door dezelfde opnametechnicus van toen, lieten zo het beste van zichzelf horen. Wijlen Rudy Van Gelder, ‘remastered’ werden in 24Bob Weinstock, de big boss van het concurre- bit met de high-tech apparatuur van vandaag. rende Prestige-label gaf grif toe dat ook voor Deze audiofiele releases bevatten bovendien hem Blue Note het grote voorbeeld was, maar meestal bonustracks en zijn verlucht met sesbetaalde zelden voor repetities, waardoor vele siefoto’s. Sinds 1999 verschijnen de RVG Series sessies eerder one time takes waren, d.w.z. de met de regelmaat van een klok en het aantal ADV-JAZZMOZAIK-VOORUIT-15-03-07 27-02-2007 11:00 Pagina 1 band ging de studio in en men liet de tape lo- uitgaven benadert nu de 200.

Ook Concord Jazz, die de Fantasy-Prestige-Riverside cataloog heeft gekocht, laat Rudy Van Gelder de originele Prestige opnames digitaal ‘remasteren’ vooraleer ze opnieuw uit te brengen. Er zijn er nu een 25-tal verschenen in de RVG Remaster Series van het Prestige-label en de bedoeling is die maandelijks aan te vullen. Recent verschenen John Coltrane with The Red Garland Trio – Traneing in, Miles Davis – Cookin’, Sonny Rollins – Plus Four en werk van Pat Martino en Jackie McLean. Het beste compliment dat je Rudy van Gelder kan geven, is dat deze heruitgaven de warmte bezitten van de vertrouwde vinyl-LP’s van de jaren vijftig en zestig. Rudy Van Gelder: “What I’m doing really is trying to let the musicians be heard the way they want to be heard. The difference is in the producer.” P.S.: Rudy Van Gelder is de zoon van Europese immigranten. De familie Van Gelder heeft zowel in Nederland als in ons land vertakkingen. Algemeen wordt aangenomen dat zijn roots in Nederland liggen. De Nederlanders hebben hem trouwens in de armen gesloten en op het North Sea Jazz Festival 2004 de Bird Award Special Appreciation toegekend.

JAZZ AND BEYOND! AKI TAKASE (DE/JP/US)

TIN HAT (US)

WO 25/04 VOORUIT Balzaal

DI 08/05 VOORUIT Domzaal

DO 10/05 VOORUIT Theaterzaal

Eigenzinnige ode aan één van de pioniers van de jazz.

Virtuoos kwartet brengt eigentijdse mix van jazz, tango, walz, bluegrass en Oost-Europese folk.

Brahem versmelt zijn Arabische luit op een ontroerende manier met Europese jazz en chanson.

Met: Carla Kihlstedt (viool & vocals), Mark Orton (gitaar & dobro), Ben Goldberg (klarinet), Ara Anderson (trompet, harmonica & klokkenspel)

I.H.K.V. VW SPRING SESSIONS

PLAYS FATS WALLER

Met: Aki Takase (piano), Eugene Chadbourne (gitaar), Rudi Mahall (basklarinet), Nils Wogram (trombone) & Paul Lovens (drums)

ANOUAR BRAHEM

LE VOYAGE DE SAHAR

I.H.K.V. VW SPRING SESSIONS

INFO & TICKETS: T. 09 267 28 28 – WWW.VOORUIT.BE

(TN/FR)


Albert Michiels

Jazzhistorie Jazz in België Jazz Tanzen verboten dem heutigen Tage spreche ich ein endgültiges Verbot des Nigger-jazz für den gesamten vanaf 1920 Mit deutschen Rundfunk aus. Reichssendeleiter Eugen Hadamowsky, (7) Radio München 1935

Al bij de machtsovername door de Nazi’s in 1933 werd de Berlijnse radio het verbod opgelegd nog “ontaarde nigger-muziek” uit te zenden. De Heimatliederen moesten zogezegd gepromoot worden. Maar de reden lag wel dieper: jazz riep het beeld op van black music en tevens van de talloze joden die deel uitmaakten van de jazzbands.

H

et is wel fout te veronderstellen dat met dit edict de jazzmuziek in Duitland (en daarna in de bezette landen) niet meer gespeeld werd. Integendeel. De enorme populariteit van dit muziekgenre druiste dan wel in tegen de officiële NSDAP doctrines die deze muziek afdeed als entarte Kunst. Komt daarbij dat sinds de jaren twintig Berlijn (samen met Londen) het grootste uitstralingspunt was van deze nieuwe muziek in Europa.

Voor de oorlog beschikte het Delphi Palast over verschillende danspistes. Maar tijdens de oorlog was de zaal bezet met tafels, stoelen, verkoopstandjes voor versnaperingen en drank, enz. Het podium stond in het midden en was geschikt om er filmopnamen te maken. Er mocht

(illustraties: © Laurens De Strijcker)

Een andere voorname reden was dat Goebbels, de minister van Propaganda, een oogje dichtkneep. Hij wist heel goed dat het publiek het er zeer moeilijk zou mee hebben wanneer deze lichte muziek hen zou onthouden worden. Zelfs al was er een formeel verbod op jazzmuziek, de radio bleef jazz draaien. Wel mochten er alleen jazznummers gedraaid worden die gebracht

werden door Duitse orkesten. De vraag naar zulke opwindende muziek nam nog toe tijdens de oorlogsjaren. Deze muziek moest immens de soldaten een vorm van ontspanning bieden en hun moraal opvijzelen. Denken wij maar aan het immense Delphi Palast in Berlijn. Hier speelden tijdens de oorlogsjaren de beste jazzorkesten uit Duitsland en de bezette gebieden (met o.m. de Belgische orkesten van Jean Omer en Fud Candrix). Er waren dagelijks twee vertoningen (‘s namiddags en ’s avonds) telkens voor een overvolle zaal.

De theorie

De praktijk

42

Jazzmozaïek 1/2007

De ‘zazoucultuur’ als mikpunt voor spot

Opzwepende dansen hoorden thuis in Congolese negerdorpen en niet in het Avondland dat in een strijd om zijn bestaan was gewikkeld.

niet gedanst worden. Jazz Tanzen verboten was immers overal van toepassing. Het publiek bestond voor een groot deel uit soldaten die met verlof waren of die er in een of andere nabijgelegen lazaret vertoefden. De toegang voor de soldaten was gratis. Ze mochten zich wel laten vergezellen door een van de vrouwtjes die zich aan de ingang in dichte drommen presenteerden.

België en de andere bezette landen Ook in België waren de Duitse reglementeringen van kracht. Alles werd nageleefd op papier. Er was soms wel controle tijdens de vertoningen. Dat gebeurde meestal door mensen die van jazz geen snars kenden ofwel die het zelf graag hoorden en maar lieten gebeuren. Er zijn wel enkele incidenten geweest maar zonder grote gevolgen. Alleen het Jazz Tanzen verboten werd strikt nageleefd hoewel jazz die jaren bijna uitsluitend dansmuziek was. Die soepele naleving van al wat opgelegd werd, was voornamelijk te danken omdat we in tegenstelling tot Nederland onder militair bestuur stonden (von Falkenhausen). Ook Frankrijk stond onder militair bestuur van hoge officieren als Hans Speitel en generaal Otto von Stulpnagel die zich tegen de harde lijn van Hitler verzetten. Er bestond zelfs een geheime verstandhouding onder de Duitse Overheid en de in België geboren zigeuner Django Reinhardt. Als jazzgitarist was hij zeer geliefd en hij trad op met de beste orkesten in praktisch het volledige bezette gebied. De vriendschappelijke betrekkingen die hij onderhield met een Duitse luitenant van de Luftwaffe, Dietrich Schulz-Köhn (zelf een verwoed jazzfan en -kenner) zijn hier niet vreemd aan. Dat is duidelijk te zien op een foto uit mijn archief waarop de Duitser in luitenantsuniform staat, met aan zijn zijde Django en enkele Franse vrienden, gekiekt voor de jazzclub Cygale in Parijs.


Zowel in Duitsland als elders werden de meest gekende Amerikaanse swingnummers gespeeld onder Duitse, Franse of Nederlandse titels. Bovendien werden de namen van de componisten systematisch aangepast. Op die manier werd Tiger Rag: Schwarze Panther; St Louis Blues: Lied vom blauen Ludwig; Jumping High: Fremdensprunge; One o’clock Jump (Basie): Een uur dans; China Town: De kleine Chinees; In the Mood: In guter Stimmung enz.

Grote concerten werden met veel tamtam via kranten en affiches aangekondigd. Het papier werd steeds maar dunner en de formaten van de affiches werden kleiner. Men gebruikte ook recuperatiepapier allerhande, zoals oude affiches, afgedankte landkaarten… Die werden op het gewenste formaat gesneden en de achterkant werd bedrukt. Ik bezit zelfs nog een affiche die uit twee afzonderlijke stukken bestaat, maar die zorgvuldig aan elkaar geplakt werden.

Ondanks de afgekondigde reglementeringen en het gebrek aan schellak, de grondstof voor de platen, werden langs allerhande spitsvondige achterpoortjes talloze Belgische jazzplaten geperst in Duitsland, en dit onder het zogezegde ‘waakzaam’ oog van de Duitse Overheid. Men kan zich nu nog moeilijk dergelijke toestanden inbeelden.

Hierna volgt een samenvatting van enkele voorstellingen uit die periode.

De kranten volgden de jazzconcerten op de voet. Met de aankondigingen en de recensies uit die jaren kunnen wij volumineuze boekdelen vullen. Treffend was bijvoorbeeld een van de vele annonces die Jean Omer liet verschijnen met als tekst : Ingeval ‘alerte’ voor mogelijke luchtaanvallen is er geen betere schuilplaats dan de Jazztempel Le Boeuf sur le Toit aan de Brusselse Naamse Poort. Het was een van de meest bekende clubs, met de beste artiesten uit het variété- en het jazzmilieu, met bevallige danseressen en daarbij champagne à volonté waar ook de Duitse soldaten, die met verlof waren, geen bezwaar tegen maakten.

Jazzconcerten

(foto: Archief Volmecke)

Het optreden van een bigband was telkens een groot evenement. Op de avond van de voorstelling stond men soms urenlang in de rij om een toegangsticket te bemachtigen. De prijzen schommelden tussen 0.25 en 1.25 euro. De sfeer in de zaal was onbeschrijflijk en had iets feestelijk ondanks de oorlogsomstandigheden. De muzikanten zaten in keurige kledij achter hun pupiters waarop de naam van het orkest stond.

Dietrich Schulz-Köhn in luitenantsuniform met aan zijn zijde Django en enkele Franse vrienden, gekiekt voor de jazzclub Cygale in Parijs.

• 29 juli 1941 - Feestzaal de Dierentuin van Antwerpen Concert met Stan Brenders en zijn 18-mansdansorkest van Zender Brussel, in samenwerking met de Jazzclub van België. Plaatsbespreking: Huis R. Rieter, tel. 362.88 • 4 februari 1943 - Paleis voor Schone Kunsten Brussel Optreden van John Ouwerx, de beroemde pianist van het Stan Brenders orkest, in een programma van jazz en klassieke muziek: Bach, Chopin, Liszt, Ravel, enz; Plaatsen van 10 tot 30 fr. • 4 maart 1943 - Verviers Le Club Rythmique de Belgique présente: Stan Brenders et sa Grande formation de Radio Bruxelles avec John Ouwerx, Jacques Demany, A. Saguet, Frekin, J. Aerts, G. Clais, etc. Places de 10 à 50 Frs. • 10 april 1943 - Théâtre Royal de Namur, Quintette de France avec Django Reinhardt et le Clarinettiste Hubert Rostaing et tout un spectacle de variétés. Places à partir de 7 fr. • 20 januari 1944 - Paleis voor Schone Kunsten Brussel Gala des Pianistes de Jazz met : Coco Collignon, Fernand Coppieters, Gus Clark, John Ouwerx, Yvon De Bie, Henry Seghers, Robert Swing, Rudy Bruder, Vicky Thunis, Frans André. • 1 april 1944 - Paleis voor Schone Kunsten Brussel Gala des vedettes du JAZZ BELGE met John Ouwerx (p), Gene Kempf (b), Jos Aerts (dr), Jean Douchamps (g); Jean Robert (ts); Fud Candrix (ts), Harry Frekin (as), Harry Turf (as), Bobby Naret (kl), Gus Deloof (tp), Louis De Haes (tp),G Clais (tp), Nick Frerar (tb), Albert Brinkhuizen (tb).

Hiermee hoop ik beste lezers, dat de namen van onze illustere voorgangers zullen bewaard blijven voor het nageslacht.

Einde Jazz Tanzen verboten Niet alleen de Duitsers maar ook de Amerikanen gebruikten hypocriete methodes om via de jazzmuziek de politiek van hun land te dienen of beter gezegd te gebruiken of te misbruiken. Nemen wij als voorbeeld de legendarische orkestleider en componist Glenn Miller. Na een briljante carrière als burger nam hij in 1942 vrijwillig dienst in het leger. Zodoende legde hij de link tussen het militaire plichtsbesef en de superieure Amerikaanse cultuur die diende beschermd te worden. Kortom, hij werd het toonbeeld van de echte patriot. Dit had tot gevolg dat miljoenen jonge Amerikanen bereid waren Glenn Millers voorbeeld te volgen. In zijn hoedanigheid van legerofficier volgde Glenn Miller van nabij de wekelijkse uitzendingen German Wehrmachr Hour op de BBC in Londen. Dit programma werd over geheel Europa en Duitsland uitgezonden. Tijdens een van die uitzendingen werd verklaard: “In tegenstelling tot de Duitsers staan de Amerikanen open voor alle soorten muziek, of het nu Italiaanse, Russische, Chinese of Joodse is.” Het was opvallend hoe vaak Glenn Miller in zijn liedjes romantische beelden opriep van don’t sit under the apple tree of andere zeemzoete weerspiegelingen van het meisje thuis en haar geliefde ver weg om het vaderland te dienen. Op het eerste gezicht zou men denken dat Glenn Miller het echt meende en dat hij een open, verdraagzaam en kosmogonisch man was. Maar in werkelijkheid was het helemaal anders. Hijzelf nam in zijn orkest geen enkele zwarte muzikant op. Zijn conservatieve raciale ideeën en zijn afkeer voor alles wat zwart was dreven hem hiertoe. Ook de Overheid van het Amerikaanse leger volgde hem daarin. De service bands dienden een strikte rassenscheiding in acht te nemen. De zwarten werden echt van de officiële podia geweerd. Maar toen de zwarte G.I.s , met verlof of voorgoed huiswaarts keerden, ondervonden ze dat ondanks hun gemeenschappelijke deelname in de strijd tegen de vijand er op gebied van gelijke rechten nog niets veranderd was. Ze moesten nog steeds beroep doen op gescheiden treinen en hotels, en zovele andere mensonterende situaties. Het waren allemaal veelbelovende, maar hypocriete voorstellen geweest om hen mee te krijgen naar het front. Nu gaven ze zich ten volle rekenschap dat ze nog steeds behoorden tot een minderwaardige klasse in een door blanken geregeerde natie. Glenn Miller kwam om het leven op 15 december 1944 toen zijn vliegtuig boven het Kanaal verdween en vermoedelijk in zee stortte.

Jazzmozaïek 1/2007

43


Muziek

Openbaarmaking van muziekwerken:

R E C H T

De auteur heeft exclusieve rechten tot openbaarmaking en verveelvoudiging van zijn (muziek)werk, zgn. exploitatierechten. Elke reproductie en/of openbaarmaking van het muziekwerk is onderworpen aan de toestemming van de auteur van het betrokken werk. Hij kan daarop een vergoeding vragen, wat hij meestal zal doen via een zgn. collectieve beheersorganisatie, zoals SABAM, URADEX enz.

O

p die toestemmingsvereiste bestaan een aantal uitzonderingen zoals het citaatrecht. Het is toegelaten om, zonder toestemming van de auteur, korte fragmenten van het werk in het openbaar te laten horen (citeren) ten behoeve van recensies of in het kader van het onderwijs of van wetenschappelijk onderzoek, mits met bronvermelding. De titel van het muziekwerk en de naam van de auteur dienen in dat geval te worden vermeld. Zo is het ook toegelaten korte fragmenten van een muziekwerk te laten horen in het kader van berichtgeving over de actualiteit tijdens bv. een televisiejournaal. In alle andere gevallen zal de toestemming van de auteur vereist zijn. Begrip mededeling aan het publiek De auteur heeft het uitsluitend recht zijn muziekwerk aan het publiek mee te delen, ongeacht het gehanteerde procédé. Hierbij kan worden gedacht aan rechtstreekse mededelingen, zoals een live vertolking door een artiest op een muziekfestival of de vertoning van een film in de bioscoop, maar tevens aan onrechtstreekse mededelingen, waarbij het publiek niet in persoon aanwezig is en de mededeling gebeurt via technische hulpmiddelen of transmissiekanalen (een uitzending per radio of televisie, satelliet, kabel) zoals bv. het beluisteren van muziek via internet. Onder mededelen wordt verstaan ‘elke verspreiding van een werk in een niet-bestendige materiële vorm’ aan het publiek waarbij de nadruk ligt op het publieke karakter, in tegenstelling tot het private karakter. Wat onder het begrip publiek moet worden verstaan, staat niet eenduidig vast. Kosteloze mededeling in familiekring Auteursrechthebbenden kunnen geen bezwaar maken tegen een kosteloze mededeling van hun oeuvre binnen de familiekring. Thuis met je gezin een cd beluisteren, zonder dat daarvoor een vergoeding aan SABAM verschuldigd is, is inderdaad toegelaten. De Auteurswet staat een kosteloze privé-mededeling in familiekring toe, zonder dat daarvoor de toestemming van de auteur vereist is. Sommige auteurs menen dat de inhoud van het begrip ‘publiek’ bepaald wordt door de betekenis die aan het begrip ‘familiekring’ wordt gegeven. Deze auteurs propageren een enge interpretatie van het begrip ‘familiekring’, in de zin van de aanwezigheid van familiebanden (tot welke graad?) wat leidt tot een grote zeggenschap van de auteur over zijn muziekwerk. Anderen gaan uit van een ruimere interpretatie van het begrip ‘familieband’, waarbij voldoende is dat er een zekere intieme band is tussen de luisteraars. Dit leidt op haar beurt tot een beperkter mededelingsrecht van de auteur, alsof mededeling zonder zijn toestemming eerder mogelijk is. De rechtspraak zal uiteindelijk de knoop moeten doorhakken. Het Hof van

44

Jazzmozaïek 1/2007

Is it really all in the family?

Cassatie stelde wel al dat de publieke mededeling ‘werkelijk openbaar en hoorbaar’ (met dit laatste bedoelt men ‘waarneembaar’) moet zijn, maar hoe men dit in concreto moet invullen blijft onduidelijk. Exploitatie van muziekwerken tegen vergoeding is zelfs binnen de ‘familiekring’ of in schoolverband niet toegelaten. Dit geldt dus evengoed voor het verkopen van MP3’s via het internet. Personen die zonder toestemming van de betrokken auteursrechthebbende tegen vergoeding MP3-files op het internet aanbieden kunnen zich in geen geval achter de uitzonderingsregel verschuilen. Mededeling tegen vergoeding Er is altijd sprake van een publieke mededeling, wanneer er entreegeld wordt gevraagd (i.e. niet kosteloze mededeling). Het verhogen van de consumptieprijzen tijdens het vertonen van wedstrijden uit de Champions League kan beschouwd worden als entreegeld. Bovendien is in een dergelijk geval, ook los van entreegeld, geen sprake van een vertoning in louter familieverband. Een toepassing van de notie ‘familiekring’ in zijn meest letterlijke betekenis – tot welke graad (?) heeft verreikende consequenties en zou bijvoorbeeld leiden tot inbreuk op auteursrecht wanneer een radiotoestel aanstaat op een ogenblik dat de postbode aanbelt, vrienden op bezoek komen of studenten samen op kot studeren. De rechtsleer heeft dan ook met opluchting gereageerd toen het Hof van Cassatie in een Arrest van 18 februari 2000 oordeelde dat het privé-karakter ook van toepassing is op personen tussen wie een band bestaat die gelijkgesteld kan worden met een familiale band. In dat Arrest ging het om een uitvoering (kerstconcert) in een bejaardentehuis. Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat de Vrederechter terecht had beslist dat deze uitvoering voor de gasten van het bejaardentehuis een private mededeling van het muziekwerk was. In de rechtspraak is de grens tussen publiek en privaat echter niet altijd gemakkelijk te trekken – hierna enkele voorbeelden: Cass. 26 september 1996: het aanzetten van een radiotoestel in een boekhandel betreft een publieke mededeling in de sector van de horeca en handelszaken. Cass. 8 oktober 1999: het ten gehore brengen van een muziekwerk op een verjaardagsfeestje van een voetbalspeler in de clublokalen voor medespelers is een publieke mededeling. Cass. 21 november 2003: het ten gehore brengen van een muziekwerk op een bedrijfsfeestje van 23 personeelsleden met hun naaste familie is een publieke mededeling, ook al was het lokaal niet toegankelijk voor buitenstaanders.

In zijn Arrest van 26 januari 2006, sprak het Hof van Cassatie zich opnieuw uit over het publiek mededelingsrecht, en meer specifiek over de vraag wanneer een mededeling publiek dan wel privé is. Uit deze rechtspraak komt zeer duidelijk naar voren dat elke mededeling die niet kosteloos is, een publieke mededeling is. Tevens volgt hieruit dat, wat kosteloze mededelingen betreft, alle mededelingen die buiten de familiekring plaatsvinden, publieke mededelingen zijn. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd en de rechter zal zich ongetwijfeld nog vele keren dienen uit te spreken over de reikwijdte van deze begrippen aan de hand van concrete gevallen. Mededelingsrecht in Cyberspace? Op het eerste gezicht lijkt de wetgever ervoor gekozen te hebben om het mededelingsrecht toepasselijk te maken op nieuwe communicatietechnologieën (dus ook de informatiesnelweg). Dit komt tot uiting in de Auteurswet waarin te lezen staat dat de auteur het recht heeft zijn werk aan het publiek mede te delen ongeacht het gebruikte procédé. Toch kan men zich de vraag stellen of het mededelingsrecht wel naar maat van het internet gesneden is. Is er sprake van ‘een internetpubliek’? Wanneer internetsurfers aanloggen op het net staat vast dat zij allen in wezen zonder onderscheid dezelfde (auteursrechtelijk beschermde) informatie kunnen raadplegen. Dezelfde websites worden bij dat raadplegen niet noodzakelijk door alle surfers gelijktijdig bezocht. Kan men in dat geval dan wel van een publiek spreken, aangezien deze personen niet samen fysiek op één en dezelfde plaats aanwezig zijn? Het antwoord lijkt bevestigend te zijn en de rechtsleer geeft hiervoor een paar goede argumenten. Het volstaat in de nieuwe wet dat de mededeling ‘aan’ het publiek gebeurt, wat erop wijst dat het mededelen alleen ‘aan’ verschillende personen dient te gebeuren. Het lijkt niet meer noodzakelijk dat deze personen tezelfdertijd toegang krijgen tot de informatie, laat staan dat ze collectief op dezelfde plaats aanwezig zouden moeten zijn. Alleen het aanbieden van de informatie is in wezen relevant. Of de gebruikers er al dan niet kennis van nemen is van ondergeschikt belang. Als bv. een sitehouder zomaar zonder voorafgaand akkoord auteursrechtelijk beschermde werken op het internet plaatst, is sprake van een niet toegelaten mededeling aan het publiek, ook al heeft niemand de website daadwerkelijk bezocht. Marinus Vromans De Keersmaeker Vromans Advocaten Info: mvromans@dkv-law.be


Muziekmozaïek

nieuws

Prijs Belgische Artistieke Promotie

29ste editie

Op donderdag 27, vrijdag 28 en zaterdag 29 september geeft de 29th editie Jazz Hoeilaart Intern’l Contest jonge jazzmuzikanten van overal in de wereld de gelegenheid hun talent te tonen aan een internationaal gerenommeerde jury en groot publiek.

De Belgische Artistieke Promotie van SABAM richt in 2007, in samenwerking met Jazz Hoeilaart International Contest Belgium een wedstrijd in met het oog op het ontdekken van nieuwe, onuitgegeven Belgische jazzthema’s.

A

lle jazzcomponisten, leden of toekomstige leden van SABAM kunnen zich inschrijven. Elke kandidaat kan slechts één thema inzenden. De laureaat zal door een gespecialiseerde jury worden aangeduid. Prijs: € 2000

(foto: © Jos Knaepen)

The Duet, Haggai Cohen Winnaar Jazz Hoeilaart 2006

J

azz Hoeilaart Intern’l Contest zoekt jong talent om hun naam toe te voegen aan de lange lijst van bekende & talentvolle jazzmusici die deelnamen aan Jazz Hoeilaart Intern’l Contest. Wil je als jonge, ambitieuze muzikant deelnemen aan de 29th Jazz Hoeilaart Intern’l Contest? Bel, mail of surf naar +32 2 532 38 90 info@muzmoz.be - www.jazzhoeilaart.be

Voorwaarden: moet worden ingediend in de vorm van een max. 3 bladzijden tellend LEADSHEET (melodie, becijferde akkoorden). Het bekroonde werk wordt doorgespeeld aan de finalisten van Jazz Hoeilaart Intern’l Contest die, overeenkomstig het reglement, verplicht zijn dit werk tijdens de finale uit te voeren. De inzendingen moeten anoniem onder gesloten omslag worden opgestuurd. De omslag

moet voorzien worden van een KENSPREUK in de rechterbovenhoek. Vermeld ook “Wedstrijd jazzthema’s Hoeilaart”. Onder omslag bevindt zich: 1. de partituur met uitsluitend vermelding van de titel, dus niet de naam van de componist. 2. een kleine gesloten omslag met daarin een briefje met de titel van het werk en de gegevens van de componist (naam, voornaam, geboortedatum, adres, telefoon) Uiterste inzenddatum: 22 juni 2007

Adres voor toezending: BAP van SABAM, Aarlenstraat 75-77 te 1040 Brussel Inlichtingen: (T) +32 2 286 83 82 – (F) +32 230 13 10 – E-mail: frederique.busson@sabam.be

Jazzpersboek

Muziekmozaïek zoekt

De 4de editie van het Jazzpersboek is vanaf nu verkrijgbaar. Deze uitgave is een verzameling van jazzgerelateerde (hoofdzakelijk) Vlaamse persartikels. Bestellen kan door 8 € (incl. verzendingskosten binnenland) over te schrijven op 734-0064446-47 met vermelding “Jazzpersboek 2006”. Wij sturen je dan je bestelling op.

Muziekmozaïek is op zoek naar mensen die willen helpen bij de organisatie van de activiteiten die onze organisatie opzet voor jazzliefhebbers en -muzikanten. Vrijwilligers kunnen zich engageren voor Jazz Hoeilaart, onze jazzworkshops, voor promotietournees, de Folk & Jazzstage voor jonge muzikanten en voor nog veel meer. De kennis, ervaring en het enthousiasme van vrijwilligers blijft de motor van een organisatie als Muziekmozaïek.

2006

Wie liever geen verzendingskosten betaalt, kan ons altijd komen opzoeken tijdens de kantooruren. Ons adres: vzw Muziekmozaïek, Wijngaardstraat 5, 1755 Gooik. T: 02 532 28 38, F: 02 452 34 94, info@muzmoz.be. Wel even bellen vooraf! Ook het Folkpersboek 2006 is verschenen! Bel of mail voor meer informatie.

vrijwilligers

(foto: © Jos Knaepen)

Jazz Hoeilaart Intern’l Contest zoekt jong talent

Twijfel dus niet en contacteer ons! Meer info: vzw Muziekmozaïek, Wijngaardstraat 5, 1755 Gooik T: +32 2 532 28 38 - F: +32 2 453 34 94 info@muzmoz.be - www.muziekmozaiek.be

Jazzmozaïek 1/2007

45


Muziektheorie

Leon Lhoëst

De melodisch

T

raditioneel is de melodisch mineur (mm) toonladder een kleine terts toonladder (antiek mineur/aeolisch) met een verhoogde 6e en 7e trap. In klassieke muziek was dit echter enkel stijgend het geval: dalend werd weer de kleine terts toonladder gespeeld (fig.1). In jazz is dit onderscheid niet meer aanwezig (fig.2). De mm-ladder is samengesteld uit 2 tetrachorden (tetrachord = reeks van 4 opeenvolgende noten); een mineur tetrachord {1-1/2-1} en een majeur tetrachord {1-1-1/2} (fig. 3). De modi van de majeur ladder hebben namen die inmiddels redelijk ingeburgerd zijn: Ionisch/Dorisch/Frygisch/Lydisch/Mixolydisch/ Aeolisch en Locrisch (fig.4). Net zoals met de majeur toonladder het geval is kent ook de mm-ladder verschillende modi, zijnde de verschuivingen van de ladder naar iedere graad van die ladder. In fig.5 worden de verschillende modi weergegeven. De namen van de mineur modi zijn niet erg bekend, en om de verwarring nog groter te maken worden soms verschillende namen voor dezelfde modus gebruikt. Hier volgt een korte beschrijving van iedere modus van de melodisch mineur toonladder, en een toelichting van de manier waarop zij kunnen worden toegepast. Geregeld zullen hier Engelse termen gegeven worden omdat ze algemeen gebruikt worden. Allereerst natuurlijk de melodisch mineur toonladder zelf; deze ladder wordt gebruikt op een min(maj7) en een min6 akkoord.

Tijdens het improviseren en componeren/arrangeren maken we gebruik van zgn. ‘chord scales’. Dit zijn toonladders die ons additioneel notenmateriaal verschaffen dat we horizontaal kunnen gebruiken tijdens het soleren over akkoorden, dan wel verticaal in het verder uitbreiden van akkoorden. Een van de meest gebruikte toonladders is de melodisch mineur toonladder. fig.1 fig. 1

b nw w bw bw w w ====================== & b b _w w w w w nw w w _w =l l fig.2

fig. 2

b w (n) w (n) w w w ====================== & b b _w w w w w nw nw w w _w =l l fig.3

fig. 3

b w w nw nw w ================= & b b _w w w =l l fig.4 fig. 4

4 w l============ & 4 _w w w w w w w =l l ll l Dorisch w ll l 44 w w w w w ============ & w = w ll l l Frygisch w ll 44 w w w w l============ & w w w =l l ll l w ll l 4 Lydisch w w w &4 w w w w =l l l============ ll l Mixolydisch l 44 w w w w w w w w l l & =l l l============ Aeolisch ll l 44 w w w w w w w _w l l l============ & = ll l w ll _ w _ w w l 4 Locrisch w w w l============ &4 w =l l Ionisch (majeur)

46

Jazzmozaïek 1/2007

fig.5 fig. 5

b w & b b _w w w w w nw nw =l l l============ l ll l b b Frygisch #6 w w ll & b w w w w nw nw =l l l============ l ll l b b Lydian augmented nw w w w l l & b w w w nw =l l l============ l ll Lydisch b7 w w l bbb w ll nw nw w w w ============ & = l ll l ll Mixolydisch b6 l b b b w nw nw w w w w w l l & =l l l============ l Locrisch #2 n _w l l w w b w w l b b nw nw w ll & =l l l============ l Altered w n _w n _w l l w b w w w l b b nw ll l============ & =l l

fig. 6 fig.6

melodisch mineur

Em7(b5)

w w w w ======================== & _w w w w w w w l _w _w w bw w w w w l w #w w w bw l C Ionisch

B7

C melodisch mineur = B Altered

G melodisch mineur = E Locrisch #2

b F melodisch mineur Ab melodisch mineur Db = A Altered w _w Dm = D Locrisch #2 = Db Lydisch b7 w bw bw w w w bw bw bw bw bw w bw w w w ======================= & l w w l bw bw w bw =l A7

Bb melodisch mineur

7( 5)

7

w w w bw w w ======================= & _w w w #w #w w w l www w l _w w bw w w w w =” Cmaj7(+5)

De derde modus heet Lydian augmented (augmented = vermeerderd/overmatig) en

majeur tetrachord

mineur tetrachord

Cmaj7

De tweede modus van de mm-ladder heet Frygisch #6 (*) daar de 6e trap van de Frygische ladder verhoogd is. Deze ladder wordt met name gebruikt ter vervanging van de gewone Frygische ladder, meestal in een modale context.

mineur toonladder

A melodisch mineur = C Lydian Augm.

F7

C melodisch mineur = F Lydian b7

Cm(maj7) C melodisch mineur


Lydisch b7 ( of Lydisch dominant ) is de vierde modus van de mm-ladder. Deze toonladder is een van de meest gebruikte ladders op dominantseptiem akkoorden vanwege het ontbreken van de vierde trap, een zgn. ‘avoid note’ . Vooral op substituut-dominanten (dom.7-akkoorden gevolgd door een akkoord een halve stap lager) en op dominanten zonder dominant functie wordt deze ladder bijna exclusief gespeeld. Tensions zijn 9, #11 en 13. Om aan te geven dat deze toonladder gespeeld dient te worden noteert men het akkoord vaak met een #11, bijv. D7#11. In de bebopperiode waar de Lydisch b7 ladder een grote bloei kende werd het akkoord vaak (foutief) genoteerd met een b5 i.p.v. #11, bijv. D7b5. De vijfde modus heet Mixolydisch b6, en is een van de vele mogelijke alteraties van de Mixolydische toonladder, gespeeld over een dominantseptiem akkoord. De zesde modus van de mm-ladder heet Locrisch #2 (*), of Aeolisch b6. Deze ladder wordt vaak gebruikt op min7b5 akkoorden i.p.v. de normale Locrische toonladder aan(*) in bijv. Frygisch #2 wordt ‘ kruis’2 ook wel geschreven als ‘herstellingsteken’ 2: dit heeft alles te maken met welke ladder men neemt als uitgangspunt van waaruit men gaat altereren. In dit geval is gekozen voor de Frygische ladder en niet voor de parallelle majeur toonladder.

gezien de 2e trap van deze ladder een ‘avoid note’ is. De zevende en laatste modus van de mm-ladder is de Altered scale, ook wel Super Locrisch of Diminished Whole Tone genaamd. Deze ladder wordt op dom.7-akkoorden gespeeld en dankt zijn naam aan het feit dat alle noten behalve de akkoordtonen 1, 3 en b7 gealtereerd zijn; de volledige ladder wordt aldus 1, Tb9, T#9, 3, b5(T#11), Tb13, b7. Deze ladder is, net als de Lydisch b7 ladder, een van de meest gespeelde ladders op dom.7-akkoorden, maar dan indien het akkoord een kwint naar beneden oplost, de zgn. kwintval.

Samenvattend: Cm(maj7) Cmaj(#5) C7 C7 Cmin7b5

speel C melodisch mineur speel A melodisch mineur = C lydian Augmented speel Db melodisch mineur = C Altered speel G melodisch mineur = C Lydian b7 speel Eb melodisch mineur = C Locrisch #2

In fig.6 ten slotte een akkoordprogressie waar bovenstaande theorie wordt toegepast. Let wel, alle toonladders zijn als melodisch mineur weergegeven, dus enharmonisch.

JAZZ & BLUES

10 juni 2007

wordt gebruikt op een maj7#5 akkoord. Dit akkoord kan een maj7 akkoord vervangen maar is minder stabiel. Het wordt vaak genoteerd als een zgn. slash chord, bijv. E/C i.p.v. Cmaj#5.

festival in ‘t hofke

T99 Jazzalude Belbouchos Vindaloo Five Lady Lynn and her

Magnificent Seven aanvang: 13 u

info & tickets www.goezot.be

Hofke van Chantraine Kerkstraat 46 2360 Oud-Turnhout

aldjazz 19 & 20 mei zat. 19 mei 2007 CM JazzEnsemble feat. Gino Vannelli zon. 20 mei 2007 Melanie De Biasio Quartet • Soledad • Pascal Schumacher

Quartet • Jean-Michel Pilc Trio • CM Big Band feat. Patrick Riguelle en Chris Peeters, plays Steely Dan • doorlopend filmproject ism Lumière Cinema Maastricht

Alden Biesen Bilzen • www.aldjazz.be • vvk & motives for jazz 17 euro • kassa 20 euro Jazzmozaïek 1/2007

47


Michael Brecker foto: Š Jos Knaepen


Michael Brecker Luc De Baets

in memoriam…

M

ichael Brecker was vanaf de jaren tachtig het idool van vele jonge saxofonisten en jazzliefhebbers. Zijn techniek en stijl waren een studieobject in de muziekopleiding. Hij vestigde zijn reputatie met de formatie Steps, later Steps Ahead, en door zijn samenwerking met Pat Metheny en Chick Corea. Hij paste de erfenis van Coltrane toe op de toenmalige jazz-fusion en de pop van die tijd. In 1969 nam hij voor het eerst op en er zouden zo’n 900 albums volgen, waaraan hij op één of andere manier zijn medewerking verleende. Zo dook hij op in het gezelschap van Frank Zappa, Aerosmith, James Brown, Paul Simon, Joni Mitchell, Lou Reed, Funkadelic, Steely Dan, John Lennon, Elton John en James Taylor, maar ook van Chick Corea, Pat Metheny, Gonzalo Rubalcaba en Papo Vasquez. Hij haalde 11 Grammy’s waarvan twee voor ‘Wide Angles’, zijn laatste album in 2004 met wat hij noemde zijn Quindectet. Het meest bekend bij de liefhebbers is zijn werk met The Brecker Brothers Band (met broer Randy op trompet) en Steps Ahead.

In 2003 speelde Michael Brecker met zijn kwartet een memorabel concert op Jazz Middelheim, met als een van de hoogtepunten een a capella vertolking van Naima, een bekend thema van zijn grote voorbeeld, John Coltrane. Zowat een jaar later kwam de melding dat Michael Brecker leed aan MDS, een beenmergziekte, die uiteindelijk leidde tot leukemie en een fatale afloop kende op 13 januari 2007, toevallig één dag na het overlijden van Alice Coltrane, de vrouw van zijn idool. Brecker werd 57.

dat mij lang zal bij blijven en mij een andere kijk gaf op deze eerder bescheiden, eenvoudige en tevreden man. Uit dat interview van 2001 (zie JM 1.3) zijn mij een paar reacties bijgebleven, die de man typeren: JM: Je bent de vijftig voorbij. Heeft het maken van een ballad album iets te maken met leeftijd, met een zekere rust eigen aan de leeftijd? MB: Goede vraag! (Denkt na!) Het is de leeftijd en ook de periode in mijn ontwikkeling. Ik kon deze plaat niet gemaakt hebben tien jaar terug! Ik zou daar ook niet om gevraagd hebben. JM: Waarom nu wel? Je bent tot op vandaag niet bekend als een speler van ballades! MB: Zeker niet, eerder voor de vele noten (lacht!), om het oneerbiedig te zeggen. Ik omspeelde de bekende stukken met heel wat

noten, zoals velen doen. Ik benaderde nooit een ballade zoals nu. Ik verlang nu dat de melodie ademt en iedere noot iets te vertellen heeft. (En dan glimlachend) Zoals ik zei, ik ben een trage, mijn ontwikkeling gaat niet zo snel. Ik weet niet of ik daarvoor geschikt ben, maar dit was alvast een poging. Stan Getz, die kon een ballade spelen! JM: Hoe moet het nu verder met de jazz in de eenentwintigste eeuw? Is alles al eens gedaan? Is jazz historie? MB: Ik heb daar geen mening over, het heeft trouwens geen zin! Het is allemaal vrij subjectief! Jazz is altijd een verzameling geweest van individuen, sterke persoonlijkheden. Het is nooit een collectieve beweging geweest die beweegt in een bepaalde richting. Vaak ging het zelfs in verschillende richtingen tegelijk! Het is onmogelijk te voorspellen wat er gaat gebeuren.

In 2001 hadden Jos Knaepen en ikzelf een gesprek met Michael in een Brussels hotel naar aanleiding van de uitgave van ‘The Ballad Book – The Nearness of You’ ((Verve). In een ontspannen sfeer in de salon van zijn suite keuvelden we over zijn nieuwe cd, zijn evolutie en de jazz in het algemeen. Een gesprek

(foto: © Jos Knaepen)

Saxofonist Michael Brecker heeft postuum een Grammy Award gekregen voor zijn solowerk op de cd ‘Some Skunk Funk’. Hij maakte dat album samen met zijn broer trompettist Randy Brecker en de WDR Big Band Köln onder leiding van Vince Mendoza. De plaat kreeg ook een Grammy in de categorie Best Large Jazz Ensemble Album. Volgens zijn manager Darryl Pitt, is er net een paar weken terug de laatste hand gelegd aan een laatste album, dat wellicht binnenkort zal verschijnen.

Michael Brecker en Luc De Baets

Michael Brecker: “Ik verlang nu dat de melodie ademt en iedere noot iets te vertellen heeft.”

Jazzmozaïek 1/2007

49


T

rompettist Sonny Cohn stierf op 7 november 2006. Hij werd geboren in Chicago op 14/3/1925 en werd 81 jaar oud. Sinds 1960 speelde hij als leadtrompettist in het orkest van Count Basie tot Basie’s dood (1984) en fungeerde deeltijds ook als road manager. De Kansas City Jazz legende pianist Jay McShann stierf op 8 december 2006. Hij werd

90. Hij was een overgangsfiguur tussen de typische Kansas City swing en de bebop. Hij leidde een bigband van 1937 tot 1943 en heeft als pianist affiniteit met de stijl van Earl Hines. Charlie Parker begon zijn loopbaan in dit orkest. Vanaf 1969 verscheen hij ook in Europa. Hij was een aparte figuur en was ook te zien in films als Hootie Blues, Last of the Blue Devils en Ken Burns serie over jazz (2001).

De Zwitserse trompettist Oscar Klein is op 12 december overleden. Hij was 76 jaar. Klein, die geen muziek kon lezen, maakte bijna tweehonderd platen. Hij specialiseerde zich in oude jazz, dixieland, swing en blues. De trompettist begon zijn professionele loopbaan na de oorlog in Wenen. Hij speelde daar met Joe Zawinul in Fatty George’s Band. Rond 1960 was de trompettist lid van de Dutch Swing College Band. Oscar Klein speelde verder met o.m. Wild Bill Davison, Bill Coleman en Dexter Gordon. (bron: Jazzflits)

Ook op 27 december stierf baritonsaxofonist Jean-Pierre Gebler aan een hartaanval. Hij werd 68. Vooral in de jaren vijftig en zestig was hij actief op de Belgische podia. Vele jaren later zou hij zich terug manifesteren op de Belgische jazzscene en nam ook twee cd’s op onder eigen naam, in 1984 ‘Jean-Pierre Gebler and Friends’ (LDH) en in 1988 ’J.P. Gebler Quintet’ (Igloo). In 2001 was er nog ‘Meggie’, een soort Belgian All Stars album (Gam917), waarvoor Michel Herr de bewerkingen schreef.

Piet Heuvinck, medestichter van de Honky

De legendarische zanger James Brown is op Kerstdag 2006 overleden. De zanger werd zondag 24 december opgenomen in het ziekenhuis met een ernstige longontsteking. Maandagmorgen maakte zijn manager zijn overlijden bekend. Brown was 73 jaar oud.

Tonk Jazzclub in Dendermonde, overleed op 27 december 2006. Hij werd amper zestig. Samen met zijn broers Mon, Jan en wijlen Bert behoorde hij tot de voortrekkers van de bekende Dendermondse jazzclub.

Alice Coltrane, pianiste, organiste en tweede vrouw van wijlen John Coltrane, stierf op vrijdag 12 januari 2007. Zij werd 69. Haar meisjesnaam was Alice McLeod en net als haar man was ze een aanhanger van de Oosterse religie. Ze ontmoette John in 1963 en ze waren amper vier jaar samen, want Coltrane overleed reeds in 1967. In die jaren speelde ze ook samen met haar echtgenoot in diens kwartet. Ze hadden drie zonen, die in de muzikale sporen van hun vader stapten. Alleen Ravi heeft het gemaakt. Zij beheerde na de dood van haar man diens muzikale erfenis.

(foto: S. De Prince © Jos Knaepen-JazzArchives)

De Duitse jazzpianist Siegfried Kessler is 21 januari bij zijn boot in Frankrijk verdronken. Hij raakte onwel en viel in het water. Kessler speelde begin jaren zeventig meerdere malen met saxofonist Gijs Hendriks. Samen brachten zij de plaat ‘On The Way’ uit. Ook is hij te horen op Archie Shepps live-cd ‘First Take’, die in 2005 verscheen. Siegfried Kessler was 71 jaar. (bron: www.jazzflits.nl)

Jay McShann

50

Jazzmozaïek 1/2007

Op 1 februari stierf jazzcriticus/schrijver Whitney Balliett. Hij werd 80. Jazzcriticus Philip Larkin beschreef Balliett als “een schrijver wiens proza dicht de poëzie benaderde.” Dan Morgenstern noemde hem “de grootste prozastylist in jazz”. Hij schreef voor diverse bladen, stichtte met collega Nat Hentoff The Sound of Jazz op CBS-TV. In 2000 verscheen nog A Journal of Jazz, een blockbuster van jewelste.


WYNTON MARSALIS FROM THE PLANTATION TO THE PENITENTIARY 3736752

RELEASE 05/03/07

CONCERT 07/07 BLUE NOTE RECORDS FESTIVAL, GENT www.bluenoterecordsfestival.com

P R E S E N T S

ERIK TRUFFAZ QUARTET FEAT. ED HARCOURT, NYA & CHRISTOPHE ARKHANGELSK 3881100

RELEASE 12/03/07

CONCERT 30/04 KONINKLIJK CIRCUS, BRUSSEL www.botanique.be

KENNY WERNER

LAWN CHAIR SOCIETY 3748962

RELEASE 05/03/07

STEVE KUHN

LIVE AT BIRDLAND 3729922

RELEASE 19/02/07

CHARLES TOLLIVER & BIG BAND WITH LOVE 3693152

RELEASE 15/01/07

BILLYFEAT. STRAYHORN ELVIS COSTELLO, DIANNE REEVES & JOE LOVANO

LUSH LIFE 8735502

RELEASE 26/01/07

www.bluenote.com


Onder het label Motives for Jazz presenteren jazzpodia in Limburg al 10 jaar op rij een gezamenlijk programma, met elk seizoen ruim 30 concerten. Het is een kwaliteitsaffiche met aandacht voor jong Belgisch talent, internationale top, traditie en vernieuwing. Motives for Jazz telt 2000 leden. Word gratis lid en geniet korting op de toegangsprijzen. Nieuwe leden ontvangen een gratis concerticket. Info: www.limburg.be/motivesforjazz

z0 01/04

ERIC WATSON TRIO Leut / Kasteel Vilain XIIII - CC Maasmechelen

za 07/04

EXPLODING STAR ORCHESTRA Hasselt / Kunstencentrum BELGIE

za 21/04

PETER JAQUEMYN + TATSUYA NAKATANI + FRED VAN HOVE RAFAEL TORAL feat. THE SEI MIGUEL QUARTET Hasselt / Kunstencentrum BELGIE

wo 25/04

SAXAFABRA Bilzen / cultuurcentrum De Kimpel

za 05/05

POWERHOUSE SOUND feat. KEN VANDERMARK, JOHN HERNDON, NATE Mc BRIDE, JEFF PARKER CARLO NARDOZZA / ALIEN BITESIZE Hasselt / PLAY-festival

za 19/05 + zo 20/05

ALDJAZZ feat. MELANIE DE BIASIO QUARTET, PASCAL SCHUMACHER QUARTET, SOLEDAD, JEAN-MICHEL PILC TRIO, … Bilzen / Alden Biesen - De Kimpel

DIRTY DOZEN BRASS BAND EXPLODING STAR ORCHESTRA

© Ronny Wertelaers

DIRTY DOZEN BRASS BAND + BRISKEY BIG BAND Hasselt / cultuurcentrum Hasselt

PETER JAQUEMYN © Lieve Apers

vr 16/03

FRED VAN HOVE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.