Industrie & Utility editie 1 van 2025

Page 1


Energie-efficiëntie in de Nederlandse industrie

IndustrieDE & Utilit y

AQUATECH AMSTERDAM

11 - 14 MAART 2025

RAI AMSTERDAM

22.000+ WATERPROFESSIONALS

WAARONDER 5.500+ NEDERLANDERS

850+ STANDHOUDERS

1.000+ INNOVATIES

100+ NETWERKMOGELIJKHEDEN

GEORGANISEERD DOOR:

Industrie & Utility is onderdeel van Duurzaamheid & Energiegids, een print en online uitgave van Jetvertising b.v. onder redactie van Nederlandse Bouw Documentatie en De HandelsCourant.

Uitgever

Jetvertising b.v.

Tiendweg 12

2671 SB Naaldwijk

Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 directie@jetvertising.nl

Inhoud

18 “Met een goede voorbereiding wordt het voldoen aan ATEX-richtlijnen veel eenvoudiger”

22 “Water is niet belangrijk voor de industrie tot het belangrijk wordt”

28 Aquatech Amsterdam 2025

31 Een EU-kompas voor herstel concurrentievermogen en duurzame welvaart

38 Energie-efficiëntie in de Nederlandse industrie Tijd voor daadkracht

40 Vakbeurs Aqua Nederland De toekomst van watermanagement

Redactie Gebouwde omgeving Nederlandse Bouw Documentatie (NBD-Online) redactie@jetvertising.nl

Industrie De HandelsCourant (HC) redactie@jetvertising.nl

Persberichten info@jetvertising.nl

Vormgeving MSU Nikkelstraat 1C

8211 AJ Lelystad

Advertenties

Jetvertising b.v. Tiendweg 12

2671 SB Naaldwijk

Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 robbin@jetvertising.nl

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, gekopieerd of hergebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.

Duurzaamheid & Energiegids

ACM tikt internationaal bedrijf op de vingers wegens aanwijzingen marktmanipulatie op groothandelsmarkt gas

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft een internationaal bedrijf op de groothandelsmarkt voor gas op de vingers getikt wegens mogelijke marktmanipulatie in de vorm van ‘marking the close’. Deze grote speler op de groothandelsmarkt heeft toegezegd dat het dit handelsgedrag niet meer zal laten zien. De ACM blijft dit de komende tijd strak monitoren.

De Nederlandse groothandelsmarkt voor gas (TTF) is veruit de grootste in Europa. Op dit handelsplatform wordt drie keer meer gas verhandeld dan op alle andere Europese gasmarkten bij elkaar. De handel op de Nederlandse TTF heeft veel impact op energieprijzen die consumenten en bedrijven in Nederland en in andere Europese landen moeten betalen. Daarom ziet de ACM erop toe dat handelaren op de TTF zich aan de Europese regels houden. Deze regels zijn vastgelegd in de Europese REMIT-verordening. Marktmanipulatie is een ernstige overtreding omdat dit kan leiden tot hogere prijzen voor consumenten en bedrijven.

‘MARKING THE CLOSE’

Op de TTF Day Ahead markt wordt gedurende de hele dag gehandeld in aardgas met levering één dag vooruit. Aan het eind van elke dag wordt een referentieprijs bepaald op basis van de dan geldende marktprijs, waartegen veel gascontracten worden afgerekend die op volgende dag geleverd moeten worden. Een veel gebruikte is de TTF Heren Day Ahead die iedere dag exact om 17.30:00 uur wordt vastgesteld. Deze prijs is ook een belangrijke refererentie voor de gasprijzen in andere EU landen. ‘Marking the close’ is verboden handelsgedrag waarbij een marktdeelne-

mer de referentieprijs op een groothandelsmarkt voor energie beïnvloedt door dicht op het moment dat de slotprijs wordt vastgesteld te kopen of verkopen. Dit kan door vlak voor het sluiten van de markt orders met een veel hogere vraagprijs aan te bieden of door vlak voor het sluiten van de markt buitensporig grote volumes aan te kopen waardoor de prijs omhoogschiet. De marktdeelnemer maakt winst omdat contracten die hij eerder heeft afgesloten worden afgerekend tegen deze slotprijs. Als gevolg draaien andere handelaren en de Nederlandse en Europese energiegebruikers op voor de kosten.

Risico’s zakendoen nemen wereldwijd af

De risico-rating van bijna vijftig landen is verbeterd in 2024. Dat is meer dan een verdubbeling van de upgrades in 2023. De risico’s van wereldwijd zakendoen nemen af. Dat blijkt uit de Country Risk Atlas die kredietverzekeraar Allianz Trade heeft gepubliceerd

De landenrisicoatlas is gebaseerd op een eigen risicobeoordelingsmodel dat elk kwartaal wordt bijgewerkt met de nieuwste economische ontwikkelingen en eigen gegevens van Allianz Trade. Het biedt uitgebreide analyses en inzichten in economische, politieke, zakelijke en duurzaamheidsfactoren die van invloed zijn op trends in het wanbetalingsrisico voor bedrijven op macro-economisch niveau.

In 2024 heeft Allianz Trade 48 landenrisicoratings verhoogd (+27 ten opzichte van 2023) en slechts 5 verlaagd (+1 ten opzichte van 2023). Maar de positieve trend kan in 2025-2026

gemakkelijk worden omgebogen, omdat geo-economische breuken het ondernemersvertrouwen en de handel onder druk zetten. Belangrijke EU-landen, waaronder Nederland, behouden hun AA-status. Spanje en Italië volgen een stapje lager met een A-status. Het landenrisico blijft echter sterk onderhevig aan de geopolitieke en financiële spanningen die de komende maanden worden verwacht. Deze zouden kunnen verergeren door de verdere materialisatie van neerwaartse risico’s.

Ana Boata, hoofd economisch onderzoek bij Allianz Trade: “Een volledige

handelsoorlog is een grote zorg: het daaruit voortvloeiende verlies aan economische activiteit en de terugkeer van inflatiedruk zou het vertrouwen van beleggers waarschijnlijk ondermijnen, waardoor ze in een langdurige ‘afwachtende’ modus blijven. Tegelijkertijd brengt de toenemende polarisatie, die in veel landen al duidelijk zichtbaar is, aanzienlijke economische kosten met zich mee, terwijl de sociale verdeeldheid toeneemt. De frequentie en ernst van burgerlijke onrust neemt ook toe, onder invloed van factoren zoals inflatie, fiscale aanpassingen en achterblijvende productiviteitsgroei. Tegen deze achtergrond moeten beleidsmakers het groeiende vertrouwensdeficit overbruggen en de polarisatierisico’s beperken.”

Volgens voorlopige gegevens van het Duitse bureau voor de statistiek, Destatis, daalde de reële (prijsgecorrigeerde) productie in de verwerkende industrie in december 2024 met 2,4% ten opzichte van november 2024, gecorrigeerd voor seizoens- en kalendereffecten. Daarmee daalde de productie tot het laagste niveau sinds mei 2020.

Duitse industrie heeft het lastig BP Europa SE zoekt potentiële kopers voor Ruhr Oel

Aanzienlijke daling van de productie in de automobielindustrie

De negatieve ontwikkeling van de productie in december 2024 is vooral te wijten aan de terugval in de automobielindustrie (seizoensen kalendergecorrigeerd -10,0% ten opzichte van de voorgaande maand). Ook de productiedaling in machineonderhoud en montage (-10,5%) had een negatief effect op het totaalresultaat. Daarentegen had de stijging in de farmaceutische industrie (+11,6%) een positief effect.

In de energie-intensieve sectoren

daalde de productie in december 2024 met 3,1% ten opzichte van november 2024, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden en kalendereffecten. Als we de productie over drie maanden vergelijken, zien we dat de productie in energie-intensieve industrieën van oktober tot en met december 2024 2,6% lager lag dan in de voorgaande drie maanden. Vergeleken met dezelfde maand vorig jaar, december 2023, lag de energie-intensieve productie in december 2024, na correctie voor de kalender, 2,0% hoger.

TenneT verder met eerste windpark via 2 GW standaard

Landelijke netbeheerder TenneT, pensioenfonds ABP, pensioenbelegger APG en windenergie-ontwikkelaar SSE, hebben de realisatieovereenkomst ondertekend voor de offshore-netaansluiting van windpark IJmuiden Ver Alpha. Het is het eerste windpark dat volgens de nieuwe 2GW-gelijkstroomstandaard wordt aangesloten.

Het Noordzeker consortium van ABP/ APG en SSE Renewables won in juni 2024 de tender voor de ontwikkeling van windpark IJmuiden Ver Alpha, een windpark op ruim 60 kilometer uit de Nederlandse kust met een geïnstalleerd vermogen van 2 gigawatt (GW). De realisatieovereenkomst maakt de ontwikkeling en bouw mogelijk van de fysieke netwerkinfrastructuur die nodig is om het windpark aan te sluiten op het Nederlandse elektriciteitsnet. De opgewekte elektriciteit van het windpark komt in Borssele aan land en wordt in een converterstation omgezet naar wisselstroom, zodat de stroom op het hoogspanningsnet kan worden getransporteerd naar de eindgebrui-

kers. De net op zee-verbinding zal naar verwachting eind 2029 bedrijfsklaar zijn.

Het windpark IJmuiden Ver Alpha is het eerste windpark dat volgens TenneT’s nieuwe 2GW-gelijkstroomstandaard wordt aangesloten. In totaal heeft Nederland op dit moment 4,7 GW geïnstalleerd vermogen aan wind op zee. Tussen 2018 en 2023 werden windparken verbonden via een 700 MW verbinding. In 2032 wil Nederland 21 GW aan energie uit wind op zee halen. TenneT realiseert in de Nederlandse Noordzee tot 2032 zeven van deze nieuwe net op zee-aansluitingen voor de windparken op zee. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een 2 gigawatt-

BP Europa SE is van plan om Ruhr Oel GmbH – BP Gelsenkirchen en bijbehorende raffinaderijactiva te verkopen. Tot de activa behoren de BP-raffinaderij in Gelsenkirchen en DHC Solvent Chemie GmbH in Mülheim an der Ruhr. Ruhr Oel gaat direct in de etalage, doel is om nog dit jaar de verkoop af te ronden.

Patrick Wendeler, chief executive van BP Europa: “Met aanzienlijke investeringen hebben we onze vestiging de afgelopen jaren aanzienlijk kunnen moderniseren. Dankzij de huidige productiemogelijkheden en de locatie in het hart van Europa en in het bijzonder binnen de chemische cluster van Noordrijn-Westfalen, biedt het een aanzienlijk potentieel voor een nieuwe eigenaar die wordt ondersteund door een hooggekwalificeerd team.”

gelijkstroomverbinding. Gelijkstroom leidt tot minder transportverliezen bij grotere afstanden en grotere vermogens. Daarnaast zorgt deze nieuwe standaard dat er minder kabels en minder platformen op zee en stations op land nodig zijn, waardoor er minder beslag op de schaarse ruimte is.

Foto: door TenneT

North Sea Port en Canadese havens werken samen rond handel, innovatie en energietransitie

North Sea Port gaat intensief samenwerken met de Canadese havens van Montréal, Québec, Saguenay, Sept-Îles en Trois-Rivières. Deze nieuwe samenwerking richt zich op het versterken van handelsrelaties tussen de Saguenay-Saint-Laurent-zeecorridor en North Sea Port.

North Sea Port en de vijf Canadese havens, gelegen in het Zuidwesten van het land, hebben een overeenkomst gesloten. Deze bouwt voort op een eerdere samenwerkingsovereenkomst uit 2018 tussen de haven van Québec en North Sea Port. Met deze nieuwe stap worden de havens van Montréal, Saguenay, Sept-Îles et Trois-Rivières toegevoegd aan de bestaande samenwerking. De overeenkomst biedt een raamwerk voor concrete initiatieven op het gebied van handel, innovatie en energietransitie.

HANDEL EN LOGISTIEK

De nadruk ligt op de verdere ontwikkeling van de bulksector en het optimaliseren van logistieke ketens tussen het Canadese achterland van Saguenay-Saint-Laurent, het havengebied van North Sea Port en Noordwest-Europa. Daarnaast delen de havens kennis en inzichten om de havenplanning en havenoperaties te verbeteren.

“Canada is de vierde belangrijkste handelspartner van North Sea Port in termen van goederenoverslag. Onze ligging in West-Europa is van groot

strategisch belang voor de samenwerking met de havens van Montréal, Québec, Saguenay, Sept-Îles en Trois-Rivières. De samenwerking met de vijf Canadese havens kan alleen maar voordelen bieden,” aldus Maarten den Dekker, Chief Sustainability en Digital Officer van North Sea Port.

INNOVATIE EN TECHNOLOGIE

Er wordt ook samengewerkt op het gebied van technologie en circulaire economie. De havens zullen hiertoe de samenwerking tussen klanten, onderzoeksinstellingen, universiteiten en start-ups bevorderen. Door kennis en successen te delen, worden netwerken uitgebreid en technologische innovaties zoals artificiële intelligentie in havenactiviteiten gestimuleerd. Energietransitie en duurzaamheid De havens zullen bovendien actief samenwerken om hun ecologische voetafdruk te verkleinen. Speerpunten zijn onder andere de productie van koolstofarme energie, vergroening van havengebieden, alternatieve brandstoffen en initiatieven voor energie-efficiëntie.

Foto: door Stockphotos.com

Transitie naar circulaire chemie-en brandstoffensector kansrijk

De Rotterdamse haven kan uitgroeien tot een internationale hub voor circulaire koolstof, met belangrijke voordelen voor de economie en het klimaat van Nederland, Noordwest-Europa en de EU.

Voor de transitie naar circulaire koolstofroutes in de chemie- en brandstoffensector zijn de volgende zaken cruciaal: het stimuleren van marktvraag, het benutten van synergie in deze sector, het vergroten van grondstoffenbeschikbaarheid en een robuuste overheidsvisie. Dit blijkt uit recent onderzoek van TNO in opdracht van een breed consortium; SmartPort, VEMOBIN, VNCI, Deltalinqs, Havenbedrijf Rotterdam, gemeente Rotterdam en FieldLab Industrial Electrification (FLIE).

De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie is één van de grote uitdagingen voor de Nederlandse chemie- en brandstoffensector. De focus van het rapport ligt op de overstap van fossiele naar duurzame koolstofbronnen, zoals afval, biomassa en afgevangen CO₂. TNO heeft gedurende het onderzoek met hulp van VEMOBIN, VNCI en hun leden een systeemvisie op duurzame koolstof opgesteld en op grond daarvan stellen de onderzoekers wat overheden en het Havenbedrijf Rotterdam zouden moeten doen om die systeemvisie waar te maken. Zo zijn kansrijke koolstofroutes in kaart gebracht en is gekeken hoe deze passen in het energiesysteem. Download de samenvattende rapportage hier. Sterke uitgangspositie, maar aanzienlijke uitdagingen

Dankzij de strategische ligging van de Rotterdamse haven, met haar goed ontwikkelde infrastructuur richting het

achterland en het ARRRA-cluster (Antwerp-Rotterdam-Rhine-Ruhr-Area), heeft Nederland een sterke uitgangspositie om koploper te worden in een circulaire koolstofeconomie. De regio biedt daarnaast een solide kennisbasis en concrete mogelijkheden op het gebied van CO₂-opslag (CCS) en hernieuwbare energieprojecten.

Ook zijn er mogelijkheden voor synergie. Uit het onderzoek blijkt dat de chemie- en brandstoffensector in de toekomst in toenemende mate dezelfde circulaire moleculen en grondstoffen willen gebruiken en produceren. Dat biedt mogelijkheden om de krachten te bundelen, synergievoordelen te benutten en daarmee circulaire koolstofbronnen efficiënter en op grotere schaal te produceren.

Er zijn ook grote uitdagingen. De marktvraag naar duurzame circulaire producten blijft achter door hogere kosten bij productie en gebruik van circulaire koolstofbronnen ten opzichte van fossiele bronnen en afnemers zijn slechts in beperkte mate bereid om meer te

betalen voor circulaire producten. Ook is er onzekerheid over de toekomstige beschikbaarheid van kansrijke circulaire koolstofbronnen, zoals bio-grondstoffen en gerecycled plastic. Daarnaast kunnen ruimtegebrek in de Rotterdamse haven en de lange doorlooptijd van vergunningstrajecten tot vertragingen en ontmoediging leiden bij nieuwe investeringen. Aanbevelingen om de transitie naar duurzame koolstof te versnellen

Overheden worden opgeroepen om op korte termijn beleidskeuzes te maken en onzekerheden weg te nemen middels een heldere visie op de toekomst van de chemie- en brandstoffensector. Zo kan de marktvraag naar duurzame producten gestimuleerd worden door bijvoorbeeld verplichting van een minimum aandeel circulaire grondstoffen in producten, het verlagen van accijnzen of BTW op duurzame producten, of het opnemen van duurzaamheidseisen in openbare aanbestedingen. Daarbij spelen Nederlandse overheden, maar zeker ook de Europese Unie (EU) een belangrijke rol.

Om vergunningstrajecten te versnellen, is het cruciaal dat het bevoegd gezag vroegtijdig wordt betrokken. Regels die circulaire innovaties bevorderen, moeten proactief worden opgesteld. Flexibele regelgeving kan experimenten en innovatie ondersteunen, vooral in innovatiegerichte regio’s.

Daarnaast kan de beschikbaarheid van grondstoffen worden vergroot door efficiëntere en kwaliteitsgerichte afvalsortering en verbeterde recyclingprocessen. Ook is het cruciaal om een groter volume aan duurzame biomassa naar Nederland te importeren, zodat de chemie- en brandstoffensector op grote schaal duurzamer kunnen produceren. Tot slot is samenwerking tussen industrie, kennisinstellingen en overheden essentieel. Door de opgeleverde systeemvisie kan beleid en uitvoering beter op elkaar worden afgestemd, wat zorgt voor een doelgerichte aanpak.

Bron en foto: Havenbedrijf Rotterdam, fotograaf Eric Bakker

Meer dan 1 miljard euro uit het Europees Defensiefonds voor de ontwikkeling van defensietechnologieën en -innovatie

Met het werkprogramma van het EOF voor 2025 maakt de Commissie aanzienlijke aanvullende financiering vrij om de ontwikkeling van kritieke defensietechnologieën en -vermogens te ondersteunen. In het werkprogramma wordt elk ongeveer 100 miljoen euro toegewezen op kritieke gebieden zoals grondgevechten, ruimte-, lucht- en zeegevechten, energieveerkracht en milieutransitie. Het werkprogramma van het EOF25 ondersteunt de ontwikkeling van kritieke defensietechnologieën en -vermogens die vereist zijn in overeenstemming met de vermogensprioriteiten van de EU die door de lidstaten zijn overeengekomen en verder zijn uitgewerkt in het strategisch kompas.

Het werkprogramma van het EOF voor 2025 zet de steun voor defensie-innovatie voort via de EU-innovatieregeling voor defensie (EUDIS), waarbij subsidies en diensten worden verstrekt aan start-ups, scale-ups, kmo’s, onderzoeks- en ondersteuningsorganisaties, technologieorganisaties, accelerators en andere niet-traditionele actoren om hen te helpen belemmeringen voor de toegang tot de defensiemarkt te overwinnen, ideeën op de markt te brengen en een verschil te maken voor de veiligheid en defensie van de EU. Het Europees Defensiefonds, met een begroting van ongeveer 7,3 miljard EUR voor de periode 2021-2027, is het instrument van de Commissie ter ondersteuning van gezamenlijk O&O op defensiegebied. Zonder de inspanningen van de lidstaten te vervangen, bevordert het de samenwerking tussen bedrijven van elke omvang en onderzoeksactoren in de hele EU en Noorwegen (als geassocieerd land). Het EOF ondersteunt concurrerende

en op samenwerking gebaseerde defensieprojecten gedurende de gehele onderzoeks- en ontwikkelingscyclus, waarbij de nadruk ligt op projecten die leiden tot geavanceerde en interoperabele defensietechnologieën en -apparatuur. Het bevordert ook innovatie en stimuleert de grensoverschrijdende

deelname van kmo’s. Met de vaststelling van het werkprogramma voor 2025 heeft de Commissie sinds de inwerkingtreding van de EOF-verordening in mei 2021 5,4 miljard EUR vastgelegd en is zij een van de grootste investeerders in O&O op defensiegebied geworden.

Foto’s: door Stockphotos.com

Chipmarkt kan zorgen voor verder herstel industrie in 2025

Dankzij de felle concurrentiestrijd om AI kan de chipmarkt dit jaar aantrekken. ASML bevestigde eind januari de eerder afgegeven groeiprognoses voor 2025. Daarnaast meldde de chipmachinefabrikant dat het een sterk vierde kwartaal had gedraaid, vooral dankzij modernisering van eerder geleverde machines. Als de positieve verwachtingen voor 2025 uitkomen, zullen de vele Nederlandse toeleveranciers daarvan profiteren.

De groei van ASML is vooral te danken aan investeringen in Artificial Intelligence (AI). Daarvoor zijn zeer krachtige chips nodig, die alleen met de beste chipmachines kunnen worden geproduceerd. De Taiwanese chipfabrikant TSMC meldde ook al sterke resultaten over het vierde kwartaal van 2024 en verhoogde het budget voor investeringen in 2025.

AI-CONCURRENTIESTRIJD IS FEL

Rond AI woedt een felle concurrentiestrijd tussen de Verenigde Staten, China en Europa. Amerikaanse techbedrijven investeren fors in de benodigde datacenters, en president Donald Trump maakte al op de dag na zijn inauguratie bekend dat hij samen met het bedrijfsleven honderden miljarden in AI wil investeren. Onderwijl beweerde de Chinese startup DeepSeek dat het tegen veel lagere kosten een ChatGPT-achtig model heeft ontwikkeld. Als de Chinezen erin zouden slagen AI-toepassingen te ontwikkelen die inderdaad veel minder rekenkracht vergen, zou dat de investeringen in datacenters in de komende jaren onder druk kunnen zetten. Hoe dan ook is duidelijk dat de concur-

rentiestrijd om AI voorlopig nog niet beslecht is. Ook de Europese Commissie maakte plannen bekend om de investeringen in AI aan te jagen. Al met al lijkt het er vooralsnog op dat de vraag naar chipmachines de komende

jaren sterk blijft groeien. De Nederlandse industrie loopt daarin voorop en zal daar dus van profiteren.

Bron: ABNAMRO, Albert Jan Swart Foto: door Stockphotos.com

26 innovatieve projecten kregen groen licht van Innovatiekrediet in 2024

In 2024 ondersteunde RVO 26 baanbrekende projecten via het Innovatiekrediet. Daarmee maken we samen meer dan €100 miljoen aan vernieuwende ontwikkelingen mogelijk. Hiervan is €43 miljoen rechtstreeks bijgedragen door het Innovatiekrediet.

De projecten bestrijken verschillende technologieën en sectoren die van cruciaal belang zijn voor de toekomst van Nederland.

IMPACT VAN INNOVATIEKREDIET

Met het Innovatiekrediet worden bedrijven geholpen te innoveren en stuurt RVO erop aan dat deze innovaties tastbare voordelen opleveren voor de samenleving. Van medische doorbraken tot duurzame productie-oplossingen, de projecten die

gesteund worden vormen een solide basis voor de toekomst. Er zijn stappen gezet in sleuteltechnologieën zoals Lifescience & Biotech en Photonics & Optical. Projecten van bijvoorbeeld NoPalm Ingredients en Delta Diagnostics, maken dit mogelijk. Deze innovaties zijn niet alleen technisch vooruitstrevend, maar dragen ook bij aan maatschappelijke thema’s die de levenskwaliteit van mensen verbeteren.

1,4 miljoen euro voor

Nederlands onderzoek

naar de impact van diepzeemijnbouw

De Nederlandse partners binnen het internationale MiningImpact3-consortium hebben een subsidie van 1,4 miljoen euro ontvangen om de langetermijneffecten van diepzeemijnbouw op het ecosysteem bestuderen, evenals de juridische en technologische aspecten ervan. De Nederlandse samenwerking wordt gecoördineerd door marien bioloog Sabine Gollner van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en bestaat uit onderzoekers van NIOZ, de Universiteit Utrecht, Naturalis en de TU Delft.

MiningImpact3 is een internationaal onderzoeksproject dat de milieueffecten van mogelijke toekomstige diepzeemijnbouw onderzoekt. Het project wordt gecoördineerd door Matthias Haeckel van GEOMAR (Duitsland) en richt zich op twee diepzee-ecosystemen die rijk zijn aan metalen waar de diepzeemijnbouw in geïnteresseerd is: polymetallische knollenvelden in de Stille Oceaan en afzettingen van vast sulfide op de zeebodem in de Atlantische Oceaan, evenals de bovenliggende waterlagen.

VERANDERINGEN DOOR DIEPZEEMIJNBOUW

Deze derde projectfase (vandaar de naam ‘MiningImpact3’) richt zich op het vergroten van kennis over door diepzeemijnbouw veroorzaakte veranderingen in milieu, biodiversiteit en ecosysteemfuncties in tijd en ruimte. Onderzoekers zullen ook de langetermijneffecten beoordelen van de testmijnbouw die in 2021 is uitgevoerd in polymetallische knollenvelden. De resultaten uit het onderzoek moeten bijdragen aan de ontwikkeling

van instrumenten voor het beheer, de regulering en het bestuur van diepzeemijnbouw.

NEDERLANDS ONDERZOEKSTEAM

Een team van Nederlandse onderzoekers van NIOZ, de Universiteit Utrecht, Naturalis en de TU Delft, die deel uitmaken van het MiningImpact3-consortium, heeft nu 1,4 miljoen euro toegekend gekregen. De Nederlandse onderzoeksinspanningen worden gecoördineerd door Sabine Gollner van NIOZ. Hun bijdrage aan het internationale project omvat onderzoek naar biodiversiteit op de zeebodem en in de waterlagen erboven; modellen ontwikkelen voor de verspreiding van het stof dat omhoogkomt van de zeebodem bij mijnbouw – zogeheten sedimentpluimen – en voor veranderingen in het voedselweb na testmijnbouw.

Foto: een veld van polymetaalknollen op de bodem van de diepzee. Deze knollen bevatten de metalen die interessant zijn voor diepzeemijnbouw. Door NIOZ.

Voor miljarden aan projecten in Rotterdamse haven op losse schroeven

Door recente rechterlijke uitspraken over intern salderen, en doordat de natuur maar niet hersteld wordt, is grote onzekerheid ontstaan in de haven van Rotterdam over miljarden aan investeringen in schone fabrieken en productieprocessen. Dat bleek tijdens een speciaal (online) seminar, dat Deltalinqs samen met het Havenbedrijf Rotterdam en buitengewoon lid AKD organiseerden voor bedrijven uit de haven.

Aanleiding voor het seminar waren de recente uitspraken van de Raad van State (RvS) over intern salderen en de recente uitspraak in de zaak van Greenpeace. Doel van het seminar was vooral een beeld krijgen van de omvang van de problemen in de haven ten aanzien van intern salderen. Daarnaast werden ondernemers geïnformeerd over de ontstane situatie.

ZOWEL GEDANE INVESTERINGEN ALS NIEUWE INVESTERINGEN ONMOGELIJK

Duidelijk werd tijdens het seminar dat tientallen projecten in de haven die al plaatsgevonden hebben in onzekerheid verkeren, terwijl de totale investeringen in de miljarden lopen. Deze projecten moeten met terugwerkende kracht een natuurvergunning aanvragen, waar dat eerst niet nodig was. Uit een flitspeiling (zie resultaten onder) tijdens het seminar bleek dat het gaat om investeringsbedragen van tussen de tientallen miljoenen tot zelfs meer dan een miljard euro. Ook nieuwe investeringsprojecten voor de komende jaren verkeren door de recente RvS-uitspraken in grote

onzekerheid. Zolang de natuur niet op orde is -en daar geen geborgd plan voor is gemaakt- krijgt natuurherstel voorrang op alles (zogeheten additionaliteitsvereiste), en dus ook op economische ontwikkeling, woningbouw, duurzame projecten, etc.

VERTROUWEN HERSTELLEN

Victor van der Chijs, voorzitter Deltalinqs; ‘De ontstane situatie is funest voor het investeringsklimaat en de economische transformatie van de Rotterdamse haven. Talloze bedrijven verkeren nu in onzekerheid, waar juist komende jaren massale investeringen nodig zijn in onder meer schonere fabrieken en processen voor biobrandstoffen, waterstof, elektrificatie en bedrijfsuitbreidingen. Juist al die duurzame projecten helpen bovendien de CO2- én stikstofuitstoot nog veel verder te reduceren en dragen bij aan een sterker en concurrerend Europa.’

Volgens Van der Chijs is het in de eerste plaats nu zaak dat het Kabinet bedrijven de garantie geeft dat hun natuurvergunningen en projecten, waarvoor gebruik is gemaakt van intern salderen, niet in gevaar komen. ‘Eerst moet het vertrouwen worden hersteld. Verder moet er liever vandaag dan morgen een haalbaar plan komen voor stikstofreductie en natuurherstel. Dat is uiteindelijk de enige werkende oplossing. Europese wetgeving biedt daarbij mogelijkheden om duurzame projecten door te kunnen zetten.’

‘INDUSTRIE DRAAGT

NAUWELIJKS BIJ AAN STIKSTOF’ Bij stikstof is het volgens Deltalinqs belangrijk om de bijdrage van de Rotterdamse industrie steeds in perspectief te blijven zien. Zo draagt de sector industrie en energie in heel Nederland slechts voor 2% bij aan de gemiddelde stikstofdepositie (de haven ca. 1%). Daar komt bij dat de bedrijven in de Rotterdamse haven voor de reductie van stikstof al enorme stappen hebben gezet. Zo is de NOx- uitstoot in de afgelopen periode van 15 jaar met 60% gereduceerd

(bron: DCMR). Vergeleken met 30 jaar geleden is de daling nog veel sterker. Door de talloze duurzaamheidsprojecten die in de haven op stapel staan kan bovendien nog veel meer stikstofreductie plaatsvinden (ca. 38% in 2030).

Bron: Deltalinqs Foto: door Havenbedrijf Rotterdam

TLS Logistics

versterkt de Europese supply chains met een nieuwe hub in Rotterdam

TLS Logistics, een van de logistieke bedrijven uit Türkiye, zet nieuwe maatstaven in regionale logistiek met de opening van een 12.400 m² groot magazijn in Rotterdam. Deze gloednieuwe faciliteit is klaar om de veerkracht en efficiëntie van de toeleveringsketen in de regio te transformeren.

Recente trends, zoals de verschuiving naar geregionaliseerde inkoop en nearshoring, hebben het belang onderstreept van het diversifiëren van toeleveringsketens om risico’s te beperken en te voldoen aan de dynamische wereldwijde vraag. De strategische investering van TLS Logistics sluit aan bij deze beweging en versterkt zijn positie als belangrijke partner voor bedrijven die zich in het veranderende logistieke landschap bewegen. De Rotterdamse faciliteit, met een capaciteit van 20.000 pallets, biedt geavanceerde opslagoplossingen, waaronder ruimte voor bulkgoederen en aardoliederivaten. De faciliteit is gecertificeerd als geautoriseerde marktdeelnemer (AEO) en zorgt voor snellere en veiligere douaneprocessen.

Bron: ANP Foto: door TLS Logistics

Regionaal Gronings warmtenet als alternatief voor aardgas

De provincie Groningen, de gemeenten Het Hogeland, Eemsdelta en Groningen, Groningen Seaports, WarmteStad, Gasunie en Enpuls hebben afgesproken samen te werken aan een warmtenet dat 80.000 woningen en gebouwen van het aardgas af kan halen. Gezamenlijk onderzoeken zij of het ontwikkelen van zo’n systeem haalbaar is.

De bedoeling is om gebouwen in de regio uiterlijk in 2035 op een duurzame manier aardgasvrij te maken. Warmtenetten spelen een belangrijke rol in het behalen van de klimaatdoelen. In de provincie is grote hoeveelheid (rest-)warmte beschikbaar die daarbij nuttig kan worden ingezet. In de gemeente Groningen wordt al ervaring opgedaan met een warmtenet dat volledig in eigendom is van publieke partijen.

De samenwerkende partijen willen ook in de rest van de provincie warmtenetten mogelijk maken, met de bedoeling warmte duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar en beschikbaar maken voor de inwoners van de provincie. Als het project slaagt, kan een flink aantal woningen en gebouwen worden aangesloten op warmtenetten. Door restwarmte uit de industrie in de Eemshaven en Delfzijl te gebruiken, kan warmte die nu in de Waddenzee of in de lucht verdwijnt, nuttig worden ingezet voor

het verwarmen van huizen.

De samenwerkende partijen hebben geen winstoogmerk waardoor de prijs voor warmte betaalbaar gehouden kan worden. Ook kan project helpen voorkomen dat het stroomnet nog verder overbelast raakt, door de steeds groeiende vraag naar elektriciteit, bijvoorbeeld door het aansluiten van steeds meer warmtepompen.

De afgelopen jaren hebben de samenwerkende partijen de haalbaarheid van het warmtenet in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat warmtenetten een goede oplossing kunnen zijn voor verschillende dorpen en steden in het gebied. Het is ook duidelijk geworden dat de slagingskans niet alleen sterk afhangt van goede afspraken tussen de betrokken partijen, bijvoorbeeld over levering, transport en distributie van warmte, maar ook van ondersteuning door het Rijk.

Foto: Eemshaven, CCA-SA 4.0

Belangrijke volgende fase voor de toekomst van EemsEnergyTerminal

in Eemshaven

EemsEnergyTerminal is een belangrijke volgende fase ingegaan naar de verkenning van het langer in de Eemshaven houden van de (drijvende) LNG-terminal. Marktpartijen zijn uitgenodigd - de zogenaamde Open Season - hun interesse te tonen om ook in de nabije toekomst vloeibaar gas (LNG) te importeren. Deze samenwerking is essentieel voor het operationeel houden van de terminal na 2027. Een definitief besluit hierover wordt eind dit jaar verwacht.

In de zomer van 2024 kondigden

Gasunie en Vopak, ieder 50% aandeelhouder in de terminal, samen met het ministerie van Klimaat en Groene Groei (destijds EZK) aan de mogelijkheden te onderzoeken om de exploitatie van EemsEnergyTerminal die tot 2027 loopt, te verlengen. In september 2022 - direct na het wegvallen van gasstromen uit Rusland - werd de terminal ontwikkeld om de energiezekerheid in Nederland en Noordwest-Europa te vergroten.

WATERSTOF- EN CO2ONTWIKKELINGEN

Gasunie en Vopak onderzoeken naast de verlenging van de EemsEnergyTerminal ook gezamenlijk de

mogelijkheden voor het realiseren van een waterstofimportterminal en de ontwikkeling van een CO2-hub voor transport in de Eemshaven. Energiezekerheid

De energiezekerheid voor Nederland en de omliggende landen is in de afgelopen jaren aanzienlijk veranderd. Het gasverbruik is geleidelijk gedaald door besparingen en verduurzaming. Gas speelt echter nog steeds een belangrijke rol in onze maatschappij. Bijvoorbeeld voor de productie van elektriciteit, zeker in periodes met weinig zon en wind. Maar ook voor de verwarming van huishoudens en industrieën. Nederland en andere Europese landen zijn de komende jaren nog voor een aanzienlijk deel afhankelijk van

de import van gas. Daarom is het hebben van voldoende LNG-importcapaciteit, gaswinning in Nederland en voldoende toevoer van gas via pijpleidingen en grensoverschrijdende netwerkverbindingen (interconnecties) belangrijk voor het in stand houden van energiezekerheid.

DEFINITIEF BESLUIT

Het definitieve verlengings- en investeringsbesluit over de toekomst van EemsEnergyTerminal wordt eind 2025 verwacht. Nieuwe klantcontracten kunnen vanaf eind 2027 in werking treden.

Foto: door EemsEnergyTerminal

Kabinet wil Nederland als topbestemming voor buitenlandse investeringen handhaven

Het kabinet wil Nederland aantrekkelijk houden voor buitenlandse investeringen. Met de nieuwe fase van de Invest in Holland-strategie wil Nederland de komende jaren koploper blijven in innovatie en weerbaarheid. Het kabinet blijft daarom focussen op kwaliteit in plaats van kwantiteit bij het aantrekken van buitenlandse bedrijven. Dat betekent dat nieuwe investeringsprojecten niet alleen onze economische groei stimuleren, maar ons land ook moeten helpen om klaar te zijn voor de toekomst.

Het Invest in Holland-netwerk, onder aanvoering van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), speelt een cruciale rol in het aantrekken van hoogwaardige buitenlandse investeringen (acquisitie). Hierbij blijft de focus de aankomende jaren liggen op investeringen die de Nederlandse

ecosystemen versterken. In ecosystemen werken bedrijven samen met kennisinstellingen en overheden. Ook verkent het Invest in Holland-netwerk de komende jaren kansen in sectoren zoals defensie, grondstoffen en financiële technologie. Van de projecten van buitenlandse

bedrijven die het netwerk in 2024 naar en in Nederland heeft begeleid, sloot 97% (187 van de 193 projecten) aan op de strategische prioriteiten van Nederland. Deze investeringsprojecten dragen bijvoorbeeld bij aan innovaties op gebieden zoals gezondheidszorg, landbouw en chemie of ondersteunen de kabinetsdoelstelling om in 2030 3% van het BBP te besteden aan onderzoek en ontwikkeling (R&D).

VERBETERING VAN HET ONDERNEMINGSKLIMAAT

Met sterke en innovatieve ecosystemen, hoogopgeleid talent, uitstekende digitale infrastructuur en een hoge

levenskwaliteit is Nederland aantrekkelijk voor internationale bedrijven. Dat blijkt ook uit de toename van vervolginvesteringen van bestaande buitenlandse investeerders in Nederland. Die namen toe van 19% in 2023 naar 28% in 2024 (van het totaal aantal begeleide projecten). Tegelijkertijd worden ondernemers dagelijks geconfronteerd met aanzienlijke uitdagingen. Tekorten aan arbeidskrachten, beperkte (milieu) ruimte en een druk elektriciteitsnetwerk zijn voorbeelden van knelpunten. Daarnaast ervaren veel ondernemers een hoge regeldruk en een overheid die soms als onvoorspelbaar wordt gezien.

Daarom werkt het kabinet onder leiding van minister Beljaarts van Economische Zaken aan het Pact Ondernemingsklimaat. Dit pact, dat in samenwerking met het bedrijfsleven wordt vormgegeven, moet knelpunten wegnemen en Nederland opnieuw positioneren als een van de meest concurrerende economieën ter wereld.

INVEST IN HOLLAND-NETWERK

Het Invest in Holland-netwerk is een landelijk dekkend samenwerkingsverband van het rijk, regio’s, grote steden en Nederland Distributieland (NDL), dat zich richt op het aantrekken en behouden van buitenlandse investeringen voor Nederland. De NFIA (Netherlands Foreign Investment Agency) is hierin de vertegenwoordiger van de nationale overheid. NFIA is een uitvoeringsorganisatie die onderdeel is van de Rijksdienst voor Ondernemend

Nederland (RVO). De NFIA valt onder verantwoordelijkheid van de minister van Economische Zaken en wordt mede aangestuurd door de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.

Foto: door Stockphotos.com

Na de overname van de silicaproductiedivisie van PPG, inclusief de fabriek in Delfzijl, aan het Poolse chemiebedrijf Qemetica in augustus van vorig jaar, is de naam van PPG Industries Delfzijl nu officieel aangepast in QEMETICA NL Silica B.V.

Naast de Nederlandse fabriek omvatte de overname ook productielocaties in de Verenigde Staten. In november 2024 heeft Qemetica alle overnameactiviteiten rond de overname afgerond. Hiermee werd het bedrijf derde op de markt voor neergeslagen silica in Europa en twee-

de in de Noord-America, zo meldt Qemetica. Neergeslagen silica wordt onder andere in banden, mechanische rubberproducten, batterijen, coatings en voedsel- en diervoederproducten. Met deze transactie was een bedrag van circa 310 miljoen dollar gemoeid.

Nederlandse industrie toont enig herstel in 2024

De Nederlandse industrie kromp na het tweede kwartaal van 2022 meerdere kwartalen. In het eerste kwartaal van 2024 bereikte de toegevoegde waarde van de industrie voorlopig het laagste punt, 5,6 procent lager dan de piek in 2022, gecorrigeerd voor prijsveranderingen en seizoenseffecten. In het tweede en derde kwartaal van 2024 groeide de industrie met respectievelijk 2,9 en 1,3 procent. Voor 2025 zijn industriele ondernemers positief gestemd over onder andere hun omzet, terwijl ze hun concurrentiepositie in 2024 zagen verslechteren. Dat meldt het CBS in het artikel ‘De Nederlandse industrie vanaf 2022’.

De industrie is na de handel de grootste bedrijfstak van Nederland. In 2023 was het aandeel van de indus-

trie in de totale toegevoegde waarde in Nederland 12 procent. Het aandeel is wel afgenomen in de afgelopen de-

cennia. In 2000 was het aandeel van de industrie nog 14 procent. Daarnaast is de industrie met een aandeel van ruim 80 procent belangrijk voor de Nederlandse goederenuitvoer.

GROOTSTE GROEI IN DE MACHINE-INDUSTRIE

De industrie is een diverse bedrijfstak met veel verschillende branches. Vanwege seizoenseffecten wordt bij de toegevoegde waarde van deze branches het derde kwartaal van 2024 met hetzelfde kwartaal in 2022 vergeleken. De toegevoegde waarde in het derde kwartaal van 2024 was 0,7 procent lager dan twee jaar eerder, gecorrigeerd voor prijsveranderingen. Het grootste deel van de industriële branches kromp ook in deze periode. De grootste krimp vond plaats in de transportmiddelenindustrie, de textiel-, kleding- en lederindustrie, en de kunststof- en bouwmaterialenindustrie. In dezelfde periode vond er in drie branches wel groei plaats. De machine-industrie groeide het meest met 23,5 procent. Ook in de elektrische en elektrotechnische industrie en de aardolie-industrie groeide de toegevoegde waarde.

ONDERNEMERS

NEGATIEVER OVER CONCURRENTIEPOSITIE

Ondanks het herstel van de toegevoegde waarde waren industriële ondernemers in het laatste kwartaal van 2024 negatiever over hun concurrentiepositie. Dat gold voor zowel de concurrentiepositie binnen als buiten de EU. Tot en met het eerste halfjaar van 2023 waren zij hierover nagenoeg neutraal; er waren bijna evenveel ondernemers die een verbetering ervoeren als een verslechtering. In oktober 2024 was het saldo van het oordeel over de concurrentiepositie binnen de EU -6,7. De concurrentiepositie buiten de EU werd

een fractie lager ingeschat met -7,3. Producenten in de metaalindustrie en de chemie waren het meest negatief gestemd. Alleen in de machine-industrie waren producenten per saldo nog licht positief over hun internationale concurrentiepositie.

INDUSTRIËLE PRODUCENTEN

OPTIMISTISCHER OVER 2025

Ondanks het negatieve sentiment over de concurrentiepositie hadden industriële ondernemers per saldo positieve verwachtingen voor 2025. In oktober 2024 verwachtten ze een toename van de omzet, de buitenlandse omzet, de personeelssterkte, en de investeringen in 2025 ten opzichte van 2024. Per saldo waren de verwachtingen daarmee op alle onderwerpen positief; er waren meer ondernemers die een toename verwachtten dan een afname. Daarnaast waren deze verwachtingen ook positiever dan een jaar geleden voor 2024.

Over de verwachte investeringen voor 2025 waren ondernemers in de industrie het minst positief. Bij de farmaceutische industrie waren de investeringsverwachtingen het meest negatief, in de machine-industrie het meest positief. Ten opzichte van een jaar geleden waren de investeringsverwachtingen in de metaalindustrie het meest gedaald. In de aardolie-industrie was de stemming hierover juist sterk verbeterd ten opzichte van een jaar eerder, maar nog wel licht negatief.

Vopak Vlaardingen neemt E-boiler in gebruik

De ingebruikname van de e-boiler sluit naadloos aan bij de duurzaamheidsambities van Vopak Vlaardingen. De terminal is gespecialiseerd in de opslag van onder andere plantaardige oliën en vetten, in de vorm van voedingsmiddelen en grondstoffen voor biobrandstoffen. In 2023 zijn 16 nieuwe tanks geplaatst om op een veilige manier afvalgebaseerde plantaardige/dierlijke grondstoffen op te slaan voor de productie van biodiesel en duurzame vliegtuigbrandstof. De verwachting is dat de vraag naar deze duurzamere brandstoffen in Europa zal groeien.

Veel van de producten die bij Vopak Vlaardingen worden opgeslagen, moeten worden verwarmd om te kunnen worden getransporteerd. Door nu een elektrische boiler van 10 MegaWatt voor deze verwarming te gebruiken, wordt er jaarlijks circa 3.500 ton CO2 bespaard, wat gelijk staat aan het gasverbruik en de CO2-uitstoot van circa 2.000 huishoudens. Sinds 2021 is de terminal overgestapt op groene stroom, waardoor de e-boiler CO2-neutraal kan werken.

druk op het landelijke elektriciteitsnet door de e-boiler op volle capaciteit in te zetten zodra er volop wind- en/ of zonne-energie op het net beschikbaar is. De warmte wordt opgeslagen voor later gebruik. Walter Moone, President Vopak Nederland, zegt: “De infrastructuur van Vopak speelt een belangrijke rol in Nederland, zowel op het gebied van energiezekerheid als in de energietransitie. Met deze e-boiler kunnen we onze rol op een duurzamere manier vervullen.”

Bron en grafiek: door CBS Foto: door Stockphotos.com

Daarnaast verlaagt de e-boiler de

Foto: Vopak Vlaardingen, door Jetvertising.

Explosies kunnen enorme schade aanrichten. Daarom is het essentieel dat componenten en systemen bestemd voor plaatsen waar explosiegevaar kan heersen, voldoen aan de ATEX-richtlijnen. René van der Kloet, consultant Industrial Safety bij Vicoma Consultancy & Engineering gaat in op een aantal belangrijke aandachtspunten. Daarnaast geeft hij voorbeelden uit de praktijk die laten zien waarom het loont om alvast met ATEX rekening te houden in de concept- of ontwerpfase.

“Met een goede voorbereiding wordt het voldoen aan ATEXrichtlijnen veel eenvoudiger”
Veld inspectie van een procesinstallatie.

De ATEX-richtlijn, wat staat voor ATmosphères EXplosibles bevat uniforme regels voor de hele Europese Unie (EU). Doel ervan is om te waarborgen dat op plekken waar explosiegevaar kan heersen, apparaten en systemen aan bepaalde eisen voldoen. Er zijn daarbij twee ATEX-richtlijnen die de minimale veiligheidseisen beschrijven: de ATEX 114 (2014/34/ EU) en de ATEX 153 (1999/92/EG). De ATEX 114 richt zich op apparaten en systemen, bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, de ATEX 153 gaat in op de minimumvoorschriften voor de verbetering van de gezondheidsbescherming en veiligheid van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen.

HOU JE TECHNISCH DOSSIER

UP-TO-DATE

“Het voldoen aan de ATEX-richtlijnen kan in de praktijk vaak nog beter. Gelukkig komen we bij onze klanten weinig urgente en acute situaties tegen. Het grootste verbeterpunt is wellicht het op orde brengen van

de benodigde documentatie”, begint René van der Kloet, consultant Industrial Safety bij Vicoma. Het consultancy en engineeringsbureau begeleidt bedrijven in de praktische toepassing van de ATEX 114 en ATEX 153 richtlijn, van adviesstudies tot totale ATEX zonering van bestaande en nieuwe fabrieken in binnen- en buitenland, het ondersteunt bij het opbouwen van technische verificatiedossiers, het uitvoeren van ontstekingsbronanalyses of het opstellen van explosieveiligheidsdocumenten (EVD’s).

“Sommige bedrijven zijn verrast wat je allemaal moet doen om aan de ATEX-richtlijnen te voldoen. Men weet vaak dat men een Risico-inventarisatie en Evaluatie (RI&E) moet uitvoeren die men ook periodiek – of bij wijzigingen - moet updaten. Bij een EVD is het net zo. Wanneer je als bedrijf te maken hebt met explosieve stoffen, is naast een RI&E een EVD noodzakelijk. Daarin geef je aan hoe je de restrisico’s gaat reduceren. Ook bij dit document is herziening nodig. Dat wordt wel eens over het hoofd gezien.”

KIES EEN OVERZICHTELIJKE DOCUMENTATIESTRUCTUUR “In de praktijk raken documenten ook regelmatig zoek”, stelt Van der Kloet. “Vaak heeft dit te maken met de werkwijze. Veel bedrijven hebben een documentmanagementsysteem maar een mappenstructuur ontbreekt. Ze uploaden een document dat vervolgens in het systeem wordt opgeslagen. Met een zoekfunctie kun je documenten weer opzoeken, maar in de praktijk lukt het opvragen van de juiste documenten niet altijd. Bij het opvragen van documentatie ontvangen we dan gedateerde certificaten of versies waarin wordt gerefereerd naar een recenter rapport, dat dan ontbreekt. Wat je als bedrijf kunt doen om in zo’n geval orde op zaken te stellen, is zoveel mogelijk relevante documentatie verzamelen. Daarna kun je beoordelen of vanuit deze basis het technisch dossier kan worden opgesteld met de huidige beschikbare documenten. Als blijkt dat het niet toereikend is en het te veel tijd kost om alles bij elkaar te zoeken, is het wellicht beter om opnieuw te begin-

Simulatie in CFD waarbij de concentratie van explosiegevaarlijke gas in kaart wordt gebracht.

nen met een schone lei. Belangrijk is om de documentatie gestructureerd aan te pakken, bij voorkeur in een mappenstructuur zodat je het eenvoudig kunt updaten en het technisch dossier altijd voldoet aan de richtlijnen.”

BEDRIJVEN STELLEN

ONDERHOUD UIT

Van der Kloet benoemt nog een trend. “We hebben gemerkt dat de industrie investeringen en onderhoud uitstelt door de recente hoge energiekosten en het onzekere politieke investeringsklimaat. Ze bekijken de situatie even aan en proberen onnodige uitgaven te voorkomen. Ondertussen zijn er geen nieuwe onderhouds- en inspectieplannen gemaakt. Ook hier is het belangrijk dat men erop let dat men blijft voldoen aan de ATEX-richtlijnen.”

VOORSTUDIE BESPAART KOSTEN

Een ander aspect dat belangrijk is bij ATEX is om in een zo vroeg moge-

Foto: door Stockphotos.com

lijk stadium alvast te kijken naar de ATEX impact op het ontwerp. Een ATEX-voorstudie tijdens de conceptfase kan leiden tot een aanzienlijke kostenbesparing. Van der Kloet geeft een voorbeeld. “In een biogasinstallatie werden de installaties geplot op het fabrieksterrein. Daarbij werd er een marge aangehouden van tien meter, rekening houdend met de ATEX-richtlijnen, op basis van ervaring van de vorige soortgelijke

fabriek. Pas in de latere detail engineering kwam naar voren dat tijdens het afblazen een gaswolk met een straal van twintig meter zou ontstaan. Hierdoor kwamen een niet-ATEX-installatie en een kantoorunit tien meter in de ATEX-zone te liggen. Met deze situatie klopte men bij ons aan voor advies. Het ATEX-compliant maken van de kantoorunit en de niet-ATEX-installatie bleek niet mogelijk. Uiteindelijk bleek het verplaatsen van de ATEX installatie de beste en veiligste optie. Het gevolg hiervan was dat veel ontwerpberekeningen en veiligheidsstudies opnieuw moesten worden gedaan. Deze extra kostenpost en vertraging van het project hadden voorkomen kunnen worden met een ATEX-voorstudie.

Deze voorstudie biedt inzicht in de ATEX- bronnen, waar ze vandaan komen, hoe groot de ATEX-zones zullen worden en wat mogelijke oplossingen zijn om deze zones te verkleinen. Een relatieve kleine investering in het

Gebouw ventilatie stromen.

voortraject zorgt voor veel kostenbesparing en tijdsvertraging in een later stadium van het project.”

VENTILATIE

Van der Kloet geeft nog een voorbeeld. “Bij een klant bevond zich in een afgesloten ruimte een reactorvat waar dagelijks een vat met ontvlambare vloeistof op wordt aangesloten. Dit is een zogenaamde primaire bron, die normaliter een zone 1 geeft. De ruimte was voorzien van ventilatieroosters, maar ze waren te klein waardoor de ventilatie beperkt was (ventilatievoud VV<1). Volgens de richtlijnen is daardoor een zwaardere classificatie van de zone nodig waardoor de hele ruimte als zone 0 wordt aangemerkt. Dit zorgde voor een onwerkbare situatie. Door grotere ventilatieroosters toe te passen en zo de ventilatie te verbeteren (VV>5), kon de ruimte worden geclassificeerd als plaatselijke zone 1. Een relatieve klei-

ne ingreep, maar met een groot effect op de uiteindelijke ATEX zonering.”

SIMULATIESOFTWARE

De juiste ventilatie toepassen is een belangrijk thema in ATEX-omgevingen. “Vicoma beschikt over simulatiesoftware, deze is dan een zeer geschikt hulpmiddel. Als de emissiesnelheid van de ATEX-vrijgavebron hoger is dan 10 g/s, is simulatiesoftware nodig om de grootte van de ATEX-wolk te bepalen. Vooral druk beveiligde vrijgavepunten, schoorstenen of wassers kunnen hoge emissiesnelheden hebben (>10 g/s).” Een andere reden om simulatiesoftware te gebruiken is om de optimale locatie van de ventilatiepunten in een gebouw te bepalen. “Denk bijvoorbeeld aan grote systemen of installaties die de ventilatieluchtstroom kunnen blokkeren. Door de software is precies te zien hoe de ventilatiestromen zich door een gebouw heen bewegen. De

software die wij gebruiken is CFD (Computational Fluid Dynamics). We brengen hiermee de luchtstromen in kaart zodat de juiste maatregelen kunnen worden genomen die de veiligheid waarborgen.”

Waar kwaliteit en innovatie samenvloeien

Innovatieve oplossingen voor afwateringsvraagstukken

Binnen de GWW infrastructuur is de TBS-SVA Groep, als marktleider in Nederland, dé adviseur voor afwateringsvraagstukken. Innovatie, duurzaamheid, kwaliteit en veiligheid vormen hierbij de basis van ons beleid en assortiment. Onze eigen engineeringsafdeling zorgt voor een afwateringsoplossing op maat.

TBS-SVA is de ervaringsdeskundige als het gaat om afwatering van zwaar bereden industrie- en overslag terreinen. Zowel in binnenland als buitenland beschikken wij over diverse referentieprojecten in havens, industrieterreinen en luchthavens. Door onze jarenlange ervaring met afwatering adviseren wij zowel de opdrachtgever als de aannemer. Zo verzekeren we dat de opdrachtgever het juist product kiest en de aannemer dit correct plaatst, wat resulteert in een lange levensduur.

FORTE VERHOLEN GOTEN met de waterdichte Aquaglip verbinding en de Solid Roostergoten type I vloeistofdicht (LAU) en KOMO gecertificeerd.

TBS-SVA Groep | Kanaaldijk 10, NL-6031 MZ Nederweert | +31 (0)85 483 95 00 | info@tbs-sva.nl www.tbs-sva.nl

René van der Kloet, consultant Industrial Safety bij Vicoma Consultancy & Engineering

In Nederland was er in het verleden altijd voldoende water van goede kwaliteit tegen een lage prijs beschikbaar, voor zowel het oppervlakte-, grond- als drinkwater. “Dit is in de toekomst geen vanzelfsprekendheid meer”, stelt Jan Appelman, consultant Water Strategy en business development bij Royal HaskoningDHV. Hij vertelt hoe industriële bedrijven zich kunnen voorbereiden op mogelijke waterschaarste.

“Water is niet belangrijk voor de industrie tot het belangrijk wordt”

“De industrie heeft de afgelopen decennia al veel bereikt op het gebied van waterbesparing en het omschakelen van drinkwater naar alternatieve bronnen zoals grond- en oppervlaktewater. Echter, de druk om grote stappen te zetten is vooralsnog beperkt”, begint Appelman. “Het vorige kabinet had een Kamerbrief opgesteld met daarin de doelstelling om tegen 2035 het drinkwaterverbruik met 20% te verlagen ten opzichte van 2019. Het nieuwe kabinet heeft deze doelstelling enigszins afgezwakt, maar de drinkwaterbedrijven en waterschappen zijn er wel over in gesprek met industrie. Ze willen onderzoeken wat mogelijk is qua drinkwaterreductie. Toch is dit nog vrijblijvend. Mijn advies aan de industrie is om alvast vooruit te kijken en een plan op te stellen waarin het toekomstige waterverbruik en -beschikbaarheid goed in kaart wordt gebracht.”

UITDAGINGEN IN KAART BRENGEN

Met een Masterplan Water weet je of en wanneer het gaat knellen. “Je moet je goed informeren over de lokale situatie wat betreft watervoorziening en het watersysteem. Aangezien de situatie erg afhangt van de locatie in Nederland, is het opstellen van een masterplan in essentie vooral vooruitkijken. Wat zijn de toekomstplannen van het bedrijf? Wat betekent dit voor de waterhuishouding? Welke risico’s loop je met betrekking tot beschikbaarheid van water in de toekomst? Neem een adviseur in de arm of ga

Jan Appelman, door Royal HaskoningDHV

zelf het gesprek aan met waterschappen, Rijkswaterstaat en het drinkwaterbedrijf dat de drinkwatervoorziening in jouw bedrijf verzorgt. Op sommige locaties zal waterbeschikbaarheid helemaal geen issue zijn omdat er bijvoorbeeld een rivier is waar voldoende water uit kan worden gehaald. Dan hoef je wellicht de komende vijf jaren niets te doen. Op andere locaties is of wordt de beschikbaarheid wél een uitdaging. Sommige drinkwaterbedrijven nemen daarom zelf het initiatief door bedrijven een waterscan aan te bieden. Daarmee wordt inzichtelijk wat er aan gebruik in de toekomst mogelijk is. Ze willen soms ook een verantwoording met betrekking tot de toepassingen van grote hoeveelheden drinkwater. Als het louter dienst doet als doorstroomkoeling voor bepaalde processen waarna het wordt geloosd, is dit zonde. Daarvoor is drinkwater niet bedoeld. In dit soort situaties zul je in de toekomst moeilijk een uitbreiding van het drinkwatergebruik kunnen realiseren.”

ANTICIPEREN

Is de situatie in kaart gebracht, dan kun je hierop vervolgens anticiperen. “Is er in de toekomst een beschikbaarheidsrisico van water, dan kun je nagaan of er alternatieve bronnen beschikbaar zijn en/of het proceswater kan worden hergebruikt. Waterschappen onderzoeken bijvoorbeeld ook of ze het gezuiverde afvalwater aan industrie kunnen leveren als waterbron want die bron is oneindig. Maar dit is niet voor alle processen zonder meer geschikt.”

Nog een belangrijke tip van Appelman is om altijd het watervraagstuk mee te nemen in investeringsplannen die al op tafel liggen. “Bedrijven die in de nabije toekomst aanpassingen of uitbreidingen hebben gepland kunnen van dit momentum gebruikmaken om eveneens investeringen in waterbesparende maatregelen mee te nemen. Dit is kostentechnisch een interessante aanpak. Maar dan is er dus wel een Masterplan Water nodig.

Het investeren in het maken van zo’n plan kun je beschouwen als een verzekeringspremie zodat je niet wordt verrast door wijzigingen in de waterbeschikbaarheid waardoor je plots wordt gedwongen om te investeren.”

PRAKTIJKVOORBEELD

Appelman geeft een voorbeeld uit de praktijk. “Het chemie- en materialencomplex Chemelot is hard op weg om duurzaam, watercirculair en klimaatneutraal te worden. Maar om de waterinname verder te verminderen, de afvalwaterzuivering te moderniseren en chemisch afval uit te bannen, moeten 60 afzonderlijke chemische fabrieken op één lijn worden gebracht. Royal HaskoningDHV hielp bij het opstellen van een stappenplan om deze doelen te bereiken. Eerst voerden we als gezamenlijk team feitenonderzoeken en interviews uit met de grootste watergebruikers van het complex. Dit was nodig om hun processen te begrijpen en gezamenlijke doelstellingen vast te stellen. We analyseerden ook

Thialf Heerema in Calandkanaal, door Havenbedijf Rotterdam Kees Torn

gegevens van de locatie en maakte Sankey-diagrammen om belanghebbenden te helpen de waterbalans te visualiseren en mogelijke chemische samenstelling helder te krijgen. Vervolgens onderzochten we in een workshop met het hele team de uitdagingen en kansen. Hierop volgden 15 verkennende studies met een shortlist van mogelijke oplossingen. Samen werkten we daarna aan het verkennen van de belangrijkste thema’s: het verminderen van de waterinname, het elimineren van de resterende lozing van diverse stoffen en microplastics - met speciale aandacht voor zeer zorgwekkende stoffen - en het verminderen van de belasting van de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Naast de technische aspecten heeft Chemelot ook een waterbewustwordingsprogramma aan de routekaart toegevoegd om de gebruikers van de locatie te betrekken bij hun rol in duurzaamheid. Chemelot heeft nu een duidelijke routekaart naar watercirculariteit. De volgende fase is het bestuderen en testen van de gekozen oplossingen. De eerste pilotresultaten verwachten we in 2027.”

KOELWATER

Ook de druk op koelwater/koeling neemt toe. “Als bedrijf moet je rekening houden met de maximaal toelaatbare temperatuur om te mogen lozen in oppervlaktewater. Het vorige kabinet wilde deze temperatuur verlagen van 28 naar 25 graden Celsius. Als dit voorstel standhoudt, kan dit eveneens een uitdaging worden voor bedrijven. Daarnaast mag niet alle koelwater zomaar worden geloosd. Wet- en regelgeving wordt steeds strenger waardoor chemievrij of chemie-arm koelwater in de toekomst mogelijk de norm zal worden. Ook dit kan zorgen voor uitdagingen: processen moeten worden aangepast, en oplossingen moeten worden gezocht voor bijvoorbeeld corrosievorming, biologische groei in het koelwatersysteem, de afzetting van hardheid uit het water. Er zijn veel leveranciers die systemen aanbieden om het koelwater te conditioneren. Maar het is niet zomaar mogelijk om bij grote

industriële bedrijven of bedrijventerreinen snel een plug-and-play systeem te installeren. Hier wordt wel eens te gemakkelijk over gedacht. De praktijk is vaak complexer.”

MEERDERE WEGEN LEIDEN NAAR ROME

Koelen met water is overigens niet de enige optie, stelt Appelman. “Het is een effectief middel, maar het is slimmer om als bedrijf eerst na te gaan of de warmte die vrijkomt elders kan worden benut, bijvoorbeeld via warmtenetten of warmteterugwinning. Naast koelen met water is ook koelen met lucht te overwegen. De standaard tegenargumenten zijn dat het meer energie vraagt, meer ruimte in beslag neemt en meer geluid produceert, maar heb je voldoende ruimte en is een geluidsprobleem gemakkelijk op te lossen dan is mijn advies om ook deze optie serieus te bekijken. In een aantal gevallen is een hybride vorm van lucht én water interessant, waarbij lucht als standaard koeling kan worden gebruikt en gecombineerd met water als het kritisch wordt. Het grote voordeel om niet of minder met water te koelen is dat je op chemicaliën én water kunt besparen.”

Royal HaskoningDHV voerde onlangs een uitvoerige studie uit voor een groot energieconcern met betrekking tot luchtkoeling. “Alle betrokken partijen waren positief verrast over de voordelen die het koelen met lucht kan bieden. Het is nog geen gemeengoed in de

industrie, maar er zijn altijd meerdere wegen die naar Rome leiden.”

DRIJFVEREN

“Oplossingen liggen bovendien niet altijd in de techniek of investeringen. Vooral de drijfveren zijn heel belangrijk”, stelt Appelman. “Bedrijven bepalen of iets de moeite waard is als de terugverdientijden aanvaardbaar zijn. Waar energiebesparende maatregelen zich vaak snel terugverdienen is dit bij waterbesparende maatregelen helaas niet het geval. Je moet het daarom beschouwen als een soort verzekeringspremie, om de continuïteit van je bedrijf te kunnen waarborgen. Water is niet belangrijk voor de industrie tot het belangrijk wordt. Daarom is het essentieel dat bedrijven beseffen dat waterbeschikbaarheid niet altijd vanzelfsprekend zal zijn. Onze relatie met water moeten we veranderen om de watervoorziening voor de toekomst te beschermen. De urgentie zal groeien”, besluit hij.

AD M INI S T R A TI E S

P. Klein

P.J. Passchier

Loire 184 2491 AL Den Haag (Castellum - gebouw B - zesde verdieping)

T. +31(0)70 4 300 100 E. info@vercauterenadministraties.nl

Eerste

fornuizen voor de ethaankraker

van

INEOS komen aan op de werf van Project ONE

De Project ONE werf draait op volle toeren nu de eerste reusachtige fabrieksmodules arriveren en de site verticaal gaat. De aankomst van de eerste kraakfornuizen in Antwerpen is een hoogtepunt voor de bouw van de chemische installatie.

Het project ligt op koers; in totaal werd reeds 3 miljard euro gespendeerd. In 2025 zal de activiteit op de werf in de haven van Antwerpen pieken met een bezetting tot 2500 werknemers. Daarbij zijn 125 vaste medewerkers aangesteld en de rekrutering van technici is nog volop aan de gang. Project ONE zal in totaal 450 kwalitatieve vaste werkplekken creëren (waarvan 300 payroll-medewerkers en 150 vaste contractors).

De fornuizen vormen het hart van de

ethaankraker in aanbouw: in de ovensectie wordt ethaan omgezet tot ethyleen door het ethaan tot op hoge temperatuur te brengen in de aanwezigheid van stoom. Met een gewicht van maar liefst 6.000 ton, een breedte van meer dan 32 meter en een hoogte van 60 meter is dit een van de grootste en meest spectaculaire industriële scheepsvrachten ooit in de haven van Antwerpen.

Foto: door INEOS

Foto’s: door Aquatech Amsterdam

Aquatech Amsterdam is ‘s werelds toonaangevende vakbeurs voor proces-, drink- en afvalwater. Met een bezoekersaantal van 20.000+ en meer dan 800+ exposanten. Aquatech Amsterdam 2025 is ingedeeld in 4 verschillende werelden waarin bij elk van de 4 werelden een thema centraal staat. Per thema worden diverse lezingen gegeven, en is er de mogelijkheid om te netwerken en om kennis uit te wisselen.

Aquatech Amsterdam 2025

CLEAN WATER WORLD

Drinkwaterbehandeling moet gelijke tred houden met toenemende uitdagingen. Van toenemende verontreinigingsrisico’s tot hoge energieprijzen en bedreigingen door klimaatverandering. Het is tijd voor deskundigen om praktijkvoorbeelden en kennis te verzamelen en te delen.

INDUSTRIAL AND CORPORATE WATER WORLD

Hoe veranderen industriële en zakelijke watergebruikers van een uitdaging in een kans? Luister naar casestudies uit de voedingsmiddelen- en drankenindustrie, de olie- en gasindustrie, de farmaceutische industrie en de

papierindustrie. Eindgebruikers delen inzichten in het verminderen van de industriële watervoetafdruk. De industrie is een van de belangrijkste gebruikers van water in Europa. Waterproblemen zijn de bestuurskamers van grote bedrijven binnengekomen, met watergerelateerde risico’s waardoor bedrijven optreden als belanghebbenden tussen andere watergebruikers. Omdat watergebruik belangrijk is binnen industriële bedrijven, organiseren Aquatech en Wetsus de Industrial & Corporate Water World, een ontmoetingsplaats waar experts uit de industrie hun ideeën en ervaringen kunnen uitwisselen met hun collega’s in de industrie en met potentiële leveranciers.

De presentaties, rondetafelgesprekken en paneldiscussies over industrieel watergebruik zijn zowel voor de industrie als door de industrie, waardoor het de ideale plek is om te netwerken en ideeën uit te wisselen.

De sessie Uitdagend Water richt zich op innovaties en ervaringen om uitdagend afvalwater te behandelen. Dergelijke afvalwaters kunnen uitdagend zijn omdat ze een hoog vervuilingspotentieel hebben, moeilijk te verwijderen componenten bevatten zoals persistente microverontreinigingen of een onconventionele pH of zoutgehalte hebben. Onderwerpen: olie-emulsies in water, kleur, zware metalen, niet-biologisch afbreekbare en/of persistente componenten, hoge of lage pH, hoog zoutgehalte.

De sessie Zouten en Water richt zich op benaderingen voor hergebruik van water in de (petro)chemische industrie. Vaak is het verwijderen van zout en de behandeling van pekel een uitdagend aspect dat hergebruik en opties voor nul vloeistoflozing beperkt. Onderwerpen: waterhergebruik, nul vloeistoflozing, ontzilting, geproduceerd water.

Toegang tot water wordt steeds problematischer voor veel industrieën. Daarom wordt water steeds meer een voorwaarde voor productie. In de sessie Circulair Watergebruik bespreken we voorbeelden van hoe waterhergebruik kan helpen om waterze-

kerheid te creëren en ook kan leiden tot kansen voor het terugwinnen van hulpbronnen en energie. Onderwerpen: waterhergebruik, grondstoffenwinning, energiewinning.

Sessie Veilig Water. Voor veel industrieën is water een zeer belangrijke hulpbron die veilig moet zijn. Beperkte toegang tot schone waterbronnen en toename van waterhergebruik zorgen voor grotere uitdagingen om veilig water te produceren dat vrij is van pathogenen en microverontreinigingen.

Onderwerpen: pathogenenbestrijding, virussen, bacteriën, microverontreinigingen, biofilmbestrijding, desinfectie, waterhergebruik, maatschappelijke acceptatie.

Water is een cruciale nutsvoorziening in veel industrieën en de veiligheid van de watervoorziening is cruciaal. In de sessie Water als Nutsvoorziening: uitdagingen bij het veiligstellen van waterbronnen en hoe dit de voorbehandeling en conditionering van het water beïnvloedt om de juiste kwaliteit

te verkrijgen. Onderwerpen: waterveiligheid, conditionering van chemicaliën, waterhergebruik, proceswater, ultrapuur water.

Sessie de Kracht van Water. Water is een belangrijke drager van latente warmte en speelt daarom een belangrijke rol in de energiebalans van een fabriek. Vaak kunnen ook de organische stoffen of de zoutbelasting een energiebron zijn. Door middel van elektrolyse kunnen we zelfs krachtige waterstof maken om fossiele energiebronnen te vervangen. Onderwerpen: energiebalansen, energieproductie.

DIGITAL WORLD

Digitale oplossingen voor water zijn sterk in opkomst, maar welke zijn geschikt voor u? Aquatech’s Digital World verbindt uitdagingen met oplossingen, praktische implementatiecases met toekomstverkennende discussies over het potentieel van digitale oplossingen.

Onderwerpen die aan de orde komen: AI, asset management, big data, BIM

(building information modeling), machine learning, cyber security, digitalisering, digital twins, leakage management, sensoren en meettechniek.

WASTEWATER AND RESOURCES WORLD

Onder invloed van Net Zero en circulaire ambities moeten nutsbedrijven zichzelf opnieuw uitvinden om water te hergebruiken en energie uit afval te benutten. Deze wereld verenigt de voorlopers die de grondstoffenrevolutie leiden. Onderwerpen die aan de orde komen: biogas, biomethaan, biobronnen, biosolids, circulariteit, decarbonisatie, Net Zero, hergebruik van afvalwater en slib.

867 EXPOSANTEN

Met 867 exposanten en 25.000 bezoekers uit meer dan 140 landen onderstreept Aquatech Amsterdam haar positie als ‘s werelds toonaangevende beurs voor proces-, drink- en afvalwater. Bezoek Aquatech Amsterdam en breid uw netwerk uit, neem deel aan het uitgebreide contentprogramma, neem deel aan een van de sociale evenementen zoals de AquaRun en de exposantenborrels en vind nieuwe zakenpartners. Aquatech Amsterdam 2025 vindt plaats in RAI Amsterdam van 11 – 14 maart.

De Europese Commissie heeft het Competitiveness Compass gepresenteerd. Het Kompas voor het concurrentievermogen, het eerste belangrijke initiatief in dit mandaat. Hiermee schept zij een duidelijk strategisch kader om haar werkzaamheden aan te sturen.

Een EU-kompas voor herstel concurrentievermogen en duurzame welvaart

Het Kompas zet een koers uit voor Europa om een plek te worden waar toekomstige technologieën, diensten en schone producten uitgevonden, vervaardigd en op de markt gebracht worden, en tegelijk het eerste klimaatneutrale continent te worden. De afgelopen twintig jaar heeft Europa geen gelijke tred gehouden met andere grote economieën ten gevolge van een hardnekkige kloof in productiviteitsgroei. De EU heeft — met haar getalenteerde en gekwalificeerde arbeidskrachten, kapitaal,

spaargeld, eengemaakte markt en unieke sociale infrastructuur — het nodige in huis om deze trend om te buigen. Maar zij moet dringend maatregelen nemen om een aantal reeds lang bestaande belemmeringen en structurele zwakheden aan te pakken.

Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie: “Europa heeft alles in huis om in de race naar de top te slagen. Maar tegelijkertijd moeten we onze zwakke punten aanpakken om het concurrentiever-

mogen te herstellen. Het Kompas voor concurrentievermogen zet de uitstekende aanbevelingen van het Draghi-verslag om in een routekaart. We hebben nu dus een plan. En we hebben de politieke wil. We moeten nu snel en eensgezind handelen. De wereld wacht niet op ons. Alle EU-lidstaten zijn het hierover eens. Laten we deze consensus dus omzetten in actie.”

ACHTERGROND

Op 27 november 2024 kondigde

voorzitter Von der Leyen een Kompas voor concurrentievermogen aan als het eerste belangrijke initiatief van de Commissie in dit mandaat. Dit bouwt voort op het Draghi-verslag en vormt het kader voor de werkzaamheden van de Commissie op het gebied van concurrentievermogen in dit mandaat.

In haar toespraak over de Staat van de Europese Unie van 2023 zei voorzitter Von der Leyen dat ze voormalig Italiaans premier Mario Draghi had gevraagd een verslag op te stellen

DRIE CENTRALE ACTIEGEBIEDEN: INNOVATIE, DECARBONISATIE EN VEILIGHEID

In het Draghi-verslag worden drie vereisten voor transformatie aangegeven om het concurrentievermogen te stimuleren. Het Kompas bevat een aanpak en een selectie van vlaggenschipmaatregelen om aan elk van deze vereisten tegemoet te komen: De innovatiekloof dichten: de EU moet haar innovatiemotor weer op gang brengen. Wij willen een habitat voor jonge innovatieve start-ups creëren, industrieel leiderschap in snelgroeiende sectoren op basis van diepe technologieën stimuleren en het gebruik van technologieën in gevestigde bedrijven en het mkb bevorderen. In dit verband zal de Commissie initiatieven als “AI-gigafabrieken” en “AI toepassen” voorstellen om de ontwikkeling en industriële toepassing van AI in belangrijke sectoren aan te drijven. Zij zal actieplannen indienen voor geavanceerde materialen, kwantum- en biotechnologieën, robotica en ruimtevaarttechnologieën. Met een specifieke EU-strategie voor start-ups en scale-ups zullen de belemmeringen voor het oprichten en opschalen van nieuwe bedrijven worden aangepakt. Dankzij een voorstel voor een 28e wettelijke regeling worden de regels vereenvoudigd, met name bepaalde aspecten van het vennootschaps-, insolventie-, arbeids- en belastingrecht, en worden de kosten van een faillissement verminderd. Innovatieve ondernemingen kunnen daardoor profiteren van één pakket regels, ongeacht waar zij op de eengemaakte markt investeren en actief zijn. Een gezamenlijke routekaart die leidt naar decarbonisatie en concurrentievermogen: in het Kompas worden hoge en volatiele energieprijzen genoemd als een belangrijke uitdaging en worden actiegebieden vastgesteld om de toegang tot schone, betaalbare energie te vergemakkelijken. In de komende “Clean Industrial Deal” zal een op concurrentievermogen gerichte aanpak van decarbonisatie worden vastgesteld. Deze moet ervoor zorgen dat de EU een aantrekkelijke locatie wordt voor productie, ook voor energie-intensieve industrieën. Ook moet deze schone technologieën en nieuwe circulaire bedrijfsmodellen bevorderen. Een actieplan voor betaalbare energie zal de energieprijzen en -kosten helpen verlagen, en dankzij wetgeving inzake een versnelling van industriële decarbonisatie zullen er ook in sectoren in transitie versnelde vergunningsprocedures komen. Daarnaast voorziet het Kompas in actieplannen op maat voor energie-intensieve sectoren, zoals staal, metalen en chemische stoffen. Deze sectoren vormen de ruggengraat van het Europese productiesysteem, maar zijn in deze fase van de transitie het kwetsbaarst. Bovenmatige afhankelijkheid verminderen en de veiligheid vergroten. Doeltreffende partnerschappen zullen bepalend zijn voor het vermogen van de EU om te diversifiëren en de afhankelijkheid te verminderen. De EU beschikt reeds over het grootste en snelst groeiende netwerk van handelsovereenkomsten ter wereld, met 76 landen die goed zijn voor bijna de helft van de handel van de EU. Om onze toeleveringsketens te blijven diversifiëren en versterken, maakt het Kompas melding van een aantal nieuwe partnerschappen voor schone handel en investeringen om de grondstoffenvoorziening, schone energie, duurzame vervoersbrandstoffen en schone technologieën uit de hele wereld veilig te stellen. Binnen de interne markt zal de herziening van de regels voor overheidsopdrachten de invoering van een Europese preferentie bij overheidsopdrachten voor kritieke sectoren en technologieën mogelijk maken.

over de toekomst van het Europese concurrentievermogen. In dit verslag wordt gewaarschuwd dat Europa niet langer zal kunnen rekenen op veel van de factoren die de groei in het verleden ondersteunden. Het bevat een duidelijke diagnose en geeft concrete aanbevelingen om Europa te helpen van koers te veranderen. Veel van de aanbevelingen zijn al

opgenomen in de politieke beleidslijnen en in de opdrachtbrieven van de voorzitter aan de leden van het college.

ECONOMISCHE DOCTRINE

Stéphane Séjourné, uitvoerend vicevoorzitter voor Welvaart en Industriële Strategie: “Met het Kompas presenteert de Commissie haar eco-

nomische doctrine voor de komende vijf jaar. Deze doctrine is eenvoudig en kan in één sleutelwoord worden samengevat: concurrentievermogen. Concurrentievermogen als criterium bij elke euro die we uitgeven en bij elk initiatief dat wij voorstellen. Deze ambitie heeft een werkprogramma met drie speerpunten opgeleverd: vereenvoudigen, investeren en onze

economische prioriteiten sneller uitvoeren. Het Kompas is tekenend voor een mentaliteitsverandering voor Europa en de Europeanen. Het maakt Europa voorspelbaarder en blijft tegelijkertijd de koers bepalen van ons Europees model: koolstofvrij, sociaal en met respect voor onze waarden.

VIJF HORIZONTALE RANDVOORWAARDEN VOOR CONCURRENTIEVERMOGEN

De drie pijlers worden aangevuld met vijf horizontale randvoorwaarden, die essentieel zijn om het concurrentievermogen in alle sectoren te ondersteunen: Vereenvoudiging: deze randvoorwaarde heeft tot doel de regelgevings- en administratieve lasten drastisch te verminderen. Hierbij is een systematische inspanning noodzakelijk om de procedures voor de toegang tot EU-middelen en de vaststelling van administratieve besluiten van de EU eenvoudiger, sneller en lichter te maken. Het komende omnibusvoorstel zal de duurzaamheidsrapportage, de due diligence en de taxonomie vereenvoudigen. Voorts zal de Commissie het voor duizenden kleine midcap-ondernemingen makkelijker maken om zaken te doen. In het Kompas wordt ernaar gestreefd de administratieve lasten voor bedrijven met ten minste 25 % en voor het mkb met ten minste 35 % te verminderen.

Vermindering van belemmeringen voor de eengemaakte markt: de eengemaakte markt is al dertig jaar lang de beproefde aandrijver van het concurrentievermogen in Europa. Om de werking ervan in alle bedrijfstakken te verbeteren, zal een horizontale strategie voor de ééngemaakte markt het governancekader moderniseren, belemmeringen binnen de EU wegnemen en het ontstaan van nieuwe belemmeringen voorkomen. Daarnaast zal de Commissie de gelegenheid aangrijpen om de processen voor het vaststellen van normen sneller en toegankelijker te maken, met name voor het mkb en start-ups.

Financiering van het concurrentievermogen. In de EU ontbreekt het aan een efficiënte kapitaalmarkt die spaargeld omzet in beleggingen. De Commissie zal een Europese spaar- en investeringsunie voorstellen om nieuwe spaar- en beleggingsproducten te creëren, durfkapitaal te stimuleren en te zorgen voor een vlotte stroom van investeringen in de hele EU. In de EU-begroting zullen de accenten worden verschoven om de toegang tot EU-middelen in overeenstemming te brengen met de prioriteiten van de EU.

Bevordering van vaardigheden en hoogwaardige banen. Het concurrentievermogen van Europa staat en valt met zijn arbeidskrachten. Om te zorgen voor een goede afstemming tussen vaardigheden en de behoeften van de arbeidsmarkt, zal de Commissie een initiatief presenteren om een vaardigheidsunie op te bouwen. Deze is gericht op investeringen, volwassenenonderwijs en een leven lang leren, het creëren van toekomstbestendige vaardigheden, het onderhouden van vaardigheden, eerlijke mobiliteit, het aantrekken en integreren van gekwalificeerd talent uit het buitenland en de erkenning van verschillende soorten opleidingen om mensen in staat te stellen overal in de EU te werken.

Betere coördinatie van beleidsterreinen op EU- en nationaal niveau. De Commissie zal een coördinatie-instrument voor het concurrentievermogen invoeren. Dit zal met de lidstaten samenwerken om te zorgen voor de uitvoering op EU- en nationaal niveau van gedeelde EU-beleidsdoelstellingen, om grensoverschrijdende projecten van Europees belang in kaart te brengen en om hervormingen en investeringen op dat gebied voort te zetten. In het volgende meerjarig financieel kader zal een aantal bestaande financiële instrumenten van de EU met soortgelijke doelstellingen worden gecombineerd in een fonds voor concurrentievermogen. Dat zal financiële steun verlenen voor de uitvoering van acties in het kader van het coördinatie-instrument voor het concurrentievermogen.

Ursula von der Leyen, door Europese Commissie Christophe Licoppe

Boogboring onder de Dintelhaven

Eind vorig jaar is een bijzonder stukje van het Porthos-tracé afgerond. In opdracht van hoofdaannemer Denys heeft Van Vulpen een horizontaal gestuurde boring (HDD, Horizontal Directional Drilling) uitgevoerd onder de Dintelhaven.

Bijzonder is dat dit een zogenoemde boogboring is. In tegenstelling tot een conventionele HDD-boring worden de buizen hier voorgebogen en wordt elk segment vooraf aan elkaar worden gelast en klaargelegd. Het intrekken van de buis is een indrukwekkend doorlopend proces: elk segment wordt ter plekke gelast, onderzocht, gecoat en vervolgens

ingetrokken. Het proces herhaalt zich totdat de hele buizenstreng is ingetrokken.

Dit type boring wordt gekozen als er onvoldoende uitlegstrook is voor een volledige buizenstreng of, zoals in dit geval, als de te kruisen watergang relatief kort is.

Bij de HDD onder de Dintelhaven is de buis ingetrokken met een uittredehoek van 17 graden – een behoorlijke kromming.

Tijd voor daadkracht

De Nederlandse industrie staat op een kruispunt. Waar energiebesparing ooit als ‘wenselijk’ werd beschouwd, is het inmiddels een onmisbare pijler in het nationale en Europese klimaatbeleid. De Monitor Energiebesparing 2024 van TNO en CBS schetst een gemengd beeld: hoewel de energie-intensiteit afneemt, blijven structurele besparingen achter. De vraag is niet langer óf, maar hóe de industrie de transitie maakt. En vooral: hoe snel?

Energie-efficiëntie in de Nederlandse industrie

CIJFERS LIEGEN NIET: NEDERLAND DREIGT DE EED-DOELEN TE MISSEN

De Europese Energy Efficiency Directive (EED) stelt dat Nederland in 2030 het finaal energieverbruik moet terugbrengen tot 1.609 petajoule, en het primair energieverbruik tot 1.935

petajoule. Maar ondanks een daling van 26% in energie-intensiteit sinds 2015, wijzen de onderliggende trends op een stijging van het energieverbruik in de komende jaren. De conclusie? Zonder extra maatregelen dreigt Nederland de gestelde doelen niet te halen.

Binnen de industrie zijn enkele pijnpunten zichtbaar. De chemie- en raffinagesectoren blijven grootverbruikers, met een energieverbruik dat slechts marginaal afneemt. De afhankelijkheid van aardgas is hardnekkig, ondanks de opkomst van alternatieven als elektrificatie en waterstof.

VAN OBSTAKEL NAAR KANS: STRATEGISCHE ENERGIEBESPARING

Industriebedrijven hebben geen keuze meer – ze moeten acteren. Maar wie dit slim aanpakt, kan niet alleen energie besparen, maar ook kosten drukken en operationele efficientie verbeteren.

1. Slimmer omgaan met restwarmte

Warmteterugwinning is een van de meest voor de hand liggende optimalisaties. Door warmtewisselaars, isolatieverbeteringen en geavanceerde stoomsystemen in te zetten, kunnen bedrijven tientallen procenten op hun gasverbruik besparen.

2. Procesautomatisering als gamechanger

Het laaghangend fruit? AI-gestuurde procesoptimalisatie en digital twins. Met real-time monitoring en predictive maintenance kan energieverlies worden geminimaliseerd.

3. Elektrificatie en alternatieve brandstoffen

Elektrische boilers, industriële warmtepompen en groene waterstof zijn geen toekomstmuziek meer. Bedrijven die hier nu in investeren, profiteren niet alleen van een lagere CO₂-uitstoot, maar ook van subsidies en gunstige energieprijzen op lange termijn.

ROTTERDAM PROCESSING WEEK ALS KENNISPLATFORM

Energiebesparing is niet langer een luxe, maar een strategische noodzaak. De uitdaging ligt in het efficiënt en rendabel implementeren van deze transitie. Tijdens Energy in Processing, onderdeel van Rotterdam Processing Week 2025, komen op 1 en 2 oktober 2025 in Ahoy Rotterdam bedrijven, innovators en kennispartners samen om de industrie naar een duurzamere toekomst te leiden. Kijk op www. rotterdamprocessingweek.nl voor uitgebreide informatie.

Hét event voor de toekomst van industriële technologie

Ontdek Rotterdam Processing Week

www.rotterdamprocessingweek.nl

Ahoy Rotterdam
Solids, Pumps & Valves en M+R vormen samen

De Nederlandse waterketen werkt steeds meer samen om de uitdagingen op het gebied van circulariteit, klimaatadaptatie en veilig water aan te gaan. Aqua Nederland is de nationale vakbeurs op het gebied van afvalwater, drinkwater, proceswater en stedelijk water en rioolbeheer. Aqua Nederland vindt van 18 – 20 maart plaats in Evenementenhal Gorinchem. Hier worden vraag en aanbod van watertechnologie, waterbeheerdiensten en kennisproducten samengebracht.

Vakbeurs Aqua Nederland

De toekomst van watermanagement

Tijdens Aqua Nederland komen 300 exposanten, 90 kennispartners en 6.500 bezoekers bijeen om samen de uitdagingen op watergebied aan te gaan. U kunt kosteloos aansluiten bij het bomvolle en inhoudelijk kennisprogramma, startende en innovatieve bedrijven ontmoeten, de spectaculaire KNW Fitterijwedstrijden bijwonen. Sinds 2022 bestaat Aqua Nederland uit 2 beurshallen: “De Watermarktplaats” (beneden) en Next Level (bovenverdieping), waarbij iedere hal een eigen focus heeft. Netwerken is een belangrijk onderdeel van Aqua Nederland. Daarom

zijn er in beide hallen voldoende terrassen ingericht waar de sector onder het genot van een hapje en drankje samen kan sparren over de uitdagingen van nu en morgen.

‘DE WATERMARKTPLAATS’

In de grote beurshal beneden zijn ruim 250 exposanten present om hun producten en diensten op het gebied van watertechnologie en waterbehandeling te presenteren en demonstreren. Dit vormt dé productenmarktplaats waar vraag en aanbod samenkomt. Zowel onmiskenbare A-spelers als belang-

rijke kleine bedrijven en start-ups zijn aanwezig op Aqua Nederland om zich te presenteren aan de bezoekende watersector.

NEXT LEVEL

Op de bovenverdieping Next Level treft u o.a. de kennistheaters, kennispartners, innovaties en aanbod rondom stedelijk water en klimaat. De toekomst van watermanagement en klimaatadaptatie zijn op deze verdieping belangrijke speerpunten en de focus ligt hier voornamelijk op kennisdeling, advies, innovatie en carrière. ‘Samen werken

aan water’ is het beursmotto om samen oplossingen te vinden voor de actuele en toekomstige wateruitdagingen.

Onder andere leveranciers voor rioolbeheer, waterbeheeroplossingen in de openbare ruimte, advies- en ingenieursbureaus, innovators en kennisinstituten vinden Next Level de ideale locatie om in contact te komen met de meer beleidsmatige waterprofessional. Vooral de bezoeker die op zoek is naar inhoudelijke kennis, innovaties, advies op het gebied van watermanagement of rioolbeheer, of die een carrièreswitch binnen de watersector wil maken, is op Next Level op het goede adres.

Aqua Nederland kent een rijk programma met gerenommeerde partners uit de watersector. Er zijn op de bovenverdieping twee theaters ingericht: het Watertheater en het Stedelijk Watertheater. Het Watertheater richt zich iedere dag op een andere doelgroep met Proceswater Dinsdag, Waterschap Woensdag en Drinkwater Donderdag. Het Stedelijk Watertheater richt zich op thema’s rondom rioolbeheer en klimaatadaptieve oplossingen.

Tevens zijn er diverse partijen die traditiegetrouw Aqua Nederland als platform gebruiken om hun ledenvergadering of netwerkbijeenkomst te organiseren. Hier zijn de twee moderne congreszalen en de netwerkfoyer uitermate geschikt voor.

In samenwerking met Water Alliance krijgen innovaties en start-ups een prominente plek op het Start-up & Innovatie Paviljoen op Next Level. Diverse bedrijven presenteren hier hun baanbrekende oplossingen voor de waterindustrie. Bijvoorbeeld Xylem Vue powered by GoAigua integreert data onafhankelijk uit alle bestaande tools en technologieën en maakt die informatie beschikbaar tot de hele organisatie met een real time overzicht van de status van alle processen en infrastructuur. Eyewings BV presenteert op het paviljoen De Aquasurveyor. Dit is een innovatieve meetboot, door één man handmatig of via de Cloud te bedienen en uitgerust met tal van sonars, sensoren en camera’s voor het in kaart brengen van watergangen, zoals dieptes, waterkwaliteit en 360 opnames die direct in de Cloud opgeslagen wor-

den. EasyMining heeft daarnaast een innovatieve manier voor een duurzaam stikstof terugwinningsproces. Daarnaast zijn tevens Blue Earth Innovations, Purgatoria, Waterschot, Care4H2O, Solliq Industry, DOTX Control en de Watercampus vertegenwoordigd op het Paviljoen. André Mepschen, Business Developer bij Water Alliance, benadrukt het belang van innovatie: “Zonder innovatie staat men stil en stilstand is achteruitgang.”

VACATURE PLAZA

Er heerst een enorme werkdruk binnen de sector en een groot tekort aan personeel. Aqua Nederland speelt hier daarom samen met ervaren partners op in. Op de Vacature Plaza kunnen water-

professionals hun carrièremogelijkheden verkennen. Hier worden de meest actuele vacatures uit de watersector gepresenteerd voor zowel starters als gevorderden met een ruimere werkervaring.

WAAROM U ALS INDUSTRIEEL

BEDRIJF AQUA NEDERLAND MOET BEZOEKEN?

Voor de huidige ontwikkelingen rondom waterschaarste geldt ‘regeren is vooruitzien’. In welke besparingen kunt u als bedrijf nu al investeren voordat er strengere wetseisen worden gesteld? Tijdens Aqua Nederland komt de gehele waterketen bijeen, waarbij alle huidige uitdagingen worden behandeld.

Agenda

Aquatech

11 – 14 maart 2025

Ontmoet 20.000+ specialisten en experts binnen de watertechnologie-industrie en ontdek de nieuwste producten en innovaties in de markt van. Aquatech is de grootste wereldwijde vakbeurs voor proces-, drink- en afvalwater. Zorg dat je erbij bent van 11 tot en met 14 maart 2025 in Amsterdam en kom in contact met meer dan 20.000 professionals en 800+ exposanten in de watertechnologie.

RAI, Amsterdam

Aqua Nederland

18 – 20 maart 2025

De toekomst van watermanagement. Eigenlijk is er maar één waterketen in Nederland die steeds meer één geheel vormt. Een keten die gelukkig steeds meer samenwerkt om de uitdagingen op het gebied van circulariteit, klimaatadaptatie en veilig water aan te gaan. Aqua Nederland is dé nationale vakbeurs op het gebied van afvalwater, drinkwater, proceswater en stedelijk water & rioolbeheer. Hier worden vraag en aanbod van watertechnologie, waterbeheerdiensten en kennisproducten samengebracht. Evenementenhal, Gorinchem

MaintenanceNext

8 – 10 april 2025

Het opbouwen en versterken van relaties, intensieve samenwerking, kennis opdoen en kennis delen, dat is waar het om draait bij Maintenance NEXT. De grootste technologie- en onderhoudsexpo van de Benelux. Want alleen samen kunnen we de wereld van industrieel onderhoud vormgeven. In 2023 organiseerden de NVDO, de EFNMS en Rotterdam Ahoy tegelijkertijd EuroMaintenance, het grootste Europese maintenancecongres. Hierdoor kwamen alle lagen uit de onderhoudswereld samen, deze krachtige combinatie maakte Rotterdam in die periode dé Europese ontmoetingsplek voor maintenanceprofessionals.

Ahoy, Rotterdam

HIERNAAST AFGEBEELDE PREFERRED PARTNERS HELPEN U GRAAG VERDER. Voor informatie over samenwerking met Industrie & Utility kunt u contact opnemen met Robbin Hofman van Jetvertising b.v. T +31(0)70 399 00 00

E robbin@jetvertising.nl

IndustrieDE & Utilit y

In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen met 95% afgenomen zijn. ook de waterfootprint moet omlaag. Onze industrie zoekt naar oplossingen. Daarbij zijn drastische aanpassingen in de utilities noodzakelijk. Tegelijk biedt het kansen.

Partnerprogramma

Als partner van Industrie & Utility blijft uw bedrijf top of mind in de doelgroep. Online creëren we meerwaarde via plaatsing van whitepapers, video’s, nieuws en persberichten. In het magazine besteden we aandacht aan de high lights van uw onderneming. Inclusief branded content en advertenties. Deelname wordt samen met u ingekleurd.

Meer weten? Neem dan contact op met Robbin Hofman van Jetvertising b.v. T +31 (0)70 – 399 00 00 E robbin@jetvertising.nl

• 4 x per jaar magazine in print

• 4 x per jaar magazine online

• 12 x per jaar online nieuwsbrief

• www.industrie-utility.nl

Foto: door Jetvertising

17 september 2025

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.