15 minute read

ION-cursussen: flexibilisering individualisering en vaker online

ION-c ursussen: flexibilisering, individualisering en vaker online

De afgelopen tijd is de bemensing op het ION-bureau behoorlijk veranderd. Door het vertrek van Hans Bosveld vorig jaar en het naderende vertrek van Jacques Schreuder moesten er nieuwe medewerkers gerekruteerd worden. Dat is inmiddels gebeurd. Ook is de taakverdeling op het bureau kritisch tegen het licht gehouden, wat tot wijzigingen heeft geleid. Hoog tijd om in dit themanummer eens goed stil te staan bij de ION-cursussen. Vanuit welke inzichten wordt er nu gewerkt, wie doet wat en welke ontwikkelingen op het gebied van cursussen moeten we in de gaten houden?

Een relatief nieuw gezicht op het ION-bureau is Milena Lo Bue, allround medewerkster cursussen. Op 1 januari jongstleden is zij opnieuw in dienst getreden bij ION, nadat zij vanaf 2019 ook ongeveer een jaar voor de vereniging had gewerkt. “Na een goed gesprek in oktober 2020 mocht ik terugkomen per 1 januari 2021. Daarbij is afgesproken dat ik vanuit een administratieve functie de coördinatorfunctie van Jacques voor een groot deel ga overnemen. Dat past ook in het plaatje dat ontstond nadat – mede door het vertrek van Hans Bosveld en het naderende vertrek van Jacques – alle functies opnieuw zijn bekeken om de werklast wat logischer te verdelen over de mensen.”

Jacques Schreuder: “Milena pakt de organisatorische kant van de cursussen op terwijl de inhoudelijke kenniskant komt te liggen bij de nieuwe technisch adviseur, Ralph Bot (zie ook pagina 30). Milena en Ralph zullen intensief gaan samenwerken. Samen denken zij na over de inhoud, maar ze stemmen voor de sales ook af met Gertjan van de Braak, die vorig jaar Santino Scherpenborg is opgevolgd. Milena krijgt de eindverantwoording voor alles wat onder de cursussen valt. Het geven van de cursussen zal ook ink gaan veranderen, zoals zij zelf ook al voorstelde tijdens het gesprek vorig najaar. Uitgangspunt is dat we veel meer exibiliteit willen brengen in het geven van de cursussen. Daar waar de klassikale cursussen zonder praktijk online kunnen plaatsvinden, willen we ook de individuele cursist zo goed mogelijk tegemoetkomen. Nomaliter werken we in groepen, maar we kijken nu ook meer naar mogelijkheden om e-learning te realiseren, dus online lessen voor de individuele cursist in een digitale omgeving.”

P R A K T I J K T R A I N I N G Milena Lo Bue: “De afgelopen jaren ging regelmatig een cursus niet door wegens te weinig deelnemers. Maar met e-learning kan iedereen direct starten met de cursus en in eigen tempo studeren. En je hebt geen reisafstand. Dit werkt stimulerend en op deze manier houden wij de wachtlijsten kort. Maar we willen waar nodig wel het groepse ect in stand houden. Voor cursisten die individueel een cursus volgen via e-learning zullen wij op bepaalde momenten in het jaar praktijkdagen organiseren. Op die dagen ontstaat er groepsdynamiek en leren cursisten ook van elkaar. Dat is belangrijk en dat willen we ook faciliteren. Het aanbieden van e-learning betekent wel dat we het cursusmateriaal verder moeten digitaliseren en verder moeten verrijken met foto’s en lmpjes. Daarnaast moeten we vaststellen dat de vroegere VOM-cursussen vooral erg theoretisch waren, terwijl we merken dat de behoefte steeds meer aan de praktijk-

kant ligt. We zullen het cursusmateriaal dus meer aanschouwelijk moeten maken en zeker ook aandacht moeten schenken aan praktijktraining.”

Ook de manier waarop het cursusmateriaal wordt opgezet, verandert. Bij die opzet zijn al lange tijd kennisteams betrokken, bestaande uit kennisdragers uit de vereniging, maar ook uit docenten, applicateurs en toeleveranciers. Voorheen kwam een kennisteam periodiek bij elkaar om gezamenlijk het cursusmateriaal verder uit te werken. Omdat dit tamelijk veel tijd in beslag nam, wordt het materiaal nu vaak eerst in een één-op-één relatie met de meest betrokken persoon opgezet en vervolgens met de andere teamleden gedeeld om het verder bij te schaven. Net zo lang totdat alle kennisdragers het met elkaar eens zijn over de inhoud. Vervolgens wordt het materiaal didactisch uitgewerkt. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de huidige digitale mogelijkheden om de praktijklessen te ondersteunen; denk aan virtual classrooms of een vorm van serious gaming met een VR-bril. Dit soort mogelijkheden zullen verder ontwikkeld worden, niet als alternatief voor de praktijkervaring, maar ter ondersteuning daarvan. Want applicatietechnieken zijn in de regel ervaringsvakken waarbij je leert door te doen.

I N D I V I D U A L I S E R I N G Jacques Schreuder: “Flexibilisering en individualisering zijn enkele uitgangspunten van de cursussen. Naast e-learning willen we dus ook praktijkdagen organiseren en gastdocenten uitnodigen. Die laten dan bijvoorbeeld zien hoe je een kwaliteitsmeting uitvoert en geven vervolgens gelegenheid aan de cursisten om te oefenen, zodat de meting op de juiste wijze wordt uitgevoerd. Daarnaast bevat het lesmateriaal werkplekopdrachten die de cursist op de eigen werkplek moet uitvoeren. Deze worden vervolgens beoordeeld door de werkplekbegeleider en de docent. Het doel van de werkplekopdrachten is dat de cursist de relatie tussen theorie en praktijk kan leggen. Het e-learning lesmateriaal is modulair opgebouwd, zodat we – binnen bepaalde grenzen – de inhoud kunnen aanpassen aan de feitelijke processen binnen het bedrijf. Als op de werkplek geen chemische voorbehandeling is, maar alleen een mechanische voorbehandeling, halen we voor die cursist de chemische voorbehandeling eruit. Nog niet alle cursussen zijn momenteel via e-learning beschikbaar, maar we proberen dat wel zo snel mogelijk te realiseren.”

In het algemeen wil ION op het gebied van cursussen meer samenwerken met externe partijen. Daarin past ook het werken aan de lang gekoesterde wens om cursussen Jacques Schreuder

Virtual Reality-bril als hulpmiddel voor cursussen.

over applicatietechnieken onder te brengen in het reguliere dagonderwijs (MBO). Jacques Schreuder: “Wij willen cursussen als keuzedeel gaan aanbieden aan allerlei MBO-opleidingen. Daar hebben we hard aan gewerkt en het eerste keuzedeel ligt nu ter goedkeuring bij het Ministerie van Onderwijs. Zodra die goedkeuring er is, willen we dat ook voor andere applicatietechnieken gaan oppakken. Om te zorgen dat de keuzedelen in het reguliere dagonderwijs passen, moet er aan het lesmateriaal worden geschaafd. Ook houden we er rekening mee dat het MBO een goede balans heeft gevonden tussen online en fysiek onderwijs. Mensen zijn daar enthousiast over, onder meer omdat de reisafstand dan geen rol meer speelt. We gaan kijken hoe we die balans kunnen overnemen in ons lesmateriaal voor het keuzedeel.”

V A S T H O U D E N V A N M E D E W E R K E R S Milena Lo Bue: “De klassikale cursussen kunnen straks op een meer individuele manier gevolgd worden, maar dat geldt ook voor de bedrijfsinterne cursussen. We kijken hoe we zo goed mogelijk kunnen voldoen aan de verwachtingen van bedrijven. De theorie kan soms al via e-learning gevolgd worden, maar er zullen indien gewenst ook contactmomenten plaatsvinden met de betre ende docent. Dat kan één-op-één op locatie, maar ook in een virtuele classroom. We willen diverse mogelijkheden naast elkaar aanbieden om zo goed mogelijk op de individuele behoeften in te kunnen spelen, oftewel maximale exibiliteit bieden. Dat geldt ook voor de cursusmap. Op verzoek van bedrijven of cursisten kunnen we de theorie nog steeds op de vertrouwde manier blijven aanbieden, maar het kan ook via e-learning, met of zonder praktijk, met of zonder contactmomenten. Via e-learning is ook een downloadknop beschikbaar, zodat men het cursusmateriaal zelf kan afdrukken en in de kast zetten.”

Jacques Schreuder: “Alle veranderingen brengen met zich mee dat ook de rol van de docent verandert. Die blijft natuurlijk wel het correctiewerk doen van de verwerkingsvragen, maar krijgt meer een coachende rol. Bijvoorbeeld bij de uitvoering van werkplekopdrachten. In de toekomst zal die rol wellicht nog meer veranderen, maar dat moet nog verder worden uitgekristalliseerd. Hoe dan ook, een cursus heeft altijd een tweeledig doel: enerzijds het vergroten van de kennis en vaardigheden van de cursist en anderzijds het verhogen van de motivatie en eigenwaarde van de medewerkers. Dat laatste wordt vaak onderschat door de opdrachtgevers, maar het kunnen vasthouden van een diploma is voor veel medewerkers gevoelsmatig van heel grote waarde. Dat werkt erg stimulerend, ook voor het vasthouden van medewerkers.”

M E E R I N F O R M A T I E www.vereniging-ion.nl

Tro ts op het werk

C I R C U L A I R P A V I L J O E N E N E R G I E K E N N I S C E N T R U M Het Energie Kenniscentrum Leeuwarden is een licht gebouw met een nastelbare fundering op de voormalige afvalberging Skinkeskâns. Het is een circulair paviljoen dat ruimte biedt aan kantoren en vergader-, cursus- en presentatieruimtes.

De opdrachtgevers Ekwadraat en Koninklijke Oosterhof Holman hechtten een groot belang aan een circulair gebouw met zo min mogelijk CO2-uitstoot. De focus lag op de juiste keuze van bouwmaterialen, men ging voluit voor herbruikbare én hergebruikte bouwmaterialen. En circulariteit moest zichtbaar zijn. Wanneer het gebouw uiteindelijk ontmanteld zal worden, kan de volledige staalconstructie uit elkaar worden geschroefd. Het demonteerbare verzinkte staalskelet rust met zijn 108 kolommen los op betonplaten die in een zandbed op een beschermende folie zijn geplaatst. Er is bewust gekozen voor thermisch verzinken in plaats van poedercoaten om zo dicht mogelijk bij het materiaal te blijven en om circulariteit zichtbaar te maken. De grijze tint sluit aan bij het vergrijzende hout van de lamellengevel.

Bij de toekenning van de prijzen voor de Benelux trofee voor Thermisch Verzinken 2021 kreeg dit gebouw de prijs voor circulair bouwen.

Brandweeraut o 15 jaar c orrosievrij door nanoc oat ings

In een bijzondere samenwerking tussen twee applicateurs is een complete brandweerauto van de Koninklijke Marine onder handen genomen. De brandweerauto werd door zowel SVDB Nanocoatings in Oude Pekela als door Qotec Nanocoatings (Steur Oudenbosch) behandeld. De voornaamste eis waar het werk aan moest voldoen? 15 jaar geen corrosie. De eindklant heeft al laten weten erg enthousiast te zijn over het resultaat en deze uitvoering lijkt voor herhaling vatbaar.

SVDB Nanocoatings behandelt al jaren brandweerauto’s voor diverse opdrachtgevers. Een belangrijke opdrachtgever, DRV uit Hoogeveen, werd echter op 1 januari 2020 overgenomen door Kenbri Fire Fighting in Numansdorp. Kenbri won vervolgens een aanbesteding van de Koninklijke Marine voor de levering van brandweerauto’s en zij kwamen voor de conservering van de grootste auto uit bij SVDB Nanocoatings. Deze grote auto moest in zijn geheel behandeld worden, wat betekende dat een zeer grote spuitcabine noodzakelijk was. SVDB Nanocoatings werkte soms samen met spuiterij Steur Oudenbosch en ook deze keer werd contact gezocht. Steur beschikt niet alleen over een heel grote spuitcabine waar de brandweerauto in zijn geheel in kan, maar men is er ook gewend met nanocoatings te werken. Sterker nog, Jack Steur ontwikkelde zelf enkele jaren geleden een nanocoating met de naam NanoClear+, waarbij het plusje staat voor hydrofobiciteit.

Dick Dijk, directeur SVDB Nanocoatings, legt uit hoe het werk in grote lijnen is verlopen. “Doordat Kenbri het bedrijf DRV overnam en zij voor de grote brandweerauto een conservering met nanocoating

Jack Steur toont het droogijs waarmee is gestraald. Steur beschikt over grote cabines waarin grote voertuigen in hun geheel behandeld kunnen worden.

wensten, kwamen ze bij ons uit. De wens voor nanocoating kwam voort uit ervaringen van hún klant met eerder behandelde auto’s. Ook speelde mee dat de brandweerauto 15 jaar corrosievrij moest blijven en in Den Helder komt te staan, en dus regelmatig aan zout wordt blootgesteld. Normaal brengen wij een nanocoating aan op grotere delen als cabine, chassis en de wielen, plus op allerlei onderdelen als frames, pompen, buizen, klemmen, schakelaars enzovoorts. Maar nu ging het om de brandweerauto in zijn geheel. Met Steur (Qotec Nanocoatings) hebben we een voorstel en een taakverdeling gemaakt en zijn we aan de slag gegaan.”

T O E G E P A S T E A P P L I C A T I E S Kenbri levert niet alleen de auto aan de marine, maar moet ook zorgen dat die er 15 jaar netjes blijft uitzien. Aanvankelijk wilde Kenbri dit bereiken door de auto eens in de twee jaar te poetsen en daarna een wax coat aan te brengen. Maar die wax houdt hoogstwaarschijnlijk geen twee jaar stand. Daarom besloot men tot nanocoating, waarbij twee verschillende nanocoatings via elektrostatisch spuiten zijn opgebracht. De taakverdeling hield in dat Steur eerst de kraan (hoogwerker) en kraanopbouw behandelde, evenals het chassis, het plateau, de zijkanten en de twee bemanningsgedeelten. Vervolgens heeft SVDB Nanocoatings de cabine en bedieningscabine behandeld, evenals de tien wielen en wat kleinere onderdelen, zoals werkbakken. Dat twee verschillende nanocoatings zijn gebruikt is geen probleem, omdat hun eigenschappen gelijk zijn: vuil- en waterafstotend (corrosiewerend) en een heel lange levensduur. Ook de voorbehandeling was verschillend. SVDB Nanocoatings deed het reinigen, ontvetten (waaronder het verwijderen van lichaamsvet) en stofvrij maken met de hand, terwijl Steur daarvoor het droogijs stralen inzette.

De auto stond gedurende de complete behandeling bij Steur/Qotec Nanocoatings. Bedrijfsleider Arjan Luykx legt de door hen toegepaste applicaties uit. “We zijn begonnen met droogijs reinigen om een aantal redenen. Daarmee kun je de vervuiling eraf halen, maar ook eventuele para ne of vetten. Verder activeer je daarmee het oppervlak, zodat dit meer ontvankelijk is voor de coating die daarna komt. Vervolgens hebben we alles ingepakt dat niet meegespoten moest worden, zoals leidingen, de rolluiken en de remsystemen. De wielen hadden we van de auto afgehaald. Daarna is de complete wagen nog eens met droogijs gereinigd om de afdruk van onze handen en voeten te verwijderen, om te ontvetten en om de sto es erop te verwijderen (‘afkleven’). Daarna hebben we de multi substrate activator ingezet om de hechting te optimaliseren. Die activator hebben wij zelf ontwikkeld om de werking van onze nanoclear te verbeteren op aluminium, rvs, staal, kunststo en en op reeds aangebrachte laklagen. Tot slot is de NanoClear+ in twee lagen aangebracht, in een totale laagdikte van ongeveer vijftig micrometer.”

G R O T E T E V R E D E N H E I D Toen ook de taak van SVDB Nanocoatings was volbracht, kon de auto worden gepresenteerd aan Kenbri en aan de Koninklijke Marine. Beide applicateurs spreken van een heel goede samenwerking, en ook de werkplanning is helemaal uitgekomen. Minstens zo belangrijk: de tevredenheid bij de (eind)klant is groot. Abel Pot, projectleider bij Kenbri, is erg tevreden en zag dat ook de marine zeer onder de indruk was toen zij de auto kwamen ophalen. “Als hoofdaannemer van deze brandweerauto zijn wij verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van alle onderdelen. Daarnaast hebben wij voor dit voertuig een onderhoudscontract afgesloten voor een periode van 15 jaar. De auto moet er al die tijd mooi blijven uitzien. Dat betekent onder meer dat het voertuig na een inzet altijd schoongemaakt moet worden, gewassen dus, om de blootstelling aan zout zoveel mogelijk te beperken. Ook zullen wij jaarlijks de coating beoordelen, wellicht in samenwerking met beide

applicateurs. De conservering moet 15 jaar bescherming bieden. Daarom zijn we zeer geïnteresseerd in de kwaliteit van de conservering op alle metaaldelen. Of we de beschermingsduur gaan halen weten we niet zeker, maar gezien de staat van dienst van deze twee applicateurs op het gebied van voertuigen hebben we er wel vertrouwen in.”

Belangrijk voor de beschermingsduur is dat het voertuig gaat opereren in een zilte omgeving. De twaalf meter lange brandweerauto wordt in Den Helder weliswaar binnen gestald in een verwarmde omgeving, maar zal herhaaldelijk buiten te zien zijn. Abel Pot: “In diverse situaties komt het voertuig buiten en wordt dan blootgesteld aan zoute lucht. Dat geldt allereerst bij noodsituaties, maar met het voertuig wordt ook regelmatig getraind en geoefend. Daarnaast wordt het ingezet voor hand- en spandiensten op en rond de haven en kan het worden opgeroepen voor calamiteiten in de regio. Al met al staat het voertuig meer binnen dan buiten, maar in het verleden hebben we in dergelijke omstandigheden bij andere voertuigen toch corrosie zien ontstaan. Daarom hebben we zelf in ons ontwerp al veel onderdelen aan de buitenkant van het voertuig, zoals de kastopbouw, van kunststof gemaakt. Verder hebben wij voor de productie van de brandweerauto meerdere leveranciers ingeschakeld, die ook hun producten moesten voorzien van een adequate conservering. Voor het chassis en de cabine hebben wij bijvoorbeeld Scania ingeschakeld en voor de hoogwerker Bronto Skylift in Finland. De eindconservering betrof dus de nanocoatings. Die gewenste eindbescherming is ook belangrijk, omdat de coatings een zodanige structuur hebben dat je daarop niet even een nieuwe coating kunt aanbrengen, juist vanwege de functie dat er niets op hecht.”

V E R V O L G De krachten die op het voertuig worden uitgeoefend, hebben niet alleen met zout te maken. De auto weegt 37 ton, heeft een werkhoogte tot 61 meter en is inzetbaar tot windkracht 9. Hij heeft een bluscapaciteit van 4.000 liter water per minuut met de mogelijkheid tot schuimbijmenging. “Gelet op de statische en dynamische belastingen op het chassis met het gewicht van de hoogwerkeropbouw hebben we zorgvuldige berekeningen gemaakt. Wij zijn tevreden over het eindproduct en kijken terug op een goede samenwerking. Of we dit vaker gaan doen, hangt in de eerste plaats af van waar de klant speci ek om vraagt. We maken al meer dan 15 jaar brandweervoertuigen en weten dat de meeste brandweerkorpsen niet werken in een zilte omgeving. Daarom zal deze conservering niet heel gebruikelijk worden. Maar er zijn klanten, zoals de marine en de brandweerkorpsen in Amsterdam en Rotterdam, die wel voertuigen in vergelijkbare omgevingen hebben. De conservering die in deze case is aangebracht, zal voor ons dus geen standaardoplossing worden, maar is wel een toevoeging aan ons leveringspakket.”

Een voorbeeld van een cabine waarin de brandweerauto is behandeld. M E E R I N F O R M A T I E www.qotec.nl www.svdbnanocoatings.nl www.kenbri.nl/NL

Lees verder of reageer

This article is from: