E D N E K EGE GELS KEE RSRE VER EERSR VERK
Ken de verkeersregels is bedoeld voor leerlingen van het basisonderwijs. Deze uitgave heeft als doel de verkeerslessen te ondersteunen en kinderen te helpen de verkeersregels te leren begrijpen.
2
Of je nu woont in een dorp of stad, overal in Nederland heb je te maken met verkeer. Als directeur van Cito, je weet wel, van de Cito-toets, vind ik het belangrijk dat jullie veilig aan het verkeer deelnemen. Hiervoor is het van belang goed te weten wat de verkeersregels zijn. Daar help ik je graag bij. Zo maken wij al voor kinderen van groep 1 een programma waarbij ze spelenderwijs kennismaken met het verkeer. Nu je al wat ouder bent, wordt veilig verkeersgedrag natuurlijk steeds belangrijker. Het gaat hierbij om je eigen gedrag, maar ook dat van anderen. Daarom is het zo belangrijk dat je zelf goed blijft opletten. Steek bijvoorbeeld alleen maar over als het stoplicht groen is en ga bij een kruispunt niet naast een vrachtwagen staan. Die chauffeur ziet jou misschien niet! Zelf ben ik veel onderweg. Dat vind ik erg leuk, maar ik let wel goed op alle deelnemers in het verkeer. Wil jij weten of je de verkeersregels goed kent? Lees dan het boekje goed en doe daarna de online toets! Leuk om te kijken wat je weet. Zodat je veilig rond kunt lopen en fietsen. Ik wens je veel succes en plezier met het leren en gebruiken van de verkeersregels! Marten Roorda Directeur Cito
3
Voorwoord
Beste jongens en meisjes,
4
Ken de verkeersregels
Wie, wat , waar..
‘Ken de verkeersregels’ is speciaal bedoeld voor kinderen van de basisschool. Kinderen zijn kwetsbare en onervaren verkeersdeelnemers en vormen met ruim 20% van alle verkeersongevallen een belangrijke groep. Een derde van de ongevallen vindt plaats op de route van en naar school. Het is dus van groot belang om kinderen te leren hoe ze zich moeten gedragen in het verkeer. In dit boekje staan de belangrijkste regels en komen veel voorkomende situaties aan bod. Ook bevat het boekje opdrachten, zodat de kinderen kunnen oefenen en testen of ze alles goed begrijpen. Op deze manier hopen we onze bijdrage te leveren aan een veiliger verkeer.
Inhoudsopgave 5 . . . .Ik ga lopend 9 . . . .Ik ga op de fiets 12 . . .Ik ga met de bus/auto
E DE D N KE E K LS GELS ERSRE RSREGE VERKE VERKEE
14 . . .Val op in het donker 15 . . . .Wat betekenen deze borden? 16 . . . .Kruispunten 19 . . .De dode hoek 21 . . .Smartphone 22 . . .Samen op pad | Buitenspelen 24 . . .Auto
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of worden overgenomen op welke wijze dan ook zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Prijs- en zetfouten voorbehouden.
Uitgave: Multiplus BV Zonnedauw 4, 9202 PA Drachten Telefoon: 0512 - 54 17 07 Internet: www.multiplusdrachten.nl Copyright: Multiplus BV
Als je loopt doe je ook mee in het verkeer. Sommige automobilisten houden niet altijd rekening met voetgangers. Kijk daarom goed uit!
Hoe kom jij op school?
Ik ga lopend Veel kinderen gaan lopend naar school. Lopen doe je op stoep, maar wat doe je als er geen stoep is? Dan kun je het beste aan de linkerkant in de berm lopen. Zo kun je de auto’s aan zien komen. Als er een fietspad is, ga je aan de linkerkant van het fietspad in de berm lopen. Let er wel op dat je aan de kant moet gaan voor fietsers! Je moet altijd wel een keer oversteken. Dit kan soms lastig zijn. Bij een rustige weg krijg je genoeg tijd om over te steken. Aan een drukke weg is dit een stuk moeilijker. Gelukkig zijn daar zebrapaden of verkeerslichten, zodat je veilig aan de overkant komt.
Ik ga lopend
5
6
Zo kun je het beste oversteken
Ik ga lopend
Zo kun je het beste oversteken Hieronder zie je de kinderen oversteken. Maar de foto’s staan door elkaar. Zet jij ze in de goede volgorde? Opdracht bij: “Ik ga lopend’.
Bij geparkeerde auto’s
1 Als iemand inderdaad wil wegrijden dan zoek je een andere plek om over te steken. Heb je een goede plek gevonden? Ga dan voor de geparkeerde auto staan. Kijk naar links en naar rechts en dan nog een keer naar links.
2 Stop bij de geparkeerde auto’s. Kijk of er iemand in de auto zit en misschien weg wil rijden.
3 Steek recht over en blijf goed om je heen kijken.
De goede volgorde is: ...................................
In een rustige straat
1 Steek recht over en blijf goed om je heen kijken.
2 Ga aan de rand van de weg staan. Kijk naar links, naar rechts en dan nog eens naar links. De goede volgorde is: ...................................
7
Zo kun je het beste oversteken
Ik ga lopend
Hieronder zie je de kinderen oversteken. Maar de foto’s staan door elkaar. Zet jij ze in de goede volgorde? Opdracht bij: “Ik ga lopend’.
Als je een zebrapad gebruikt
1 Steek pas over als je zeker weet dat auto’s en fietsers de tijd en ruimte hebben om voor je te stoppen. Blijf ook goed uitkijken als je gaat oversteken.
2 Als je op het zebrapad wilt oversteken en er al vlak voor bent, mag jij voorgaan. Auto’s zijn verplicht te stoppen voor voetgangers op het zebrapad.
3 Stop aan de rand van de weg.
De goede volgorde is: .......................................
Bij een kruispunt
1 Kijk naar links en rechts. Kijk ook achter je. Steek recht over en blijf goed om je heen kijken.
2 Stop aan de rand van de weg.
3 Zorg dat het een plek is waar je alles goed kunt overzien. De goede volgorde is: .......................................
8
Zo kun je het beste oversteken
Ik ga lopend
Hieronder zie je Rick oversteken. Maar de foto’s staan door elkaar. Zet jij ze in de goede volgorde? Opdracht bij: “Ik ga lopend’.
Bij voetgangerslichten
2
1 Wordt het licht terwijl je oversteekt rood? Loop dan gewoon door.
Voetgangerslichten hebben twee kleuren: rood en groen. Als het licht groen is mag je lopen.
3 Als het licht rood is moet je wachten. Druk dan op de knop en wacht tot het licht weer op groen gaat. De goede volgorde is: ...................................
Bij drukke wegen kun je ze vinden. Victor Veilig, verkeersbrigadiers en verkeersregelaars. Victor Veilig is een licht, kunststof mannetje dat je mee kunt nemen als je ergens gaat spelen. Je zet Victor Veilig aan de kant van de weg en omdat hij zoʼn felle gele kleur heeft, zien bestuurders hem gemakkelijk. Zo weten ze dat ze goed op moeten letten, omdat jij daar aan het spelen bent of wilt oversteken. Verkeersbrigadiers zijn mensen die je helpen bij het oversteken. Je kunt ze herkennen aan hun oranje vest en meestal hebben ze een stopbord bij zich. Autoʼs zijn verplicht te stoppen als de verkeersbrigadier het stopteken geeft. Zo kun jij veilig oversteken. Verkeersregelaars kun je tegenkomen als je bijvoorbeeld naar een voetbalwedstrijd of braderie gaat. Hier zijn vaak veel mensen. Al die mensen moeten hun auto parkeren of moeten de goede kant op worden gestuurd. Dat doen de verkeersregelaars. Soms moeten verkeersregelaars ook andere weggebruikers waarschuwen voor grote en brede vrachtwagens. Die kunnen namelijk gevaarlijk zijn.
Veilig samen op weg
'Blijf uit de dode hoek' Met 350 vrachtwagens rijden we iedere dag het land door om eten en drinken te bezorgen. Onze vrachtwagenchauffeurs weten dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Dat hoekje noemen wij 'de dode hoek', het wegdeel dat een chauffeur niet kan zien in zijn spiegels aan de rechterkant van de vrachtwagen. Om jou, als fietser of voetganger, te herinneren aan deze dode hoek, hebben onze vrachtwagens op die plaats een 'Blijf uit de dode hoek'-sticker. Ga daar dus nooit staan, dan zijn we altijd veilig samen op weg.
www.bidvestdelixl.nl
KOOP NU JE TICKETS VANAF € 27,50 P.P.
WWW.WALIBI.NL/VERKEER
Hoe kom jij op school?
In Nederland wordt veel gefietst. Veel kinderen gaan dan ook op de fiets naar school. Op de fiets ben je erg kwetsbaar. Als een auto een botsing krijgt, dan heeft die een deuk. Als jij op de fiets een ongeluk krijgt, dan heb je misschien wel een gebroken arm. Het is dus veilig om op het fietspad te fietsen. Een fietspad wordt aangegeven met een blauw bord, met daarop een witte fiets. Op een fietspad mogen alleen fietsers en snorfietsers rijden. Een fietsstrook aan de kant van de weg herken je aan de onderbroken strepen, een stippellijn. Op een fietsstrook mag je altijd maar één kant op fietsen, namelijk aan de rechterkant van de weg. De meeste fietsstroken herken je aan de rode kleur.
fietsers: Dit is belangrijk voor fietspaden. • Maak gebruik van de tsstrook, aan de den? Ga dan op de fie • Zijn er geen fietspa wegen mag je g, fietsen. Op sommige we de n va nt ka er ht rec weg. Dat is op de snelweg of auto eld be or vo bij , en ts fie niet rd rijden. t de auto’s daar erg ha veel te gevaarlijk, omda ine fiets kle n ee dan negen jaar zijn en • Kinderen die jonger en. oep of in de berm fiets st de op n ge mo , en bb he , maar n naast elkaar fietsen ieë dr n zij t me oit no g omen, • Je ma s er tegenliggers aank Al . ën ee tw n zij t me l maximaa gaan fietsen. moet je achter elkaar t goed om je omkeren? Kijk dan eers of om t ch bo de je l Wi • en. Kan n er een auto aankom ka kt ee st er ov jij s Al . hand heen Ziet iedereen dat jij je n? pe op st d tij op n da iedereen cht om of ? Pas dan mag je de bo uitsteekt? Is alles veilig omkeren.
11
Ik ga op de fiets
Ik ga op de fiets
12
Wie doet het goed?
Ik ga op de fiets
Hieronder zie je de kinderen fieten, maar ze maken er wel een rommeltje van! Zet een kruisje bij het plaatje waar ze het GOED doen. Opdracht bij: “Ik ga op de fiets.’
Zo controleer jij of je fiets wel in orde is. Opdracht bij: “Ik ga op de fiets.’
uit. Werken je remmen? Probeer ze stuur niet raken. e hoogte? Je knieën mogen het Staat je stuur wel op de goed ? Zitten je wielen wel goed vast dat het midden van gte? Ga op je fiets zitten. Zorg Staat je zadel op de goede hoo de trapper beneden als been moet bijna gestrekt zijn je voet op de trapper leunt. Je grond kunnen. moet je net met je voeten bij de is. Wanneer je op het zadel zit, Is je bagagedrager stevig?
je bagagedrager? tas? Zitten die goed vast aan Heb je snelbinders of een fiets pt? Zijn je banden goed opgepom heb je minder grip op ? Als je banden te versleten zijn Zit er nog profiel op je banden . de weg en kans op een klapband Hangt je ketting niet te slap? r goed vast? Zitten de handvaten van je stuu en niet versleten? Zijn de uiteinden van de handvat Werkt je fietsbel?
je een rode achlicht het? En je achterlicht? Heb Werkt je verlichting? Doet je voor toren, en gele zijreflectoren? terreflector, gele trapperreflec r school. Dan is het misschien wel in het donker naa In de winter moet je ’s ochtends doet. belangrijk dat je verlichting het kunnen afglijden. je voeten niet van de trappers Zijn je trappers stroef? zodat
13
Ik ga op de fiets
Checklist
Hoe kom jij op school?
14
Ik ga met de bus/auto
Ik ga met de bus/auto
Als je met de bus of in de auto gaat, hoef je niet echt op het verkeer te letten. Dat doet de bestuurder wel. Maar toch zijn er dingen waar je op moet letten. Vergeet bijvoorbeeld niet je gordel om te doen. Als je een gordel draagt, heb je 40% minder kans op verwondingen! Daarnaast is het natuurlijk ook verplicht een gordel te dragen. Doe je dat niet, dan kan je een boete krijgen. Ten tweede, vergeet niet goed uit te kijken als je uitstapt. Er kan zomaar een auto aankomen en jou met deur en al omver rijden. Stap daarom uit aan de stoepkant. Je kunt maar aan ĂŠĂŠn kant uit een bus stappen. Kijk ook dan goed uit!
Het is verplicht een gordel te dragen. Met een gordel om heb je 40% minder kans op verwondingen!
Wat betekenen deze tekens op de weg?
2
1
3
4
5
6
Rijbaan Voorsorteervak Fietsstrook Parkeerhaven Vluchtstrook Fietspad Voetpad Zebrapad
7 8
9
10
Haaientanden Rotondes
Ik ga met de bus/auto
15
Zet het goede cijfer uit de afbeelding bij de juiste omschrijving. Opdracht bij: “Ik ga met de bus/auto.’
16
Val op in het donker
Val op in het donker
Je gaat niet alleen als de zon schijnt naar school, naar je vrienden of de sportclub. In de winter is het ’s ochtends vroeg en aan het eind van de middag donker. Ook moet je soms door de regen, sneeuw of mist ergens naartoe. Het is dan erg belangrijk dat automobilisten en andere weggebruikers jou goed kunnen zien. Alleen dan kunnen ze rekening met jou houden. Fietsers en voetgangers zijn voor automobilisten vaak slecht zichtbaar. Je maakt ze erg aan het schrikken als je fietsverlichting het niet doet of als je hele donkere kleren aan hebt, waardoor je niet opvalt. Een paar tips die ervoor zorgen dat je goed zichtbaar bent: Niet alleen je fiets, maar ook je kleding kan je goed zichtbaar maken. Als je loopt, heb je geen verlichting, dus dan is je kleding extra belangrijk. Een gele, oranje of witte jas is in het donker beter te zien dan een donkerblauwe of zwarte. Alleen als het mistig is, vallen donkere kleuren meer op dan lichte. Als je toch liever donkere kleuren draagt, dan is het slim om je kleren en tas te beplakken met reflecterend materiaal. Bijvoorbeeld op je mouwen, je rug en buik en de voor- en achterkant van je benen. Ook licht gekleurde gympen helpen je al om beter zichtbaar te zijn voor anderen. orgen dat je
z s die ervoor ip t r a a p n e E aar bent: goed zichtb
stralen en t wit licht uit e o m p m la p onteerd. • Je ko elijk zijn gem g o m g o o h gedrager moet zo van de baga t n a rk e t h c en. • Aan de a eflector zitt rr e t h c a e d ralen. moet een ro d licht uitst o ro t e o m t ich of geel • Je achterl moet een wit rd o b t a p rs e t • Je ach ben. gedeelte heb lvormige moeten cirke n le ie w e id e • B ebben. gele trapzijreflectie h pers moeten p ra t e id e b • Op je tten. reflectoren zi
Schrijf op de stippellijnen de betekenis van de verkeersborden.
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
.................................
Betekenis borden
17
Wat betekenen deze borden?
18
Kruispunten
Kruispunten
Een kruispunt is een kruising of splitsing van wegen. Als je een kruispunt nadert, is het belangrijk te weten wie er voorrang heeft. Er zijn verschillende kruispunten, waar ook verschillende regels gelden. Als twee wegen elkaar kruisen, dan heet dit een gelijkwaardig kruispunt. Wie van rechts komt, heeft voorrang. Als twee bestuurders tegenover elkaar staan en allebei dezelfde weg in willen slaan, heeft degene die de kortste bocht moet maken voorrang. Als er verkeersborden op een kruispunt staan, is het geen gelijkwaardig kruispunt. De verkeersborden vertellen je nu precies wie er voorrang heeft of moet geven. Als er haaientanden op de weg staan, moet je andere weggebruikers voorrang geven. Ook zijn er kruispunten geregeld met verkeerslichten. Hierbij betekent rood dat je moet stoppen, oranje dat je alleen mag doorrijden als stoppen niet meer lukt en groen dat je mag doorrijden. Een verharde weg die kruist met een zandweg is ook niet gelijkwaardig. De bestuurders die op de verharde weg rijden hebben voorrang, omdat die vaak sneller rijden.
Wie heeft er voorrang? Omcirkel de bestuurder die voorrang heeft. Opdracht bij: “Kruispunten."
Fietspad Weg Zandweg Stoep
Kom naar Halfords voor een GRATIS fietscheck Laat eerst je fiets GRATIS checken bij Halfords. Doe mee met het Verkeersexamen en kom met je diploma + ingevulde Halfords fietscheckkaart naar Halfords en je krijgt een GRATIS LED verlichtingsset voor en achter t.w.v. â‚Ź 5,-
De aanbieding is geldig in alle Halfords filialen. Looptijd: tot en met juni 2016 of zolang de voorraad strekt (op = op).
VOLVOCARS.NL Het goede antwoord is B. De fietser heeft voorrang, omdat het stoplicht voor de auto rood is. Maar wat nu als de bestuurder even niet oplet? Daar heeft Volvo een slimme techniek voor ontwikkeld: een camera en radar in de auto die goed in de gaten houden wat er op de weg gebeurt.. Hij ziet dus ook fietsers en voetgangers. Let de bestuurder zelf even niet op, dan grijpt de auto zelf in. Slim, toch?
A
DE AUTO
B
DE FIETSER
WIE HEEFT ER VOORRANG?
De dode hoek De dode hoek is het gebied vlak voor een vrachtwagen, rechts naast een vrachtwagen en erachter. Het is levensgevaarlijk als je hier gaat staan. De kans is groot dat de vrachtwagenchauffeur je hier niet kan zien. En als hij je niet ziet, is de kans groot dat je een botsing krijgt of zelfs onder de vrachtwagen komt als hij rechtsaf slaat. Let op! Als de vrachtwagen rechtsaf wil gaan, stuurt hij vaak eerst even kort naar links om de bocht goed te kunnen nemen. Aan zijn knipperlicht kun je zien welke kant hij opgaat. Je moet altijd bedenken dat als jij de chauffeur niet kan zien, hij jou ook niet ziet. En kun jij hem wel zien, dan weet je pas zeker dat hij jou ziet als je een duidelijke reactie van hem hebt gekregen. Lees de tips van Jada maar eens goed door, hij vertelt je hoe het moet!
Geef de dode hoek aan! Je hebt al gelezen dat vrachtwagens niet van glas zijn. De dode hoek is heel gevaarlijk. Weet jij wat de dode hoeken zijn? Geef die hieronder in de afbeelding met een kleurtje aan. Opdracht bij: “De dode hoek.’
Zo voorkom je ongelukken: • Loop of fiets nooit vlak voor of achter een vrachtwagen langs. • Gaat de vrachtwagen de bocht om? Blijf dan ruim rechts en achter de vrachtwagen. • Als jij de chauffeur niet kunt zien, kan hij jou ook niet zien.
De dode hoek
21
Met je smartphone achter het stuur of op de fiets?
23
Je ziet ze steeds vaker: scholieren op de fiets, slingerend over het fietspad, zonder te kijken overstekend, met alleen maar oog voor hun smartphone. Of automobilisten, slingerend op de weg, steeds langzamer rijdend, met het hoofd gebogen en hun blik gericht op de smartphone. Helaas gebeurt het geregeld dat iemand zo een verkeersongeluk krijgt. De risico’s van mailen, sms’en of whatsappen tijdens het rijden worden door veel mensen onderschat. Maar de kans op een ongeval is 25 keer groter dan normaal. Er is maar één tip: wacht met het gebruiken van je smartphone tot je ergens rustig en veilig stil staat. Hou in het verkeer je aandacht op de weg. Met je smartphone in de hand kan je niet veilig fietsen. Zit je achter het stuur te Appen, dan reageer je een stuk trager op gevaarlijke situaties zoals plotseling remmen door de auto voor je of een onverwacht overstekende voetganger. Check je al fietsend je Twitter, dan zie je niet wat er om je heen gebeurt en heb je grote kans op een valpartij of een botsing. Handheld gebruik van de smartphone leidt op de volgende manieren af: Mentaal: je bent met je aandacht en gedachten bij het bericht; Visueel: je kijkt naar tekst of beeld op het scherm; Fysiek: je houdt je smartphone vast, waardoor je met één hand moet sturen; Auditief: je wordt afgeleid door ringtones of geluid. Het gebruik van de smartphone op de fiets is levensgevaarlijk voor jezelf en andere weggebruikers. Het heeft invloed op het reactievermogen, de controle over de fiets, je aandacht voor andere weggebruikers, verkeerssituaties, verkeersborden of aanwijzingen.
Smartphones
STOP!
24
Samen op pad
Samen op pad / Buitenspelen
Met zijn allen op de fiets naar het zwembad of op schoolreisje is natuurlijk heel gezellig. Maar let dan wel goed op! Als je met de hele klas loopt of fietst, ben je met een grote groep. Zorg ervoor dat je als groep dicht bij elkaar blijft. Loop of fiets twee aan twee, ga niet rennen en steek netjes als groep over. Zo zorg je ervoor dat andere weggebruikers niet door iemand worden verrast en voorkom je ongelukken. Handige tips! • Fiets nooit met meer dan twee personen naast elkaar. • Word je ingehaald? Ga dan achter elkaar fietsen. • Als de weg heel smal is, fiets dan ook achter elkaar. • Ook als je wilt inhalen, moet je achter elkaar fietsen. • Fiets zoveel mogelijk met twee handen aan het stuur, zeker in een groep. • Houd genoeg afstand van elkaar, als je in een groep fietst. • Ga je remmen? Waarschuw de rest van de groep. • De voorste fietser, je juf of meester, geeft de stoptekens. • De achterste fietser waarschuwt als iemand wil inhalen. • De belangrijkste tip: Let goed op.
Buitenspelen Wat is er leuker dan lekker buiten voetballen of verstoppertje spelen? Omdat het steeds drukker wordt op straat, kan dit niet meer overal. Gelukkig zijn hiervoor de woonerven bedacht. Woonerven zijn straten waar auto’s maar heel langzaam mogen rijden. Zo kun je hier gewoon op straat spelen. Je moet wel aan de kant gaan voor het andere verkeer. Dus, komt er een auto aan? Maak dan ruimte, zodat de auto er makkelijk langs kan. Is er geen woonerf bij jou in de buurt? Dan is er vast wel een speelveldje of misschien mag je op het schoolplein spelen. Zoek anders een rustige straat in de buurt op!
Een woonerf herken je aan dit bord: Dit bord betekent: • Je mag op straat lopen en spelen, zolang niemand er last van heeft. • Auto’s en fietsers mogen niet harder rijden dan 15 km/u. • Auto’s mogen alleen op de parkeerplaatsen parkeren. • Je moet altijd aan de kant gaan voor auto’s en fietsers.
Koop je tickets met korting op dolfinarium.nl
Spelen maakt gelukkig Waar vind je de leukste speelkameraadjes die je maar kunt wensen? Met wie je altijd de spannendste avonturen beleeft? Die je laten schateren van het lachen en bij wie je je geen seconde verveelt? Precies. In Harderwijk. In het grootste zeezoogdierenpark van Europa: het Dolfinarium! Samen een dag lang lekker spelen, ontdekken, verwonderen en genieten, wat wil je nog meer? Daar word je pas echt gelukkig van.
www.dolfinarium.nl
26
Een op drie kinderen met auto naar school gebracht
Auto
Hoewel slechts drie procent van de kinderen meer dan twee kilometer van zijn basisschool woont, wordt een derde door de ouders met de auto naar school gebracht. Ouders vinden het te gevaarlijk om hun kinderen al dan niet begeleid te voet of op de fiets naar school te laten gaan, concludeert het Kennisplatform Vervoer en Verkeer uit een onderzoek bij meer dan 180 scholen. Ouders denken volgens het platform onterecht dat het verkeer minder veilig is geworden. Het aantal dodelijke ongevallen met kinderen tussen de 5 en 14 jaar neemt geleidelijk af. In 1990 kwamen er nog 85 om in het verkeer en in 2009 was dit 35. Toch worden kinderen steeds vaker naar school en clubjes gebracht of mogen ze alleen onder toezicht buitenspelen. Kinderen hebben zelf een realistischere kijk op de verkeersveiligheid, stelt het platform. Dat kinderen naar school worden gebracht, brengt volgens de onderzoekers veel problemen met zich mee. Uiteindelijk moeten ze op de middelbare school toch zelf gaan fietsen en dan vaak ook nog over een veel langere afstand, terwijl ze dan nauwelijks eigen ervaring in het verkeer hebben opgedaan. Ook bouwen ze minder conditie op, worden ze minder lenig en kampen ze meer met overgewicht als ze worden gebracht. Verder is er minder tijd voor het oplossen van ruzietjes met andere kinderen, omdat ze na school meteen worden opgehaald. Daarnaast hebben ze minder contact met buurtgenootjes. Ook zou het veiliger zijn als er minder parkeerdrukte is bij de school, maar die parkeerdrukte is voor veel ouders ook gelijk de reden om hun kind naar school te brengen. Een van de oplossingen die het platform aandraagt is het afschaffen van het fietsverbod dat veel basisscholen hebben. Als de fietsenstalling weinig ruimte heeft mogen kinderen die binnen een kilometer van school wonen vaak niet met de fiets komen om ruimte te besparen. Hierdoor zouden veel ouders zich gedwongen voelen hun kinderen met de auto te brengen.