Skûtsje krant

Page 1

Sk没tsjesilen

2014

pagina 26

pagina 32

Achterpagina


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Jelle Jeensma Foto’s: Simon van der Woude

-3 -

De Sneker Pan is het skûtsje waarop wordt gejaagd Deze skûtsjekrant De Opstekker staat bol van voorbeschouwingen over het SKS-kampioenschap dat de zeilliefhebbers ook deze keer weer in de ban houdt. De hamvraag is: zal Douwe Visser met zijn Sneker Pan weer net zo uithalen als de afgelopen drie kampioenschappen? Als dat lukt, en die kans is niet denkbeeldig, dan zou het de negende SKS-titel zijn voor de Sneker en zijn bemanning. Visser laat weinig aan het toeval over, maar relativeert zijn goed gevulde prijzenkast met de woorden: ‘succes valt niet te programmeren.” Dit jaar zijn er verschillende wisselingen in de vloot. Albert Visser verliet het Drachtster skûtsje Twee Gebroeders en is schipper geworden van het Lemster Skûtsje. Een prachtige uitdaging voor de Lemster, die Johannes Meeter opvolgt. De laatste, ook al afkomstig uit Lemmer, is de nieuwe schipper op het skûtsje van Langweer. Daar hopen ze eindelijk eens in de bovenste helft van het klassement te finishen. Het Drachtster skûtsje Twee Gebroeders krijgt een nieuwe schipper, het is Jeroen Pietersma uit Sneek. Door zijn drukke werkzaamheden stopte Pieter Brouwer op het Heerenveenster skûtsje Gerben van Manen. Brouwer werd drie keer kampioen, maar moest de laatste twee jaar, na het invoeren van de nieuwe zeilformule, genoegen nemen met een rol op het tweede plan. De nieuwe schipper op de Gerben van Manen is Alco Reijenga, de broer van Dirk Jan Reijenga, schipper van het Jouster skûtsje. Alco Reijenga fungeerde op het Jouster skûtsje als adviseur, maar heeft als schipper nu een nieuwe uitdaging gevonden. Opmerkelijk was de ‘breuk’ van Pieter Meeter met de stad Bolsward. Meeter besloot niet langer voor Bolsward te zeilen. De schipper zeilt nu voor zijn woonplaats Akkrum, met het skûtsje Eildert Sietez en het teken PM in het zeil. In deze uitgave staat informatie over alle skûtsje en hun schippers. De redactie van De Opstekker wenst u veel plezier met deze uitgave.


Skûtsjesilen 2014

-7 -

Johannes Meeter

Albert Visser

Eildert Sietez Akkrum

Alco Reijenga

e g

Jeroen Pietersma

2014

19 juli Grou 21 juli De Veenhoop 22 juli Earnewâld 23 juli Terherne 24 juli Langweer 25 juli Elahuizen 26 juli Stavoren 28 juli Woudsend 30 juli Lemmer 1 31 juli Lemmer 2 01 aug Sneek

Overzicht

Skûtsjesilen 2014

SKS wedstrijden 2014 Wedstrijdplaats

Za 19 juli Ma 21 juli Di 22 juli Wo 23 juli Do 24 juli Vr 25 juli Za 26 juli Ma 28 juli Wo 30 juli Do 31 juli Vr 1 aug

Grou De Veenhoop Earnewâld Terherne Langweer Elahuizen Stavoren Woudsend Lemmer 1 Lemmer 2 Sneek

Colofon

Datum

Skûtsjesilen

2014

In dit overzicht kunt u precies zien waar en wanneer de wedstrijden worden gehouden. Alle wedstrijden beginnen om 14.00 uur.

Dit jaar hebben wij wederom getracht het SKS skûtsjesilen en de mensen daaromheen bij u onder de aandacht te brengen. Wij bedanken alle geïnterviewden voor hun tijd én hun verhaal. Zonder hen was dit resultaat niet mogelijk geweest.

Uitgave en aquisitie: Landes Uitgevers BV Postbus 713 9200 AS Drachten Tel.: 0512-541707 www.landesuitgevers.nl

Teksten: Jelle Jeensma, Thea van der Schaaf e.a. Foto’s: Simon van der Woude e.a. Acquisitie: René de Boer Opmaak: Maurice de Jong Verspreidingsregio: Op locatie

Copyright: Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of worden overgenomen op welke wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Zet- en drukfouten voorbehouden.


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Jelle Jeensma Foto’s: Simon van der Woude

-9 -

Sneker Pan ~ Sneek

DOUWE VISSER: “Succes in zeilen is niet te programmeren”

Op het Fries Sportgala werd Visser dit jaar “Dat we zo vaak kampioen zouden uitgeroepen tot Friese Sporter van het jaar. De in worden had ik vijfentwintig jaar 1957 geboren schipper nam zelf niet de prijs in geleden niet kunnen dromen”. Schipper Douwe Visser was vorig jaar ontvangst, maar liet dit over aan zijn zoon Jappie, die fokkenist is op de Sneker Pan. Hij ziet met zijn Sneker Pan voor de achtste de prijs vooral als een collectieve prestatie. “Voor keer de beste en heeft nog genoeg het imago van het skûtsjesilen en de SKS is het ambitie om daar een paar SKS-titels een mooie prijs. Skûtsjesilen hoort bij de cultuur aan toe te voegen. De magische grens van Friesland en krijgt nu ook erkenning als van tien kampioenschappen komt in HARLINGEN W sport. Wij beleven zeilen inderdaad als sport.” zicht, maar hij weet dat de concurrentie er alles aan zal doen De Snekers gaan dit kampioenschap in zonder deze ambities te dwarsbomen. Douwe Visser wordt door insiders gezien als een schipper met exceptionele kwaliteiten. Op het wedstrijdwater anticipeert hij net wat scherper dan zijn concurrenten. Vaak wint de Sneker Pan en anders eindigt het skûtsje meestal bij de eersten. Zijn jarenlange ervaring, een perfect skûtsje, dat geen enkel geheim voor hem heeft en een gemotiveerde bemanning bepalen het succes. “Vorig jaar hadden we het geluk ook mee”, zegt hij relativerend. “Er waren veel wedstrijden met veel wind, dat was in ons voordeel. Bij lichter weer zijn we een degelijke middenmoter. De buitenwacht denkt dat het ons allemaal gemakkelijk afgaat, maar we kunnen ons geen fouten permitteren.” Zijn grote ervaring als wedstrijdschipper is vaak doorslaggevend. “Dat is één van de weinige voordelen van het ouder worden”, zegt hij lachend.

adviseur Marije Faber, die furore maakte in kleinere zeilboten. Visser vindt het jammer dat ze geen deel meer uitmaakt van de bemanning. “Ze kon haar werk niet langer combineren met het zeilen. We hebben veel van haar geleerd, ze was een klankbord voor mij en de bemanning en met die kennis gaan we verder met onze ploeg. Dat is voor ons een uitdaging. Ze heeft ons methodisch denken bijgebracht en leren om te gaan met wetmatigheden, ook in de wedstrijden. Daarvoor zeilden we te slordig en waren teveel bezig met avonturieren. Onze start is beter geworden, we kunnen nu de wedstrijd gemakkelijk uitzeilen.” Faber blijft op enige afstand wel betrokken bij de Snekers. “Ze helpt ons met trainingsprogramma’s.” Dochter Dinie Visser zal nu op het achterdek ‘een paar extra ogen’ zijn voor haar vader. Kan ze ooit haar vader opvolgen als schipper? “Vrouwen hebben gevoel voor hun omgeving en details, meer dan mannen, die

primair reageren. Maar fysiek is skûtsjesilen zwaar, voor vrouwen is het eigenlijk té zwaar om schipper te zijn.”

natuur, dat gevoel. Het is belangrijker dat schipper en bemanning zich steeds verder ontwikkelen en daarvoor de tijd krijgen.”

Visser staat al lang aan het helmhout van zijn skûtsje, maar hij raakt nooit uitgekeken op het zeilen. De wisselende situaties maken het juist zo onvoorspelbaar. Intuïtief speelt hij in op de elementen die zeilen boeiend maken, het weer en de competitie met de andere skûtsjes. “We zeilen het liefst op open water, maar ook op nauw water moet je kwaliteiten hebben, zeilen heeft veel aspecten.”

Visser vindt het niet vanzelfsprekend dat de negende titel voor hem zomaar voor het oprapen ligt. “Het wordt voor ons een spannend kampioenschap met nieuwe bemanningsleden. Grou, Akkrum, Lemmer, Joure en Earnewâld verwacht ik bij de eersten. De Súdwesthoeke kan voor een verrassing zorgen, ze hebben goed gezeild op Lemmer Ahoy.” De vloot heeft afscheid genomen van Pieter Brouwer, de schipper van Heerenveen. “Hij is een sieraad voor zijn sport en we klikten goed”, zegt Visser. Hij kan zich voorstellen dat Brouwer het skûtsjesilen heeft opgegeven voor zijn werk als binnenvaartschipper. “Hij heeft een keuze gemaakt voor zijn bedrijf. Dat zou ik zelf ook doen. Zeilen is leuk en een belangrijke bijzaak, maar niet meer dan dat. Wij laten ook geld liggen wanneer ons vrachtschip stilstaat tijdens het skûtsjesilen, maar je moet je dat wel kunnen permitteren.” Hij zou zijn binnenvaartschip wel willen verkopen, om het wat rustiger aan te doen. Zover is het nog niet. “Lezingen geven over zeilen vind ik leuk, dat heb ik gedaan met onze teamcoach Kris Heijnes, van die presentaties leer ik veel.”

Dat een kampioenschap kan worden afgedwongen is een misverstand vindt Visser. Stabiliteit is belangrijker. Visser staat al jaren aan het helmhout van de Sneker Pan, zonder dat hij druk voelt te winnen. “Bij ons is er rust in de tent. Zeilen is een sport waarin je kunt winnen en verliezen. Als je verliest, moet je niet in de war raken. Natuurlijk moet je doelen stellen, maar als je druk legt op schippers en bemanningsleden reageren ze krampachtig en dat gaat ten koste van de prestaties. We moeten wel plezier aan onze sport kunnen beleven. Ik geloof niet in programma’s om met investeringen en meerjarenplannen een doel te bereiken, zo’n businessplan werkt niet in de zeilsport. Daarvoor is het zeilen te ingewikkeld, je kunt resultaten niet programmeren. Bij zeilen gaat het toch in de eerste plaats om de relatie tussen mens en


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Jelle Jeensma Foto’s: Simon van der Woude

Sneker Pan ~ Sneek

- 11 -

BEMANNING SNEKER PAN ~ SNEEK Douwe Visser: Jelmer Quartel: Dinie Visser: Jappie Visser: Rimmer van Netten: Marc-Jan Koopmans: Marco van der Meulen: Olphert van der Pol: Sven Tuinstra: Michel Groot: Wieger Westerdijk: Hessel Visser: Henjo Zwering: Hendrik Visser:

schipper bakboord zwaard extra ogen achterdek fokkenist zeilschoot zeilschoot lieren / trim tweede voorhouder bij de fok eerste voorhouder fok manager peiler stuurboord zwaard hals/fokkeloet/middendek zeilschoot

Wetenswaardig Naam skûtsje: Plaats: Eigenaar: Bouwjaar 1913: Kleur: Gewicht: Lengte: Breedte: Zeilteken: Schipper: Website:

Sneker Pan Sneek Stichting De Sneker Pan Roorda de Pijp, Drachten groen 41 ton 19,49 meter 3,56 Sneeker Waterpoort Douwe Visser Jzn. www.desnekerpan.nl


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Thea van der Schaaf Foto’s: Simon van der Woude

- 13 -

It Doarp Grou ~ Grou

DOUWE VISSER VAN IT DOARP GROU:

“Het zou niet goed zijn om niet te willen winnen”

“Als je van de veertien skûtsjes tweede wordt, dan zijn er natuurlijk twaalf die heel graag jou plek willen. En toch is het balen, want je begin aan zoiets en dan probeer je er het beste uit te halen. Als dat dan niet lukt is er een stukje teleurstelling. Het zou ook niet goed zijn om niet te willen winnen.” Toch is Douwe Visser van Grou minder gebrand op die eerste plek dan andere jaren. “Nee, je moet gewoon goed zeilen en dan wordt wel duidelijk wat je plek is. Misschien zijn we er het afgelopen jaar wel teveel mee bezig geweest, en dat helpt je ook niet. Als het je enige visie is om de beste te zijn, dat geeft een verkeerde druk. Zelf goed zeilen en vanuit daar kijken, zo moet het zijn.” Hij heeft zijn leven lang nog geen enkele keer het skûtsjesilen gemist. Op een enkele uitschieter na eindigt hij als schipper nagenoeg altijd in de top drie van het eindklassement. In grote lijnen zeilt hij sinds 2009 met dezelfde ploeg. Waaronder twee zonen, een schoonzoon, zijn schoonvader, een zwager, aangevuld met bemanning uit Grou. Het skûtsjesilen is een familiegebeuren, het is

vakantie, en tegelijk zijn het de twee meest intensieve weken van het jaar voor de man die in het dagelijks leven met zijn vrouw Aleida drie zeeschepen in de vaart houdt bij zijn bedrijf Visser Shipping in Sneek. “Die twee weken skûtsjesilen, dat is onze vakantie inderdaad. Maar het is wel een echte doevakantie met een druk dagprogramma. 's Morgens willen we als ploeg het water verkennen, er is een voorbespreking met alle schippers, de wedstrijd zelf, even nazitten met een borrel, 's avonds naar de prijsuitdeling, de media-aandacht en tussendoor nog het varen van plek naar plek. En dat elf keer achter elkaar met tussendoor eens een vrije zondag. Dat is intensief, maar ook een heel feest.” Waarom het water verkennen, dat water verandert toch niet? “Het water verandert niet, maar de omstandigheden zijn elke keer compleet anders. Dan moet je denken aan windsterkte en windrichting. Op Grou zeilen met windkracht 1 uit het oosten, ik noem maar een dwarsstraat, of met windkracht 6 uit zuidwesten, dat zijn twee compleet verschillende wedstrijden. Op iedere

windsterkte moet je het skûtsje weer anders trimmen. Daarnaast verandert er nog wel eens wat aan de omgeving, zijn er bijvoorbeeld bomen weggehaald, dan komt de wind anders over. Daarom proberen wij op de wedstrijddag altijd even een uurtje te zeilen van te voren. Maar goed, 's middags is de wind wel weer eens gedraaid. Uiteindelijk moet je uit elke situatie en uit elke wedstrijd het maximale proberen te halen.” Aleida volgt de wedstrijd nauwkeurig via de verschillende media. Vanaf het volgschip, met haar boekje en verrekijker in de hand. “Ik heb nog nooit een wedstrijd gemist. Heel soms mag ik wel eens mee in de wedstrijd en dat vind ik fantastisch. We zitten ook wel eens samen als schippersvrouwen, dan zijn we heel fanatiek aan het supporteren. Dan wordt er ook niet gekletst, maar zijn we echt continu de wedstrijd aan het volgen. Ik kan me niet voorstellen dat je dat als schippersvrouw niet doet.” Douwe: “Als de schippersvrouw er niet achter staat kun je wel ophouden. Dat geldt trouwens ook voor het dorp dat je vertegenwoordigt. Grou is een dorp waar het skûtsjesilen geweldig leeft.

Heel veel mensen uit het dorp zijn er bij betrokken, het draagvlak van het Grouster skûtsje is dan ook enorm groot. Vrijwilligers, donateurs, bestuur, sponsors. Zonder hen houd je het skûtsje niet in de vaart.” Al gaat het uiteindelijk om het zeilen, het skûtsjesilen en alles er omheen is iets heel speciaals. Douwe: “Het is het middelpunt van Fryslân in de zomer, samen met de PC in Franeker. In die twee weken kom je overal, word je overal aangesproken en ben je er van 's morgens vroeg tot 's avonds laat druk mee. Het gaat voorbij als in een roes. Maar als het dan voorbij is, dat is dan ook wel weer heerlijk. Dan stap ik op ons vrachtschip naar Sint Petersburg en daar kent niemand me. Nou ja, op drie man na misschien. Over tot de orde van de dag, niets mis mee.”


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Thea van der Schaaf Foto’s: Simon van der Woude

It Doarp Grou ~ Grou

- 15 -

BEMANNING IT DOARP GROU ~ GROU Douwe Visser: Douwe Teake Visser: Douwe Tadema: Laurens Visser: Tammo Oosterhof: Egbert Schouwstra: Steven Leenstra: Willem van der Pol: Ulbe Brandsma: Raymond Dijkstra: Albert Visser: Hette Kaastra: Herre Hooghiemster: Anne Tjerkstra: Anneke Heida: Hans Zwaan:

schipper schotenman schotenman schotenman adviseur zwaardenman zwaardenman lierenman lierenman manusje van alles fokkenist voorhouder fok voordekker coach peilster voordekker

Wetenswaardig Naam skûtsje: Plaats: Eigenaar: Bouwjaar 1909: Kleur: Gewicht: Lengte: Breedte: Zeilteken: Schipper: Website:

It Doarp Grou Grou Stichting Kommisje Skûtsjesilen Grou Roorda de Pijp, Drachten bruin 36 ton 19.36 3.63 G Douwe Azn. Visser, Sneek www.grouster-skutsje.nl


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Thea van der Schaaf Foto’s: Simon van der Woude

- 18 -

Oeral Thús ~ Joure

S

DIRK JAN REIJENGA VAN DE OERAL THÚS:

“Als we niet bij de eerste vijf zeilen, zijn we niet tevreden”

Da va Sc 1. ho ku we in ter Ag he ze ze ni St be ik zo ko on ik no pû

NIEUW

GEBRAND VOOR E D E START O G N E E

Nieuwe Aroma Rood Donker van Douwe Egberts. Een VARIANT op je vertrouwde AROMA ROOD. Een krachtig samenspel van gemalen Arabica- en Robustabonen, die van nature intens van smaak zijn. Door ze DONKERDER TE BRANDEN, ontstaat een koffie met VOLLE BODY en PITTIGE SMAAK. Een koffie, gebrand voor een goede start.

“Als er een druk is, dan is dat de druk die we onszelf opleggen, in de goede zin van het woord. En ja, die druk leggen we onszelf wel op. We hebben wat nieuwe materialen aangeschaft, we kennen de materialen die we al hadden weer wat beter, we hebben wat dingen veranderd, dus we mogen er vanuit gaan dat we als skûtsje beter zijn dan vorig jaar. Toch wil dat niet zeggen dat je minimaal weer hetzelfde resultaat haalt.” Dirk Jan Reijenga, die het skûtsje van Joure afgelopen zomer naar een derde plek in het eindklassement zeilde, denkt even zorgvuldig na over zijn woorden en vervolgt: “Maar het is wel zo, als we niet bij de eerste vijf zeilen, dan zijn we niet tevreden.” In 2007 werd Dirk Jan schipper op de Oeral Thús. Sinds die tijd is hij, zoals hij zelf zegt, volwassener geworden, een stukje rustiger,

Di To he ga ko no ge m W nu ge m ov zelfverzekerder ook. “In onze eerste jaren op wilden we het risico nog wel eens opzoeken, net op het randje zeilen, omdat we misschien be daarna de snelheid niet zouden hebben om het do di goed te maken. Daar zijn we nu wat voorzichtiger in, we weten nu dat we dat risico niet meer nodig hebben om echt hard te zeilen.” “Wat we proberen binnen die veertien dagen, dat is stabiel varen. Dat is meteen ook het moeilijkste. Vorig jaar is het ons gelukt en zijn we derde geworden, terwijl we niet eens zoveel uitschieters hadden. We zijn niet één keer eerste geweest tijdens het kampioenschap. We hebben jaren gehad waarin we wel vier keer eerste waren, maar niet in de top drie eindigden. Het blijft gewoon altijd tot de laatste dag spannend, het mooie daarvan is dat de kansen op een podiumplek groter zijn geworden. Dat maakt het leuker voor iedereen die meedoet, maar ook voor het publiek, de eigenarencommissies en de sponsoren.”


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Thea van der Schaaf Foto’s: Simon van der Woude

Datzelfde publiek weet het Jouster skûtsje vandaag de dag ook via social media te vinden. Schippersvrouw Agnes is er druk mee om de 1.400 volgers op Twitter op de hoogte te houden van wat er op het water gebeurt. “Je kunt het publiek er tijdens, maar ook buiten de wedstrijden om makkelijk en snel mee informeren. Voor ons zijn de reacties die we terug krijgen weer heel leuk.” Daarnaast beheert Agnes de website, is ze er voor alle drukte die het skûtsjesilen met zich meebrengt en fungeert ze als klankbord voor Dirk Jan. Meezeilen doet ze zo nu en dan ook, maar echt haar ding is het niet. “Ik kom oorspronkelijk uit Steenwijkerwold en was dus helemaal niet bekend met het skûtsjesilen. De eerste keer dat ik meeging weet ik nog goed. Het was op een zondagmiddag en ze kwamen wat mensen te kort. Samen met een andere dame, beide onervaren en beide niet stevig in de botten, ging ik aan het zwaard. We waren de Houkesloot nog niet uit en toen kwam me er toch een pûster, het water zat me tot aan het kin, haha.”

Dirk Jan zelf is geboren en getogen in Lemmer. Toch liet hij een kans om schipper te worden op het Lemster skûtsje vorig jaar aan zich voorbij gaan. “Ik ben wel gevraagd op gesprek te komen. Toen heb ik eerlijk gezegd dat ik zover nog niet was. Joure heeft me in 2007 de kans gegeven schipper te worden, en het gaat zo mooi nu, ik ben daar gewoon nog niet klaar. Wanneer dat wel is, weet ik ook niet. We zijn nu een keer tweede en een keer derde geworden, misschien is dat het hoogste wel, maar het streven is hoger. Ik ben er van overtuigd dat het skûtsje van Joure nog nooit optimaal getuigd is, en daar zijn we druk mee bezig om dat voor elkaar te krijgen. Maar dat et doe je stapje voor stapje. Je kunt geen vijf dingen tegelijk veranderen, want dan weet je

niet waar het aan ligt. Dat is een proces van jaren, dat groeit. Bovendien is het skûtsje van Joure nog nooit kampioen geweest. Daar wil ik nog heel hard mijn best voor blijven doen. En dus zei ik nee tegen Lemmer.” Wie wel voor een ander skûtsje koos, is broer Alco Reijenga. Vorig jaar vervulde hij de rol van adviseur voor Dirk Jan, maar toen kon hij schipper worden op het skûtsje van Heerenveen. “Natuurlijk had ik liever nog een paar jaar langer met hem gezeild, maar zo'n kans krijg je maar één keer en dan ga je hem niet in de weg staan.” In eerste instantie werd er gezocht naar een vervanger voor Alco, iemand die bij de ploeg zou passen. Toen dat niet direct lukte, werd er naar een oplossing binnen de ploeg gezocht én gevonden. Voordekker Hans Meetsma krijgt de rol van adviseur, maar dan in de nieuwe vorm. “Hans heeft z'n hele leven op het voordek gezeten en heeft daar zoveel ervaring dat het zonde zou zijn om hem helemaal achterop het schip te zetten. Bovendien zie je de wedstrijd ineens ook heel anders als je op een compleet andere plek gaat zitten. Daarom gaat hij heen en weer pendelen tussen voor en achter. Ik ben wel heel benieuwd hoe dat gaat uitpakken, maar heb er veel vertrouwen in.”

Oeral Thús ~ Joure

- 19 -

NIEUW

GEBRAND VOOR P O D E BANK T I U G N A L

Waar broer Alco dus vorig jaar naast hem zat, zeilen ze dit jaar tégen elkaar. “Dat vind ik vooral leuk. Zoveel Reijenga's zijn er niet die skûtsjesilen, en de twee die op dit moment in de SKS-vloot varen, zitten beide aan het helmhout, dat is uniek. Dat we als twee broers zeilen tegen nog vier keer twee broers (Siete en Pieter Meeter, Lodewijk en Johannes Meeter, Jeroen en Gerhard Pietersma en Douwe en Albert Visser, red.) maakt het extra bijzonder.”

o

n el

e

ste

n

Nieuwe Aroma Rood Blond van Douwe Egberts. Een VARIANT op je vertrouwde AROMA ROOD. Een filterkoffiemelange met overwegend Arabicabonen, die van nature fijn van smaak zijn. Door ze LICHTER TE BRANDEN, ontstaat een koffie met VRIENDELIJK KARAKTER en ZACHTE SMAAK. Een koffie, gebrand voor languit op de bank.


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Thea van der Schaaf Foto’s: Simon van der Woude

Oeral Thús ~ Joure

- 21 -

BEMANNING OERAL THÚS ~ JOURE

Simon Apperloo: Simon Bloemhof: Ruurd Bootsma: Mart Huisman: Steffen Huisman: Hans Meetsma: Ruben van der Pol: Jan Henk Kampen: Auke Piet van der Hoek: Dirk Jan Reijenga: Jaap van der Sluis: Jon Visser: Hotze Venema: Fonger de Vlas:

schotenman schotenman en roefmanager lierenman schotenman voorhouder fok adviseur/voordekker peiler schotenman voordekker/lierenman schipper zwaardenman zwaardenman voorhouder fok fokkenist

Wetenswaardig Naam skûtsje: Plaats: Eigenaar: Bouwjaar 1923: Kleur: Gewicht: Lengte: Breedte: Zeilteken: Schipper: Website:

Oeral Thús Joure Stichting Skûtsje Haskerlân Van der Werff in Drachten bruin 50 ton 19.30 3.95 J Dirk Jan Reijenga, Lemmer www.jousterskutsje.nl


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Thea van der Schaaf Foto’s: Simon van der Woude

- 23 -

Twee Gebroeders ~ Drachten

JEROEN PIETERSMA VAN HET DRACHTSTER SKÛTSJE:

“Ik heb altijd iets eerbiedigs als ik haar zie liggen”

Hij was al kampioen nog voor hij ooit van de wal was geweest. Als klein mannetje bij pake op het skûtsje een beetje sturen, wat slagjes maken, terwijl ze gewoon voor anker lagen. Diezelfde pake beloofde hij aan zijn sterfbed er desnoods persoonlijk voor te zorgen dat het skûtsjesilen in ere zal blijven. Het skûtsjesilen zit diep, heel diep bij Jeroen Pietersma, de kersverse en zeer gepassioneerde schipper van het Drachtster Skûtsje. “Ik heb gezegd 'pake, zit er maar niet over in, ik zal er voor zorgen dat het skûtsjesilen voort blijft bestaan'. Niet dat hij bang was dat het verloren zou gaan, maar het is goed te blijven beseffen hoe uniek het in de wereld is waar wij mee bezig zijn. Wedstrijdzeilen met honderd jaar oude schepen waar onze voorouders hun geld mee verdienden. Schepen die er op zich al fantastisch uitzien, met hun rondingen en 160 vierkante meter tuig. Ik heb ook altijd iets eerbiedigs als ik het skûtsje zie liggen, dat doet wat met me. Ik stap ook niet aan boord, maar stap er naar tóe. Als er iets gerepareerd moet worden vervangen we het niet, maar lassen we er iets tegenaan. En dan zeilen, op het scherpst van de snede, met maar een diepgang tussen de 35 en 50 centimeter en dan met je pinkje kunnen sturen.

Er is nog niet weer een schip gemaakt dat aan de diepgang van het skûtsje kan tippen. Ook een Amerikaanse delegatie merkte dat op tijdens een bezoek: 'They're not just cargo ships, they're sailling a fucking game'. Machtig vind ik dat.” Jeroen schippert niet voor het eerst. In 2009 deed hij dat op Langweer. “Dat jaar bij Langweer, dat is een mooi jaar geweest, daar heb ik goede kennissen aan over gehouden en dat is een goede springplank geweest. Het is jammer dat het bestuur duidelijk een andere visie had dan ik. Langweer is een skûtsjeminded doarp en ik gun hen ook een mooi skûtsje en goede prestaties, dat past bij hen. Daarom heb ik toen bepaalde dingen gezegd. Voor mij is het zo, skûtsjesilen is voor iedereen. Wil het bestaan blijven, dan moet Langweer in de race blijven, die hoort er ook bij.” Al lange tijd was Jeroen de rechterhand van Albert Visser. Ze kenden elkaar dan ook al sinds de Sneker Pan in 1988. Toch was het niet meteen klaar dat Jeroen schipper zou worden toen Albert Drachten voor Lemmer verliet vorig jaar november. “Toen Albert wegging zei ik tegen mijn vrouw Jannie, 'wat nou als ze mij vragen'. Ze stond volledig achter me. Maar er waren nog twee kandidaten en er gingen wel een paar weken er overheen voordat het bestuur eruit was. We hebben gepraat over mijn motivatie, over hoe

ik erin stond, of ik al een idee had over de bemanning en of het gezin erachter stond, want er zou wel heel wat op me afkomen. 'Het komt goed', zei ik, 'Ik red me er mee'. Maar ook: 'Als ik er een zootje van maak moet je me aan de kant zetten. En als ik faal en een jaar later is er geen progressie dan stap ik zelf op.'” “Het was met recht een moeilijk afscheid van Albert. Dat moment waarop hij het skûtsje achterliet in Earnewâld, daar hield ik geen droge ogen aan over. We hebben elkaar ook wel even aangekropen tijdens het afscheidsfeest. Het waren goede tijden met hoge resultaten. Vorig jaar werd hij nog vierde en werd de laatste wedstrijd op Sneek niet afgelast dan was hij misschien wel derde of tweede geworden. Het was puur emotie dat hij naar Lemmer ging.” “Nog voor ik officieel schipper werd, waren er al jongens die mij belden van 'als Albert weggaat en áls jij schipper wordt dan mag je mij wel bellen'. Omdat Albert logischerwijs zijn zonen en dorpsgenoten meenam naar Lemmer, kwam dat goed uit, want ik moest de bemanning voor de helft opnieuw samenstellen. In gedachten probeer je dan een team te kweken. Wie zet je op welke plek, je wilt de kunde niet alleen op het achterdek. Van bepaalde mensen ken je de vaardigheden wel. Op die manier heb ik een mix gemaakt van zeilers met ervaring op

verschillende skûtsjes en liefde voor het skûtsjesilen.” “Ik kreeg carte blanche van het bestuur. 'Ga maar zeilen', zeiden ze, 'prestaties komen wel, we staan achter je'. Als je zo'n bestuur hebt dan kom je ergens. Maar, uiteraard, we gaan voor het kampioenschap. Is het dit jaar niet dan gaan we er het volgend jaar voor. Dat is een proces waarin je moet groeien, daar zit geen tijd aan vast. Douwe Visser van Sneek, wat mij betreft verreweg de allerbeste schipper die er is, was ook pas na zeven jaar kampioen.” “Het eerste jaar dat Douwe Visser kampioen werd, 1995 was dat, zaten veel schippers van nu in de ploeg van toen op Sneek: Douwe Visser van Grou, mijn broer Gerhard van Earnewâld, Albert van Lemmer nu, en ikzelf. Dat is uniek. Wat we toen allemaal met elkaar bedacht hebben, dat nemen we nog steeds mee. Ik ook, ik heb zo veel van hem geleerd. Alles wat hij wist wilde ik ook weten. Douwe is echt de matador van het skûtsjesilen. Als Ulbe Zwaga nu had geleefd, dan was Douwe hem compleet voorbij gezeild.”


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Thea van der Schaaf Foto’s: Simon van der Woude

- 25 -

Twee Gebroeders ~ Drachten

BEMANNING TWEE GEBROEDERS ~ DRACHTEN

Alrik Pietersma: Martin Kingma: Hattum Hoekstra: Remco Wahle: Ale Zwerver: Hidde Dijkstra: Jan Jacob Plantinga: Rudolf Douma: Bennie Pietersma: Johnny van der Pol: Klaas Struiksma: Bernard Hoomans: Harmen Brouwer: Jeroen Pietersma:

voordekker voorhouder fok fokkenist lierenman tweede lierenman peiler zwaard stuurboord zwaard bakboord roef derde schotenman stuurboord schotenman bakboord schotenman adviseur schipper

Wetenswaardig Naam skûtsje: Plaats: Eigenaar: Bouwjaar 1913: Kleur: Gewicht: Lengte: Breedte: Zeilteken: Schipper: Website:

Twee Gebroeders Drachten Stichting Drachtster Skûtsje Roorda de Pijp, Drachten bruin 44 ton 19.34 3.54 D Jeroen Pietersma www.drachtsterskutsje.nl


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Thea van der Schaaf Foto’s: Ingezonden

- 27 -

VERSLAG VANAF EEN SKÛTSJE:

“Het moment dat het grootzeil recht boven je neus de lucht in gaat, dat laat alle zintuigen zinderen” Of ik niet eens meewilde, vroeg kersverse schipper Jeroen Pietersma van het Drachtster Skûtsje toen ik hem belde voor een afspraak voor een interview. Ik zag mezelf – vrouw, 1.76 meter, nul zeilervaring – meteen in het water liggen, dus ik zei nee. Een dag later belde ik hem weer. Toch wel benieuwd naar hoe dat dan is, óp en skûtsje, in plaats van toekijkend vanaf de wal. Ik kreeg er geen spijt van, én kwam met droge kleren aan.

plaatsnemen. Voor ik het weet gaan we, in stilte verlaten we de bewoonde wereld, op naar het open water. Sânemar, Fokkesleat, Lange Sleatten, het water dat straks wedstrijdwater is. Ik voel me al gauw nietig tussen de sterke armen van de grote mannen en de jonge kerels op het honderdenéén jaar oude skûtsje. Gretige types, jonge heiten en ervaren mannen, de bemanning van het Drachtster Skûtsje is gevarieerd, maar allen delen ze dezelfde passie voor het zeilen en vinden ze vooral duidelijk het spelletje heel erg leuk. Voor het eerst dit jaar zeilen ze in deze samenstelling. Albert Visser verliet na vorig seizoen het skûtsje en nam een deel van de bemanning mee naar Lemmer. Jeroen Pietersma was al bemanningslid en volgt nu Albert op als schipper. Over hoe hij zijn nieuwe team samenstelde en wat het skûtsjesilen voor hem betekent leest u elders in deze krant.

Een zondagochtend, ergens in het vroege voorjaar in maart. In een waterig zonnetje rij ik naar Earnewâld, de thuishaven van het Drachtster Skûtsje, ook wel bekend als de Twee Gebroeders. De mannen zijn er al en maken het schip klaar voor een van de eerste trainingen. Nieuwsgierige ogen volgen me, een vrouw mee aan boord, journaliste ook nog. Dat is toch wel de opstekker van de dag. Met een bonzend hart stap ik van de steiger aan boord van het skûtsje. Vlak voor de roef mag ik

“GROOT BEN IK TOCH AL NIET, MAAR HEEL EVEN VOEL IK ME ZÓ KLEIN” Earnewâld achter ons latend wordt het grootzeil gehesen, het 'schuitje' wordt een zeilschip zoals je 'm vroeger al tekende. Van een afstand ziet dat grote bruine zeil met het witte teken er imposant uit. Maar het moment dat datzelfde zeil recht boven je neus de lucht in gaat, dat laat alle zintuigen zinderen. Groot ben ik toch al niet, maar heel even voel ik me zó klein. De rust overvalt me. De rust van het water, de natuur, de wakker wordende wereld om me heen. Maar ook de rust van de mannen aan boord, de concentratie, de focus. Allemaal staan ze op scherp, ieder hebben ze hun taak, samen zijn ze een team. Mijn vragen houd ik voor me. Want had ik vooraf geen idee bij wat een lierenman nou eigenlijk doet, of een fokkenist, of een zwaardenman, op het water wordt het duidelijk. Iedere man zijn plek, allemaal zijn ze een schakel in het grote geheel.

“HET KLAPPEREN VAN DE ZEILEN, HET RITMISCHE PLONSEN VAN DE PEILER MET ZIJN PEILSTOK EN WOESJ … DAAR ZWAAIT DE GIEK OVER”

Pen en papier had ik ook wel thuis kunnen laten. Twee uur lang is het genieten. De weidsheid, de luchten en het water. Dan weer stil kabbelend water, dan weer de golven die je tot aan de tenen staan. Het klapperen van de zeilen, het ritmische plonsen van de peiler met zijn peilstok en woesj … daar zwaait de giek van stuurboord naar bakboord. De mannen werken hard, en waar ik veel verbale communicatie verwachtte, hebben ze aan blikken genoeg en zijn het slechts twee mannen die zo nu en dan iets zeggen. De schipper en zijn adviseur bepalen de koers, sturen bij waar nodig en laten zo deze mannenmachine op volle toeren draaien. En dan leggen de mannen weer aan en stappen we van boord. Met wiebelende benen – maar droge kleren! – wandel ik naar de auto. Dit was slechts één van de veertien pronkstukken van de SKS. Wat een voorrecht om een kijkje te kunnen nemen in hún voorbereiding op de wedstrijden. Wauw, wat een zomer gaat dat worden.


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Jelle Jeensma Foto’s: Simon van der Woude

- 29 -

Twee Gebroeders ~ Earnewâld

GERHARD PIETERSMA: “Beter worden door teambuilding”

“We gaan uit van eigen kracht uit en het maken van minder fouten dan de tegenstanders, dan is ook voor ons het kampioenschap haalbaar”. Deze uitspraak typeert de schipper van het Earnewâldster skûtsje Twee Gebroeders. Gerhard Pietersma heeft zich nog lang niet neergelegd bij de hegemonie van de concurrerende schipper Douwe Visser met zijn Sneker Pan. Schipper en bemanning van het Earnewâldster skûtsje Twee Gebroeders staan op scherp om voor een verrassing te zorgen. Ze doen zelfs het hele jaar ECO-coaching om als team zo goed mogelijk voor de dag te komen. Gerhard Pietersma zeilt met plezier voor Earnewâld. De eigenarencommissie in de watersportplaats in Tytsjerksteradiel is zeker ambitieus, maar de druk om kampioen te worden is er niet en die wordt evenmin aan schipper en bemanning opgelegd. Die innerlijke drive om een keer nummer een te worden is er bij de schipper zeker wel, want de hoogste plaats op het podium zou voor hem de ultieme erkenning zijn. De Earnewâldsters zeilen al jaren mee met de besten, maar het is moeilijk om de favorieten de loef af te steken. Het skûtsje van Pietersma is een paar jaar geleden schitterend gerenoveerd. Aan het materiaal kan het dus niet liggen.

“Ik was niet zo tevreden over het kampioenschap van vorig jaar”, zegt Pietersma, die tegenwoordig in Sneek woont. De Earnewâldsters eindigden op plek vijf. “We hadden te weinig uitschieters. In de eerste week zeilen we altijd goed, in de tweede week is het altijd minder. Dat kan beter, maar het had zo zijn oorzaken.” De Sneker Pan was onverslaanbaar, erkent Pietersma. “Douwe Visser gaat goed met zijn materiaal om, de Sneker Pan is een licht skûtsje en sneller dan ons schip. Maar we komen steeds dichterbij en gaan de competitie aan.” Pietersma en zijn bemanning beschikken over een prima skûtsje. De snelheidsanalyse van Pietersma is niet in het voordeel van zijn schip. “In een wedstrijd van tweeënhalf uur is onze Twee Gebroeders altijd nog zeven minuten langzamer dan de skûtsjes van Heerenveen, Grou en Joure”. Pietersma staat wel vierkant achter de nieuwe zeilformule waaronder nu wordt gevaren. “De skûtsjes komen daardoor inderdaad dichter naar elkaar toe.” Zijn leven bestaat uit zeilen en varen. Als schipper van het Friese Statenjacht, een representatieve functie voor de provincie Fryslân, zit hij vaak op het water. In de wintermaanden wordt onderhoud gepleegd aan het Statenjacht en heeft Pietersma daarnaast tijd zich bezig te houden met de schaatssport. In Thialf in Heerenveen traint hij een groep van twaalf

junioren van ijsclub de IJsster in Sneek. Yvonne Nauta is een van de bekende clubleden. “Ik probeer de schaatsers fysiek, mentaal en technisch beter te maken en wil dat ze zich verbeteren.” Dat prestatiegerichte hoort bij Pietersma, die altijd het beste uit zichzelf en anderen probeert te halen. Schaatsen en skûtsjesilen zijn twee verschillende sporten, maar toch weet Pietersma overeenkomsten te vinden. “Het SKS-kampioenschap is een allround toernooi, net als het allround schaatsen. Yvonne Nauta rijdt geen geweldige vijfhonderd meter, maar een goede vijf kilometer. Wij kunnen met ons skûtsje goed uit de weg op smalle wateren, op ruim water zijn we minder snel. We kunnen ons op ruim water verbeteren.” Hij wil hiermee zeggen dat ook de mindere onderdelen trainbaar zijn. Pietersma en zijn bemanning zetten er veel voor opzij om zo goed mogelijk voor de dag te komen. Ze zeilen natuurlijk in het voorjaar hun trainingsrondjes op het wedstrijdwater, maar doen daarnaast mee aan een bijzonder traject van CIOS uit Heerenveen. Ze volgen in de Epke Zonderland Turnhal trainingen bij het team van ECO-coach en voormalig turntrainer Tjalling van den Berg. Bij het ECO-team staan de ontwikkeling van het individu en het team centraal. De coach stimuleert dat talent, energie en duurzaamheid bij alle teamleden optimaal

worden benut, zodat de eenheid wordt vergroot en de teamprestaties op een hoger plan komen. Ook bij andere Friese sporten, zoals paardrijden, kaatsen en fierljeppen, is de ECO-coach in beeld. “Het gaat om teambuilding. Het zijn geen praatsessies. We trainen één keer per week met zijn allen en worden fysiek en mentaal beter en weerbaarder van de trainingen. We stellen onszelf heldere doelen en laten ons niet van ons stuk brengen. Het is de bedoeling dat het beste uit iedereen wordt gehaald”, zegt Pietersma. Niet alleen in de turnhal wordt getraind. “Ook in het zwembad hebben we dat gedaan, om als team beter te worden. Hoelang kun je onder water zwemmen of onder water zitten dan zijn voor iedereen nieuwe en persoonlijke uitdagingen, je probeert niet anderen te overtreffen, maar je eigen doelen te stellen. Door jezelf steeds te verbeteren, stijgt het zelfvertrouwen en door het teamproces te versterken, kun je er tijdens de zeilwedstrijden de vruchten van plukken. Zeilen is een technische sport, waarvoor je fysiek gezond moet zijn. Daar zijn de trainingen ook goed voor.” Die moeten uiteindelijk tot een optimaal resultaat leiden. “We moeten niet winnen, maar mogen winnen”, vat Pietersma de intenties van de Earnewâldster skûtsjesilers samen.


Skûtsjesilen 2014

Tekst: Jelle Jeensma Foto’s: Simon van der Woude

- 31 -

Twee Gebroeders ~ Earnewâld

BEMANNING TWEE GEBROEDERS ~ EARNEWÂLD Thijs Kort: Gerhard Pietersma: Jurjen Sikkes: Kees Steneker: Wart Steneker: Sieberen van Terwisga: Peter Toering: Remkes Veenje: Jurjen Veldboom: Bouwe Westerdijk: Sytze Westerdijk:

adviseur schipper zwaard lieren schotenman vrije rol fokkenist zwaard fok schotenman schotenman

Wetenswaardig Naam skûtsje: Plaats: Eigenaar: Bouwjaar 1930: Kleur: Gewicht: Lengte: Breedte: Zeilteken: Schipper: Website:

Twee Gebroeders Earnewâld Stichting Earnewâldster Skûtsje Van der Werff in Drachten bruin 44 ton 19,44 meter 3,65 E Gerhard Pietersma, IJsbrechtum www.skutsjeearnewald.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.