6 minute read

Israël en het Joodse volk, zo veelzijdig als muziek

Naast echtgenoot en vader ben ik dirigent en klarinettist.

‘Ik ben 35 jaar de vaste dirigent van het Philips Symfonie Orkest en heb mijn eigen Maestro Jules Orkest. Verder ben ik regelmatig te gast bij diverse orkesten in binnenen buitenland.

Advertisement

Daarnaast voel ik het als mijn missie om klassieke muziek voor een breder, jonger publiek aantrekkelijk te maken. Dat doe ik onder andere met mijn concertformule ‘Maestro Jules Onthult’. Ook heb ik me altijd ingezet om Joodse muziek op de kaart te zetten. Ik ben ‘conservatief’ liberaal-Joods. De link met mijn afkomst is groot. Ik was voorzitter en ben nu erevoorzitter van het Internationaal Joods Muziekfestival.

In mijn voordrachten over Joodse muziek, met als titel ‘Joodse muziek bestaat niet’, leg ik uit dat we onze identiteit ontlenen aan interactie met de cultuur om ons heen. Een Nederlandse Jood is bijvoorbeeld anders dan een Amerikaanse Jood. Toch zijn we enorm verbonden met elkaar, ondanks onze verschillen.

Dirigeren is als ademen voor me. Het zit in mijn poriën en heeft veel verschillende facetten. Mijn vak heeft ook veel raakvlakken met leidinggeven, ik word regelmatig gevraagd presentaties voor het bedrijfsleven hierover te houden. Ik dirigeer niet alleen mijn muziek, maar ook mijn leven… Steeds weer kijk ik hoe ik mezelf kan verbeteren en met iets nieuws kan komen.

Bij 75 jaar Israël denk ik aan een veelheid van composities. Het interessante van Israël en het Jodendom is de wisselwerking tussen vele culturen, waardoor het een smeltkroes is. Als ik aan Israël denk, hoor ik een mix van verschillende stijlen: Oost-Europees, Arabisch, Amerikaans, jazz, pop en meer.

Ik voel me gezegend dat mijn ouders relatief positief uit de oorlog zijn gekomen. De familie van mijn vader is vrijwel volledig uitgemoord, verbittering zou daardoor op de loer kunnen liggen. Toch heeft hun hele leven in het teken gestaan van wederopbouw. Zoals het stichten van een gezin ik heb nog twee broers en twee zussen –, de opvoeding van hun kinderen en hun zakelijk leven. Zij stonden nooit stil, zij leefden intens. Hun liefde voor de Joodse gemeenschap was groot. Zo stond mijn vader aan de wieg van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag. Ze steunden ook allerlei organisaties. Ik herinner me het blauwe collectebusje van het JNF dat bij ons thuis stond. Ook het door mijn ouders opgerichte Van Hessen park in Neve Ilan zie ik als een belangrijke metafoor voor het leven van mijn ouders na de oorlog: bouwen en planten. Ik vind het prachtig dat zij bomen als symbool hebben gekozen en hiermee Israël steunen en groener maken. Met de hele familie zijn we naar Israël gegaan toen de plaquette van het park werd onthuld. uit de Italiaanse renaissance. Vóór het ontstaan van Israël heeft het al door de hele wereld gereisd en is het door Mozart en de Tsjechische componist Smetana gebruikt. De staart van het Hatikva is Asjkenazisch en komt uit Roemenië. Ik weet niet of de samenstellers zich van deze achtergrond bewust zijn geweest toen ze het Hatikva schreven. Asjkenazische Joden komen oorspronkelijk uit Noord- en Oost-Europa. Sefardische Joden komen uit Spanje, Portugal en de Arabische landen. Prachtig dat die belangrijke werelden in dit volkslied zo samenkomen. Symbolisch voor de verschillende stromingen waaruit Israël bestaat. Een mooie, verborgen boodschap.

Er is een prachtig muziekstuk over bomen.

De Italiaanse componist Ottorino Respighi heeft in 1924 het symfonisch gedicht Pini di Roma (Pijnbomen van Rome) voltooid. Elk van de vier delen beschrijft pijnbomen in verschillende tijden en plaatsen in en rond Rome. Mijn favoriete onderdeel is het vierde en laatste deel: I Pini della Via Appia Het is een prachtig en intens stuk en portretteert de pijnbomen die meemaken dat de Romeinen over de Via Appia naar Rome marcheren. De muziek komt vanuit de verte aandreunen. Een mars die steeds sterker wordt, zoals in de Bolero van Maurice Ravel. Als het stuk vordert, komen er steeds meer instrumenten bij. Het begint uit het niets en eindigt in een superclimax. Voor mij is dit hét bomenstuk. Het heeft voor mij ook een symbolische betekenis. Het heeft met geschiedenis te maken, een belangrijke waarde van het Jodendom. Het willen terugkijken en daarvan willen leren en daarmee vooruitkijken. Ik vind het mooi om zo’n stuk dan te bespreken als een filosofisch Joods stuk, terwijl het dat eigenlijk niet is.

Israël en ik zijn heel ambivalent. We hebben een haat-liefdeverhouding. Ik ben het niet altijd eens met het beleid van de regering en kan me daar boos over maken en ook ongerust, maar de liefde is zo groot dat die altijd zal overwinnen. Het is niet altijd makkelijk om het te scheiden. Als ik inzoom dan voel ik me vaak verdrietig over de situatie, zoom ik uit dan voel ik warmte en trots.

75 jaar Israël betekent voor mij: thuiskomen.

Het Hatikva, het Israëlische volkslied, heb ik vele malen gedirigeerd.

Het is een intrigerend muziekstuk met een interessante geschiedenis. Het begin is Sefardisch en is een melodie

Ik ben daar geen minderheid, maar onderdeel van, dat is een fijn gevoel. In 2017 was ik er op tournee met mijn eigen orkest en concertvioliste Noa Wildschut. Hoogtepunt was de uitvoering met een Israëlisch kinderkoor. Dit is waarom mijn ouders na de oorlog hun leven een positieve wending hebben gegeven: LeDor Vador, van generatie op generatie de waarden van het Jodendom overdragen.’

The PhotoHouse in Tel Aviv is Israëls meest waardevolle monumentale privé archief van historische foto’s. de nalatenschap van Rudi Weisenstein, die in 1936 als fotograaf in Israël begon. In die tijd was hij vooral bekend om zijn fotoreportages van immigranten die in de jaren dertig en veertig naar het voormalige Palestina kwamen. In 1940 opende Rudi, samen met zijn vrouw Miriam, een fotowinkel met de naam The PhotoHouse, die nu gerund wordt door hun kleinzoon Ben.

‘Mijn grootvader emigreerde in 1936 vanuit TsjechoSlowakije naar het toenmalige Palestina. Safta, zo noemde ik mijn oma, emigreerde met haar familie toen ze acht jaar was. Dat was in 1921. Ze zei altijd dat zij de eerste Tsjechische familie waren in Palestina, daar was ze reuzetrots op. Mijn grootouders werkten dag en nacht, de fotowinkel was hun leven. Mijn grootvader fotografeerde en Safta regelde het zakelijke deel. The PhotoHouse begon als een plek waar expatsoldaten kwamen om portretten te laten maken voor het thuisfront. Al snel werd mijn grootvader bekend en overal gevraagd. Zo was hij onder meer de fotograaf van The Palestine Symphony Orchestra, het latere Israel Philharmonic Orchestra. Veertig jaar lang was hij hun vaste fotograaf.’

Geheime opdracht

‘Op een dag kreeg mijn grootvader een geheime uitnodiging om, met camera, naar Rechov Rothschild 16 te komen. Feestelijke kleding was gewenst. Het bleek de bijeenkomst te zijn waar Ben-Gurion de staat Israël uitriep. Het was vrijdagmiddag 14 mei 1948. Mijn grootvader was de enige fotograaf. Het meest emotionele moment uit zijn leven, zo vertelde hij altijd, was toen alle aanwezigen opstonden om het Hatikva, het Israëlische volkslied, te zingen. Van dat historische moment zijn geen foto’s. Mijn grootvader vergat zijn camera. Hij stond ook op en zong mee, terwijl de tranen over zijn wangen liepen.’

David Ben-Gurion, Golda Meir, Yitschak Rabin, Shimon Peres, ze zijn allemaal weleens door Rudi gefotografeerd. Gezegd werd altijd: ‘Als je foto bij Rudi en Miriam in de etalage hangt, ben je zeker van een verkiezingsoverwinning.’

Na de dood van Rudi, in 1992, zette Miriam het bedrijf voort. Ze leidde de winkel vijftien jaar alleen. Langzaam maar zeker raakte Ben meer bij het werk betrokken. Uiteindelijk werd hij Miriams zakelijke partner. In 2010, toen Miriam 96 was, dwong een nieuwbouwproject haar en Ben om in actie te komen en de historische winkel te redden. Ze verzamelden handtekeningen en bezochten bijeenkomsten van de bouwverenging en de gemeente om hun protest te laten horen. Het werkte, er werd naar ze geluisterd. Miriam maakte dit niet meer mee, ze overleed op 22 juli 2011. Na de renovatie van het pand, die twaalf jaar in beslag nam, kon The PhotoHouse afgelopen voorjaar terugkeren naar zijn oude plek. Sinds het overlijden van Miriam is Ben de eigenaar van de winkel.

The PhotoHouse is vandaag de dag een walhalla voor mensen die interesse hebben in fotografie over de geschiedenis van Israël. Het unieke archief is vrij toegankelijk voor publiek. Naast afdrukken van foto’s uit het archief kun je er ook kaarten en posters kopen.

‘Na het overlijden van Safta, ben ik de eigenaar van de winkel. Dat voelde als een enorme verantwoordelijkheid, tot ik begreep dat ik het bedrijf op mijn eigen manier mag leiden. Ik wil meer kunst toevoegen en er uiteindelijk een culturele, levendige ontmoetingsplek van maken. Mijn grootouders hebben een historisch erfgoed voor Israël nagelaten. Ik prijs me gelukkig dat ik deze bijzondere plek, met meer dan een miljoen afbeeldingen, mag voortzetten.’

This article is from: