SOMSAMMAGINTRO Martine de Jong
coalities coalities verschillende coalities verschillende in in samenwerken verschillende in Adaptief samenwerken Adaptief samenwerkenAdaptief
Besluitvormingsgerichte coalitie Samenwerkingsgerichte coalitie Besluitvormingsgerichte coalitie Samenwerkingsgerichte coalitie erichte coalitie Samenwerkingsgerichte coalitie Netwerkgeric
alal centra centraal institu tietiecentra institu
alal individu centra tiefcentra tief collec collectief centraal collec eren eren eren partn seren partn facilit partneren resgissersen regi sponta arena arena andearena nieuwearena ande de arena besta besta nieuwe nieuwe arena in coalitie de coalitie KanKan ik inikde meer invloed uitoefenen meer invloed uitoefenen daarbuiten? dandan daarbuiten?
oalitie oefenen en?
Kan ik een coa vormen met een kern van eigenare mijn initiatief
Hoe kan ik samen met partners kan ik samen met partners Hoe kan ik samen met Hoe partners Hoe kan ik initia Hoe kan ik de ambitie van Hoe kan ik de ambitie van mbitie van sterker staan onze ambities staan omom onze ambities sterker staan om onzesterker ambities en versterken o mijn realiseren mijn organisatie realiseren in in ealiseren in organisatie waar maken? waar te te maken? waar te maken? ambities t afstemming met betrokkenen? afstemming met betrokkenen? etrokkenen?
de Jong, mjg@tg.nl, 10 00 90 28 00 28 Martine mjg@tg.nl, 06 -06 10-90 - 10 90Martine 00 de 28 Jong,
Figuur: Spectrum van Coalitievorming 2
Netwerkgerichte coalitie
SOMSAMMAGINTRO Martine de Jong
Netwerkgerichte coalitie coalitie Netwerkgerichte
COALITIEVORMING De huidige complexe maatschappelijke opgaven vragen om samenwerking tussen publieke,
individu centraal faciliteren spontane arena
al centraal individuu centra individ Kan ik een coalitie ormen met een harde eren faciliteren facilit arena ne arena sponta rn van eigenaren sponta rond ne mijn initiatief?
Kan ik ik een een coalitie coalitie Kan vormen met met een een harde harde vormen kern van van eigenaren eigenaren rond rond kern mijn initiatief? initiatief? mijn
maatschappelijke en private actoren. Dit nieuwe samenspel is er in allerlei soorten en maten. Met het ‘Spectrum van Coalitievorming’ worden drie hoofdvormen onderscheiden die houvast geven voor de rol van bestaande organisaties. Besluitvormingsgerichte coalities: één of enkele organisaties hebben een uitgesproken ambitie die zij willen realiseren in afstemming met anderen, vanuit een regisserende rol in een bestaande arena van stakeholders. Samenwerkingsgerichte coalities: organisaties zijn partner in een nieuwe arena van complementaire partijen die ieder iets halen en brengen rond een gezamenlijk gevormde ambitie. Netwerkgerichte coalities: om hun eigen ambities te voeden, kiezen organisaties een faciliterende rol voor initiatiefnemers die vanuit een persoonlijke drive in een spontane arena een beweging starten. De drie coalitievormen geven houvast in de praktijk en
e kan ik initiatieven aanboren versterken om ikikook Hoe kan mijn eigen kan initiatieven Hoe initiatieven aanboren aanboren en versterken en versterken om ook ook mijn mijn eigen om eigen ambities te voeden? ambities te te voeden? ambities voeden?
zijn te herkennen in de verschillende verhalen in dit magazine. Soms zijn het uitgesproken voorbeelden van één coalitievorm en soms zijn het mengvormen. Herkent u de coalitievormen ook in úw samenwerkingspraktijk?
Meer weten over het Spectrum van Coalitievorming? Blader snel naar pagina 46 voor een uitgebreid artikel.
3
SOMSAMMAGCOLOFON
Colofon Hoofdredactie
Susan van Hees
Interviewers
Manon de Caluwé
Marjoke Hoeve (Hoogheemraadschap
Hein Abeln
Hollands Noorderkwartier)
Pieter Arends
Eindredactie
Martine de Jong
Manon de Caluwé
Marijke Bloemendal
Joost van der Kolk
Martine de Jong
Anne Dekker
Thijs Kraassenberg
Antoinette van der Vorst
Janneke Steijns
Anne Marth Kuilder Ellen Lastdrager
Art directie en vormgeving
Redactie
Stijn Lechner (gemeente Amsterdam)
Joost Nijhof
Tim Dees
Johanneke de Lint
Susan van Hees
Peter van der Lugt
Fotografie
Martine de Jong
Nicolet Luisman
Lukas Göbel (Lukas Göbel Photography)
Esther van Koot
Jeroen Medema
Joost Voerman
Mieke Moor (Mieke Moor Vrij Werk)
Illustraties
Antoinette van der Vorst (Annie - creatief
Wilfrid Opheij (Common Eye)
Joost Nijhof
tekstwerk)
Maarten Otto (TEN HAVE CM)
Siger Smit
Huub Raemakers Auteurs
Jetske Roetman (zelfstandig adviseur)
Marketing
Pieter Arends
André Schaminée
Dan Kamminga
Bert ter Avest
Elske Schrijvers
Esther van Koot
Has Bakker
Ellen Smit
Roelof Benthem
Janneke Steijns
Druk
Marieke Blekemolen
Sas Terpstra
NPN Drukkers, Breda
Robin Bremekamp (Common Eye)
Victor Timmermans
Patricia de Broekert
Marjolijn Traas
Met dank aan alle leden van het SOMSAM
Manon de Caluwé
Jeroen den Uyl
Gilde, directie en Marketing & Communicatie
Tim Dees (Common Eye)
Joost Voerman
Twynstra Gudde
Victoria Dekker (ministerie van
Antoinette van der Vorst
Infrastructuur en Milieu)
Frederik de Vries
Voor alle profielen van de adviseurs van
Philip Drontmann (Arcadis)
Niels Vrije
Twynstra Gudde ga naar:
Jori Ebskamp
Jaap Warmenhoven
www.twynstragudde.nl
Anne Geurts
Jan Willem Westerweel
Jac Geurts (Tilburg University, TIAS)
Nikki Willems (Common Eye)
Jaap Groenendijk 4
SOMSAMMAGVOORWOORD Directie
WIE MAAKT HET VERSCHIL? Hoezeer is Nederland veranderd in de vijftig jaar
Bijvoorbeeld via onze Kennisbank: een bron van
dat Twynstra Gudde bestaat? We komen uit het
kennis voor de manager van de toekomst. In 2015
land van Ot en Sien waar de directeur het voor het
organiseren we een bijzondere serie klantbijeenkom-
zeggen had, mensen hun leven lang bij dezelfde
sten in het kader van ons vijftigjarig bestaan, waarvoor
baas werkten en vraagstukken in de samenleving
we maatschappelijk relevante thema’s agenderen.
werden opgelost binnen zuilen, sectoren en hi-
Daarbij zal samenwerken een rode draad zijn. Samen-
ĂŤrarchisch georganiseerde ketens. Vandaag leven
werkingskunde is uitgegroeid tot een vak dat in onze
we in een land waarin individuen zichzelf organi-
genen zit. En we blijven dat vak verder ontwikkelen.
seren in tijdelijke, multidisciplinaire samenwer-
Niet alleen, uiteraard, maar samen met u.
kingsverbanden. Mensen opereren in verschillende virtuele en fysieke netwerken en dragen vanuit
Samenwerkingskunde vormt een belangrijke basis
verschillende posities en perspectieven bij aan de
van ons werk en van de inhoud van dit magazine.
inrichting van de samenleving.
U ontvangt dit magazine ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van Twynstra Gudde. U leest hierin
Wie vandaag het verschil wil maken, moet niet alleen
over het belang van samenwerken in onze maatschap-
goed zijn in zijn vak, maar ook bruggen kunnen
pij. U maakt kennis met de inzichten van opinieleiders.
bouwen. Bruggen over de grenzen van disciplines,
U leest over onverwachte competenties die bijdragen
sectoren en niveaus. Oplossingen voor complexe
aan een mooi en economisch sterk Nederland. En mis-
problemen ontstaan slechts door nieuwe netwerken te
schien ontdekt u welke toegevoegde waarde een goede
ontwikkelen en onverwachte verbindingen te leggen.
samenwerking voor uw dagelijkse praktijk kan heb-
Geen enkele partij kan een complex vraagstuk in z’n
ben. Wij nodigen u uit met ons het gesprek aan te gaan
eentje oplossen. Slechts door samenwerken ontstaat
en verder te bouwen en bij te dragen aan het oplossen
innovatie. Dat brengt Nederland verder.
van complexe maatschappelijke vraagstukken.
Twynstra Gudde heeft het groeiende belang van goed
Ellen Peper
samenwerken van nabij meegemaakt. Sterker nog: we
Marcel de Rooij
hebben er mede vorm aan gegeven. Door verbindingen
Directie Twynstra Gudde
te leggen, slagen we er al vijftig jaar in om vernieuwende oplossingen voor complexe vraagstukken te vinden. Naast onze kerncompetenties project- en programmamanagement, organisatiekunde en veranderkunde, hebben we kennis en methoden ontwikkeld om samenwerking te bevorderen. We lopen voorop en willen voortdurend verder reiken. We geven aan onze kennisontwikkeling ook maatschappelijke betekenis.
5
SOMSAMMAGINHOUD
18 mingen in de langdurige zorg. Veelbesproken,
27
politiek complex, emotioneel geladen. Het
‘Voor mij geen dikke wetenschappelijke
raakt ons tenslotte allemaal. Hoe geef je
boeken, doordachte studies en jarenlange
vorm aan zo’n samenwerking? Zijn er faal- en
onderzoeken naar prachtige nieuwe model-
succesfactoren? Een gesprek over werken op
len, handboeken en adviezen over hoe de
gevoel, ruimte voor aanpassing en over dat
manager zich moet gedragen. Ik ga voor mijn
het soms gewoon hartstikke moeilijk is, dat
eigen versie van dokter Spock: rust, reflectie
samenwerken.
en ruimte.’
Interviews
Columns
Van Rijn is verantwoordelijk voor de hervor-
Staatssecretaris Martin van Rijn over
18
Barbapapa versus dokter Spock
samenwerking bij hervormingen in de langdurige zorg Roelof Benthem en Hans van Zijst over
27
Susan van Hees
38
Cases
Goede coalitievormen
37
Pieter Arends
SOM bij projecten en programma’s: zoek de verschillen
Leiding over Noord
28
Techniek en omgeving hand in hand Richard Rijper, directeur VolkerInfra,
Knooppunt Hoevelaken
58
Samen voor een beter resultaat Waddenzee 2014-2018
van publiek, privaat en particulier heen
Vaart maken en koers bepalen
hoe een onzalig plan een succes werd
Coalities voor een duurzaam veilig Nederland 107 Sas Terpstra
80
Nederland, over samenwerken door grenzen
Henk van der Esch, Achterhoek VO, over
85
Jeroen den Uyl
60
over samenwerken in een consortium Sylvia de Ronde Bresser, Kracht in
De symboliek van de Ampelmann
108
Zero Emissie busvervoer Samen op weg naar een schone toekomst
70
Van relatie bouwen naar relatie onderhouden 119 Jeroen Medema
146
Samenwerken is géén panacee Peter van der Lugt
144
SOMSAMMAGINHOUD
De huidige complexe maatschappelijke opgaven vragen om samenwerking tussen
46
actoren. Dit nieuwe samenspel is er in allerlei
152
soorten en maten. Met het ‘Spectrum van
Ieder mens heeft zijn eigen, persoonlijke stijl
Coalitievorming’ worden drie hoofdvormen
in het verbinden van de eigen organisatie
onderscheiden die houvast geven voor de rol
met de andere partijen in een netwerk. Om
van bestaande organisaties.
inzicht te krijgen in de persoonlijke impact die
publieke, maatschappelijke en private
mensen hebben in een samenwerkingsproces, ontwikkelde Twynstra Gudde vijf Signaturen voor samenwerking. Benieuwd naar uw voorkeursignatuur in samenwerking? Vul de
Achtergrond 50 jaar Twynstra Gudde: samenwerkings-
korte zelftest in en kom er snel achter.
09
kunde in de genen Samenwerken tussen gemeenten:
Tools & tests
12
verschillende gemeenten, verschillende Mag Stad? Hoe social design helpt burgers 100
belangen Samenwerken en zelforganisatie: ze
14
en overheden samen te laten ontwerpen
3 SOM survivaltips
en beslissen
Overleven voor project- en omgevingsma-
organiseren zichzelf! Wat nu?
nagers Organisatiecultuur van invloed op samen-
Passende samenwerking in de water-
32
104 Recept voor een zorgnetwerk
werkingsvaardigheid
keten: vorm volgt functie en ambitie 46
116 Samenwerkingsscan
met een lerende evaluatie
coalities
120
Scoor uw samenwerkingsverband Burgers aan het stuur: maar hoe dan?
Signaturen voor samenwerking: inzicht in
66
7 basisingrediënten voor succes Praktijkproef Amsterdam: succes boeken
Adaptief samenwerken in verschillende
31
126
72
Signaturen voor samenwerking
de handtekening van grenswerkers tussen
Samenwerken in het sociaal domein:
organisaties
Transitiemodel biedt handvatten
PLUG de dag: vinden wat je niet zocht
86
Mutual Gains Approach en Strategisch
90
Win-win in overheidsprojecten: a mission
130
152
Wat is uw signatuur? De zelftest geeft antwoord
134
impossible? Omgevingsmanagement inzet bij dijkver-
Perspectieven op samenwerking tussen
sterking
overheid en bedrijfsleven
Bouwen volgens een geïntegreerd contract: makkelijker gezegd dan gedaan
94
Kan slimme externe communicatie samenwerkingsverbanden sterker maken?
138
149
Boekrecensie Richard Sennett - Together: The rituals, pleasures & politics of cooperation.
98
SOMSAMMAGVOORWOORD Redactie
Van de redactie
EEN DROOM WAARMAKEN Marijke Bloemendal
Een droom waarmaken is misschien wel het
Binnen het gilde realiseren wij ons dat we vele verha-
Manon de Caluwé
mooiste dat er is. Sámen een droom waarmaken
len te vertellen hebben over samenwerking in al haar
Tim Dees
helemaal. Dit magazine is daar het bewijs van.
hoedanigheden. Vele collega’s en relaties hebben die
Susan van Hees
Ontstaan uit een idee van een kleine groep me-
verhalen op papier gezet. Verhalen met een duidelijk
Martine de Jong
dewerkers van Twynstra Gudde. En ontwikkeld,
einde of conclusie, maar ook verhalen over zoektoch-
Esther van Koot
bijgesteld, verzameld, geschreven, verbeterd,
ten of blinde vlekken die laten zien dat het ambacht
Joost Voerman
vormgegeven terwijl de groep betrokkenen groei-
van samenwerken volop in ontwikkeling is. In de
de en groeide. Dit magazine is het product van al
laatste fase werd de productie van dit blad een project
die mensen binnen en buiten ons bureau: experts,
zoals elk ander (samenwerkings)project: we bereikten
ervaringsdeskundigen, managers of dragers van
mijlpalen, stelden en haalden deadlines, moesten
het gedachtegoed. Mensen met allemaal hun eigen
luisteren, afstemmen, overleggen, fijnslijpen, knopen
achtergrond, expertises en aandachtsgebieden.
doorhakken. Om uiteindelijk te komen tot onze
Maar die sámen dit magazine maakten.
win-winsituatie: dit magazine. Een project volbracht, zoals wij dat ook dagelijks samen met onze opdracht-
Dit blad staat vol verhalen over samenwerking. Het
gevers doen.
zijn verhalen over de zorg, overheid, infrastructuur, het onderwijs, watermanagement en meer. Over be-
Hoe trots kun je zijn op een samenwerking die écht
trokken bewoners, organisaties die samenwerken met
werkt? Wij weten het. Hopelijk voelt u het ook bij het
andere organisaties, onze opdrachtgevers, mensen die
lezen van dit magazine. Ga uw gang: blader, verwon-
ons inspireren, en vooral over de mensen die het dóen.
der en lees. Wij horen heel graag of u onze samenwer-
Het is een bloemlezing van verhalen over theorie en
king ook geslaagd vindt.
praktijk. Stukken die ook laten zien dat samenwerking lang niet altijd vanzelf gaat. Het vraagt vertrouwen, investering en het kan schuren of wrijving geven. Met deze eerlijke verhalen over echte samenwerkingsverbanden hopen we inspiratie te bieden voor uw eigen organisatie en uw eigen samenwerkingspraktijk. Wilt u reageren op een artikel in
Het maken van dit magazine was een omvangrijk
dit magazine? Kent u interessan-
proces. Het begon allemaal met een plan van een paar
te praktijkvoorbeelden of inspi-
mensen die deel uitmaken van het SOMSAM Gilde:
rerende theorieën? Bent u zelf
onze plek voor kennis- en vakontwikkeling op het
actief als samenwerker en wilt u
gebied van onder meer Strategisch Omgevingsma-
uw ervaringen delen? Ga naar:
nagement (SOM) en Samenwerken (SAM). De titel van
www.tg.nl/somsam
dit magazine kwam daarom al snel als vanzelf naar
en laat uw bericht achter!
boven.
8
Redactie SOMSAM magazine
SOMSAMMAGACHTERGROND 50 jaar Twynstra Gudde
SAMENWERKINGSKUNDE IN DE GENEN VAN VIJFTIGJARIG TWYNSTRA GUDDE Samenwerken. Echt samenwerken, zodat het leidt tot iets nieuws, iets beters, iets anders, iets meer, iets mooiers. Dat vraagt om kennis, ervaring en vaardigheden. Dat doe je niet zomaar. Maar het is wel een taak waar veel organisaties voor staan om de uitdagingen van deze tijd én van de toekomst aan te gaan. Twynstra Gudde begeleidt vele organisaties en
gebruikers van het gebouw samen. Om te beginnen,
partijen al jarenlang in samenwerkingsprocessen.
is goed projectmanagement essentieel. In de jaren
Het is een van de kerncompetenties van het bu-
zeventig werd het steeds belangrijker, ook in de bouw.
reau. Een competentie die op een natuurlijke wij-
In antwoord op de Amerikaanse projectmanagement-
ze groeide uit de roots van Twynstra Gudde. Hoe
methoden ontwikkelde Twynstra Gudde de methode
ontstond de kerncompetentie samenwerken? Hoe
Projectmatig werken (PMW). Het faseren, beheersen en
ontwikkelde het bureau haar kennis van samen-
beslissen aan de hand van tijd, geld, kwaliteit,
werkingskunde, wat waren de stappen die daar-
informatie en organisatie werd breed opgepakt door
aan vooraf gingen en hoe werd ze koploper? Een
allerlei organisaties in Nederland. Multinationals en
overzicht van vijftig jaar adviseren, ontdekken en
overheden kregen een omvang die ook de omvang van
doorontwikkelen.
projecten beïnvloedde. Deze projecten in de hand houden, bleek een nieuwe uitdaging voor organisaties
Twynstra Gudde werd in 1964 opgericht door Andries
en overheid. Twynstra Gudde zette de toon en was er
Twijnstra en Arie Gudde. ‘Raadgevend Bureau
goed in.
Dr.ir. A. Twijnstra, adviseurs voor de bedrijfsorganisatie in de bouwnijverheid’, luidde toen de naam. De roots
Organisatiekunde
van Twynstra Gudde liggen in het bouwprojectmanage-
Naast het bouwprojectmanagement ontstond ook een
ment voor grote ziekenhuizen en zorginstellingen.
nieuwe kerncompetentie: organisatiekunde. Want een gebouw kan nog zo mooi zijn, er moeten wel mensen
Projectmanagement
in gaan werken en andere gebruikers moeten zich erin
Aan de start van een bouwproject staan partijen voor
thuis voelen. Het gaat dus om de mensen. Daarvoor is
een rationele activiteit, die wel vraagt om samenwer-
kennis nodig over het inrichten, sturen en ontwikkelen
king. Hoe breng je anders de betrokken partijen en
van organisaties: organisatiekunde. 9
SOMSAMMAGACHTERGROND 50 jaar Twynstra Gudde
Een competentie die Twynstra Gudde zich eigen
Samenwerken
maakte in de jaren tachtig. Het bureau ontwikkelde een
Van projectmanagement naar organisatiekunde en
evenwichtige visie op organiseren, waarin het DOR-
programmamanagement naar veranderkunde: stappen
model (Doelen stellen, Organiseren en Realiseren) en
die elkaar op een natuurlijke manier opvolgden en die
het ESHmodel (met zes ingrediënten voor organisatie-
leidden tot een pakket van kerncompetenties dat voor-
kunde) een grote rol speelden.
al de basis vormt van de adviesdiensten waar Twynstra Gudde nog steeds haar opdrachtgevers mee bedient.
‘ Zo, dat de partijen kunnen komen tot een duur-
Programmamanagement
Opdrachtgevers die de laatste jaren vooral ook voor
De ontwikkeling van projectmatig werken en organisa-
vragen en uitdagingen staan, die ze niet meer alleen
tiekunde als kerncompetenties van Twynstra Gudde,
kunnen beantwoorden en oplossen. Samenwerken
liep gelijk op met de professionalisering van de advies-
is natuurlijk iets van alle tijden en iets dat Twynstra
sector in Nederland. Het adviseurschap werd een vak.
Gudde al in haar beginjaren tegenkwam en begeleidde
Begin jaren negentig vestigde Twynstra Gudde zich in
bij haar opdrachtgevers. Maar het is ook iets dat steeds
Amersfoort en Den Haag en het bureau ontwikkelde
belangrijker wordt en verschillende vormen aanneemt.
haar competenties door. De uitdagingen voor organi-
En zo ontwikkelde het bureau ook samenwerkings-
saties werden talrijker, onder meer door globalisering
kunde als kerncompetentie.
een mooier en
ment alleen was niet meer genoeg voor de uitdagingen
Samenwerkingskunde
economisch
waar organisaties voor stonden.
Dit magazine is gewijd aan die kerncompetentie.
en professionalisering. Projectmanagement als instru-
Samenwerking komt in vele soorten en maten, en In aanvulling daarop ontstond het programmamanage-
Twynstra Gudde onderscheidt drie coalitievormen;
ment. Werken partijen samen naar een tastbaar resul-
Strategisch
taat toe - zoals een nieuw product of nieuwe dienst -,
tussen organisaties, en netwerkgericht samenwerken.
dan past projectmanagement daarbij. Maar werk je
Dit magazine staat boordevol voorbeelden en achter-
samen in verschillende activiteiten naar een gemeen-
gronden bij deze drie vormen van samenwerken. Vaak
schappelijk doel, dan werkt het beter om programma-
staan de betrokken partijen voor grote, complexe opga-
management toe te passen. Twynstra Gudde ontwik-
ven. Twynstra Gudde heeft in haar vijftigjarig bestaan
kelde binnen het programmamanagement in de jaren
bewezen dat ze die complexiteit kan terugbrengen tot
negentig de methoden Doel Inspanningen Netwerk
de essentie. De adviseurs weten om te gaan met com-
(DIN) en de stuurfactoren Tempo, Haalbaarheid, Effici-
plexe opgaven en kunnen mensen, partijen en organi-
ëntie, Flexibiliteit, Doelgerichtheid (THEFD).
saties, allemaal met hun eigen belangen, met elkaar
Omgevingsmanagement,
samenwerken
verbinden. Zo, dat de partijen kunnen komen tot een
Veranderkunde
duurzaam werkend resultaat en zo bijdragen aan een
Aan het einde van de jaren negentig kreeg het bureau
mooier en economisch sterker Nederland. Samenwer-
steeds meer te maken met een heel nieuwe tak van
kingskunde zit in de genen van Twynstra Gudde, in het
sport: veranderingen binnen organisaties. In een we-
hart van het bureau, en daar bouwen we de komende
reld die zich steeds sneller ging ontwikkelen, waarin
jaren op verder! Wie weet waar de komende vijftig jaar
communicatie versnelde en globalisering nog steeds
ons van hieruit zullen brengen.
een rol speelde, bleek het veranderen van een organisatie een vak op zich te zijn. Twynstra Gudde, dat zich toen al bezighield met grote transitie-opgaven, werd toonaangevend in veranderkunde, en is dat nog steeds. Met de veranderkleuren van De Caluwé en Vermaak introduceerde Twynstra Gudde een taal voor veranderkunde.
10
zaam werkend resultaat en bijdragen aan
sterker Nederland’
SOMSAMMAGACHTERGROND 50 jaar Twynstra Gudde
SOMSAMMAGACHTERGROND Joost van der Kolk
VERSCHILLENDE GEMEENTEN, VERSCHILLENDE BELANGEN Op diverse terreinen en in verschillende vormen werken gemeenten samen om hun taken uit te voeren en ambities waar te maken. Dit kan variëren van een regionale economische agenda tot een volledige integratie van de ambtelijke organisaties. Als autonome bestuurlijke entiteiten volgens een
overschrijden. Met name die laatste, de gezamenlijke
geografische indeling hebben gemeenten een eigen
opgaven, zijn vaak een natuurlijke bron om elkaar op
politiek-bestuurlijke dynamiek, een eigen grondge-
te zoeken, waardoor het inhoudelijke verhaal overdui-
bied en een eigen gemeenschap (of van mensen die
delijk is en samenwerking vaak vanzelf tot stand komt
daar wonen). Dat leidt bij samenwerking tot de nodige
en zich doorontwikkelt.
onderlinge verschillen in prioriteiten, bestuurlijke keuzes en manieren van werken. Zijn die verschillen
‘Onderhandelingen moet je niet op de vierkante
nou een kans of een belemmering voor samenwerking?
millimeter voeren’
Dit artikel geeft antwoord op die vraag aan de hand van
Het inhoudelijke verhaal en de gezamenlijke ambitie
uitspraken van gemeentelijke bestuurders en managers.
kunnen nog zo mooi zijn, de belangen van de samenwerkingspartners kunnen alsnog van elkaar verschillen
‘Samenwerking moet wel inhoud hebben’
en soms zelfs tegenstrijdig zijn. Soms kan het zo span-
Diverse ontwikkelingen, beweegredenen en niet-
nend worden dat de aandacht vooral uitgaat naar de
rationele krachten kunnen gemeenten bij elkaar bren-
onderlinge verschillen en dat deze worden uitvergroot
gen en samenwerking nodig of onvermijdelijk maken.
en verdiept, wat kan leiden tot uitzichtloze discussies.
Een veel geziene valkuil is dan ‘samenwerken om het
Dit drijft partners eerder uit elkaar dan in elkaars ar-
samenwerken’. Meestal gedreven door de ambitie om
men. Een succesfactor van de samenwerking tussen
zelfstandig te blijven, omarmen gemeenten elkaar.
Aalsmeer en Amstelveen: zorg dat je de grote lijnen van
Maar die omhelzing kan soms zodanig krampachtig
de samenwerking blijft zien. Samenwerken is geven en
Uitgebreide beschrijvingen van de
worden dat het verstikkend werkt. De blik zou volgens
nemen. Op het ene vlak lever je wat in, op het andere
genoemde cases zijn te lezen in de
samenwerkende gemeentebestuurders en -managers
vlak levert het je juist wat op. Discussies ‘op de vierkan-
publicatie ‘Leren van samenwer-
minder naar elkaar en meer naar buiten gericht moe-
te millimeter’, niet zelden het geval aan bestuurstafels
kende gemeenten’ die begin 2015
ten zijn. Samenwerking moet meerwaarde hebben voor
en in stuurgroepen, dragen daar niet aan bij.
verschijnt. In dit boekje gaan be-
het gezamenlijke gebied en de mensen die daar wonen
trokken bestuurders en managers
(de gemeenschap). Die meerwaarde van krachtenbun-
‘Wat goed is voor de regio, is ook goed voor een
in op de succesfactoren en aan-
deling kan liggen in elkaar aanvullen qua kennis en
individuele gemeente’
dachtspunten bij hun samenwer-
expertise, in efficiëntieslagen op taken die je toch al-
Zeker als het gaat om grote investeringen, kunnen de
kingsverband.
lebei uitvoert of in opgaven die de gemeentegrenzen
verschillende belangen van samenwerkende gemeen-
12
SOMSAMMAGACHTERGROND Joost van der Kolk
Samenwerking ten dienste van het lokale belang
ten zichtbaar worden. Voorbeeld: in dealleen regio een enkele gemeente kan haar maatschappelijke opgaven helemaal aan.StedenDaarom
ordt op diverse fronten en met diverse partners samengewerkt. Maar dat samenwerking
driehoek waren er plannen voor de aanleg van een
odig is, betekent niet dat het voor u als bestuurder makkelijk is. Casuïstiek: de decentrali-
nieuwe ties in het sociale domein. afrit. Dit zou ontzettend veel kansen bieden: de bereikbaarheid wordt exponentieel vergroot, met grote
sturen is balanceren. Binnen een gemeente,
doel op zich zijn. Als het uw lokale belang niet
economische spin-off dient, tot gevolg. Inu de praktijk leidt t staan binnen een samenwerkingsverband. waarom zou dan samenwerken?
or de gedecentraliseerde (zorg, jeugd en vaak taken tot een concurrentiestrijd
erk) moet u ‘congruente’ intergemeentelijke
dit
om die afrit binnen de
Ook als de samenwerking eenmaal operationeel
eigen gemeente te krijgen. Maar bereikbaarheid is, net menwerkingsverbanden aan gaan. De vormis speelt dit spanningsveld. De decentralisaties
ving daarvan is een flinke uitdaging. Natuurlijk als systeemwijziging zijn gefundeerd op prinals bijvoorbeeld werkgelegenheid of natuur, een thema
aat u als bestuurder voor uw lokale belang,
cipes als zelfredzaamheid en participatie. Dit
dat zich niet beperkt tot bestuurlijke grenzen. Genoemvraagt van een gemeente om loslaten en meer
ant het is menens! De hulp- en zorgbehoeven-
n binnen uw gemeente dienen de juiste hulp de succesfactor in
aan de samenleving. bij eventudeoverlaten Stedendriehoek: de Maar mentaliteit
zorg te krijgen en mogen absoluut niet tussen
ele problemen en crises bent u als wethouder
al en schip raken. Anderzijds moeten er onder
wel verantwoordelijk en wordt u op lokaal niveau
‘wat goed is voor de regio is goed voor mij’ levert meer
op dan het nastreven van eigen belangen enmaakt vieren van dsdruk voorbereidingen getroffen en keuzes aangesproken. Samenwerking dit alleen
maakt worden om de samenwerking te bou-
maar complexer. De zorg- en hulpverlening moet
en. Wat als dit met elkaar op gespannen voet
dichtbij in de wijk, maar de samenwerking staat
mt te staan? Uw poot stijf houden kan door
weer op afstand. Hoe houdt u als college grip op
eigen successen.
wat er in de samenwerking gebeurd, zodat ook in ‘Overschat de onderlinge verschillen tussen ge-
w samenwerkingspartners worden ervaren als
t u de samenwerking op het spel zet. Aan de
meenten niet’
de uitvoering het lokale belang gediend wordt?
dere kant mag de samenwerking nooit een
Als de samenwerking verder vorm krijgt, kan het risico bestaan dat de onderlinge verschillen tussen de gemeenten overmatig benadrukt worden. Er zijn altijd
dviseurs van Twynstra Gudde zijn gedreven om gemeenten te helpen en te ondersteunen bij dergelijke
mplexe samenwerkingsvraagstukken. Met onze benadering van samenwerking hebben wij diverse
ervaring: successen moet je vieren en vooral samen. Ageeth Telleman
wel verschillen aan te duiden tussen de bestuurs- en
033 - partner 467 77 69 afzonderlijk Samen betekent dan dat niet elke
organisatieculturen, werklocaties, werkprocessen of
en volgtijdelijk aan elkaar naar buiten treedt, maar dat
meenten kunnen helpen in het verkennen, voorbereiden, bouwen en doorontwikkelen van interge-
eentelijke samenwerkingsverbanden.
ate@tg.nl
de ICT-systemen van de samenwerkingspartners. Maar,
het in gezamenlijkheid gebeurt. Dit versterkt de on-
ww.twynstragudde.nl/decentralisaties zo hebben ze in De Waard ervaren, de onderlinge ver-
derlinge verhoudingen en de geloofwaardigheid naar
schillen moet je niet overschatten. De wettelijke taken
buiten toe. Ditzelfde geldt voor verliezen: problemen,
zijn identiek, de producten en diensten vaak hetzelf-
fouten, financiële tekorten. Ook daarin kun je beter als
de en de dagelijkse werkzaamheden overlappen meer
partners verantwoordelijk nemen, samen optrekken en
dan dat ze verschillen. Na een periode van intensieve
lessen trekken, dan elkaar de ‘zwartepiet toespelen’ om
samenwerking werd geconstateerd: we doen voor het
het eigen blazoen schoon te houden.
overgrote deel dezelfde dingen, we hebben dezelfde opgaven, persoonlijk groeien we steeds meer naar
‘Om samen te werken moet je wel een beetje ver-
elkaar toe en eigenlijk hebben we last van de verschillen.
liefd op elkaar zijn’
De conclusie: we kunnen net zo goed één gemeente
Waar een groot deel van de bestuurders en ambtenaren
Molenwaard worden.
zweren bij een goede inhoudelijke basis, gemeenschappelijke belangen en strakke afspraken, zien anderen
‘Samenwerken is samen winnen en samen verlie-
juist in onderlinge relaties de essentie van goede sa-
zen’
menwerking. Als die niet goed zijn tussen bestuurders,
Het lijkt obligaat, maar samenwerking moet wel iets
managers en medewerkers, dan wordt samenwerken in
opleveren. Met het formuleren van ambities en het in-
de dagelijks praktijk erg lastig. ‘Je moet wel een beet-
zichtelijk maken van belangen is er nog niets bereikt.
je verliefd op elkaar zijn’, weten ze in Werkorganisatie
Het echte samenwerken begint dan pas. Dan wordt er
Duivenvoorde, het samenwerkingsverband tussen de
gewerkt aan gezamenlijke projecten, efficiëntieslagen
gemeenten Voorschoten en Wassenaar. Juist door goe-
op de bedrijfsvoering of kwaliteitsverbetering van de
de relaties en onderling vertrouwen ben je geneigd om
ambtelijke dienstverlening aan inwoners en besturen.
vooruit te kijken en een stapje extra voor en met elkaar
Als deze doelen gerealiseerd zijn, is er ook wat te vie-
te zetten. Zo ontstaat eigenlijk een vicieuze cirkel: goe-
ren: de samenwerking heeft meerwaarde. Wat ze in
de relaties dragen bij aan goede resultaten en goede
de Drechtsteden weten na jarenlange samenwerkings-
resultaten dragen bij aan goede relaties. 13
SOMSAMMAGACHTERGROND Bert ter Avest & Anne Marth Kuilder
ZE ORGANISEREN ZICHZELF! WAT NU? Het is voorjaar 2014. Opeens drijven er badeendjes in de bouwput waar eens de nieuwe schouwburg van Middelburg zou moeten verschijnen. Initiatiefnemers (die zichzelf niet bekend willen maken) zijn het zat dat hun gemeente miljoenen heeft geïnvesteerd in de komst van een nieuwe schouwburg.
Op de plek waar dat nieuwe cultuurpaleis zou moeten
Haaks op elkaar?
verrijzen, is al jarenlang alleen maar een diepe kuil te
Hebben we net geleerd samen te werken, mogen we
vinden, gevuld met mooi helder water. Van de komst
leren het zelf te organiseren. Op het eerste gezicht lij-
van een schouwburg is voorlopig geen sprake meer,
ken samenwerken en zelforganisatie haaks op elkaar
het geld is op. Een community op Facebook pleit voor
te staan. Partijen die vanuit eigenbelang het initiatief
een openluchtzwembad in de kuil. De badeendjes
nemen, die zelf strategieën ontwikkelen gericht op
maken dat idee alvast zichtbaar. Een architect raakt
what’s in it for me en acties uitvoeren voor eigen gewin;
enthousiast, steeds meer mensen sluiten zich aan en
dat lijkt haaks te staan op partijen die vanuit een geza-
een wethouder geeft op de Facebookcommunity het
menlijk belang willen optrekken. En wat als een groep
idee thumbs up.
mensen vol energie hun eigen plan trekt? Lastig, want zo wordt het samenwerkingstraject een stuk minder
Wat we in Middelburg zagen dit voorjaar, is een typisch
voorspelbaar. Of leidt deze zelforganisatie nu juist tot
geval van zelforganisatie. Een verschijnsel dat de laat-
meer ideeën en nieuwe energie? Vereist zelforganisatie
ste jaren in toenemende mate de kop opsteekt. Partijen
een andere manier van samenwerken?
nemen kortweg gezegd het heft in handen en gaan dat wat ze willen bereiken gewoon doen. Ze starten klein
Als zelforganisatie echt gebeurt, schrikken de instan-
en leren van vallen en opstaan en bereiken zo hun doel,
ties die nog maar net hadden leren samenwerken.
of soms toch niet.
‘Help! Mensen gaan gewoon zelf dingen doen! Hebben ze dat wel afgestemd? Mag dat wel? Moeten wij daar
Zelforganisatie is een reactie op de complexiteit van de
niet snel wat van vinden?’. Kunnen organisaties die
hedendaagse samenleving. Geen enkele partij is meer
grip op hun omgeving proberen te houden met Stra-
bij machte om het alleen te doen. Het ‘officiële’ samen-
tegisch Omgevingsmanagement omgaan met zelforga-
werken kost veel tijd en energie en dus besluit vaak
nisatie? Op welke wijze kan de samenwerking tussen
een klein groepje mensen gewoon te beginnen en wel
organisaties en een spontaan initiatief vorm krijgen?
te zien wat ze daarin tegenkomen en wie zich bij hen
Kan - en zo ja hoe dan - de samenwerking met partij-
zullen aansluiten. Burgerkracht, co-creatie, doe-demo-
en die onverwacht ‘terugpraten’ (of badeendjes in een
cratie, zelfredzaamheid; beleidsstukken staan vol met
bouwput gooien) van de grond komen?
begrippen die de setting creëren voor zelforganisatie. 14
SOMSAMMAGACHTERGROND Bert ter Avest & Anne Marth Kuilder
Andere wending Een mogelijk antwoord voor deze intrigerende vragen is dat als een organisatie wil samenwerken (omdat de organisatie het niet alleen kan, of omdat het geld of goede ideeën opraken) zij rekening houdt met condities voor zelforganisatie. Dan kunnen er, vaak tijdelijke, coalities ontstaan met juist ook heel onverwachte partijen. Dan staan er nieuwe stakeholders op en ontstaan er ideeën die op het eerste gezicht nogal gek lijken, maar die zoals in het geval van Middelburg een totaal vastgelopen situatie wel een heel andere wending kunnen geven.
Vijf condities voor zelforganisatie Het Verwey-Jonker instituut heeft vijf condities voor zelforganisatie op een rij gezet (zie kenniscahier ‘Condities voor zelforganisatie’, 2012): 1. R uimte en context: voldoende ruimte voor initiatieven. 2. K unnen aanhaken: kwetsbare of niet-actieve burgers moeten genoeg mogelijkheid hebben om zich aan te sluiten. 3. S ense of belonging: het gevoel er bij te horen en dat de inbreng er toe doet. 4. Begrenzing: rekening houden met mogelijke ongewenste ontwikkelingen. 5. V ertrouwen: vertrouwen hebben in het nut van het initiatief en in elkaar (wederkerigheid). Het vormgeven van samenwerking tussen (onverwachte) stakeholders die zich gedragen volgens het principe van zelforganisatie kan dus zinvol en betekenisvol zijn, als de samenwerking: - ruimte biedt aan de deelnemende organisaties om hun ideeën en initiatieven in te brengen. Dus geen samenwerking met een vooropgezet doel, ambitie of resultaat. Juist de uitkomst van de samenwerking moet gaandeweg vorm krijgen. Dat maakt de samenwerking uitnodigend en ook risicovol - ook ruimte biedt voor groepen mensen die even minder sterk in hun schoenen staan, of minder sterk eigen ideeën hebben. Als zij ook kunnen en mogen aanhaken ontstaan er mogelijk initiatieven 15
SOMSAMMAGACHTERGROND Bert ter Avest & Anne Marth Kuilder
waaraan zij zich willen verbinden - duidelijk maakt waarom organisaties tijdelijk met elkaar een netwerk vormen, dat anderen ook welkom zijn om dat te doen en dat ook samen wordt gekeken of en hoe initiatieven kunnen worden verbonden met die van anderen (verrijken van initiatieven over en weer) - ook kan aangeven hoe het tijdelijk netwerk omgaat met ontwikkelingen van buiten dit netwerk, die het samen optrekken kunnen bemoeilijken of vertragen - stap voor stap bouwt aan het wederzijds vertrouwen en ook duidelijk kan maken wat de toegevoegde waarde is van het samen optrekken als netwerk.
Ruimte bieden Dat vraagt nogal wat van traditionele organisaties. Het gaat om echt ruimte bieden, dus niet vooraf inkaderen of vaststellen wat wel en niet mag. Niet van tevoren de samenwerking willen bepalen en coute que coute het initiatief willen houden. En in uiterste gevallen zelfs de van tevoren bepaalde inhoud weer loslaten. Dan kan een schouwburg ook een openluchtzwembad worden. Steeds vaker spreken organisaties over ‘regie’ als het gaat om samenwerking met anderen. Maar de ‘traditionele’ regisseur die zijn ‘spelers’ strak aanstuurt en vasthoudt aan de klassieke tekst, biedt te weinig ruimte. Houd rekening met het onverwachte, durf open te staan voor ideeën van mensen die van tevoren nooit als stakeholder in kaart waren gebracht.
Succesvolle combinatie Samenwerken en zelforganisatie, hoewel op het eerste gezicht tegenstrijdig, kunnen heel goed samengaan. Voor het samenwerken met (onverwachte) stakeholders die zelf initiatieven nemen, biedt het inspelen op condities voor zelforganisatie kansen. Ruimte bieden voor initiatieven, initiatieven laten aanhaken, initiatieven zichtbaar met elkaar verbinden, aangeven hoe samen om te gaan met ongewenste events en investeren in vertrouwen over en weer, zijn belangrijke handvaten. Zo kunnen we van zelforganisatie en samenwerking daadwerkelijk een succesvolle combinatie maken. Tijd voor een badeendrevolutie!
© Facebook account BuitenbadMiddelburg 16
SOMSAMMAGACHTERGROND Bert ter Avest & Anne Marth Kuilder
‘ Samenwerken en zelforganisatie kunnen heel goed samengaan’ 17
SOMSAMMAGINTERVIEW
18
SOMSAMMAGINTERVIEW
Martin van Rijn 19
SOMSAMMAGINTERVIEW
Staatssecretaris Martin van Rijn over samenwerking bij hervormingen in de langdurige zorg
SAMENWERKEN IN EEN EMOTIONEEL PROCES
H 20
Zijn er faal- en succesfactoren? In gesprek met Van Rijn over werken op gevoel, ruimte voor aanpassing en over dat het soms gewoon hartstikke moeilijk is, dat samenwerken. De hervormingen in de langdurige zorg gaan in op 1 januari 2015. Er zijn vele partijen bij betrokken: gemeenten, zorgprofessionals, patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars. Allemaal mensen en organisaties met hun eigen werkwijzen en culturen. Een spannend proces, op
ij is door de wol geverfd als
z’n minst.
het gaat om werken met verschillende partijen in grote,
Is deze stelselwijziging in de
complexe hervormingen, en
voorbereiding wezenlijk anders
ervan overtuigd dat zulke om-
verlopen dan eerdere hervormingen,
vangrijke veranderingen alleen
zoals die van de zorgverzekering?
een succes kunnen worden als je
“Dit proces is emotioneler. Het raakt
het sámen doet: Martin van Rijn.
veel meer rechtstreeks de vraag ‘wat
Als staatssecretaris van Volksge-
betekent dat voor zorg en ondersteu-
zondheid, Welzijn en Sport is hij
ning voor mensen, voor mijn ouders?’
nu verantwoordelijk voor de her-
De zorgverzekeringswet was een
vormingen in de langdurige zorg.
herziening van het zorgverzekerings-
Veelbesproken, politiek complex,
systeem. Dat is wat anders dan het
emotioneel geladen. Het raakt
opnieuw inrichten van zorg en on-
ons tenslotte allemaal. Hoe geef
dersteuning die mensen van heel erg
je vorm aan zo’n samenwerking?
dichtbij meemaken.
SOMSAMMAGINTERVIEW
Deze hervorming heeft zijn eigen
delijk dat we geen discussie meer
Klinkt logisch. Maar hoe doe je dat
dynamiek. Praten met de Vereniging
hoefden te voeren over ‘waarom’. Het
dan precies, samenwerken?
van Nederlandse Gemeenten geeft
besef dat er iets móet veranderen in
“Mensen bij elkaar halen en praten,
een andere dynamiek dan wanneer je
de langdurige zorg is er. Zowel bij
praten, praten. Daarbij moet je bereid
het met een zorgaanbieder hebt over
patiëntenorganisaties als bij zorgaan-
zijn om compromissen te sluiten en
wat de prijs en kwaliteit moet zijn
bieders en bonden.”
te luisteren naar argumenten. Het be-
van het zorgaanbod. En het werken
sluit bijvoorbeeld om de persoonlijke
aan een betrokken samenleving geeft
Is dat besef een succesfactor ge-
verzorging niet bij de gemeente onder
weer een heel andere discussie met
weest in de voorbereiding van de
te brengen maar in de zorgverzekering
mantelzorgers en vrijwilligers. Er
hervormingen?
te houden, dat was spannend, maar
spelen verschillende onderwerpen bij
“Ik geloof het wel. Er was een geza-
wel mogelijk omdat betrokken partij-
verschillende partijen die allemaal bij
menlijke trekrichting. Ik heb altijd
en elkaar ruimte hebben gegeven voor
elkaar moeten worden gebracht.
gevoeld: dit lukt alleen maar als we
aanpassing.”
Vanaf het begin was wel direct dui-
het samen doen.” 21
SOMSAMMAGINTERVIEW
22
SOMSAMMAGINTERVIEW
Daarbij zijn er natuurlijk wel verschillende niveaus van snappen. Kijk naar de samenwerking tussen de gemeen-
Zijn er regels voor goede samen-
ten en de zorgverzekeraars. Ze moe-
werking? Bijvoorbeeld: als een
ten natuurlijk niet met elkaar gaan
idee niet rijp is, moet je er niet aan
afspreken wat een wijkverpleegkundi-
beginnen?
ge moet gaan doen. Die verzekeraars
“Ik heb daar geen regels voor. Ik doe
moeten in hun systeem ervoor zorgen
het op intuïtie denk ik, … ja. Ik heb
dat die wijkverpleegkundige afspra-
geen lijstjes in mijn hoofd met dingen
ken kan maken met professionals van
die ik wel of niet doe. Ik heb wanneer
een gemeente. En andersom.”
ik met partijen praat meer het gevoel: dit moet nu wel, dit niet. Een samen-
Denk je dat de betrokken partijen de
werking moet gewoon goed voelen.
ervaring met samenwerken hebben
Wat wél belangrijk is, is dat je écht
die nodig is?
snapt waar je het over hebt. Dat je de
“Gemeenten zijn vanuit hun vak-
andere partijen begrijpt. Ik sprak bij-
gebied gewend om op veel maat-
voorbeeld met wijkverpleegkundigen,
schappelijke terreinen verschillende
Je praat met betrokken partijen dus
en dacht: ‘Ze hebben gelijk! Dit moet
partijen bij elkaar te brengen. Vanuit
over de inhoud, argumenten voor
gewoon anders’.”
bestuurlijke optiek hebben ze dus
en tegen. Wordt er ook gepraat over
ervaring. Maar de zorgsector is nieuw
de sfeer van samenwerken? Over
Verwacht je dat ook van de partijen
voor ze. Hoe praat je bijvoorbeeld met
gedrag dat je van elkaar verwacht?
onderling, dat ze elkaar begrijpen?
mensen uit de GGZ?
Benoem je die zaken?
“Ik vind dat je moet snappen wat je
Voor de zorgsector is het weer nieuw
“Ik heb dat in het begin van het hele
doet. Dus als je afspraken met andere
dat ze de gemeenten als inkoper
proces, toen we met alle partijen aan
partijen moet maken, probeer dan in
krijgen. Zij zijn gewend aan zorgkan-
tafel zaten, wel zo benoemd, ja. Wat
ieder geval te begrijpen wat die an-
toren en komen nu in contact met
betekent de gezamenlijke noodzaak
dere partijen doen. Anders ben je op
wethouders en ambtenaren. Dat zijn
die we voelen voor onze samenwer-
een soort abstractieniveau met elkaar
er tien, in plaats van één zorgkantoor.
king? Voor elkaar informeren? Daarbij
dingen aan het afspreken die achteraf
Dat is echt anders.”
heb ik wel benadrukt dat elke partij
niet passen. Dus als je het hebt over
zijn eigen belangen moest kunnen be-
een ‘interne regel’ voor samenwer-
Wat voor soorten discussies ver-
hartigen, tegen elkaar moest kunnen
king, dan is dat wel een regel: snap
wacht je nog in de weg naar de
zeggen ‘ik ben het er niet mee eens’.”
het nou in ieder geval.
hervormingen? “Het besluitvormings- en budgetproces van een gemeente en de interactie tussen college en gemeenteraad, kent
Waarom hervormt de overheid de langdurige zorg?
een heel andere dynamiek en tijdspad
Het huidige systeem van langdurige zorg in Nederland is bijna vijftig jaar geleden bedacht.
dan het bedrijfsproces van zorgaan-
In de loop der jaren zijn de verwachtingen en wensen van mensen over de langdurige zorg
bieders. Die partijen moeten dus
veranderd. Ouderen willen langer thuis blijven wonen, mensen met een beperking willen zo
inzicht krijgen in elkaars processen.
zelfstandig mogelijk kunnen leven. Dat kan alleen door de langdurige zorg anders te organi-
Dat is nu in het doorvoeren van de
seren; zowel voor mensen die thuis wonen, als voor mensen die in een instelling verblijven.
verandering aan de orde, maar zeker
Bovendien doet de overheid een beroep op het sociale netwerk en mantelzorgers van mensen
ook straks in de uitvoering.
die zorg nodig hebben. Ook is er een financiële reden voor de hervormingen: als er nu niets
Het op elkaar afstemmen van de
verandert, wordt de langdurige zorg op termijn onbetaalbaar.
tijdsmomenten en begrip hebben voor 23
SOMSAMMAGINTERVIEW
elkaars proces gaat hen erg helpen.
Hoe ga je om met de emoties die er
In het licht van de samenwerking bij
Doen ze dat niet, dan dreigt er chaos.
komen kijken bij zulke grote samen-
deze hervormingen en gebaseerd
Ze moeten een zodanige samenwer-
werkingsverbanden? Inderdaad: het
op uw jarenlange ervaring: welke
king en vertrouwen in elkaar hebben
kan ook lastig zijn. Maar je moet het
facetten zijn nu echt bepalend voor
dat ze weten: ‘Oké, het sluit niet
wel doen.
het laten slagen van een grote
op elkaar aan, maar ik hoef geen
“Je moet steeds blijven kijken naar
samenwerking?
overhaaste maatregelen te nemen
wat je nu eigenlijk wilt bereiken. Je
“Het is van groot belang dat je aan het
want we lossen het op’. Daar moet
begint met het doel, en dat haal je
begin, aan het eind én tussendoor elke
je elkaar voor kennen en bereidheid
regelmatig terug. Ik zie dat ook bij de
keer checkt: klopt het nog steeds met
hebben om naar elkaar te luisteren.
jeugdzorgsector. Zij zeggen: ‘Het is
waarom we dit doen? Soms moet je
Duidelijkheid met elkaar creëren, dat
wel heel zwaar voor ons’. We moeten
ook bereid zijn om je plan bij te stellen
is volgens mij het spannende proces
onze professionals anders inzetten,
als het niet meer klopt. Verder kun je
dat er nu speelt. Best lastig ook. Want
onze organisatie veranderen. Maar
volgens mij alleen maar samenwer-
samenwerking is hartstikke leuk,
we snappen ook: we doen het ergens
ken als je de wil hebt om de ander te
totdat je het moet gaan doen. Dan
voor. En daarom staan we erachter.
snappen. Kun je je inleven in waar de
gaan andere mensen zich bemoeien
Dat vind ik klasse.
ander mee zit? Daarom vind ik kritiek
met hoe je dingen moet doen en dat
tijdens het proces heel prima. Je moet
is gewoon hartstikke moeilijk. Snap
Ik merk het ook aan de professionals.
minstens de bereidheid hebben om dat
ik heel goed. Maar als je het echt gaat
Diegenen die anders zijn gaan wer-
te onderzoeken. En als dat niet ont-
doen, kom je erachter dat het heel
ken, zien ook resultaat. Ze zijn beter
staat, is het goed om het op te zoeken.
leuk is en misschien wel tot een beter
voor hun cliënten. Dat is mooi om te
Je moet de bereidheid hebben om de
resultaat leidt.”
zien, daar doe je het voor.”
achterkant van het gelijk te bekijken.”
Wat verandert er met de hervorming van de langdurige zorg? - De huidige Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) verdwijnt. Als opvolger komt er de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz). - De gemeenten gaan de ondersteuning bieden die nu nog onder de AWBZ valt. Bijvoorbeeld begeleiding en dagbesteding en beschermd wonen voor mensen met een psychische stoornis. Dat gebeurt via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). Alle informatie over de veranderingen in de langdurige zorg in een infographic.
- Verzorging en verpleging aan huis komen onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) te vallen. - De jeugdzorg wordt vanaf 2015 ook ondergebracht bij de gemeenten. Nu valt de jeugdzorg nog onder verantwoordelijkheid
Download nu de PDF: http://bit.ly/1zq2jMH
van meerdere verschillende overheden. De hervormingen in de langdurige zorg gaan op 1 januari 2015 in.
24
SOMSAMMAGINTERVIEW
‘ Je moet de bereidheid hebben om de achterkant van het gelijk te bekijken’ 25
WEIVRETNIGAMMASMOS
ed teom eJ ‘ diehdiereb mo nebbeh tnakrethca ed kjileg teh nav ’nekjikeb et 26
SOMSAMMAGCOLUMN Susan van Hees
Barbapapa vs. Dokter Spock De wereld verandert altijd. Onder invloed van ons diepste verlangen tot groei en ontwikkeling zijn we gaan ontdekken, reizen, veroveren en gelukkig ook samenwerken om nog meer te bereiken. Meer middelen, meer kennis en nog meer
Barbapapa die zich huup huup Barbatruc een
waar kaders ter discussie staan, de opdrachten
mogelijkheden. Het heeft ons al heel wat ge-
andere rol of positie aanmeet. Maar men-
wispelturig zijn, samenwerken met iedereen
bracht. Van kennis en innovaties die niet meer
sen zijn geen Barbapapa’s en managers zijn
het motto is en alles bovendien gisteren klaar
weg te denken zijn, tot grote ellende waar geen
absoluut niet altijd even adaptief. En dat is
moet zijn. Door rust, reflectie en ruimte kun
einde aan lijkt te komen. Om opgaven op te
maar goed ook. In een wereld waarin zoveel
je jezelf, je mensen en daarmee de organisatie
lossen en kansen te verzilveren, kunnen we
verandert, kunnen de ankers van ‘vroeger’
verder helpen; intern, maar ook in contact met
het niet meer alleen. Ook de snelheid waarmee
ons vandaag de dag nog steeds verder hel-
stakeholders, shareholders en de energieke
de wereld verandert, is flink toegenomen. Be-
pen. Voor mij geen dikke wetenschappelijke
samenleving. Moeten we dan met z’n allen in
leid maken is achterhaald, agenda’s maken is
boeken, doordachte studies en jarenlange
een hangmat gaan liggen relaxen? Dat is fijn
wat we doen. Niet meer stap voor stap vooruit-
onderzoeken naar prachtige nieuwe modellen,
voor op vakantie, maar hoeft zeker niet in het
plannen, maar stap ná stap bepalen. Adaptief
handboeken en adviezen over hoe de manager
werk. Rust betekent even de tijd nemen in de
handelen is daarmee nu ‘trending’. Je aanpas-
zich moet gedragen. Ik ga voor mijn eigen
agenda’s en vooral ook in de hoofden om na te
sen aan een bepaalde omstandigheid. Kun je
versie van dokter Spock: rust, reflectie en
denken over waar je mee bezig bent. Reflectie
dat als organisatie? En kun je dat zélf? Aan-
ruimte. Dokter Spock en vele andere opvoed-
helpt je jezelf af te vragen of je het juiste doet.
passen betekent vaak ook dat je iets van jezelf
kundigen waren en zijn ervan overtuigd dat
Past onze strategie nog bij de opgave? Zitten de
moet opgeven. In het verbinden van belangen
kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen
juiste mensen en daarmee de juiste belangen
is gezamenlijke winst het streven, maar moeten
wanneer de ouders zorgen voor rust, reinheid
aan tafel? Hoe zitten de andere partijen erin,
we ook water bij de wijn doen.
en regelmaat. Van discipline van bovenaf naar
boeken we daadwerkelijk vooruitgang of lijkt
ontplooiing van het individu is waar Spock
dat maar zo? Nadenken over dit soort vragen
Met de noodzaak, maar ook het nut tot meer
zijn ideeën op baseerde. Destijds heel nieuw
helpt nieuwe ruimte te creëren om bij te stu-
en beter samenwerken, betekent dit een
en nu volkomen normaal en passend bij de
ren, te herzien, opnieuw te prioriteren, open
aanpassing voor het leidinggeven binnen
huidige maatschappij.
te staan voor iets anders maar, vooral je aan te
deze context. De adaptieve manager moet in
passen aan wat de omstandigheden vragen.
staat zijn mee te bewegen met veranderingen.
Natuurlijk zet je als leidinggevende de lijn uit,
Na jarenlang met behulp van handboeken te
geef je richting en stuur je bij, vaak op basis
Helaas lossen we er de wereldproblemen niet
hebben geleerd hoe je je als manager in de
van een kader of opdracht. Rust is nodig om te
direct mee op, maar het kan wel helpen het
wereld staande moet houden, moet je jezelf
komen tot reflectie en reflectie op de omstan-
werk en de samenwerking met de ander, bin-
nu continu aanpassen. Van de manager wordt
digheid schept ruimte om nieuwe mogelijkhe-
nen en buiten, een stuk leuker en effectiever
verwacht dat hij of zij zich gedraagt als een
den te zien. Het lijkt tegenstrijdig in de wereld
te maken. 27
SOMSAMMAGCASE Nicolet Luisman Johanneke de Lint && Viktor ThijsTimmermans Kraassenberg
28
SOMSAMMAGCASE Johanneke de Lint & Thijs Kraassenberg
Leiding over Noord
TECHNIEK EN OMGEVING HAND IN HAND Eneco legt een duurzaam warmtetransportnet aan van Rozenburg naar Rotterdam. Een bijna 17 kilometer lang tracé met de naam Leiding over Noord, waarover restwarmte wordt getransporteerd vanuit de industrie naar het stadsverwarmingsnet van Rotterdam. Zo’n 95.000 huishoudens profiteren daar straks van en het levert de regio Rotterdam een CO2-reductie op van 95 kiloton per jaar. Bedrijfsterreinen, scholen, wegen: Leiding over Noord loopt overal onderdoor. Een omvangrijk project dus, dat vraagt om gedegen projectmanagement en continu omgevingsmanagement.
Situatie Leiding over Noord komt voort uit de aangekondigde sluiting van de ‘Elektriciteitsfabriek aan de Galileïstraat’ van energiemaatschappij E.ON in Rotterdam. De sluiting was voor Eneco zowel een uitdaging als een kans. De uitdaging: vanaf oktober 2014 voor 95.000 huishoudens warmte beschikbaar houden. De kans: het warmtenet in Rotterdam verduurzamen. Het idee: via leidingen restwarmte transporteren van de AVR (Afvalverwerking Rijnmond) van Rozenburg onder de Nieuwe Waterweg door via Vlaardingen en Schiedam naar Rotterdam. In de praktijk betekent dit dat twee leidingen (aanvoer en retour) met een buitendiameter van bijna 1 meter dwars door stedelijk gebied moesten worden gelegd. Van idee naar inbedrijfstelling beslaat het project minder dan drie jaar. De meeste soortgelijke projecten kennen een meer dan dubbele doorlooptijd.
Aanpak Begin 2012 ging het project- en omgevingsmanagement van Leiding over Noord van start. Van projectdirectie en projectbeheersing tot het omgevingsmanagement, bijna alles moest gelijktijdig worden uitgevoerd. Er is gewerkt aan het vastleggen van het tracé, het technisch ontwerp, het contracteren van de aannemers, het vestigen van zakelijk recht, vergunningen en samenwerkings29
SOMSAMMAGCASE Johanneke de Lint & Thijs Kraassenberg
12
13
11
14
LO
15
T3
10
T LO
4
16
LOT 2
LOT 3
9 8
17
7 5 18 6
19
20
4
LO
T2
LO
T1
3
ROTTERDAM 1
2
Figuur 1: Tracé Leiding over Noord (© Eneco)
overeenkomsten met de gemeenten. Heel vroeg in het
is genomineerd voor de Nu al Eenvoudig Beter-trofee van het ministerie van
project zijn meer dan 250 stakeholders betrokken.
Infrastructuur en Milieu.
Allemaal hadden zij hun eigen, specifieke eisen.
Onderscheidend in de aanpak In openheid communiceren
Waar bij andere projecten wordt gestart met het uitnodigen van de omgeving voor
Vanaf het begin van het project, was één van de
ontwerpateliers, is dat bij Leiding over Noord bewust anders aangepakt. Techniek
projectdoelstellingen het nastreven van een tevre-
en omgeving zijn vanaf het begin samen opgetrokken. Omgeving leert van tech-
den omgeving. Alleen dan kon de krappe planning
niek, techniek van omgeving, en partijen krijgen eerlijk te horen wat technisch
worden gerealiseerd en kon Eneco haar goede naam
wel en niet mogelijk is. De belanghebbenden zijn benaderd om kennis te delen,
in het gebied behouden. In openheid communiceren
informatie uit te wisselen, issues op te halen en emoties bespreekbaar te maken.
was een belangrijk uitgangspunt. Door in een vroeg
In het project hebben betrokken partijen de tijd genomen om vertrouwen te
stadium naar buiten te gaan, was er ruimte om te
winnen en een relatie op te bouwen. Zij investeerden op deelgroepniveau (VVE’s,
zoeken naar oplossingen, maar ontstond er ook een
bewonersorganisaties) en in maatschappelijke organisaties (Bomenridders,
kwetsbare positie. Dat vroeg om een strakke beheer-
Milieudefensie). Pas op het moment dat het project voor de omgeving helder was,
sing: van issues en stakeholders, risicomanagement,
de knelpunten inzichtelijk waren en waar mogelijk waren opgelost, begon het
planning en omgevingsmonitoring.
samen ontwerpen. Dit zorgde ervoor dat belanghebbenden zich herkenden in het uiteindelijk ontwerp en ook de belangenafweging achter het ontwerp begrepen.
Rekening houden met belangen van omgevingspartij-
De omgeving werd zo dus echt partner in het project.
en bleek af en toe lastig in het krappe tijdspad, maar er is nooit aan getornd. Het tracé is uiteindelijk voor
Resultaat
zo’n zeventig procent veranderd ten opzichte van het
Het omgevingsmanagement van het project Leiding over Noord leidde tot de
originele ontwerp, na overleg met belanghebbenden
volgende resultaten:
(rode lijn). Constructiemethoden werden aangepast
- geen enkel bezwaar vanuit de omgeving
en omgevingsafspraken opgenomen in de bestekken
- een samenwerkingsovereenkomsten met twee gemeenten
voor de aannemers.
- een stevige borging van de omgevingseisen in bestekken (van relatie bouwen
Uitvoering op planning
- betrokkenheid en steun van bewoners. Signaleren van knelpunten,
naar relatie houden) Alle inspanningen zorgden ervoor dat de uitvoering
ambassadeurs in de wijken, begrip voor onverwachte wijzigingen
volgens planning kon starten in september 2013. De
- tientallen overeenkomsten met particuliere grondeigenaren
strakke projectbeheersing in combinatie met het
- uitvoering binnen de projectplanning
proactieve omgevingsmanagement heeft gewerkt en
- de overtuiging binnen Eneco dat je projecten samen met de omgeving
is niet onopgemerkt gebleven. Leiding over Noord 30
realiseert.
SOMSAMMAGTOOL Jeroen Medema, Jori Ebskamp & Has Bakker
3 SURVIVALTIPS VOOR OMGEVINGSMANAGEMENT De verbreding van een snelweg, de aanleg van een nieuw warmte-
en communicatie met de omgeving: Strategisch Omgevingsmanage-
transportnet, het versterken van waterkeringen: het zijn allemaal grote
ment (SOM). Zonder goed omgevingsmanagement - zowel aan het begin
projecten voor de verbetering van onze infrastructuur en mobiliteit.
als tijdens én aan het einde van een project - krijg je later de kous op
Projecten waarbij vele mensen, bedrijven, organisaties en overheden
de kop. In dit magazine daarom drie SOM-survivaltips voor project- en
betrokken zijn. Projecten ook waarbij alles draait om goede afstemming
omgevingsmanagers.
TIP 1
TIP 2
TIP 3
OVERZICHT
AANDACHT
AFSPRAKEN
Eén systeem voor overzicht en rust
Steeds aandacht voor je omgeving
Vroeg aan tafel met betrokken partijen
Niets is zo belangrijk in een project als over-
Bij de start van een project is de energie
Projecten zijn tijdelijk en leveren in de regel
zicht. Welke stakeholders zijn betrokken,
hoog, wordt de SOM-methodiek enthousiast
een tastbaar resultaat op. De projectorga-
welke issues spelen er, welke afspraken zijn
gevolgd en is er tijd voor workshops met
nisatie gaat dit niet beheren. Zodra een
gemaakt? Door te werken in één systeem, de
het omgevingsteam. Maar slechts eenmaal
project is afgerond en opgeleverd, nemen
omgevingsmonitor, dat wordt beheerd door
bekijken hoe de vlag er in de omgeving bij
andere partijen zaken als beheer en onder-
één persoon binnen het omgevingsteam,
hangt, is niet genoeg. Blijf ook in de uitvoe-
houd over. Het is van groot belang om deze
zorg je voor overzicht en daarmee voor rust.
ringsfase issues en stakeholders reviewen
partijen vroeg in het proces aan tafel uit
Een belangrijk onderdeel van de omgevings-
onder het motto: Altijd Nagaan, Nooit Aan-
te nodigen en hen actief bij het proces te
monitor zijn gespreksverslagen. Hoe groter
nemen (ANNA) en werk op basis hiervan de
betrekken. Zo kun je aan het einde van het
het project en het omgevingsteam, hoe meer
omgevingsmonitor bij. Houd ook klachten
project de overdracht gemakkelijker laten
je spreekt met allerhande stakeholders:
goed in de gaten. Die geven een goed beeld
verlopen én is de kans groter dat het project
bewoners, bestuurders, milieuverenigingen.
van de aandacht die een aannemer schenkt
wordt opgeleverd naar tevredenheid van
In de waan van de dag vergeet je nog wel
aan de omgeving.
zowel de projectorganisatie als de partijen
eens wat er precies is besproken. Twee of
die er verder mee aan de slag gaan.
drie jaar na dato is ook de sfeer en de emotie van een gesprek vervlogen. Het maken en documenteren van gespreksverslagen betaalt zich terug. 31
SOMSAMMAGACHTERGROND Jan Willem Westerweel
32
SOMSAMMAGACHTERGROND Jan Willem Westerweel
Passende samenwerkingsvormen in de waterketen
VORM VOLGT FUNCTIE EN AMBITIE
Ons land is een echt waterland. Dat vele water moet worden beheerd, gezuiverd, gebruikt en behouden. Die taken liggen bij verschillende partijen. Deze verspreide verantwoordelijkheid over hetzelfde water vraagt om samenwerking. Het beheer van de waterketen is een belangrijke pijler
van samenwerking. Voor een succesvolle samenwer-
binnen het Bestuursakkoord Water (BAW). Waterschap-
king moet een organisatie tenslotte bereid zijn een
pen, gemeenten en drinkwaterbedrijven hebben hierin
deel van de autonomie (en daarmee stuurbaarheid) of
vastgesteld dat door meer samenwerking winst te be-
resultaatsverwachting op te geven, in het vertrouwen
halen is op ‘de 3 K’s’: Kostenbesparing, verhoging van
er meer voor terug te krijgen. De keuze voor de samen-
de Kwaliteit van dienstverlening en vermindering van
werkingsvorm speelt een cruciale rol bij dit vertrouwen.
de Kwetsbaarheid. Winst ten opzichte van activiteiten in eigen beheer uitvoeren of zelfstandige uitbesteding
Zo’n
vijftig
samenwerkingsregio’s
in
Nederland
aan een marktpartij. Deze winst door samenwerking
maakten al een stevig begin met de invulling van het
speelt op veel beleidsterreinen. Niet voor niets nemen
Bestuursakkoord Water. In de meeste gevallen is een
gemeenten vaak aan zo’n twintig gemeenschappelijke
gezamenlijke netwerk- of projectorganisatie gevormd.
regelingen (GR) tegelijkertijd deel, en dat aantal neemt
Dat gaat niet altijd goed: een aantal regio’s loopt tegen
met de decentralisatie van taken verder toe. Samenwer-
de grenzen van ‘lichte samenwerkingsvormen’ aan. Er
ken kun je in vele vormen. Hoe kies je de vorm die het
is regelmatig sprake van ‘onderorganisatie’: samenwer-
beste past? Dit artikel biedt een afwegingskader voor
kingspartners hebben moeite om gemaakte afspraken
een afgewogen keuze voor samenwerking en vormge-
in praktijk te brengen. Plichtmatig overleg, onheldere
ving van de samenwerking in de waterketen.
verantwoordelijkheden, onvoldoende capaciteit voor het samenwerkingsverband, bestuurlijke afwezigheid
Meer weten over de vijf invalshoeken voor samenwerking? Ga naar pagina 51.
Vijf domeinen vragen bij samenwerking tussen organi-
of juist bestuurlijke drukte zijn andere symptomen van
saties expliciete aandacht: ambities, belangen, relatie,
de lichte samenwerkingsverbanden in de waterketen.
organisatie en proces. In dit artikel leggen we de nadruk op de factor organisatie.
Ook blijken lichte samenwerkingsvormen kwetsbaar in het licht van risicodeling en mededingingsregels. In
Organisatie
een toenemend aantal regio’s wordt daarom onderzoek
Organisatie van samenwerking brengt een aantal di-
gedaan naar meer passende samenwerkingsvormen.
lemma’s met zich mee. Hoe houd je een samenwer-
Daar zijn er nogal wat van, zowel publiekrechtelijk als
kingsvorm stuurbaar; bijvoorbeeld, hoe voorkom je
privaatrechtelijk. Hoe maak je daaruit nou de beste
een ‘democratisch gat’? Die dilemma’s raken het hart
keuze?
33
SOMSAMMAGACHTERGROND Jan Willem Westerweel
Vorm van samenwerken [aantal gemeenten] 0% 20% 40% 60% 80% 100% Kennisdelen Samenwerken aan projecten Netwerkorganisatie Programmaorganisatie Uitbesteding/federatief verband Gezamenlijke organisatiestructuur Figuur 1: Factsheet voortgang samenwerking afvalwaterketen voorjaar 2014
‘De coöperatie is vanuit zijn karakter een interessante optie: samen het beheer slimmer en goedkoper uitvoeren’
Uitgangspunt is dat de organisatievorm de functie, am-
een stichting naar een openbaar lichaam is een mooi
bitie en context volgt. Structuren kunnen niet klakke-
praktijkvoorbeeld. De waterschappen wilden meer in-
loos worden overgenomen op basis van benchmarks of
vloed hebben op de koers en beheersing van gezamen-
andere best practices. Ontwerpcriteria voor de samen-
lijke activiteiten en kregen in de nieuwe vorm allemaal
werkingsvorm die je kiest, volgen uit de samenwer-
een plek in het algemeen bestuur.
kingsstrategie en houden rekening met de specifieke interne en externe context van de organisatie(s).
Of toch beter privaatrechtelijke samenwerking? Er zijn ook praktijkvoorbeelden waarbij een bedrijfsma-
Publiekrechtelijke samenwerking gewenst?
tige uitvoering door samenwerking centraal staat. Pri-
Voor publiekrechtelijke samenwerking zijn controle en
vaatrechtelijke vormen zijn toegestaan als daarmee het
het democratisch gehalte van de activiteit belangrijke
openbaar belang beter wordt gediend. Motieven om te
motieven. Samenwerkingspartners in de waterketen
kiezen voor privaatrechtelijke samenwerkingsvarianten
kiezen nu vaak impliciet vanuit deze motieven voor
zijn: slagvaardigheid in taken die op afstand kunnen
lichte en flexibele vormen van samenwerking. Termen
plaatsvinden, flexibiliteit in het oprichten en opheffen,
als ‘netwerk, platform, strategische agenda, uitvoe-
of financiële of fiscale redenen. Privaatrechtelijke sa-
ringsprogramma, samenwerkingsovereenkomst, con-
menwerking kan laagdrempelig invulling krijgen door
venant’ passen bij deze lichte vorm.
afspraken uit een convenant in een dienstverleningsovereenkomst contractueel vast te leggen tussen over-
Een meer geformaliseerde, publiekrechtelijke samen-
heden. Argumenten voor het inrichten van een nieuwe
werking is mogelijk op basis van de Wet Gemeenschap-
samenwerkingsorganisatie zijn schaalvoordelen, grote
pelijk Regelingen (WGR). Een lichte regeling, centrum-
risico’s voor de individuele organisaties, integratie van
gemeenteconstructie,
orgaan,
de keten en het doorbreken van traditionele sociale
openbaar lichaam of bedrijfsvoeringorganisatie zijn
gemeenschappelijk
structuren of werkwijzen. Geformaliseerde privaatrech-
beschikbare samenwerkingsvarianten. De bedrijfsvoe-
telijke samenwerkingsverbanden tussen overheden
ringorganisatie is relatief nieuw: in juli 2014 werd een
zijn een stichting (voorbeeld Waternet), vereniging of
wetsvoorstel goedgekeurd voor deze nieuwe variant op
coöperatie, NV (drinkwaterbedrijven), BV (Aquario) of
het gemeenschappelijk orgaan, speciaal bedoeld voor
PPS-constructies (Delfluent). Zo heeft Aquario als over-
samenwerking op beleidsarme activiteiten. De bedrijfs-
heids-BV van Vitens en Wetterskip Fryslân gemeenten
voeringorganisatie is een lichtere variant van het open-
ontzorgd met doelmatig beheer en onderhoud van riole-
baar lichaam. Het belangrijkste verschil is dat het een
ring op basis van dienstverleningsovereenkomsten.
enkelvoudig bestuur heeft in plaats van een geleed be-
34
stuur. De zwaarte van het samenwerkingsverband kan
De coöperatie als organisatievorm is alles behalve
worden afgestemd op de aard van het gezamenlijk be-
nieuw, maar dient zich in het publieke domein steeds
lang. De recente transitie van Het Waterschapshuis van
meer aan als een nieuwe vorm voor de productie van
SOMSAMMAGACHTERGROND Jan Willem Westerweel
Afwegingskader samenwerkingsvormen Centrale vragen om samenwerking af te wegen
Alternatieven voor samenwerking
1
NEE
Is de activiteit duidelijk te definiëren en ontkoppelbaar van andere activiteiten? 2
JA JA
Is de activiteit organisatiespecifiek enof van strategisch belang om vanuit de individuele organisatie uit te voeren? NEE
3
NEE JA
Vertrouwen dat (per saldo) winst op de drie K’s door samenwerking te realiseren is? 4
Of activiteit in eigen beheer?
JA
JA
NEE NEE
Gezamenlijke ambitie en alignment tussen de strategie van ieder van de samenwerkingspartners en de strategie van de samenwerking?
Of uitbesteden aan de markt?
JA
5
Ontwerpcriteria en voorwaarden voor een interne en externe fit van de organisatiestructuur?
Opties en motieven voor samenwerkingsvormen Lichte samenwerking of regeling
Centrumgemeente
Gemeenschappelijk orgaan
Bedrijfsvoeringorganisatie
Openbaar lichaam
• Synergie door samenwerking onderkend, breder dan alleen schaalvoordelen • Politieke en maatschappelijke context vraagt directe mogelijkheid tot bestuurlijke sturing
• Laagdrempelig • Overlegstructuur in een netwerkmodel, bevoegdhedenovereenkomst, convenant, lichte gemeenschappelijke regeling • Voorbeeld: Platform Water Vallei en Eem
• Schaalvoordelen mogelijk door bundeling en mandatering • Ontzorging van kleine gemeenten op diverse taken in de waterketen • SAmen en Toch Apart (SETA) -/coöperatiemodel zijn alternatieven
• Gemeenschappelijk overleg- of adviesorgaan voor afstemming op één bepaald beleidsterrein • Algemeen bestuur • Personeel gedetacheerd in nieuwe organisatie zonder rechtspersoonlijkheid • Voorbeeld: Regio Stedendriehoek, gericht op planontwikkeling
• • • •
Gedelegeerd enkelvoudig bestuur Keuze voor langdurige samenwerking Rechtspersoonlijkheid Slagvaardigheid in bedrijfsmatige activiteiten • Wetsvoorstel nog in behandeling
• • • •
Privaatrechtelijk
Contract
Stichting
Vereniging/coöperatie
Overheids NV/BV
PPS
• Bestuursovereenkomst (incl DVO/ SLA) • Laagdrempelig • In de uitvoeringspraktijk in de waterketen vaak detaillering van afspraken in een lichte regeling
• Gericht op bepaald (ideëel of sociaal) doel van de stichting • Gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie waarvoor jaarlijks begroting wordt vastgesteld door bestuur • Bestuur gevormd vanuit opdrachtgevers • Mandaatmodel mogelijk • Kent geen leden, evt. winst in te zetten voor doel van de stichting • Voorbeeld: Waternet
• Algemene ledenvergadering benoemt het bestuur van de vereniging/ coöperatie: • Gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie waarvoor jaarlijks begroting wordt vastgesteld door bestuur • Bevordering van de materiële belangen van haar leden • Bij een coöperatie zijn leden eigenaar en ook leverancier, werknemer of klant
• Gericht op belangen aandeelhouders • DVO per afnemende partij • Flexibiliteit in aangaan, inrichten en opheffen • Bedrijfsmatige aanpak op afstand van bestuur, prijs-kwaliteit leidend. • Kan een RvC hebben met bestuurders (pettenprobleem aandachtspunt) en/ of ‘externen’ • Voorbeeld: Aquario BV, drinkwaterbedrijven (NV)
• Kracht van de markt wordt betrokken • Alternatieve mogelijkheden voor financiering en risicospreiding • Mogelijkheden tot vermarkten van kennis en producten • Voorbeeld: Delfluent
Publiekrechtelijk
Onderbouwing vereist waarom privaatrechtelijke vorm maatschappelijk belang beter dient dan publiekrechtelijk: • Vraagt geen directe mogelijkheid tot bestuurlijke sturing • Ruimte voor bedrijfsmatige aanpak • Flexibiliteit bij inrichten en opheffen • Financiële/fiscale redenen
Geleed bestuur, bestuurlijk karakter Keuze voor langdurige samenwerking Rechtspersoonlijkheid Voorbeeld: Waterschapsbedrijf Limburg, Energiefabriek, Het Waterschapshuis
Figuur 2: Afwegingskader voor samenwerkingsvormen
maatschappelijke waarde. De coöperatie is vanuit
van de samenwerkingsactiviteit met andere activitei-
zijn karakter (‘voor de leden’) een interessante optie:
ten, zijn er soms beheersmaatregelen/voorwaarden
samen het beheer slimmer en goedkoper uitvoeren.
waardoor samenwerking toch mogelijk is.
Afgewogen keuze
2. Is de activiteit organisatiespecifiek en/of van strate-
De ambities bij samenwerking bepalen dus in belang-
gisch belang om vanuit de individuele organisatie uit te
rijke mate de ontwerpkeuzes van de samenwerking.
voeren?
Bovenstaand afwegingskader geeft richting aan een
Veel activiteiten in de waterketen zijn niet organisatie-
afgewogen keuze voor samenwerking en vormgeving
specifiek en lenen zich voor opschaling en samenwer-
van de samenwerking.
king. Rioleringsbeheer onderscheidt zich in de regel weinig van dat in omliggende gemeenten. Wel kan het
1. Is de activiteit duidelijk te definiëren en ontkoppelbaar
een strategische afweging zijn een activiteit in eigen be-
van andere activiteiten?
heer óf in samenwerking uit te voeren. Deze vraag raakt
Dit is een cruciale vraag in de waterketen, waarbij de
de aspecten ambitie en belangen in samenwerking.
meningen verschillen over ‘ontkoppelbaarheid’ van activiteiten. Gemeenten willen de samenhang tussen
3. I s er vertrouwen dat (per saldo) winst op de drie K’s
onderhoudswerkzaamheden aan de riolering met de
door samenwerking te realiseren is?
openbare ruimte blijven borgen. Schaalvergroting door
Kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid verdienen integrale
bundelen mag niet leiden tot desintegratie(-kosten)
afweging. Bij kosten gaat het om de kostprijs, desinte-
van activiteiten. Bij het zuiveringsbeheer door de
gratiekosten en de coördinatiekosten. Kwaliteit hangt
waterschappen geldt dat de beleidsbeslissingen ver-
vaak nauw samen met het ambitieniveau en de rol die
band houden met wettelijke verantwoordelijkheden
samenwerking daarin kan spelen. Het criterium kwets-
van de waterschappen voor het watersysteem en de
baarheid vraagt afweging of de activiteit, maar ook de
waterkwaliteit. Ook als sprake is van sterke samenhang
organisatie zelf, minder (of juist meer) kwetsbaar wor35
SOMSAMMAGACHTERGROND Jan Willem Westerweel
den door samenwerking. In een verkennende fase van samenwerking gaat het om een integrale afweging die vertrouwen geeft om de samenwerking verder uit te werken. Na de initiatieffase zal het vertrouwen moeten worden getoetst door de uitwerking van een businesscase, het passende schaalniveau en het ontwerp van de samenwerking. 4. Is er een gezamenlijke ambitie en alignment tussen de strategie van alle samenwerkingspartners en de strategie van de samenwerking? Een gezamenlijke inhoudelijke ambitie is de kurk waar iedere samenwerking op drijft. Deze ambitie moet expliciet worden gemaakt door de samenwerkingpartners, zodat ook de bijbehorende samenwerkingsstrategie kan worden opgesteld. In de waterketen gaat het daarbij om (ambitie)vragen als: wat is de ambitie van de samenwerkingspartners als je kijkt naar de verschillende ontwikkelingen (zoals opschaling en integratie van activiteiten) en innovatiemogelijkheden (zoals het winnen van energie en grondstoffen)? De strategische ambitie van de samenwerkingspartners moet helder zijn om verstandig over de passende vorm te kunnen besluiten. 5. Zijn er ontwerpcriteria en -voorwaarden voor een inter-
zien. Ontstaan er integrale waterketenorganisaties of
ne en externe fit van de organisatiestructuur?
zelfs watercyclusbedrijven? En bij het vermarkten van
Een heldere keuze van ontwerpcriteria volgend uit de
energie en grondstoffen uit afvalwater komt een over-
strategie en ambities van de samenwerkingspartners
heidsorganisatie vroeg of laat beperkingen tegen. Met
draagt bij aan de keuze voor een passende samenwer-
toekomstscenario’s kunnen de ontwikkelrichtingen
kingsvorm. De ontwerpcriteria en -voorwaarden voor
worden doordacht en diverse samenwerkingsvormen
het samenwerkingsverband kunnen betrekking heb-
op de scenario’s worden getoetst op toekomstbesten-
ben op de drie K’s, maar ook worden aangevuld met
digheid en ambitie.
criteria als zeggenschap, uitbreidingsmogelijkheden en risico’s. Is directe bestuurlijke betrokkenheid nodig,
Samenwerkingspartners kunnen zo een gezamenlijke
of is er vooral sprake van (beleidsarme) bedrijfsmatige
adaptieve ontwikkelingsstrategie voor de organisatie
activiteiten die op afstand kunnen plaatsvinden?
van de waterketen vormgeven.
Inzicht nodig in ambities Wat is dan die meest passende samenwerkingsvorm in de waterketen? Om antwoord te kunnen geven op deze vraag, is er inzicht nodig in de ambities van de samenwerkingspartners en de ontwikkelingen in de waterketen. Die kunnen leiden tot verschillende scenario’s. Gezien de dynamiek in de waterketen valt moeilijk te voorspellen hoe deze er over tien of twintig jaar uit zal 36
SOMSAMMAGCOLUMN Pieter Arends
Iedere coalitievorm is goed, maar wat is de juiste? Wij adviseurs achterhalen in projecten graag ‘de vraag achter de vraag’. Wat speelt er echt? Wat is er nodig om tot een oplossing te komen? Maar niets menselijks is ons vreemd: we hebben vaak wél onze eigen bril op. Een echte organisatieadviseur maakt van een
Zie dan maar tot een gedeelde ambitie te
lang geleden hielp ik een opdrachtgever een
klantvraag een organisatieadvies. Een omge-
komen; een belangrijke voorwaarde voor
proces te faciliteren waarin zij met een deel
vingsmanager ziet er Strategisch Omgevings-
samenwerking. Toch geldt dat het steeds
van de potentiële samenwerkingspartners
management in. En houdt een collega zich
gebruikelijker is om samen met andere
wilde verkennen wat de ambities van die
vooral bezig met samenwerkingskunde, dan
organisaties doelen te bereiken. Dat is slim,
samenwerking zouden moeten zijn. In plaats
is het ineens een samenwerkingsvraagstuk.
efficiënt en leidt tot minder traditionele
van dat open minded op te tekenen, was
oplossingen. Ik ben er helemaal voor. Het
de opdrachtgever aan het bedenken wat de
Helder krijgen en houden om welk type
is verstandig om de omgeving te verkennen
eigen bestuurder er van zou vinden. Wellicht
vraagstuk het gaat, vraagt scherpte. In de
op zoek naar partners. Maar voorkom dat
is dat een rol die zij negentig procent van
markt van verkeer en vervoer, waar ik veel
relevante partijen als vanzelf stakeholders
de tijd moet invullen, maar op dat moment
in werk, gaan vragen bijvoorbeeld over de
worden in plaats van gelijkwaardige sa-
even niet. Het is ook maar de vraag of het
aanleg van infrastructuur. Dat betekent een
menwerkingspartners. Het is belangrijk een
plaatsvervangend bestuurlijk denken helpt
constellatie met mede-overheden, belangen-
bewuste keuze te maken over welke coali-
om tot samenwerking te komen. Want hoe
partijen, inwoners, bedrijven en aannemers.
tievorm wordt ingezet. Alle vormen zijn als
kun je open staan voor de ander als je vooral
‘Laten we het samen doen’ is een voor de
principe goed, maar welke de juiste is, hangt
de hele dag zit te puzzelen op wat jouw baas
hand liggend credo, maar eerlijk gezegd
af van de context en van wat je wilt bereiken.
ervan vindt?
waarin echt wordt samengewerkt. De eerste
Het scherp houden van de gewenste coalitie-
In het artikel op pagina 46 van dit magazine
‘partners’ uit het rijtje blijken niet zozeer
vorm heeft ook te maken met rolvastheid. Het
wordt het Spectrum van Coalitievorming
samenwerkingspartners, maar stakeholders
is belangrijk jezelf steeds de vraag te stellen
verder uitgewerkt. Het helpt om dit spectrum
die worden betrokken via het omgevingsma-
vanuit welke rol je in de wedstrijd zit en
voor ogen te houden en er naar te handelen.
nagement. De aannemer is opdrachtnemer.
daar duidelijk over te zijn. Ook omdat rollen
Wil je regisseren, partneren of faciliteren?
En samenwerken? Dat maakt het alleen maar
kunnen wisselen. Dan kan het lastig zijn een
Begrijp me goed, alle drie is goed; kies wat
moeilijker om regie te houden op het project
regisserende rol los te laten, omdat er een
past bij de opgave. En vooral: practice what
en het tijdig en binnen budget op te leveren.
andere rol moet worden ingevuld. Niet zo
you preach.
ken ik geen enkel infrastructureel project
37
SOMSAMMAGINTERVIEW
38
SOMSAMMAGINTERVIEW
Roelof Benthem en Hans van Zijst 39
SOMSAMMAGINTERVIEW
Roelof Benthem en Hans van Zijst over SOM bij projecten en programma’s
ZOEK DE VERSCHILLEN
tastbaar projectresultaat, maar waarbij vooraf gestelde doelen moeten worden behaald. Daar rijst de vraag: is SOM hetzelfde binnen projecten en programma’s, of
G
een andere manier te werk? Daar buigen Roelof Benthem, partner bij Twynstra Gudde, en Hans van Zijst, partner bij WesselinkVanZijst, zich over. Benthem en Van Zijst hebben beiden jarenlange ervaring in het opzetten en begeleiden van SOM bij projecten; begonnen binnen grote infraprojec-
oed kijken naar de belan-
ten, nu ook betrokken bij program-
gen van en communiceren
ma’s. Een fascinerend vak, vinden zij.
met je omgeving is van
cruciaal belang bij het laten
40
spelen er andere issues, ga je op
Van Zijst: “Bij Strategisch Omgevingsmanagement gaat het om mensen, om
slagen van een project. In samen-
belangen, om emoties. Ga maar na:
werkingstermen noemen we dat
de aanleg van een nieuwe snelweg
Strategisch Omgevingsmanage-
raakt bijvoorbeeld heel veel mensen.
ment (SOM). Al jaren gemeengoed
Bij de uitvoering van zo’n project
in grote, complexe infrastructurele
loop je tegen veel belangen aan. De
projecten. Inmiddels is SOM ook
één maakt zich zorgen om de waarde
onderdeel van projecten op andere
van zijn woning, de ander over de
beleidsterreinen zoals de zorg en
toegankelijkheid van zijn bedrijf,
de politie. En we zien het terug bij
bewoners over het wel of niet slopen
de uitvoering van programma’s,
van hun huis. Een strategisch omge-
waarin het niet zozeer gaat om een
vingsmanager wil komen tot de best
SOMSAMMAGINTERVIEW
Projecten en programma’s: een wezenlijk verschil Een project is gericht op het opleveren van een concreet resultaat. Iets dat je kunt omschrijven of kunt beetpakken: een huis, een nieuwe snelweg, een nieuw werkend informatiesysteem. In een project kunnen verschillende partijen als partner samenwerken. Een programma is gericht op het bereiken van bepaalde doelen: een grotere klanttevredenheid,
minder
armoede
in
achterstandswijken, een nieuw zorgsysteem. Een programma bestaat vaak uit veel deelprojecten en activiteiten van de betrokken organisaties.
“Programmamanagers zitten niet met provincie x, boer y, of gemeente z om tafel”, vertelt Benthem. “Zij zitten als het ware ‘boven’ projecten te sturen. Zij moeten ervoor zorgen dat het programma uiteindelijk zijn doelen realiseert. Dat is een hele andere opgave.
Verschillen
En dus zijn de missie, de wereld, de
Het vak van een omgevingsmanager
doelstellingen en de belangen waar
omvat dus veel. Het heeft alles te
een programmamanager tegenaan
maken met hoe mensen met elkaar
loopt anders dan die van een project-
omgaan. Binnen Rijkswaterstaat
manager.”
bestaat de functie nu een jaar of acht. Twynstra Gudde houdt zich er
Verzameling activiteiten
sinds 2005 volop mee bezig. SOM is
Een programma leidt uiteindelijk
ontwikkeld voor gebruik in projec-
vaak tot een aantal projecten, maar
ten en vooral groot geworden in de
bestaat ook uit veel activiteiten waar
denkbare oplossing, met zorgvuldige
infrawereld, maar wordt ook steeds
de omgeving last of lusten van heeft.
afweging van ieders belang. Dat kan
vaker ingezet binnen programma’s.
Benthem: “Denk aan de hervormin-
alleen maar door in dialoog te gaan.
Tot voor kort maakten Benthem en
gen in de zorg die op dit moment
Door écht willen begrijpen hoe groot
Van Zijst in hun manier van werken,
spelen. Een programma dat enorm
de belangen zijn. Oprechte interesse
en in het trainen van mensen, niet
veel impact heeft op ‘de omgeving’:
te tonen. Door niet aan tafel te gaan
specifiek onderscheid tussen projec-
Nederland. Voordat de wijzigingen
zitten met degenen die het hardst
ten en programma’s. SOM heeft voor
daadwerkelijk in projecten worden
schreeuwen, maar met mensen die je
beide dezelfde filosofie en hetzelfde
doorgevoerd, wordt er beleid gemaakt
het hardst nodig hebt. Je moet samen
stappenplan. De context is hooguit
op het departement in Den Haag. Een
het vertrouwen hebben dat de beste
anders, vonden zij. Totdat zij uit het
verzameling activiteiten. De betrok-
oplossing gezocht wordt. Alles draait
veld steeds vaker hoorden dat er wel
kenen praten daarvoor op een ander
om belangen en vertrouwen.”
degelijk verschillen zijn.
niveau met andere partijen. 41
SOMSAMMAGINTERVIEW
42
SOMSAMMAGINTERVIEW
De omgevingsmanager maakt in wezen een scan: wat veroorzaakt de voorgestelde wijziging straks? Wie wordt er geraakt? Voor wie veranderen er dingen? Vervolgens kijkt de manager goed naar de stakeholders Strategisch Omgevingsmanagement
en bepaalt wat de belangrijkste sta-
Omgevingsmanagement is het geheel van
keholders op programmaniveau zijn.
acties die je onderneemt om de belangen
Vervolgens bedenkt de omgevingsma-
van je omgeving af te wegen tegen jouw be-
nager: hoe moet ik sturen, zó dat de
lang. Je zet het in bij projecten of program-
projecten straks in de uitvoering goed
ma’s die spelen in ‘de volledig bestemde
gaan lopen?”
gebruiksruimte van ons land’, dus waarbij veel mensen betrokken zijn of geraakt wor-
Veel draait dus om het niveau waar-
Programmamanager of omgevings-
den. Denk aan een dijkverzwaringsproject
op en om de fase waarin activiteiten
manager?
met betrokken partijen als bewoners, boe-
spelen. Wat kan een omgevings-
Heeft een programma dan eigenlijk
ren, grondeigenaren, provincie, gemeenten,
manager nu het beste doen binnen
wel een omgevingsmanager nodig? Is
Rijkswaterstaat, waterschappen. Dan is het
programma’s? Benthem en Van Zijst
een programmamanager niet genoeg?
nodig om alle partijen te horen, belangen te
zijn eensgezind. “Een omgevingsma-
Die discussie hadden Benthem en Van
begrijpen en goed te blijven communiceren.
nager binnen programma’s moet echt
Zijst wel eens met een opdrachtgever.
Strategisch Omgevingsmanagement is een
van bovenaf sturen op activiteiten
Voor hen is het antwoord duidelijk.
methode van omgevingsmanagement die je
en projecten. Als er issues spelen die
“Dat hangt volledig af van aard en
toepast aan de voorkant, aan het begin van
voor afzonderlijke projecten hetzelfde
omvang van het project. Een omge-
een project. Wanneer er nog keuzes zijn in
zijn, dan moet hij erop sturen dat ze
vingsmanager op programmaniveau
het bepalen van de best denkbare oplossing
gezamenlijk worden opgepakt. Los
kán essentieel zijn voor het succes
met afweging van ieders belang. Waarbij het
issues het liefst binnen projecten
van een programma, zeker als dat
wel van belang is dat je Strategisch Omge-
op. Schaal pas op als ze cruciaal zijn
complex is door een veelheid aan
vingsmanagement óók tijdens en na een
voor het programmamanagement.
doelstellingen of actoren. Hij of zij
project of programma blijft toepassen.
Op programmaniveau kun je vaak
kan sturen op samenhang tussen pro-
meer dingen regelen, efficiënter ook.
jecten. Zo kom je tot een echte co-pro-
Een omgevingsmanager:
Op belangrijke zaken bijschakelen
ductie, tot echt goed samenwerken.
- verbindt de buitenwereld proactief met de
bijvoorbeeld, een aanpak centraal
Maar let dus wel: de wereld van een
aanpassen, manoeuvreren. Of meer
omgevingsmanager van een program-
samenhang krijgen in hoe je met de
ma is wel degelijk anders dan die
omgeving en met elkaar omgaat.
van een omgevingsmanager van een
Je kunt gezamenlijke uitgangspunten
project. Dat heeft de tijd geleerd. Heel
bepalen voor elk afzonderlijk
veel SOM-instrumenten zijn echter
project.”
ook bruikbaar in deze wereld.”
binnenwereld van een project of programma - denkt en werkt vanuit belangen in plaats van standpunten - bouwt en onderhoudt relaties met relevante stakeholders - agendeert issues en lost deze op.
43
SOMSAMMAGINTERVIEW
44
SOMSAMMAGINTERVIEW
45
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
Opgelet! Gewijzigde situatie
ADAPTIEF SAMENWERKEN IN VERSCHILLENDE COALITIES ‘Delen is het nieuwe hebben’, ‘klein is het nieuwe groot’ en ‘tijdelijk is het nieuwe permanent’. Allemaal slogans die gerelateerd zijn aan de transitie naar een energieke samenleving. Een samenleving waarin individuen en partijen zich organiseren in netwerken en zelf initiatief nemen. Het Spectrum van Coalitievorming geeft houvast bij het werken op het grensvlak van bestaande organisaties en nieuwe netwerken. Het is een nieuwe werkelijkheid waarin organisaties
lijke vraagstukken. Hoe kunnen we de grenzen tussen
hun doelen niet meer alleen kunnen bereiken. Een
partijen verleggen en vervagen en misschien ook een
veelbelovende manier om hierop in te spelen, is het
beetje vergeten? Met andere woorden: hoe kunnen we
bouwen van coalities. Coalities die gebaseerd zijn op
coalities vormen van diverse organisaties?
vertrouwen en die kunnen meebewegen met veranderende omstandigheden. Welke verschillende coalities
Een nieuw samenspel
zijn te herkennen? En hoe kunnen we een passende rol
Publieke, private en maatschappelijke organisaties bie-
en aanpak kiezen?
den elk unieke waarden en brillen bij vraagstukken in de samenleving. De publieke sector zorgt voor rechtma-
46
Samenwerking over de grenzen van organisaties heen is
tigheid en legitimiteit en stelt zichzelf telkens de vraag:
geen vanzelfsprekendheid. Sinds we samenwerken zijn
hoe blijft het verantwoord? De private sector staat voor
gaan professionaliseren in organisaties, afdelingen,
efficiëntie en effectiviteit en stelt daarbij de vraag: hoe
sectoren, domeinen en projecten, hebben we ook gren-
kan het goedkoper? De maatschappelijke sector gaat
zen getrokken. Binnen deze grenzen hebben we een
voor aandacht en eigen kracht en is begaan met de
eigen taal, kaders, cultuur en werkwijze ontwikkeld.
vraag: hoe kunnen mensen het zelf? Wanneer we deze
We voelen drempels om naar buiten te gaan, omdat het
invalshoeken waarderen en bij elkaar weten te brengen
daar anders werkt en we niet kunnen vertrouwen op
in een coalitie, zijn we beter in staat om taaie maat-
ons bekende repertoire. Terwijl we juist met het leggen
schappelijke opgaven aan te pakken en maatschappe-
van relaties en verbanden over de grenzen heen, als
lijke meerwaarde te creëren. Dit nieuwe samenspel van
het ware een verlengstuk creëren van onze eigen ken-
partijen gaat niet om een geforceerd beroep op markt-
nis en kunde. Op de grensvlakken ontstaan bovendien
werking en zelfredzaamheid, maar om een beweging
eerder vernieuwende oplossingen voor maatschappe-
van onderop. Een beweging op basis van de drijfveren
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
en voorwaarden van ondernemers en burgers om zelf
Adaptief samenwerken in verschillende coalities
maatschappelijke meerwaarde te creëren. Besluitvormingsgerichte coalitie
Samenwerkingsgerichte coalitie
Netwerkgerichte coalitie
Voor bestaande organisaties betekent dit dat zij veel meer open moeten staan voor andere organisaties en initiatieven van buiten. Niet alleen zelf beleidsdoelstellingen formuleren en onderzoeken wie daarbij kan helpen, maar ook kijken wat er buiten leeft en daarop aan-
institutie centraal
sluiten. Dit betekent dat organisaties hun autonomie
regisseren bestaande arena
voor een deel opgeven en de daarmee gepaard gaande risico’s en onzekerheden accepteren. Niet de interne politiek, maar de externe dynamiek zal leidend zijn.
collectief centraal
individu centraal faciliteren spontane arena
partneren nieuwe arena
Kan ik een coalitie vormen met een harde kern van eigenaren rond mijn initiatief?
Kan ik in de coalitie meer invloed uitoefenen dan daarbuiten?
Jack Welch was twintig jaar de topman van General Electric en transformeerde het bedrijf van een bureaucratisch kolos in een dynamische en flexibele organisatie, waarin grenzen vervaagden en de marktwaarde met vele miljarden groeide. Hij benadrukt de noodzaak voor verandering met zijn uitgesproken stelling: “If
Hoe kan ik de ambitie van mijn organisatie realiseren in afstemming met betrokkenen?
Hoe kan ik samen met partners sterker staan om onze ambities waar te maken?
Hoe kan ik initiatieven aanboren en versterken om ook mijn eigen ambities te voeden?
Martine de Jong, mjg@tg.nl, 06 - 10 90 00 28
Figuur 1: Spectrum van Coalitievorming
change is happening on the outside faster than on the inside, the end is in sight”.
den. Een coalitie is een groep mensen of organisaties die iets willen bereiken rond een opgave of kans. De
Als antwoord op deze ontwikkelingen, vormen indi-
ambitie is de brandstof voor de coalitie. De belangen en
viduen en organisaties steeds meer netwerken. Na
verlangens vormen de drijfveren. Zonder ambitie kent
projectmanagement, programmamanagement en pro-
een coalitie geen verbinding en beweging. Het gaat
cesmanagement zijn netwerken nu populair. Het lijkt
telkens om de vraag of je samen meer kunt bereiken
de panacee voor elke opgave en voor elke organisatie.
dan alleen. En daarin gaat het om interactie (belangen,
Aanvullende termen als samenwerken, participatie,
waarden, relaties en emoties) en om betekenisgeving
adaptief, responsief en eigen kracht buitelen over el-
(kennis, creativiteit, ervaring en ontwerp). In een suc-
kaar heen. Met daarachter toevoegingen als 2.0 of 3.0
cesvolle coalitie wordt daarom aandacht besteed aan
om aan te geven hoe vernieuwend je bent. Welke be-
zowel inhoud als proces.
tekenis kunnen we aan al deze woorden en specificaties geven? De spraakverwarring is groot en het roept
Er zijn grofweg drie verschillende soorten coalities te on-
veel vragen op over de aanpak. Is het vormen van een
derscheiden: besluitvormingsgerichte coalities, samen-
netwerk altijd de juiste oplossing? Wat zijn de alterna-
werkingsgerichte coalities en netwerkgerichte coalities.
tieven? Kan een publieke partij wel een gelijkwaardige
Hiermee duiden we de bestaande en nieuwe werkelijk-
samenwerking aangaan met andere partners? En wat
heid, om er vervolgens mogelijke handelingsrepertoires
zijn institutionele reflexen die belemmerend werken
aan te kunnen koppelen. Wanneer we ons bewust zijn
voor initiatieven van buiten? In dit artikel geven we een
van de positie van onze organisatie in verschillende co-
overzicht van de verschillende vormen waarin maat-
alities, kunnen we ook een passende rol en aanpak vin-
schappelijke, private en publieke organisaties met el-
den, zodat we een betrouwbare en effectieve samenwer-
kaar een coalitie kunnen vormen.
kingspartner zijn. De ene coalitievorm is niet beter dan de andere. De coalities zijn categorische labels en heb-
Spectrum van Coalitievorming
ben in de praktijk een vloeibaar karakter. We geven een
In een combinatie van theorie en praktijkervaring heb-
uitgebreide beschrijving per coalitievorm. Beredeneerd
ben we het Spectrum van Coalitievorming ontwikkeld
vanuit bestaande organisaties schetsen we telkens de
om de context van samenwerkingsopgaven beter te dui-
bijbehorende kenmerken, rollen en interventies.
‘ Regisseren en faciliteren kunnen naast elkaar bestaan’
47
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
Besluitvormingsgerichte coalities: ambitie bepaalt
samenwerken in verschillende coal Adaptief coalitie Eén of enkele organisaties hebben een uitgespro-
Besluitvormingsgerichte coalitie
ken ambitie die zij willen realiseren in afstemming
Samenwerkingsgerichte coalitie met anderen, vanuit een regisserende rol in een bestaande arena van stakeholders.
Kenmerken
Aan de linkerzijde van het spectrum zijn de op besluitvorming gerichte coalities gepositioneerd. Hierbij gaat het om één of enkele partijen die een vraagstuk of oplossingsrichting naar voren brengen. Zij hebben een sterke ambitie en voelen vaak ook de urgentie om hiermee aan de slag te gaan. Hun ambitie heeft ook impact op partijen en personen buiten hun eigen organisatie. Hun ambitie bepaalt daarom welke partijen worden uitgenodigd om mee te werken en samen de -
institutie centraal
regisseren Processchema ande arena besta
vaak formele - coalitie vormen. Meestal is er sprake van een onderlinge hiërarchie tussen de partijen. De posi-
collectief centraal
tie van een gemeente, zorginstelling of energiebedrijf is vaak sterker dan die van de betrokken organisaties,
partneren met ondersteuning van een communicatieadviseur. arena nieuwe
bewoners, patiënten of klanten. Vaak begeleidt een projectmanager of omgevingsmanager deze coalitie,
Het proces wordt vooraf gestructureerd met duidelijke participatie- en besluitvormingsmomenten. Het eige-
Kan ik in de coalitie meer invloed uitoefenen dan daarbuiten?
naarschap wordt niet gedeeld en het zijn de oorspronkelijke partijen die de verschillende belangen wegen, de koers bepalen en uiteindelijk de knoop doorhakken. Dit type coalitievorming is geschikt voor ingrepen die van overheidswege of vanuit een specifieke organisatie gewenst zijn en ook voor een groot deel door hen bepaald en betaald kunnen worden. De aanleg van een
Organisatierol Hoe kan ik de ambitie van mijn organisatie realiseren in afstemming met betrokkenen?
warmtenet, de verbreding van een weg of de (ver)bouw van een groot bedrijfspand worden vaak in deze coalitievorm aangepakt. van deze coalitievorm Hoe kan Het ik voordeel samen met partners is dat de regisserende partij of partijen op een gestruc-
sterker staan om onze ambities waar te maken?
tureerde manier kunnen sturen op een breder gedragen resultaat dat sneller en beter tot stand komt, dan zonder coalitievorming.
Deze besluitvormingsgerichte coalities maken veelal
Martine de Jong, mjg@tg.nl, 06 - 10 90 00 28
onderdeel uit van een meer institutionele en politieke context. Woorden als mandaat, positie, draagvlak, bevoegdheid, kaders, richtlijnen, derden en afstemming worden gebruikt. Voorspelbaarheid is belangrijk om
Figuur 2: Besluitvormingsgerichte coalitie 48
het proces, de risico’s en de verwachtingen te mana-
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
gen. Vooraf gedefinieerde resultaten en mijlpalen in de
verkleinen we de kans dat we ideeĂŤn, perspectieven,
planning zijn de maatstaf voor succes. Tijd is nadruk-
oplossingen of partijen over het hoofd zien en weer een
kelijk een afspraak en een middel om de druk te verho-
stap terug moeten doen in het proces. Vergelijkbaar
gen. Regie en overzicht hebben, afspraken vastleggen,
geldt ook dat de partijen eerst waarde moeten creĂŤren
je positie kennen, het vertegenwoordigen van jouw
voordat zij deze kunnen verdelen. Het vergroten van de
organisatie en het houden aan de regels is belangrijk.
taart is een bekende term om te komen tot deals en pak-
Transparantie, besluitvaardigheid en urgentie zijn suc-
ketten waar meer winst uit valt te halen.
cesfactoren in deze coalitievorm, die gericht is op het in
Binnen
stappen convergeren naar een eindbesluit. Monitorend kwadrant
De formele wereld met procedures is vaak leidend ten
samen
7 Conflictoplossend onderhandelen
w
interne organisatie
Een andere valkuil is een grijs compromis als uitkomst
holders
3 Identificeer/ analyseer standpunten
3 Overdragen
2 Bewijsvoering
op anderen
4 Strategie per
6 Construerend
stakeholder bepalen
onderhandelen
Uitvoerend kwadrant
van een proces. Met een compromis sluiten partijen
en belangen
verzamelen
falen. Een veel voorkomende valkuil is uitstelgedrag; tijd kopen om later pas tot overeenstemming te komen.
issues/stake-
methode
en erk de
Voorbereidend
en monitoren
rtijen
Uitvoerend
afspraken
1 Etaleren
4 Verankeren
pa
en vroegtijdig stoppen voelt in dit soort coalities als
2 Inventariseren
8 Verankeren en monitoren
trokken partijen communiceren veel schriftelijk en worden bewezen. Fouten moeten voorkomen worden
1 Doelen stellen
procedures
opzichte van de informele wereld van de relaties. Bevertrouwen elkaar niet bij voorbaat. Dat moet eerst
Voorbereidend kwadrant
9 Evalueren werkwijze en aanpassen
5 Effectief en resultaatgericht dialoog starten
om strategische redenen een overeenkomst, zonder te
Buiten
zoeken naar een echte win-winsituatie of het duurzaam
Figuur 3: Model Strategisch Omgevingsmanagement
Analytisch/controlerend kwadrant
oplossen van het probleem. De kunst is om te komen tot consensus; een oplossing waarin iedereen meerwaarde
Strategisch Omgevingsmanagement (SOM)
ziet ten opzichte van de huidige situatie of een onge-
Strategisch Omgevingsmanagement (SOM) is een aanpak die wordt ingezet in een besluitvor-
wenste toekomstige situatie. Met deze coalitievorm is
mingsgerichte coalitie. SOM is gebaseerd op de Mutual Gains Approach (MGA). De kern van
al veel ervaring opgedaan en is ook nog veel winst te
MGA is het verbinden van belangen op basis van een zorgvuldige voorbereiding van een dialoog
behalen. Door je met oprechte interesse te verdiepen in
en onderhandeling met de omgeving. De dialoog vindt plaats op basis van belangen en niet op
elkaars belangen en te zoeken naar een oplossing die
basis van standpunten. In de onderhandeling wordt gezocht naar winst, of het beperken van
hier recht aan doet. Wanneer de informele wereld meer
verlies, voor belanghebbenden. Het op deze wijze verbinden van belangen vraagt een duurzame
aandacht krijgt, kan de formele wereld eerder als hulp
relatie op basis van vertrouwen, een open houding, oprechte interesse in elkaar en de wil om er
dan als frustratie worden ervaren. Belangrijke interven-
samen uit te komen.
ties in deze coalitievorm zijn stakeholderanalyses, issueanalyses, kosten-batenanalyses, onderhandelen en
De kernvragen in dit model zijn:
mediation. Het is vaak lastig, maar wel cruciaal om de
1. Doelbepaling: wat willen we bereiken met stakeholdermanagement, wanneer moet het klaar
persoon en het probleem van elkaar te scheiden bij een onderhandeling. Zo kan hard op het probleem en zacht op de persoon worden onderhandeld. Wat ook helpt is om meerdere alternatieven te genereren en objectieve criteria te formuleren waar het eindresultaat aan moet
zijn en wat hebben we daarvoor over? 2. Stakeholder- en issueanalyse: wat zijn de onderwerpen waarover potentieel verschil van mening kan bestaan? Welke standpunten en belangen hebben partijen bij deze onderwerpen? 3. Bepalen van de oplossingsruimte: welke ruimte is er voor dialoog en onderhandeling, om recht te doen aan de belangen die geraakt worden?
voldoen.
4. Strategiebepaling en procesontwerp: met wie op welk moment, op welke manier, waarover
Onder andere Lawrence Susskind, grondlegger van
5. Zorgvuldige voorbereiding van gesprekken en bijeenkomsten: hoe managen we de
gaan we aan tafel?
het Consensus Building Institute in Boston, benadrukt dat het belangrijk is om eerst te divergeren voordat de partijen gaan convergeren naar een eindoplossing. Zo
verwachtingen en blijven we betrouwbaar? 6. B orging en nakomen van afspraken: hoe zorgen we voor continue afstemming met de inhoud van de opgave of ambitie en het besluitvormingsproces? 49
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
Adaptief samenwerken in verschillende coalities
Samenwerkingsgerichte coalities: coalitie vormt ambitie Organisaties zijn een partner in een nieuwe arena
Samenwerkingsgerichte coalitie
van complementaire partijen die elk iets halen en
coalitie brengenNetwerkgerichte rond een gezamenlijk gevormde ambitie.
In het midden van het spectrum bevinden zich de sa-
Kenmerken
menwerkingsgerichte coalitievormen. Hierin hebben partijen elkaar gevonden op een bepaald toekomstbeeld. Zij zien daar allen individueel en als groep voordelen in. Zij vormen en bouwen gezamenlijk een ambitie. Voor elke partij is er iets te halen en te brengen. Alle partijen voelen zich eigenaar van de coalitie. Het gaat dus niet om stakeholders, zoals in besluitvormingsgerichte coalities, maar om shareholders. Samen creĂŤren zij een nieuwe arena waarin partijen niet deelnemen omdat zij tot elkaar veroordeeld zijn (zoals vaak
collectief centraal partneren Processchema arena nieuwe
het geval is in besluitvormingsgerichte coalities), maar
individu centraal een centrale rol weggelegd voor een alliantiemanager, faciliteren procesmanager of programmamanager. spontane arena in de eerste plaats omdat zij hun krachten willen bundelen. In een samenwerkingsgerichte coalitie is veelal
De collectiviteit is in deze coalitievorm groter dan bij de andere coalitievormen. De partners nemen op een Kan ik een coalitie vergelijkbare basis met deel, een ieder harde met hun eigen rol en vormen bijdrage. De gezamenlijke ambitierond groeit gaandeweg. kern van eigenaren
Dat kost tijd en inspanning. Het is een afwisseling van
mijn initiatief?
divergeren en convergeren, waarbij telkens nieuwe hoofdstukken aan de samenwerking worden toegevoegd. Dit type coalitievorming is geschikt wanneer geen van de partijen het voor het zeggen heeft en zij
Organisatierol Hoe kan ik samen met partners sterker staan om onze ambities waar te maken?
wederzijds afhankelijk zijn om hun doelen te bereiken. Bijvoorbeeld bij opgaven als het verminderen van files, het voorkomen van schooluitval of het lanceren van
Hoeproduct. kan ik een nieuw
initiatieven aanboren en versterken om ook mijn eigen Het voordeel van deze coalitievorm is dat elke partij ambities te voeden? zich verantwoordelijk voelt voor het realiseren van de ambitie. Dit kan helpen om de organisatiekosten te verlagen, efficiĂŤnter te werken, innovatieve kennis te ontwikkelen of meer massa te bieden. Niet de afzonderlijke institutionele perspectieven maar het collectieve perspectief, de gezamenlijke ambitie, staan centraal. Woorden als commitment, relatie, spelregels,
Figuur 4: Samenwerkingsgerichte coalitie 50
vertrouwen, visie, alliantie, partnerschap, coĂśperatie,
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
ketens en verbinding horen bij deze coalitievorm. Vaak
lijke werkagenda, stoelendans om elkaars rol beter te
hebben de partners echter wel te maken met de insti-
begrijpen of het opstellen van spelregels.
tutionele context van hun moederorganisaties. Elke organisatie geeft een deel van de autonomie op, in het vertrouwen er meer voor terug te krijgen. De selectie van de partners is dan ook een belangrijk moment. Wie hebben we nodig en wie heeft ons nodig? Hoe diverser de partners zijn, hoe groter de complementariteit. Concurrentie tussen de partijen ondermijnt de toegevoegde waarde. De aantrekkelijkheid van de ander ligt in het
Wat is de gedeelde ambitie van de partners? Waar gaan ze samen écht voor?
Op de goede weg samen? De goede stappen, de goede volgorde, win-winproces, in dialoog Betekenisgevend proces
‘anders zijn’. Dit maakt ook dat het lastiger is om elkaar goed te begrijpen en verstaan. Het willen investeren in de ander en in de samenwerking is cruciaal. Partijen
Gedeelde ambitie
moeten bereid zijn zich kwetsbaar op te stellen. Voor overheden is dit type coalitie nog geen dagelijkse praktijk. Vanwege juridische bevoegdheden en verant-
Professionele organisatie Is het netwerk professioneel georganiseerd? Governance, besluitvorming, vorm
Recht doen aan belangen
Wat zijn de belangen van ieder van de partners? Op zoek naar ‘mutual gains’!
Constructieve relatie
woordelijkheden voor het algemeen belang zijn zij niet gewend te operen vanuit gelijkwaardigheid. Gezien de Constructieve groepsdynamica? Leiderschap, vertrouwen, bovenstroom/onderstroom
bezuinigingen en decentralisaties wordt dit wel steeds meer een coalitievorm met potentie. Sommige samenwerkingsgerichte coalities hebben een bepaalde termijn waarvoor ze zijn opgericht en andere hebben geen
Figuur 5: Vijf invalshoeken voor samenwerking
eindpunt. Tussentijds evalueren is belangrijk om te kijken of de coalitie nog voldoende vitaal is. Vaak wordt in de haast om resultaten te bereiken onvoldoende aandacht besteed aan het ‘waarom’ van de samenwerking.
Vijf invalshoeken voor samenwerking
Figuur 3. Aspecten van het samenwerkingsproces
Een samenwerkingsgerichte coalitie is kansrijk als mensen en organisaties zich met elkaar weten
Bij een vitale samenwerking ontstaat steeds meer een
te verbinden in een betekenisgevend proces dat recht doet aan belangen en gericht is op een
gezamenlijke manier van denken en werken. De ge-
betekenisvolle ambitie. De door Kaats en Opheij geformuleerde vijf invalshoeken helpen om
boekte resultaten worden niet door één van de partijen
hiervoor de juiste condities te scheppen. De invalshoeken vragen alle vijf aandacht en helpen om
geclaimd. Juist het delen en vieren van resultaten geeft
de complexiteit van samenwerkingsverbanden te doorzien.
de coalitie energie. 1. Gedeelde ambitie: in de gezamenlijke ambitie van het samenwerkingsverband moeten alle
‘Je draagt bij of doet niet mee’, is in deze coalitievorm een belangrijk uitgangspunt. Toch gebeurt het vaak dat partners die niet direct iets te halen of brengen hebben, blijven deelnemen aan de samenwerkingsgerichte co-
partijen zich herkennen. Samenwerkingsvaardig Organiseren | 19 2. Recht doen aan belangen: iedereen heeft belangen, het gaat erom te komen tot oplossingen
die in ieders belang zijn. 3. Goed persoonlijk samenwerken: persoonlijke verhoudingen spelen altijd een rol in samen-
alitie. Dan is er sprake van schijnsamenwerking: de
werkingsverbanden en zijn net zo belangrijk als inhoudelijke argumenten. Er is altijd sprake
samenwerking zit onvoldoende in het hart van de moe-
van sociaal psychologische processen en groepsdynamiek.
derorganisaties, maar het is bestuurlijk strategisch niet
4. Professioneel organiseren: ieder samenwerkingsverband moet je goed en professioneel or-
interessant om er uit te stappen of mee te stoppen. Een
ganiseren. Een passende organisatievorm sluit één op één aan op de gezamenlijke ambitie
schijnsamenwerking is te herkennen wanneer de ge-
en is zo licht mogelijk georganiseerd.
sprekken abstract blijven en niemand de voornemens
5. Betekenisgevend proces: samenwerkingsverbanden vragen om een goede betekenisgeven-
concreet maakt en uitvoert. Interventies die een schijn-
de aanpak waarin de juiste zaken op het juiste moment gebeuren en er helderheid is over
samenwerking kunnen voorkomen zijn bijvoorbeeld
ieders rol en de procesregie.
teambuilding, halen-en-brengen-sessies, een gezamen-
Bron: Kaats en Opheij, ‘Leren samenwerken tussen organisaties’, Kluwer 2012 51
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
Netwerkgerichte coalities: ambitie beweegt coalitie
ties
Om hun eigen ambities te voeden kiezen organisaties een faciliterende rol voor initiatiefnemers die
Netwerkgerichte coalitie
vanuit een persoonlijke drive in een spontane arena een beweging starten. Aan het rechterdeel van het spectrum staan de op spon-
Kenmerken
tane netwerken gerichte coalities centraal. Er wordt een ambitie neergelegd door ĂŠĂŠn of enkele personen en dat drijft en beweegt anderen om daarbij aan te sluiten, erop voort te borduren of er een eigen invulling aan te geven. Het is een coalitie van hechtere en lossere relaties van telkens wisselende samenstellingen. In een dergelijke setting kunnen ideeĂŤn, ontwikkelingen en bewegingen ontstaan die nog niet eerder bedacht zijn en in elk geval vooraf niet voorzien waren. Vooral doen en het zichtbaar maken van acties is belangrijk. Het
individu centraal faciliteren Processchema ne arena sponta Kan ik een coalitie vormen met een harde kern van eigenaren rond mijn initiatief?
doel is om te komen tot een initiatiefrijk netwerk met impact. Mensen willen energie en vrijheid ervaren om iets te kunnen toevoegen aan de coalitie. Initiatiefnemers zijn dan ook in staat zijn om los te laten en elke beweging als een kans te zien. Dit type coalities zijn initiatieven die van onderop zijn ontstaan. Een voorbeeld is een bedrijventerrein waar ondernemers en beleggers kennis uitwisselen, voorzieningen delen en leegstand voorkomen. Of buren die met kleine activiteiten autochtone en allochtone bewoners dichterbij elkaar brengen. Sociale media helpen om deze netwerken te laten groeien en bewegen. Netwerkgerichte coalities worden vaak gestart en begeleid door initiatiefnemers, sociaal ondernemers of commu-
Organisatierol Hoe kan ik initiatieven aanboren en versterken om ook mijn eigen ambities te voeden?
nitymanagers. Ondanks dat het netwerk van iedereen is, zijn deze mensen wel vaak het gezicht van en de drijvende kracht achter het netwerk. In netwerkgerichte coalities staat het perspectief van het individu centraal. Daarbij zijn drijfveren belangrijker dan functies en posities. Het gaat om persoonlijke en informele relaties, waarbij er eerder wordt gehandeld vanuit gevoel en gezond verstand dan vanuit expertise en methodieken. Zowel het zelforganiserend als het zelfreinigend vermogen van deze coalitievorm is groot. Omdat mensen vanuit een persoonlijke drijfveer deelnemen, spreken zij elkaar aan op gedrag dat zij niet
Figuur 6: Netwerkgerichte coalitie 52
passend vinden. Mensen die geen aansluiting meer
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
voelen, kunnen gemakkelijk de coalitie verlaten en
Het is moeilijk om een weergave te maken van het
een andere weg inslaan. Vaak ontstaan in een netwerk
netwerk. Het is bijna niet vast te leggen en het is vaak
ongeschreven normen en waarden. Er wordt verwacht
niet duidelijk wie er precies bij hoort en wie niet. Vaak
dat je oprecht bent en open staat voor anderen. Je leeft
wordt de metafoor van de zwerm gebruikt. In de zwerm
in het moment met aandacht voor elkaar. Maar met de
lijkt het chaos, maar van een afstand is het goed geor-
vrijheid om elkaar ook weer los te laten. Stoppen met
ganiseerd. En omgekeerd is het voor een individu een-
een netwerk vergt niet altijd een expliciet besluit en
voudig om bij te dragen, terwijl het netwerk als geheel
wordt niet gezien als falen, maar als een goed moment
complex en intelligent werkt. Ook de waarde en de re-
voor nieuwe dingen.
sultaten van het netwerk zijn moeilijk hard te maken en te voorspellen, maar daardoor niet minder waardevol.
Er is geen vooraf bepaalde of gedeelde koers. Een vol-
Het gaat soms meer om blije gezichten, nieuwe contac-
gende stap wordt pas gezet wanneer de tijd rijp is en
ten of een warm gevoel. Netwerken zoeken naar nieu-
niet omdat er een deadline nadert. Het netwerk is open
we definities van succes om hun meerwaarde zichtbaar
en kent niet de collectiviteit van de samenwerkingsge-
te kunnen maken. Veel netwerken maken gebruik van
richte coalities. Iedereen kan deelnemen en vertrouwen
een ruileconomie en ruilen waarden met elkaar. Soms
is de basis. Het hoeft niet bewezen of gebouwd te wor-
komt hier geen geld aan te pas. En soms wordt een an-
den, het is een uitgangspunt. Er zijn geen uitgebreide
dere geldeenheid geïntroduceerd, zoals zorgpunten die
plannen van aanpak, vooronderzoeken of planningen.
je kunt verdienen door iets voor een ander te doen. Ook
Sommige netwerkgerichte coalities zetten zich graag af
crowdfunding en het uitgeven van lidmaatschappen
tegen de huidige systeemwereld. In tegenstelling tot de
zijn gebruikelijk.
‘ Je bent een betere samenwerkingspartner als je weet wat je wilt’
besluitvormingsgerichte coalities gaat het niet om de schriftelijke, maar om de mondelinge taal. Passende
Deze coalitievorm kan van bestaande organisaties een
woorden zijn: energie, gastvrijheid, beweging, kiemen,
faciliterende rol vragen. Faciliteren kan met geld, maar
inspiratie, voldoening, delen, ontmoeten en communi-
ook met expertise, capaciteit, contacten of media-aan-
ty. De coalitie is hoofdzakelijk gericht op divergeren. Er
dacht. Het is voor bestaande organisaties een keuze om
zijn weinig grenzen. Niet tussen mensen, maar ook niet
zich er wel of niet toe te verhouden. Dat is nog wel even
tussen ideeën, disciplines of thema’s.
wennen. Organisaties zoeken de initiatieven steeds meer zelf op als het binnen hun beleidsdoelstellingen
Een belangrijke basis is de intrinsieke motivatie en
past, maar houden ze ook nog regelmatig tegen als
vrijwilligheid. Hierin schuilt ook het risico dat het te
het niet past of een bedreiging lijkt voor hun eigen be-
vrijblijvend en vluchtig wordt, waardoor het netwerk
staansrecht. Sommige organisaties, zoals gemeenten,
opereert als los zand. Er zijn vaak ringen van betrok-
zijn inmiddels actief bezig om een voedingsbodem te
kenheid die telkens wisselen van samenstelling. In
creëren waarop mensen makkelijker initiatief nemen.
de binnenste ring bevindt zich de harde kern die zich
Daarbij gaat het niet om een individuele bewoner met
het meest verantwoordelijk voelt voor het netwerk als
een idee, maar om een netwerk van mensen met een-
geheel. Daaromheen is een ring van mensen die actief
zelfde wens of drijfveer. Een overheidspartij faciliteert
bijdraagt wanneer het hen past. En daaromheen is een
dan niet een persoonlijk belang, maar een breder be-
ring van ambassadeurs en geïnteresseerden die het
lang van de buurt.
netwerk een warm hart toedragen. Wanneer mensen even meer tijd hebben voor of affiniteit hebben met het
Het gaat bij netwerkgerichte coalities om ondergaan
netwerk, kunnen ze opschuiven naar binnen en als dat
en ondervinden. De gedachte is: een idee is niet uniek
weer even anders ligt naar buiten. Doordat netwerken
omdat het nog nooit eerder bedacht is, maar omdat het
vaak zowel offline als online verbonden zijn, is het vrij
uitgevoerd wordt. Er zijn geen vaste methodieken of
gemakkelijk om op de hoogte te blijven en actiever te
leidraden om netwerken te bouwen en te begeleiden.
worden.
In een netwerk liggen idee en actie veel dichter bij elkaar, evenals denken en doen. Het is telkens leren en 53
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
proberen. En vooral ook improviseren om de energie en
Dit voorkomt glijdende lijnen op het spectrum, waar-
voorbijkomende kansen te benutten. Er wordt vaak ge-
door de verwachtingen en beelden uiteen gaan lopen.
kozen voor werkvormen waarin iedereen op een eigen manier kan bijdragen, zoals open spaces, marktplaat-
De verandering kan een gerichte strategie zijn, doordat
sen en brainstorms. Blokkades voor netwerken hebben
een organisatie zich bijvoorbeeld wil ontwikkelen van
vaak te maken met gebrek aan technische en juridische
een regisseur tot een partner of facilitator. Het kan ook
kennis, geen toegang tot financiering, beperkende
een ongepland gevolg zijn van het procesverloop. Want
regels en protocollen, beperkte toegang tot en dienst-
zoals John Lennon al zong in het nummer Beautiful Boy:
verlening van de grote instituties, te weinig capaciteit,
‘Life is what happens to you, while you’re busy making
geen toegang tot andere initiatiefnemers, geen toegang
other plans’. Een netwerk kan bijvoorbeeld zo succes-
tot de media en weinig ervaring met zelforganisatie. In
vol zijn dat het breder toepasbaar is en zich ontwikkelt
deze coalitievorm valt dus nog veel te experimenteren,
tot een samenwerkingsgerichte coalitie. Of een coalitie
ontdekken en te leren.
met een hiërarchische verhouding kan zich evolueren tot een partnerschap, omdat de partijen elkaar veel
‘Adaptief werken vraagt om een sterker gevoel voor timing’
Adaptief samenwerken: schakelen tussen coalities
meer vinden dan gedacht. Of andersom, bij een weinig
Organisaties maken deel uit van verschillende coali-
daadkrachtig partnerschap kan de wens voor een be-
ties. Een organisatie kan bijvoorbeeld de regisseur zijn
sluitvormingsgerichte coalitie groter worden met één of
in vijf besluitvormingsgerichte coalities, een partner
enkele partijen als regisseur. Ook een combinatie van
in acht samenwerkingsgerichte coalities en een facili-
coalitievormen in één programma of proces is mogelijk.
terende rol hebben voor tien netwerkgerichte coalities.
Een samenwerkingsgerichte coalitie van een gemeente,
De vertrouwde, meer regisserende rol en aanpak zal
energiebedrijf en woningbouwcorporatie kan bijvoor-
dus niet verdwijnen, maar er komen meer rollen bij. In
beeld een regisserende rol hebben naar bewoners en
de praktijk zien organisaties een faciliterende rol soms
een faciliterende rol naar ondernemers met duurzame
als het hoogst haalbare, maar de ene rol is niet beter
plannen. Organisaties zullen dus voor elk van de drie
dan de andere. Het gaat om de meest passende rol bij
coalitievormen afzonderlijke handelingrepertoires be-
de opgave. En dit vraagt een bewuste keuze. Afhanke-
schikbaar moeten hebben.
lijk van de kenmerken van het vraagstuk, de cultuur van de organisatie, de specifieke context en de belang-
Een combinatie of verschuiving brengt wel uitdagin-
rijkste spelers, kan een plek op het spectrum van coali-
gen met zich mee op het vlak van vertrouwen, eige-
tievorming worden gevonden.
naarschap, motivatie, regie en professionaliteit. De paradoxale uitdaging die vaak gevoeld wordt bij het
Organisaties zullen meer verscheidenheid in rollen
verschuiven van links naar rechts op het spectrum
kennen en richting hun samenwerkingspartners dui-
is: hoe kun je het eigenaarschap verbreden zonder de
delijk moeten zijn wanneer zij welke pet op hebben:
regie kwijt te raken? Een dergelijke verschuiving naar
regisseren, partneren of faciliteren. Een gezamenlijke
een netwerkgerichte coalitie kan ook worden opgevat
kijk en taal helpt om bewuste keuzes te maken en deze
als excuus voor bezuinigingen of het niet durven ne-
te delen met de betrokken partijen. Want de meest ge-
men van verantwoordelijkheid. Voor een omgekeerde
maakte fouten komen nog steeds door verkeerd gewek-
verschuiving, van rechts naar links, geldt juist de pa-
te verwachtingen en spraakverwarring over de aanpak.
radoxale uitdaging: hoe kun je professionaliseren, zon-
Het kan soms heel krachtig zijn om in dezelfde coali-
der te institutionaliseren? Er kan bij deze verschuiving
tievorm te blijven werken, zodat de verwachtingen en
ook het gevoel ontstaan dat partijen worden betrokken
verhoudingen duidelijk zijn. Maar een coalitie is een
voor de bühne, zonder dat zij de consequenties van
dynamisch geheel en kan veranderen in de tijd. Er ont-
die aanpak willen nemen. Of de organisatie is nog niet
staat telkens weer een gewijzigde situatie. Het opletten
klaar voor een dergelijke aanpak en durft de controle
op verschuivingen en expliciet bespreken en evalueren
nog niet los te laten.
van de rol en aanpak wordt daarom steeds belangrijker. 54
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
Het scherp opletten en maken van bewuste keuzes in
te kunnen overleven. Zo kunnen we de wisselwerking
het schakelen tussen en verbinden van coalities met
tussen bestaande organisaties en nieuwe netwerken
toegesneden rollen en aanpakken, noemen we adap-
versterken. Het betekent dat resultaten en stappen in
tief samenwerken. Het is geboren uit de noodzaak om
het proces wel richting kunnen geven, maar niet vast-
onzekerheden te hanteren, ons te positioneren in co-
liggen en telkens bijstelling vragen. Dit maakt het werk
alities, ons aan te passen aan gewijzigde situaties en
niet makkelijker, maar misschien wel leuker. Picasso
om voorbijkomende kansen te kunnen pakken. Het
zei: ‘Als je al weet wat het wordt, is het niet meer leuk
adaptief vermogen van een organisatie is bepalend om
om te maken’.
Figuur 7: Bewegingen op het spectrum 55
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
Zelf aan de slag vanuit een oplettende rol
aanpakken kunnen dan expliciet worden gemaakt. In
Adaptief samenwerken door te schakelen tussen be-
een telkens wijzigende situatie en verhouding proberen
sluitvormingsgerichte,
en
markt, overheid en maatschappij zo het beste uit elkaar
netwerkgerichte coalities vraagt veel van organisaties.
te halen. Het is alleen wel opletten om bewuste keuzes
Voor een deel kunnen we ontwikkelingen en doelen
te kunnen maken in dit samenspel. Want u bent een
overzien en ‘stap voor stap’ te werk gaan. Voor een
betere samenwerkingspartner als u voor een duidelijke
ander deel zullen we moeten improviseren en ‘stap na
rol kiest.
samenwerkingsgerichte
stap’ gaan werken om telkens te kijken welke onverwachte ontwikkelingen zich voordoen en hoe we daarop kunnen inspelen. Zo vraagt adaptief samenwerken juist om een sterker gevoel van timing. Maar ook om een gedeelde taal rond samenwerken. Daarbij helpt het om overzichtelijk te maken aan welke coalities met welke rollen uw organisatie deelneemt. Ga voor uzelf na: welke opgaven van uw organisatie passen bij welke coalitievorm? Dan wordt duidelijk waar uw organisatie nog een regisserende rol voor zichzelf ziet, waar samen met partners gewerkt wordt en waar initiatieven van buiten de kern zijn. Is deze rolverdeling ook wat partners van buiten verwachten? Bij besluitvormingsgerichte coalities zijn mogelijke vragen: hoeveel tijd en geld kost het om op de genoemde thema’s een regisserende rol te pakken? Is dat haalbaar? Zijn de kaders en regels duidelijk? Bij samenwerkingsgerichte coalities geldt: zijn er voor de thema’s al partners in beeld? Zijn er bestaande samenwerkingsverbanden die uitgebouwd kunnen worden? Hoe vormen we gezamenlijk een ambitie? Is halen en brengen voor iedereen in balans? Bij netwerkgerichte coalities kunt u zich afvragen: welke initiatieven kennen we? Hoe kunnen nieuwe initiatiefnemers en ondernemers geprikkeld worden? Wat zijn de reflexen in de eigen organisatie die initiatieven van buiten beperken? Als bestaande organisatie is het krachtig om aan te sluiten bij dat wat er al is. Om echt van buiten naar binnen te werken. Een oogstkaart, een kaart met een overzicht van bestaande initiatieven, netwerken en verbanden waaruit geoogst kan worden, helpt hierbij. Deze oogst-
Dit magazine staat bol van de
kaart kan leiden tot een actualisatie van de organisatie-
praktijkvoorbeelden van de
rollen. Als er al heel veel gebeurt op een thema, is het
verschillende coalitievormen.
dan nog wel nodig dat uw organisatie een regisserende
Soms zijn het voorbeelden die
rol pakt? Als er heel weinig initiatieven zijn, is een fa-
heel herkenbaar zijn voor één
ciliterende rol dan wel voldoende? De verschuivingen
van de drie vormen en soms
die vervolgens optreden in de coalitievormen, rollen en
gaat het om combinaties.
56
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
‘ If change is happening on the outside faster than on the inside, the end is in sight’ - Jack Welch 57
SOMSAMMAGCASE Nicolet Luisman & Viktor Timmermans
Knooppunt Hoevelaken
SAMEN VOOR EEN BETER RESULTAAT Knooppunt Hoevelaken heeft een vaste plaats in de filetop-25 van ons land. Rijkswaterstaat gaat daarom het knooppunt aanpakken, in samenwerking met de overheden uit de regio.
Het project kent een innovatieve manier van aanbesteden waarbij de regionale overheden een financiële bijdrage leveren en de opdrachtnemer zowel de planstudie als de realisatie uitvoert. Om te komen tot een goede aanbesteding van projecten naar de markt, past Rijkswaterstaat in project Knooppunt Hoevelaken zowel Systems Engineering (SE) als Strategisch Omgevingsmanagement (SOM) toe.
Situatie Project Knooppunt Hoevelaken is omvangrijk: de A1 tussen Bunschoten en Barneveld, en de A28 tussen Nijkerk en Leusden worden verbreed. Ook het knooppunt zelf wordt aangepast. Om te komen tot een goede uitvraag naar de markt, past Rijkswaterstaat in het project zowel SE als SOM toe.
Aanpak Systems Engineering is een werkwijze die wordt toegepast om de kwaliteit van de projectinhoud beter in beeld te brengen en te beheersen. Waar Rijkswaterstaat vroeger tot in detail de technische specificaties voorschreef, beperkt de organisatie zich tegenwoordig tot planuitwerking, conditionering en afspraken met de omgeving. Daarna zet Rijkswaterstaat het werk uit bij marktpartijen. Zij werken aan de hand van een set functionele eisen, die Rijkswaterstaat maakt voor het project. De methode zorgt ervoor dat Rijkswaterstaat op een expliciete manier de juiste eisen kan stellen. Aan de hand van systematische tools worden binnen een project onder andere de functionaliteiten, specificaties, ontwerpafwegingen en verificaties herleidbaar vastgelegd. Een belangrijk kenmerk van SE is dat de ‘klantvraag’ centraal staat in de ontwikkeling van een systeem.
58
SOMSAMMAGCASE Nicolet Luisman & Viktor Timmermans
Strategisch Omgevingsmanagement stelt een zorgvul-
Resultaat
dige voorbereiding van contact met de omgeving voor-
In de Klanteisen Specificatie komen de werkwijzen van SE en SOM samen: de in-
op en kijkt naar de belangen achter de standpunten van
ventarisatie van de belangen/klanteisen, de doorvertaling naar eisen en de terug-
de stakeholders binnen de omgeving van het project.
koppeling richting stakeholders/klanten. Het vervlechten van SE en SOM heeft een aantal belangrijke voordelen:
Project Knooppunt Hoevelaken past zowel SE als SOM toe. Rijkswaterstaat ontwikkelde samen met Twynstra Gudde een integrale aanpak voor SE en SOM, door de instrumenten van beide methodieken aan elkaar te koppelen en een gezamenlijke aanpak voor het technische team en het omgevingsteam te ontwikkelen.
- doordat de klanteisen in projecten gevoed worden vanuit het SOM-instrumentarium, zijn wensen van stakeholders herleidbaar en verifieerbaar - doordat het achterliggende belang van een stakeholder bekend is, kan beter worden afgewogen welke oplossing de spreekwoordelijke taart vergroot - doordat klanteisen tijdig bekend en vastgelegd zijn, kan er in het ontwerpproces nog rekening mee worden gehouden, voordat de bepalende ontwerpkeuzes zijn gemaakt
Onderscheidend in de aanpak In de voorbereidende fase van het project werd veel informatie over de stakeholders verzameld en vastgelegd.
- aan stakeholders is beter uit te leggen waarom bepaalde keuzes binnen het ontwerp zijn gemaakt - l ast but not least: door de vervlechting van SE en SOM ontstaat er een
Deze informatie was input voor de zogenaamde Klant-
gemeenschappelijke taal gecreëerd tussen de teams en wordt ‘eilandjescultuur’
eisen Specificatie, waarin alle wensen en eisen van
voorkomen.
de interne en externe stakeholders verzameld zijn. In het vervolgproces werd afgewogen of deze wensen
Het vervlechten van SE en SOM gaat niet vanzelf. Het kost tijd en vergt een hoge in-
konden worden gerealiseerd en legde Rijkswaterstaat
zet en discipline van projectmedewerkers om elkaar te blijven opzoeken en infor-
vast waarom dit wel of niet het geval was. Uiteindelijk
matie te delen. Het vraagt om een brede blik en verder kijken dan je neus lang is.
kregen de stakeholders een terugkoppeling over wat er met hun input was gebeurd.
Maar, deze investering in het begin van het project zorgt ervoor dat dure en tijdrovende scopewijzigingen in een latere fase worden voorkomen. Eisen uit de omgeving zijn immers vroegtijdig vastgelegd. Achteraf kan duidelijk worden beargumenteerd waarom de eisen wel of niet zijn ingewilligd. Een integrale aanpak van SE en SOM loont.
‘ Door SE en SOM integraal aan te pakken kan Rijkswaterstaat transparanter werken. Twynstra Gudde heeft geholpen om deze koppeling tussen SE en SOM op expliciete en navolgbare wijze vorm te geven’ - Projectleider Rijkswaterstaat 59
SOMSAMMAGINTERVIEW
60
SOMSAMMAGINTERVIEW
Richard Rijper 61
SOMSAMMAGINTERVIEW
Richard Rijper, directeur VolkerInfra, over samenwerken in een consortium
BREDE SCHOUDERS OM EEN PROJECT OP TE BOUWEN
V
sprak met hem over samenwerken in een consortium, de relatie met een opdrachtgever en veel méér zijn dan een ingenieur. Grote bouw- en infraprojecten worden in ons land de laatste jaren vaak uitgevoerd door consortia die bestaan uit meerdere partijen. Die partijen zijn samen verantwoordelijk voor het gehele proces: van ontwerp en bouw tot financiering en onderhoud. De looptijd van die contracten beslaat vaak vele tientallen jaren en er zijn miljoenen euro’s mee gemoeid. Dat
olkerWessels: een beken-
geldt ook voor project A1/A6. Volker-
de naam in de Nederlandse
Wessels voert de weguitbreiding uit
en internationale bouwwe-
reld. Klein begonnen, om uit
te groeien tot een bouwer die in
grote, integrale projecten graag
in opdracht van Rijkswaterstaat in de vorm van bouwcombinatie SAAone: een samenwerking tussen VolkerWessels, Boskalis, HOCHTIEF en DIF.
samenwerkt met andere partijen
62
om te komen tot de allerbeste
Waarom samenwerken in een
oplossing. Om omvangrijke infra-
consortium?
structuurprojecten aan te kunnen
“Dit soort opdrachten voeren wij
gaan, richtte de onderneming
steeds meer uit. Het zijn complexe
VolkerInfra op. Richard Rijper is
projecten die we onder overheids-
directeur bij VolkerInfra en was
signatuur uitvoeren. Opdrachten die
onder meer tendermanager van
vragen om meer dan stenen stape-
het project A1/A6 Diemen - Almere
len. Grote, complexe ingrepen in de
Havendreef. SOMSAM magazine
omgeving. Daar moet je goed voor zijn
SOMSAMMAGINTERVIEW
uitgerust. Je hebt de juiste partners
spreiden én om met de beste kennis
is een klein bedrijf. Je moet verschil-
nodig, de juiste mensen en je moet
en kunde een project aan te vliegen.
lende mensen, uit verschillende
je ervan bewust zijn dat jouw werk
Je wilt dat partijen elkaar aanvullen
bedrijven met verschillende culturen
gevoelig ligt en weerstand op kan
en financieel draagkrachtig zijn. Je
samenbrengen. Elke partij heeft zo
roepen. Dat vraagt nogal wat. Van
zoekt brede schouders om een project
zijn eigen belangen en zijn sterktes en
onze eigen organisatie én van onze
op te bouwen, maar dan moeten de
zwaktes. Die facetten moet je bij el-
samenwerkingskills. Je werkt samen
schouders er wel zijn, natuurlijk.”
kaar brengen tot een werkend team.”
consortium, met je opdrachtgever,
Waar loop je tegenaan als je een
In SAAone zitten ook Duitse partij-
met stakeholders. VolkerInfra is onze
consortium tot een werkend geheel
en. Wat betekent dat voor je team?
‘interne kennisclub’. Van daaruit
moet maken?
“Cultuurverschillen zijn groter als je
bemensen wij grote tenderteams. Zo
“Het is een interessant proces en een
samenwerkt met partijen van buiten
zetten we juiste mensen op de juiste
enorme klus. In het geval van SAAone
Nederland. Dat merkten we bijvoor-
plek en kunnen we zelf snel leren en
werkten er in de piek tweehonderd
beeld aan de snelheid van werken.
beter worden. Een consortium vormen
mensen aan de aanbieding. Dat kun
Onze Duitse collega’s gingen af en
doe je ook om financieel risico te
je bijna geen team meer noemen, dat
toe ‘tegenhangen’. Wij zijn meer van
op verschillende niveaus: binnen het
63
SOMSAMMAGINTERVIEW
‘grote stappen, snel thuis’, waar de
Wat is voor jou leiderschap?
verschillende rollen. Ze is opdrachtge-
Duitsers veel meer de Duitse gründ-
“Mensen moeten je willen volgen in
ver, beheerder en contactpersoon voor
lichkeit hanteren. Je moet dat als
de dingen die je doet. Je moet een
stakeholders uit de omgeving. Ander-
kracht willen gebruiken, niet zien als
boegbeeld zijn en het project centraal
zijds werken we intensief samen om
tegenstrijdigheid.”
stellen. In staat zijn om anderen in
het project een succes te laten zijn
hun kracht te zetten. En wat heel
en voel ik dat Rijkswaterstaat part-
Wat zijn belangrijke acties die je
belangrijk is volgens mij, is dat je
ner is in het willen laten slagen van
onderneemt voordat je samen echt
authentiek bent. What you see is what
het project. Die twee benaderingen
aan de slag gaat?
you get. Alleen dan kun je enthousias-
zorgen wel eens voor een spagaat voor
“Voordat je begint, moet je aan de
meren en inspireren en komen tot de
Rijkswaterstaat.”
voorkant alles goed doorspreken.
allerbeste samenwerking.”
Tot slot: wat kenmerkt de bouwwe-
Verbindingen leggen tussen de directies van de betrokken organisaties.
We lieten je voorafgaand aan dit
reld als het gaat om samenwerking?
En samen bekijken: wie brengt welke
interview de ‘zelftest Signaturen
“In de bouwwereld heb je te maken
kwaliteiten mee en hoe zetten we die
voor Samenwerking’ invullen.
met verschillende bloedgroepen.
het beste in. Je moet een goede verde-
Daaruit kwamen twee signaturen
De grote bouwers zijn als Ajax en
ling maken: wie pakt wat aan?”
die kenmerkend zijn voor jou:
Feyenoord. Het gaat er vooral ook om
Gezaghebbende onderhandelaar en
dat de mensen aan de top van die be-
En dan: aan het werk. Hoe zorg je
Betrokken relatiebouwer. Passen
drijven elkaar wel of niet vertrouwen.
ervoor dat het team ook echt een
die signaturen bij je?
Als dat zo is, dan kun je komen tot
team blijft? Wat is je rol als tender-
“Het klopt heel aardig, volgens mij.
perfecte samenwerkingen en succes-
manager daarin?
Dit is wat een aannemer moet zijn. Ik
“Als een consortium eenmaal draait,
ben gedreven om resultaten te leve-
dan is aan de binnenkant werken aan
ren, waarbij ik de voortgang nog veel
teambuilding onmisbaar. Wij kozen
belangrijker vind. Ik heb een antenne
voor één projectnaam en één project-
voor processen, bijvoorbeeld in een
locatie. Zo gingen de verschillende
vergadering. Als er iets niet goed zit,
petten van de partijen af, en een nieu-
voel ik dat en kan ik het benoemen.
we, gezamenlijke op. Voor hetzelfde
Op de plek waar ik nu zit binnen
doel, hetzelfde belang.”
VolkerWessels moet ik twee werelden
volle projecten.”
Benieuwd wat uw samenwerkingssignatuur is? Blader snel naar pagina 152!
verbinden. Ik moet de werkmaat-
Project A1/A6
“Een tendermanager moet ook zijn
schappijen binnen onze eigen organi-
Bouwcombinatie SAAone voert, in opdracht
soft skills op orde hebben. Het is al
satie meekrijgen en dat valt nog niet
van Rijkswaterstaat, het project A1/A6
lang niet meer alleen een hoekige
mee, het zijn kordate ondernemers.
Diemen - Almere Havendreef uit. Dit project
ingenieur. Je moet verkennen, geven
Ook moet ik een volwaardige partner
is onderdeel van de weguitbreiding Schiphol
en nemen. Gaan voor het beste project-
zijn voor Rijkswaterstaat, die ons
- Amsterdam - Almere. De weguitbreiding
resultaat maar wel zo dat je het beste
complexe opdrachten voorlegt.”
is nodig om de regio bereikbaar te hou-
uit alle betrokkenen haalt, en mensen
den. SAAone is een samenwerking tussen
bij elkaar weten te zetten die deskun-
Rijkswaterstaat is opdrachtgever
VolkerWessels, Boskalis, HOCHTIEF en DIF.
dig zijn, de wil hebben om samen te
van project A1/A6. In hoeverre werk
Het werk wordt uitgevoerd op basis van een
werken, voldoende senioriteit hebben
je met RWS samen?
DBFM-contract (Design, Build, Finance and
om over dingen heen te stappen als
“De relatie SAAone - Rijkswaterstaat
Maintain). Dit betekent dat de bouwcombi-
het spannend wordt. Want dat wordt
is enerzijds een echte opdrachtgever
natie verantwoordelijk is voor het gehele pro-
het wel eens gedurende zo’n traject
- opdrachtnemerrelatie. Dat was zo
ces van ontwerp en bouw tot de financiering
waarin je keuzes moet maken en
voor gunning, en nu nog. Rijkswater-
en onderhoud. De looptijd van het contract is
deadlines moet halen.”
staat is een complexe organisatie met
30 jaar. De werkzaamheden duren tot 2020.
64
SOMSAMMAGINTERVIEW
65
SOMSAMMAGTOOL Huub Raemakers
RECEPT VOOR EEN ZORGNETWERK Zorgketens en zorgnetwerken: daar draait het steeds meer om in de sector zorg en welzijn. Ze hebben de belofte om zorg efficiënter te leveren en zorggebruikers meerwaarde te bieden. Als de organisatie-inrichting om deze belofte waar te maken voor de hand lag, zou het al veel meer succesvol worden toegepast. Vaak is het nog zoeken, vallen en opstaan. Er lijkt
realiseren, en net zoals met koken, kun je niet alles van
geen eenvoudig recept voor zorgketens en -netwerken
tevoren bedenken en moet je het gewoon doen. Expe-
te bestaan. In dit artikel geven we zeven basisingre-
rimenteren met ingrediënten en kijken wat het beste
diënten. Het is aan professionals, zorgconsumenten en
werkt. Kom, een kijkje in de keuken.
bestuurders om de ketens en netwerken gezamenlijk te
Ingrediënt 1 De zorgconsument Pas wanneer de zorgconsument en de zorg-
Pas nadat vanuit een dementienetwerk
vraag centraal staan en de zorgaanbieders
intensief contact werd gezocht met mensen
gezamenlijk als doel hebben daarop in te
met dementie en hun mantelzorgers, werd
spelen, kunnen zorgketens en -netwerken
duidelijk wat er beter kon. Professioneel
succesvol worden. Het doel van het zorg-
werd de levering beter door intensievere
netwerk ligt buiten het netwerk, bij de
afstemming, maar de ervaren dienstverle-
zorgconsument. Pas op dat je doel en
ning door de cliënten ging er niet op vooruit.
middel hier niet door elkaar haalt.
De samenwerking tussen de professionals zorgde er voor dat mantelzorgers niet meer wisten wie nou echt eindverantwoordelijk was voor alle dienstverlening. De verwarring nam bij de cliënten juist toe.
66
SOMSAMMAGTOOL Huub Raemakers
Ingrediënt 2 Mevrouw Jansen Dé zorgconsument bestaat niet. En een zorgconsument is ook geen aandoening of ziekte, maar een mens van vlees en bloed met verlangens, angsten, familie en een eigen levensstijl. De zorgconsument is niet iemand met dementie of staar, maar mevrouw Jansen. Of iedere zorgconsu-
Binnen een netwerk hartfalen werden twee
ment daadwerkelijk tot op individueel
doelgroepen onderkend: een doelgroep
niveau met een zorgaanbod moet worden
met actievere cliënten die uit zichzelf al
benaderd is de vraag, maar uitgaan van
goed aan de behandeling meededen en een
één soort zorgconsument per ziektebeeld
doelgroep die geholpen diende te worden bij
is wel erg mager. Indelingen op basis van
het volgen van het programma. Voor beide
levensstijlen of andere kenmerken kunnen
doelgroepen werd een apart programma
de goede richting op helpen.
opgesteld.
Ingrediënt 3 De patiëntenbehoeften Wat willen de zorgconsumenten? Vaak willen ze gewoon beter worden, een zo goed mogelijk herstel van functioneren of prettig kunnen leven. Maar ze willen ook respect, misschien weer een normaal zelfbeeld, op tijd geholpen worden, gehoord worden. Praten met zorgconsumenten kan helpen dit inzicht te verwerven, maar
In een dementienetwerk werd de klant-
ook het gedrag van consumenten
behoefte inzichtelijk gemaakt door een
in andere sectoren, zoals de fastfood,
cliëntenpanel. Helaas waren deze cliënten
kan verhelderend zijn. Niet iedereen wil
(meestal mantelzorgers) vaak zelf eerder
aan tafel worden bediend; vrijwel alles zelf
professional in de zorg geweest. Een mooi
doen kan ook voorzien in een behoefte.
voorbeeld van hoe het anders kan is de
Deelnemende partijen in de zorgketen
Scottish Dementia Working Group. Hierin
moeten zich hiervan een gezamenlijk beeld
zitten mensen met dementie. Zij geven zelf
vormen, in samenspraak met de zorgcon-
aan hoe de dementiezorg invulling zou
sumenten.
moeten krijgen.
67
SOMSAMMAGTOOL Huub Raemakers
IngrediĂŤnt 4 Proces van de zorgconsument Vaak wordt als zorgconsumentenproces
Nadat een dementienetwerk werd
het medisch of verpleegkundig proces
omgevormd naar een Netwerk Kwetsbare
geschetst: intake, diagnose, behandelplan,
Ouderen, werd de bredere zorg- en welzijns-
nazorg. De vormgeving van het aanbod staat centraal, niet de vraag van de zorgconsument. Die maakt immers een heel andere reis. Waarnemen
vraag van de mensen met dementie echt zichtbaar. Dit leidde tot het betrekken van veel meer organisaties in de ondersteuning van kwetsbare ouderen met dementie.
van klachten of verandering, voorzichtig lezen op het internet, een bezoek aan de huisarts en zo verder. DĂĄt is het feitelijke zorgconsumentenproces. Partijen in een zorgketen of -netwerk zullen dit proces in beeld moeten hebben, voordat zij hun aanbod organiseren. En misschien blijkt dan wel dat er ook andere partijen nodig zijn: de bibliotheek, maatschappelijk werk, de woningbouwvereniging, de politie.
IngrediĂŤnt 5 De aard van de zorgvraag Is de zorgvraag eenmalig en electief? Of meer complex en chronisch? Of is er sprake van spoed? De vorm van de zorgketen lijkt meer te passen op electieve eenmalige vragen: een staarstraat of enkelvoudige geriatrische revalidatie. Het zorgnetwerk lijkt beter te passen op zorgvragen die complex en chronisch van aard zijn, denk aan dementie en diabetes. Veel dementieketens hebben zich de afgelopen jaren omgevormd tot dementienetwerken. Hierbij is de nadruk van volgtijdelijk medisch behandelen verschoven naar leefstijl, zelfbehandeling en samenwerking tussen professionals en vrijwilligers.
68
SOMSAMMAGTOOL Huub Raemakers
Ingrediënt 6 Eigen regie De regievraag krijgt een andere invulling, afhankelijk van de best passende vorm: keten of netwerk. Omdat een zorgketen veelal vooraf gedefinieerd is, ligt de regie in belangrijke mate bij de aanbieder(s) van de zorg. Tijd, plaats en dienst zijn gestandaardiseerd en de invloed daarop is betrekkelijk klein. Een goed voorbeeld hiervan is een staarstraat in een ziekenhuis. In een zorgnetwerk is dat anders. Hierin heeft de zorgconsument de regie. Hij bepaalt in
Mede door de hervormingen in
hogere mate wanneer hij welke dienst in
de langdurige zorg is de nadruk
welke vorm wil krijgen. Ook hier gelden
komen te liggen op de eigen regie
protocollen, maar de zorgconsument krijgt
van de cliënt. De zorgprofessional moet
regiemogelijkheden, kan sturen en zijn
daardoor van rol veranderen: van zorgen
individuele behoeften als uitgangspunt
voor naar zorgen dat. Een werkwijze die
nemen. Veel dementienetwerken werken
goed past in zorgnetwerken.
op de manier.
Ingrediënt 7 Businesscase Zorgketens en -netwerken kunnen pas functioneren wanneer ze voor de zorgconsument en de financier voldoende meerwaarde opleveren. Het ontwikkelen van zorgketens en zorgnetwerken is dus geen vrijblijvende exercitie, deze randvoorwaarde moet je vanaf het begin meenemen. De vraag is of er ‘meerwaarde’ wordt geleverd ten opzichte van de bestaande situatie. Het helpt om hierbij als vertrekpunt de zorgconsument total-cost-of-care te nemen: de
Zelf toevoegen Peper en zout
totale kosten die door en voor een zorgconsument worden gemaakt voor een diagnose. Hoe kunnen
Zonder vertrouwen in elkaar en enige
deze door de nieuwe samenwerkingsvorm worden
bestuurlijke ongehoorzaamheid gaat
verlaagd? En hoe kunnen de opbrengsten, voor de zorgconsument en de maatschappij, worden verhoogd?
het niet lukken. Zolang de deelnemende partijen alleen denken vanuit eigenbelang en binnen bestaande wet- en regelgeving
In de afgelopen jaren zijn er veel maatschappelijke businesscases
blijven, zullen zorgketens en -netwerken
gemaakt die aantonen dat zorg die wordt aangeboden in netwerken
onvoldoende van de grond komen. Leg het
goedkoper en beter kan zijn. Door het stimuleringprogramma In voor
oude receptenboek aan de kant, breek met
Zorg zijn diverse maatschappelijke businesscases gemaakt die op hun
het verleden en overtref de verwachtingen
website zijn te vinden (www.invoorzorg.nl).
van de zorgconsument.
69
SOMSAMMAGCASE Bert ter Avest & Philip Drontmann
Actieplan vaarrecreatie Waddenzee 2014-2018
VAART MAKEN EN KOERS BEPALEN
De balans zoeken tussen natuur en recreatie op het wad. Dat was het idee achter het Actieplan vaarrecreatie Waddenzee 2014-2018. Dit plan kwam tot stand dankzij de samenwerking tussen 25 partijen: overheden, natuur- en milieuorganisaties, de recreatieve sector en adviseurs. Situatie De betrokken partijen sloten met elkaar het Convenant vaarrecreatie Waddenzee af. Uit de evaluatie daarvan bleek dat concrete acties nodig waren voor de begeleiding van recreanten (gastheerschap), communicatie, monitoring en de uitwerking van de havenvisie voor de jachthavens aan de Waddenzee. Samen met collega’s van Bureau Buiten en Antea Group (voorheen Oranjewoud) vormden de adviseurs van Twynstra Gudde een ‘loodsteam’. Dat team dacht een compact traject uit, gaf dat vorm en begeleidde het, zodat de partijen in vier bijeenkomsten tot het gewenste actieplan konden komen.
Aanpak Samenwerken tussen organisaties was in dit traject hét sleutelwoord voor het behalen van de gewenste resultaten. Samenwerken vergt de moed om een deel van je eigen autonomie op te geven in het vertrouwen dat je daar meer voor terugkrijgt. Samenwerken is ook werken met twee snelheden. ‘We moeten een Actieplan hebben’: dat stond voor alle partijen als een paal boven water. Na veel praten was het tijd voor actie en was er behoefte aan praktische afspraken waar de partijen samen uitvoering aan kon geven. De betrokken partijen wilden vaart maken. Maar om vaart te maken, moet je wel de koers weten. Anders ga je alle kanten op. Dus kwam al snel de vraag: waar moeten die acties toe leiden? Wat zijn de langetermijndoelen die de organisaties samen willen bereiken? En kunnen we ook iets doen aan de condities zodat het makkelijker wordt te komen tot gedeelde formulering van de doelen en acties? Vaart maken in korte tijd én tijd nemen om de koers te bepalen. Het loodsteam was het ene moment concreet over wat, wanneer, de kosten en wie gaat dat betalen of mogelijk maken. Op het andere moment nam het team de tijd en gaf het ruimte 70
SOMSAMMAGCASE Bert ter Avest & Philip Drontmann
om vertrouwen te bouwen, te luisteren, oud zeer boven water te krijgen, ambities te delen en alternatieven te verbinden. Snelheid en traagheid vormden samen als eenheid de kern van de aanpak.
Onderscheidend in de aanpak 1. Om een gemeenschappelijke basis te leggen in het besef dat alle partijen het goed voor hadden met de Waddenzee, stapten alle vertegenwoordigers tijdens een eerste gezamenlijke bijeenkomst aan boord van een driemaster en voeren ze uit vanuit Harlingen. Samen maakten de deelnemers in alle rust een wandeling op een zandplaat. Weinig woorden waren nodig om te weten wat alle aanwezigen bindt: bewondering voor het leven van het wad. Het fundament was gelegd. 2. Het is makkelijker in een kleine groep mensen acties te bepalen dan in een grote groep. Voor elk spoor (gastheerschap, communicatie, monitoring en havenvisie) werd daarom een werkgroep geformeerd, met een mix van vertegenwoordigers die relevante kennis konden inbrengen, gecombineerd met mensen met andere expertise. Zo kon snelheid worden gemaakt. 3. Parallel aan het opstellen van een actieplan liepen andere trajecten die daar raakvakken mee hadden. Om vaart te maken werden alle betrokkenen tijdens een tweede bijeenkomst meegenomen in het ‘Pact van Rede’ en ‘Rust voor Vogels, Ruimte voor mensen’. In de eindfase zijn allerlei elementen van deze trajecten verweven in het gezamenlijk actieplan. Mooi voorbeeld daarvan zijn de pilotlocaties die zijn gekozen, de zogenaamde hotspots. Locaties waar partijen heel concreet aan de slag gaan en snelheid kunnen maken. 4. Acties hebben een tijdelijkheid. Daarom wilden partijen vaststellen op welke manier ze in de toekomst willen (blijven) samenwerken en hoe ze met meningsverschillen willen omgaan. De onderliggende principes en waarden zijn verwoord in een leidraad die bij de afronding van het traject werd gezien als ‘systeemsprong’. Samenwerken op een hoger plan en met langetermijnhorizon.
Resultaat Samenwerken is werken met twee snelheden; vaart maken afwisselen met ruimte nemen om de koers te bepalen. Twee snelheden past ook helemaal bij het ritme van het wad. Wanneer je droogvalt met een boot, lig je echt stil, is er rust en kun je alles om je heen in je opnemen. Als de vloed opkomt, dan komt je boot los en kan je weer vaart maken. Met het ritme van twee snelheden hebben partijen samen het
‘ Bij de totstandkoming van het Actieplan vaarrecreatie Waddenzee zijn watersportorganisaties, natuurorganisaties en overheden constructief met elkaar in gesprek gegaan. Zij verkenden de kansen en mogelijkheden van samenhangende ontwikkeling van natuur en vaarrecreatie op de Waddenzee. In plaats van het ieder voor zich, staat het gezamenlijke belang nu centraal’
Actieplan vaarrecreatie Waddenzee ‘Samen meer, voor de Waddenzee 2014-2018’ gemaakt. Nu in uitvoering.
- Joanne Wolters, Waddencoördinator provincie Noord-Holland 71
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
Cultuur Belang
U bevindt zich hier
Tempo Werkwijze
Cultuur Belang
Or g a nisa tie W
Stijl
Tempo Werkwijze
O r g a n is a t i
eU
Cultuur Belang
O
rg
an
Tempo Werkwijze
is at
Cultuur Belang
Stijl
Cultuur Belang Tempo Werkwijze
ie X
E i g e n o rg
Tempo Werkwijze
Stijl
a a n is
t ie
Cultuur Belang
Cultuur Belang Tempo Werkwijze
ga n is
Stijl
Org
Werkwijze
Stijl
an i s atie Z
a t ie Y WERKEN OP HET GRENSVLAK VAN INSTITUTIES EN NETWERKEN
Figuur 1: Werken op het grensvlak tussen organisaties en netwerken 72
Stijl
Or g a nisa tie V
Tempo
Or
Stijl
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
Vijf Signaturen voor Samenwerking
INZICHT IN DE HANDTEKENING VAN GRENSWERKERS TUSSEN ORGANISATIES Steeds meer mensen werken op het grensvlak tussen organisaties en netwerken. Dat grensvlak is nog relatief onbekend en onontgonnen terrein. Een terrein waar niet de systemen, maar de individuele mensen het verschil kunnen maken.
Ieder mens heeft zijn eigen, persoonlijke stijl in het ver-
Grenswerker
binden van de eigen organisatie met de andere partijen
In een samenwerkingsproces bent u zelf het instru-
in een netwerk. Om inzicht te krijgen in de persoonlijke
ment: uw gedrag zal het gedrag van anderen bepalen
impact die mensen hebben in een samenwerkingspro-
en uitlokken. Zoals ook een ambtenaar vanuit het
ces, ontwikkelde Twynstra Gudde op basis van vele
programma Ouders en School Samen signaleert: “De
interviews, groepsgesprekken, theorie en praktijksitu-
netwerkaanpak heeft niet echt instrumenten. Het is
aties, vijf Signaturen voor Samenwerking.
meer de manier van werken zelf die werkt. Het gaat om contact. De sleutel zit in de hoofden van de mensen.”
Welke type grenswerker bent u? Bouwt u eerst persoon-
Daarmee beïnvloedt u de omgeving, maar de omgeving
lijke relaties? Of is een goed inzicht in de partijen en
beïnvloedt ook u. U vertoont bijvoorbeeld ander gedrag
gedeelde processtappen het beste begin? Schetst u een
in een onderhandelingsetting dan in een brainstorm-
wenkend perspectief? Creëert u een setting om iets te
setting of tegenover een kritische actiegroep van bewo-
laten gebeuren? Of benadrukt u juist wat er te halen
ners, dan tegenover een groep inhoudelijk experts.
valt voor de belangrijkste partijen? De functieomschrijving van een rol op het grensvlak Iemands voorkeursignaturen geven inzicht in de hand-
verschilt per context. Het kan de functie van omge-
tekening die hij of zij, vaak onbewust, achterlaat op
vingsmanager zijn, de alliantiemanager, de buurtregis-
een samenwerkingsproces. Tegelijkertijd geeft dat ook
seur, de communicatieadviseur, de procesmanager of
inzicht in hoe de samenwerkingscontext hem of haar
de participatieprofessional. Vanwege hun uitdagende
tekent en wat de alternatieven zijn om effectiever te
rol, verbindende kracht en informele positie worden
worden op het grensvlak tussen organisaties. Dit arti-
zij ook wel best persons genoemd. Wij gebruiken hier
kel gaat over het schakelen tussen verschillende han-
de term ‘grenswerker’. De opdracht van de grenswerker
delingsrepertoires om partijen in een netwerk te ver-
is het verbinden van de institutionele context van de
binden.
eigen organisatie (binnen) met de dynamiek van het 73
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
netwerk (buiten), op een zodanige manier dat deze el-
vraagt een bewuste keuze op basis van persoonlijke er-
kaar versterken, in plaats van elkaar bedreigen of be-
varingen en overtuigingen.
perken. De grenswerker staat dus met één been in de eigen or-
Opereren op een grensvlak vraagt dus veel van mede-
ganisatie en met één been in het netwerk. Hij kan niet
werkers. Ze worden continu geconfronteerd met tegen-
de werkwijzen van zijn eigen organisatie als leidend be-
strijdige belangen, wensen, omgangsvormen en cultu-
schouwen en zal moeten zoeken naar een verbindende
ren. Zij moeten hier zowel tussen kunnen schakelen als
taal, aanpak en omgangsvorm. Met andere woorden:
ze kunnen verbinden. Werken op een grensvlak tussen
hij zal met twee benen moeten leren spelen. In dit ar-
verschillende organisaties brengt daarom dilemma’s
tikel beschrijven we het werk van de grenswerker als
met zich mee. Dilemma’s waar geen keuze in kan wor-
een nieuw ambacht. Want, zoals in de woorden van
den gemaakt en waarbij juist de aanwezigheid en er-
Richard Sennett, is ambachtelijkheid “het accepteren
kenning van beide zijden bepalend is voor het succes.
en tegelijkertijd geduldig maar volhardend bewerken
Bijvoorbeeld: we willen autonoom blijven én verbon-
van weerbarstig materiaal; van slijpen en scherpen en
den zijn in een netwerk. We willen controle houden én
ook meegeven”.
we willen een beweging laten ontstaan. Het bewustzijn van en omgaan met deze dilemma’s vraagt een ande-
Nieuwe competenties
re manier van kijken en werken dan we gewend zijn.
Onze handelingen zijn voor een groot deel ontstaan
Dit noemen we ook wel tweebenige organisaties. Het
en verankerd in de organisaties waarin we werken. We
werken in een dergelijke organisatie vraagt tweebenige
hebben ervaren wat de mores zijn, hoe de hazen lopen
grenswerkers die verschillende competenties kunnen
en hoe we met elkaar omgaan. De taal en interventies
combineren.
die we ‘binnen’ hebben ontwikkeld, gebruiken we vaak ook om in netwerken te kunnen opereren. Maar netwer-
De signaturen als handelingsrepertoire
ken werken op basis van andere principes. Dit betekent
Hoe succesvol een grenswerker in een netwerkorgani-
dat we ons naast onze oude competenties ook nieuwe
satie kan opereren, is voor een groot deel afhankelijk
competenties eigen moeten maken om de rol van grens-
van de mate waarin zijn persoonlijke stijl en het daarbij
werker effectief te kunnen vervullen. En misschien
behorende gedrag aansluiten bij de opgave en de om-
moeten we sommige oude competenties loslaten, zoals
geving. De grenswerker ontwikkelt hier gevoel voor op
een ambtenaar in het programma Beter Benutten van
basis van zijn intuïtie en ervaring. Onze persoonlijk-
het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft erva-
heid wordt gevormd door ons karakter en onze opvoe-
ren: “Ik heb ongelooflijk veel moeten afleren. In het begin
ding, maar ook door gebeurtenissen en ervaringen die
was ik af en toe verlamd door gebrek aan overzicht. Ik
ons leren welk gedrag in welke situatie ‘werkt’. Onze
wilde planmatig en gestructureerd aan de slag, dat ging
persoonlijkheid is niet volledig zichtbaar voor onze
helemaal niet”.
omgeving. We worden beoordeeld op het topje van de ijsberg: het gedrag dat we laten zien. Dit gedrag wordt
In verschillende onderzochte praktijksituaties en ge-
beïnvloed door de context waarin we ons begeven. Wat
voerde gesprekken werd een aantal competenties voor
is bijvoorbeeld het vraagstuk waarmee we worden ge-
de grenswerker helder: de grote lijn in de gaten hou-
confronteerd? Welke partijen zijn daarbij betrokken, in
den, snel belangrijke informatie uit de inhoud destil-
welke sector opereren zij en wat is daar de dominante
leren, mensen geruststellen, bestuurlijke verhoudin-
cultuur?
gen begrijpen, respectvol omgaan met verschillende belangen en rollen, echt luisteren, relaties herstellen,
Hoewel we als persoon soms niet wezenlijk lijken te
partijen verbinden en het oordeel opschorten. En dat is
veranderen, is onze persoonlijke stijl voordurend aan
nog maar een selectie. Een belangrijke vraag daarbij is:
verandering onderhevig. Dit kan er in resulteren dat
hoe zet je deze competenties in? Ben je onafhankelijk
we gedrag vertonen dat ‘ver’ van ons af lijkt te liggen.
of niet? Deel je vertrouwelijke informatie of niet? Het
Toch zijn dit ook kanten van onszelf en handelingen
74
‘ Grenswerkers werken met één been in de eigen organisatie en met één been in het netwerk’
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
DE SIGNATUREN ALS HANDELINGSREPERTOIRE
DE SIGNATUREN ALS HANDELINGSREPERTOIRE
VERBREDEN VAN REPERTOIRE
ER
VA
K TU VERBREDEN S AG VANAREPERTOIRE VR
RI
NG
ER
VA
GEBE U
RI
RTE
NISS
EN
BEWUSTGEBE WORDING
ENIS
SEN
WIE JE ECHT BENT
PERSOONLIJKHEID
R
E KT
CONTEXT
WAT JE LAAT ZIEN
SEC T GEDRAG OR
BEWUSTWORDING
OPVOEDING
CONTEXT
WIE JE ECHT BENT
RA
KA
JEN
PARTI
GEDRAG
URT
OPVOEDING
NG
WAT JE LAAT ZIEN
PERSOONLIJKHEID
LO C
AT
IE
R
TE
K RA
WAT KAIS MIJN VOORKEURSSIGNATUUR?
Figuur 2: De signaturen als handelingsrepertoire
WAT IS EFFECTIEF IN DEZE SETTING?
WAT IS MIJN VOORKEURSSIGNATUUR?
waar we verantwoordelijk voor zijn. In de ogen van
zijn persoonseigen factoren. En bij successen zien we
Nietzsche kun je pas ‘worden wie je bent’ als je inzicht
dat natuurlijk precies andersom.
WAT IS EFFECTIEF IN DEZE SETTING?
hebt in je sterke en zwakke punten en je achter al je handelingen kunt staan. Het uitvoeren van een han-
Signaturen voor Samenwerking
deling kan zeer expliciet zijn, zoals het zetten van een
De Signaturen voor Samenwerking zijn ontstaan door
handtekening onder een contract of het doorknippen
de bestudering van relevante theorie, interviews met
van een lintje. Soms bestaat ons handelen er echter uit
ruim 75 grenswerkers en de resultaten van een test die
dat we de keuze maken om iets niet te doen of simpel-
500 grenswerkers invulden. De signaturen gaan in op
weg prioriteit aan iets of iemand anders te geven. Je
de eigenschappen en het gedrag van de grenswerker
meer bewust worden van je handelingsrepertoire en
en de accenten die hij daarin aanbrengt. De combina-
het simpele feit dat je handelt, kan er toe leiden dat we
tie van ingezette signaturen vormt de handtekening die
meer kanten van onszelf kunnen herkennen en inzet-
hij bij het begeleiden van het samenwerkingsproces
ten. Nader onderzoek naar factoren die gedrag bepa-
achterlaat. Daarbij wordt ingegaan op de factoren die
len, kan bovendien de manier waarop we naar andere
dit gedrag bepalen en beïnvloeden. Het werken op het
mensen en naar onszelf kijken, veranderen. Zo zijn we
grensvlak tussen de eigen organisatie en andere orga-
bijvoorbeeld geneigd om onze eigen fouten aan situati-
nisaties in het netwerk brengt specifieke uitdagingen
onele factoren toe te schrijven en die van een ander aan
met zich mee, die in de signaturen zijn geïntegreerd. 75
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
De gezaghebbende onderhandelaar Effectief samenwerken door te schakelen tussen
De Gedreven voorvechter
vijf signaturen
De Gedreven voorvechter wordt vanwege zijn inspi-
De vijf signaturen staan ieder voor een verschillend
rerende betogen vaak ingezet in samenwerkingspro-
handelingsrepertoire. Verondersteld wordt dat iedere
cessen met een vernieuwend, ambitieus of toekomst-
grenswerker één à twee voorkeursignaturen heeft. Deze
gericht karakter. Hij heeft een inhoudelijke opvatting
voorkeurssignaturen kunt u herkennen als het han-
over de uitkomsten van het samenwerkingsproces dat
delingsrepertoire waarop u teruggrijpt wanneer een
hij begeleidt. De Gedreven voorvechter zet zich in voor
samenwerkingsproces complex of spannend wordt.
een betere wereld en heeft uitgesproken waarden en
Iedere signatuur heeft zijn eigen ambities, valkuilen
principes over hoe je dat zou kunnen bereiken. Vanuit
en voorkeuren. Hieronder lichten we de signaturen
zijn enthousiasme en consistente redeneerlijn weet hij
kort toe. De signaturen helpen om een impasse te door-
partijen blijvend te motiveren voor ambitieuze doelen
breken en anders met dilemma’s om te gaan. Door
om samen meer te bereiken dan alleen. Hij zal gedu-
u te verplaatsen in een andere signatuur komt u er
rende het proces de samenhang der dingen en het
misschien achter dat uw dilemma geen dilemma is.
oorspronkelijke, hoger liggende doel nooit uit het oog
Zodra u buiten uw vertrouwde repertoire treedt en de
verliezen. Hij is persoonlijk sterk betrokken en beperkt
handelingsrepertoires van andere signaturen verkent,
zich vaak niet tot kantooruren. Hij laat zich niet leiden
ontdekt u mogelijkheden die u anders niet zou heb-
door regels en protocollen, maar weet zijn ingangen
ben gezien. Een manager van een zorginstelling ver-
wel te vinden om echt iets te bereiken. Hij zet zich met
woordde het als volgt: “Ondanks je natuurlijke voorkeur,
hart en ziel in om het verschil te kunnen maken en is
kun je je handtekening bewust aanpassen wanneer de
bereid hiervoor op de barricades te springen en hei-
situatie daarom vraagt. Je leert los te komen van je com-
lige huisjes omver te schoppen. Het idealisme van de
fortabele handtekening”.
Gedreven voorvechter maakt hem tot een gemotiveerde en
De betrokken relatiebouwer
De gedreven voorvechter
De betrokken relatiebouwer
De vindingrijke vormer De gezaghebbende onderhandelaar
kritische grenswerker, maar kan er ook voor zorgen dat
De gezaghebbende onderhandelaar
hij te ver voor de troepen uitloopt of de (politieke) reali-
De grondige ontwerper
teit uit het oog verliest. Hij kan zich dan te idealistisch
‘ De signaturen helpen om een impasse te doorbreken en anders met dilemma’s om te gaan’
De grondi
De vindingr
of normatief opstellen en krijgt moeite met relativeren.
De Betrokken relatiebouwer De Betrokken relatiebouwer is vooral effectief in een samenwerkingsproces waarbij hij langere tijd kan worden betrokken. Dit geeft hem de gelegenheid om
De betrokken relatiebouwer
duurzame relaties op te bouwen. De Betrokken relatie-
bouwer heeft niet zozeer inhoudelijke opvattingen. Hij kijkt vooral naar wat de groep op dat moment nodig
De gedreve
De gezaghebbende onderhandelaar
heeft en wenst. Hij vindt het belangrijk dat de uitkomsten van het samenwerkingsproces dat hij begeleidt breed worden gedragen en dat partijen met een goed
De betrokken relatiebouwer
gevoel kunnen terugkijken op het verloop van het pro-
De gedreven voorvechter
ces. De aanpak van de Betrokken relatiebouwer is voor een belangrijk deel gebaseerd op intuïtie en het ‘hier en nu’. Hij is zich hier niet altijd bewust van, maar in een combinatie van karakter en ervaring heeft hij een sterke sensitiviteit opgebouwd. Hij ziet welke partijen extra aandacht nodig hebben, stelt ze gerust of spreekt partijen informeel aan op hun houding. Zo creëert de
De vindingrijke vormer
Betrokken relatiebouwer een context waarin vertrou76
De betrokken relatiebouwer
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
Herkenbaar als: overtuigend, activerend en principieel Verbindend door: het schetsen van een gezamenlijk toekomstperspectief voor een betere leefomgeving Quote:“Het kan wel! Een wervend toekomst perspectief motiveert.“
Herkenbaar als: begaan, persoonlijk en informeel Verbindend door: het creëren van een veilige setting voor de kwetsbaarheid van mensen en het bouwen van vertrouwen Quote:“Goed partnerschap begint met luisteren.“
Herkenbaar als: analytisch, betrouwbaar en structurerend Verbindend door: het bieden van overzicht en inzicht in vragen, belangen en perspectieven voor betere oplossingen Quote:“Openheid en meedenken gaan prima samen met een strakke regie.“
Herkenbaar als: pragmatisch, charismatisch en daadkrachtig Verbindend door: het benadrukken van onderlinge afhankelijkheden en het creeren van een momentum voor besluitvorming Quote:“Het is een illusie om te denken dat iedereen even tevreden is met het resultaat.“
Herkenbaar als: onconventioneel, verrassend en verwarrend Verbindend door: het laten ontstaan van een beweging in een uitnodigende setting Quote:“Ongewenste reacties bestaan niet.“
wen bestaat en een echte dialoog op gang komt. Daar-
genomen of crisis is ontstaan. De Gezaghebbende
bij bouwt hij vaak een persoonlijke band op en verdiept
onderhandelaar vindt het belangrijk dat de uitkomsten
hij zich in de achtergrond van de betrokkenen om hen
van zijn proces ook daadwerkelijk realiseerbaar zijn
echt te begrijpen. Hij vindt het belangrijk dat alle be-
en voldoen aan de eisen van de opdrachtgever. Hij kan
langhebbenden een stem krijgen en wil deze partijen
snel onderlinge afhankelijkheden in beeld brengen en
activeren door hen verantwoordelijkheden te geven in
weet wie de sleutelspelers zijn. Hierbij zet hij zijn net-
het proces. De Betrokken relatiebouwer heeft als uit-
werk en zijn verworven positie in. Hij is in staat om de
gangspunt iedereen gelijkwaardig te behandelen. Een
formele en informele wereld aan elkaar te verbinden
valkuil van de Betrokken relatiebouwer is een te grote
en zal zich daarbij strategisch gedragen. Hij weet bij
persoonlijke betrokkenheid, waardoor hij geen objec-
onderhandelingen pakketten te maken waarbij belan-
tieve belangenafweging meer kan maken.
gen kunnen worden uitgeruild. Zo wordt het voor partijen duidelijk wat er te halen valt. De Gezaghebbende
De Grondige ontwerper
onderhandelaar functioneert goed onder tijdsdruk en
De Grondige ontwerper levert grote meerwaarde bij een
gebruikt dit ook om bij anderen voortgang te bereiken.
inhoudelijk complex probleem met veel betrokkenen.
Hij is daadkrachtig en pragmatisch. Hij weet spontane
Hij is kritisch, nieuwsgierig en verdiept zich met aan-
kansen tijdens het proces te herkennen en te benut-
dacht in de situatie. Het verkrijgen van inzicht in de be-
ten. Daarbij heeft hij echter de neiging om ad hoc
langen van de betrokken partijen is daar een belangrijk
beslissingen te nemen en de duurzaamheid van zijn
onderdeel van. De Grondige ontwerper begint zijn sa-
resultaten uit het oog te verliezen. De Gezaghebbende
menwerkingsproces met een gedegen analyse, waarin
onderhandelaar kan zijn rol alleen goed vervullen als
hij de beschikbare informatie van alle partijen ordent
die positie hem wordt gegund door de andere partijen
en de ontbrekende onderdelen signaleert. Hij is zowel
en hij voldoende speelruimte krijgt.
goed in divergeren om alle alternatieven in beeld te brengen als in convergeren om tot resultaat te komen.
De Vindingrijke vormer
Compleet zijn, niets over het hoofd zien en het overzicht
De Vindingrijke vormer is het meest effectief in een om-
houden, zijn voor de Grondige ontwerper belangrijk. Hij
geving met weinig kaders. Dit kan zijn bij de start van
maakt bewuste afwegingen in de aanpak en probeert
een samenwerkingsproces of op het moment dat het
deze zoveel mogelijk te objectiveren. Hij zal niet gauw
voorgaande niet heeft gewerkt. Hij heeft geen inhoude-
keuzes maken op gevoel. Met de kaders in de hand
lijke opvatting over de uitkomsten van het proces, te-
maakt de Grondige ontwerper afspraken met de betrok-
meer omdat hij deze vooraf niet kan en wil benoemen.
ken partijen over de gezamenlijke spelregels en de plan-
Zijn aanpak is organisch: als hij begint met een opgave
ning van het proces en komt deze ook na. De Grondige
vormt de omgeving zich vanzelf en komt er energie los.
ontwerper wordt daardoor vaak als een betrouwbare
De Vindingrijke vormer vindt dat meer van hetzelfde
rots in de branding ervaren, die mensen kan geruststel-
geen nieuwe inzichten oplevert en zet er daarom op in
len met zijn nuchtere en realistische kijk. Zijn gestruc-
om partijen uit hun comfortzone te halen. Dit doet hij
tureerde aanpak kan echter soms leiden tot een gebrek
door het introduceren van verschillende invalshoeken,
aan flexibiliteit: onverwachte zaken ziet de Grondige
door nieuwe partijen te betrekken en kaders op te rek-
ontwerper eerder als verstoring dan als een kans.
ken. Zonder dat het zichtbaar, is bereidt de Vindingrijke
Omdat de Grondige ontwerper vooral succesvol is als hij
vormer zich goed voor op bijeenkomsten en interven-
grip heeft op het proces met een goed doordachte aan-
ties. Hij zoekt naar patronen, blokkades, reflexen en
pak, is hij minder flexibel en experimenteel.
prikkels die partijen weerhouden of stimuleren om in beweging te komen. Hij is niet bang om te spiegelen, te
De Gezaghebbende onderhandelaar
confronteren en iets los te maken waarvan hij de con-
De Gezaghebbende onderhandelaar wordt vaak in een
sequenties nog niet kan overzien. Hij heeft veel werk-
spannende of urgente fase van een samenwerkings-
vormen in zijn bagage, waardoor hij goed kan impro-
proces ingezet, wanneer er een besluit moet worden
viseren. Daarbij loopt de Vindingrijke vormer het risico 77
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong
om sleutelpartijen over het hoofd te zien. Hij werkt niet
Vindingrijk vormer? Of vanuit een combinatie van twee
met de noodzakelijke partijen, maar met de enthousi-
signaturen? De vervolgstap is om deze gedachten om te
aste partijen. De Vindingrijke vormer kan zijn opdracht-
zetten in acties en interventies die u kunt uitproberen
gever geen zekerheden geven, waardoor hij op basis
in uw directe werksituatie.
van eerdere ervaringen vertrouwen zal moeten creĂŤren voor zijn aanpak. Hij heeft de tijd nodig om iets te laten
Deze oefening kan u ook bewust maken van uw ontwik-
ontstaan en groeien, maar zal tussentijdse gebeurte-
kelwensen. Welke signatuur wordt van u verwacht in
nissen aangrijpen als die helpen bij de beweging. De
uw organisatie? Bent u de geschikte grenswerker voor
Vindingrijke vormer gelooft dat beweging alleen duur-
die opgave? Welke signaturen zou u verder willen ver-
zaam is als het voortkomt uit de intrinsieke drijfveren
sterken? Wie kent u die deze signaturen vertegenwoor-
van mensen die samen het verschil maken.
digen? Hoe combineert u de verschillende signaturen in u als persoon? De Gezaghebbende onderhandelaar
Aan de slag
en de Grondige ontwerper zijn beide sterk resultaatge-
Samengevat zijn de signaturen een antwoord op de
richte signaturen en vormen vaak een krachtige com-
volgende veronderstellingen: het grensvlak tussen or-
binatie in een samenwerkingsproces dat toewerkt naar
ganisaties is een nieuw en waardevol werkterrein voor
besluitvorming, maar kunnen soms de andere signa-
medewerkers. Om in die rol de binnenwereld en bui-
turen overstemmen. De combinatie van de Betrokken
tenwereld effectief te verbinden, is uw persoonlijke stijl
relatiebouwer en de Vindingrijke vormer maakt bijvoor-
en gedrag bepalend. Dit vraagt inzicht in uw eigen han-
beeld dat u vooraf duidelijk ruimte moet claimen om
delingsrepertoire en het bewust kunnen schakelen tus-
vertrouwen en energie te laten ontstaan. Grenswerkers
sen aanvullende repertoires. Want het werken op het
die de Gedreven voorvechter en de Grondige ontwerper
grensvlak kunt u niet af met vertrouwde interventies
verenigen, kunnen goed argumenteren, hebben een
en eerste reflexen, u zult in de confrontatie met zoveel
kritische blik en zijn consistent en duidelijk naar de
verschillende belangen, culturen en omgangsvormen
samenwerkende partijen, maar hebben vaak extra
een bredere kijk moeten hebben. De centrale stelling
moeite met loslaten. Vindingrijke vormers die ook
bij de signaturen is dan ook dat u oprecht kunt zijn en
Grondige ontwerpers zijn, kunnen goed patronen her-
verschillende rollen kunt innemen. Je kunt jezelf niet
kennen, maar komen niet zelden in een interne strijd
uitzetten, maar wel effectiever inzetten.
van willen sturen en laten ontstaan.
Door u te verplaatsen in andere signaturen, kunt u
Door inzicht te hebben in uw persoonlijke combinatie
oefenen met alternatieven. Zo leert u bewust te
van signaturen weet u onder welke omstandigheden u
schakelen tussen handelingsrepertoires in wisselende
het meest effectief bent. U wordt effectiever in impro-
contexten, maar ook andere vragen te stellen om een
viseren wanneer u de verschillende signaturen in uw
vraagstuk te definiĂŤren of een situatie te beoordelen.
bagage hebt. En werken op het complexe en dynami-
Want uw voorkeurssignatuur kleurt ook de bril waar-
sche grensvlak tussen organisaties, waarbij u vaak
mee u naar uw omgeving kijkt en een diagnose stelt.
moet inspelen op spontane en onverwachte situaties,
Zo doorbreekt u vastgeroeste patronen of doodlopen-
maakt improviseren eerder regel dan uitzondering.
de routines en staat u flexibeler en zekerder in een netwerk. Om erachter te komen wat de signaturen voor
Zelftest
u concreet betekenen, zou u de volgende oefening kun-
Benieuwd naar uw voorkeurssignaturen? Vul voor een
nen doen. Visualiseer uw dagelijkse werksituatie op het
snelle inschatting de zelftest in op pagina 152 van dit
grensvlak en formuleer een dilemma naar aanleiding
magazine.
van een probleem waar u in uw werk tegenaan loopt. Probeert u zich nu achtereenvolgens te verplaatsen in elk van de vijf signaturen. Hoe zou u bijvoorbeeld dit dilemma benaderen vanuit het repertoire van de 78
Een eerdere versie van dit artikel verscheen in de bundel 'Rijksoverheid zkt P artner’, te vinden op www.rijksoverheid.nl/ netwerkendeoverheid. Een deel van het studiemateriaal is te vinden op http://publicaties.minienm.nl/ documenten/open-het-snellerbeter-magazine-metopenhartige-verhalen-over-pa
SOMSAMMAGARTIKEL Martine de Jong
‘ Je kunt jezelf niet uitzetten, maar wel effectiever inzetten’ 79
SOMSAMMAGINTERVIEW
80
SOMSAMMAGINTERVIEW
Silvia de Ronde Bresser 81
SOMSAMMAGINTERVIEW
Silvia de Ronde Bresser, initiatiefnemer Kracht in Nederland over initiatieven uit de samenleving
KRACHT IN NEDERLAND MAAKT EFFECT MAATSCHAPPELIJKE INITIATIEVEN MEETBAAR
T
bedrijfsleven en vermogensfondsen. De droom werd werkelijkheid in de coöperatie Kracht in Nederland. “We laten zien wat de sector van initiatieven waard is voor Nederland en verbinden mensen met ideeën aan mensen met tijd en geld. Het is nu het moment om samen te werken dwars door de grenzen van publiek, privaat en particulier heen.”
he times, they are a-changin’,
“Maatschappelijke initiatieven zijn
om met Bob Dylan te spreken.
niet ‘geneuzel uit de wijk’”, zegt
We staan aan het begin van
Silvia de Ronde Bresser. “Er is een
een anders functionerende
82
ze te verbinden aan overheid,
onomkeerbare, vitale groep mensen
samenleving, een nieuwe econo-
die Nederland vooruit helpt, maat-
mie. De lokale, maatschappelijke
schappelijk en economisch. Door de
initiatieven schieten als padden-
crisis, doordat er minder geld is in
stoelen uit de grond. Meer dan
het bedrijfsleven en door de terug-
ooit tevoren gaan mensen in ons
trekkende overheid ontstaan die
land zélf voor ideeën, verbetering
initiatieven steeds meer. Het gebeurt
en verandering. Samen pakken ze
op grote schaal en veel professioneler
problemen of issues aan die spe-
dan vroeger. Wij willen de waarde
len in hun eigen straat, wijk, stad,
duidelijker laten zien en samenhang
provincie. Dat vraagt een nieuwe
aanbrengen. We willen initiatieven
rol van de overheid en van andere
aan elkaar verbinden én aan partijen
partijen die de maatschappelijke
die iets voor hen kunnen betekenen
initiatieven kunnen versterken.
en er ook belang bij hebben: bedrijfs-
Silvia de Ronde Bresser zag deze
leven, fondsen, overheid. Met Kracht
ontwikkelingen en droomde ervan
in Nederland willen we een verbin-
alle initiatieven te versterken en
dende onderlegger zijn, een podium
SOMSAMMAGINTERVIEW
bieden aan al die initiatieven. Zo ontstaat er een soort ‘tegenbeweging’: er wordt zoveel nadruk gelegd op dat wat er niet is. Wij laten zien wat er wél is en verbinden de juiste mensen aan elkaar. Zo, dat één plus één, drie kan worden.”
Scala aan initiatieven Een blik op de site van Kracht in Nederland (KiNL) laat een scala aan lokale initiatieven zien. Ideeën, dromen en wensen van echte mensen. Mensen die uit idealisme iets willen doen voor de samenleving, of mensen die het simpelweg zat zijn dat er iets misgaat in hun omgeving. We zien enthousiastelingen die een buurtmoestuin aanleggen, bewoners die zich inzetten voor een gezondere leefomgeving in de buurt van een snelweg, betrokken burgers die ervoor willen zorgen dat ouderen in hun wijk langer thuis kunnen wonen, een groep die gaat voor een volledig duurzame energievoorziening in De Bilt. Als mensen zich verenigen én de juiste middelen hebben, zijn de mogelijkheden eindeloos. Ze lossen samen maatschappelijke problemen op, maar creëren vooral ook een nieuwe economie.
Samenwerken Wil je maatschappelijke initiatieven echt laten werken, dan moet je samenwerken. Juist de samenwerking tussen de overheid, bedrijfsleven, fondsen en de initiatieven, daar schort nog wel het een en ander aan, weet Silvia. “We zien allerlei nieuwe vormen van collectiviteit, samenredzaamheid en co-creatie. Dat is samenwerken dwars door de grenzen van publiek, privaat en particulier heen. Daardoor veranderen ook sociale en economische verhoudingen. De 83
SOMSAMMAGINTERVIEW
scheiding tussen markt, overheid en
Mensen die bij de initiatieven zijn be-
bevindt. In het begin is een succesfactor
maatschappij vervaagt. Maar dat be-
trokken, dat is toptalent. Het zijn soci-
vooral de capaciteit van de trekkers.
tekent wel dat overheden zich anders
aal ondernemers. Ze doen in hun vrije
Later blijkt vaak ook media-aandacht
moeten gaan gedragen. Ze moeten
tijd dingen die ze écht vanuit hun
heel belangrijk, soms nog belangrijker
zich meer openstellen, transparanter
passie doen, vanuit hun eigen kracht.
dan geld. Ook is er veel behoefte aan
zijn. Niet zozeer zelf willen scoren,
De initiatieven gaan over zaken waar
mensen die kunnen helpen bij het be-
maar dat samen met mensen uit de
de overheid op vastloopt, bovendien.
denken van een goed businessmodel of
maatschappij doen. We bewegen
WMO, arbeidsmarkt, groenbeleving.
die juridisch advies kunnen geven.”
naar een netwerksamenleving. Dat
Het is echt een nieuwe topsector die
betekent dat de overheid in een totaal
ons land verder helpt.”
ander spel zit. De piketpaaltjes om te kunnen scoren staan nu niet in de richting van de samenleving. Daar is nog heel veel werk te verzetten.”
Moeras aan gedoe Silvia weet dat initiatiefnemers
Kracht in Nederland wil bijdragen aan de succesfactoren. “De samenleving
‘ Het maatschappelijk initiatief is hip, modern, efficiënt en van waarde’
is superactief en levert meerwaarde op allerlei terreinen. Wij zien onszelf als een extra knooppunt, een nieuwe infrastructuur. Er valt nog een hele wereld te winnen door nieuwe instrumenten te maken waardoor je beter
vastlopen op het moment dat ze écht
kunt samenwerken. Onze MAEXchan-
iets gedaan willen krijgen. Het finan-
ge is zo’n instrument.”
cieel en juridisch beleid biedt weinig
Maatschappelijke Exchange
prikkels om samen te werken. Als ze
Om de meerwaarde van de initiatie-
Spannend
subsidie aanvragen bijvoorbeeld, of
ven inzichtelijk te maken, ontwikkel-
Het werk van Kracht in Nederland is
op zoek zijn naar een ruimte om hun
de Kracht in Nederland met partner
dus nog niet gedaan. Silvia wil zich er
ideeën werkelijkheid te laten worden.
Innovation Booster, de Maatschappe-
graag nog lang voor inzetten: “We zijn
“Ik merk het zelf ook, je loopt tegen
lijke Exchange (MAEXchange). Silvia:
aan het bewegen naar een participa-
muren aan. Fondsen, bedrijfsleven en
“Initiatieven die zich bij ons melden,
tiemaatschappij, of liever gezegd een
de overheid moeten een netwerkpart-
vullen een aantal gegevens in en
investeringsmaatschappij. Mensen en
ner zijn. Iedereen wordt gek van de
publiceren hun profiel. Wat houdt
organisaties investeren tijd, geld,
bureaucratie. Er is nu nog een grote
het idee in, wat is de ambitie, wat
middelen in een goed werkende
mismatch tussen initiatieven en de
levert het op, voor welke doelgroep is
samenleving. Er is echt een grote shift
organisaties die willen participeren
het, wat draagt het bij aan de maat-
gaande om de aarde op een andere
met geld en andere middelen. Het is
schappij, dat soort zaken. Gebruikers
manier te laten draaien. Dat is on-
een moeras aan gedoe.”
geven op hun beurt weer een oordeel
omkeerbaar ingezet en dat houdt me
over die informatie. Zo duiden we de
gaande. Ik vind het heel spannend om
Het begint bij het inzien van de
waarde van initiatieven, maken we ze
daar deel van uit te maken.”
meerwaarde die de initiatieven
vergelijkbaar en kunnen we mensen
bieden. Zijn de maatschappelijke
aan elkaar koppelen.”
initiatiefnemers volgens Silvia echte professionals? “Zeker. De wereld van
Als de juiste mensen aan elkaar zijn
Kracht in Nederland (KiNL)
het maatschappelijk initiatief had
gekoppeld en de weg naar alle nodige
Kracht in Nederland is opgericht door Silvia
altijd iets ‘geitenwollensokkerigs’. Het
partijen is gevonden, dan kan een initi-
de Ronde Bresser en Gerda Deekens met
was de wereld van de vrijwilligers en
atief worden uitgebouwd tot een succes.
hulp van een aantal partners zoals het mi-
had een niet-professioneel toontje.
Wat maakt een initiatief eigenlijk
nisterie van Binnenlandse Zaken. Het is een
Maar dat is al lang anders. Het is hip,
succesvol, volgens Silvia? “De succes-
coöperatie die initiatieven uit de samenle-
modern, efficiënt, to the point én we
factoren zijn afhankelijk van de ont-
ving zichtbaar en meetbaar maakt en ze met
hebben er als samenleving baat bij.
wikkelfase waarin een initiatief zich
elkaar verbindt tot een nieuwe topsector.
84
SOMSAMMAGCOLUMN Jeroen den Uyl
De symboliek van de Ampelmann Wat de overheid nodig heeft, is een onverstoorbare Ampelmann. Een wat? Een Ampelmann. Jazeker. Ik kwam tot dat inzicht toen ik hoorde over
niseren mensen zich af en aan. Het beweegt
samenwerking tussen de onmetelijke kracht
een nieuw product, bedacht door twee
en krioelt van de initiatieven. De doe-demo-
van de maatschappij met de oude vertrouw-
studenten van de TU Delft. De twee studen-
cratie ten top. Sommigen initiatieven komen
de krachten van de overheid. Een verbinding
ten bouwden een flight simulator om tot een
op, anderen sterven af. Die beweeglijkheid
tussen schijnbaar onoverbrugbare eenheden.
ingenieus product te komen: een permanent
zie je terug in de golven van de oceaan. De
Met de Ampelmann hebben samenwerkers er
stabiele loopplank, te gebruiken om schepen
ene keer nemen burgers veel initiatief, de
een maatje bij.
‘aan te meren’ bij olieplatforms. Ze noemen
andere keer minder. Dat is niet te plannen of
hun product Ampelmann. Het schip beweegt
te voorspellen.
door de golven, maar de loopplank (die op het schip vast zit) hangt stil in de lucht. Zo
En toch kan je er, zoals bij de Ampelmann,
kunnen werkers veilig overstappen van het
wel permanent op inspelen. Voor de overheid
olieplatform naar het schip en andersom.
is dat niet altijd eenvoudig. Ze moet meebe-
De jongens maken nu grote stappen in de
wegen zoals een boot op de golven. De vaste
offshore-industrie. Hun unieke concept wordt
waarden die de overheid genereert, zoals
op vele schepen gemonteerd.
zwaardmacht, onafhankelijkheid, moeten rotsvast zijn. Zoals een olieplatform dat
‘ Het schip beweegt door de golven, maar de loopplank hangt stil in de lucht’
stevig op de bodem van de zee staat. Een diepere symboliek zie ik in de proporties. De oceaan is onnoemelijk veel groter en machtiger dan de overheid. Het is de oceaan die het schip draagt en niet andersom. Dat geeft volgens mij precies weer wat het zelfbeeld en de rol van de overheid zou moeten zijn. De Ampelmann is het mannetje dat de voetganger de straat over laat steken. De
Als samenwerkingsaddict zie ik in de Ampel-
Ampelmann regelt de connectie. De amb-
mann een mooie symboliek. Als je naar de
tenaar, de procesmanager, de regisseur, de
maatschappij kijkt, heeft die wel wat ken-
omgevingsmanager: zij hebben die kwali-
merken van een oceaan. In die oceaan orga-
teiten ook. Zij zorgen voor verbinding en 85
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong & Jetske Roetman
Figuur 1: PLUG de dag 86
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong & Jetske Roetman
PLUG DE DAG: VINDEN WAT JE NIET ZOCHT In de stad wemelt het van de goede initiatieven en betrokken mensen. Mensen met ideeën voor verbeteringen in hun straat, wijk, stad of zelfs de wereld. Het netwerk ‘PLUG de dag’ is er om deze mooie initiatieven een duwtje in de rug te geven. De initiatiefnemers van PLUG geven in dit artikel een kijkje in hun keuken. PLUG de dagis een netwerk van nieuwsgierige profes-
van de pluggers creëert ruimte voor het stellen van an-
sionals die op onverwachte plekken samenwerken aan
dere vragen en nodigt uit tot het ontwikkelen van nieu-
stedelijke opgaven. Het is ontstaan in Amsterdam en
we inzichten. Want juist op de randen van disciplines
bestaat nu vier jaar. Dat leverde interessante lessen op
ontstaan goede ideeën en vernieuwing. Wat gangbaar
over samenwerken in een netwerk. Kan een netwerk van
is in de ene wereld, kan heel vernieuwend zijn in de
iedereen zijn? Hoe breng je online en offline bij elkaar?
andere. Pluggen doe je vanuit jezelf als persoon en niet
Hoe leer je van elkaar? En hoe maak je het resultaat van
vanuit je positie of status. Naast professionals, zijn
een netwerk zichtbaar?
pluggers ook betrokken buurtbewoners, kritische burgers, toegewijde vrienden of ouders.
Om een initiatief of organisatie te helpen, werken de ‘pluggers’ vier woensdagen achter elkaar bij deze ini-
2. Plekken worden stadsinitiatieven
tiatieven en organisaties thuis. Ze doen daar gewoon
PLUG leidt een nomadisch bestaan en ervaart dat
hun eigen werk, en tijdens de lunch buigen ze zich
de gastvrijheid van de stad groot is. De pluggers wer-
over de maatschappelijke vraag van die plek. Zo brengt
ken in knusse buurthuizen, schrale voetbalkantines,
PLUG professionals, plekken en puzzels op een andere
leegstaande loodsen en statige musea. PLUG gaat op
manier met elkaar in contact. Deze drie ingrediënten
avontuur in de eigen stad. Er is alleen wifi, stroom en
vormen de basis van het netwerk; sommige pluggers
water nodig. PLUG schuift zo tijdelijk aan bij bestaande
zoeken inspiratie in het ontmoeten van nieuwe men-
initiatieven om ze te helpen sterker te worden en meer
sen, anderen komen om de stad te leren kennen en
impact te hebben. Want waarom zou je iets nieuws op-
bijzondere (werk)plekken te ervaren en weer anderen
zetten als je een bestaand initiatief kunt verrijken?
willen hun tanden zetten in belangrijke vragen die de stad vooruit helpen.
Er wordt gewerkt aan de plek, op de plek. Hiermee geeft PLUG nieuwe lading aan de waarde van tijd- en
1. Professionals worden stadsnomaden
plaatsgebonden werken. De pluggers horen, zien en
PLUG verbindt verschillende mensen uit verschillende
voelen wat er op de plek speelt om beter te kunnen
disciplines. Van planologen tot historici en van marke-
helpen. En tegelijkertijd halen de ongebruikelijke plek-
tingdeskundigen tot kunstenaars en filmmakers. Als
ken de pluggers uit hun eigen routine om weer fris naar
werkende stadsnomaden trekken zij samen door de
hun eigen werk te kijken.
stad. Je weet vooraf niet wie aansluiten. De diversiteit 87
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong & Jetske Roetman
3. Puzzels worden stadsinterventies Op elke plek proberen pluggers te komen tot de vraag achter de vraag, met oprechte aandacht en nieuwsgierigheid. Het durven stellen van de hulpvraag is het begin van een verandering. Dit zijn vaak geen urgente, maar wel wezenlijke vragen: van nieuwe missies en verdienmodellen, tot de uitwisseling van ervaringen en de impact op de doelgroep. Vragen die je van binnenuit niet altijd meer ziet. Pluggers stappen met de vraageigenaar even uit de waan van de dag en koesteren juist de kleine veranderingen. Het ontleden van de vraag levert meer inzichten op dan het geven van een antwoord. En vaak is het bezoek van een diverse groep professionals al een interventie op zich. Het netwerk wil ervaringen delen en een rode draad aanreiken, waardoor initiatieven niet telkens het wiel opnieuw hoeven uit te vinden.
Werken en vrijwilligerswerk gecombineerd
Lessen om te verdiepen
De professionals, plekken en puzzels komen samen in
De afgelopen vier jaar leerden de pluggers veel. Ze
twee lagen: enerzijds experimenteren de pluggers met
keken achter voor de hand liggende veronderstellingen
nieuwe vormen van werken, samenwerken en netwer-
en vonden clichés opnieuw uit. Door met je voeten in
ken en anderzijds vinden ze nieuwe vormen van vrij-
de klei te staan en met vallen en opstaan een initiatief
willigerswerk uit. De stad ontwikkelen en jezelf ontwik-
op te zetten, worden clichés niet minder waar, maar
kelen gaat prima samen. Het netwerk wordt hiermee een
wel meer doorleefd. Naast lessen leverde dit evenzoveel
onderzoeksplaats voor iedereen die zich wil ontwikkelen
nieuwe vragen op om te onderzoeken. Hieronder zetten
tot adviseur, onderzoeker of ambtenaar van deze tijd. Zo
de initiatiefnemers van PLUG hun belangrijkste lessen
worden nieuwe benaderingswijzen en aanpakken voor
en vragen op een rij.
toekomstige stedelijke vraagstukken getest. 1. Eigenaarschap verbreden Pluggers onderzoeken traditioneel gegroeide beel-
“Een netwerk bestaat uit losse en hechte relaties. Als
den, oordelen en verwachtingen. Ze benoemen ze,
initiatiefnemers van PLUG ontdekten wij dat we toch de
stellen ze ter discussie en introduceren nieuwe invals-
trekker en het gezicht van het netwerk zijn, hoezeer we
hoeken en manieren van kijken. De oorspronkelijke
het eigenaarschap ook willen delen met het netwerk.
beelden van en tegenstellingen tussen de professio-
Zij zagen ons juist als motor. Ook een netwerk van on-
nal en de burger, commercieel en maatschappelijk,
derop heeft een gezicht nodig. Tegelijkertijd kost het
zakelijk en privé, betaald en vrijwillig en tussen col-
veel inzet en energie om een netwerk levend te houden.
lega’s en vrienden, zijn steeds minder duidelijk. Het
Hoe kun je het zelforganiserend vermogen van een net-
combineren van werk en vrijwilligerswerk in een
werk verhogen? Wat maakt dat je je niet alleen ‘onder-
nomadische setting, maakt dat de scheidslijnen ver-
deel’, maar ook ‘eigenaar’ van een netwerk voelt?”
vagen en de overgangen vloeibaarder worden. Dat
88
maakt de wereld minder overzichtelijk, maar niet min-
2. De kleur van kruisbestuiving
der uitdagend. Het vraagt nieuwe taal om deze combi-
“Online is een grote diversiteit aan mensen verbonden
naties van rollen te kunnen duiden. Met woorden als
aan het netwerk. Op de woensdagen schuiven echter
‘pluggen’ en ‘plugger’ introduceert PLUG alvast een
vooral de blanke, hoogopgeleide dertigers aan. Vaak
nieuw vocabulaire.
zijn ze vrouw. De manier van werken die PLUG moge-
SOMSAMMAGACHTERGROND Martine de Jong & Jetske Roetman
4. Professionaliseren zonder te institutionaliseren “Wij benadrukken steeds hoe belangrijk het is om te koesteren dat PLUG in de eerste plaats leuk is. Het netwerk is voor iedereen en kent geen formele regels of lidmaatschap. Je hoeft je komst niet aan te kondigen, je kunt gewoon aanschuiven. Met die manier van provisorisch werken, vindt PLUG een nieuwe vorm van professionaliteit uit. Ook leren pluggers dat ze toch ook - en wellicht juist - in dit vrije speelveld een eigen ritme, routine en rituelen nodig hebben om de bestaande te doorbreken. Spontaniteit kun je organiseren, maar waar ligt de grens? Wat heb je minimaal nodig aan structuur om de spontaniteit maximaal de ruimte te geven? Hoe zorg
Elke PLUGplek is anders. Soms in leegstaande ruimtes, soms dicht op elkaar. Soms met minimale voorzieningen en soms in luxe. Dat doet een beroep op je improvisatievermogen, flexibiliteit en creativiteit.
je dat een initiatief geen nieuw instituut wordt?” 5. Sociaal ondernemerschap in een deeleconomie “Na vier jaar werken op basis van ruil, ondervinden we in de praktijk wat de impact van ruilen op de crelijk maakt, is kennelijk niet voor alle Amsterdammers
ativiteit van het netwerk is. Het ruilen van talenten en
aantrekkelijk of zichtbaar. Voor de initiatieven die
diensten is inspirerend en maakt mensen scherper op
PLUG bezoekt, geldt dit niet. Deze zijn kleurrijk en
de opbouw van het netwerk. In de praktijk blijken maat-
uiteenlopend. Zo werken mensen in pak soms naast
schappelijke en commerciële doelstellingen veel dichter
mensen zonder dak. Juist het opzoeken van die diversi-
bij elkaar te liggen dan verwacht. Welke verdienmodel-
teit draagt bij aan het ontstaan van nieuwe beelden en
len zijn passend in het bereiken van maatschappelijke
ideeën over elkaar en over de stad. Door over je eigen
meerwaarde? Hoe kan dit zonder concessies te doen aan
grenzen te werken, ontstaat ruimte om te leren en te
de laagdrempeligheid en spontaniteit van het netwerk?
ontwikkelen. Heeft PLUG een ‘blanke’ manier van bij-
En wat is de betekenis van geld hierin?”
dragen aan de stad? Zijn er andere manieren van helpen om dit te doorbreken of aan te vullen?”
6. Meten van meerwaarde “We merkten dat we ook in de nieuwe werkelijk-
3. Werken op intuïtie en gezond verstand
heid een vorm moesten vinden om de meerwaarde
“Pluggers leren dat vertrouwen op je intuïtie een prima
van PLUG voor de stad vast te leggen. We doen dat in
raadgever is, ondanks dat het ons van kinds af aan wordt
blogs en met fictieve waardecoupons. De som van al
afgeleerd om te veel op ons gevoel af te gaan. En met het
deze blogs en coupons toont de meerwaarde van het
volgen van een opleiding en het specialiseren in een vak,
netwerk voor de stad aan; ze vormen als het ware ons
gebruiken we ook steeds minder ons gezond verstand.
‘archief’. En wat blijkt? Juist dat wat niet te voorzien
Het zijn misschien wel vergeten ‘kerncompetenties’. Ze-
en niet te meten is, is het meest van waarde voor de
ker wanneer je in een grotere organisatie werkt waarin
stad. PLUG onderzoekt verder wat nieuwe definities
alle werkwijzen zijn vastgelegd en risico’s zijn dichtge-
van succes zijn, in een systeem waar geld of harde
timmerd. Kennis en ratio worden dan gezien als veiligere
criteria niet langer de maatstaf zijn voor het meten van
en duidelijkere leidraden in het werk. PLUG nodigt uit
waarde en succes.”
om een eigen oordeel te vormen over wat goed voelt en waar iemand voor staat in zijn of haar werk. Niet door
Doe mee
het goed te doen, maar door het goede te doen. Hoe kom
Kijk op www.plugdedag.nl voor een bezoek aan of
je los van je eigen discipline, achtergrond en reflexen?
van PLUG de dag. Of neem contact op via Facebook,
Hoe kunnen ratio en intuïtie elkaar versterken?”
LinkedIn of Twitter. 89
SOMSAMMAGACHTERGROND Marjoke Hoeve & Has Bakker
90
SOMSAMMAGACHTERGROND Marjoke Hoeve & Has Bakker
DIJKEN VERSTERKEN MET OOG VOOR DE OMGEVING Zeven jaar geleden startte in ons land het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2). De Rijksoverheid en 22 waterkeringbeheerders (waterschappen, hoogheemraadschappen, provincie Groningen en Rijkswaterstaat) werken hierin intensief samen om op 88 plekken in het land afgekeurde waterkeringen te versterken. Het gaat om bijna 370 kilometer aan dijken, dammen,
en het beperkte instrumentarium maken een integrale
duinen, en daarbij om 18 sluizen, stuwen en gemalen.
aanpak, uitruil en pakketonderhandelingen lastig, en
Zo’n programma raakt veel partijen in de omgeving. De
samenwerking met collega-overheden des te belang-
extra ruimte die er nodig is, gaat ten koste van natuur,
rijker, maar soms ook best ingewikkeld. Er zijn veran-
landbouw, bedrijvigheid of achtertuinen. De uitvoering
deringen in de ambities van waterschappen op het ge-
zorgt voor overlast en in veel gevallen verandert het
bied van samenwerken. Hoogheemraadschap Hollands
uitzicht. Dat vraagt om een doordachte manier van om-
Noorderkwartier heeft bijvoorbeeld in het kader van het
gaan met je omgeving.
Deltaprogramma een Deltavisie opgesteld, waarbij het de inzet is om de relatie met de omgeving op een andere
De Mutual Gains Approach (MGA) en Strategisch Omge-
leest te schoeien. Het hoogheemraadschap heeft deze
Hoogheemraadschap Hollands
vingsmanagement (SOM) bieden hiervoor handvatten.
visie daarom in samenspel met de bewoners, de belan-
Noorderkwartier
MGA en SOM zijn bekend van grote infrastructurele
gengroepen en collega-overheden tot stand gebracht.
Vrijwel alle Noord-Hollanders wo-
projecten. Maar de wereld van dijkversterkingen kent
nen onder zeeniveau. Het hoog-
haar eigen dynamiek. Hoe kunnen we de ervaringen
Weinig ruimte voor ‘franje’
heemraadschap zorgt dat dit kan.
en instrumenten uit MGA en SOM toepasbaar maken in
De dijken worden versterkt onder de vlag van een lan-
Een hele klus want de zeespiegel
dijkversterkingprojecten?
delijk programma dat valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
stijgt, het regent vaker en de bodem zakt. Doet de organisatie niets, dan
Samenspel met de omgeving vereist
Het wordt aangestuurd door het programmabureau
loopt het land onder. Daarom in-
Net als provincies en gemeenten zijn waterschappen
HWBP-2, dat bij Rijkswaterstaat is ondergebracht, en
vesteert het hoogheemraadschap
‘openbare lichamen’. Ze hebben alleen meer specifieke
wordt uitgevoerd door de verschillende waterschappen
honderden miljoenen euro’s in dro-
taken die zich beperken tot (onderdelen van) het wa-
in het land. De gekozen versterkingsoplossingen moe-
ge voeten en voldoende en schoon
terbeheer. Hoewel waterschappen een verordenende
ten voldoen aan de criteria ‘sober, robuust en doelma-
water. Hiervoor werkt ze aan het
bevoegdheid hebben (de Keur), is die bevoegdheid be-
tig’: voor maatregelen die niet samenhangen met de
Deltaprogramma Hollands Noor-
perkt tot de waterbeherende taak. Waterschappen heb-
waterveiligheid of de inpassing van de dijk, is in prin-
derkwartier. De dijkversterkingen
ben bovendien geen juridische instrumenten op basis
cipe geen geld beschikbaar. Bovendien is de planning
maken daar onderdeel vanuit.
van de Wet ruimtelijke ordening. Deze functionele taak
strak: in 2017 moet het grootste deel van het programma 91
SOMSAMMAGACHTERGROND Marjoke Hoeve & Has Bakker
gereed zijn. Een deel van de projecten wordt in 2019 afgerond. Er is weinig ruimte voor ‘franje’. Per project wordt een contractvorm op maat gekozen, het liefst met veel ruimte voor innovatie van de markt. Ook de manieren van uitvoeren lopen uiteen. De versterkingsoplossing, het definitief ontwerp en de uitvoeringsplanning blijven daarbij lang onzeker. Dit terwijl de omgeving vooral om duidelijkheid op korte termijn vraagt.
Samenspel tussen techniek en omgeving Het maken van een dijkontwerp gaat via een trechterproces: een aantal alternatieven wordt beoordeeld en vergeleken. Daaruit volgt een voorkeursalternatief. Bij de vertaling naar een ontwerp worden maatwerkoplossingen uitgewerkt, berekeningen gemaakt en wordt de omgeving betrokken. Dit is een interactief proces, waarin techniek, contract en omgeving intensief moeten samenwerken. Sinds 2011 werkt Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier met het ‘IPM-model’ (Integraal Project Management). Bij het rijk werd dit IPM-model, waarbij de projecten worden uitgevoerd door een integraal projectteam, al enige jaren met succes ingezet. Naast een projectmanager zijn een contractmanager, een technisch manager, een manager projectbeheersing en een omgevingsmanager bij de projecten betrokken. Het waterschap heeft van oudsher een sterke focus op techniek. De technische uitwerking is dominant in de planning en in de afspraken met het programmabureau HWBP-2. Omgevingsmanagement is relatief nieuw en loopt het risico om reactief en ‘volgend’ te worden ingevuld. Het is de uitdaging om het omgevingsmanagement proactief in te vullen en in sommige projecten leidend te laten zijn.
Omgaan met invloed van buiten De mede door de (sociale) media goed geïnformeerde burgers willen invloed uitoefenen op hun directe leefomgeving en dus ook op de dijkversterking. Niet zelden staat in één van de landelijke of regionale dagbladen
Mutual Gains Approach (MGA)
een artikel waarin met verwondering of verontwaardi-
Onderhandelen volgens de Mutual Gains Approach (MGA) is
ging wordt gereageerd op een wel erg fors verhoogde
een aanpak waarbij partijen samen een oplossing creëren die
dijk die de verbinding tussen dorp en haven of strand
op basis van het op ‘traditionele wijze onderhandelen’ niet zou
doorsnijdt. Bekend zijn burgergroepen als ‘De Kwade
worden gevonden. Het gaat bij MGA niet om het verdedigen
Zwaan’ uit Uitdam, die onder meer strijdt voor het open
van standpunten, maar om het behartigen van belangen. Zo
houden van het IJmeer. Maar ook de belangstelling van
kan de aanpak voor elke partij de best haalbare oplossing
andere burgergroepen, zoals in de historische dorps-
(win-win) opleveren.
92
SOMSAMMAGACHTERGROND Marjoke Hoeve & Has Bakker
kern Den Oever, is groot. Een dijkversterkingproject vraagt een lange adem, waarbij ontwikkelingen op het gebied van techniek en de opvattingen over waterveiligheid kunnen leiden tot flinke wijzigingen in de initieel gekozen oplossing. Leg dat maar eens uit. Om ruimte tot overleg te creëren, heeft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier adviesgroepen ingesteld rond het dijkversterkingproject. Hierin zijn de diverse burgergroepen vertegenwoordigd.
Hoe maak je Strategisch Omgevingsmanagement op maat? Binnen Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier wordt inmiddels in verschillende projecten gewerkt met de ‘omgevingsmonitor’. Hierin zijn issues en stakeholders opgenomen, waar nodig met een gerichte strategie. Door de formulering van issues kan het hoogheemraadschap een projectperspectief op een probleem vormen en het gesprek met de omgeving beter voorbereiden. De monitor wordt ingezet om meer proactief en selectief op issues in te zetten en geeft zo prioriteit aan knelpunten van de omgeving en het project. Ook ligt dat wat er in verschillende gesprekken buiten de deur is besproken, per stakeholder vast in de monitor. Een mooie eerste stap. De sleutel om het MGA-gedachtengoed en het SOMinstrumentarium meer effectief in te zetten, ligt ook in houding en gedrag: de basis van SOM. Door transparant te zijn over het te doorlopen proces, helderheid te bieden over de (on)mogelijkheden in het project én over wat nog in onderzoek is, weet de omgeving wat zij wanneer kan verwachten, ook wanneer de oplossing nog niet zeker is. Voor de oplossing en uitwerking van issues zoekt het hoogheemraadschap intensieve samenwerking met mede-overheden. Zo kan de organisatie inpassingsvraagstukken oplossen en koppelkansen identificeren. Het geeft de omgeving bovendien de kans Strategisch Omgevingsmanagement (SOM)
om plan- en besluitvorming én financiering voor paral-
Strategisch Omgevingsmanagement is het geheel van acties
lelle initiatieven te organiseren.
die je onderneemt om de belangen van je omgeving af te wegen tegen jouw belang. SOM speelt bij projecten of programma’s waarbij veel mensen zijn betrokken of worden geraakt. Denk aan een dijkverzwaringsproject met betrokken partijen als bewoners, boeren, grondeigenaren, provincie, gemeenten, Rijkswaterstaat, waterschappen. 93
SOMSAMMAGACHTERGROND Elske Schrijvers & Stijn Lechner
94
SOMSAMMAGACHTERGROND Elske Schrijvers & Stijn Lechner
Een geïntegreerd contract
MAKKELIJKER GEZEGD DAN GEDAAN Het is een van de grootste openbaar vervoersknooppunten van Nederland én het drukst bezochte monument van ons land: Amsterdam Centraal. Tussen nu en 2020 ondergaat het station en het gebied eromheen een metamorfose. Onderdeel van deze metamorfose is het project De Entree. De gemeente wil het project De Entree realiseren door
je te bedenken én tegelijkertijd daarvoor de verant-
marktpartijen en het publieke domein beter in elkaars
woordelijkheid te laten nemen. Maar zo simpel is het in
kracht te zetten. Het is een veranderende houding die
praktijk niet. Het blijft namelijk altijd nodig een aantal
we in Nederland steeds vaker zien. Maar het betekent
zaken wél te eisen en vast te leggen. Maar, wat schrijf je
nogal wat. Er ontstaat een heel andere dynamiek bin-
nu wel voor aan marktpartijen als je geen concrete (ont-
nen de eigen organisatie als marktpartijen meer en eer-
werp)oplossingen of materiaalkeuzes eist? Het binnen
der worden betrokken bij een project.
de Grond-Water-Wegen-sector veel gebruikte antwoord op die vraag is ‘functionele specificaties’. Eén van de
Door geen concrete (ontwerp)oplossingen voor te schrij-
kenmerken van functionele specificaties is dat ze op-
ven en marktpartijen verantwoordelijk te maken voor
lossingsvrij zijn. Opdrachtnemers kunnen dus oplos-
het (nadere) ontwerp en de uitvoering, wordt ruimte
singen ontwerpen en realiseren zolang die voldoen aan
gecreëerd om te kiezen voor verschillende oplossingen;
de functionele norm.
een geïntegreerd contract dus. De gemeente Amsterdam verwacht hiermee een betere kwaliteit-prijsver-
Zo gezegd, zo gedaan. Je leest een boek over functio-
houding te verkrijgen dan wanneer ze zelf de oplossin-
nele specificaties, haalt hier en daar ervaringen op van
gen bedenkt en voorschrijft aan een marktpartij. Kort
andere projecten en je weet wat je moet doen. Was het
gezegd komt het erop neer dat de opdrachtnemers meer
maar zo eenvoudig, want het opstellen van een gedra-
en eerder worden betrokken en de mogelijkheid krijgen
gen set van functionele specificaties is geen sinecure.
om slimme ideeën en oplossingen in te brengen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want: hoe ga je,
Stakeholders
zowel intern als extern, om met zo’n nieuwe aanpak?
Om tot een volledige set aan eisen te komen, moeten
Hoe bereid je een geïntegreerd contract voor? Wat eis je
eisen worden ‘opgehaald’ bij stakeholders en klanten:
nog als je geen oplossingen meer voorschrijft?
beheerders van objecten, (gemeentelijke) vervoersbedrijven, vergunningverleners, stedenbouwkundigen,
Functionele specificaties
bedrijven en bewoners. Vaak zijn deze (interne) stake-
Het lijkt op het eerste gezicht misschien een simpel
holders ook afnemers van het project bij oplevering.
gemaakte keuze: de markt vragen om oplossingen voor
Mogelijk hebben ze ook nog behoorlijke invloed op 95
SOMSAMMAGACHTERGROND Elske Schrijvers & Stijn Lechner
de fasering en planning van het project. Ze hebben vragen, willen meedenken en komen op voor hun eigen belangen. Het zijn dus partijen waarmee je veel rekening moet houden, wil je een project binnen de beschikbare tijd, het beschikbare geld en de gestelde
Ophalen klanteisen
kwaliteit realiseren. Interne stakeholder 1
Wensen/eisen
alle partijen tot een werkend proces te komen. Een proces dat leidt tot een gezamenlijk gedragen contractdos-
Projectteam
sier met functionele specificaties, dat recht doet aan de belangen van de stakeholders en het project. Het team moet daarvoor echt samenwerken met de relevante stakeholders en op zoek gaan naar de achterliggende
Oplossingsvrij/ functioneel specificeren
Interne Accorderen
stakeholder 2
belangen en posities.
Nu zou je kunnen zeggen: dat is toch niet anders dan (interne) stakeholders? Ook voor contracten waarbij oplossingen worden uitgewerkt en voorgeschreven door een opdrachtgever ligt die schone taak toch bij
Verantwoordelijk voor opstellen oplossingsvrije specificaties
Feedback
we gewend zijn in de dynamiek tussen projecten en
Output
Opdracht
Nieuwe verhoudingen
Verzoek tot vrijgave publicaties
Het projectteam De Entree heeft de schone taak om met
Sturing en escalatie
Directie interne stakeholders
Interne opdrachtgever
het projectteam? Klopt, maar dat is maar de helft van het antwoord. Het gesprek over eisen en wensen is
Figuur 1: Spelsimulatie ‘Knooppunt’
van een ander abstractieniveau op het moment dat er sprake is van functionele specificaties. De dynamiek is intensiever. Niet praten over oplossingen, maar over
Spelsimulatie
Spelsimulatie: leren door te doen
functies en prestaties is veel abstracter. Mensen zijn
Het projectteam ging aan de slag met een fictief pro-
Spelsimulatie is een instrument om
gewend om in oplossingen te denken. Bovendien: nieu-
ject binnen een fictieve organisatie: de spelsimu-
individuen, teams en organisaties op
we verhoudingen met de markt blijven niet beperkt tot
latie ‘Knooppunt’. Hiermee konden de deelnemers
een relatief veilige manier kennis te
veranderingen tussen opdrachtgever (projectteam) en
real life het hele proces ervaren van het opstellen
laten maken met nieuwe manieren
opdrachtnemer (marktpartijen). De nieuwe verhoudin-
van functionele eisen.
van werken. Het doel: niet eindeloos
gen met de markt brengen ook veranderingen binnen de gemeente met zich mee.
praten over wat verandering van
In de simulatie kreeg het projectteam van een inter-
je vraagt, maar ervaren. Tijdens
ne opdrachtgever de opdracht een uitgewerkt ont-
een spelsimulatie worden reële
Het projectteam De Entree realiseerde zich dat oplos-
werp (definitief ontwerp met allerlei oplossingen)
processen nagebootst. Een goede
singsvrij specificeren relatief nieuw is voor de gemeen-
van een nieuw te realiseren verkeersknooppunt
spelsimulatie leidt tot gedeelde
te. Er wordt mondjesmaat steeds meer ervaring mee
(zonder oplossingsvrijheid voor marktpartijen) ‘om
ervaringen, inzichten en bewustwor-
opgedaan. Het projectteam wilde daarom samen met
te bouwen’ naar een set functionele specificaties.
ding. Aan het eind van een simulatie
de meest relevante interne stakeholders het proces en
Hierbij moesten ze rekening houden met twee inter-
maken deelnemers afspraken over
de dynamiek van oplossingsvrij specificeren ervaren.
ne stakeholders met eigen belangen en wensen en
samenwerking en gedrag. Zo krijgen
Niet door een inhoudelijke cursus of opleiding, maar
eisen ten aanzien van het project.
zij handvatten om in de dagelijkse
door een simulatie-oefening. Zo kunnen de deelnemers
praktijk zelf met hun nieuwe manier
de dynamiek écht ervaren: inzicht krijgen door te doen.
Lessen geleerd van de spelsimulatie
van werken aan de slag te gaan. Voor
Het bleek een effectieve manier van leren voor zowel
De simulatie-oefening is drie keer gedaan met wis-
meer informatie over spelsimulaties,
het projectteam als voor de stakeholders.
selende samenstelling van projectteamleden van
kijk op: http://bit.ly/11BiADj
96
SOMSAMMAGACHTERGROND Elske Schrijvers & Stijn Lechner
het project De Entree en medewerkers van de stakeholders. De inzet van de spelsimulatie bleek een succes. Een intensieve en verrassende effectieve methode om de deelnemers voor te bereiden op wat hen te wachten staat. Ze leerden veel over het proces van functioneel specificeren en kwamen tot het inzicht dat stakeholdermanagement en een verificatieproces voor de functionele eisen ingericht en moesten worden opgezet. Bovendien kwamen uit de spelsimulatie de volgende aspecten ten aanzien van houding en gedrag: - Verplaats je in je gesprekspartner Het doel van het gesprek is natuurlijk dat eisen worden opgehaald. Maar het primaire proces van je gesprekspartner (de stakeholder) is meestal een ander dan waar je zelf staat in het project. Geef daarom de juiste context en achtergrondinformatie. Wat houdt het proces in, wat is je rol, wat mag de betreffende stakeholder van het project verwachten, wat zijn de reeds gemaakte keuzes in het project, wat verwacht je van de stakeholders, etcetera? - Verdiep je in de belangen en rol van je gesprekspartners In gesprek met de ene stakeholder bleek een rij bomen als afscheiding essentieel, terwijl de andere stakeholder deze rij bomen absoluut niet wilde in verband met potentieel gevaarlijke situaties op de weg en op het spoor. Hoe dit op te lossen? - Vraag je tijdens het gesprek af of het juiste gesprek wordt gevoerd Tijdens de simulatie was een aantal stakeholders geneigd om het voorliggende ontwerp te gaan optimaliseren samen met het projectteam. Hoe kon het bijvoorbeeld goedkoper of sneller? Een gesprek dat niet leidde tot functionele eisen maar tot een aanpassing van de oplossing. Project De Entree
Nu de deelnemers van de spelsimulatie real life hebben
De gemeente Amsterdam, NS en ProRail werken aan het project rond Amsterdam Centraal. Hiermee
ervaren welke dynamieken kunnen optreden in het
krijgt Amsterdam een nieuwe entree. Het ontwerp behelst de herinrichting van het Stationsplein, de
proces om tot functionele eisen te komen voor het pro-
Prins Hendrikkade grenzend aan het Stationsplein en de IJzijde van het station. Dat is nodig zodat
ject De Entree, zijn zowel stakeholders als projectteam-
Amsterdam Centraal ook in de toekomst een hoogwaardige entree van de stad blijft, waar bijna alle
leden beter in staat om dit voor het project De Entree in
vormen van (openbaar) vervoer te vinden zijn. De werkzaamheden lopen van 2014 tot en met 2020.
de praktijk te brengen. Hoe zij het project verder uitwer-
Meest kenmerkende onderdelen van het project:
ken, zal de komende tijd duidelijk worden.
- meer ruimte voor voetgangers en fietsers op het Stationseiland - geen autoverkeer meer mogelijk op het Prins Hendrikplantsoen - uitbreiding en verbetering van de fietsroutes in het gebied - r ealisatie van minimaal 10.000 inpandige fietsparkeerplekken. 97
SOMSAMMAGBOEKRECENSIE Mieke Moor
Boekrecensie Richard Sennett
TOGETHER: THE RITUALS, PLEASURES & POLITICS OF COOPERATION “Onbekend maakt onbemind”, zei laatst
beschrijft hoe samenwerking zich al doende
zich niet zomaar laat voegen. Om goed werk
iemand wat verongelijkt tijdens een dis-
ontwikkelt (hij geeft het voorbeeld van kin-
te maken is het volgens Sennett nodig “not to
cussie over zijn functie die steeds meer
deren die samen een sneeuwpop bouwen,
fight against it […] but to employ a minimum
uit het zicht van de top verdween. Maar ik
en orkesten die samen muziek oefenen). Ver-
force” (pag. 208). De kern van dit laatste is
dacht bij mijzelf: is het niet juist het on-
volgens, hoe samenwerking in onze kapita-
het vermogen om werkelijk te luisteren naar
bekende dat iemand of iets aantrekkelijk
listische maatschappij verzwakt raakt (door
wat er van de andere kant (fysiek materiaal,
maakt? Bewijst de matige kwaliteit van
veelvuldige arbeidsdeling, dislocatie van
een vraagstuk, een ander mens) naar je toe
veel langdurige relaties niet juist het te-
werk, vermenging van ongelijkheid met (on)
komt. Niet om daarmee te willen samenvallen
gendeel?
macht). En tenslotte, hoe dit weer kan worden
(onze neiging tot sympathy) of het verschil te
gerepareerd. Dit laatste deel is wat mij betreft
willen oplossen (de gewoonte van de dialec-
Dergelijke ‘omkeringsvragen’ kun je ook stel-
het meest interessant, omdat Sennett daarin
tiek), maar om de andersheid echt te verstaan
len over de populaire begrippen ‘samen’ en
de niet zomaar logische verbinding maakt
(de nood van empathy) en die blijvend te be-
‘samenwerking’. Deze begrippen roepen ge-
tussen physical labour en dialogical social
vragen (de kracht van de dialoog): “Along the
makkelijk het beeld op van mensen die het
behavior (pag. 200). Hoewel het op het eerste
one path cooperation is a tool, a means; along
met elkaar eens zijn (geworden), maar bij een
gezicht een bekende ervaring is dat samen
the other, more of an end in itself” (pag. 45).
nadere beschouwing kan juist het belang van
iets (fysieks) doen of maken goed is voor de
In onze doelmatig ingerichte wereld is dit
de ongelijkheid tussen de leden, de openheid van hun relatie en de voortdurende spanning daarover, worden ingezien. Dit laatste is het hoofdthema van Richard Sennetts nieuwste boek Together, het tweede deel van een drieluik waarin hij zoekt naar verklaringen en oplossingen voor het afnemende vermo-
‘ In het samen werken aan iets tastbaars, met alle weerbarstigheid van dien, komt de organisatie (of in het groot: de civil society) tot stand’
gen - maar niet aflatende verlangen! - van de moderne mens om er samen iets van te maken. Eerder verscheen van Sennetts hand The
onderlinge band én het resultaat - allemaal
laatste een revolutionair gezichtspunt. Sa-
Craftsman, dat in het Nederlands de onder-
heel positief dus - gaat het Sennett vooral om
menwerking is in Sennetts ogen niet een ding
titel De mens als maker meekreeg. Together
wat in die fysieke arbeid in ‘negatieve’ zin kan
dat je kunt bedenken of aan de tekentafel ont-
borduurt daar op voort en verbindt Sennetts
worden ervaren aan de nodige (!) weerbarstig-
werpt - wat in veel managementheorieën wel
fascinatie voor de aloude praktijk van de
heid en tegenslag. Ambachtsmensen en kun-
het geval is - maar een praktijk die al doende
Werkplaats met the social capacity to coope-
stenaars weten die fysieke weerbarstigheid te
ontstaat, een vermogen dat al oefenend vorm
rate together (pag. 11). Het boek bestaat uit
waarderen - noten die samen moeizaam oefe-
krijgt. Iets dat eerder ritueel dan formeel van
drie delen, waarin Sennett achtereenvolgens
nend in muziek worden omgezet, of steen die
aard is. Je moet het als het ware in de vingers
98
SOMSAMMAGBOEKRECENSIE Mieke Moor
Penquin Books, London 2012, 323 pagina’s Deze recensie is eerder gepubliceerd op de tentoonstelling’Reinventing Happiness’, Stedelijk Museum van Den Bosch, 8 maart tot 1 juni 2014.
krijgen. En het daarin telkens weer opnieuw bevestigen. Zelf experimenteer ik al een tijdje met het werken aan organisatievraagstukken volgens het principe van de Werkplaats. Medewerkers, bestuurders en onderzoekers (vakmensen uit verschillende sferen) werken op basis van hun ervaringskennis en met behulp van technieken uit kunst en (social) design, samen aan een concreet lokaal vraagstuk waarin alle complexiteit van het grotere geheel zit opgesloten (wat iets heel anders is dan een abstract vraagstuk dat wordt uitgesplitst en door verschillende (beleids)afdelingen of door een externe deskundige wordt opgelost). Wat ik in die Werkplaatsen meemaak, herken ik als wat Sennett beschrijft als “skills of cooperation needed to make a complex society work” (pag. 9): in het samen werken aan iets tastbaars, met alle weerbarstigheid van dien, komt de organisatie (of in het groot: de civil society) tot stand. En dat een mens daar gelukkig van kan worden, daarvan kan ik getuigen - maar kijk uit met een al te eenzijdige opvatting van het begrip ‘geluk’ want ‘no simple promise of happiness answers to […] lived realities’ (pag. 273). Dat laatste geldt ook voor Together zelf, waarover Sennett zelf zegt “I want to practise cooperation on the page” (pag. 30) wat ook echt is gelukt: ik ben nog lang niet klaar met dit boek.
99
SOMSAMMAGACHTERGROND André Schaminée
Mag Stad?
SOCIAL DESIGN HELPT BURGERS EN OVERHEDEN SAMEN ONTWERPEN EN BESLISSEN Participatiesamenleving, uitnodigingsplanologie, doe-democratie, burgerkracht. Het ‘handboek soldaat’ voor de gebiedsontwikkelaar wordt regelmatig aangevuld met nieuwe denkmodellen en wensconcepten. Allemaal beogen ze de relatie tussen overheid en burger op een nieuwe manier vorm te geven. André Schaminée vertelt in dit artikel over Mag Stad? Ik geloof dat de meesten van ons het ook echt willen:
werelden meer naar elkaar toe te laten komen. Ik heb de
samen met de burger ontwerpen en beslissen. Maar ik
ervaring dat social design daarbij kan helpen.
weet niet hoe het u vergaat; in de praktijk van alledag merk ik dat het nog niet zo makkelijk is om er invulling
Social design
aan te geven. Met social designer Tabo Goudswaard
Social designers zijn ontwerpers en beeldend kunste-
ontwierpen we het werkconcept Mag Stad?. In Mag
naars die met hun kennis en kunde een positief effect
Stad? gebeuren spannende dingen.
willen hebben op sociaal-maatschappelijke vraagstukken. Ze hebben een interessante toolkit voor gebieds-
In de toelichting op het eerste jaarbericht van de VNG
ontwikkelaars. Zij combineren empathisch onderzoek
beschrijft Rob van Gijzel (burgemeester van Eindhoven)
met creativiteit en bieden in hun ontwerpproces ruimte
een herkenbaar fenomeen: “Wij als overheid zeggen wel
voor kennis van de inhoud.
‘de burger centraal’, maar dan bedoelen we nog al te
100
vaak dat wij de burger centraal willen stellen, dat wij de
Verlaat de systeemwereld…
burger de kans moeten geven aan zet te zijn. Als de bur-
Ik ontdekte op meerdere plekken dat ik, hoe oprecht
ger dat zelf, ongevraagd, gewoon doet, hebben we daar
de doelstellingen ten aanzien van bottom-up-beleids-
vaak nog geen goede reactie op.” De observatie van Van
vorming ook, al snel in de fuik van de systeemwereld
Gijzel beschrijft de aloude botsing tussen de systeem-
terecht kwam. Een gesprek over het bevorderen van
wereld (van overheden en bedrijven) en het dagelijks
burgerinitiatief eindigde in discussies over randvoor-
leven van de burger. Het is geen sinecure om deze twee
waarden en het opstellen van kaders. Soms zelfs boven
SOMSAMMAGACHTERGROND André Schaminée
een kaart waarop we aanwezen waar burgerinitiatief een plek zou kunnen krijgen. Op dat moment hadden we nog geen burger gesproken. Ik stelde mijn opdrachtgevers voor om uit een ander vaatje te gaan tappen. Met social designer Tabo Goudswaard ontwierpen we het werkconcept Mag Stad?. Binnen Mag Stad? onderzoeken we de mentale ruimte die er is, bij zowel burgers als overheden, voor bottom-up initiatieven.
… en ga radicaal bottom-up! De eerste onderzoeksvraag die we onszelf stelden was: welke initiatieven bereiken de overheid tot op heden niet? De designers verleidden de ambtenaren hun agenda’s aan de kant te leggen en samen de straat op te gaan voor een middag ‘vrij kijken’. Willekeurige voorbijgangers kregen de vraag wat ze aan het doen waren en of dat eigenlijk wel mocht. Een beetje een rare vraag wellicht als je de hond uitlaat, of de eendjes voert. Maar doordat we het met een glimlach vroegen, kwamen we al snel op mooie gesprekken over wat acceptabel gedrag is. Ongeschreven regels blijken dan al snel dominanter dan een bestemmingsplan of Algemene Plaatselijke Verordening. Dat is interessant, want kun je als beleidsmaker aansluiten bij ongeschreven regels? We vroegen ook: wat kan hier beter?. Direct gevolgd door de vraag: en wat gaat u er zelf aan doen?. We stuitten op een veelheid en een variëteit aan initiatieven die we niet hadden verwacht. Van het knippen van de heg die het uitzicht belemmert, tot het bewaken van de openbare ruimte met een camera of het dichtleggen van een stoep die om onduidelijke reden al maanden
Maar ook: verwarring. “Deze ideeën zijn geweldig,
open lag.
maar hoe passen ze in ons beleid?” Binnen Mag Stad? verzamelen we per complex, buurt of wijk een serie
Confronteer ideeën met uw beleid
voorbeelden van onvermoede initiatieven of initiatie-
We merkten dat de betrokken professionals plezier
ven die mensen bereid zijn uit te voeren. We leggen ze
beleefden aan dit veldwerk. We spraken mensen die
vervolgens in de vorm van een enquête voor aan een
niet snel op woensdagavond naar een bewonersbij-
brede groep professionals met de vraag: ‘mag dat?’.
eenkomst komen. Maar die tegelijkertijd vol met goede ideeën en energie zitten. Eén betrokkene merkte op:
Opmerkelijk genoeg wordt iedere keer als we deze
“Ik ben al twintig jaar ambtenaar, maar deze gesprek-
confrontatie organiseren al snel de vraag gesteld of
ken heb ik nog niet eerder gevoerd.” Er was verbazing:
‘mag dat?’ beantwoord moet worden als ambtenaar/
“Social designers zijn zo ontwapenend dat we niet eens
ontwikkelaar of als burger, daarmee implicerend dat
in discussies over verantwoordelijkheden belanden.”
er een groot verschil is. Dat klinkt logischer dan het 101
SOMSAMMAGACHTERGROND André Schaminée
wellicht is. Een andere gemene deler is dat er binnen een organisatie geen consensus is of iets mag of niet. Iedereen heeft zijn eigen persoonlijke en professionele afwegingskader. Eén ambtenaar verzuchtte: “Als iedereen doet waarvoor hij is aangesteld, gaat er weinig gebeuren.”
Welke kant gaan we op? Die laatste constatering is de spijker op zijn kop. Alles overziend is er spanning tussen bijvoorbeeld het borgen van veiligheid en rechtsgelijkheid, en het aanjagen van initiatieven. Allemaal zaken waar een overheid voor aan de lat staat. We staan op een splitsing. Of we blijven zoeken naar participerende burgers die passen binnen de systeemwereld (onlangs aangeduid als ‘beleidsgestuurde staatsvrijwilligers’). Of we gaan op zoek naar nieuwe samenwerkingsrelaties waarbij de professionaliteit van ambtenaren, ontwikkelaars, stedenbouwers, verkeerskundigen etcetera losgekoppeld wordt van de systeemlogica. Wat dat laatste precies vraagt, is telkens weer een onderzoek. Een agendaloze dialoog en vrij kijken, blijken een goede start. Het is vervolgens zaak om het toetsen van initiatieven (het goed doen) even in de wacht te zetten en te kijken of er alternatieve criteria te bedenken zijn om de kansrijkheid van een idee vast te stellen (het goede doen). Zo’n criterium kan de publieke gedragenheid van een idee zijn. Of goede afspraken over aanleg, beheer en onderhoud van een initiatief. Het is hoe dan ook geen nieuw generiek protocol, maar een wisselend arrangement waarbij een flexibel sturingsrepertoire gewenst is. Van ‘uitrollen’ is daarbij geen sprake: binnen Mag Stad? blijkt het specifieke de belangrijkste constante. Ik zie inmiddels veel professionals die onderzoeken en experimenteren. Ik zie wethouders die er expliciet
Lessen uit Mag Stad?
ruimte voor geven. Om dit enthousiasme een impuls
- Ga agendaloos gesprekken aan met burgers en ondernemers en on-
te geven en uit de valkuilen van de systeemwereld te blijven, is de empathische en creatieve benadering van social design kansrijk.
derzoek wat hen bezighoudt. - Identificeer ideeën en initiatieven die uw organisatie tot op heden niet bereiken. - Confronteer de ideeën met uw beleid: waar knelt de beleidsruimte?
Voor meer informatie, zie: www.magstad.nl
- Stel een oordeel over de ideeën uit! - Onderzoek in de praktijk de voorwaarden waaronder de ideeën een succes kunnen worden.
102
SOMSAMMAGACHTERGROND André Schaminée
‘ Social designers hebben een interessante toolkit voor gebiedsontwikkelaars’ 103
SOMSAMMAGACHTERGROND Tim Dees & Nikki Willems
ORGANISATIECULTUUR VAN INVLOED OP SAMENWERKINGSVAARDIGHEID Samenwerken tussen organisaties gaat niet vanzelf. Sterker nog: uit onderzoek van De Man, Duysters en Neyens blijkt dat ongeveer vijftig procent van de allianties mislukt. Dat is erg jammer, want een samenwerking kan veel opleveren voor organisaties. Maar de ene organisatie is nu eenmaal vaardiger in samenwerken dan de andere. Eén aspect dat van invloed is op de samenwerkings-
die organisaties hebben met het omgaan met samen-
vaardigheid van een organisatie is de cultuur ervan.
werkingsvraagstukken’. Zij zien een duidelijke invloed
Dat blijkt uit een onderzoek dat Tim Dees en Nikki
van de mate waarin een organisatie een samenwer-
Willems, beiden organisatieadviseur, uitvoerden onder
kingsstrategie heeft, hoe deze acteert in samenwer-
alliantiemanagers en managers met samenwerking in
kingsprocessen en hoe de hele organisatie is ingesteld
hun portefeuille uit de publieke en private sector. Een
op samenwerking. Dit resulteert in de vaardigheid van
onderzoek dat inzichten in bewustzijn, natuurlijke re-
een organisatie om samen te werken.
flexen en DNA opleverde.
Tegenstrijdige begrippen? Organisatiecultuur kunnen we zien als ‘de collectieve
Wat weten we al over de relatie tussen organisatiecul-
mentale programmering die de leden van de ene orga-
tuur en samenwerkingsvaardigheid? “Het onderzoek
nisatie onderscheidt van die van andere organisaties’
naar de invloed van organisatiecultuur op samenwer-
(Hofstede en Hofstede). Door Hofstede en Waisfisz is
kingsvaardigheid is nog niet ver gevorderd”, vertelt
vervolgens voor verschillende typen organisatiecultu-
Nikki Willems. “Een recent onderzoek is dat van De
ren onderscheid gemaakt op het gebied van resultaat-
Man en Luvison. Zij hebben gekeken naar verschil-
of procesgerichtheid (1), mens- of werkgerichtheid (2),
lende culturele eigenschappen van organisaties, en
organisatiegebonden of professioneel (3), open of ge-
hoe deze scoren binnen samenwerkingsverbanden. De
sloten (4), strakke of losse controle (5) en pragmatisch
onderzoeken bieden eerste handvatten, maar zijn niet
of normatief (6). Dat uit zich in percepties, gedachten,
congruent. Bij de Man en Luvison is bijvoorbeeld flexi-
gevoelens en in zichtbaar gedrag. Het is dan ook niet
biliteit belangrijk en bij Beugelsdijk, Koen en Noorde-
gek dat er tussen organisaties behoorlijke verschillen
haven is dat juist stabiliteit. Deze twee begrippen lijken
kunnen ontstaan in werkwijze en gedrag, waardoor de
elkaar tegen te spreken.”
samenwerkingsvaardigheid wordt beïnvloed. De laatste auteurs beschrijven in hun artikel drie be-
104
Samenwerkingsvaardigheid wordt door Van Wendel de
langrijke ‘karaktereigenschappen’ van organisaties die
Joode, Kaats en Opheij beschreven als ‘de vaardigheid
goede relationele ‘skills’ hebben: oriëntatie op stabi-
SOMSAMMAGACHTERGROND Tim Dees & Nikki Willems
liteit en voorspelbaarheid, innovatie en kortetermijn-
behulpzaam, in de andere fase minder. Zo zien we dat
resultaten. Zij stellen dat organisaties die deze drie
informele en open organisaties snel kansen zien en een
eigenschappen bezitten, goed kunnen samenwerken
samenwerkingsrelatie opzoeken. Het opstarten van een
met externe partijen.
samenwerkingsverband ligt hen goed en vraagt weinig extra inspanning. In de borgingsfase zijn andere eigen-
‘ Organisatie-
Zeven verhalen
schappen nodig en doen heel andere type organisaties
Hoe is de organisatiecultuur dan bepalend voor het ac-
het goed. Voor een langetermijnsamenwerking zijn
teren van een organisatie in relatie tot anderen? Tim:
soms ook formele afspraken nodig. Daar hebben infor-
“We hebben zeven elementen in de vorm van verhalen
mele organisaties wel eens moeite mee.”
bepalend voor
de organisatiecultuur bepalend is voor de mate waarin
Een oplossing die enkele grote organisaties hebben
in hoeverre een
een organisatie in staat is om een samenwerking op te
gevonden om passend bij de eigen organisatiecultuur
zoeken en te starten. Het is belangrijk hier inzicht in
en bijbehorende reflexen samenwerkingsrelaties te
te hebben. Dat inzicht kan een handvat zijn voor het
starten en/of te borgen, is het inrichten van een ge-
bepalen van de samenwerkingstrategie en de manier
specialiseerd team. Tim: “Binnen organisaties wordt
waarop de organisatie acteert in samenwerkingsrela-
dat bijvoorbeeld netwerkmanagement en alliantiema-
ties.”
nagement genoemd. Deze thema’s specifiek benoemen
opgesteld waaruit dat blijkt. De verhalen laten zien dat
en beleggen kan worden gezien als een compensatie“Er zijn twee fasen te onderscheiden voor organisaties
maatregel om de organisatie aan het samenwerken te
in samenwerkingsrelaties: de start en de vormgeving
krijgen. Op die manier weten deze organisaties op hun
en het borgen van de samenwerking. Een organisatie
manier aandacht te geven aan de inrichting van een
zal in alle fasen van een samenwerkingsverband te
samenwerking. In kleine informele organisaties is een
werk gaan volgens een vaste reflex. In de ene fase is dit
alliantiebureau meestal niet nodig.”
Kenmerken organisatiecultuur
cultuur is
organisatie in staat is om een samenwerking op te zoeken en te starten’
Effecten op samenwerkingsvaardigheid
Starten 1
Informeel en open
De organisatie heeft het vermogen om snel kansen te zien voor samenwerkingsrelaties buiten de eigen organisatie
2
(Gevoel van) zelfredzaamheid
De organisatie heeft minder het vermogen om samenwerking te zien als een kans voor de eigen organisatie
3
Voorzichtig en niet snel geneigd tot het nemen van risico’s
Samenwerkingsrelaties starten is een uitdaging, met name als ze het primaire proces betreffen
Borgen 4
Betrouwbaar en flexibel
Aan betrouwbare organisaties hebben samenwerkingspartners een duurzame partner. Flexibel zijn maakt een samenwerkingsrelatie prettig en dynamisch
5
Ruimte voor een langetermijnvisie
Organisaties met een langetermijnvisie zijn betrouwbaar in fundamentele samenwerkingsrelaties
6
Inhouds- en/of profitgedreven
De inhoudelijke verbinding is een voordeel voor samenwerking, maar het relationele aspect aan samenwerken wordt verwaarloosd
7
Coherente besturing
Medewerkers die met het juiste mandaat kunnen samenwerken en besluiten maken, geven stimulans aan samenwerking
Figuur 1: Zeven verhalen over de invloed van organisatiecultuur 105
SOMSAMMAGACHTERGROND Tim Dees & Nikki Willems
Deze informele en wendbare organisaties blijven echter
kingsrelaties. Wanneer een organisatie veel samenwer-
moeite hebben om een manier te vinden om samenwer-
kingen aangaat, maar ze niet goed weet te continueren
kingsrelaties te borgen die passen bij de eigen cultuur.
en te borgen, is het goed om te weten dat er eigenlijk
Nikki: “Bij deze organisaties ligt een belangrijke sleutel
gewoon ander gedrag wordt gevraagd voor zo’n tweede
van het borgen bij het commitment van het individu.
fase. Inzicht in de eigen organisatiecultuur kan helpen
Een individu dat zich committeert aan een samenwer-
bij het maken van de samenwerkingsstrategie en het
king kan zorgen voor betrouwbaarheid in de samen-
beheer van het portfolio van samenwerkingsrelaties.
werking. Maar de organisatie is er dan nog niet, want
Door lopende en/of eerdere samenwerkingsverbanden
duurzaam samenwerken over de hele linie vraagt com-
te analyseren op de zeven verhalen, is daarmee een
mitment van de hele organisatie. Een organisatie zal
start te maken.”
uiteindelijk uit haar natuurlijke reflex moeten schieten om duurzaam aandacht te schenken aan de min-
Hoe zien de onderzoekers het vervolg van hun bevin-
der natuurlijke onderdelen van het opstarten en het
dingen in organisaties? “Een organisatiecultuur is
deelnemen aan de samenwerking. Dit vraagt continu
natuurlijk niet zomaar te veranderen, daar zijn wij
aandacht van de top van de organisaties en groeiend
ons van bewust. Het is mogelijk om te werken aan een
commitment van de hele organisatie. Het ideaal is dat
andere organisatiecultuur, maar het is effectiever
samenwerken in het DNA van de organisatie komt te
om de inrichting van een samenwerkingsrelatie aan
zitten. Dat betekent niet dat er één type DNA is dat past
te laten sluiten bij de reeds aanwezige culturen van
bij goed samenwerken, maar dat de wijze van samen-
deelnemende partners. Voor de deelnemende partners
werken naadloos aansluit bij het aanwezige DNA van
is het daarnaast bevorderlijk als zij inzicht hebben in
een organisatie.”
de natuurlijke reflexen die onderdeel uitmaken van hun organisatiecultuur. Dat maakt je organisatie uit-
Bewustzijn van de eigen organisatiecultuur
eindelijk samenwerkingsvaardiger en succesvoller in
Bewustzijn is de sleutel voor het omgaan met de eigen
samenwerkingsrelaties.”
cultuur in samenwerkingsrelaties. Tim: “Alleen dan kan een organisatie rekening houden met haar eigen reflexen bij het inrichten en managen van samenwer106
‘ Het ideaal is dat samenwerken in het DNA van de organisatie komt te zitten’
SOMSAMMAGCOLUMN Sas Terpstra
Coalities voor een duurzaam veilig Nederland Het is ze gelukt! Het Deltaprogramma leverde in september 2014 volgens planning vijf deltabeslissingen op. Beslissingen die richting geven aan watervei-
de langetermijnoriëntatie (met een adaptieve
wegend dat van een besluitvormingsgerichte
ligheid en zoetwatervoorziening in ons land.
aanpak) en de gezamenlijke kennisontwikke-
coalitie gebleken: de deltabeslissingen moes-
Na besluitvorming door de Tweede Kamer
ling (en toepassing hiervan in beleid).
ten er komen, alle inspanningen waren daarop
wordt de uitvoering voorbereid. De dominantie van het Deltaprogramma in het waterdebat was de afgelopen jaren niet te ontkennen. Ik neem u even mee in de achtergrond van het Deltaprogramma. ‘Niet acuut, wel urgent’. Zo typeerde de Deltacommissie Veerman in 2008 de opgaven rondom waterveiligheid en zoetwatervoorziening, met de oproep om op tijd te
gericht. Dat leidde de afgelopen jaren tot veel
‘ Een programma is bij
en harde deadlines, ook op momenten dat nog werd gezocht naar de gemeenschappelijkheid
uitstek het vehikel van
in de nieuwe arena’s. De projecttaal en het
een samenwerkings-
wachtingen, verstoorden het regionale proces
gerichte coalitie’
durend op scherp. Het heeft de partijen relatief
anticiperen op klimaatverandering. Het advies
instrumentarium matchten slecht met de veren zetten de onderlinge verhoudingen voortveel tijd gekost om een goede modus te vinden om op (deel)programmaniveau tot resultaten
‘Samen werken met water’ legde de basis
Het model Spectrum van Coalitievorming (zie
voor het nationaal Deltaprogramma. Er kwam
artikel op pagina 46 van dit magazine) maakt
een heuse Deltacommissaris, een Deltafonds
onderscheid tussen een besluitvormingsge-
Het coalitiemodel maakt betrokkenen bewust
en verankering in de Deltawet. Het Deltapro-
richte coalitie (de overheid neemt initiatief),
van de taal en instrumenten die horen bij de
gramma positioneerde zich stevig: het hele
een samenwerkingsgerichte (de overheid is
coalitievorm waarvoor (on)bewust is gekozen.
waterveiligheidsbeleid werd bij het Deltapro-
partner) en een netwerkgerichte (de overheid
Dat helpt misverstanden en een mismatch te
gramma ondergebracht, inclusief de lopende
is op afstand betrokken en faciliteert). Wat
voorkomen. Gebruiken partijen instrumenten
waterveiligheidsprojecten (Hoogwaterbescher-
leren we vanuit het coalitiemodel over samen-
uit een bepaalde coalitie, dan kunnen deze
mingsprogramma’s, Ruimte voor de Rivier). Er
werking in het Deltaprogramma?
verstorend werken als stakeholders of partij-
werden negen programmabureaus gevormd,
te komen die passen bij de deltabeslissingen.
en vanuit een andere hoek naar het project
met aansturing door regionale stuurgroepen,
Een programma is bij uitstek het vehikel van
kijken. Zeker wanneer coalities bijvoorbeeld
voor de uitwerking van deelprogramma’s. Er
een samenwerkingsgerichte coalitie. Partijen
tussentijds veranderen of opgaven in een
ontstonden nieuwe bestuurlijke verhoudingen
werken vanuit een gemeenschappelijk doel,
nieuwe fase vragen om een andere aanpak,
en er was sprake van massale opkomsten bij
gaan nieuwe (werk)verbanden aan en for-
verantwoordelijkheidsverdeling en sturing.
events. In recente reviews kijken betrokken
muleren gezamenlijke doelstellingen. Heel
De uitvoering van de deltabeslissingen is zo’n
partijen positief terug op de samenhang (rijks-
herkenbaar in het Deltaprogramma. Toch is
nieuwe fase: tijd dus om de coalities te her-
opgaven verbinden aan regionale ambities),
het karakter van het Deltaprogramma over-
overwegen! 107
SOMSAMMAGINTERVIEW
108
SOMSAMMAGINTERVIEW
Henk van der Esch 109
SOMSAMMAGINTERVIEW
Henk van der Esch, bestuursvoorzitter van Achterhoek VO, over fuseren tussen scholen
HOE EEN ONZALIG PLAN EEN SUCCES WERD
O
achter de fusie. Over woede, verdriet en verbindingen leggen. Door demografische ontwikkelingen - in dit geval ‘ontgroening’ - daalt het aantal leerlingen in het Nederlandse onderwijs de komende vijftien jaar met ongeveer tien procent. Het voortgezet onderwijs zal in de komende tien jaar ongeveer 80.000 leerlingen verliezen. In bepaalde regio’s is de daling al ingezet, want de leerlingendaling wordt niet evenredig over het land verspreid vanwege urbanisatie. In sommige steden blijft het aantal
p zijn werkkamer
leerlingen groeien terwijl in andere
hangt een gedicht van
regio’s de daling meer dan dertig pro-
Martin Bril. ‘De kunst
is zo te leven - dat het
je overkomt’ is de meest
cent zal zijn. Zeker in die regio’s staan schoolbestuurders, schoolleiders en alle andere betrokkenen voor een
pakkende zin eruit. Die zin haalt
enorme opgave: hoe behoud je een
Henk van der Esch aan als ant-
divers en toegankelijk aanbod van
woord op de vraag hoe het komt
voortgezet onderwijs?
dat het hem lukte scholen voor
110
voortgezet onderwijs in de Ach-
Begin van een fusie
terhoek te fuseren. ‘Geluk’, noemt
Voor die opgave stond Henk van der
hij het. ‘Geluk dat ik mensen trof
Esch, toen nog voorzitter van
die ontvankelijk waren voor ons
Orchidee Scholengroep, een aantal
verhaal.’ Maar dat is natuurlijk
jaar geleden. Zelf had hij toen nog
niet alles. Het was keihard werken,
helemaal niet nagedacht over samen-
sámenwerken vooral. Henk van
werken met andere scholen, tenminste
der Esch, bestuursvoorzitter van
niet in de verregaande vorm van een
Achterhoek VO, vertelt het verhaal
fusie. “Totdat de bestuursvoorzitter
SOMSAMMAGINTERVIEW
Leerlingendaling: concurreren of samenwerken? Scholen in ons land zijn gewend te concurreren met andere scholen in hun regio. Maar door de toenemende leerlingendaling is dat niet meer het middel om het leerlingenaantal op peil te houden. Stevige concurrentie in een krimpende markt kan een directe bedreiging zijn voor het voortbestaan van scholen en daarmee van het enige gymnasium of het enige vmbo in de buurt. De leerlingen die de ene school wint, betekent immers extra krimp voor de andere school. Maar ook voor
van COVOA naar me toe kwam. Zijn
zagen zitten, maar vooral ook mensen
de eigen school is er een risico: een concur-
stichting was zich aan het oriënteren
die het - zeker in het begin - eerder
rentieslag kun je verliezen. Samenwerking
op schaalvergroting en zag wel wat
als een bedreiging zagen. Hoe ga je
met andere scholen en besturen in de regio
in samengaan met ons. Na dat eerste
dan in vredesnaam samenwerken?
is de enige manier, hoewel dat soms moeilijk
gesprek volgden er meer. Er rezen
De mens is de cruciale factor in het
is. Maar samenwerking kan juist een manier
steeds meer argumenten om het
proces om te komen tot samenwerken.
zijn om het behoud van de eigen school te
avontuur samen aan te gaan. Het was
Je moet de mensenketen organiseren.
garanderen.
duidelijk dat wij de krimp ieder apart
Als je weet wie je samenwerkingspart-
niet aankonden en we besloten dat
ners zijn, dan is de oplossing nooit
Duurzame samenwerking tussen besturen
we dat de samenleving ook niet aan
meer dan één telefoontje weg.”
en scholen zorgt ervoor dat het aanbod kan
moesten doen. Dat was het begin van
worden afgestemd op de wensen van de re-
Achterhoek VO. En het begin van een
Dat klinkt simpel, maar zo was het
gio. En dat de transitie van veel onderwijs-
lang, soms moeizaam, maar succesvol
niet. Van der Esch kreeg te maken met
aanbod naar minder, en wellicht van veel
fusietraject.”
veel emoties. Angst, verdriet. “’Als ik
scholen naar minder, op een gecontroleerde
het uit handen geef, wat doen ze er
en wenselijke manier gebeurt. Samenwerken
Natuurlijk, Henk van der Esch voelt
dan mee?’ was de vraag die bij veel
kan op allerlei niveaus en manieren. Fusie is
veel voldoening over dat het gelukt is.
betrokkenen rees. Een heel logisch ge-
daar de meest vergaande van, maar er zijn tal
Maar de weg naar het succes was niet
voel. Hoe ik daarmee om ben gegaan?
van andere mogelijkheden. Van het afstem-
gemakkelijk. “Alles draaide om men-
Ik ben het gesprek aangegaan. Met
men van onderwijsaanbod tot gezamenlijk
sen verbinden. Mensen die het wel
iedereen, elke partij. Steeds opnieuw.”
inkopen of gezamenlijk vmbo aanbieden. 111
SOMSAMMAGINTERVIEW
112
SOMSAMMAGINTERVIEW
‘ De mens is de cruciale factor in het proces om te komen tot samenwerking’ 113
SOMSAMMAGINTERVIEW
Onzalig plan
Van der Esch en het college werd dan
Missie
Eén school uit de regio voelde zich al
ook aangekondigd met de woorden
Extern heeft Van der Esch zichzelf
jaren het ‘gepeste jongetje van de klas’
‘dat wordt een pittige discussie, over
ook een uitdaging gesteld. Of liever
ten opzichte van de andere scholen,
dat voornemen van u’. Van der Esch
gezegd, hij heeft het ‘tot zijn missie
verhaalt Van der Esch. “Daar zat dan
haalde alle leden over. Niet door te
gemaakt’ om landelijk aandacht te
ook veel weerstand tegen de fusie. Ze
praten over efficiency, kosten of ver-
vragen én te houden voor de leerling-
hadden het idee dat ze deel moesten
dienmodellen, maar door een gevoel
krimp. Want, zo vindt hij, de beleids-
gaan uitmaken van de familie van de
aan te spreken. De waarde van de
ontwikkelingen op landelijk niveau
pesters. Er was angst dat de cultuur
fusie voor de samenleving. “Ik vertel-
gaan in een ‘tergend traag tempo’.
van de ander overheersend zou zijn.
de de leden: ‘Als ik na mijn pensioen
“Ook daar is verbinding tussen men-
En de grootste weerstand zat in mijn
terugkijk op mijn loopbaan, moet ik
sen belangrijk. Boze mails of brieven
eigen stichting. De gemoederen liepen
dan blij zijn dat mijn eigen school nog
sturen werkt niet. We moeten met de
in één MR bijvoorbeeld heel hoog op.
bestaat, of moet ik me kapot scha-
beleidsmakers aan tafel om dit pro-
De fusieplannen werden aanvankelijk
men dat de enige vmbo-school het
bleem in de samenleving op te van-
gezien als een ‘streek’ die ik leverde.
niet heeft gered? Voor mij geldt dat
gen. Samen. Dat zie ik als onze maat-
Het was natuurlijk ergens ook een on-
laatste’. Ze stemden allemaal in. Het
schappelijke verantwoordelijkheid.”
zalig plan, letterlijk. Onze stichtingen
is buitengewoon wonderlijk dat het
hebben totaal andere achtergronden.
gelukt is.”
De één is een openbare stichting, de
Achterhoek VO
ander heeft een katholieke en christe-
Belofte
De samenwerkingsstichting Achterhoek VO
lijke achtergrond. De kritiek was heel
Met de nieuwe stichting Achterhoek
bestaat sinds 1 januari 2011. De organisatie
begrijpelijk.”
VO heeft Henk van der Esch de be-
is het resultaat van een besturenfusie tus-
volking in de Achterhoek een belofte
sen de stichtingen Orchidee Scholengroep
Samen zitten en praten. Écht luiste-
gedaan: ‘ook na de bevolkingskrimp
en COVOA. Met deze fusie is het onderwijs-
ren, steeds weer. Dat heeft volgens
een zo divers, dekkend, thuisnabij
aanbod van tien scholen voor voortgezet
Van der Esch gewerkt. “Op mijn
en kleinschalig mogelijk aanbod
onderwijs in de Achterhoek gewaarborgd. Ze
kamer hangt ook een gedicht van
van (unieke) voortgezet onderwijs-
houden allemaal hun eigen signatuur en zijn
Silverstein: ‘Ik heb iets uitgevon-
voorzieningen van goede kwaliteit te
verspreid over 25 locaties in de Achterhoek.
den waardoor vriendschap niet kan
realiseren.’
Ook bij een dalend aantal leerlingen in de
vergaan. Ik zeg gewoon wat jij moet
De fusie is sinds 2011 een feit. Daar-
toekomst zullen door dit samenwerkingsver-
doen, en daar houd je je aan!’ Zo
mee zijn de voorwaarden gecreëerd
band zoveel mogelijk onderwijsvestigingen
wordt samenwerking vaak gezien,
om de krimp aan te kunnen. De afge-
in stand worden gehouden. De scholen kun-
denk ik. Voor mij valt of staat het met
lopen jaren zijn gebruikt om de twee
nen zich blijven profileren binnen hun eigen
luisteren, niet je eigen gelijk willen
stichtingen samen te smelten. “Dat is
identiteit en onderwijskundig profiel. Het
halen. Echt luisteren tot het einde
echt gelukt. Oude bloedgroepen zijn
onderwijs in de Achterhoek heeft te maken
daar is en doorvragen tot bij de ander
nauwelijks nog te herkennen. Maar
met een sterke krimp in leerlingaantallen. De
de emotie uitgestroomd is. Pas dan
er is nog veel te doen. We moeten een
leerlingkrimp (naar verwachting dertig pro-
staat iemand open voor iets anders.”
stelsel van scholen opzetten dat kos-
cent in vijftien jaar) is vanaf het schooljaar
tendekkend is, zonder dat de klein-
2015-2016 zichtbaar. In een stad als Doe-
College van B en W
schaligheid verdwijnt. Dat betekent
tinchem daalt het totaal aantal middelbare
De bestuursvoorzitter had natuurlijk
dat we continu zoeken naar verschil-
scholieren van ongeveer 6.500 naar 4.550.
niet alleen te maken met medewer-
lende, nieuwe samenwerkingsvor-
De scholen van Achterhoek VO worden nu
kers van de scholen. Er was ook de
men. Of dat nu gaat om samengaan in
nog bezocht door 13.700 leerlingen. Er wer-
lokale politiek. Binnen een college
gebouwen, het gezamenlijk aanbie-
ken 1.700 mensen. Door de krimp zakt Ach-
van B en W was er maar één voorstan-
den van vakken of andere zaken. Het
terhoek VO in de toekomst onder de 10.000
der van de fusie. Een gesprek tussen
is een grote interne uitdaging.”
leerlingen.
114
SOMSAMMAGINTERVIEW
Kunst Wat we willen: Momenten Van helderheid Of beter nog: van grote Klaarheid Schaars zijn die momenten En ook nog goed verborgen Zoeken heeft dus Nauwelijks zin, maar Vinden wel De kunst is zo te leven Dat het je overkomt Die klaarheid, af en toe - Martin Bril
Vriendschap Ik heb iets uitgevonden waardoor vriendschap niet kan vergaan Ik zeg gewoon wat jij moet doen en daar houd je je aan! - Shel Silverstein
115
SOMSAMMAGACHTERGROND Jaap Groenendijk, Marieke Blekemolen & Jaap Warmenhoven
Lerende evaluatie helpt samenwerking
VOORUITGANG BOEKEN DOOR STIL TE STAAN Een samenwerking is, net als haar omgeving, voortdurend in beweging. Op tijd en regelmatig even stilstaan en eventueel bijstellen, is daarom cruciaal. Een ‘lerende evaluatie’ kan helpen om een samenwerking succesvol te houden. Deze manier van evalueren wordt toegepast bij Prak-
2015. De evaluatie maakt op meerdere momenten een
tijkproef Amsterdam: een grootschalige proef om files
‘foto’ van de samenwerking.
in de regio Amsterdam te verminderen. De zogenoemde ‘procesevaluatie’ volgt de samenwerking in Prak-
Foto’s van de samenwerking
tijkproef Amsterdam op de voet. Het leert de betrokken
Voor de eerste foto is in het voorjaar van 2013 onder
partijen wat goed gaat en wat beter kan, en stelt hen
meer een samenwerkingsscan uitgezet onder zo’n vijf-
zo in staat de samenwerking voortdurend te verbeteren.
tig professionals die betrokken zijn in Praktijkproef Amsterdam. Al snel bleek dat Praktijkproef Amsterdam
Plannen om met innovatieve technologieën in de auto
een historie van plannen maken kent. De overheden in
en op de weg files te verminderen, verzanden nogal
de regio voelden zich niet altijd even goed betrokken;
eens in polderoverleg. Dat had dus ook het geval kun-
is het alleen een proef in de regio Amsterdam of ook
nen zijn bij Praktijkproef Amsterdam, waarin de over-
in samenwerking met de regio? Samenwerking gaat om
heid, de markt en de wetenschap samenwerken. Toch
samen dingen doen. Daarom wilden de overheden in
is dat niet zo, mede dankzij de procesevaluatie die de
de regio graag deel uitmaken van de stuurgroep. Ook
partijen samen continu ‘ondergaan’. De procesevalua-
bleek dat er behoefte was aan ogenschijnlijk kleine
tie volgt de samenwerking in Praktijkproef Amsterdam
dingen, zoals een gezamenlijke werkplek en gemeen-
vanaf de daadwerkelijke start in 2013, tot het moment
schappelijke communicatie-uitingen.
van besluitvorming over de volgende fase in januari
Praktijkproef Amsterdam (PPA) Praktijkproef Amsterdam is een grootschalige proef om files in de regio Amsterdam te verminderen. De proef maakt gebruik van innovatieve technologieën in de auto en op de weg. Persoonlijke reisinformatie en intelligente verkeerslichten en toeritdoseringen zorgen ervoor dat automobilisten sneller op hun bestemming aankomen, kunnen rekenen op een betrouwbare reistijd. In Praktijkproef Amsterdam werken de overheid (gemeente Amsterdam, stadsregio Amsterdam, provincie Noord-Holland en Rijkswaterstaat), diverse marktpartijen en de wetenschap samen. Voor de proeven met innovatieve technologieën in de auto is na een marktconsultatie een prijsvraag uitgeschreven; twee consortia van marktpartijen zijn geselecteerd. Voor de proeven met innovatieve technologieën op de weg zijn diverse marktpartijen via een meer traditionele aanbestedingsprocedure geselecteerd. 116
SOMSAMMAGACHTERGROND Jaap Groenendijk, Marieke Blekemolen & Jaap Warmenhoven
De tweede foto van de samenwerking, in het najaar
samenwerking. Partijen verbeteren de samenwerking
van 2013, zoomde onder meer in op de overgang van
voortdurend, zo laat het achter elkaar monteren van
het maken van het ontwerp door de ‘tekentafel’ naar
de foto’s zien; intussen is ook de derde foto gemaakt,
het daadwerkelijk beproeven van de innovatieve tech-
in het najaar van 2014 volgt de vierde foto. Van rela-
nologieën op de weg. Hoe zorg je ervoor dat de diverse
tief losse delen is de samenwerking gegroeid naar een
marktpartijen hun afspraken nakomen en de syste-
samenwerkingsverband waar de regio volwaardig on-
men op tijd klaar hebben? Hoe werk je samen met de
derdeel van uitmaakt. De samenwerking met de priva-
verkeerscentrales en andere betrokken professionals
te partijen, die samen de schouders eronder zetten, is
in het operationeel proces? Openheid was nodig; nie-
geïntensiveerd via onder meer een directeurenoverleg.
mand heeft er baat bij om op afspraken terug te moeten
Voor het operationeel proces is niet alleen een draai-
komen. Maar tegelijkertijd was er aarzeling om een an-
boek samengesteld, betrokken professionals weten el-
der een kijkje in de keuken te geven.
kaar te vinden en houden elkaar op de hoogte.
Van foto’s naar film
Tegelijkertijd neemt de variëteit aan samenwerkings-
Door de samenwerking in Praktijkproef Amsterdam
vraagstukken toe. Vraagstukken die zowel het werk
op de voet te volgen, ontstaat zicht op de groei in de
zelf raken, als de organisatie en besturing van dat werk. 117
SOMSAMMAGACHTERGROND Jaap Groenendijk, Marieke Blekemolen & Jaap Warmenhoven
‘Zonder een goede onderliggende samenwerking kom je niet tot een structurele verbetering. Daarom is de procesevaluatie ook zo belangrijk’ - Ronald Adams, projectmanager Praktijkproef Amsterdam
Samenwerkingsvraagstukken die het werk zelf raken
en buitenland worden toegepast - én het laten beklij-
(beproeven innovatieve technologieën in de auto,
ven van de lessen. Het samen met social designers
delen ontwikkelde kennis) laten zich aanpakken door
ontworpen Paradox Praktijk Atelier, waarin betrokken
het samen uit te vogelen. Terwijl samenwerkingsvraag-
professionals aan de hand van paradoxen leren van de
stukken die de organisatie en besturing van dat wer-
samenwerking, is daarvan een sprekend voorbeeld.
ken raken (voorbereiden volgende fase met meerdere deelprojecten, vernieuwen governance) zich veelal aan laten pakken door samen knopen door te hakken.
Spiegelende interventie De foto’s van de samenwerking worden met partijen gedeeld in evaluatiebijeenkomsten. Het klinkt enigszins paradoxaal, maar juist als de tijdsdruk hoog is en de verwachtingen hoog gespannen zijn, kun je voortgang boeken door af en toe even stil te staan. De evaluatiebijeenkomsten zijn momenten om verhalen te delen, aandachtspunten en zorgen uit te diepen en oplossingen te zoeken. Ze houden de betrokken professionals ook een spiegel voor: hoe wordt de samenwerking gewaardeerd, welke samenwerkingsvraagstukken spelen er? De procesevaluatie zet partijen op deze manier aan tot het voortdurend verbeteren van de samenwerking. Een interventie die extra kracht krijgt door de aandacht die uitgaat naar het in kaart brengen van opgebouwde kennis - als de proef slaagt, kan het systeem in binnen-
Paradox Praktijk Atelier (P.PA) Hoe paradoxen helpen om samenwerking te begrijpen: auto’s laten stoppen om ze door te laten rijden. Een dik pak papier dat zegt: eenvoud werkt het best. Zekerheid zoeken in een proef. Wie trekt er aan de touwtjes van de governance? Er dreigt succes. Het zijn allemaal voorbeelden van paradoxen die spelen in Praktijkproef Amsterdam. De projectmanager van Praktijkproef Amsterdam en de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente Amsterdam onderzoeken de paradox ‘zekerheid zoeken in een proef’. ‘Het is een proef. Er mogen fouten worden gemaakt. Daarvan leren we misschien wel het meest’, zegt de eerste. ‘Dat mag zo zijn, maar mijn wethouder wil minder files’, is de reactie van de tweede. Naarmate het gesprek vordert, groeit het besef: zodra we de paradox oplossen, kunnen we Praktijkproef Amsterdam net zo goed stoppen. Succesvolle samenwerking is gebaat bij het delen van de uitgangspunten, verlangens en opvattingen die onder die samenwerking liggen. Je kunt dat zien als een onderhandeling over de vraag: wat doen we hier nu eigenlijk? Simpele of eenduidige antwoorden op die vraag lijken helderheid te bieden, maar leiden tot langs elkaar heen praten, gevolgd door frustratie. Vaak is het antwoord op de vraag wat we hier doen, een paradox: losjes verbonden. De samenwerking is publiek privaat. Zekerheid zoeken in een proef. Paradoxen zijn verwarrend, ambigu, onoplosbaar. Precies om die redenen houden we ervan. Ze helpen complexe samenwerking te begrijpen. De partijen in Praktijkproef Amsterdam zijn samen de makers en eigenaars van het project. Daarmee zijn ze ook de makers en de eigenaars van de paradoxen van het project. Praktijkproef Amsterdam is een vernieuwend en opwindend project bij gratie van en niet ondanks deze paradoxen. 118
SOMSAMMAGCOLUMN Jeroen Medema
Van relatie bouwen naar relatie onderhouden De Griekse filosoof Heraclitus zei het al: “Verandering is de enige constante”. Wanneer we dit gegeven in ons achterhoofd
draait om de langetermijnrelatie met deze sta-
om loopt de relatie ineens stroef?
houden en met die bril op naar besluitvorming
keholders; er is altijd een volgende ronde, ook
Dat begrip komt de samenwerking ten goe-
kijken, is op het moment dat besluitvorming
binnen het project. Waar je initieel bezig bent
de. Als je het mij vraagt, komt het vaak toch
plaatsvindt, deze eigenlijk al achterhaald. Dat
om de relatie te bouwen, wordt het van vitaal
gewoon neer op de interactie tussen mensen.
betekent dat je per definitie werkt met sub-
belang om de relatie ook te onderhouden.
Mensen van verschillende organisaties, met
optimale oplossingen. Dat is zeker waar voor grote projecten die jaren in beslag nemen. Het gevolg is dat betrokken partijen zich constant moeten aanpassen aan nieuwe informatie, onverwachte situaties, politieke veranderingen
‘Begrip voor elkaars handelen is essentieel om het vertrouwen en de relatie in stand te houden’
en veranderende belangen. Ze worden geleefd door de waan van de dag, in plaats van dat ze
Ik weet, in veel projecten is het lastig deze
verschillende belangen. De relaties tussen
controle houden over het proces.
focus op de relatie te houden. Er zijn deadlines
deze mensen worden door persoonlijke en
en daar hangt veel vanaf. Daardoor is het soms
positionele factoren nogal eens spannend. Als
In mijn ogen is het ‘definitieve besluit’ daarom
moeilijk om binnen gestelde kaders toch het
je jezelf toestaat om de relatie af en toe van
een illusie. Er is geen permanente oplossing.
gesprek aan te blijven gaan met je stakehol-
een afstand te bekijken, is gedrag vaak wel te
Mensen zouden projecten meer moeten zien
ders en je ook te blijven focussen op wat zij
verklaren of in ieder geval te begrijpen. Ver-
als continu veranderende processen. Het de-
belangrijk vinden. De waan van de dag krijgt
volgens kun je daar wel iets mee. Begrip voor
finitieve besluit is een tijdelijke overeenstem-
de overhand en langzaam maar zeker ver-
elkaars handelen is essentieel om het vertrou-
ming. Nieuwe en onverwachte situaties blijven
dwijnt de relatie naar de achtergrond. Ook al
wen en de relatie in stand te houden.
zich voordoen, waardoor er in de uitvoerings-
zijn de bedoelingen nog zo goed, de relatie - en
fase nieuwe besluiten nodig zijn. Flexibiliteit is
daarmee het onderlinge vertrouwen - loopt wel
Samenwerking is dus niet iets dat als vanzelf
hierbij noodzakelijk.
eens een deukje op. Op dat soort momenten is
komt, of iets dat wordt geborgd door de inzet
het volgens mij cruciaal om het vertrouwen zo
van bepaalde tools. Blijf met elkaar praten,
snel mogelijk weer te herstellen.
blijf het begrip in elkaars handelen vergroten.
Wat nog veel belangrijker is dan flexibiliteit in dit soort projecten, is focus op de relatie. Voor
De samenwerking valt of staat met de continue
projecten waar stakeholders bij betrokken
Om dat te kunnen doen, moet je kunnen
focus op de relatie. De uitdaging zit niet alleen
zijn, is het van enorm belang om met hen in
begrijpen wat er met je stakeholder gebeurt.
in de relatie bouwen, maar juist in de relatie
gesprek te blijven. Je hebt hen namelijk juist
Waarom reageert hij op een bepaalde manier?
onderhouden.
nodig om tot nieuwe besluiten te komen. Alles
Wat voor reactie lokt je eigen gedrag uit? Waar119
SOMSAMMAGTOOL Marieke Blekemolen & Martine de Jong
10 SUCCESFACTOREN VOOR EEN VITALE SAMENWERKING Samenwerking tussen organisaties kan veel opleveren. Maar dat samenwerken waardevol is, betekent niet dat het gemakkelijk is. In dit artikel presenteren we tien succesfactoren voor een vitale samenwerking en een scan om uw eigen samenwerkingsverband hierop te scoren. Iedere organisatie heeft een eigen manier van werken,
Succesfactoren
een eigen cultuur en eigen belangen. Ook verschilt de
Een aantal factoren is bepalend voor de vitaliteit van
context waarin wordt samengewerkt. Zo is de aanlei-
een samenwerkingsverband. Zichtbare factoren, zoals
ding voor bedrijven vaak anders dan voor overheids-
de wijze van organiseren en de bereikte resultaten.
organisaties. Hoe zorg je dat dit soort verschillen niet
Maar ook juist minder zichtbare factoren, als belangen
leiden tot continue discussies, frustraties, spraakver-
en persoonlijke relaties, spelen vaak een bepalende
warring en onbegrip, maar juist tot meerwaarde en
rol. Voortbordurend op de door Kaats en Opheij ge-
win-win situaties?
formuleerde invalshoeken van samenwerken (zie ook pagina 51 van dit magazine), stelden we een top tien op
Vergelijkbare dilemma’s
van succesfactoren voor een vitale samenwerking. De
Uit praktijkervaringen blijkt dat de meeste samenwer-
factoren gaan achtereenvolgens over het waarom, het
kingsverbanden tegen vergelijkbare problemen en
hoe en het wat van de samenwerking. Op basis hiervan
dilemma’s aanlopen. Zo is het bijvoorbeeld opvallend
hebben we een scan ontwikkeld met aandacht voor de
dat er vaak veel energie gaat naar het ‘hoe’, maar dat
samenwerking als collectief, de afzonderlijke organisa-
er gedurende het samenwerkingsproces vaak weinig
ties en de individuele personen die deelnemen.
aandacht wordt besteed aan de oorsprong en het ‘waarom’ van de samenwerking. Terwijl verschil in perceptie
Samenwerkingsscan
hierover vaak de verklaring vormt voor ‘gedoe’.
Bent u benieuwd hoe uw samenwerkingsverband scoort op de succesfactoren? Vul de samenwerkings-
Ook valt op dat er weinig aandacht wordt besteed
scan in en vorm een eerste beeld van de sterktes van
aan de partnerkeuze. Zijn er onverwachte of minder
en aandachtspunten bij uw samenwerkingsverband.
bekende partijen die een bijdrage kunnen leveren aan
De scan bestaat uit twintig stellingen en kan ook hel-
of baat kunnen hebben bij het samenwerkingsverband?
pen als checklist bij het opzetten en vormgeven van een
Verder zien we dat er bij een succesvol samenwerkings-
nieuw samenwerkingsverband. U vult de scan in door
verband vaak discussies ontstaan over de mate waarin
per stelling aan te geven of u het met de stelling hele-
het samenwerkingsverband zich mag profileren. Straalt
maal eens, eens, oneens of helemaal oneens bent. Tel
het succes nog wel voldoende af op de ‘moederorgani-
vervolgens de score per onderdeel en over het totaal bij
saties’?
elkaar op. Aan het eind van de scan vindt u een toelichting op uw scores.
120
SOMSAMMAGTOOL Marieke Blekemolen & Martine de Jong
Helemaal oneens
de samenwerking om gezamenlijke opgaven aan te pakken.
Oneens
1. Gezamenlijk gevoelde ambitie; De ambitie vormt de brandstof van
Eens
A WAAROM WERKEN WE SAMEN:
Helemaal eens
SUCCESFACTOREN OM TE SCOREN
x3
x2
x1
x0
- De samenwerking is gebaseerd op een heldere, gezamenlijk gevoelde ambitie - Ook tijdens het samenwerkingsproces wordt er voldoende aandacht besteed aan het ‘waarom’ van de samenwerking en wordt de ambitie levend gehouden 2. Uitgesproken belangen en verlangens; De belangen en verlangens vormen de drijfveren van partners om samen te werken en helpen bij het vinden en binden van de juiste partners. - Alle partners hebben belang bij de samenwerking - Partners spreken openlijk uit wat hun belang is om samen te werken en wat zij willen bereiken, halen en brengen
3. Wederzijdse afhankelijkheid; Partners durven een deel van hun autonomie op te geven, omdat zij samen meer kunnen bereiken dan alleen. - De partners zijn complementair aan elkaar - De partners zijn van elkaar afhankelijk om de eigen ambitie te realiseren
Subtotaal: Vul hierin hoe vaak u een bepaalde score hebt ingevuld
Tussenscore:
x
x
x -
121
Helemaal oneens
taal leren spreken.
Oneens
draait om vertrouwen, begrip, respect, luisteren en elkaars
Eens
4. Goede persoonlijk relaties; Samenwerken is mensenwerk en
Helemaal eens
B HOE WERKEN WE SAMEN:
x3
x2
x1
x0
- De vertegenwoordigers van de samenwerkingspartners vertrouwen elkaar - De persoonlijke relaties tussen de betrokken personen zijn goed 5. Gelijkwaardige deelname; Zonder zeggenschap zullen de partners geen eigenaarschap voelen. - De partners hebben allen invloed op de besluiten die binnen het samenwerkingsverband worden genomen - Alle partners nemen verantwoordelijkheid en tonen commitment 6. Heldere organisatiestructuur en besluitvorming; Een slagvaardige organisatie is effectief, efficiĂŤnt en legitiem en maakt dat ieder zijn eigen bijdrage kan leveren. - De rollen en verantwoordelijkheden van alle partijen binnen de samenwerking zijn duidelijk en logisch belegd - Het is duidelijk door wie en hoe besluiten worden genomen 7. Voldoende hulpbronnen; Samenwerken vraagt om investeringen van en door alle partners. - Het samenwerkingsverband beschikt over voldoende mensen en middelen (tijd, geld, kennis, vaardigheden en instrumenten) - De benodigde kennis en vaardigheden zijn aanwezig binnen het samenwerkingsverband 8. Adaptief vermogen; Een samenwerking is onderdeel van een dynamische context en kan alleen overleven door te leren en te evolueren. - Het samenwerkingsverband is in staat om in te spelen op veranderende omstandigheden en voorbijkomende kansen - Er is tijd voor reflectie, ruimte om te leren en er wordt wanneer nodig bijgestuurd Subtotaal:
Tussenscore:
x
x
x -
122
SOMSAMMAGTOOL
samenwerking te blijven stoppen.
Helemaal oneens
successen motiveren de partners om energie in de
Oneens
ichtbare resultaten; Zichtbare en gezamenlijk gevierde 9. Z
Eens
C WAT LEVERT DE SAMENWERKING OP:
Helemaal eens
Marieke Blekemolen & Martine de Jong
x3
x2
x1
x0
- De samenwerking levert voor alle partners zichtbare resultaten op - De resultaten dragen duidelijk bij aan de gezamenlijke ambitie en zouden zonder samenwerking niet gerealiseerd zijn 10. Toegevoegde waarde; Een samenwerkingsverband staat niet op zichzelf en is gebaat bij maatschappelijke erkenning van bijvoorbeeld burgers, klanten of gebruikers. oelgroepen en betrokkenen buiten het samenwerkings-D verband ervaren de toegevoegde waarde van de samenwerking et samenwerkingsverband wordt maatschappelijk erkend -H
Subtotaal:
Tussenscore:
x
x
x -
Uw totale score:
50-60 PUNTEN
30-50 PUNTEN
0-30 PUNTEN
HÉT VOORBEELD VAN EEN
HET LOOPT, MAAR ER
TIJD VOOR
VITALE SAMENWERKING
LIGGEN KANSEN VOOR
GEZAMENLIJKE
VERBETERING
REFLECTIE
123
SOMSAMMAGTOOL Marieke Blekemolen & Martine de Jong
Toelichting op totaalscores
Toelichting op lage scores per onderdeel
de taken, activiteiten en te nemen besluiten.
50-60 punten: hét voorbeeld van een vitale Om nog wat meer gevoel te krijgen bij de
Het kan echter juist ook een aanwijzing zijn
samenwerking
betekenis van uw totaalscore en de richting
voor overorganisatie: er zijn dusdanig veel
Gefeliciteerd, uw score duidt erop dat uw samen-
waarin u naar oplossingen kunt zoeken,
protocollen, overlegplatforms en besluit-
werkingsverband vitaal en succesvol is. Er wordt
volgt hieronder een korte toelichting per
vormingslijnen dat het geheel zo complex
met een gezamenlijke focus, toewijding en op
onderdeel.
is, dat niemand meer weet wie waar over
effectieve wijze samengewerkt, wat mooie resul-
gaat. Hoe kunt u dit vereenvoudigen? Een
taten oplevert. De partners in uw samenwerkings-
Onderdeel A ‘waarom werken wij samen?’
ander voorbeeld: scoort u laag op de fac-
verband staan voortdurend stil bij de vitaliteit
Scoort u 9 punten of lager op dit onderdeel,
tor ‘gelijkwaardige deelname’, dan kan dit
van de onderlinge samenwerking en weten dat dit
dan is dit een aanwijzing dat de basis van
duiden op free-rider gedrag of machtsver-
een continue investering vergt. Houd deze werk-
uw samenwerking aandacht nodig heeft.
houdingen die niet in balans zijn. U kunt
wijze vast en deel uw ervaringen met collega’s en
Scoort u bijvoorbeeld laag op de factor ‘ge-
dan enerzijds maatregelen overwegen om
andere samenwerkingsverbanden.
zamenlijk gevoelde ambitie’, dan duidt
partijen in een meer gelijkwaardige positie
dit erop dat partijen geen of verschillende
te brengen (denk aan het aanpassen van de
30-50 punten: het loopt, maar er liggen kan- beelden hebben over waar het samenwer-
spelregels). Anderzijds kan het interessant
sen voor verbetering
kingsverband voor staat en gaat. Omdat
zijn om eens na te denken over een andere
Uw score duidt erop dat de samenwerking re-
een gezamenlijk gevoelde ambitie de motor
samenwerkingsvorm, zoals een besluitvor-
delijk verloopt, maar dat er wel een aantal aan-
vormt van een samenwerking, is een lage
mingsgerichte coalitie waarbij één of enkele
dachtspunten is. Ga na op welke onderdelen deze
score aanleiding om u te verdiepen in de af-
partijen de regie hebben. Mogelijk past deze
zich bevinden (zie hiernaast voor een toelichting zonderlijke ambities en te zoeken naar een
coalitievorm beter bij de verhoudingen, bij-
per onderdeel). Bij een zeer lage score op een verbindend perspectief. Het uiten van de
voorbeeld omdat één van de partners sub-
bepaalde factor is het goed om te toetsen of dit
belangen van de partners en wat zij willen
stantieel meer hulpbronnen inbrengt.
beeld breder in het samenwerkingsverband leeft
halen en kunnen brengen in het samenwer-
en om hier het gesprek over aan te gaan met uw kingsverband is hiervoor een mooie eerste
Onderdeel C ‘wat levert de samenwerking
partners. Ter inspiratie zou u ook eens ervaringen stap. Scoort u (ook) laag op de factor ‘we-
op?’
kunnen uitwisselen met andere samenwerkings-
derzijdse afhankelijkheid’, dan kan het zijn
Scoort u 6 punten of lager, dan is dit een
verbanden. Wat zijn hun lessen en successen?
dat één of enkele partijen ook alleen ver ko-
indicatie dat de samenwerking tot op he-
men in het realiseren van de ambitie. Of dat
den onvoldoende oplevert. Het resultaat is
0-30 punten: tijd voor gezamenlijke reflectie
er juist partijen ontbreken die cruciaal zijn
uiteindelijk dat waarvoor partners de han-
Uw score duidt erop dat het binnen de samenwer-
voor de realisatie. U kunt zich afvragen of de
den ineen hebben geslagen. Bij te weinig
king niet goed loopt. Er zijn waarschijnlijk zowel partners wel echt complementair aan elkaar
resultaten is de kans groot dat de energie en
aandachtspunten in ‘het waarom’ van de samen-
zijn? Is er voor iedereen voldoende te halen
motivatie wegzakken. Oorzaak kan zijn dat
werking als in de wijze waarop en de mate waarin
en te brengen? Of haalt de één veel meer dan
de samenwerking zich nog in de opstartfa-
er tot resultaten wordt gekomen. De energie is eruit. de ander? Kan een extra partij de balans van
se bevindt of dat er geduld nodig is om het
Laat de scan ook eens invullen door een aantal an-
moeilijke en ambitieuze resultaat te berei-
halen en brengen versterken?
dere sleutelfiguren binnen uw samenwerkingsver-
ken. Het kan echter ook betekenen dat de
band. Wanneer het beeld breder wordt herkend, Onderdeel B ‘hoe werken wij samen?’
opgave niet haalbaar is (kijk nog eens naar
adviseren wij om terug te gaan naar de basis. Waar Scoort u 15 punten of lager op dit onder-
de gezamenlijke ambitie) of dat er niet effec-
deden we het ook al weer voor? Is er nog voldoen-
deel, dan is dit een teken dat het in de uit-
tief wordt samengewerkt. In dat laatste ge-
de bestaansrecht voor het samenwerkingsverband? voering en de wijze waarop er met elkaar
val vormen de vijf factoren onder ‘hoe wer-
Zijn de partners nog bereid om er aan te werken? wordt omgegaan niet lekker loopt. Scoort
ken we samen’ een mooie checklist. Wellicht
Stoppen kan soms heel krachtig zijn. Wanneer de
u bijvoorbeeld laag op de factor ‘heldere
dat de aanpak niet meer overeenkomt met
partners bereid zijn om aan de hand van de succes-
organisatiestructuur en besluitvorming’,
de nieuwe werkelijkheid of dat er te weinig
factoren het echte gesprek te voeren, zijn er echter
dan kan dit duiden op een vorm van onder-
geleerd wordt van fouten.
nog veel interventies mogelijk om de vitaliteit van organisatie. Het ontbreekt dan aan een prode samenwerking weer terug te brengen. 124
fessionele structuur en werkafspraken over
SOMSAMMAGTOOL Marieke Blekemolen & Martine de Jong
‘ In samenwerkingsverbanden is aandacht nodig voor het waarom, het hoe en het wat’ 125
SOMSAMMAGACHTERGROND Jeroen den Uyl
Leernetwerk Burgers aan het Stuur Burgers aan het Stuur is een meerjarig leernetwerk van Twynstra Gudde en inmiddels tien gemeenten uit heel Nederland. Het stelt gemeenten in staat om intensief met elkaar te leren en ervaringen met elkaar uit te wisselen over wat het écht betekent wanneer je burgers aan het stuur zet. Tijdens bijeenkomsten fungeert één deelnemende gemeente als gastgemeente en praten aanwezigen over een praktijkcasus. De overheid gelooft in het feit dat burgers prima in staat zijn om verantwoordelijkheid te nemen in de ontwikkeling en het onderhoud van hun eigen leefomgeving. Maar voor die overheid vergt het een wending in zowel denken als doen. Om daarin samen met gemeenten tot een doorbraak te komen, richtte Twynstra Gudde het leernetwerk op. 126
SOMSAMMAGACHTERGROND Jeroen den Uyl
Burgers aan het Stuur
LEERNETWERK HELPT GEMEENTEN OP WEG NAAR ECHTE BURGERPARTICIPATIE ‘Burgers aan het stuur’. Dat is de gedachte achter het gelijknamige leernetwerk dat Twynstra Gudde opstartte in 2010. Het netwerk biedt gemeenten uit heel Nederland de kans om te sparren en na te denken over de invulling van burgerparticipatie en zelfsturing.
Klinkende termen, maar lastig uit te voeren en met gro-
meer en meer een individu. Als gevolg hiervan nemen
te impact voor de manier van werken van gemeenten
burgers steeds vaker een afwachtende houding aan bij
én hun relatie met hun inwoners. Waarom zou je als ge-
het nemen van verantwoordelijkheid voor de inrich-
meente burgers meer aan het stuur zetten? Wat vraagt
ting van sociale en fysieke aspecten in de samenleving.
dat van je eigen organisatie? Wat levert het op, zowel
Terwijl de ‘participatiesamenleving’ iets heel anders
voor gemeenten als voor burgers? In dit artikel kijken
vraagt.
we terug op de eerste vier jaar leernetwerk Burgers aan het Stuur.
Er moet een doorbraak komen, vinden de aangeslotenen bij Burgers aan het Stuur. De overheid moet zich
Als eerste het antwoord op de vraag: waarom zou je
ontwikkelen van een overheid die problemen van bur-
als (lokale) overheid burgers aan het stuur willen zet-
gers oplost, naar een overheid die burgers ondersteunt
ten? Twee redenen: de maatschappelijke vraagstukken
bij het oplossen van problemen. Want uit ervaring
nemen in complexiteit toe. De inbreng van kennis en
blijkt dat door burgers aan het stuur te zetten, oplos-
kunde van burgers is daarbij hard nodig. Daarnaast is
singen worden gecreëerd: er ontstaat meer ruimte voor
de overheid zich vanaf de jaren zestig in toenemende
ondernemerschap, de ‘pamperende’ overheid ver-
mate gaan bemoeien met het inrichten en structureren
dwijnt, de gemeenschap vitaliseert en meer burgers
van het ‘sociale’ in de samenleving. De zorg voor het in-
raken betrokken bij de publieke zaak. Zodra mensen
dividu en voor collectieven van individuen werd over-
verantwoordelijkheid krijgen, gaan zij zich ook ver-
genomen of geregeld door de overheid. De burger werd
antwoordelijk gedragen. Dat is een waarheid die zich
van producent consument en van gemeenschapsdier
steeds openbaart. Als zij die ruimte niet krijgen dan 127
SOMSAMMAGACHTERGROND Jeroen den Uyl
blijven ze zich consumptief gedragen. If you pay for
wen’, of het ontbreken daarvan. Een gemeenteraad kan
peanuts, you get monkeys.
bijvoorbeeld binnen een bepaald project wel burgers aan het stuur willen zetten, maar vertrouwt de wet-
Tegen grenzen
houder er wel op dat dat goed gaat? Hij of zij is immers
De voordelen zijn dus duidelijk. Aan de slag dan, zou je
verantwoordelijk. En dan de ambtenaren: zij gaan over
zeggen. In praktijk blijkt ook wel dat gemeenten open
vergunningen en houden zich daarbij vaak aan de be-
staan voor burgers aan het stuur. Maar bij de uitvoering
staande regels. Wat je als gevolg hiervan vaak ziet, is
van die ambitie, lopen gemeenten tegen vele grenzen
dat gemeenten onbedoeld juist meer gaan sturen in
aan. Want het vraagt nogal wat van de ambtenaren. Ze
plaats van dat ze meer ruimte geven. Het is daarom
moeten veranderingen in werken ondergaan. Verande-
van groot belang dat gemeenten écht wezenlijk anders
ringen die ingaan tegen diepgewortelde overtuigingen
gaan werken. Geen nota’s schrijven, maar gaan kijken
en praktijken, professionalisme, ‘eigen’ professionali-
bij de burger.
teit. Daarnaast komen er juridische aspecten bij kijken. En tot slot is het ook heel belangrijk dat gemeenten hun
Burgers, op hun beurt, zijn mondiger geworden. Ze
inwoners goed kennen, waar de energie zit. Alleen dan
kunnen zich gemakkelijker mobiliseren. En ze willen
kun je ze in beweging zetten, en zelfs leiding laten ne-
heus wel verantwoordelijkheid en leiding nemen over
men.
bepaalde projecten. Maar tegelijkertijd vinden ze het moeilijk: waar kan of wil ik wel leiding nemen? Waar
Leernetwerk
kan of moet ik loslaten? Er zijn bovendien grote ver-
Om te komen tot echte verandering, moeten medewer-
schillen in soorten mensen, en wanneer die zich ‘aan
kers van gemeenten vooral concreet aan de slag. Geen
het stuur willen laten zetten’.
training volgen over hoe je je werkwijze kunt veranderen, maar dóen en oefenen. Vanuit die gedachte werd
Eén van de inzichten van het leernetwerk, is bijvoor-
het leernetwerk Burgers aan het Stuur opgezet. In het
beeld dat bewoners van achterstandswijken alleen in
leernetwerk komen medewerkers van gemeenten uit
actie komen als het direct resultaat oplevert (voor hun
heel Nederland regelmatig bij elkaar. Tijdens de bij-
eigen huis, wijk of straat bijvoorbeeld) én als er een dui-
eenkomsten buigen de leden zich over een casus van
delijke taakverdeling is. Hoe lok je hen nu uit tot het
een gemeente. Zo wordt er een real life situatie gecre-
nemen van verantwoordelijkheid? Hoe laat je het voor-
ëerd, waarin de leden concrete vraagstukken van een
deel zien voor hen? Het zijn allemaal vragen waar het
gemeente aanpakken. Zo werkten ze bijvoorbeeld aan
leernetwerk zich over buigt.
een casus van de gemeente Eindhoven: daar krijgt een voormalig terrein van een energieleverancier (het
Van conflicten tot burgerschap
NRE-terrein) een nieuwe bestemming. De gemeente wil
En dan, als burgers zich aan een bepaald vraagstuk
graag dat omwonenden en andere inwoners van de stad
verbinden, rijzen er nieuwe ‘angsten’ en issues. Want
zich daarover buigen, terwijl de inwoners vinden dat de
burgers onderling komen er ook niet altijd goed uit.
gemeente de herbestemming moet leiden. De leden van
Er ontstaan conflicten, er is sprake van botsende me-
het leernetwerk buigen zich over de vraag hoe dit het
ningen. Gemeenten zijn daar nog wel bang voor. Maar,
beste op te lossen. Het vraagstuk wordt zo collectief ge-
vindt het leernetwerk: hoe erg ís dat eigenlijk, dat in-
maakt en de gemeente Eindhoven krijgt een toolkit vol
woners zaken overnemen en dat er onderling conflicten
handvatten, zienswijzen en ideeën. De uitvoering van
ontstaan? Het kan ook zoveel opleveren; burgers tonen
het project zelf blijft bij de gemeente liggen. Het is dus
in zo’n geval écht burgerschap. Wat tot nu toe in de po-
echt een plek om te overleggen en te leren van elkaar.
litieke arena werd opgelost, gaat nu ook spelen tussen burgers. En dat heeft óók al veel mooie dingen opgele-
Vertrouwen
verd. Ouders van een aantal kleine scholen in Zeeland
Waarom is burgers aan het stuur zetten nu zo lastig
bijvoorbeeld, die een eigen school hebben opgericht
voor veel gemeenten? Het zit hem vooral in ‘vertrou-
om te voorkomen dat er in hun eigen dorpen geen
128
‘ Burgers aan het stuur zetten vergt veranderingen bij én de gemeente én de burger’
SOMSAMMAGACHTERGROND Jeroen den Uyl
basisonderwijs meer is. Deze burgers moeten samen
Lessen uit het leernetwerk
beslissen hoe de schoonmaak van het schoolgebouw
Tijdens de bijeenkomsten van leernetwerk Burgers aan het
wordt uitgevoerd. Iedereen moet zich schikken naar
Stuur, zijn de afgelopen jaren al een aantal waardevolle lessen
samen gecreëerde gedeelde normen. Of winkelketen
geleerd.
Attent, wiens medewerkers een faillissement hebben
- Als binnen een project burgers aan het stuur worden gezet,
voorkomen door een nieuwe formule te bedenken en
is dat per definitie baanbrekend. Het doorbreekt codes, aan-
van de bewoners nu wel verwachten dat men in de wijk
names en routines van de bestaande organisatie. Veel weer-
gaat shoppen in plaats van een gemeente verderop.
standen ontstaan doordat partijen elkaar niet verstaan en vanuit gevormde oordelen kijken. De eigen zienswijze (veelal
Als het leernetwerk iets heeft opgeleverd, dan is het wel
die van het systeem) belemmert zicht op de potentie van bur-
het inzicht dat ‘burgers aan het stuur’ alleen kan als
gers die aan het stuur (willen) staan. Je zult dus aan de slag
we bestaande regels en eigen overtuigingen loslaten.
moeten met je eigen zienswijze en die moeten kunnen verrui-
Het lef dat je daar voor nodig hebt, kun je kweken. Het
len voor een andere, om je zo in de leefwereld van anderen te
helpt als je dan systemen kan ontwerpen die helpen.
kunnen verplaatsen.
Denk maar aan het regelvrije verkeersplein: leg je geen
- Het is belangrijk om te weten wat voor typen mensen er in
regels op, en creëer je een goede openbare ruimte, dan
een wijk wonen. De inzichten in burgerschapsstijlen hebben
gaan gebruikers zich anders gedragen en ontstaan er
daarbij tijdens een van de bijeenkomsten geholpen. Een zeer
nieuwe dingen. Dan gaan mensen co-creëren in plaats
interessante combinatie waar de deelnemers mee werkten,
van consumeren. En daar willen we naartoe. De weg is
was die tussen de burgerschapsstijlen en de veranderkleu-
nog lang, maar het begin is gemaakt. Het leernetwerk
ren van De Caluwé en Vermaak. Verschillende typen mensen
sterkt gemeenteambtenaren en draagt zo een steentje
kennen verschillende triggers voor verandering (kleuren).
bij aan de ontwikkeling van burgerparticipatie in ons
Wanneer je dit weet, kun je burgers veel effectiever benade-
land.
ren. De les is hier dus: sluit aan bij de belevingswereld van de burger. Doe onderzoek en ken je burgers.
129
SOMSAMMAGACHTERGROND Robin Bremekamp , Wilfrid Opheij & Janneke Steijns
Transities mislukken zonder professioneel samenwerken
TRANSITIEMODEL BIEDT GEMEENTEN HANDVATTEN VOOR REGIE IN SOCIAAL DOMEIN
In de praktijk is het voor gemeenten, zorgverzekeraars en zorg- en welzijnsaanbieders zacht gezegd een stevige uitdaging om samen vorm te geven aan regie in het sociaal domein en de eerste lijn.
Dit artikel is een bewerking van het artikel dat in mei 2014 verscheen in het blad 'De Eerstelijns’.
Het Transitiemodel voor het sociaal domein biedt hier-
ren we in dit artikel waarom vormgeving van de regie in
voor eenvoudige handvatten. Dit model is ontwikkeld
de praktijk zo lastig is. We gaan ook in op het ‘Transitie-
op basis van een analyse van de samenwerking tussen
model voor het sociaal domein’. In samenhang met de
tien gemeenten en de regionale zorg- en welzijnsaan-
condities voor veelbelovende samenwerking biedt het
bieders.
een handelingskader.
Gemeenten en aanbieders wijzen naar elkaar als het
Drie problemen bij regie
gaat om vormgeven van de regie in het sociaal domein
Overal in Nederland blijkt duurzame vormgeving van
en de eerste lijn. Aanbieders vinden dat gemeenten te
de samenwerking tussen gemeenten, zorgverzekeraars
weinig duidelijkheid geven. Ze voelen zich miskend en
en zorg- en welzijnsaanbieders bijzonder lastig. Dezelf-
buitenspel gezet, omdat ze te weinig worden betrokken
de drie problemen doen zich voor.
bij de herinrichting van het sociaal domein. Gemeenten vinden dat aanbieders de eigen organisatie voorop
1. Gemeentelijke ambities leiden tot Babylonische spraak-
zetten, in plaats van de cliënt. In dit samenspel spelen
verwarring
de eerstelijnszorgorganisaties een bijzondere rol, want
Gemeenten formuleren vaak zelfstandig de ambities
in potentie kunnen zij de sleutelrol vervullen. Dat bete-
voor het sociaal domein en de eerste lijn. De zorgver-
kent wel dat er een constructieve samenwerking moet
zekeraar, zorg- en welzijnsaanbieders, het lokale mid-
ontstaan tussen gemeenten, zorgverzekeraars, de eer-
denveld en cliënten en patiënten zijn hier vaak niet bij
stelijnsorganisaties en de andere zorg- en welzijnsaan-
betrokken. Dit leidt tot beleidsnotities met ambitieuze
bieders. Maar hoe doe je dat?
voornemens over coördinatie, sturing, kwaliteitsverbetering en efficiëntie, maar de aansluiting bij de dagelijk-
130
Handvatten
se praktijk is vaak beperkt. Deze gemeentelijke ambities
Op basis van een analyse van de samenwerking tussen
zijn logisch binnen een politieke context, maar blijken
tien gemeenten en zorg- en welzijnsaanbieders, verkla-
slecht aan te sluiten bij de realiteit van verzekeraar of
SOMSAMMAGACHTERGROND Robin Bremekamp , Wilfrid Opheij & Janneke Steijns
Centraliseren G A
zorgaanbieder. Hier zien we een botsing tussen de po-
A
litieke rationaliteit van gemeente en ambtenaren, de juridisch-financiële rationaliteit van zorgverzekeraars
A
en de professionele rationaliteit van zorgprofessionals.
G
A A
A
A
A A
A
A
A
De botsing van rationaliteiten leidt onvermijdelijk tot spraakverwarring, frustratie en schijnsamenwerking. In de vormgeving van de regie op het sociaal domein en
Co-creatie
Coördineren
Sturen
Afspreken
Afstemmen
A
G
Controle
de eerste lijn zie je momenteel het resultaat: rollen en verantwoordelijkheden van aanbieders zijn vaag, zorg-
A
verzekeraars hebben moeite om een eenduidige positie in te nemen en de sturingsmiddelen van gemeenten worden nauwelijks uitgewerkt.
G A
A
A
A
A
A
2. De organisatie van de regiefunctie staat vaak los van geformuleerde ambities Decentraliseren
In de dagelijkse praktijk blijkt het voor de eerstelijnsaanbieders lastig om de gemeentelijke ambities te
Figuur 1: Het Transititiemodel
Legenda: G = Gemeenten, A = Zorg- en welzijnsaanbieders
vertalen naar concrete acties, veranderingen en aanpakken. De uitvoering van de regiefunctie heeft hier-
leidt ook niet tot betere zorg en welzijn. Het kan zelfs
door nauwelijks meer een relatie met de ambities van
helaas leiden tot onduidelijkheid en ‘gedoe’, schijn-
de gemeenten. Het is opvallend hoe groot de over-
samenwerking op bestuurlijk niveau en frustraties in
eenkomsten zijn in het acteren van gemeenten bij de
het primair proces. Wat nodig is, is dat de regiefunctie
vormgeving van het sociaal domein en het proces van
wordt opgebouwd vanuit de problematiek van de cliënt
gemeentelijke fusies. In beide gevallen blijkt de prak-
en zo eenduidig mogelijk wordt georganiseerd voor alle
tijk slechts losjes gekoppeld aan de initiële doelen, is
sectoren in het sociaal domein.
er een discrepantie tussen de beoogde doelen en de gerealiseerde doelen en treedt er doelverschuiving op
Het Transitiemodel
naar uitvoeringszaken in plaats van het toerusten van
Om samen de regie voor de nulde en eerste lijn vorm te
de betrokken organisaties en medewerkers. Wat nodig
geven, is er aandacht nodig voor twee vragen:
is, is dat gemeenten, zorgverzekeraars en -aanbieders gezamenlijk de regieorganisatie van de nulde en eerste
1. Wordt de regiefunctie van de gemeente binnen de
lijn vormgeven op basis van gezamenlijke ambities die
nulde en eerste lijn vormgegeven in co-creatie met zorg-
passen bij de dagelijkse praktijk.
verzekeraar en zorg- en welzijnsaanbieders, of geeft de gemeente hieraan zelfstandig vorm door middel van con-
3. Er is een spaghetti van regie- en coördinatiemiddelen
trole op de uitvoering door deze partijen?
ontstaan Binnen gemeenten zijn er veel verschillende manieren
2. Wordt de regiefunctie van de gemeente binnen het so-
ontstaan waarop er met aanbieders en verzekeraars
ciaal domein georganiseerd door zorg- en welzijnsaan-
wordt samengewerkt: een spaghetti aan regie- en co-
bieders decentraal met elkaar te laten samenwerken, of
ördinatiemodellen. Niet verwonderlijk wanneer je je
worden functies van zorg- en welzijnsaanbieders gecen-
realiseert dat gemeenten voor de taak staan om samen-
traliseerd tot een nieuwe (virtuele) aanbieder?
hang te brengen tussen domeinen en sectoren die jarenlang naast elkaar hebben gefunctioneerd en los van
De keuze tussen co-creatie versus controle en decentra-
elkaar zijn gefinancierd. De snelheid die veel gemeen-
lisatie versus centralisatie is een fundamentele keuze
ten hierin willen maken, is niet zo realistisch. Deze spa-
voor de gemeente en de zorg- en welzijnsaanbieders.
ghetti aan regiemodellen is niet alleen inefficiënt, het
Het is de basis van waaruit het samenwerkingsproces
‘In veel gemeenten staan de geformuleerde gemeentelijke ambities los van de dagelijkse praktijk van zorgprofessionals’
131
SOMSAMMAGACHTERGROND Robin Bremekamp , Wilfrid Opheij & Janneke Steijns
vorm krijgt, voor de manier waarop aan een gedeelde
kan plaatsvinden. Aanbieders bouwen vaak één front-
ambitie wordt gewerkt, hoe de persoonlijke relaties op
office voor coördinatie van zorg- en welzijnsvragen van
de proef worden gesteld en voor de organisatorische en
de cliënt. Inclusief toeleiding, diagnose en casema-
juridische vorm. Het vormt daarmee de basis voor de
nagement.
inrichting en organisatie van de regiefunctie. De combi-
- Gemeente: bepaalt financiële kaders, financier en
natie van beide vragen leidt tot het model in figuur 1 met vier vormen van regievoering in het sociaal domein.
toezicht op geleverde resultaten - Aanbieders: bepalen mede strategische en inhoudelijke kaders, leveren gecoördineerd gespecialiseerde
Vier vormen van regie 1. Afspreken Gemeente kiest voor co-creatie en decentrale uitvoe-
eerste- en tweedelijnsdiensten - Inhoudelijke visie: intensieve operationele samenwerking aanbieders met coördinatie op aanbod aan
ring. Gemeente en aanbieders bepalen samen strate-
cliënt van nulde-, eerste- en tweedelijnsdiensten
gische, inhoudelijke en financiële kaders. Aanbieders
- Voorbeelden: steunpunt OKC en de geïntegreerde
maken onderling goede afspraken over samenwerking,
eerstelijn in Amsterdam IJburg en Utrecht Overvecht.
kwaliteit en coördinatie van zorg voor de cliënt. - Gemeente: financier, contractering en toezicht op behaalde resultaten - Aanbieders: leveren individueel eerste- en tweedelijnsdiensten - Inhoudelijke visie: inhoudelijke afspraken voor betere samenwerking rondom de cliënt - Voorbeelden: zorg- en welzijnsnetwerken, wijkschakelteam, wijkservice, Meldpunt Dementie.
4. Sturen Gemeente centraliseert én acteert vanuit controle en het lijkt er vaak op of ze het liever zelf zou doen. Gemeente bepaalt strategische, financiële en inhoudelijke kaders. Aanbieders leveren medewerkers voor generalistische teams en leveren zelfstandig tweedelijnsdiensten. - Gemeente: financier, beleidsbepaler voor inhoudelijke, strategische en operationele kaders en contractering, geeft sturing aan generalistische teams
2. Afstemmen
- Aanbieders: detacheren medewerkers aan generalis-
Gemeente trekt de controle naar zich toe, en vanuit
tische teams en bieden gespecialiseerde tweedelijns-
die controle contracteert ze aanbieders, een voor een,
diensten voor complexe problematiek
waarbij samenwerking wordt geëist. Gemeente bepaalt
- Inhoudelijke visie: gemeente heeft met generalisti-
strategische en financiële kaders. Aanbieders stemmen
sche teams directe sturing op het nulde- en eerstelijn-
samen met de gemeente dienstverlening aan cliënt op
saanbod, aanbieders leveren zelfstandig gespeciali-
elkaar af. Aanbieders en gemeente bepalen samen in-
seerde tweedelijnsdiensten
houdelijke kaders. - Gemeente: bepaalt strategische en financiële kaders
- Voorbeelden: CJG, coördinatie risicogezinnen, Meldpunt Zorg en overlast en veel sociale wijkteams.
en contractering, financier en controle op naleving en afspraken - Aanbieders: leveren afgestemde eerste- en tweedelijnsdiensten, meebepalen kaders
Teleurstelling door onduidelijke keuzes Als er onduidelijkheid is over het gekozen model, is voortdurende spraakverwarring het resultaat. In de
- Inhoudelijke visie: beter afgestemde zorg tussen
huidige constellatie zien we dat gemeenten voor de ver-
aanbieders door centrale positie van gemeente
schillende transities verschillende kwadranten kiezen.
- Voorbeelden: Loket Zorg en Samenleving, keuken-
Dat leidt voor aanbieders tot moeilijk werkbare situa-
tafelgesprekken, Meldpunt Kindermishandeling.
ties. Tegelijkertijd zien we dat ook buurgemeentes voor dezelfde transitie verschillende posities kiezen. Ook
132
3. Coördineren
dat is voor aanbieders zeer moeilijk werkbaar. Naarma-
Gemeente en aanbieders bepalen in co-creatie de finan-
te gemeenten meer uitgaan van controle en centralisa-
ciële en strategische kaders. Gemeente organiseert het
tie, wordt de samenwerking moeizamer en leidt dit tot
proces en stelt de kaders waarbinnen samenwerking
veel onduidelijkheid.
SOMSAMMAGACHTERGROND Robin Bremekamp , Wilfrid Opheij & Janneke Steijns
Wij onderzochten eind 2013 tien gemeenten en plaats-
deelde ambitie, die recht doet aan alle belangen (cliënt-,
ten hen in het Transitiemodel op basis van hun ambi-
maatschappelijke en organisatiebelangen), met goede
ties, zoals verwoord in collegeakkoorden en raadsbe-
persoonlijke relaties, in een passende organisatorische en
sluiten in voorbereiding naar de transities in het sociale
juridische omgeving, waarbij in het proces van realisatie
domein. Dan valt op dat zij destijds met hun ambities
betekenis wordt ontwikkeld en voortgang wordt geboekt.
allemaal in het kwadrant ‘Sturen’ hun plaats vonden. Alle tien de gemeenten wilden ‘hun verantwoordelijk-
Regie nemen betekent:
heid nemen’, ze wilden sturen en regisseren. Ze ‘stel-
- kiezen voor een heldere positie in het Transitiemodel
den de cliënt centraal’ en gingen zelf ‘het aanbod rond-
- vanuit die positie gezamenlijk (gemeente, zorgverzeke-
om hen organiseren’, waarbij ‘kwaliteit en efficiëntie
raar en de nulde- en eerstelijnsaanbieders) werken aan
uitgangspunt waren’. Hierbij namen ze nadrukkelijk
de condities voor een kansrijke samenwerking
afstand van hoe zorg en welzijn de afgelopen decennia in de gemeente zijn uitgevoerd.
- met en voor de mensen waar het echt over gaat komen tot resultaten: meer gezondheid en geluk voor de beschikbare middelen.
Wanneer we kijken naar de wijze waarop gemeenten destijds hun regiefunctie in de praktijk organiseerden,
Het Transitiemodel biedt handvatten om op een eenvou-
ontstaat een heel ander beeld. Veel gemeenten blijken
dige manier de gezamenlijke ambitie - de vormgeving van
veel meer in co-creatie met aanbieders te organiseren
de regiefunctie - en de daarbij passende organisatorische
of te kiezen voor een gedecentraliseerde aanpak. Fi-
vorm op elkaar aan te laten sluiten. Daarbij maakt het
guur 2 geeft de basis weer van de spraakverwarring,
in principe niet uit welke positie gemeenten, zorgver-
vertraging, teleurstelling en frustratie die in vrijwel alle
zekeraars en zorg- en welzijnsaanbieders kiezen in het
gemeenten opdoemt. Ondanks de vaak gehoorde wens
Transitiemodel, zolang het aansluit op de context, het
tot co-creatie, gebeurt dat in de praktijk zeer beperkt.
de spraakverwarring vermindert, en de spelers er samen mee uit de voeten kunnen.
Regiefunctie handen en voeten geven
Centraliseren
Met de transities komt de verantwoordelijkheid voor regie in de nulde en eerste lijn bij gemeente en zorgverzekeraars te liggen. We zien daarin veel spraakverwarring, inconsistentie en beperkt vertrouwen tussen aanbieders en gemeenten. Aan de condities voor professionele samenwerking wordt maar beperkt voldaan. Op dit moment
Nieuwegein Sociaal Domein
Rotterdam Jeugd
Apeldoorn Sociaal Domein
Eindhoven Sociaal Domein
Utrecht Sociaal Domein
invulling en vormgeving van die regiefunctie plaats. Daar is sprake van een gezamenlijke ambitie en vindt een vermet de zorg- en welzijnsaanbieders. In veel gemeenten
Amsterdam Jeugd
Maastricht Sociaal Domein
vindt er slechts in een aantal gemeenten echt duidelijke
taling plaats naar de dagelijkse praktijk in samenwerking
Den Haag Sociaal Domein
Coördineren
Sturen
Afspreken
Afstemmen
Co-creatie
Controle
staan de geformuleerde gemeentelijke ambities los van de dagelijkse praktijk van de professionals. De echt ingewikkelde vraagstukken van deze tijd kan geen enkele organisatie alleen oplossen. En dat geldt zeker voor de huidige transities.
Amsterdam Sociaal Domein Amersfoort Sociaal Domein Doetinchem Sociaal Domein Beek Sociaal Domein
Regie nemen In essentie gaat het bij de vormgeving van regie om ver-
Decentraliseren
antwoordelijkheid nemen voor inhoud geven aan de condities voor kansrijk samenwerken. Komen tot een ge-
Figuur 2: Tien gemeenten geplaatst in het Transitiemodel (eind 2013) 133
SOMSAMMAGACHTERGROND Anne Geurts, Maarten Otto & Jac Geurts
WIN-WIN IN OVERHEIDSPROJECTEN: A MISSION IMPOSSIBLE? Bij het project Maasvlakte 2 en bij de planstudie A4 Delft - Schiedam gebruikten de betrokken partijen een identieke methode in het besluitvormingsproces: de consensusbenadering. Stakeholders worden vroeg in het proces betrokken bij
te hun collega Susskind met anderen een win-win-be-
de onderhandelingen over besluiten. Oplossingen die-
nadering uit voor een onderhandeling over complexe
nen ook de belangen van deze betrokkenen; een win-
kwesties met verschillende belangenpartijen. Zij noem-
win-aanpak dus. De methode voorkomt dat partijen
den deze consensusbenadering van onderhandelen
zich alleen richten op het behalen van hun eigen gelijk
de Mutual Gains Approach (MGA). Susskind en zijn
of op het vinden van een compromis dat niemand echt
co-schrijver Field riepen zowel publieke als private
tevreden stelt. Is het naïef om te kiezen voor zo’n con-
organisaties op om hun omgeving (burgers, klanten,
sensusbenadering? Is daadkrachtiger besturen en op-
belangenorganisaties) niet buiten spel te zetten, maar
treden niet beter om stroperigheid te vermijden? In dit
juist bij hun plannen te betrekken. Met hun methode
artikel de vragen en antwoorden.
wilden zij een alternatief bieden voor maatschappelijke besluitvorming vanuit meerderheid van stemmen. Het
Een stukje geschiedenis. Waar vindt de consensus-
succes van hun methode in beleidsprojecten maakte
benadering zijn oorsprong?
dat deze ook internationaal aandacht kreeg, vooral in
In de jaren ’80 schreven Roger Fisher en William Ury
het milieubeleid.
hun bestseller over onderhandelen: Getting to Yes (vertaald in het Nederlands onder de titel ‘Excellent onder-
Hoe zit de Mutual Gains Approach in elkaar?
handelen’). Hun kritiek op de in die tijd gangbare invul-
Met de Multual Gains Approach wordt niet alleen het
ling van onderhandelen was, dat er door het duwen en
principe van onderhandelen bedoeld, maar ook de pro-
trekken tussen partijen veel waarde verloren gaat. Hun
cesvorm. Die vorm heeft vijf elementen: initiatief ne-
kernboodschap is dat partijen vanuit belangen moe-
men, toekennen van rollen en verantwoordelijkheden,
ten onderhandelen (‘principieel’), in plaats van vanuit
faciliteren van een zoektocht naar gemeenschappelijke
standpunten (‘positioneel’). Alleen dan zijn partijen in
oplossingen, bereiken van overeenstemming en men-
staat oplossingen te bedenken die tot wederzijds voor-
sen aan hun verantwoordelijkheden houden.
deel (win-win) leiden.
Is er een voorbeeld van Mutual Gains Approach in
134
Hoe zijn deze ideeën bij beleidsprojecten terecht
Nederland?
gekomen?
De Mutual Gains Approach werd toegepast bij de
Vanuit dezelfde visie als die van Fischer en Ury werk-
besluitvorming over de problematiek rond het Noord-
SOMSAMMAGACHTERGROND Anne Geurts, Maarten Otto & Jac Geurts
Hollandse veenweidenlandschap. Omdat de verhoudingen tussen natuurorganisaties en boeren waren verslechterd, nam de gedeputeerde het initiatief om een taskforce in te stellen. Daarin zaten ambtenaren van de provincie, beleidsmedewerkers van landbouworganisatie WLTO, medewerkers van drie natuur- en milieuorganisaties in het gebied en twee personen van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. De club kreeg een onafhankelijke voorzitter. Om tot goede werkafspraken te komen, deden de betrokkenen een simulatie van het proces dat ging komen. Vanuit deze ervaring maakten ze procesafspraken en basisregels voor het ‘echte’ proces. Conflictpunten werden door de voorzitter direct aangepakt door aan conflicterende personen een gezamenlijke opdracht te geven. Uiteindelijk bereikten de partijen overeenstemming over een set van oplossingen die zij gezamenlijk aan hun eigen achterban presenteerden.
Kan een overheid nog eenzijdig besluiten nemen? Dus is het níet toepassen van een consensusbenadering nog een optie in de huidige tijd? Een overheidsinstantie kan in onze netwerksamenleving niet eenzijdig opereren. Burgers, belangenorganisaties en bedrijven hebben formele en informele bezwaar- en vertraagmogelijkheden. Dat maakt een eenzijdig, daadkrachtig en sturend optreden van de overheid zo goed als onmogelijk. Er zijn voorbeelden genoeg waarbij overheidinstanties verzand raakten in allerlei juridische (bezwaar)procedures van stakeholders, omdat die in hun ogen niet in hun belangen werden gekend.
Hoe gaat de overheid daarmee om? Overheidsinstanties blijken moeite te hebben met veranderingen in de samenleving en het daaraan aanpassen van het besluitvormingsproces. De Nederlandse hoogleraar Hajer noemde dit ‘institutionele leegte’. We zitten in een nieuwe situatie: er gelden geen heldere regels en normen aan de hand waarvan beleid en besluiten ontstaan. De overheid experimenteert met nieuwe procedures, maar er wordt ook gerommeld. Vergadertijgers met veel informele contacten en met oude gewoontes blijken het spel van geven en nemen niet transparant en niet altijd eerlijk te spelen. 135
SOMSAMMAGACHTERGROND Anne Geurts, Maarten Otto & Jac Geurts
De overheid moet in de netwerksamenleving zoe-
gen fout uitpakken, dan ligt dat vaak aan het vroegtij-
ken naar win-win tussen partijen, passend bij deze
dig innemen van een standpunt om vervolgens ideeën
tijd. Zitten er ook nadelen aan deze benadering?
door te drukken. Tot deze conclusie komt ook de Com-
Een aantrekkelijke kant, maar ook een mogelijke val-
missie Elverding. Zij onderzocht hoe de besluitvorming
kuil van de win-win-benadering zijn de positieve asso-
in infrastructurele projecten kan worden versneld. Bij
ciaties die het woord ‘winst’ oproept. We leven in een
een gebiedsgerichte benadering kan het beste worden
wereld van verdeling van schaarste. Dilemma’s hebben
gewerkt naar een oplossingsrichting met een breed
geen oplossing, maar vragen om hantering. De keuzes
draagvlak. Concreet betekent dit dat de initiatieffase bij
die daarbij worden gemaakt, kúnnen tot een win-
infrastructurele projecten langer moet duren, conclu-
lose-situatie leiden.
deerde de commissie.
De consensusbenadering leert dus dat het begrip winst
Als partijen gaan voor de win-win-benadering, hoe
subjectief is. De winst van een partij is afhankelijk van
moet het win-win-denken dan in een organisatie
haar belang. Het zoeken naar win-win is het verbeteren
worden verankerd?
van de situatie van elke deelnemende partij, bekeken
Het proces van de dialoog met de omgeving moet in-
vanuit elke individuele positie, door bijvoorbeeld ‘de
tern goed zijn voorbereid en extern helder georgani-
taart’ te vergroten. Het uitbreiden van een haven is niet
seerd. Veel (overheids-)instanties in het ruimtelijke do-
voor alle partijen een interessante oplossing, het ver-
mein investeren daarom in het professionaliseren van
beteren van de kwaliteit van de leefomgeving (econo-
omgevingsmanagement als competentie van (project)
misch, sociaal, ecologisch) is dat wel. Zelfs bij bedrei-
organisaties. Dat doen ze door het aanleren en institu-
gende situaties, een crisis, kan win-win bestaan. Dat is
tionaliseren van een systematisch proces: Strategisch
bijvoorbeeld het geval als iedere partij op een situatie
Omgevingsmanagement. Dat proces paste het Haven-
van ‘acceptable loss’ uitkomt of ‘least possible regret’.
bedrijf Rotterdam bijvoorbeeld toe bij het project Twee-
Vanuit democratisch oogpunt lijkt het transparant en
de Maasvlakte.
controleerbaar zoeken naar win-win de plicht van elke overheidsinstantie. Er is een inspanningsplicht, maar
Is er een zorgvuldige omgevingsanalyse van discussie-
resultaat kan niet altijd worden gegarandeerd.
punten en stakeholders, dan is de kans groot dat de publieke initiatiefnemer vroegtijdig in gesprek gaat met
Onder welke omstandigheden is de win-win-
belanghebbenden. En dat vergroot weer de kans op het
methode voor de overheid een passend middel?
komen tot een win-win-oplossing.
Twee principes moeten voorop staan. Ten eerste: elke vorm van overheidshandelen is als een poging tot beïn-
Kunnen we al spreken van succesvolle inzet van de
vloeding, dus sturing, van de samenleving. Ten tweede
consensusbenadering door de overheid? Of is er
zijn er verschillende stijlen en instrumenten om de sa-
nog een lange weg te gaan?
menleving te (be)sturen. Voor zijn proefschrift maakte
De overheid heeft altijd een dubbelrol in processen
John Smits een integraal contingentiemodel voor over-
waarbij verschillende partijen betrokken zijn: niet al-
heidssturing. De conclusie uit het model is helder: de
leen is zij initiatiefnemer, zij is ook scheidsrechter en
overheid hoeft alleen te onderhandelen, wanneer top-
bepaalt de regels. De positie van de overheid zit vol met
down beleid weinig soulaas biedt. Dat is het geval als
dilemma’s en verleidingen. De allergrootste verleiding
er een kleine kans is dat de verandering vanzelf gaat
is om niet consequent te zijn en machtsmiddelen te ge-
(ze willen, kunnen en mogen niet), en de overheid een
bruiken als het resultaat dreigt tegen te vallen. Dat zal
zwakke positie heeft tegenover de doelgroep.
leiden tot een grote vertrouwensbreuk en ernstige beleidschade. De praktijk toont aan dat het streven naar
De Amerikaan Paul Nutt onderzocht de kwaliteit van vierhonderd besluiten in en tussen organisaties en schreef daar boeken over. Zijn bevinding: als beslissin136
win-win een kwetsbaar proces is.
SOMSAMMAGACHTERGROND Anne Geurts, Maarten Otto & Jac Geurts
‘ Dilemma’s hebben geen oplossing, maar vragen om hantering’ 137
SOMSAMMAGACHTERGROND Manon de CaluwĂŠ, Joost Voerman & Victoria Dekker
Illustratie: Zes wereldbeelden. 138
SOMSAMMAGACHTERGROND Manon de Caluwé, Joost Voerman & Victoria Dekker
Combineren van wereldbeelden
VERSCHILLEN EFFECTIEF MAKEN: NIET ÓF ÓF, MAAR ÉN ÉN Onze samenleving maakt een omvangrijke maatschappelijke ontwikkeling door. De complexiteit van problemen groeit terwijl het takenpakket van overheden kleiner wordt. Van bedrijven en burgers wordt een grotere rol verwacht en bestaande instituten moeten samen optrekken om verworvenheden en voorzieningen beschikbaar, betaalbaar of op peil te houden.
Dit artikel is een bewerking van het essay 'Anders kijken, meer zien. Een beschouwing van de werkgeversaanpak in het programma Beter Benutten’ (van december 2013). Geschreven door Manon de Caluwe en Joost Voerman in opdracht van de programmadirectie Beter Benutten van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Of het nu gaat om zorg, overheid, infra of milieu,
Veel van die samenwerkingsverbanden verzanden dan
samenwerking biedt kansen en is tegelijkertijd onver-
ook in frustratie. Frustratie over het feit dat die ene
mijdelijk. Maar de ontmoeting tussen publiek en pri-
partij te hard stuurt. Of dat andere partijen zich niet
vaat is ook een ontmoeting tussen verschillende werel-
aan hun beloftes houden, irrealistische doelen stellen.
den, en die brengt spraakverwarring met zich mee. Hoe
Of dat er te weinig resultaat wordt geboekt. Dat er te
kunnen samenwerkingsverbanden daarmee omgaan?
weinig met afstand naar de plannen wordt gekeken of
Hoe maak je verschillen effectief?
dat ze steeds opnieuw ter discussie staan. Dat partijen onvoldoende eigenaarschap tonen of dat de samenwer-
De nieuwe verhoudingen brengen allerlei fundamente-
king ‘dood’ is georganiseerd.
le vragen met zich mee. De betrokken partijen vragen zich af: wat verwachten we van elkaar? Waar spreken
Archetypische wereldbeelden
we elkaar op aan? Waaróm werken we samen en wíe
Al snel blijkt dat je deze frustraties kunt herleiden tot
wil dat eigenlijk? Met name op dat laatste gebied is er
verschillende beelden die mensen hebben over dit
een spanningsveld. Samenwerkingsverbanden blijken
soort samenwerkingsverbanden, waarbij partijen tot
vaak het initiatief van één partij, meestal de overheid.
elkaar zijn veroordeeld binnen een gezamenlijke
In de ontmoeting met de andere partijen worden al snel
opgave. Er zijn zes archetypische wereldbeelden te on-
onderlinge verschillen duidelijk: verschillen in taal en
derscheiden van waaruit partijen opereren, onder meer
stijl, in achtergronden en in opvattingen over wat het
geïnspireerd op het gedachtegoed van De Bruijn en Ten
probleem is en over welke aanpak daarbij hoort. Met
Heuvelhof. Het is geen verrassing dat die wereldbeel-
vaak slechts de gezamenlijke maatschappelijke ambi-
den botsende dynamieken met zich meebrengen.
tie als richtinggevend anker is het een hele uitdaging om daadwerkelijk tot actie te komen. 139
SOMSAMMAGACHTERGROND Manon de Caluwé, Joost Voerman & Victoria Dekker
Hierarchie
Netwerk
Hiërarchie
Netwerk
De wereld van hiërarchie is een wereld van oorzaak en gevolg, van
De wereld van een netwerk is een wereld van verbinding en ver-
inzicht en overzicht, van doelen en inspanningen. Het is een wereld
bondenheid. Een probleem is pas een probleem als dat zo wordt
die problemen herkent, analyseert en oplost. Wie een aanpak for-
ervaren en alleen bij een gedeeld ervaren probleem, zullen partijen
muleert, begint bij het formuleren van doelen. Bij voorkeur zijn die
samenwerken. In deze wereld verenigen samenwerkingspartners
S.M.A.R.T.: meetbaar in tijd en opbrengst. De gekozen oplossingen
zich in coalities waarin zij een gezamenlijk ambitie kunnen waar-
- projecten en maatregelen - dragen ieder aanwijsbaar hun steentje
maken of waarin hun belangen worden gediend. In de coalitie be-
bij aan het behalen van dat doel. Bewezen effectiviteit van de op-
grijpen partijen dat iedereen wat komt halen en wat komt brengen.
lossing staat voorop.
Het werken aan een levendig samenwerkingsverband is een doel op zich.
Samenwerkingspartners moeten goede afspraken maken over hun bijdrage, bijvoorbeeld in de vorm van een convenant. Consequen-
Monitoren op top-down gestelde indicatoren slaat de ambities plat.
ties bij niet nakomen van de afspraken horen daarbij. Net als mo-
Het staat bovendien de gelijkwaardigheid in de samenwerking in
nitoring van de voortgang: meten is weten en maakt het mogelijk
de weg. Liever formuleert de coalitie haar eigen doelen en neemt
om bij te sturen of partijen aan te spreken als zij zich niet aan hun
ze de ruimte om deze aan te passen aan de wensen en behoeften
afspraken houden. Monitoring laat ook zien wanneer we klaar zijn,
van het moment. De samenwerking is dan ook geen lineair proces,
namelijk als de doelen zijn behaald.
het verloopt iteratief waarbij doel, scope en aanpak steeds opnieuw worden bekeken.
Typisch in dit wereldbeeld Partijen werken samen in een hiërarchische constructie | Commit-
Typisch in dit wereldbeeld
ment ligt vast in convenant | Er is een probleemdiagnose, doelen
Partijen werken samen in een interactief netwerk of in een coalitie
volgen als referentiepunt | Meten is weten | Besluitvorming op
van gelijkwaardige partners | Coalities rondom regio’s, sectoren,
basis van objectieve informatie over het probleem en de bewezen
terreinen | Overeenstemming over perceptie van probleem en infor-
effectieve oplossing | Doelrealisatie (oplossen probleem) is de norm
matie is leidend | Pakketontwerp is een continu proces | Doelen zijn
| Monitoring via kwantitatieve voortgangsrapportages | Tijd wordt
momentopnames, netwerk werkt dynamisch | Na besluit is er een
beschouwd in termen van maanden en kwartalen.
volgende ronde met nieuwe kansen | Tevredenheid over netwerk en samenwerking is de norm | Monitoring op kwaliteit, en tevredenheid over de ambities, doelen coalitie staan centraal | Begeleiding van de samenwerking is vooral procesbegeleiding | Tijd wordt beschouwd in termen van jaren of decennia.
140
SOMSAMMAGACHTERGROND Manon de Caluwé, Joost Voerman & Victoria Dekker
Overheid
Maatschappij
Overheid
Maatschappij
Het oplossen van de maatschappelijke problemen is allereerst een
In deze wereld zitten partijen niet te wachten op een centrale re-
verantwoordelijkheid van de overheid, vinden partijen in deze
gisseur van maatschappelijke problematiek. Een verandering van
wereld. De overheid moet met voorzieningen komen en bedrijven
gedrag komt volgens dit wereldbeeld voort uit een verandering van
en burgers ‘opvoeden’ in wat er nodig is. De overheid moet haar
intrinsieke motivatie, normen en waarden.
financiële- en machtspositie inzetten om de verandering te ondersteunen.
De taak van de overheid beperkt zich hierbij tot het minimale; maatschappelijke partijen moet de ruimte krijgen zelf aan de slag
De overheid is hiermee (indirect) opdrachtgever voor de partijen en
te gaan. Maatregelen, producten en diensten moeten ook door de
de maatregelen, producten en diensten die zij inzetten of ontwik-
maatschappij worden ontwikkeld. Marktwerking, lokale economie-
kelen. De overheid moet hier met een rationele blik naar kijken:
ën en een maatschappelijke benadering gaan prima hand in hand.
levert het resultaat op, op welke termijn, hoeveel kost het? Pas dan worden verstandige keuzes gemaakt.
Typisch in dit wereldbeeld Maatschappij speelt in op problematiek | Perceptie bepaalt mate
Typisch in dit wereldbeeld
problematiek, de marktvraag is leidend | Productaanbod is consu-
Overheid moet oplossingen bieden voor maatschappelijke proble-
mentgeoriënteerd.
men | Integrale pakketten van tastbare producten, projecten en diensten | Overheid is regisseur | Overheid brengt marktvraag in kaart en selecteert aansluitende producten en diensten.
‘ Samenwerken is opereren op het grensvlak van project en proces, van sturen en ontwikkelen, van publiek en privaat’
141
SOMSAMMAGACHTERGROND Manon de Caluwé, Joost Voerman & Victoria Dekker
Individu
Institutie
Institutie
Individu
Dit is de wereld die zich richt op de plekken waar mensen zich met
Een wereld waarin alles met elkaar samenhangt en tegelijker-
elkaar verenigen. De vrijetijdsvereniging, politieke partij, de kerk,
tijd alles individueel is bepaald, dat is de kern van deze wereld.
de werkgever, de gemeente, de school: deze instituties vormen de
In deze wereld hebben partijen een holistische kijk op zichzelf en
ingang naar het individu om gedrag te veranderen.
hun wereld. Werk, privé, collega’s, vrienden; steeds minder zijn het gescheiden elementen van het leven en steeds meer dragen ze in
Een individu bereik je dus via zijn instituut, is het motto in deze we-
verbinding bij aan de ambities en identiteit van het individu.
reld. Draagvlak van de leider van het instituut is hierbij onontbeerlijk: de bestuurder, de voorzitter, de burgemeester, de baas. Hun
’Individu’ betekent dan ook niet: ‘alleen’. Mensen bewegen zich
goede voorbeeld en bestuurlijke aandacht is de sleutel tot succes.
in tientallen, honderden of wel duizenden netwerken, offline en online, tijdelijk en langdurig. Veranderingen ontstaan doordat
Typisch in dit wereldbeeld
individuen elkaar weten te vinden, een gezamenlijke ambitie
Institutie normeert, waardeert, motiveert, vormt identiteit en ver-
hebben of een irritatie weg willen werken. Samen zijn ze in staat
bindt | Verandering volgt uit sturing via het instituut | Doelgroep
groots resultaat te bereiken, zoals nieuwe ontwikkelingen als
bereik je via de lineaire keten (top-down) | Voorbeeldrol en draag-
crowdfunding bewijzen.
vlak van leider(s) is de hefboom. Typisch in dit wereldbeeld Individu verbindt vanuit eigen identiteit | Vele netwerken (online en offline) op basis van gezamenlijke waarden en belangen | Verandering komt voort uit individuele acties (bottom-up), individuen die elkaar weten te vinden.
142
SOMSAMMAGACHTERGROND Manon de Caluwé, Joost Voerman & Victoria Dekker
De metafoor van het menselijk brein
se’ eigenschappen. Door wetten, regels en beleids- en
Wie door de oogharen kijkt naar deze wereldbeelden,
begrotingskeuzes bepaalt de overheid nu eenmaal ka-
ontwaart de metafoor van de twee hersenhelften van
ders en randvoorwaarden voor vele aspecten in onze
het menselijk brein. De linkerhersenhelft bevat onze
samenleving. We moeten samen de ‘juiste’ keuzes ma-
kwaliteiten als het gaat om analyseren, plannen en or-
ken, waardoor zoveel mogelijk mensen op een eerlijke
denen. Deze hersenhelft borgt onze objectieve, weten-
manier profiteren. Er moet voortgang worden geboekt
schappelijke benadering richting de wereld. Rationali-
om tot resultaten te komen. Deze verwachting hebben
teit is het kenmerk. De rechterhersenhelft bevat onze
wij als samenleving niet voor niets geregeld in de werk-
vaardigheden op het gebied van emotie, verbeelding en
wijze van onze overheid, met onder meer een scheiding
creativiteit. Wiens rechterhersenhelft sterk is ontwik-
tussen toezicht en uitvoering.
keld, kan goed omgaan met veranderingen en onzekerheden, en kan dan ook doorgaans goed samenwerken.
Het is tegelijkertijd precies deze dynamiek die ingewikkeld is wanneer samenwerking tot stand moet komen
‘ Door te
Lange tijd werden met name de vaardigheden van
met bedrijven en burgers of tussen instanties van ver-
onze linkerhersenhelft bejubeld. En nog steeds wordt
schillende achtergronden. Eenieder zoekt naar meer-
veel waarde gehecht aan objectieve informatie, op ba-
waarde in de samenleving, waarin ook de eigen belan-
sis waarvan beredeneerde keuzes kunnen worden ge-
gen worden gediend. Niet altijd vallen hierover aan de
maakt. Projecten waarbij voortgang wordt aangetoond
voorkant afspraken te maken, soms moet het proces
en die een duidelijk vooraf gesteld doel dienen. Advo-
uitwijzen of een goede samenwerking tot stand komt.
caten, accountants, projectleiders, business analisten,
Wat deze partijen triggert, is een probleem dat ook door
allemaal laten ze zich leiden door plannen, cijfers, wet-
hen zo wordt ervaren, of op een oplossing die win-win
ten en regels. En allemaal hebben ze doorgaans een in-
met zich meebrengt. Waar de overheid haar aloude rol
vloedrijke positie in onze maatschappij en in bedrijven.
van regisseur, ‘geweten’ en probleemeigenaar van zich
Maar het zijn de beide hersenhelften sámen die garant
af probeert te schudden, zoeken instanties, bedrijven
staan voor een goed functionerend brein. Steeds meer
en burgers dan ook naar reden, ruimte en slagkracht
wetenschappers, onderzoekers en visionairen pleiten
om die handschoen op te pakken. Soms met enthou-
dan ook voor meer invloed van de rechterhersenhelft
siasme en energie, maar soms ook met het nodige
in onze samenleving.
gemopper vanwege de afbrokkelende voorzieningen.
een dialoog
In zijn boek A whole new mind schrijft Daniel Pink dat
De verschuiving van eigenaarschap vraagt tijd en in-
tot stand
het anno 2014 de beurt is aan diegenen die de rechter-
spanning. Het is een paradigmashift in onze samenle-
hersenhelft een hoofdrol geven in hun werk, de ontwer-
ving die al enige tijd in gang is gezet. Maar die gepaard
pers, scheppers en ontwikkelaars. Door verbindingen
gaat met vallen en opstaan. Door te begrijpen vanuit
te leggen in plaats van verschillen te benoemen, kun-
welke wereldbeelden de verschillende partners opere-
nen wij innovatief zijn en elkaars kwaliteiten beter be-
ren, kan een dialoog tot stand komen. En ontstaat er
nutten. Niet alleen functionaliteit maar ook ontwerp,
ruimte om niet alleen over het doel van de samenwer-
argumenten en verhalen, focus en symfonie, logica en
king te praten, maar ook over het proces en de kwaliteit
empathie, zakelijkheid en speelsheid en materialisme
van de samenwerking. Het beste uit beide werelden
en zingeving. Het zijn de talenten van de toekomst en
wordt benut.
begrijpen vanuit welke wereldbeelden de verschillende partners opereren, kan
komen’
we hebben ze hard nodig om de complexe vraagstukken van nu met elkaar aan te pakken.
Van verschillen naar verbinding Veel samenwerkingsverbanden worstelen met de balans tussen de linker- en rechterhersenhelft. In vrijwel alle domeinen kent de overheid van nature veel ‘link143
SOMSAMMAGCOLUMN Peter van der Lugt
Samenwerken is géén panacee Samenwerken is een ‘trending topic’. De participatiemaatschappij van dit kabinet is er op gebouwd en de beleidsnota’s van organisaties en overheden staan er vol mee. Je kunt er ook eigenlijk niet op tegen zijn:
zonder (hiërarchische) macht’. Dat is deels
niemand heeft de macht om te zeggen wat de
samenwerken is een ‘pluswoord’. Tegen de
aan te leren, maar deels moet het in je zitten.
ander moet doen. Er is geen gezagcentrum
achtergrond van de groeiende weerstand tegen
In 2011 verscheen een boek van een jonge
dat een wispelturige of storende ‘speler’ kan
grootschalige fusieorganisaties lijkt samenwer-
Indiër genaamd Parag Khanna met de titel
vervangen. Als organisaties samenwerken, kan
ken een aantrekkelijk alternatief. Maar wan-
Hoe houden we de wereld draaiende. Zijn
die vaardigheid bovendien niet zijn beperkt
neer een woord plotseling zo ‘in’ raakt, krijg ik de neiging de euforie rond zo’n concept wat te temperen. Waarom? Omdat de ervaring leert dat samenwerken gewoon moeilijk is en al
tot enkele personen. Die kwaliteit moet breed
‘ Een stuurman kan
zeker niet in alle situaties een oplossing biedt.
maar een beperkte
Laat ik vooropstellen, samenwerken is geen
periode achter het roer
keuze, maar vaak een noodzaak om ambities te realiseren. Dat is van alle tijden. Maar samenwerken is geen panacee. Als gevolg van mededingingregelgeving blijken organisaties die samenwerken vaak minder te mogen dan organisaties die fuseren. Dat leidt tot de wat paradoxale beweging om terug te grijpen op de ‘oude’ fusie om die beperkingen te ontlopen. Zeker wanneer de marktmeesters wat coulanter lijken te worden rond fusies.
staan. Dan is hij ‘op’, zijn alertheid neemt af en dat heeft direct invloed op de snelheid van de boot’
aanwezig zijn. Het is belangrijk om die competenties goed in te schatten bij het aangaan van samenwerkingsrelaties, want ze bepalen voor een belangrijk deel de polsstok van organisaties in samenwerkingsrelaties. Samenwerken vraagt een voortdurende alertheid op ‘schuivende panelen’ in de samenwerking. Is het gezamenlijke belang nog in dezelfde mate aanwezig als in het begin? Zijn er veranderende omstandigheden die een ander licht werpen op de samenwerking? Ook het vertrek van een sleutelfiguur kan verstrekkende gevolgen hebben. Maar pas op, alertheid kost energie. Kijk maar eens naar belangrijke zeezeilwedstrijden zoals de Volvo
Al in de jaren tachtig schreef Eric Können in
Ocean zeilrace. Een stuurman kan maar een
zijn proefschrift over fusies in de zorgsector
beperkte periode achter het roer staan. Dan
een zinnetje dat mij altijd is bijgebleven: ‘als
antwoord is heel kort: diplomatie. Diploma-
is hij ‘op’, zijn alertheid neemt af en dat heeft
samenwerken te moeilijk wordt kun je altijd
tie (in een nieuw jasje) is volgens hem een
direct invloed op de snelheid van de boot.
nog fuseren’. Samenwerken kan om meerdere
cruciale vaardigheid voor de problemen van
Een bemanning weet dat en kiest voor een
redenen ‘te moeilijk’ worden. Samenwerken
deze tijd. Let wel, bij samenwerken en in de
proactieve vervanging van de stuurman. In
is vooral een vaardigheid. Het gaat om ‘sturen
diplomatie speelt macht een grote rol, maar
de wereld van samenwerken zijn er meestal
144
SOMSAMMAGCOLUMN Peter van der Lugt
minder duidelijke signalen en is proactief alert
dere samenwerkingsvorm. Maar daar kunnen
blijven echt een opgave. Als samenwerken
de betrokken partijen dan weer verschillend
misloopt, is achteraf vaak wel het ‘gemiste
in zitten.
poortje’ te achterhalen waar het afglijden begon. Belangrijker is het om er te zijn als dat
De kern van dit verhaal is een oproep tot
afglijden begint.
alertheid. Weet hoever de samenwerking kan reiken en wat daar (aan competenties, vaar-
‘ Het helpt als in de samenwerking periodiek een ‘opschoningmoment’
digheden en rituelen) voor nodig is. Maar weet ook heel goed wanneer je aan het einde van je polsstok bent en andere stappen moet zetten. En pas op, die polsstok is niet voor iedereen en overal hetzelfde. Na-apen is dus geen optie. Van elkaar leren wel, maar altijd met een toets naar de bijzonderheden van de eigen situatie.
is ingebouwd’ Begrijp me goed, het is menselijk niet altijd even scherp te zijn. Je wordt er niet populair van als je steeds aandacht vraagt voor mogelijke signalen dat er iets aan het schuiven is. Iedereen bedoelt het toch goed en er is altijd de aarzeling: ‘zie ik het wel goed?’ of, ‘ik wil niet vervelend zijn’. Het helpt dan als in de samenwerking periodiek een ‘opschoningmoment’ is ingebouwd, waarin de tijd wordt genomen om de belangrijkste uitgangspunten en omstandigheden van de samenwerking na te lopen. Dat is beter dan te wachten op een crisis en te moeten repareren. Samenwerken vraagt periodiek onderhoud. Samenwerken kan ook ‘te moeilijk’ worden omdat er stuurkracht wordt gevraagd die het samenwerkingsverband gewoon niet kan leveren. Dat is een situatiegebonden grens. Het ene samenwerkingsverband kan, gezien de aanwezige samenwerkingskwaliteiten, vaardigheden en de aanwezigheid van een sterk bindend doel, meer bereiken dan het andere. Ook hier is alertheid van belang om aan te voelen wat de lengte van de polsstok is en wanneer je eigenlijk moet doorschakelen naar een zwaar145
SOMSAMMAGCASE Ellen Lastdrager, Frederik de Vries & Ellen Smit
Zero Emissie Busvervoer
SAMEN OP WEG NAAR EEN SCHONE TOEKOMST De Stichting Zero Emissie Busvervoer zet zich in om v贸贸r 2025 alle vijfduizend openbaar vervoerbussen in Nederland zero emissie te laten rijden. Dit doet zij door concessieverlenende overheden, ministeries, busvervoerders, bussenbouwers, leveranciers van energie, infrastructuur en financieringspartijen samen te laten werken. Uitgangspunt bij deze transitie is dat de totale kosten van een zero emissievloot kleiner zijn of gelijk zijn aan die van de huidige dieselvloot. Om deze kostenneutrale overstap te realiseren, moeten de publieke en private partijen op een open manier met elkaar samenwerken. Een omvangrijk proces, waarbij gedeelde ambitie en transparantie voorwaarden zijn voor succes.
Situatie Met de introductie van zero emissiebussen dragen we in Nederland bij aan het verminderen van de uitstoot van fijnstof en CO2, en daarmee aan het verbeteren van de luchtkwaliteit en het terugdringen van klimaatverandering. Ook zijn de bussen stiller en is de ontwikkeling ervan positief voor de Nederlandse werkgelegenheid. Maar waarom rijden ze dan nog niet massaal op de Nederlandse wegen? Het antwoord op die vraag ligt op verschillende vlakken. Zero emissiebussen hebben zeer lage variabele kosten (energie en onderhoud) en met vijftien jaar een lange technische levensduur. De vaste kosten (aanschaf/financiering) zijn wel aanzienlijk hoger dan van normale bussen. Maar door de zero emissiebussen gedurende hun hele levensduur in te zetten, zijn de totale kosten (Total Cost of Ownership (TCO)) lager of gelijk aan de totale kosten van de huidige dieselvloot. Op dit moment worden dieselbussen afgeschreven in acht jaar, in verband met continu aangescherpte Europese milieunormen. Om de langere inzet van zero emissiebussen mogelijk te maken, zijn nieuwe oplossingen in OV-concessies nodig. Deze nieuwe oplossingen vragen een nieuwe kijk op samenwerking tussen overheid en markt. De totale kosten kunnen ook nog worden verlaagd door via innovatieve businessmodellen private partijen te laten investeren in de opwekking van energie en in de realisatie van energie-infrastructuur. Ook het innovatieve karakter van de bussen vertraagt grootschalige implementatie. Want je 146
SOMSAMMAGCASE Ellen Lastdrager, Frederik de Vries & Ellen Smit
kunt de financiële berekeningen nu wel maken, maar zullen deze in de praktijk over vijftien jaar ook klop-
Transparantie
pen? De technische ontwikkelingen zijn pas net be-
in belangen
gonnen. Dus zullen zero emissiebussen in de toekomst naar verwachting nog beter en goedkoper zijn. Pas als de risico’s die bij deze onzekerheid horen op een transparante, gelijkwaardige manier worden gedeeld tussen de publieke en de private partijen, zal de transitie echt op gang komen.
Onafhankelijk
De Stichting Zero Emissie Busvervoer: platform
procesmanagement
voor samenwerking De Stichting Zero Emissie Busvervoer heeft partijen die in de keten relevant zijn voor het vormgeven van de transitie naar volledig zero emissie openbaar busver-
Transparantie
voer bij elkaar gebracht in haar Raad van Advies. De
in financiële en
partijen in dit publiek-private platform brengen geza-
maatschappelijke
menlijk een landelijke strategie tot stand over de invoe-
businesscase
Publiek-private besluitvorming structuur
ring van zero emissiebusvervoer en maken complexe issues bespreekbaar. Figuur 1: Elementen van onafhankelijk procesmanagement
Naast het bieden van een platform is de stichting verantwoordelijk voor het opzetten en managen van pilotprojecten in de praktijk. Deze draaien onder andere
Aanpak
in de provincies Limburg en Noord-Brabant. Met deze
In alle pilotprojecten wordt gewerkt via eenzelfde proces. De vier hoofdingrediën-
provincies als partners kreeg de stichting een werkbud-
ten van dit proces ziet u in figuur 1.
get via het ELENA fonds van de Europese Investerings Bank (EIB). In de provincies worden kleinschalige pilot-
Na het samenbrengen van de publieke en private projectpartners (concessieverle-
projecten gerealiseerd. Door in de pilotprojecten kennis
ner, gemeente, vervoerder, leveranciers, financieringspartij) worden eerst de be-
op te doen over samenwerking, techniek en TCO, wordt
langen van de partners gezamenlijk gedeeld. Dit wederzijds inzicht in belangen
de weg geplaveid om in de toekomstige OV-concessies
leidt tot een beter begrip tussen de partners die uit verschillende (en vaak geschei-
een verdere opschaling naar volledig zero emissiebus-
den) werelden komen. Om tot besluiten te kunnen komen in de pilotprojecten is
vervoer mogelijk te maken.
er een publiek-private besluitvormingsstructuur opgezet: een stuurgroep. In deze stuurgroep zitten alle projectpartners gelijkwaardig aan tafel en worden besluiten genomen over investeringen. Gezien het innovatieve karakter van de pilotprojecten, brengt het maken van investeringskeuzes grote onzekerheid met zich mee. De daadwerkelijke kosten voor
Succesfactoren van de pilot Zero Emissie Busvervoer:
de exploitatie van de zero emissiebussen zijn immers niet bekend. Het bieden van
- één duidelijke visie
transparantie in de financiële businesscase en de maatschappelijke businesscase
- e en gedeelde ambitie, waar bestuurders zich persoonlijk
door middel van een TCO-model, is de laatste pijler van de werkwijze. Door maat-
aan hebben gecommiteerd
schappelijke effecten inzichtelijk te maken, wordt ook inzichtelijk op welke ma-
- een heldere besluitvormingsstructuur
nier de projecten bijdragen aan de realisatie van publieke beleidsdoelstellingen.
- transparant zijn, belangen bespreekbaar maken
De financiële businesscase kwantificeert de bedrijfsmatige belangen. Door deze
- een onafhankelijke procesmanager
dubbele benadering zijn de belangen van zowel de private als de publieke partijen
- stap voor stap het proces doorlopen.
in één model zichtbaar. 147
SOMSAMMAGCASE Ellen Lastdrager, Frederik de Vries & Ellen Smit
De projectteams vullen het TCO-model gezamenlijk in. De private partijen leveren input voor de financiële businesscase en de publieke partijen leveren input voor de bepaling van de maatschappelijke effecten. Doordat het model eenvoudig aanpasbaar is, kunnen de projectteams snel verschillende scenario’s doorrekenen. Als op basis van de uitkomsten van het model blijkt dat de totale TCO (inclusief de door de publieke partijen gewaardeerde maatschappelijk effecten) van zero emissiebusvervoer lager is dan de diesel benchmark, kan de stuurgroep het besluit nemen om de transitie te starten.
Succesfactoren De samenwerking in de pilotprojecten komt niet tot stand zonder één duidelijke ambitie voor het probleem, en voor de oplossing ervan. De kracht van deze aanpak is dat iedereen met hetzelfde einddoel voor ogen begint. Vanaf het eerste moment zijn er verschillende ambassadeurs geweest voor het initiatief op het hoogste niveau in verschillende organisaties. Zij hadden niet alleen persoonlijke motivatie, maar konden ook een aanzet geven voor de belangenbehartiging voor de organisatie en een gedeelde ambitieformulering voor het samenwerkingsverband. Door hun positie binnen het bedrijf was er mankracht mogelijk voor de invulling van de
‘ Door inzicht te krijgen in de samenwerkingspartners, hun doelen, belangen en belevingswereld zijn wij beter in staat om ideeën aan te
projecten en was er commitment op een escalatieniveau.
dragen die ervoor
Door het inrichten van een stuurgroep met mandaat is het mogelijk om besluitvor-
zorgen dat we er
ming over het project te laten plaatsvinden. Door het gezamenlijk invullen van het TCO-model worden partijen gedwongen transparant te zijn over hun belangen en informatie die van toepassing is op het project. Door in gesprek te gaan met de partijen en belangen bespreekbaar te maken, is er meer acceptatie van elkaars keuzes.
allemaal op vooruit gaan’
Dit is bijvoorbeeld gedaan door spelregels op te stellen en met elkaar te spreken over de verschillen die bestaan tussen de publieke en private wereld.
Resultaat Door samen te werken worden in de pilotprojecten grote stappen gemaakt. De projectpartners krijgen steeds meer begrip voor elkaars belangen en de impact van keuzes op die belangen. Openheid hierover biedt ruimte om randvoorwaarden anders in te kleden, en creëert daarmee ruimte om een optimale uitkomst te realiseren. Niet alle activiteiten kunnen een plek krijgen in de pilotprojecten, maar door de belangen en afwegingen in beslissingen helder en transparant te maken, wordt dit geaccepteerd. Uiteindelijk leidt dit tot invulling van een businesscase die tegemoet komt aan de financiële en maatschappelijke belangen en doelen van alle betrokken partijen.
148
- Projectgroep pilot Zero Emissie Busvervoer
SOMSAMMAGACHTERGROND Patricia de Broekert & Roelof Benthem
Buiten binnen halen
KAN SLIMME EXTERNE COMMUNICATIE SAMENWERKINGSVERBANDEN STERKER MAKEN? De vraagstukken waar organisaties voor staan, worden steeds complexer en dienen zich steeds sneller aan. Het aantal betrokken spelers neemt toe. Organisaties zoeken antwoorden door vaker samen te werken in wisselende coalities. Het proces van samenwerken staat in zulke coali-
a.
ties centraal, natuurlijk. Maar er is nog een facet dat belangrijk is binnen samenwerkingsverbanden: de externe communicatie. Dit artikel onderzoekt of
E en samenwerkingsverband waarbij de organisatie zelf relevant is voor de klant, en dat ook zo moet gaan worden gepositioneerd.
b.
E en samenwerkingsverband gericht op het reali-
externe communicatie kan helpen om de ambitie van
seren van een project of het leveren van een geza-
een samenwerkingsverband waar te maken. Helpt
menlijke dienst of product. De inhoud staat cen-
externe gerichtheid (buiten binnen halen) om de focus
traal en de nieuwe identiteit als afzender is niet zo
op de inhoud te krijgen of te houden? En welke instru-
relevant voor de doelgroep.
menten die er zijn voor positionering en branding van individuele organisaties, kun je daarvoor gebruiken?
a/b. Een samenwerkingsverband waarbij beide aspecten van belang zijn, en waarbij in de communicatie een slim samenspel nodig is over de te leveren
Samenwerkingsverbanden kennen verschillende orga-
dienst (inhoud) en de nieuwe organisatie (afzen-
nisatievormen. Voor al deze vormen heeft de externe
der).
communicatie dezelfde waarde. Het is belangrijk dat er een aanpak wordt gekozen die inspeelt op het belang
Bij veel samenwerkingsverbanden bestaat de neiging
van de externe doelgroep en die niet alleen kijkt naar
om te kiezen voor een A of een A/B strategie, omdat
de behoefte van het gevormde samenwerkingsverband.
zij zelf ‘vol’ zijn van hun nieuwe samenwerking. Maar,
Bij nieuwe samenwerkingsverbanden wordt er vaak
zit de doelgroep wel te wachten op een nieuwe iden-
direct gewerkt aan een naam of logo: een formule om
titeit met mooi logo en spannende naam? Soms komt
de nieuwe samenwerking te legitimeren. Slimmer is het
een boodschap beter over als die door de ‘betrouwbare’
om eerst na te denken over waar nu eigenlijk behoefte
partners zelf wordt uitgedragen. De betrokken partijen
aan is, aan de hand van drie verschillende vormen van
kunnen zich dan met het nieuwe initiatief profileren.
samenwerkingsverbanden: 149
SOMSAMMAGACHTERGROND Patricia de Broekert & Roelof Benthem
Basisstrategie Natuurlijk blijft het in veel situaties wel nodig om een nieuwe stichting of een herkenbare projectorganisatie in het leven te roepen. Zo’n nieuwe organisatie kan zorgen voor continuïteit in de communicatie. Er kan een reputatie gaan worden opgebouwd. Maar ook dan is het belangrijk om goed na te gaan wat het perspectief is voor de klant, de consument of relevante doelgroep. Bij het krachtig neerzetten van een nieuw samenwerkingsverband zal de nieuwe organisatie de successen claimen en moeten de deelnemende organisaties meer terughoudend zijn. Dat ligt vaak gevoelig, omdat bij deelnemende organisaties ook een grote druk ligt op het verantwoorden van hun inzet. Zij willen maar al te
Ontwikkeling logo Raad van Organisatie Adviesbureaus (ROA)
graag scoren met het nieuwe succes. Als zij dit doen, leidt het gemakkelijk tot verstoorde verhoudingen bin-
Merksleutel
nen de samenwerking. Daarom is het belangrijk om
Voor externe communicatie en marketing zijn veel mo-
eerst na te denken over de basisstrategie. Daarna zul-
dellen en instrumenten ontwikkeld. Eén van die mo-
len er duidelijke spelregels nodig zijn over de manier
dellen is de merksleutel. De kracht van dit instrument
waarop elke deelnemer daar publiekelijk mee omgaat.
schuilt erin, dat het de nadruk legt op de betekenis en het resultaat van een product of dienst voor de doel-
‘ Doelgroep,
groep. In marketingtermen: consumer insight.
concurrentie-
de markt wordt gezet, is de timing van de externe com-
De merksleutel dwingt om expliciet van buiten naar
omgeving en
municatie van groot belang. Het is niet altijd goed om
binnen te denken. Bij samenwerkingsverbanden kan
zo snel mogelijk naar buiten te treden. Sterker nog: in
de merksleutel buiten (behoefte van de doelgroep) en
de huidige samenwerkingspraktijk zien we een zeer
binnen (ambitie en de identiteit van de samenwerking
grote voorzichtigheid met externe communicatie. Pas
met de daaronder verschillende belangen van deelne-
als het nieuwe programma volledig in de steigers staat
mers) goed met elkaar verbinden. Doelgroep, concur-
of de nieuwe organisatie goed is ingericht, op alle
rentieomgeving en de behoefte van de klant zijn bepa-
niveaus, komt het eerste persbericht naar buiten. Dat
lend voor de ambitie van de samenwerking. De essentie
terwijl externe communicatie, vaker dan nu het geval
van de samenwerking wordt dus niet alleen van bin-
is, een samenwerkingsproces kan versnellen. Een pers-
nenuit bepaald. Het is goed om de deze aan te vullen
presentatie of een reclamespot kan het gevoel van
en aan te scherpen op de externe omgeving; de externe
trots en betrokkenheid weerspiegelen en daarmee het
stakeholders, de behoefte van de doelgroep (klanten)
collectieve proces een impuls geven. Of een publieke
en concurrenten. Met de merksleutel lukt het mensen
agendering van het onderliggende probleem waar aan
om duidelijke uitspraken te doen en daarover met el-
wordt gewerkt, kan de betrokkenheid en het urgentie-
kaar van gedachten te wisselen.
Timing Naast de keuze over hoe een gezamenlijk initiatief in
gevoel vergroten. De praktijk leert dat dit wel zeer nauw komt. Als de boodschap er net naast zit, het beeld niet
Deelnemers van samenwerkingsverbanden komen er-
wordt herkend door alle partners, of de partners nog
mee tot een strategie voor de externe communicatie,
niet helemaal op dezelfde golflengte zitten, kan externe
profilering en timing, zonder ruis. Als je weet wat de
communicatie afbreuk doen aan het nog fragiele pro-
samenwerking gaat opleveren en hoe je je wilt onder-
ces. In zekere zin is externe communicatie de proof of
scheiden ten opzichte van andere initiatieven, wordt
the pudding: durven we nu echt met de billen bloot?
het ook makkelijker te kiezen voor een passende naam en gewenste uitstraling.
150
de behoefte van de klant zijn bepalend voor de ambitie van de samenwerking’
SOMSAMMAGACHTERGROND Patricia de Broekert & Roelof Benthem
5. Waarden en persoonlijkheid
6. Geloofwaardigheid
8. Merkessentie
4. Voordelen
7. Onderscheidende kracht
3. Klantinzicht
1. Concurrentieomgeving
2. Doelgroep
Figuur 1: Merksleutel model
Logo als uitkomst en begin Een beeld zegt vaak meer dan duizend woorden. Het
samenwerking over een moeilijke hobbel heen helpen.
visualiseren van een gemeenschappelijke noemer is
Aansprekende externe communicatie kan de aandacht
daarom een volgende stap. Als de gezamenlijk gedra-
van de betrokken partijen weghouden bij het spel van
gen meerwaarde, expliciet gemaakt met behulp van
belangen en de aandacht vestigen op waar het in ter-
de merksleutel, op een goede manier in beeld wordt
men van customer insight om gaat.
omgezet, geeft het de samenwerking extra betekenis. Het logo en de naam zijn dus een logisch uitvloeisel
Externe communicatie kan zeker helpen om de ambitie
van een uitgewerkte positioneringstrategie. Maar de
van een samenwerkingsverband te realiseren. Het ‘bui-
ontwikkeling van een naam of logo hangt qua bete-
ten binnen halen’ geeft de juiste focus op de inhoud en
kenis en timing samen met de ontwikkeling van het
verschuift de aandacht van de individuele belangen
samenwerkingsverband zelf. Door die koppeling komt
naar het gezamenlijke belang voor de klant. Timing is
het logo voort uit de gedefinieerde meerwaarde van de
daarbij essentieel. Externe communicatie maakt expli-
coalitie. En andersom kan een aansprekend beeld de
ciet waar de samenwerking voor staat en gaat. 151
SOMSAMMAGTOOL Martine de Jong
ZELFTEST SIGNATUREN Benieuwd naar uw voorkeursignatuur in samenwerking? Vul deze korte zelftest in en kom er snel achter. Het symbool dat u het meest aankruist, geeft aan wat uw voorkeursignatuur is. Kijk in het artikel op pagina 72 wat dit zegt over uw handelingsrepertoire. 1. Mijn belangrijkste karaktereigenschap is mijn:
5. Ik zie de omgeving als:
inlevingsvermogen en persoonlijke betrokkenheid
een bron van inspiratie
gevoel voor (politieke) verhoudingen en daadkracht
de eindgebruikers
activerend en inspirerend vermogen
een arena van belangen
structurerend vermogen en betrouwbaarheid
een selecte, relevante groep
fascinatie voor patronen en groepen
partners in dezelfde ambitie lyse
2. Mijn drijfveer is:
6. De omgeving vormt zich:
een betere gezamenlijke leefomgeving creĂŤren
organisch: die bepaal je niet, maar ontstaat
sneller tot een gedragen resultaat komen
door mensen aan te spreken op hun verantwoordelijkheden
inzicht krijgen in belangen voor betere oplossingen
op basis van machtsposities
beweging en ideeĂŤn laten ontstaan
op basis van sympathie en historie
verbinding maken en vertrouwen bouwen
op basis van een zorgvuldige analyse
3. Ik voel mij het meest thuis als:
7. Respect verdien je door:
er een inhoudelijk complex probleem is met belanghebbenden
goede persoonlijke relaties te onderhouden
alles nog open ligt
je afspraken na te komen
er een besluit moet worden genomen of crisis is ontstaan
nieuwe mogelijkheden te laten ontstaan
de opdrachtgever mijn ambitie deelt
de doelstelling van de opdrachtgever te realiseren
de partijen open staan voor elkaar
er met niet aflatend enthousiasme voor te gaan lyse
4. Als het niet lukt:
152
8. In mijn relatie tot de opdrachtgever:
ben ik persoonlijk geraakt
werk ik volgens planning en verwachting
ben ik teleurgesteld in het systeem
probeer ik te verrassen
zie ik ruimte voor verandering
probeer ik hem of haar te motiveren
was er niet voldoende urgentie
zijn de opdrachtgever en ik partners
waren er teveel onzekerheden
werk ik in lijn met zijn of haar belang en positie
SOMSAMMAGTOOL Martine de Jong
9. De rol van bestuurders is:
14. Kennis mobiliseer je door:
knopen doorhakken en onderhandelen
experts in te schakelen
een rechte rug houden en beslissingen onderbouwen
ervaringen bij elkaar te brengen en onbevangen vragen te stellen
staan voor een betere toekomst
trendsettende sprekers uit te nodigen
luisteren naar en begrip tonen voor de betrokkenen
uit te gaan van dat wat de belangrijkste spelers vinden
niet zelf een voorsprong willen nemen
te reflecteren en andere werelden te betrekken
10. Mijn omgeving motiveer ik door:
15. Een concrete ingreep die ik zou kunnen doen is:
mensen uit hun comfort zone te halen
onbesproken gedrag expliciet maken
duidelijke richtlijnen, kaders en perspectieven te scheppen
nieuwe onderhandelingsruimte creĂŤren
mensen verantwoordelijkheden en aandacht te geven
metaforen of nieuwe invalshoeken toevoegen
mensen een wervende visie te bieden
spelregels vaststellen
onderlinge afhankelijkheden in beeld brengen
de maatschappelijke meerwaarde schetsen
11. Mijn aanpak baseer ik op:
Totaal:
mijn intrinsieke drijfveren en consistente redeneerlijn wat past in de situatie om voortgang te boeken mijn intuĂŻtie en de echte dialoog de energie en initiatieven van de groep bewezen methoden en een helder procesontwerp
12. Onverwachte gebeurtenissen: grijp ik aan voor vernieuwing deel ik met de omgeving benut ik als dat zo uitkomt betekenen dat ik de afgesproken koers stevig moet vasthouden buig ik om naar een duurzame beweging
13. Ik ontmoet de betrokkenen: in de wandelgangen op kantoor op een inspirerende voorbeeldplek in een ongebruikelijke omgeving aan de keukentafel of in het buurthuis 153
154