GROEIEN IN CULTUUR
Gelukkig (maar) een conceptnota 'cultuureducatie' JOKE SCHAUVLIEGE, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur en PASCAL SMET, Vlaams minister van Onderwijs, Gelijke Kansen en Brussel hebben aan hun gezamenlijk geschreven conceptnota voor cultuureducatie1 een beloftevolle titel gegeven: groeien in cultuur. Wie kan daar tegen zijn! Want met 'groeien' leg je de nadruk op ontwikkelen en niet op scoren. In 'Groeien in cultuur' valt de nadruk op onderwijs-op-maat (individuen mogen in hun cultuureducatief parcours onderling verschillen) en niet op een keurslijf (tijdens de 'culturele rit' voor iedereen hetzelfde cultuuruniform). Het addertje onder het gras van de titel schuilt in het woord "cultuur". Bedoelt men daarmee een geheel van culturele producten en producties (en het zichtbare aantal cultuurparticipanten) of doelt men op 'culturele leeromgeving'? Volgens de eerste mogelijkheid gaat het om bruggen slaan naar 'de' cultuur, stiekem met een grote c. Volgens de laatste mogelijkheid zou de titel van de conceptnota als volgt klinken: "Cultureel groeien" met nadruk op culturele leerprocessen, attitudevorming en competenties. De woordkeuze van de titel verraadt al heel wat. Deze conceptnota Cultuureducatie - een pluspunt om twee ministers in eenzelfde aangelegenheid samen te zien denken en te ijveren2 - wil een uitnodiging promoten om de talenten in een kind via een uitgebouwd en gevarieerd cultuuraanbod naar de toekomst te loodsen. De conceptnota wil een gezamenlijk beleidsplan voor cultuureducatie zijn dat de versnippering van alle cultuureducatieve initiatieven in de Vlaamse gemeenschap opheft.
Kernvraag: wat is cultuureducatie?
Wat is cultuureducatie? De conceptnota volgt theoretisch de Nederlandse professor Barend Van Heusden die in 2010 het onderzoeksrapport 'Cultuur in de spiegel' publiceerde. De vraag "Wat is educatie?" wordt in de Vlaamse conceptnota geplaatst tegen de achtergrond van levenslang en levensbreed leren (ĂŠducation permanente). Educatie mag niet stoppen als de leerplicht eindigt: educatie in de lengte. Cultuureducatie dat erfgoed, literaire cultuur (leesbevordering), muziekeducatie, dans, beeldende opvoeding en (multi)media-educatie omvat, moet volgens de conceptnota 'in de kern van onderwijs staan': cultuureducatie sluit nauw aan bij de ontwikkeling van het zelfbewustzijn.' Dat cultuureducatie geen aanhangsel mag zijn van onderwijs is een mooie overtuiging. Maar ... alleen "een bewuste omgang met cultuur (intentionele cultuureducatie) in een bewust gehanteerd medium" (p.13) komt volgens de nota in aanmerking voor cultuureducatie. "Cultuur wordt cultuureducatie daar waar een cultuurinitiatief doelbewust een leerproces opzet." (p. 12) Geen toevallig leren in het spel? Geen spontaan leren? Met de impact van onbewuste cultuureducatieve leerprocessen zowel met en in het gezin als op school en in vrije tijd wil de conceptnota zich niet inlaten. Niet terecht. Want culturele prikkels en ervaringen die blijven nazinderen zitten in het persoonlijk aangegrepen zijn en meegesleept worden (flow). De realiteit is dat leerlingen eigenlijk het sterkst groeien richting cultuur door vaak heel toevallige, onverwachte culturele belevingen, raakpunten en botsingen die hoogst individueel zijn en niet te programmeren en ook niet te veralgemenen zijn. De bedoeling is lovenswaardig: met intentionele cultuureducatie kan men zorgen dat er daadwerkelijk iets op gang komt bij kinderen en jongeren in de drie sectoren cultuur, jeugd en onderwijs. Vanwaar komt eigenlijk de spraakverwarring rond cultuureducatie? Van het taalgebruik inzake cultuur, van het 'erfgoed' van ons onderwijskundig denken in Vlaanderen. Met 'education' bedoelen wij opvoeding (pedagogie) en de Angelsaksische wereld vooral "onderwijs"(didactiek). The Flemish Community: Education Department = departement 'Onderwijs'. Zo verstaan we waarom een didactische activiteit intentioneel is (met doelstellingen) en dat educatie - dus ook kunsteducatie - formeel kan zijn maar ook non-formeel en hoofdzakelijk informeel. (zie verder) 1 Deze conceptnota kwam tot stand in de schoot van een domeinoverstijgende beleidswerkgroep cultuur, jeugd en onderwijs. De coĂśrdinatie was in handen van ACCE (cultuur, jeugd, sport en media) en CANON Cultuurcel (Onderwijs en vorming) 2 In dit samenwerkingsverband (Leefmilieu, Natuur en Cultuur langs de ene kant en Onderwijs, Gelijke Kansen en Brussel langs de andere kant) zit potentieel synergie bv. cultuur in Brussel, gelijke culturele kansen). Bedoelde synergie overstijgt zelfs de besproken conceptnota: men kan ook denken aan maatregelen die men verplicht onderwijst en evalueert met betrekking tot o.a. akoestische milieuvervuiling (en ecologische effecten), geluidsnormen (vliegverkeer, concerten en in discotheken) en gehoorschade bij jongeren.