Postgraduaat Muzikale Vorming van kinderen 4-8 jaar Observatiestage Algemeen Onderwijs- Invulformulieren
- Chronologisch overzicht van de individueel bijgewoonde lessen - Lesdoelen, lesstructuur, leerinhouden - Didactische werkvormen en vaardigheden, vraagstelling, didactisch materiaal - De leraar, de leerlingen - Eigen aandachtspunten van de student(e)
OBSERVATIESTAGE POSTGRADUAAT MUZIKALE VORMING VAN KINDEREN 4-8 JAAR 2012-2014
Voor les 1 vul je formulier 'Lesdoelen, lesstructuur ...' in. Voor les 2 vul je formulier 'Didactische werkvormen ...' in. Voor les 3 vul je formulier 'De leraar, de leerlingen' in. Voor les 4 vul je formulier 'Eigen aandachtspunten ...' in. De in te vullen kaders zijn met opzet klein gehouden. Je kan ze dus aan je min of meer uitgebreide antwoorden aanpassen.
OBSERVATIESTAGE POSTGRADUAAT MUZIKALE VORMING VAN KINDEREN 4-8 JAAR 2012-2014
Chronologisch overzicht van de individueel bijgewoonde lessen
Aanvangsjaar opleiding: ………. –……… Student(e): (naam) ……………………………… (voornaam)……………………………… Datum: …… ……… 20…
School/organisatie: ……………………………………………………………… ……………………………………………………………………
datum
1. … / … / …
vak
.....................................
leraar
.....................
Stad/gemeente:
jaar
.........................................................
lesonderwerp....................................................................................................................... 2. … / … / …
.....................................
.....................
.........................................................
lesonderwerp/lestaak ....................................................................................................................... 3. … / … / …
.....................................
...................
.........................................................
lesonderwerp/lestaak ....................................................................................................................... 4. … / … / …
.....................................
.....................
.........................................................
lesonderwerp/lestaak .......................................................................................................................
Vakmentor: .............................................. (handtekening)
OBSERVATIESTAGE POSTGRADUAAT MUZIKALE VORMING VAN KINDEREN 4-8 JAAR 2012-2014
Lesdoelen, lesstructuur, leerinhouden Leraar: School: Datum: Jaar en richting: Datum: Lesuur: van
Stad/gemeente:
tot
Aantal leerlingen:
Lesonderwerp:
Lesdoelen en reflectie 1. Welke lesdoelen wil de leraar bereiken? 2. Slaagt de leraar in zijn opzet? Licht toe.
Lesstructuur en reflectie
1. Hoe gebruikt de leraar de mogelijkheden van de instap? 2. Hoe zorgt de leraar voor een vloeiende overgang van de instap naar het corpus van de les? 3. Is het lescorpus inhoudelijk helder ĂŠn logisch opgebouwd? 4. Hoe rijgt de leraar de verschillende fasen van het lescorpus aan elkaar? 5. Hoe rondt de leraar de les af? 6. Heeft de leraar de timing van de les in de hand? 7. Wat zou je zelf in de lesstructuur veranderen? Waarom?
Visualisering van de lesstructuur en reflectie 1. Hoe stelt de leraar de lesstructuur visueel voor? (per lesonderdeel, per fase van het corpus, aan het einde van de les, ...) 2. Welke media gebruikt de leraar hiertoe? (bord, overheadprojector, pc, hand-outs, handboek, ‌) 3. Hebben de leerlingen voldoende/te weinig/te veel houvast aan de visuele lesstructuur? Waarom? 4. Wat zou je zelf in de visualisering van de lesstructuur veranderen? Waarom?
OBSERVATIESTAGE POSTGRADUAAT MUZIKALE VORMING VAN KINDEREN 4-8 JAAR 2012-2014
Leerinhouden en reflectie 1. Zijn de leerinhouden in overeenstemming met de lesdoelen? Duid je antwoord. 2. Is er in de leerinhouden een evenwicht tussen kennis, begrip, toepassing, analyse, synthese, ‌ ? 3. Is de leerstof inhoudelijk correct? Licht je antwoord toe. 4. Is de leerstof aangepast aan het niveau van de leerlingen? Waarom (niet)? 5. Volgt de leraar het handboek, het werkschrift of en een eigen cursus? 6. Zijn de leerlingen door de leerstof geboeid? Waaruit blijkt dat? Of net niet? 7. Zou je zelf iets in de leerinhouden veranderen? Waarom (niet)? 8. Houdt de leraar in de leerstofkeuze rekening met de voorkeur(en) van de leerlingen? Zou jij dat later als leraar doen?
OBSERVATIESTAGE POSTGRADUAAT MUZIKALE VORMING VAN KINDEREN 4-8 JAAR 2012-2014
Didactische werkvormen en vaardigheden, vraagstelling, didactisch materiaal Leraar: School: Onderwijsvorm: Datum: Jaar en richting: Datum: Lesuur: van
Stad/gemeente:
tot
Aantal leerlingen:
Vak: Lesonderwerp: Leerboek:
Didactische werkvormen, vaardigheden en reflectie Lesonderdeel 1. Lesbegin/ probleemstelling
Werkvorm
2. Corpus Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 ... 3. Leseinde
Vaardigheden 1. Welke vaardigheden worden getraind? 2. Hoe worden de vaardigheden ingeoefend? 3. Ervaar je de leraar als een goede verteller die weet te boeien? Verklaar. 4. Wat zou je zelf in de didactische werkvormen veranderen? Waarom?
Didactische vraagstelling en reflectie
OBSERVATIESTAGE POSTGRADUAAT MUZIKALE VORMING VAN KINDEREN 4-8 JAAR 2012-2014
1. Hoe formuleert de leraar een open/gesloten vraag? Noteer voor elke vraag een voorbeeld. 2. Hoe reageert de leraar op een juist, een onvolledig of een fout antwoord? Noteer telkens een voorbeeld. 3. Wat doet de leraar als leerlingen niet kunnen of willen antwoorden? Noteer een voorbeeld. 4. Vind je bepaalde vragen van de leraar irrelevant? Noteer een voorbeeld en zeg waarom. 5. Zijn de leerlingen het gewoon dat de leraar (veel) vragen stelt? Voelen ze zich daarbij comfortabel? 6. Ervaren de leerlingen dat ze met hun antwoorden tot een positief lesklimaat kunnen bijdragen?
Didactisch materiaal 1. Welk materiaal gebruikt de leraar? 2.. Bedenk voor deze observatieles een andere instap. 3.Wat ontbreekt er volgens jou aan de uitrusting van het leslokaal en wat zou je willen veranderen aan de schikking van het meubilair/ apparatuur?
OBSERVATIESTAGE POSTGRADUAAT MUZIKALE VORMING VAN KINDEREN 4-8 JAAR 2012-2014
De leraar en de leerlingen Leraar: School: Onderwijsvorm: Datum: Jaar en richting: Datum: Lesuur: van
Stad/gemeente:
tot
Aantal leerlingen:
Vak: Lesonderwerp: Leerboek:
De leraar in de klas en reflectie 1. Houding en taal 1.1. Hoe staat, zit of loopt de leraar voor/in de klas? 1.2. Wat is het optreden van de leraar in de klas en waaruit blijk dat? Aanmoedigend Helpend Enthousiast Rustgevend
Controlerend Streng Cynisch Andere:
1.3. Kan de leraar in de klas orde houden? Geef 2 voorbeelden. 1.5. Voldoet het taalgebruik van de leraar? (articulatie, zinsbouw, spreekritme en spreektoon, …) 1.4. Hoe houdt de leraar orde? Oogcontact Rumoerige leerlingen aankijken of negeren Handgebaar maken
Stem verheffen Eén leerling(e) terechtwijzen of de hele klas Andere:
1.6. Hanteert de leraar een vocabularium aangepast aan het niveau van de leerlingen? 1.7. Zijn er externe factoren die de leerstijl van de leraar beïnvloeden? (grootte en samenstelling van de klas, gebrek aan accommodatie, tijdstip, …)
OBSERVATIESTAGE POSTGRADUAAT MUZIKALE VORMING VAN KINDEREN 4-8 JAAR 2012-2014
2. Instructies 2.1. Hoe zorgt de leraar ervoor dat zijn/haar instructies duidelijk zijn (of net niet)? 2.2. Gaat de leraar na of de leerlingen de instructies begrepen hebben? Zo ja, hoe doet hij/zij dat? 3.1. Vind je het optreden van de leraar in de klas geslaagd? Waarom (niet)? 3.2. Wat zou je zelf anders doen? Waarom?
De leerlingen in de klas en reflectie Kies aan het begin van de les drie leerlingen verspreid over de klas. Stel je bij je observatie de volgende vragen:
1. Volgen de leerlingen de les aandachtig? Waaruit leid je dat af? •
Leerling 1
•
Leerling 2
•
Leerling 3
2. Welke activiteiten zijn er voor de leerlingen in de les? Vink aan of vul aan. Luisteren Formuleren Vragen stellen Verzamelen Lezen Waarnemen Interpreteren Andere:
Herhalen Samenvatten Opzoeken Tekenen Schrijven Vergelijken Eigen mening geven
3. Hoe schat je het niveau van de leerlingen in? 4. Past de leraar het leertempo aan het niveau van de leerlingen aan? Hoe? 5. Heb je de indruk dat de verhouding tussen de leerlingen goed is? Waaruit blijkt dat? 6. Heb je de indruk dat de verhouding tussen de klas en de leraar goed is? Waaruit blijkt dat? 7. Zou je graag leerling(e) in deze klas zijn? Waarom (niet)?
OBSERVATIESTAGE POSTGRADUAAT MUZIKALE VORMING VAN KINDEREN 4-8 JAAR 2012-2014
Eigen aandachtspunten van de student(e) Leraar: School: Onderwijsvorm: Datum: Jaar en richting: Datum: Lesuur: van
Stad/gemeente:
tot
Aantal leerlingen:
Vak: Lesonderwerp: Leerboek: Tijdens deze observatieles kies je ĂŠĂŠn of meer aandachtspunten. Die mogen natuurlijk verschillen van de aangereikte items en bijbehorende vragen.
1. Aandachtspunten zijn: 2. Zeg waarom je welke aandachtspunten kiest. 3. Wat heb je van deze observatie in het bijzonder opgestoken. 4. Denk nog even terug aan je eerste observatielessen in groep. Heb je aan het einde van je observatie een andere visie op de rol van een leraar? Duid je antwoord.
OBSERVATIESTAGE POSTGRADUAAT MUZIKALE VORMING VAN KINDEREN 4-8 JAAR 2012-2014