De klank van de houten druppel Sigaren, salsa muziek, rum, bont gekleurde huizen, Amerikaanse oldtimers en Havana: zomaar een paar steekwoorden die het typische beeld van Cuba oproepen. Maar dit Caribische eiland is ook het land van de prachtige palmstranden, een rijke historie, koloniale architectuur, oude Indiaanse cultuurschatten, oneindige suikerrietvelden en tabaksplantages en een vriendelijke bevolking. Doordat invloeden van buitenaf door Fidel Castro lang zijn tegengehouden, heeft Cuba zijn authentieke karakter weten te behouden. Sonmuziek maakt een groot deel uit van de Cubaanse identiteit. De Afrikaanse slaven brachten het ritme naar Cuba, de Spanjaarden hun gitaren en melodieĂŤn en sindsdien is Cuba ondenkbaar zonder muziek. Duizenden Cubanen verdienen er hun boterham mee. In speciale muziekhuizen wordt 24 uur per dag gemusiceerd. Op straat, in de hotels en op het strand, overal hoort u swingende tonen.
Fig. 1: Caribisch gebied
1. Situering Cuba is een land in het Caribisch gebied, bestaande uit de eilanden Cuba en Isla de Juventud, plus een groot aantal zeer kleine eilandjes daaromheen. Het land wordt sinds 1959 bestuurd door Fidel Castro. De hoofdstad van het land is Havana en de officiĂŤle taal is Spaans.
2. Een stukje geschiedenis a. SPANJAARDEN EN SLAVEN Vrij snel na de ontdekking van de “Nieuwe Wereld” door Columbus in de vijftiende eeuw, werd Cuba veroverd door de Spanjaarden. Binnen vijftig jaar werd de oorspronkelijke Cubaanse bevolking uitgeroeid, en vervangen door Spanjaarden. Vanaf de zestiende tot het einde van de negentiende eeuw was Cuba een Spaanse kolonie. Om de snel kleiner wordende groep oorspronkelijke arbeiders te vervangen, werden er slaven naar Cuba gebracht om op de suikerrietplantages te werken. Deze kwamen uit west en centraal Afrika, maar vooral uit Nigeria.
Fig. 2: Route van C. Columbus in 1492
b. AFRIKAANSE RITMES EN SPAANSE MELODIEËN De Spanjaarden die zelf al een sterke eigen muzikale traditie hadden brachten deze mee naar de “Nieuwe Wereld”. Bovendien lieten zij als een van de weinige Europese koloniale mogendheden hun slaven vrij in het maken van hun eigen muziek en dans. Centraal in de muziek van de Afrikaanse slaven stond de trom en ritme. De Spanjaarden brachten hun Europese instrumenten mee, zoals de gitaar, de piano en diverse blaasinstrumenten. Bovendien speelde in de Europese muziek melodie een centrale rol. Er vond in Cuba een vermenging plaats van verschillende Spaanse en Afrikaanse culturen. Dus ook hun muziek begon zich te vermengen.Uit deze mix van Afrikaanse ritmes en Europese melodieën is de veelheid aan Cubaanse muziek ontstaan. Hierin werden later ook elementen opgenomen van de culturen van Franse, Chinese, Jamaicaanse, Haitiaanse en Mexicaanse migranten. In de negentiende eeuw was er een sterke Italiaanse invloed en in de twintigste eeuw een sterke Amerikaanse.
Dit alles vormde een goede basis voor het ontstaan van verschillende plaatselijke muziekvormen in verschillende regio’s van het eiland. Er zijn vijf grote categoriën te onderscheiden in de Cubaanse muziek. Maar deze hebben wel grote overeenkomsten in stijl, en in gebruik van muziekinstrumenten. Je hebt de Rumba, de Cancion, de Danzon, de Guajira en tenslotte, maar zeker niet de onbelangrijkste, de Son. Nergens heeft de Afrikaanse muziek zoveel invloed gehad als in Cuba. Je vindt het met name terug in het grote aantal pittige en vaak moeilijke ritmes die de Cubaanse muziek kent. Deze zijn samen gegaan met de melodieën en harmonieën uit de Spaanse muziek. Daarom spreken we nog steeds van de AfroCubaanse muziek. Nuttige link: http://www.musicofpuertorico.com/en/history.html -overzicht van de diverse muziekstijlen voorzien van geluidsfragmenten
Guantanamera
José Marti
De Cubaanse schrijver José Marti werd geboren op 28 januari 1853 in Havana. Hij heeft zich ingespannen voor de Cubaanse onafhankelijkheid van het Spaanse regime. Op 11 april 1895 leidde José Marti een landing van Cubaanse bannelingen en voegde hij zich bij de troepen van de rebelse generaal Máximo Gómez. José Martí kwam om in de veldslag. Vanwege zijn rol in deze strijd en zijn grote waarde voor de Cubaanse literatuur en cultuur wordt hij soms ‘ de apostel van de Cubaanse republiek genoemd. Over de tekst: Guantanamera“ is een vrouwelijk adjectief en betekent zoveel als „komend uit Guantanamo“. „Guajira“ staat voor een muzikale stijl uit Cuba, maar kan ook zoiets betekenen als „witte boerin“, waarbij „wit““ staat voor „van Spaanse komaf“.
Vertaling Mijn verzen zijn van een heldere kleur groen En een vlammende kleur rood Mijn verzen zijn van een heldere kleur groen En een vlammende kleur rood Mijn verzen zijn als een gewond hert Dat bescherming zoekt op de berg
En voor de wreedaard die me Het hart uitrukt waarmee ik leef En voor de wreedaard die me Het hart uitrukt waarmee ik leef Kweek ik geen brandnetels of distels Ik kweek een witte roos
Ik kweek een witte roos Zowel in juni als in januari Ik kweek een witte roos Zowel in juni als in januari Voor de oprechte vriend Die me zijn hand reikt
Met de armen op aarde Wil ik mijn noodlot delen Met de armen op aarde Wil ik mijn noodlot delen De beek in de bergen Verschaft me meer genoegen dan de zee.
3. De klank van de houten druppel Toen de Spaanse dichter Frederico Garcia Lorca in 1930 Cuba bezocht, was hij verrukt door de dansende mulatten en vergeleek hij de klank van de clave met de ‘klank van de houten druppel’. Oh Cuba, oh ritmo de semillas secas Oh cintura caliente y gota de madera
O Cuba, o ritme van de gedroogde pitten O warme heup en houten druppel
1. De clave Respectievelijk naam voor een populair Cubaans muziekinstrument en de bespeler. De clave bestaat uit twee hardhouten staven die tegen elkaar geslagen worden. De clave ontstond waarschijnlijk in de havenbuurten van Havana, waar men vroeger voor het verbinden van scheepsonderdelen hardhouten pennen aanwendde. Voor de clave gebruikt men verscheidene harde houtsoorten. Bij het bespelen legt de clavero een staaf in de palm van de hand zo, dat de gekromde vingers een resonantieholte vormen. Met de andere staaf wordt in het midden van de opgelegde staaf geslagen..
2. De conga
De trom is van Bantoe-oorsprong, tonvormig en bespannen met één vel. In de Afro-Cubaanse muziek worden verschillende conga’s gebruikt. Op Cuba wordt zowel het algemene woord tumbadora gebruikt, als de specifieke namen conga, tumba en quinto. Het tromlichaam van de moderne conga wordt gemaakt van duigen die met elkaar zijn verlijmd of van kunststof.
3. De bongo
Het populaire Cubaanse instrument bestaat uit twee eenvellige trommeltjes die met elkaar verbonden zijn door een tussenstuk. Beide tromlichamen werden vroeger gemaakt van een uitgehold stuk boomstam. Nu wordt het instrument in fabrieken vervaardigd met duigen die aan elkaar gelijmd worden of van kunststof. De moderne bongó is van spanringen en spanschroeven voorzien.
4. De cencerro De cencerro is een creoolse imitatie van een Afrikaans instrument en het behoort tot de campanas (metalen bellen). In essentie bestaat hij uit een cowbel waaruit de klepel wordt verwijderd. Cencerros worden zowel voor rituele als profane doeleinden gebruikt.
5. Maracas Respectievelijk naam van instrument en bespeler. Maracas zijn rammelaars uit hout, klei, leder, kunststof of de houtachtige schil van de vrucht van de kalebasboom. In de bol zitten zaadjes, pitjes of steentjes. De maracas worden meestal paarsgewijs bespeeld. Het instrument is wellicht een erfenis van de Indianen, maar het werd ook 'ge誰mporteerd' uit Afrika
6. Guiro
In de Cubaanse muziek vaak gebruikt raspinstrument. Zou op het eiland ge誰ntroduceerd kunnen zijn door Bantoe-negers, hoewel men vermoedt dat de Indianen het eerder gebruikten. De meest voorkomende g端iro bestaat volledig uit de houtachtige schil van een langwerpige kalebas van de kalebasstruik. Er wordt een reeks evenwijdige inkepingen in gemaakt, loodrecht op de lengterichting. Over die inkepingen wordt met een staafje geschraapt.
Het toewijzen van een geslacht aan muziekinstrumenten is een overlevering uit Afrika en berust op het principe van de dualiteit van alle wezens, ook planten en zaken. Op Cuba geldt dit bijvoorbeeld voor de bong坦s, de maracas, de claves, en de congas. Over het algemeen wordt het instrument met de hoogste klank geassocieerd met de 'hembra' (vrouwtje) en dat met de lage klank met de 'macho' (mannetje).
4. Potpourri van Cubaanse uitdrukkingen Cubanen zijn bekend om hun danslust, hun ritmisch en muzikaal gevoel en hun feestelijke aard. Geen wonder dat daar in volkse uitdrukkingen, vaak op een schalkse manier aan wordt gerefereerd. De met muziekinstrumenten, liedjesteksten en dans geassocieerde taalvondsten behoren tot de hardnekkigste van het eiland. 1. Rompé el bongo:
letterlijk : de bongo breekt Het dansnummer of het feest barst lost De uitdrukking vindt zijn oorsprong in de uitvoering van een dansnummer door volksorkestjes uit het begin van de twintigste eeuw. In het tweede, geagiteerde deel werd vaak een solo op de bongo ingelast.
2. 'Una situación de bongó'
een ingewikkelde of moeilijke situatie.
3. 'Cierre el piano que está desafinado' lett.:doe je piano maar dicht, want ze klinkt vals ‘Hou je mond’ 4. 'Hacer algo a paso de conga'
lett.: iets doen in het ritme van de conga ‘Haastig doen!’
5. ‘Cantar tangos’
Lett.:Tangos zingen Veel huilen
6. ‘'Es una mujer como el tango’
Lett.:Een vrouw zoals een tango. Een lelijke, door het leven getekende vrouw wordt vergeleken met een tango.
7. 'Una invitacion al vals'
Lett.: Een uitnodiging tot de wals. Een heel mooie vrouw
8. 'No me mezclas en ese guantanamera.'
Ik moei me niet met dit probleem
9. 'En la fiesta se formó una guantanamera’
Dit feest loopt op een gewelddadige manier uit de hand.