Les 16. Ziek zijn
Format lesbeschrijvingsformulier Algemene gegevens:
naam student:
groep(en): 1
studiejaar:
naam mentor:
titel lesactiviteit: Ziek zijn
naam schoolopleider:
datum / tijd onderwijsactiviteit:
naam school:
Reflectie vooraf: Verantwoording / intentie van de onderwijsactiviteit: -
wat is het belang voor de kinderen om dit te leren?
De kinderen kunnen verwoorden wat ziek zijn is. Dit betekent als ze later echt een keer ziek zijn dat ze mondeling kunnen aangeven waar ze pijn hebben, of ze zich erg ziek voelen etc. Ook kunnen ze later iemand beter helpen doordat ze weten wat er in de EHBO trommel zit. Hierdoor weten ze wat de functie is van de verschillende voorwerpen die hier in zitten. Ze kunnen het toepassen op zichzelf (bijv. een pleister op een wond doen) of op anderen. Ze weten waar het voor dient. Lesdoelen die de kinderen verwerven: - wat moeten de kinderen weten / kunnen / vinden? – hoe controleer je dat op het einde van de onderwijsactiviteit?
Lesdoel: • Na deze lesactiviteit weten de leerlingen wat ‘ziek zijn’ betekent en begrijpen het verschil tussen een beetje ziek zijn en heel erg ziek zijn. • Na deze lesactiviteit weten de leerlingen wat je allemaal in een EHBO trommel kan vinden. • Na deze lesactiviteit weten de waar je de EHBO trommel voor kunt gebruiken. • Na deze lesactiviteit hebben de leerlingen een tekening gemaakt van een ziek kind met allemaal rode vlekjes. Voor doelen beeldende vorming zie bijsluiter BEVO
De beginsituatie van de kinderen / de groep: - wat weet ik over de kinderen en de leerstof?
20 leerlingen uit groep 1. - De kinderen zijn weleens ziek en kennen het begrip ziek zijn. - De kinderen hebben nog geen ervaring met de EHBO
Eigen beginsituatie / persoonlijke leerdoelen - wat wil ik zelf leren tijdens deze onderwijsactiviteit? – wat zijn de verbeterpunten uit vorige lessen?
•
Ik stel gerichte vragen naar de leerlingen en ben voorbereidt op mogelijke antwoorden. De vragen zijn verwerkt in dit Lesvoorbereidingsformulier.
Didactische route:
Pabo Hogeschool Zuyd – Heerlen / Maastricht 07/08
1
Les 16. Ziek zijn
De didactische route van de lesactiviteit (in steekwoorden): Kies uit: opnemen – bewerken – openen – delen – ervaren – doen – maken – verwerken – reflecteren – integreren
Tijd Haltes
Inhoud van het onderwijs Leerstof
09:15u
Persoon van het kind Leerling Openen. Leerkracht heet alle kinderen welkom. Gebruikt hiervoor het hakken en plakken van woorden die te maken hebben met ziek zijn.
Werkelijkheid van het kind Leef- en belevingswereld
Doen EHBO doos bespreken. Ervaringen van kinderen bespreken. Drama stukje.
09:30u
Opnemen Leerkracht legt de handvaardigheidles uit.
09:30u Reflecteren 09:35u
De leerkracht maakt een opmerking en complimenten over de les. Integreren Kinderen maken de handvaardigheid opdracht.
Concrete uitwerking van bordschema / opstelling lokaal e.d. Tijdens de inleiding van de les zitten de leerlingen in de kring. Lieveheersbeestjes
Vlindertjes Bijtjes
= leerkracht De leerkracht wijst twee kinderen aan die naast haar mag zitten. De kinderen gaan groepje voor groepje in de kring zitten.
Inhoudelijke planning en organisatie van de les:
Pabo Hogeschool Zuyd – Heerlen / Maastricht 07/08
2
Les 16. Ziek zijn
Concrete (inhoudelijke) uitwerking van de onderwijsactiviteit / inrichting van de leeromgeving Hoe ga je de les organiseren: welke vakinhouden, welke spel- en / of leeractiviteiten, welke werkvormen / materialen?
Openen (inleiding) Leerkracht heet iedereen welkom en noemt de namen van de kinderen op.
Doen De leerkracht bespreekt samen met de kinderen de EHBO doos. De EHBO doos ligt in de klas. Daarnaast worden de ervaringen met de EHBO doos met elkaar besproken. Vragen die de leerkracht kan stellen zijn: - wat vind je allemaal in de EHBO doos? - waar kun je de EHBO trommel vinden? (auto, thuis, school). - waarvoor dient deze trommel? De leerkracht laat verschillende voorwerpen zien en verteld er over.
Toneelstukje dokter Twee kinderen zijn dokter en één kind is patiënt. De leerkracht spreekt goed af met de kinderen dat ze goed vertellen, en vragen, wat heeft de patiënt? Waar heeft ze pijn? Wat doet de dokter eraan? Mogelijke interactie met de andere kinderen. Stel vragen aan hen: “Wat denk je wat ze heeft?”. Doen Inleiding van de knutselactiviteit. Bij het versje "Rode vlekjes" maken de leerlingen een tekening van een kind met rode vlekjes. De leerlingen vullen het gezicht in met rood sitzpapier. Ze scheuren de stukjes af en plakken deze vervolgens op.
Rode vlekjes
Pabo Hogeschool Zuyd – Heerlen / Maastricht 07/08
3
Les 16. Ziek zijn
rode vlekjes, hè wat gek op mijn neus en in mijn nek op mijn buik en op mijn been op het puntje van mijn teen en kijk ook eens op mijn rug rode hond, naar bed en vlug! even ziek zijn is best leuk ook al heb ik wel wat jeuk Reflecteren De leerkracht maakt een opmerking en compliment(en) over de les. Integreren De leerlingen maken hun tekening met rood sitzpapier.
- Vermeld handelingscomponent / spelcomponent (indien van toepassing) bij een onderwijsactiviteit voor het jonge kind
Pabo Hogeschool Zuyd – Heerlen / Maastricht 07/08
4
Les 16. Ziek zijn
Pabo Hogeschool Zuyd – Heerlen / Maastricht 07/08
5