Afstudeeronderzoek

Page 1

Onderzoek naar de nieuwe inrichting van Broek in Waterland mét een onderdoorgang.

‘t nieuwe Broek in Waterland

PUBLICATIE


Rotterdam University of Applied Sciences

BACHELOR THESIS ‘t nieuwe Broek in Waterland Julian van Spankeren 18 September 2020

DISCLAIMER De voorliggende scriptie is geschreven door Julian van Spankeren in opdracht van Hogeschool Rotterdam. Provincie Noord-Holland heeft informatie en gegevens beschikbaar gesteld, maar heeft geen inhoudelijke bijdrage geleverd. Deze scriptie staat los van het co-creatieproces dat in het kader van de doorgang van de N247 door Broek in Waterland wordt doorlopen. Ontwerpen, conclusies en adviezen komen geheel en alleen voor rekening van de auteur.


Afstudeeronderzoek Afstuderen (ROPAFS40)

‘T NIEUWE BROEK IN WATERLAND Een onderzoek naar hoe leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand kunnen komen in het gebied boven onderdoorgang N247, binnen een proces van co-creatie.

Opleiding Hogeschool Rotterdam Instituut voor de Gebouwde Omgeving Ruimtelijke Ordening & Planologie

Opdrachtgever Hogeschool Rotterdam

Organisatie

Provincie Noord-Holland Directie Beleid/sector Integrale Opgaven en Transities

Auteur Julian van Spankeren

0903084

Begeleiding Hans van Helden Mark Wissing

provincie Noord-Holland Hogeschool Rotterdam



Voorwoord Voor u ligt het resultaat van mijn afstudeeronderzoek naar de nieuwe inrichting van Broek in Waterland, mĂŠt een onderdoorgang voor de N247. In de periode van februari tot augustus heb ik voor provincie Noord-Holland onderzocht hoe leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand kunnen komen boven het gebied van een mogelijke onderdoorgang binnen een proces van co-creatie. Om de verkeersdoorstroming in de regio Waterland en de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit in Broek in Waterland te verbeteren, werkt provincie Noord-Holland samen met andere partijen, waaronder de Dorpsraad, aan plannen voor een onderdoorgang. Een belangrijk onderdeel van deze opgave is de inrichting boven de onderdoorgang. De verbetering van de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit moet vooral hier zijn uiting krijgen. Toen ik moest gaan bepalen met welke opgave ik wilde gaan afstuderen, heb ik besloten om mijzelf in te zetten voor het oplossen van een probleem in mijn eigen leefomgeving, waar ik zelf ook hinder van ondervind. Als inwoner van het naastgelegen Monnickendam en automobilist ondervind ik, samen met mijn streekgenoten, dagelijks hinder door de verkeerscongestie op de N247. Een van de oorzaken van deze verkeerscongestie is de wijze waarop de N247 doorgang vindt door Broek in Waterland. Het dorp vormt een knelpunt op de weg, en anderzijds veroorzaakt de weg een gebrek aan leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit in het dorp. Met mijn afstudeeronderzoek wil ik de bovengrondse baten van een onderdoorgang laten zien, en de komst van een onderdoorgang medemogelijk maken. Mijn dank gaat uit naar Hans van Helden van provincie Noord-Holland en Mark Wissing van Hogeschool Rotterdam, voor hun uitstekende begeleiding tijdens mijn afstudeeronderzoek. Ondanks de thuiswerksituatie als gevolg van de pandemie, heb ik kunnen rekenen op goede ondersteuning tijdens mijn onderzoek. Ook wil ik de Dorpsraad, en de bewoners uit Broek in Waterland waar ik mee gesproken heb, bedanken voor het delen van hun ideeĂŤn en wensen voor de nieuwe inrichting. Dankzij hun bijdragen heb ik kunnen komen tot een ontwerpvoorstel en advies waarvan ik overtuigd ben dat dit ten goede zal komen aan de leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en het draagvlak onder bewoners en betrokken partijen. Ik wens u veel leesplezier toe, Julian van Spankeren Monnickendam, 18 september 2020

5


Samenvatting Het nieuwe Broek in Waterland is een dorp waar de provinciale weg N247 onder het dorp door gaat. Het gebied boven deze onderdoorgang maakt het dorp leefbaar, doet recht aan het prachtige karakteristieke Broek in Waterland, en is een toonaangevend resultaat van co-creatie. Dit is het dorp waarnaar in dit onderzoek gezocht is.

Met een ontwerpproces is er onderzocht hoe deze doelen en de bijbehorende middelen kunnen worden toegepast in de ruimtelijke inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. Dit heeft geleid tot een ontwerpvoorstel dat de potentie heeft om de gewenste leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en draagvlak tot stand te brengen.

Om de verkeersdoorstroming over de N247, en de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit in het dorp te verbeteren, werkt de provincie samen met andere betrokken partijen aan plannen voor een onderdoorgang. Voor een optimale verbetering van de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit, is het van belang dat er een ruimtelijk plan komt voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang, dat hierin zo goed mogelijk voorziet en gedragen wordt door de betrokken partijen.

In het ontwerpvoorstel wordt voorgesteld om de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit te verbeteren met een herkenbaar doorgetrokken dorpslint, een zwemplek, een speeltuin, een terras voor eetcafé De Drie Noten, het historische pand van de Jaagweg herbouwd als restaurant met een terras aan het water, meer zicht op de rijksmonumenten en beeldbepalende panden aan Laan, en een Parallelweg die ingericht is naar voorbeeld van een Amerikaanse suburb. Dit zou het nieuwe Broek in Waterland kunnen worden. Het ontwerpvoorstel is verstuurd naar, en beoordeeld door bewoners en de Dorpsraad. Deze toetsing geeft de eventuele vervolgstappen in de opgave aan.

In dit onderzoek is er onderzocht wat leefbaarheid volgens literatuur en bewoners is, wat ruimtelijke kwaliteit volgens relevant beleid is, en wat de eisen en wensen zijn van de betrokken partijen. Zo is er onderzocht welke factoren voor leefbaarheid in een dorp als Broek in Waterland zorgen, wat bewoners en betrokken partijen hebben uitgesproken tijdens het co-creatieproces, wat van belang is voor de ruimtelijke kwaliteit, en zijn bewoners en de Dorpsraad geïnterviewd. Het onderzoek naar leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, en de eisen en wensen van betrokken partijen, heeft een programma van eisen opgeleverd met concrete doelen en middelen. De doelen die behaald dienen te worden voor het tot stand brengen van leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en draagvlak zijn: een verkeersveilige omgeving, een optimale en verkeersveilige verbinding voor langzaam verkeer, een ruimtelijke en visuele verbinding, een groene omgeving, benutting van de kwaliteit van het water, nieuwe horeca, terras in het gebied, verblijfsplekken waar men kan zitten of iets kan doen, een uitstraling die past bij het karakter van het dorp, het historische dorpslint herkenbaar doortrekken/herstellen, doorgang voor het openbaar vervoer, en doorgang voor verkeer bij calamiteiten.

Met dit onderzoek, en het programma van eisen en ontwerpvoorstel dat daaruit is voortgekomen, hebben de provincie en betrokken partijen, een antwoord op de vraag hoe leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand kunnen komen in het gebied boven de onderdoorgang binnen een proces van co-creatie. Daarbij heeft de provincie nu ook een extra argument om de realisatie van een onderdoorgang, als middel voor de verbetering van de leefbaarheid, te verantwoorden in het besluitvormingsproces. Naast een antwoord op de hoofdvraag, en een sterkere argumentatie voor de besluitvorming, heeft de provincie met dit onderzoek ook een instrument in handen om de gemeente en de ontwerpers van de openbare ruimte, te sturen naar het ontwerpen en aanleggen van een openbare ruimte waarin de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit optimaal verbeterd worden. Ook heeft de provincie met dit onderzoek een instrument in handen om het benodigde draagvlak te creëren voor een onderdoorgang. 6


Inhoud Disclaimer pagina 2 Voorwoord pagina 5 Samenvatting pagina 6

4.11 Toetsing aan PvE 4.12 Reacties bewoners 4.13 Reacties Dorpsraad 4.14 Vervolgstappen

1 INLEIDING 1.1 Context pagina 10 1.2 Aanleiding pagina 11 1.3 Voorgeschiedenis pagina 11 1.4 Probleemschets pagina 12 1.5 Doelstelling pagina 12 1.6 Schematische weergave pagina 13 1.7 Onderzoeksopzet pagina 14 1.8 Afbakening pagina 15 1.9 Impressie huidige situatie pagina 22 1.10 Begrippen pagina 23 1.11 Leeswijzer pagina 23 2 VOORONDERZOEK 2.1 Vooronderzoek 2.2 Factoren voor leefbaarheid 2.3 Ruimtelijke kwaliteit 2.4 Programma van Eisen

pagina 84 pagina 86 pagina 89 pagina 91

5 CONCLUSIE 5.1 Conclusie pagina 94 5.2 Advies pagina 96 5.3 Discussie pagina 98 5.4 Reflectie pagina 102 6 BIJLAGEN Bijlage 1: literatuuronderzoek Bijlage 2: leefbaarheid volgens bewoners Bijlage 3: ruimtelijke kwaliteit volgens relevant beleid Bijlage 4: eisen en wensen betrokken partijen Bijlage 5: brief Bibliografie

pagina 26 pagina 28 pagina 30 pagina 32

3 ONTWERPPROCES 3.1 Het dorpslint pagina 36 3.2 Herbouw pand Jaagweg pagina 38 3.3 Benutting kwaliteit water pagina 39 3.4 Ruimtelijke kwaliteit Laan pagina 40 3.5 EetcafĂŠ De Drie Noten pagina 41 3.6 De Parallelweg pagina 42 3.7 Extra brug voor verkeer pagina 45 3.8 Verkeersveiligheid pagina 46 3.9 Schetsen pagina 47 4 ONTWERPVOORSTEL 4.1 Over het ontwerpvoorstel pagina 60 4.2 Naar ontwerpvoorstel pagina 61 4.3 Plankaart pagina 62 4.4 Het dorpslint pagina 64 4.5 De zwemplek pagina 69 4.6 De speeltuin pagina 70 4.7 Terras/restaurant aan water pagina 74 4.8 Achtertuinen van Laan pagina 76 4.9 De Parallelweg pagina 78 4.10 Materialisatie en inrichting pagina 82 7


1


INLEIDING

9


1.1 Context Broek in Waterland is een dorp in de gemeente Waterland. In het dorp wonen 2735 inwoners (1 januari 2019). Het dorp ligt op slechts 5 km rijafstand van Amsterdam-Noord. Dwars door Broek in Waterland loopt de provinciale weg N247. Deze weg begint in Amsterdam en leidt naar Monnickendam, Edam en uiteindelijk Hoorn. De weg wordt vooral gebruikt door forenzen die reizen van en naar Amsterdam vanuit Monnickendam, Edam en Volendam. Met meer dan 21.000 motorvoertuigen per werkdag is de weg met name tijdens de spitsperioden zwaar belast. Doorgang van de N247 door Broek in Waterland.

10


1.2 Aanleiding

1.3 Voorgeschiedenis

De provinciale weg N247 die dwars door Broek in Waterland loopt, zorgt voor een leefbaarheidsprobleem en gebrek aan ruimtelijke kwaliteit in het dorp, en voor een knelpunt op de provinciale weg, met als gevolg een fileprobleem voor de gehele regio. Om deze problemen op te lossen, willen de provincie en andere betrokken partijen een tweebaans-onderdoorgang voor de N247 gaan realiseren (Coalitieakkoord 2019-2023, 2019). Om de gewenste leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit te realiseren, moet er een ruimtelijk plan komen voor de nieuwe inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. De provincie werkt samen met andere betrokken partijen aan plannen voor de nieuwe inrichting in een proces van co-creatie. Het ruimtelijk plan moet daarom ook draagvlak hebben vanuit alle betrokken partijen. In de huidige situatie is er voor de inrichting van het maaiveld boven de onderdoorgang nog geen ruimtelijk plan dat zorgt voor leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit, met draagvlak vanuit alle betrokken partijen. De opgave is nu om tot een ruimtelijk plan te komen dat wel voldoet aan deze criteria.

1939-1940 • Aanleg huidige hefbrug. • Aanleg provinciale weg door het dorp. 1980-2010 • Drukte N247 neemt toe. • Bewoners pleiten voor ondergrondse oplossing. 2011 • Op verzoek van provincie Noord-Holland diverse varianten voor doorgang N247 onderzocht. • Tunnel wordt niet haalbaar geacht. 2014-maart 2015 • Burgerinitiatief voor alternatieve oplossing. • Dorpsraad krijgt gelegenheid tot uitwerking alternatief plan. juli 2015 • Presentatie Dorpsraad alternatief ontwerp (na Crowdfunding). januari 2016 - voorjaar 2016 • Oplevering alternatief ontwerp Dorpsraad. • Besluit Dorpsraad alternatief meegenomen in verdere studies van alternatieven. 2016-2018 • Uitwerking van alternatieven. • Co-creatie proces. • Vijf varianten met maatschappelijke kosten-batenanalyse. november 2018 • Gedeputeerde Staten neemt nog geen besluit. juli 2019 • Tweebaans-onderdoorgang opgenomen in Coalitie akkoord. 10 oktober 2019 • Stuurgroep besluit: opname studie onderdoorgang in Bereikbaarheid Waterland. (Derix, Plan van Aanpak onderdoorgang Broek in Waterland, 2020)

11


1.4 Probleemschets

1.5 Doelstelling

De N247 in Broek in Waterland zorgt voor een leefbaarheidsprobleem en gebrek aan ruimtelijke kwaliteit. De weg zorgt voor een fysieke en psychische barrière in het dorp voor voetgangers, fietsers en lokaal gemotoriseerd verkeer. Het historische lint van Broek in Waterland is verbroken door de weg, terwijl dit lint op andere plekken de status van beschermd dorpsgezicht heeft. Het verkeer dat gebruikmaakt van de weg heeft een enorme impact op het leefmilieu. Dit zorgt er onder andere voor dat veel woningen dichte hagen op de grens van het erf hebben, wat zorgt voor onbenutte kwaliteit van historische bebouwing en sociaal onveilige plekken langs de weg. De omgeving rond de weg is erg verhard en somber, en past niet bij het karakter van Broek in Waterland (Bouw, Bakker, & Simon, 2017). Een onderdoorgang voor de N247 ten behoeve van de regionale bereikbaarheid zorgt voor kansen om de twee delen van het dorp met elkaar te verbinden, de leefbaarheid te vergroten en de ruimtelijke kwaliteit te herstellen. De manier waarop het gebied boven de onderdoorgang wordt ingericht is medebepalend voor de mate waarin de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit worden verbeterd en hersteld. Op dit moment zijn hier nog geen concrete plannen voor. De opgave is om te zorgen voor een goed, door de betrokken partijen gedragen, ruimtelijk plan voor het gebied boven de onderdoorgang. Dit plan moet voldoende ruimtelijke kwaliteit hebben en bijdragen aan de vergroting van de leefbaarheid in Broek in Waterland. Om tot dit plan te komen moet er antwoord worden gegeven op de vraag: hoe kunnen leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand komen in het gebied boven onderdoorgang N247 binnen een proces van co-creatie?

Het doel van het onderzoek is om te komen tot een ruimtelijk plan dat zorgt voor leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit, met een zo groot mogelijk draagvlak vanuit de betrokken partijen en bewoners. Doelstelling in relatie tot besluitvorming De besluitvorming over de onderdoorgang gaat momenteel over wat voor soort onderdoorgang er moet komen en de haalbaarheid daarvan, en nog niet over de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. Het onderzoek loopt daarom enigszins vooruit op het besluitvormingsproces. Het besluit waar de provincie nu voor staat is het besluit over de haalbaarheid van een onderdoorgang. Om dit besluit te kunnen nemen moet er een voorkeursvariant van de onderdoorgang zijn vastgesteld en uitgewerkt. In de vorige fase is er al heel veel werk verricht en alle bouwstenen voor het komen tot een voorkeursvariant lijken aanwezig te zijn. De provincie schat daarom in dat het mogelijk zou moeten zijn om in de zomer van 2020 tot een gedragen voorkeursvariant te kunnen komen. Mocht dat inderdaad lukken dan zal het bestuurlijke proces, bestaande uit een besluit door Gedeputeerde Staten en het eventueel bespreken hiervan in Provinciale Staten, voor eind 2020 plaats kunnen vinden. Als die planning wordt gehaald en er ligt eind 2020 een vastgestelde voorkeursvariant met het bijbehorende streefbedrag, dan zal 2021 nodig zijn om dit verder uit te werken tot een product op basis waarvan een definitief besluit kan worden genomen of een onderdoorgang voor de N247 haalbaar blijkt te zijn (Derix, 2020). De verwachting is dat verdere besluitvorming en de eventuele realisatie van de onderdoorgang nog een aantal jaren in beslag nemen, waardoor de onderdoorgang op z’n vroegst pas over 10 jaar gerealiseerd zou kunnen zijn. Het onderzoek naar de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang heeft als doel om te verkennen wat er zou kunnen als er wordt besloten dat een onderdoorgang haalbaar is. Door te laten zien wat er zou kunnen op het maaiveld boven de onderdoorgang wordt er een bijdrage geleverd aan de besluitvorming over de haalbaarheid van een onderdoorgang. De mogelijkheid voor een verbetering van de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit is hierbij een extra argument vóór de realisatie van een onderdoorgang. 12


1.6 Schematische weergave probleemstelling en doelstelling Huidige situatie

Gewenste situatie

Relatief onleefbaar Gebrek aan ruimtelijke kwaliteit Geen draagvlak voor een nieuw plan

Leefbaar Ruimtelijke kwaliteit Draagvlak voor het plan

Hoe kunnen leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand komen in het gebied boven onderdoorgang N247 binnen een proces van co-creatie ? Doelstelling: Een ruimtelijk plan voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang dat zorgt voor leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit, met een zo groot mogelijk draagvlak vanuit de betrokken partijen en bewoners. Verkenning van de mogelijkheden voor de inrichting van het maaiveld. Bijdrage besluitvorming.

13


1.7 Onderzoeksopzet Om te komen tot een ruimtelijk plan voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang dat zorgt voor leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit, met een zo groot mogelijk draagvlak vanuit bewoners en betrokken partijen, is er een uitgebreid vooronderzoek gedaan en een kort ontwerpproces doorlopen. Voor het vooronderzoek zijn deelvragen uitgeschreven, en voor

het ontwerpproces is het proces uitgewerkt. Het vooronderzoek voorziet in een programma van eisen waarmee gewerkt is in het ontwerpproces. De deelvragen uit het vooronderzoek en het ontwerp dat voortgekomen is uit het ontwerpproces geven samen antwoord op hoe leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand kunnen komen in het gebied boven de onderdoorgang N247.

Hoe kunnen leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand komen in het gebied boven onderdoorgang N247 binnen een proces van co-creatie ?

1.

Wat is leefbaarheid in de context van Broek in Waterland volgens literatuur?

2.

Wat is leefbaarheid volgens bewoners?

3.

Wat is ruimtelijke kwaliteit volgens het ruimtelijk beleid?

4.

Wat zijn de eisen en wensen van de betrokken partijen?

Programma van eisen

Definitief ontwerp

Toetsing/ effectanalyse

Ontwerp

14


1.8 Afbakening detailniveau is uitgekomen op het detailniveau van een schetsontwerp (maatvast inrichtingsplan op hoofdlijnen).

Variant onderdoorgang De wijze waarop de N247 door Broek in Waterland gaat, staat nog ter discussie. In het coalitieakkoord van 2019 staat dat de provincie een bijdrage levert aan de realisatie van een onderdoorgang in Broek in Waterland, maar dit zou uiteindelijk door bijvoorbeeld een politieke of financiĂŤle afweging niet door kunnen gaan. Voor de onderdoorgang zelf staat ook nog ter discussie hoeveel rijstroken er komen en welke maximumsnelheid er gereden mag worden. Dit heeft invloed op de vorm en lengte van de onderdoorgang zelf, en ook op de vorm van de onderdoorgangmonden en op- en afritten. Om het onderzoek af te bakenen wordt er uitgegaan van variant 3 (onderdoorgang 2x1 rijstroken met een maximum snelheid van 80 km/uur, uitgevoerd d.m.v. twee “buizenâ€?), weergegeven op pagina 16 en 17. Deze variant is willekeurig gekozen om ergens vanuit te kunnen gaan.

Actoren De opgave in Broek in Waterland is een van de deelprojecten van het project Bereikbaarheid Waterland. Provincie Noord-Holland en Vervoerregio Amsterdam werken samen met de gemeenten Waterland, Purmerend, Edam-Volendam en Amsterdam aan de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid in de regio Waterland. De inrichting van Broek in Waterland is niet voor al deze overheden relevant. Tijdens het onderzoek is er daarom alleen contact gelegd met verschillende sectoren binnen provincie Noord-Holland zelf, en met andere betrokken partijen binnen de grenzen van gemeente Waterland. Plangebied Voor het onderzoek is uitgegaan van onderdoorgang variant 3. Hierdoor staan ook de verkeerssituatie omtrent de op- en afritten, en de vorm van de onderdoorgangmonden vast. Doordat deze al vast staan is het gebied waarvoor een nieuwe inrichting vereist is, kleiner dan het totale gebied boven de onderdoorgang. Op pagina 18 en 19 is een kaart van Broek in Waterland met een onderdoorgang weergegeven. In deze kaart is het gebied, waarvoor onderzoek is gedaan naar een nieuwe inrichting, afgebakend als plangebied. Op pagina 20 en 21 is een kaart van Broek in Waterland en omgeving weergegeven, waarin de ligging van het plangebied in het dorp en de omgeving te zien is.

Schaalniveaus Het onderzoek is uitgevoerd op twee verschillende schaalniveaus: het landschap Waterland, en het maaiveld in Broek in Waterland boven de onderdoorgang. Het maaiveld waarvoor een nieuwe inrichting nodig is, is gelegen in het landschap Waterland. Het landschap en de structuren hierin kunnen een belangrijke rol spelen bij de vormgeving van het nieuwe maaiveld, als elementen hiervan zorgen voor ruimtelijke kwaliteit. De afbakening van het landschap dat onderzocht wordt, is daarom het landschap Waterland volgens de begrenzing uit de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie. In het ontwerpproces is van grof naar fijn gewerkt, te beginnen met eerste ruwe schetsen tot en met een meer gedetailleerde ontwerptekening. De inrichting van de openbare ruimte is duidelijk te zien in de uitgewerkte ontwerptekeningen. Om de inrichting van de openbare ruimte duidelijk in beeld te hebben, zijn de plaatsing van vegetatie en straatmeubilair en het ruimtegebruik (bebouwing, groen, rijbaan, fietspad, parkeerplaats, trottoir) te zien. Het 15


Onderdoorgang variant 3. (Uitgewerkt door advies- en ingenieursbur

16


reau Tauw)

17


18


19


20


21


1.9 Impressie huidige situatie plangebied

Doorgang van de N247, vanuit noordelijke richting.

Doorgang van de N247, in het midden van het plangebied.

Doorgang van de N247, vanuit zuidelijke richting.

Historisch pand aan de Jaagweg.

Ophaalbrug over de Broekervaart.

22


1.10 Begrippen

1.11 Leeswijzer

In het onderzoek worden drie belangrijke begrippen meerdere malen gebruikt. Om het rapport te kunnen lezen is het van belang dat u begrijpt wat de definitie is van deze begrippen.

In het eerstvolgende hoofdstuk leest u over hoe er uit het vooronderzoek een programma van eisen is voortgekomen. In hoofdstuk 3 leest u over hoe er gewerkt is van het programma van eisen naar een ontwerpvoorstel. U leest welke keuzes en afwegingen er zijn gemaakt. Met tekst, schetsen en kaarten wordt het ontwerpproces toegelicht en onderbouwd.

Co-creatieproces Co-creatie is een vorm van samenwerking, waarbij alle deelnemers invloed hebben op het proces en het resultaat van dit proces, zoals een plan, advies of product. Kenmerken van co-creatie zijn dialoog, ‘common ground’, enthousiasme, daadkracht en focus op resultaat. Voorwaarden voor succesvolle co-creatie zijn gelijkwaardigheid van de deelnemers, wederkerigheid, openheid en vertrouwen. Aan deze voorwaarden is het best voldaan in een gestructureerd, maar creatief proces onder begeleiding van een procescoach/begeleider. Integriteit van deelnemers is vereist. Co-creatie wordt geacht goed bruikbaar te zijn voor het oplossen van complexe vraagstukken en het realiseren van veranderingen. (Prahalad & Ramaswamy, 2000)

In hoofdstuk 4 leest u over het ontwerpvoorstel dat uiteindelijk tot stand is gekomen. Het ontwerpvoorstel is toegelicht met tekst, kaarten, foto’s en tekeningen. Ook wordt het ontwerpvoorstel getoetst aan het programma van eisen, en door de bewoners en Dorpsraad. In hoofdstuk 5 leest u over de conclusies die zijn getrokken uit het onderzoek en over de aanbevelingen die gericht zijn aan de betrokken partijen. Ook worden er een aantal kritische kanttekeningen gezet bij het onderzoek, en wordt er gereflecteerd op het afstuderen in een thuiswerksituatie als gevolg van de pandemie.

Leefbaarheid De mate waarin de omgeving aansluit bij de eisen en wensen die er door de mens aan worden gesteld (Leidelmeijer & Kamp, 2003).

Achter hoofdstuk 5 vindt u de bijlagen. De bijlagen omvatten het uitgebreide vooronderzoek waaronder bijvoorbeeld het literatuuronderzoek, de gestelde interviewvragen, en de afgenomen interviews.

Ruimtelijke kwaliteit De mate van, en balans tussen de belevingswaarde, gebruikswaarde, en toekomstwaarde van een gebied (Ruimtelijke kwaliteit, 2011).

23


2

24


Vooronderzoek

25


2.1 Vooronderzoek Tijdens het vooronderzoek is er onderzocht wat leefbaarheid is volgens literatuur in de context van Broek in Waterland (zie bijlage 1), wat leefbaarheid is volgens de bewoners (zie bijlage 2), wat ruimtelijke kwaliteit is volgens relevant beleid (zie bijlage 3), en wat de eisen en wensen zijn van de betrokken partijen (zie bijlage 4).

Co-creatieproces Tijdens het co-creatieproces hebben bewoners doelen aangegeven voor het vervullen van hun eisen en wensen voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang, en daarbij ook een aantal middelen voor deze doelen aangegeven. Dit is vastgelegd in de documentatie van het co-creatieproces.

Dit is onderzocht door relevante literatuur, documentatie, verslaglegging, en beleidsstukken te bestuderen en door interviews met de Dorpsraad en bewoners uit Broek in Waterland die wonen aan het plangebied.

Zie bijlage 2.1 voor een volledige analyse van het co-creatieproces. Factoren (doelen) voor leefbaarheid op basis van het co-creatieproces:

Uit de verschillende vooronderzoeken zijn lijsten met eisen, wensen, doelen, middelen, factoren, ambities en/of uitgangspunten voortgekomen. Doelen die gesteld zijn door bewoners en vertegenwoordigers van bewoners tijdens het cocreatieproces zijn opgenomen in een programma van eisen voor de nieuwe inrichting van het plangebied. Middelen voor deze doelen, die naar voren zijn gekomen uit de documentatie van het co-creatieproces, uit de interviews met bewoners en Dorpsraad, uit de relevante beleidsstukken en uit de verslaglegging van een overleg, zijn ook opgenomen in het programma van eisen. Doelen en middelen waar nog verdeeldheid over heerst zijn niet opgenomen in het programma van eisen, met uitzondering van het middel shared space.

• Het beperken of vermijden van verkeersoverlast. • Het zorgen voor verkeersveiligheid. • Een optimale en verkeersveilige verbinding tussen de twee delen van het dorp, voor in ieder geval langzaam verkeer. • Een visuele en ruimtelijke verbinding. • Een groene omgeving. • De kwaliteit van het water. • Horeca met terras. • Verblijfsplekken waar men kan zitten of iets kan doen. • Een uitstraling die past bij het landschap en het karakter van het dorp.

Literatuuronderzoek Uit het literatuuronderzoek zijn factoren ten behoeve van leefbaarheid naar voren gekomen zoals sociale samenhang en inzetbaarheid. Binnen deze factoren passen de doelen en middelen die bewoners aangeven voor het vervullen hun eisen en wensen. Een wens van een bewoner voor een speeltuin als ontmoetingsplek voor kinderen en ouders, is bijvoorbeeld te zien als een teken van behoefte aan sociale samenhang. Zie bijlage 1 voor het volledige literatuuronderzoek. 26


Interviews Bewoners en de Dorpsraad hebben tijdens interviews de doelen uit het co-creatieproces bevestigd en een groot aantal middelen voor deze doelen en aanvullende eisen en wensen aangegeven. De Dorpsraad heeft tijdens het interview ook haar standpunten en eisen bekend gemaakt.

Toelichting eisen en wensen provincie De projectmanager van de onderdoorgang heeft de eisen van de provincie voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang kenbaar gemaakt. Deze eisen zijn opgenomen in het programma van eisen. Zie bijlage 4.1voor een omschrijving van deze eisen.

Zie bijlage 2.2 voor een weergave van de benaderde adressen, de gestelde interviewvragen en de afgenomen interviews. Zie bijlage 5 voor de brief waarmee bewoners zijn benaderd vanuit de provincie. Zie bijlage 2.3 voor een lijst met de doelen en middelen die de eisen en wensen van bewoners vervullen. Zie bijlage 4.3 voor een korte omschrijving van de standpunten van de Dorpsraad.

Verslag overleg met gemeente Waterland Gemeente Waterland heeft aangegeven het initiatief te nemen voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. In een overleg met de provincie heeft gemeente Waterland haar eisen en wensen kenbaar gemaakt. Deze eisen en wensen zijn opgenomen in het programma van eisen. Ze bijlage 4.2 voor een omschrijving van de eisen en wensen van gemeente Waterland.

Relevante beleidsdocumenten Drie beleidsdocumenten zijn relevant voor de opgave in Broek in Waterland. Dit zijn Leidraad Landschap en Cultuurhistorie 2018, Beeldkwaliteitsplan onderdoorgang Broek in Waterland, en Nota uiterlijk van bouwwerken. Deze beleidsdocumenten omschrijven op verschillende schaalniveaus welke factoren van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit. Uit het onderzoek naar deze beleidsdocumenten zijn uitgangspunten naar voren gekomen, waaronder uitgangspunten die specifiek relevant zijn voor de ruimtelijke inrichting van het plangebied. Deze uitgangspunten zijn als middelen ten behoeve van ruimtelijke kwaliteit opgenomen in het programma van eisen. Zie bijlage 3 voor de volledige analyse van de relevante beleidsstukken.

27


2.2 Factoren voor leefbaarheid volgens literatuur

Positieve en negatieve factoren voor leefbaarheid in een dorp als Broek in Waterland In relatie tot sociale veiligheid: Sociale cohesie • • • • •

Contact met andere buurtbewoners Een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is Thuis voelen bij de mensen die in deze buurt wonen Tevredenheid over de bevolkingssamenstelling Prettige omgang

Fysieke voorzieningen • • • • •

Goede voorzieningen voor jongeren Goede speelplekken voor kinderen Goed onderhoud van perken, plantsoenen en parken Goed onderhoud van wegen, paden en pleintjes Goede buitenverlichting

Fysieke overlast • • • •

In relatie tot waardering van het platteland:

In relatie tot inzet voor leefbaarheid:

Sociaal leven

Burenhulp

• •

• • •

Goede sociale cohesie Goede sociale veiligheid

Voorzieningen • • •

Basisschool. Gebrek aan voorzieningen. Afstand naar voorzieningen.

Aantrekkelijkheid van leefomgeving • •

Natuur Landschap

• • •

Geen geluidsoverlast Privacy Vrijheid

Verkeersveiligheid

Bekladde muren of gebouwen Straatmeubilair vernield Rommel op straat Hondenpoep

• • •

Sportvereniging(en) Kerk Creatieve organisatie(s)

Initiatieven voor omgevingskwaliteit • •

Natuur of landschap rond het dorp Het behoud van historische bebouwing Een wandel- of fietspad rond het dorp.

Deelname aan bewonersinitiatieven • • •

Sociale overlast • • • • •

Vrijwilligerswerk voor

Rust

Zorgen voor de post of de planten Af en toe boodschappen doen Helpen met huishoudelijk werk of kleine klusjes in en om het huis.

Een net en schoon dorp Veilige verkeerssituatie Organisatie van activiteiten zoals een dorpsfeest.

Mensen op straat lastiggevallen Drugsgebruik of drugshandel Dronken mensen op straat Overlast door buurtbewoners Rondhangende jongeren

Verkeersoverlast • • •

Agressief gedrag in verkeer Parkeerproblemen Te hard rijden

Bron: Veiligheidsmonitor - CBS (2017)

Bron: Het beste van twee werelden SCP (2007)

28

Bron: Dichtbij huis - SCP (2015)


Positieve en negatieve factoren voor leefbaarheid in verband met elkaar In relatie tot sociale veiligheid: Sociale cohesie • • • • •

Contact met andere buurtbewoners Een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is Thuis voelen bij de mensen die in deze buurt wonen Tevredenheid over de bevolkingssamenstelling Prettige omgang

Fysieke voorzieningen • • • • •

Goede voorzieningen voor jongeren Goede speelplekken voor kinderen Goed onderhoud van perken, plantsoenen en parken Goed onderhoud van wegen, paden en pleintjes Goede buitenverlichting

Fysieke overlast • • • •

Bekladde muren of gebouwen Straatmeubilair vernield Rommel op straat Hondenpoep

In relatie tot waardering van het platteland: Sociaal leven • •

Goede sociale cohesie Goede sociale veiligheid

Voorzieningen • • •

Basisschool. Gebrek aan voorzieningen. Afstand naar voorzieningen.

Aantrekkelijkheid van leefomgeving • •

Natuur Landschap

In relatie tot inzet voor leefbaarheid: Burenhulp • • •

Vrijwilligerswerk voor • • •

• • • •

Mensen op straat lastiggevallen Drugsgebruik of drugshandel Dronken mensen op straat Overlast door buurtbewoners Rondhangende jongeren

Verkeersoverlast • • •

Agressief gedrag in verkeer Parkeerproblemen Te hard rijden

Bron: Veiligheidsmonitor - CBS (2017)

Sportvereniging(en) Kerk Creatieve organisatie(s)

Initiatieven voor omgevingskwaliteit • • •

Sociale overlast •

Zorgen voor de post of de planten Af en toe boodschappen doen Helpen met huishoudelijk werk of kleine klusjes in en om het huis

Natuur of landschap rond het dorp Het behoud van historische bebouwing Een wandel- of fietspad rond het dorp

Rust • • •

Geen geluidsoverlast Privacy Vrijheid

Deelname aan bewonersinitiatieven Verkeersveiligheid

Bron: Het beste van twee werelden SCP (2007)

29

• • •

Een net en schoon dorp Veilige verkeerssituatie Organisatie van activiteiten zoals een dorpsfeest

Bron: Dichtbij huis - SCP (2015)


2.3 Ruimtelijke kwaliteit volgens relevant beleid door zicht op, en beleving van de bestaande monumenten en beeldbepalende panden rond het plangebied.

De relevante beleidsdocumenten geven samen een aantal factoren en uitgangspunten die zorgen voor ruimtelijke kwaliteit. Zie bijlage 3.4 voor een volledig overzicht van deze factoren.

Broekervaart De Broekervaart en de oevers van de Broekervaart komen ook naar voren in de relevante beleidsdocumenten als belangrijke factoren voor de ruimtelijke kwaliteit. De relatie met de Broekervaart dient dan ook te worden vormgegeven in het plangebied, om zo de kwaliteit van het water te benutten.

Dorpslint Wat uit de relevante beleidsdocumenten vooral naar voren komt, is dat aansluiting op het bestaande dorpslint van essentieel belang is voor de ruimtelijke kwaliteit. Deze aansluiting dient ruimtelijk te zijn, en ook door middel van voortzetting van de karakteristieke inrichting en materialisering van de openbare ruimte, en

30


Ontwerp In het ontwerp voor de nieuwe inrichting van het plangebied moeten er dus sterke ruimtelijke en visuele aansluitingen zijn op het dorpslint, de beeldbepalende panden en monumenten, en de Broekervaart en bijbehorende oevers, om te zorgen voor ruimtelijke kwaliteit in het plangebied.

Rand Broekermeerpolder De rand van de Broekermeerpolder komt ook naar voren als belangrijke factor voor ruimtelijke kwaliteit. Deze rand bevindt zich echter buiten het plangebied en is niet relevant voor de inrichting van het plangebied, maar wel voor de vormgeving van de onderdoorgang en de waterkering.

31


2.4 Programma van Eisen voor nieuwe inrichting BiW Gebaseerd op leefbaarheid volgens bewoners, ruimtelijke kwaliteit volgens relevant beleid en eisen/wensen betrokken partijen.

Doelen

Het beperken of vermijden van verkeersoverlast.

Een verkeersveilige omgeving. Een optimale en verkeersveilige verbinding voor langzaam verkeer.

Een ruimtelijke en visuele verbinding.

Een groene omgeving.

Benutting van de kwaliteit van het water.

Nieuwe horeca.

Terras in het gebied.

Middelen (optioneel) Groene landschappelijke geluidswallen. Geluidswanden. Geluidsarm asfalt. Eenrichtingsverkeer Parallelweg. Verbinding tussen de Parallelweg en de Binnenweeren. Verkeersdrempels. Zo min mogelijk parkeerplaatsen. Geluiddempende bomen. Shared Space. Snelheidsremmende maatregel overgang Parallelweg-fietspad. Duidelijke fietspaden. Ontmoetings- en speelplekken goed afgezonderd van verkeer. Aanpassing kruispunt Eilandweg-ophaalbrug. Bestaande ophaalbrug behouden. Verplaatsing ophaalbrug. Extra brug voor langzaam verkeer. Ophaalbrug in lijn met Zuideinde. Verbinding Dorpsstraat en Zuideinde. Een centraal plein. Herstel van historische lijnen. Bebouwingsvolumes. Zichtlijn Dorpsstraat en Zuideinde. Herbouwd pand aan zichtlijn. Een bomenrij. Het gebruik van dezelfde klinkers in het plangebied. Y-vormige splitsing vanaf de ophaalbrug. Open hagen bij tuinen aan plangebied. Picknickweide. Bomenrijen. Bomen aan de randen van het plangebied. Open groene plek in het midden van het plangebied. Klein stukje gras met een paar bankjes. Zoveel mogelijk groen. Hoge biodiversiteit. Bestaand aantal bomen behouden of laten toenemen. Monumentale bomen behouden. Uitzicht behouden. Een menging van groen en bebouwing, of in ieder geval een groene uitstraling. Toepassing van groen voor de ingangen van de doorgaande provinciale weg. Café aan het water. Aanlegplaatsen voor boten in beperkte mate. Terras aan het water in combinatie met een herbouwd historisch pand. Klein haventje. Zwemplek met een steiger. Steiger met zitplaatsen en aanlegplekken. Terras aan het water tegenover Pelserbrug. Het intact houden van de oevers van de Broekervaart. Vormgeving van de relatie met de Broekervaart. Koffiecafé. Koffiezaakje, in combinatie met een speeltuin. Standplaats voor wisselende mobiele horeca. Historisch pand herbouwd als restaurant, in bedrijf door huidige bewoners. Terras voor eetcafé De Drie Noten. Niet grootschalig. Drie tafels met stoelen naast standplaats voor wisselende horeca. Verscholen terras met plaats voor 40 personen.

Ten behoeve van

Leefbaarheid (eisen en wensen van bewoners uit Broek in Waterland en de Dorpsraad).

Eisen gemeente Waterland. Ruimtelijke kwaliteit. Leefbaarheid (eisen en wensen van bewoners uit Broek in Waterland en de Dorpsraad). Ruimtelijke kwaliteit. Leefbaarheid (eisen en wensen van bewoners uit Broek in Waterland en de Dorpsraad).


Middelen (optioneel)

Doelen

Kleine markt. Natuurspeeltuin. Een open groene plek met bankjes. Picknickmogelijkheden. Verblijfsplekken Een speeltuin voor kinderen. waar men kan zitten Een alternatieve plek voor jongeren. of iets kan doen. Speeltuin voor jonge kinderen met ontmoetingsplek voor ouders. Kleine BMX-baan. Bankjes voor de jeugd waar toezicht op is vanuit de omgeving. Bankjes. Besloten karakter. Koppeling met een landelijke omgeving. Historisch. Herstellen van de historische fout. Een uitstraling die Herbouw van het historische pand. past bij het karakter van het dorp. Het herstellen en terugbrengen van de oorspronkelijke verkavelingsstructuur. Behoud van bestaande verkavelingsstructuur, korrelgrootte en schaal. Behoud van de doorzichten. Geleidelijke overgang vanuit Broek in Waterland naar het open weidegebied. Voorkomen van een te grote scheiding tussen privĂŠ en openbaar gebied. Het aansluiten op het landelijke karakter van het lint (Dorpsstraat en Zuideinde). Bebouwing om een plek te maken en functies te faciliteren. Het historische ContinuĂŻteit van bebouwing om de sociale veiligheid te versterken. dorpslint herkenbaar doortrekken/ Fietsenstalling eventueel als onderdeel van de lintbebouwing. herstellen. Shared space als basis voor de inrichting van de nieuwe centrale ruimte: een dorpse inrichting waar voetgangers en fietsers voorrang hebben. Doorgang openbaar Twee bushaltes. vervoer. Doorgang verkeer Doorgaand verkeer door het dorp. bij calamiteiten. Aanvullende eisen en wensen.

Ten behoeve van

Leefbaarheid (eisen en wensen van bewoners uit Broek in waterland en de Dorpsraad).

Eis van Dorpsraad. Eisen Dorpsraad en gem. Waterland.

Ruimtelijke kwaliteit.

Eisen provincie Noord-Holland.

Een plein met een kunstwerk als herkenningspunt van Broek in Waterland.

Wens van bewoner.

Bestaande bruggen bij voorkeur behouden. Nieuwe brug(gen) eenvoudig en goedkoop, bij voorkeur klapbrug. Passend materiaalgebruik voor nieuwe brug(gen). Afscherming open delen onderdoorgang.

Eisen en wensen gemeente Waterland.

Toelichting Programma van Eisen Dit Programma van Eisen is tot stand gekomen door onderzoek naar leefbaarheid volgens bewoners, ruimtelijke kwaliteit volgens relevant beleid, en de eisen en wensen van betrokken partijen. In dit onderzoek zijn doelen en middelen naar voren gekomen die ten behoeve zijn van de leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en draagvlak onder betrokken partijen. In het programma van eisen zijn alleen middelen opgenomen die direct relevant zijn voor de ruimtelijke inrichting van het plangebied. Doelen en middelen waar nog verdeeldheid over heerst zijn niet opgenomen in het programma van eisen, met uitzondering van het middel shared space. De toepassing van het shared space-principe komt ten goede aan de wensen van de Dorpsraad en een aantal bewoners, en aan de ruimtelijke kwaliteit. Op basis van dit programma van eisen kan er een ontwerp gemaakt worden voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. Het ontwerp moet voldoen aan alle doelen, en voor elk doel moeten daarom een aantal middelen zijn toegepast. De middelen zijn optioneel, maar het ontwerp bevat idealiter zoveel mogelijk middelen in zich. Afweging tussen bepaalde middelen is mogelijk, zolang de doelen op zichzelf behaald worden. 33


3


ONTWERPPROCES


3.1 Het dorpslint Aansluiten op het bestaande dorpslint en het dorpslint herkenbaar doortrekken is naar voren gekomen als middel ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit. Een verbinding van het Zuideinde met de Dorpsstraat is ook voorgesteld door bewoners als middel voor het verbinden van de twee delen van het dorp. Een dorpslint creĂŤren heeft dan ook hoge prioriteit gekregen tijdens het ontwerpproces. Om een dorpslint te creĂŤren is het nodig om de bestaande ophaalbrug te verplaatsen zodat deze in lijn komt het Zuideinde, of om een nieuwe bredere brug te plaatsen. Het dorpslint kronkelt als het ware door het dorp heen. De kronkelende vorm van het Dorpslint is zichtbaar op de kaart en in het straatbeeld. De lichte buigingen in het dorpslint zorgen ervoor dat het einde van straat niet zichtbaar is in het straatbeeld is, zoals bijvoorbeeld goed te zien is in het Zuideinde. Dit is karakteristiek voor het dorslint en moet dan ook worden voortgezet in de nieuwe inrichting van het plangebied om het dorpslint herkenbaar door te trekken.

Het Zuideinde.

36


Een lichte buiging/kronkel in het plangebied om de kronkelende vorm van het gehele dorpslint voort te zetten:

Het dorpslint zou echter niet zichtbaar zijn zonder de kenmerkende houten huizen die staan aan het dorpslint. Om het dorpslint herkenbaar en zichtbaar door te trekken is het nodig om de vorm van het dorpslint te versterken met ruimtelijke volumes die kenmerkend zijn voor Broek in Waterland. De kenmerkende houten huizen zorgen op zichzelf ook voor ruimtelijke kwaliteit. Bij het plaatsen van nieuwe bebouwing in het plangebied moeten ook de korrelgrootte en schaal, van andere bebouwing en kavels in het dorp, zijn toegepast. Een lichte buiging/kronkel versterkt met ruimtelijke volumes:

37


3.2 Herbouw van het pand aan de Jaagweg In het midden van het plangebied staat een historisch pand. Dit pand moet gesloopt worden voor de aanleg van de onderdoorgang. Het is een eis van de gemeente en Dorpsraad, en wens van een aantal bewoners, dat dit pand herbouwd wordt in originele vorm. Een aantal bewoners wensen ook nieuwe horeca in het gebied, en een aantal bewoners daarvan stellen voor dat het historische pand herbouwd wordt als restaurant. Tijdens het ontwerpproces is er gezocht naar een goede plek om het historische pand te herbouwen. Het historische pand kan goed functioneren als een ruimtelijk volume aan het dorpslint en zal ook baat hebben bij een terras aan het water, als het zal functioneren als restaurant. Het historische pand mag wat betreft de Dorpsraad ook op een andere plek in het plangebied herbouwd worden. Voor de historische waarde is het wel het mooist als het pand op ongeveer de oorspronkelijke plek herbouwd wordt. Een bewoner stelde ook voor dat een eventueel terras aan het water, zich tegenover de Pelserbrug zou moeten bevinden. Gasten op het terras hebben dan een mooi doorzicht onder de brug door.

Het historische pand heeft tijdens het ontwerpproces, en in het uiteindelijke ontwerpvoorstel altijd een plek gekregen aan het dorpslint en aan het water, en is ook altijd geplaatst op ongeveer de oorspronkelijke plek. Het terras aan het water is geplaatst tegenover de Pelserbrug voor een mooi uitzicht over de Broekervaart en een doorzicht onder de Pelserbrug. Het dorpslint, het water, de oorspronkelijke plek, en een terras tegenover de Pelserbrug, hebben samen bepaald waar het historische pand het best herbouwd kan worden, om eisen en wensen te vervullen en om ten goede te komen aan de ruimtelijke kwaliteit.

38


3.3 Benutting kwaliteit van het water Bewoners hebben tijdens het co-creatieproces en de interviews meerdere middelen aangegeven voor de benutting van de kwaliteit van het water. In relevant beleid worden de Broekervaart en de oevers aangemerkt als belangrijke factoren voor ruimtelijke kwaliteit. Het beleid geeft aan dat de relatie met de Broekervaart dient te worden vormgegeven. Tijdens het ontwerpproces is er gezocht naar een toepassing die wensen van bewoners vervult, de relatie met de Broekervaart vormgeeft en de kwaliteit van het water benut. Hier kwam al snel uit naar voren dat er een zwemplek met steigers voor zwemmers en bootjes, en een terras aan het water moesten komen. De zwemplek kan het beste bij het breedste stuk van de Broekervaart komen, om te voorkomen dat zwemmers en vaarverkeer met elkaar in conflict komen. De zwemplek zou kunnen bestaan uit een steiger die uitsteekt in het water, of uit steigers aan de oever. Een steiger die uitsteekt in het water geeft de mogelijkheid om een afgesloten zwemgebied te creĂŤren, maar maakt het vaarwater wel smaller. Steigers aan de oever lijken praktischer. Bewoners zien ook graag een plek voor jongeren, maar liever geen nieuwe jeugdhonk. De zwemsteiger zou ook kunnen functioneren als plek voor jongeren.

39


3.4 Ruimtelijke kwaliteit panden Laan Aan Laan staan een aantal panden die zijn aangemerkt als rijksmonumenten of beeldbepalende panden, bijvoorbeeld het pand op de afbeelding rechts. Deze panden grenzen met hun achterzijde aan het plangebied, maar zijn door dichte hagen niet zichtbaar vanuit het plangebied. Hierdoor kan de ruimtelijke kwaliteit van deze panden niet worden benut in het plangebied. Een bewoner van een van de panden aan Laan heeft aangegeven dat, als er een onderdoorgang komt voor de N247 en er mooie inrichting bovengronds komt, hij bereid is om de dichte hagen opener maken, zodat de bewoner ook meer uitzicht heeft. De bewoner heeft hierbij later aangegeven dat de privacy van zijn tuin hem wel veel waard is. De privacy moet dus wel gewaarborgd blijven. Toch zou enig zicht op deze panden, met waarborging van de privacy, mogelijk moeten zijn en veel ruimtelijke kwaliteit kunnen toevoegen aan het plangebied. Zicht op de panden aan Laan is dan ook consequent meegenomen in het ontwerpproces.

Rijksmonument aan Laan.

Om bewoners aan te moedigen om hun tuinen opener te maken, is tijdens het ontwerpproces het idee ontstaan om het tuinachtige karakter voort te zetten in het deel van het plangebied achter de erven van Laan. Dit zou zijn uiting moeten krijgen in een groene inrichting. Dichte hagen bij de achtertuinen van Laan.

40


3.5 Eetcafé De Drie Noten In de huidige situatie bevindt eetcafé De Drie Noten zich aan het plangebied. Een aantal bewoners hebben aangegeven dat zij terras in het plangebied willen, en daarbij aangegeven dat dit terras bijvoorbeeld bij De Drie Noten voor de deur zou kunnen komen. Het eetcafé zou hierdoor ook profiteren van de ruimte die vrijkomt dankzij een onderdoorgang. Een terras voor het eetcafé is dan ook meegenomen in het ontwerpproces.

voor het eetcafé in combinatie met een speeltuin zou dan ook kunnen functioneren als een ontmoetingsplek voor kinderen en ouders.

Een aantal bewoners hebben ook aangegeven dat zij graag een speeltuin willen met daarbij een ontmoetingsplek voor de ouders. Het terras

41


3.6 De Parallelweg De Parallelweg is in de huidige situatie een voor auto’s doodlopende straat, die parallel ligt aan de huidige N247. Als er een onderdoorgang komt, dan komt het open gedeelte van de ondergang en een rijbaan voor het verkeer dat Broek in Waterland inrijdt vanaf de afrit van de N247, voor de woningen van de Parallelweg. Er is daarom weerstand tegen de onderdoorgang vanuit de bewoners van de Parallelweg. Leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit creëren is hier de grootste uitdaging. Geluidwering Bewoners vrezen voor geluidsoverlast vanuit het open gedeelte van de onderdoorgang en hebben daarom allerlei middelen voorgesteld om geluidsoverlast te beperken, zoals geluidsschermen. Tijdens het ontwerpproces is er gekeken naar wat het effect op het straatbeeld is van conventionele geluidsschermen. Door de geluidsschermen in te tekenen in een ooghoogteperspectief, wordt gelijk duidelijk dat dit niet past bij het dorpse karakter van Broek in Waterland. Grote hagen, zoals in de huidige situatie al enigszins aanwezig zijn, lijken een betere oplossing om geluidsoverlast tegen te gaan, en om het open gedeelte van de onderdoorgang af te schermen.

Parallelweg in de huidige situatie.

Groene ‘geluidswand’ in de huidige situatie.

42


Binnenweeren

N

Oosteinde

Burg

emee

ster P . ph.

Paul

Plan ts

oen

Eenrichtingsverkeer Een bewoner van de Parallelweg stelde voor om van de Parallelweg eenrichtingsverkeer te maken voor motorvoertuigen, bij een onderdoorgang voor de N247. In het geval van eenrichtingsverkeer op de Parallelweg kan de rijbaan smaller zijn, en daardoor verder van de woningen liggen. Motorvoertuigen die de Parallelweg willen bereiken vanuit het dorp zouden dan via het Burgemeester P. ph. Paul Plantsoen, de Binnenweeren en het Oosteinde kunnen rijden. In de huidige situatie is er een voetpad tussen de Binnenweeren en het Oosteinde. Dit voetpad zou dan verbreed moeten worden tot een rijbaan. Dit is een interessant voorstel, wat voor meer ruimte voor groen, en meer afstand tussen woning en rijbaan op de Parallelweg kan zorgen. Het idee is daarom consequent meegenomen in het ontwerpproces, en is toegepast in het uiteindelijke ontwerpvoorstel. Dit ook om het idee onder de aandacht te brengen.

43


Parkeren Met een onderdoorgang komt er in ieder geval meer ruimte tussen de rijbaan en de woningen van de Parallelweg. Deze extra ruimte kan gebruikt worden voor groen als buffer tussen het verkeer dat het dorp inrijdt en de woningen. Naast het groen moeten in deze ruimte ook parkeerplaatsen gefaciliteerd worden. In de huidige situatie staan de auto’s geparkeerd langs de straat, en een aantal woningen hebben een eigen oprit. Nu er meer ruimte is tussen de woningen en rijbaan, is er de mogelijkheid om elke woning aan de Parallelweg een eigen oprit te geven. Hierbij moet gedacht worden aan een straat in een Amerikaanse ‘suburb’. Woningen met een al bestaande oprit krijgen hierdoor een extra lange oprit. Er kunnen natuurlijk ook gewoon parkeerplaatsen langs de straat komen in plaats van een oprit voor elke woning. Beide ideeën zijn toegepast tijdens het ontwerpproces.

Parallelweg in de huidige situatie.

Een oprit voor elke woning aan de Parallelweg kan mogelijk wel het woongenot en het aanzien van de woning bevorderen. De voordelen van een eigen oprit compenseren misschien ook wel de nadelen van het doorgaande verkeer langs de woningen van de Parallelweg. In het uiteindelijke ontwerpvoorstel hebben de woningen aan de Parallelweg daarom allemaal een eigen oprit. Referentiebeeld voor de vorm (niet het materiaalgebruik) van een oprit. (bron: Concrete By Sennstrom)

44


3.7 Een extra brug voor gemotoriseerd verkeer Een aantal bewoners uit Broek in Waterland-Zuid pleitten al langer voor een extra brug voor gemotoriseerd verkeer bij de Cornelis Roelestraat. Een extra brug zou de verkeersproblematiek op de Eilandweg kunnen oplossen doordat verkeer elkaar niet, of minder vaak hoeft te passeren op de smalle stukken van de Eilandweg.

Een aantal bewoners zijn ook fel tegen een extra brug voor gemotoriseerd verkeer. Deze bewoners vrezen voor meer verplaatsingen met de auto in het dorp, doordat de situatie voor de automobilist gemakkelijker wordt met zo’n brug. Het beperken van verkeersoverlast is echter wel een belangrijk doel, en het vooruitzicht op minder verkeer door het plangebied draagt hier aan bij. Om verkeer vanuit Broek in Waterland-Zuid een makkelijkere uitweg te bieden, maar om te voorkomen dat er meer verplaatsingen per auto door het dorp plaatsvinden, is een brug die alleen leidt naar de oprit van de provinciale weg, wellicht een goed idee. Deze brug is tijdens het ontwerpproces toegepast, maar uiteindelijk niet in het ontwerpvoorstel terecht gekomen, vanwege de verdeeldheid en extra kosten. Dit betekent niet dat een extra brug voor gemotoriseerd verkeer uitgesloten is. De voor- en nadelen van een extra brug voor gemotoriseerd verkeer dienen nog eens goed tegen elkaar afgewogen worden.

Gemotoriseerd verkeer dat naar Monnickendam of verder wil, hoeft ook niet door het gehele plangebied te rijden, maar kan vanaf de brug gelijk de oprit van de provinciale weg betreden. Het gemotoriseerde verkeer dat door het gehele plangebied rijdt zal daardoor afnemen. Een extra brug voor gemotoriseerd verkeer brengt wel kosten voor de aanleg, het beheer en het onderhoud met zich mee. De aanleg van een onderdoorgang zelf is al erg prijzig, waardoor extra kosten liever uitgespaard blijven.

Cornelis Roelest

raat

Eilandweg

45


3.8 Verkeersveiligheid Het zorgen voor verkeersveiligheid is als belangrijk doel naar voren gekomen voor de leefbaarheid. Om een verkeersveilige omgeving te creëren hebben bewoners en partijen verschillende maatregelen voorgesteld. Shared space of gescheiden verkeer? De Dorpsraad stelt de toepassing van het shared space-principe voor, als middel voor een verkeersveilige omgeving. Ook het beeldkwaliteitsplan schrijft shared space voor als principe voor de inrichting. Sommige bewoners zijn juist tegen een verkeerssituatie waarin voetgangers, fietsers en auto’s de ruimte met elkaar delen. Zij vinden dit onveilig en zien liever duidelijke fietspaden, trottoirs en rijbanen.

Shared space in de Dorpsstraat: één ruimte voor alle weggebruikers, die deze met elkaar delen.

Tijdens het ontwerpproces is er gezocht naar een combinatie van shared space en gescheiden verkeer, om beide middelen uit te testen en om de verschillende eisen en wensen te vervullen. Shared space past goed bij de inrichting van het dorpslint. Gescheiden verkeer sluit beter aan op de verkeerssituatie buiten het plangebied. In het uiteindelijke ontwerpvoorstel gaat het gescheiden verkeer over naar shared space in het midden van het plangebied. De plekken waar het gescheiden verkeer elkaar kruist hebben daarbij als effect dat fietsers en auto’s afgeremd worden, doordat zij elkaar voorrang dienen te geven, of doordat zij zich in een onduidelijk situatie bevinden waardoor zij zich richten op de medeweggebruikers.

Gescheiden verkeer aan de rand van het plangebied.

Oosteinde

Knik Bewoners en de Dorpsraad willen ook dat er een snelheidsremmende maatregel wordt getroffen bij de overgang van het fietspad uit Monnickendam naar Broek in Waterland. Om fietsers vanaf het fietspad, en motorvoertuigen vanaf de afrit, af te remmen, is er een knik in de weg. Deze knik remt het verkeer af zonder dat er een drempel nodig is. Deze knik is al vormgegeven bij het ontwerp van de onderdoorgang, en is behouden als snelheidsremmende maatregel. 46


3.9 Schetsen Met de middelen uit het programma van eisen, en met de ideeën die zijn bedacht tijdens het ontwerpproces, zijn er een aantal schetsen gemaakt om middelen en ideeën uit te proberen en weer te geven. De middelen en ideeën zijn terug te zien in verschillende schetsen op de volgende pagina’s. Tijdens het ontwerpproces zijn er ook wat ideeën verder uitgewerkt en ingepast in het plangebied. Hier is ‘Ontwerp 1’ uit voort gekomen. Ontwerp 1 was de eerste poging tot een ontwerp na het proces van schetsen.

Illustratie: Macrovector.

47


Schets 1 Een inrichting met: • Zwemplek, met uitstekende steiger. • Picknickplek als verblijfsruimte.

• Zicht op historische panden van Laan. • Terras en restaurant aan het water.

48


• Kronkelend dorpslint. • Terras voor De Drie Noten.

• Eenrichtingsverkeer Parallelweg. • Geluidwerende haag bij Parallelweg.

49


Schets 2 Een inrichting met: • Zwemplek, met steigers op de oever. • Picknickplek als verblijfsruimte.

• Zicht op historische panden van Laan. • Terras en restaurant aan het water en plein.

50


• Dorpslint verbreed tot plein. • Ruimtelijke volumes geven het plein vorm.

• Eenrichtingsverkeer Parallelweg. • Opritten bij de Parallelweg.

51


Schets 3 Een inrichting met: • Zwemplek, met steigers op de oever. • Tuinachtige inrichting achter Laan.

• Zicht op historische panden van Laan. • Kronkelend dorpslint.

2

1

52


• Ruimtelijke volumes geven dorpslint vorm. • Volumes draaien een slag om lint te openen.

• Eenrichtingsverkeer Parallelweg. • Rijbaan zo ver mogelijk van woningen.

53


Ooghoogteperspectieven bijbehorend tot schets 3

1

54


2

55


Ontwerp 1 Een inrichting met: • Zwemplek, met uitstekende steiger. • Historisch pand herbouwd als restaurant. • Restaurant en terras aan het water. • Kronkelend dorpslint. • Een bredere brug als onderdeel van het lint. • Terras voor eetcafé De Drie Noten • Standplaats voor mobiele horeca.

• Een kunstwerk (wens van bewoner). • Een grote speeltuin. • Een extra brug voor gemotoriseerd verkeer richting Monnickendam.

56


57


4


ONTWERPVOORSTEL


4.1 Over het ontwerpvoorstel Uit het vooronderzoek is een programma van eisen tot stand gekomen voor de nieuwe inrichting van het plangebied. Tijdens het ontwerpproces is er gewerkt met dit programma van eisen, om te komen tot het ontwerpvoorstel wat op de volgende pagina’s wordt getoond.

Terras

Het ontwerp Op de volgende pagina is de plankaart van het ontwerp weergegeven. In deze plankaart is te zien hoe het gebied in mijn ogen het beste ingericht kan worden, om te zorgen voor leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit, en voor het vervullen van eisen en wensen van bewoners en betrokken partijen. In de plankaart zijn nieuwe bebouwing, groen, infrastructuur en verschillende openbare ruimtes te zien. Om het ontwerp nader toe te lichten wordt er ingegaan op zes belangrijke plekken in het ontwerp: het dorpslint, de zwemplek, de speeltuin, het terras en restaurant aan het water, de achtertuinen van Laan, en de Parallelweg.

Speeltuin

Zwemplek

Bankje

Aanvullende kaartsymbolen De legenda van de basiskaart is voor de plankaart van het ontwerpvoorstel aangevuld met een paar nieuwe kaartsymbolen, die rechts zijn weergegeven. Deze kaartsymbolen maken nieuwe vormen van ruimtegebruik in het plangebied duidelijk, die nog niet of nauwelijks aanwezig zijn in de huidige situatie rondom het plangebied. Om de plankaart goed te kunnen begrijpen is het van belang om op deze kaartsymbolen te letten.

Haag (geluidwering)

Oprit

Toetsing Het ontwerpvoorstel is getoetst aan het programma van eisen dat voorafgaand aan het ontwerpproces is opgesteld. Het ontwerpvoorstel is ook verstuurd naar de bewoners en Dorpsraad, waar tijdens het onderzoek mee gesproken is. De bewoners en Dorpsraad hebben na het zien van het ontwerpvoorstel een reactie gegeven. Deze reacties zijn ook een toetsing van het ontwerp, en zijn te vinden op pagina 86 t/m 91.

Bushalte

60


4.2 Van bestaande situatie naar ontwerpvoorstel

61


4.3 Plankaart

62


63


4.4 Het dorpslint Verbinding van het dorp Om de twee delen van het dorp met elkaar te verbinden worden de Dorpsstraat en het Zuideinde met elkaar verbonden. Het dorpslint wordt als het ware ‘doorgetrokken’. De bestaande ophaalbrug De bestaande ophaalbrug wordt ‘opgeschoven’, zodat deze in lijn komt met het Zuideinde, en onderdeel wordt van het dorpslint. Het kruispunt tussen de Eilandweg en het Zuideinde wordt hierdoor ook logischer en veiliger. De brug blijft alleen toegankelijk voor fietsers en voetgangers.

64


Kronkelend dorpslint Het dorpslint kronkelt door het dorp heen. Deze kronkelende vorm wordt voortgezet in het plangebied door een lichte boog. Het dorpslint wordt hierdoor herkenbaar doorgetrokken.

65


Ruimtelijke volumes Het dorpslint wordt versterkt met ruimtelijke volumes. Het historische pand aan de Jaagweg wordt herbouwd en geplaatst langs het dorpslint. Een aantal nieuwe gebouwen in Broeker stijl worden ook geplaatst langs het dorpslint. De fietsenstalling wordt ook geplaats langs het dorpslint. Deze bouwwerken in combinatie met bomen versterken de vorm van het dorpslint ruimtelijk, waardoor de kronkelende vorm van het dorpslint zichtbaar is, zoals elders ook in het dorp.

66


Breedte De breedte die het dorpslint op andere plekken heeft wordt voortgezet in het plangebied, om de herkenbaarheid van het dorpslint ook voort te zetten in het plangebied. Herkenbaarheid De breedte, de kronkelende vorm, de ruimtelijke volumes die deze vorm versterken, bebouwing in Broeker stijl en het behouden en verplaatsen van de ophaalbrug, zorgen ervoor dat het dorpslint herkenbaar wordt doorgetrokken van het Zuideinde naar de Dorpsstraat. Zie de onderstaande schets ter impressie van dit idee.

67


Bestrating • Bestrating in de stijl van de Dorpsstraat. • Geen verhoogd trottoir in straatprofiel (shared space).

Historisch pand Jaagweg • Historisch pand van de Jaagweg herbouwd en onderdeel van dorpslint.

Bestrating • Trottoir en bestrating in de stijl van het Zuideinde.

68


4.5 De zwemplek • Steigers aan de Broekervaart om op te verblijven, om vanaf te springen, of om een boot aan te meren. • Bankjes op de oever om op te verblijven en eventueel te picknicken. • Een plek voor zomerse recreatie. • Verblijfsplek voor jongeren, met sociale controle vanuit de woningen aan de Eilandweg en achtertuinen van Laan. • Vormgeving van de relatie met de Broekervaart. • Oevers van de Broekervaart worden intact gehouden.

Eilandweg

2

5

25,5 36

69

3,5


4.6 De speeltuin • Ontmoetings- en verblijfsplek voor kinderen en ouders. • Terras voor eetcafé De Drie Noten. • Speeltoestellen voor kinderen. • Bankjes en terras voor ouders. • Speeltuin afgeschermd van verkeer met struiken en trottoirs. • Parkeerplaats (rechts op de kaart op pagina 72 en 73) kan eventueel vrijgemaakt worden om te functioneren als standplaats voor mobiele horeca.

2

5

70


2

13,5 25,5

71

3


72


73


4.7 Terras en restaurant aan het water • •

• • • • • •

Historisch pand aan de Jaagweg herbouwd als restaurant, eventueel in bedrijf door de huidige bewoners. Verscholen en ruim opgezet terras met plaats voor 40 personen. Het terras ligt enigszins verscholen door lagere ligging en struiken aan de randen. Terras aan het water. Een verblijfsplek waar de ruimtelijke kwaliteit van de Broekervaart kan worden ervaren met een hapje en drankje. Aanlegplekken voor bezoekers met een boot in beperkte mate. Vorm van de oevers van de Broekervaart wordt intact gehouden. Vormgeving van de relatie met de Broekervaart. Ruimtelijke kwaliteit Broekervaart zichtbaar vanaf het terras.

28

3

7

7 74


s rps

Do at

tra

Laan

Eilandweg

2

18,5

12,5

73,5 75

2,5


4.8 Achtertuinen van Laan

Dichte hagen in de huidige situatie beperken de ruimtelijke kwaliteit.

Dichte hagen gedeeltelijk vervangen met zwart of wit geschilderde gietijzeren hekwerken.

28

3

7

7 76


s rps

Do at

tra

Laan

Eilandweg

Ruimtelijke kwaliteit van historische rijksmonumenten en beeldbepalende panden aan Laan zichtbaar vanuit het plangebied.

2

18,5

12,5

73,5 77

2,5


4.9 De Parallelweg • Voetgangers, fietsers en motorvoertuigen gescheiden van elkaar, ten behoeve van de verkeersveiligheid. • Eenrichtingsverkeer voor motorvoertuigen. • Een haag voor geluidwering. • Rijbaan zo ver mogelijk van woningen. • Voor elke woning een oprit. Woningen met een al bestaande oprit krijgen hierdoor een dubbele oprit. • Opritten worden doorkruist met een voetpad.

Referentiebeeld voor de vorm (niet het materiaalgebruik) van een oprit. (bron: Concrete By Sennstrom)

14

5,5

78

2

4

3


3

3

1

1

3

3

2

53

79

2

3

3

1


• Snelheidsremmende maatregel bij de overgang tussen de Parallelweg en het fietspad richting Monnickendam. Het fietspad maakt een knik en wordt tijdelijk onderbroken.

Burg

emee

ster P . ph.

Paul

Plan

tsoen

• Gemotoriseerd verkeer vanuit het dorp naar de Parallelweg via de Binnenweeren en het Oosteinde. Hierdoor is er minder verkeer over de Parallelweg en meer afstand mogelijk tussen de woningen en de rijbaan. • Duidelijke fiets- en voetpaden voor een verkeersveilige omgeving.

Parallelweg

80


• Snelheidsremmende maatregel bij de overgang tussen de Parallelweg en de afrit van de provinciale weg. Bij de overgang zit een knik in de weg en veranderd het materiaal van de rijbaan. • Parkeerplaats bij het Oosteinde voor extra auto’s of auto’s van bezoekers.

Oosteinde

Binnenweeren

81


4.10 Materialisatie en inrichtingselementen Materialisatie en inrichtingselementen in het gehele plangebied dienen hetzelfde te zijn als in de rest van het historische dorp. Hierdoor moet de nieuwe inrichting aanvoelen als echt onderdeel van het dorp, en de ruimtelijke verbinding van de twee delen van het dorp beleefbaar maken.

82


83


4.11 Toetsing aan Programma van Eisen Gebaseerd op leefbaarheid volgens bewoners, ruimtelijke kwaliteit volgens relevant beleid en eisen/wensen betrokken partijen.

Doelen

Het beperken of vermijden van verkeersoverlast.

Een verkeersveilige omgeving. Een optimale en verkeersveilige verbinding voor langzaam verkeer.

Een ruimtelijke en visuele verbinding.

Een groene omgeving.

Benutting van de kwaliteit van het water.

Nieuwe horeca.

Terras in het gebied.

Middelen (optioneel) Groene landschappelijke geluidswallen. Geluidswanden. Geluidsarm asfalt. Eenrichtingsverkeer Parallelweg. Verbinding tussen de Parallelweg en de Binnenweeren. Verkeersdrempels. Zo min mogelijk parkeerplaatsen. Geluiddempende bomen. Shared Space. Snelheidsremmende maatregel overgang Parallelweg-fietspad. Duidelijke fietspaden. Ontmoetings- en speelplekken goed afgezonderd van verkeer. Aanpassing kruispunt Eilandweg-ophaalbrug. Bestaande ophaalbrug behouden. Verplaatsing ophaalbrug. Extra brug voor langzaam verkeer. Ophaalbrug in lijn met Zuideinde. Verbinding Dorpsstraat en Zuideinde. Een centraal plein. Herstel van historische lijnen. Bebouwingsvolumes. Zichtlijn Dorpsstraat en Zuideinde. Herbouwd pand aan zichtlijn. Een bomenrij. Het gebruik van dezelfde klinkers in het plangebied. Y-vormige splitsing vanaf de ophaalbrug. Open hagen bij tuinen aan plangebied. Picknickweide. Bomenrijen. Bomen aan de randen van het plangebied. Open groene plek in het midden van het plangebied. Klein stukje gras met een paar bankjes. Zoveel mogelijk groen. Hoge biodiversiteit. Bestaand aantal bomen behouden of laten toenemen. Monumentale bomen behouden. Uitzicht behouden. Een menging van groen en bebouwing, of in ieder geval een groene uitstraling. Toepassing van groen voor de ingangen van de doorgaande provinciale weg. Café aan het water. Aanlegplaatsen voor boten in beperkte mate. Terras aan het water in combinatie met een herbouwd historisch pand. Klein haventje. Zwemplek met een steiger. Steiger met zitplaatsen en aanlegplekken. Terras aan het water tegenover Pelserbrug. Het intact houden van de oevers van de Broekervaart. Vormgeving van de relatie met de Broekervaart. Koffiecafé. Koffiezaakje, in combinatie met een speeltuin. Standplaats voor wisselende mobiele horeca. Historisch pand herbouwd als restaurant, in bedrijf door huidige bewoners. Terras voor eetcafé De Drie Noten. Niet grootschalig. Drie tafels met stoelen naast standplaats voor wisselende horeca. Verscholen terras met plaats voor 40 personen.

Ten behoeve van

Leefbaarheid (eisen en wensen van bewoners uit Broek in Waterland en de Dorpsraad).

Eisen gemeente Waterland. Ruimtelijke kwaliteit. Leefbaarheid (eisen en wensen van bewoners uit Broek in Waterland en de Dorpsraad). Ruimtelijke kwaliteit. Leefbaarheid (eisen en wensen van bewoners uit Broek in Waterland en de Dorpsraad).


Doelen

Middelen (optioneel)

Kleine markt. Natuurspeeltuin. Een open groene plek met bankjes. Picknickmogelijkheden. Verblijfsplekken Een speeltuin voor kinderen. waar men kan zitten Een alternatieve plek voor jongeren. of iets kan doen. Speeltuin voor jonge kinderen met ontmoetingsplek voor ouders. Kleine BMX-baan. Bankjes voor de jeugd waar toezicht op is vanuit de omgeving. Bankjes. Besloten karakter. Koppeling met een landelijke omgeving. Historisch. Herstellen van de historische fout. Een uitstraling die Herbouw van het historische pand. past bij het karakter van het dorp. Het herstellen en terugbrengen van de oorspronkelijke verkavelingsstructuur. Behoud van bestaande verkavelingsstructuur, korrelgrootte en schaal. Behoud van de doorzichten. Geleidelijke overgang vanuit Broek in Waterland naar het open weidegebied. Voorkomen van een te grote scheiding tussen privé en openbaar gebied. Het aansluiten op het landelijke karakter van het lint (Dorpsstraat en Zuideinde). Bebouwing om een plek te maken en functies te faciliteren. Het historische Continuïteit van bebouwing om de sociale veiligheid te versterken. dorpslint herkenbaar doortrekken/ Fietsenstalling eventueel als onderdeel van de lintbebouwing. herstellen. Shared space als basis voor de inrichting van de nieuwe centrale ruimte: een dorpse inrichting waar voetgangers en fietsers voorrang hebben. Doorgang openbaar Twee bushaltes. vervoer. Doorgang verkeer Doorgaand verkeer door het dorp. bij calamiteiten. Aanvullende eisen en wensen.

Ten behoeve van

Leefbaarheid (eisen en wensen van bewoners uit Broek in waterland en de Dorpsraad).

Eis van Dorpsraad. Eisen Dorpsraad en gem. Waterland.

Ruimtelijke kwaliteit.

Eisen provincie Noord-Holland.

Een plein met een kunstwerk als herkenningspunt van Broek in Waterland.

Wens van bewoner.

Bestaande bruggen bij voorkeur behouden. Nieuwe brug(gen) eenvoudig en goedkoop, bij voorkeur klapbrug. Passend materiaalgebruik voor nieuwe brug(gen). Afscherming open delen onderdoorgang.

Eisen en wensen gemeente Waterland.

Toetsing aan Programma van Eisen In theorie voldoet het ontwerpvoorstel aan alle doelen in het programma van eisen. Het ontwerpvoorstel heeft daarom de potentie om de leefbaarheid te verbeteren, de ruimtelijke kwaliteit te herstellen, en om draagvlak te creëren voor een onderdoorgang bij bewoners en betrokken partijen. Een nieuw ontwerpproces is vereist om te kijken naar de mogelijkheden van de ongebruikte middelen.

85


4.12 Toetsing door reacties bewoners Leefbaarheid is de mate waarin de omgeving aansluit bij de eisen en wensen die er door de mens aan worden gesteld. Om te toetsen of het ontwerpvoorstel daadwerkelijk de leefbaarheid verbeterd, is het belangrijk om te controleren of het ontwerpvoorstel voldoet aan de eisen en wensen die de bewoners stellen. Om die reden is het ontwerpvoorstel naar bewoners gestuurd voor een reactie. Met deze reacties wordt het ontwerpvoorstel getoetst. Daarmee wordt duidelijk wat er nog moet veranderen aan het ontwerpvoorstel, om daarmee de leefbaarheid nog meer te verbeteren.

Ik vroeg mij af wat de extra bebouwing op het plein inhoudt. Zijn dat woningen of bedrijfspanden? Want er werd helemaal niet gesproken over extra bebouwing/huizen.

Bewoner Broek in Waterland.

Bewoners hebben positieve reacties gegeven, kritische opmerkingen gegeven, en kritische vragen gesteld. Deze reacties komen bijvoorbeeld doordat bewoners hun suggesties niet terug zien in het ontwerp, of door nieuwe ideeĂŤn die zijn toegepast. Sommige reacties komen ook door dingen die over het hoofd zijn gezien, zoals een tweede fietsenstalling. De opmerkingen en vragen van bewoners geven vervolgstappen aan, die de ontwerper dient te nemen. Deze vervolgstappen zijn aanpassingen aan het ontwerp of ruimtelijke ingrepen die (nogmaals) onderzocht te dienen worden.

Is er zoveel vraag naar speeltoestellen, want die staan toch ook op het schoolplein en op het speelpleintje op het Binnenweeren. En dat is om de hoek. Het zou ook een mooi parkje kunnen worden. Het vondelpark van Broek in Waterland.

Bewoner Broek in Waterland.

Hoe gaat het fietspad van de parallelweg verder over het plein? (het gedeelte tussen beide bushaltes)

Bewoner Broek in Waterland.

86


Ik weet dat jij daar waarschijnlijk weinig aan kan doen, omdat ze voor jou een gebied hebben aangewezen waar jij invulling aan mag geven. Maar ik denk dat het echt veel beter is dat de tunnel langer ondergronds blijft waardoor de toevoerweg over de tunnel te realiseren is en dit de veiligheid veel beter maakt.

En wordt het niet een onveilige situatie met de auto’s die van hun oprit komen en over het fietspad (met dubbele rijrichting) de weg op moeten rijden? (gezien ook de geparkeerde auto’s van buren je zicht daarop zal ontnemen)

Bewoner Broek in Waterland.

Bewoner Broek in Waterland.

Wordt de rondweg door Binnenweeren en Oosteinde op de hoek die deze twee straten met elkaar verbindt niet erg nauw. Op dit moment is het namelijk een steegje.

Als dit ook daadwerkelijk de inrichting van het dorp zou worden, is dat een hele grote verbetering van de leefbaarheid en het aanzien.

Bewoner van Laan.

Bewoner Broek in Waterland.

Waar is de fietsenstalling aan de andere kant van de weg gebleven bij de bushalte, aan de kant van het historische pand? In je ontwerp zie ik alleen een fietsenstalling aan de kant bij de speelplaats. Maar biedt dit voldoende ruimte voor alle fietsen die nu aan beide kanten van de weg staan voor zowel fietsen uit noord als zuid voor beide bushaltes.

Ik zou graag nog meer aandacht zien voor biodiversiteit. Met een slimme groene inrichting wordt de leefbaarheid voor mens en dier vergroot. Bovendien is gebleken dat een dergelijke oplossing onderhoudsarm kan zijn.

Bewoner van Laan.

Bewoner Broek in Waterland.

87


Echter de wens van de meeste Broekers, vaak geuit, om een nieuw centraal plein te maken zie ik niet terug in je ontwerp. De bouw van enkele nieuwe panden aan de “lint” doorkruisen het idee van een centraal plein waar Broekers elkaar zouden kunnen ontmoeten.

Wat betreft de positie van ons eigen huis en tuin, zouden we het bij nader inzien op prijs stellen niet geheel ‘ontbloot te worden’. De privacy van onze tuin is ons wat waard.

Bewoner van Eilandweg.

Bewoner van Laan.

Ook mijn tweede suggestie , een grote wens van mij, het doortrekken van de C. Roelestraat over de Broekervaart naar het plein , middels een nieuwe brug heb je niet opgenomen. Daarbij wordt een kans gemist om het gebied in Broek Zuid beter en veiliger te ontsluiten.

Ik hoop dat de bouw snel van start kan en de uitvoerders zich laten inspireren door jouw voorstellen.

Bewoner van Eilandweg.

Bewoner van Laan.

Je ontwerp is duidelijk en mooi geïllustreerd en je poging om eenheid in het dorp te creëren door de “lint” is een leuke vondst. Evenals het terras aan de achterzijde van het monumentale pand .

Daarentegen heb je wel een ontsluiting van Broek-Noord in je ontwerp meegenomen, hetgeen ik wel een aardige oplossing vind.

Bewoner van Eilandweg.

Bewoner van Eilandweg.

88


4.13 Toetsing door reacties Dorpsraad De Dorpsraad is een belangrijke betrokken partij in de opgave. Nadat de provincie een onderdoorgang als onhaalbaar achtte in 2011, is de Dorpsraad een burgerinitiatief begonnen en hebben zij een crowdfunding gestart voor het uitwerken van een ontwerp voor een onderdoorgang. De Dorpsraad maakt zich hard voor de verbinding van de twee delen van het dorp en voor de leefbaarheid in het dorp. De reacties van de Dorpsraad op het ontwerpvoorstel geven aan of het ontwerpvoorstel voldoet aan de eisen en wensen van de Dorpsraad.

Ik ben in grote lijnen positief over je voorstel.

Bewoner van Eilandweg.

De provincie ziet de Dorpsraad ook als vertegenwoordiging van alle bewoners van Broek in Waterland. De reacties van de Dorpsraad geven daarmee ook aan of het ontwerpvoorstel voldoet aan de eisen en wensen van bewoners in Broek in Waterland. Met de reacties van de Dorpsraad wordt dus ook getoetst of het ontwerpvoorstel zorgt voor een verbetering van de leefbaarheid.

Opschuiven van de ophaalbrug, zou ik niet doen, veel kosten, terwijl je het effect van een veilige verbinding met het Zuideinde m.i. ook zou kunnen bereiken door aanpassing van de bestrating en aanrij-richting.

De Dorpsraad is over bepaalde aspecten te spreken, maar heeft ook een aantal punten van kritiek. De reacties van de Dorpsraad geven, net als de reacties van individuele bewoners, vervolgstappen aan, die de ontwerper dient te nemen. De reacties van de Dorpsraad worden getoond op de volgende pagina’s.

Bewoner van Eilandweg.

Ik vind het terras voor 40 man wat tè veel. De helft zou m.i. kunnen volstaan. Veel succes met het verwerken van de soms tegenstrijdige belangen van alle betrokkenen.

Bewoner van Eilandweg.

89


Door het creëren van “dorpslint” met de verplaatsing van het bruggetje bij de Eilandweg, zou eindelijk een al lang bestaand verkeersprobleem kunnen worden opgelost.

Die zwemplek is leuk bedacht, maar bij mooi weer varen er ook veel bootjes en ik vraag me af of dat wel samen gaat.

Dorpsraad.

Dorpsraad.

Terras bij de Drie Noten leuk, maar met de aantekening dat de speelplek wel erg dicht bij de weg ligt, dus dat betekent dat ouders erg moeten oppassen. Of er zal een hek/ haag/begroeing geplaatst moeten worden, zodat peuters en kleuters niet zomaar de weg op kunnen lopen.

De invulling van het Parallelweg gedeelte is conform eerdere tekeningen, maar de bijgevoegde foto geeft een vertekend beeld - zo ruim wordt het dacht ik toch echt niet.

Dorpsraad.

Dorpsraad.

Ook weet ik niet of spelende en dus “gillende” kinderen prettig is, als je een glaasje wilt drinken op het terras bij de 3 Noten. (Tenzij de 3 Noten de openingstijden houden die ze hebben).

Het verplaatsen van het bruggetje vind ik een aardig idee.

Dorpsraad.

Dorpsraad.

90


4.14 vervolgstappen Op basis van de reacties van bewoners en Dorpsraad valt te stellen dat het ontwerpvoorstel nog niet volledig voldoet aan de eisen en wensen die bewoners stellen. De positieve reacties geven wel aan dat het ontwerp op de goede weg zit, en met aanpassingen wel de eisen en wensen van bewoners zou kunnen vervullen. Het definitieve ontwerp is dan ook nog niet gereed. De volgende ontwerper die zich bezig gaat houden met het ontwerp dient een aantal vervolgstappen te nemen, gebaseerd op de vragen en opmerkingen van bewoners en Dorpsraad. Vervolgstappen:

Ben het eens dat de zwemplek niet echt handig is aldaar. Aan de overkant in de bocht lijkt mij een betere en ruimere plek. Het idee om een zwemplek te realiseren in combi met een hang-out voor de jeugd, goed plan!!

Dorpsraad.

• Nieuwe bebouwing in het plangebied heroverwegen en eventueel schrappen uit het ontwerp. • Het aantal speeltoestellen, of de gehele speeltuin heroverwegen. • Een park als verblijfsplek onderzoeken. • Fietsroute door het plangebied uitwerken. • Verkeersveiligheid van een straat met opritten, fietsverkeer in beide richtingen, en gemotoriseerd verkeer in één richting, onderzoeken. • Tweede overdekte fietsenstalling aan het ontwerp toevoegen. • Meer ruimte voor fietsenstalling aan het ontwerp toevoegen. • Biodiversiteit als middel voor de inrichting onderzoeken. • Open hagen bij de achtertuinen van Laan heroverwegen. • Waarborging van de privacy van de achtertuinen van Laan toevoegen aan het ontwerp. • De mogelijkheden van een centraal plein onderzoeken. • Een brug vanuit de Cornelis Roelestraat over de Broekervaart heroverwegen als middel voor het beperken van verkeersoverlast, en het zorgen voor verkeersveiligheid. • Een ontwerp maken waarin de ophaalbrug op zijn huidige plek blijft staan, om zo andere ruimtelijke mogelijkheden te verkennen. • De hoeveelheid terras heroverwegen. • De locatie van de zwemplek heroverwegen. • Ruimtewinst door eenrichtingsverkeer op de Parallelweg beter verbeelden. • Omheining speeltuin toevoegen aan het ontwerp.

Ten aanzien van de tuinen van de bewoners van de Laan vind ik het idee sterk, maar dit zal echt in overleg moeten met de betreffende bewoners!!

Dorpsraad.

Voorstel gebruik van de genoemde materialen is prima!!

Dorpsraad.

91


5


CONCLUSIE


5.1 Conclusie Het programma van eisen alleen geeft echter nog geen antwoord op de vraag hoe, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand kunnen komen in het gebied boven onderdoorgang N247 binnen een proces van co-creatie. Het programma van eisen geeft slechts de ingrediënten voor het tot stand brengen van leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, en draagvlak.

Voorafgaand aan het onderzoek werd de vraag gesteld hoe leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand kunnen komen in het gebied boven onderdoorgang N247 binnen een proces van co-creatie. Om deze hoofdvraag te beantwoorden is er in het vooronderzoek naar antwoorden gezocht op wat leefbaarheid volgens literatuur is, wat leefbaarheid volgens bewoners is, wat ruimtelijke kwaliteit volgens het relevante beleid is, en wat de eisen en wensen zijn van de betrokken partijen. De antwoorden op deze deelvragen bestaan uit allerlei verschillende eisen, wensen, factoren, en uitgangspunten die geformuleerd zijn als doelen en middelen. De doelen en middelen die direct relevant zijn voor de ruimtelijke inrichting van het plangebied, en waar geen of nauwelijks verdeeldheid over heerst, zijn opgenomen in het programma van eisen. Dit programma van eisen maakt duidelijk met welke doelen en middelen, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand kunnen komen in het gebied boven onderdoorgang N247 binnen een proces van co-creatie.

Het ontwerpvoorstel, waarin de doelen en een groot aantal middelen uit het programma van eisen zijn toegepast, laat wél zien hoe leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand kunnen komen boven de onderdoorgang binnen een proces van co-creatie. Het laat zien op welke wijze de middelen uit het programma van eisen toegepast kunnen worden. Dezelfde doelen en middelen zijn echter op vele verschillende manieren toe te passen. Op de hoofdvraag zijn dan ook meerdere antwoorden mogelijk, in de vorm van verschillende ruimtelijk plannen. Het is dan ook niet zeker of het eerder getoonde ontwerpvoorstel het best een antwoord geeft op de hoofdvraag. Hiervoor dienen meerdere ruimtelijke plannen gemaakt en getoetst te worden.

Doelen uit het programma van eisen: • Het beperken of vermijden van verkeersoverlast. • Een verkeersveilige omgeving. • Een optimale en verkeersveilige verbinding voor langzaam verkeer. • Een ruimtelijke en visuele verbinding. • Een groene omgeving. • Benutting van de kwaliteit van het water. • Nieuwe horeca. • Terras in het gebied. • Verblijfsplekken waar men kan zitten of iets kan doen. • Een uitstraling die past bij het karakter van het dorp. • Het historische dorpslint herkenbaar doortrekken/ herstellen. • Doorgang openbaar vervoer. • Doorgang verkeer bij calamiteiten.

Het programma van eisen en het ontwerpvoorstel dat daaruit voortgekomen is, geven desalniettemin een antwoord op hoe leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand kunnen komen in het gebied boven de onderdoorgang binnen een proces van co-creatie. Leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en draagvlak kunnen namelijk tot stand komen met de doelen en middelen uit het programma van eisen, die toegepast zijn op de wijze zoals getoond in het ontwerpvoorstel, of op een mogelijk andere wijze. Het programma van eisen is in dit antwoord de constante, en het ruimtelijk plan de variabele.

94


Uit het ontwerpproces en ontwerpvoorstel is in ieder geval naar voren gekomen dat het creĂŤren van een herkenbaar doorgetrokken dorpslint, een zwemplek, eenrichtingsverkeer over de Parallelweg, en het herbouwen van het historische pand als restaurant met een terras aan het water, het mogelijk maken om veel middelen uit het programma van eisen toe te passen en veel doelen uit het programma van eisen in theorie te behalen. Deze ontwerpmaatregelen zijn dan ook aan te bevelen als mogelijk antwoord op de hoofdvraag.

Een ruimtelijk plan moet in ieder geval de doelen behalen die gesteld worden in het programma van eisen, om te zorgen voor leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en draagvlak. Een ruimtelijk plan bevat idealiter zoveel mogelijk middelen uit het programma van eisen, om zo goed mogelijk deze doelen te behalen. Als de doelen die gesteld worden in het programma van eisen niet behaald worden, dan bestaat de kans dat een onderdoorgang er niet in slaagt om te voorzien in de gewenste leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, en draagvlak.

Hoe kunnen leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand komen in het gebied boven onderdoorgang N247 binnen een proces van co-creatie?

Leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en draagvlak kunnen tot stand komen met de doelen en middelen uit het programma van eisen, die toegepast zijn op een wijze die getoond wordt in het ontwerpvoorstel, of op een mogelijk andere wijze. Het creĂŤren van een herkenbaar doorgetrokken dorpslint, een zwemplek, eenrichtingsverkeer over de Parallelweg, en het herbouwen van het historische pand als restaurant met een terras aan het water, zijn hierbij ten zeerste aan te bevelen voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang.

95


5.2 Advies Provincie Noord-Holland en de betrokken partijen hebben het streven om, naast de verkeersdoorstroming, ook de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit in Broek in Waterland te verbeteren, door een onderdoorgang voor de N247.

de verkeersoverlast voor een groot deel wordt weggenomen. Het onderzoek laat ook zien dat een onderdoorgang bovengronds talloze mogelijkheden creëert om de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit nog meer te verbeteren. Daarbij wil ik de provincie adviseren om vanuit hun coördinerende rol erop toe te zien dat de toekomstige inrichting van het gebied boven de onderdoorgang erop gericht is om zo goed mogelijk de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. De provincie kan hierop toezien door de gemeente aan te bevelen, of te verplichten om de doelen uit het programma van eisen te behalen, met de daarvoor aangewezen middelen. Uit het onderzoek is namelijk gebleken dat met het behalen van deze doelen de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit verbeterd kunnen worden.

Zoals in bijlage 4.1 omschreven is, heeft de provincie een coördinerende rol in de opgave van de bovengrondse inrichting, en zijn zij nu vooral bezig met het bepalen van de voorkeursvariant voor de onderdoorgang, de haalbaarheid daarvan en de besluitvorming over het wel of niet realiseren van de onderdoorgang. Wanneer er besloten wordt dat er een onderdoorgang komt, dan zal de provincie dit besluit ook gaan uitvoeren, door de onderdoorgang te laten bouwen. De provincie houdt zich echter niet bezig met de binnenstedelijke inrichting van openbare ruimte. Dit is een opgave waar de gemeente over gaat. Gemeente Waterland heeft dan ook aangegeven het initiatief te nemen voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang.

Door ook bovengronds de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit zo goed mogelijk te verbeteren, wordt het positieve effect van een onderdoorgang op de leefbaarheid vergroot. De grote investering die gedaan moet worden in de onderdoorgang valt daarmee beter te verantwoorden. Doordat de investering in de onderdoorgang beter te verantwoorden valt, wordt er bijgedragen aan de besluitvorming over de onderdoorgang. Door te laten zien hoe de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit tot stand kunnen komen dankzij een onderdoorgang, moet het de bestuurders overtuigen om te besluiten voor het daadwerkelijk realiseren van een onderdoorgang.

Aan de provincie en gemeente, als betrokken partijen, zijn dan ook verschillende adviezen te geven op basis van het onderzoek dat is uitgevoerd. Het advies aan de provincie is gericht op de besluitvorming over de onderdoorgang, en op de coördinerende rol die de provincie heeft in de opgave. Het advies aan de gemeente is gericht op de inrichting van het plangebied. Aangezien er nog geen definitief ontwerp is voortgekomen uit het onderzoek, is er ook een advies geschreven dat gericht is aan de ontwerpers die zich in de toekomst gaan bezighouden met de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang.

De provincie werkt samen met andere betrokken partijen aan de onderdoorgang in een proces van co-creatie. Het draagvlak onder de betrokken partijen voor een onderdoorgang is daarom ook van belang in de besluitvorming over de onderdoorgang. Ik wil de provincie dan ook adviseren om erop toe te zien dat de eisen en wensen van de betrokken partijen worden vervuld in de inrichting van het gebied boven

Advies aan de provincie De provincie wil ik adviseren om te besluiten dat er een onderdoorgang moet komen. Met een onderdoorgang voor de N247 wordt hoe dan ook de leefbaarheid verbeterd doordat 96


Advies aan gemeente Waterland Ik wil de gemeente, als uitvoerder van de inrichting van het gebied boven de ondergang, adviseren om de doelen die gesteld worden in het programma van eisen te behalen, en hiervoor gebruik te maken van de daarvoor aangewezen middelen. Het creëren van een herkenbaar doorgetrokken dorpslint, een zwemplek, eenrichtingsverkeer over de Parallelweg, en het herbouwen van het historische pand als restaurant met een terras aan het water, zijn hierbij ten zeerste aan te bevelen voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. De gemeente kan zich laten inspireren door het ontwerpvoorstel dat uit dit onderzoek is voortgekomen. Dit ontwerp kan bijvoorbeeld verder uitgewerkt worden met de reacties die gegeven zijn op het ontwerpvoorstel door de bewoners en Dorpsraad.

de onderdoorgang. Zonder draagvlak voor een onderdoorgang is de grote investering niet te verantwoorden. De eisen en wensen van de betrokken partijen hangen nauw samen met middelen ten behoeve van de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit. Als de provincie erop toeziet dat de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang erop gericht is om zo goed mogelijk de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit te verbeteren, dan worden vanzelfsprekend ook een groot aantal eisen en wensen van de betrokken partijen vervuld. Naast het behalen van de doelen uit programma van eisen, beveel ik de provincie ook aan om een onderzoek te doen naar een extra brug voor gemotoriseerd verkeer in het verlengde van de Cornelis Roelestraat. Er heerst verdeeldheid onder de bewoners over een dergelijke brug, maar de brug zou de verkeerssituatie en leefbaarheid in het gehele dorp nog meer kunnen verbeteren. Dit maakt het de moeite waard om nog eens goed te kijken naar een extra brug voor gemotoriseerd verkeer.

Advies aan ontwerpers Ontwerpers die in de toekomst aan de slag gaan met de inrichting van het gebied, kunnen hun ontwerpen baseren op het programma van eisen, en inspireren op het ontwerpvoorstel. Het programma van eisen is sterk onderbouwd met een uitgebreid vooronderzoek, waar deze ontwerpers gebruik van kunnen maken. In het ontwerpvoorstel zijn ook vervolgstappen opgenomen voor een eventueel tweede ontwerp. Deze vervolgstappen zijn dan ook interessant voor de ontwerpers die zich in de toekomst gaan bezighouden met de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang.

Advies aan de provincie in het kort: • Besluit om de onderdoorgang te bouwen. • Zie erop toe dat de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang erop gericht is om zo goed mogelijk de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. • Zie erop toe dat de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang erop gericht is om zo goed mogelijk de eisen en wensen te vervullen van de bewoners en betrokken partijen. • Verplicht of adviseer de gemeente om de doelen uit het programma van eisen te behalen, in de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang, met de daarvoor aangewezen middelen. • Neem een onderzoek naar een extra brug voor gemotoriseerd verkeer bij de Cornelis Roelestraat mee in de studie naar de onderdoorgang. 97


5.3 Discussie Nu het onderzoek uitgevoerd is, de conclusies zijn getrokken, en het advies is gegeven, is het tijd om af te vragen of het onderzoek bruikbaar is voor de opdrachtgever, en wat er nog meer had onderzocht kunnen of moeten worden.

Ook is het van belang voor de provincie dat er draagvlak vanuit de betrokken partijen is voor een onderdoorgang, aangezien de provincie samen met deze partijen werkt in een co-creatieproces.

Bruikbaarheid voor de opdrachtgever De onderliggende doelstelling die voorafgaand aan het onderzoek werd geformuleerd is: een bijdrage aan de besluitvorming over de onderdoorgang. Met het onderzoek worden de mogelijkheden voor een verbetering van de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit, dankzij een onderdoorgang, aangetoond. Het onderzoek is daarmee bruikbaar voor de besluitvorming over de onderdoorgang, en behaald de onderliggende doelstelling van het onderzoek. Met het behalen van deze doelstelling, is het nu de vraag of het onderzoek en hetgeen wat daaruit voortgekomen is, ook daadwerkelijk bruikbaar is voor de werkzaamheden van de provincie.

Met dit onderzoek heeft de provincie wel een instrument in handen om de gemeente en de ontwerpers van de openbare ruimte, te sturen naar het ontwerpen en aanleggen van een openbare ruimte waarin de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit optimaal verbeterd worden. Ook heeft de provincie met dit onderzoek een instrument in handen om draagvlak te creĂŤren voor een onderdoorgang. Het programma van eisen dat uit het onderzoek is voortgekomen, bestaat namelijk uit doelen en middelen die bewoners en betrokken partijen zelf hebben aangegeven. Het onderzoek is voor de provincie dan ook een instrument dat gebruikt kan worden bij de coĂśrdinerende rol, die de provincie heeft in deze opgave. Het onderzoek lijkt hierin op het beeldkwaliteitsplan dat de provincie eerder heeft laten opstellen. Dit roept dan ook gelijk een tweede vraag op: is het onderzoek niet een tweede beeldkwaliteitsplan, wat de provincie eigenlijk al in handen heeft?

Gaandeweg het onderzoek viel op dat de opgave waaraan gewerkt werd, en het schaalniveau daarvan, niet passen bij de werkzaamheden die provincie normaal gesproken uitvoert. De provincie werkt normaal gesproken aan meer grootschalige opgaven dan de inrichting van in feite een klein stukje dorp. Het onderzoek is dan ook geen instrument die de provincie voor haar eigen werkzaamheden zou kunnen gebruiken, want de provincie zelf richt geen binnenstedelijke openbare ruimte in. Wel is het zo dat de provincie belangen heeft in de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. De aanleg van de onderdoorgang moet namelijk de leefbaarheid verbeteren, zoals staat omschreven in het coalitieakkoord. Als de onderdoorgang dit niet optimaal doet, dan valt de grote investering in de onderdoorgang niet goed te verantwoorden. Voor een optimale verbetering van de leefbaarheid is een goede bovengrondse inrichting noodzakelijk. 98


Een tweede beeldkwaliteitsplan? In het beeldkwaliteitsplan, wat de provincie eerder heeft laten opstellen in 2017, wordt er onderzocht wat de meerwaarde is van een onderdoorgang voor de ruimtelijke kwaliteit, en wordt er ook een ontwerp voorgesteld voor een mogelijk nieuwe inrichting. In dit ontwerp zijn ook een aantal eisen en wensen terug te zien die bewoners en betrokken partijen hebben uitgesproken tijdens het co-creatieproces in 2016 en 2017.

In dit onderzoek zijn ook een aantal nieuwe ruimtelijke en verkeerskundige ingrepen onderzocht, zoals de verbinding tussen de Binnenweeren en de Parallelweg, eenrichtingsverkeer over de Parallelweg, en een brug voor gemotoriseerd verkeer bij de Cornelis Roelestraat. Ook worden uitgangspunten uit beeldkwaliteitsplan op een andere wijze toegepast. Een goed voorbeeld hiervan is het dorpslint. In het beeldkwaliteitsplan wordt een veel breder dorpslint voorgesteld, om ook een plein te creĂŤren. In dit onderzoek wordt juist een smaller dorpslint voorgesteld om het dorpslint herkenbaarder voort te zetten. In dit onderzoek wordt er dus nieuw licht geworpen op een mogelijke toepassing van de uitgangspunten uit het beeldkwaliteitsplan. De mogelijkheden voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang worden daarmee verder verkend.

Het onderzoek in dit document, is ook voor een deel gebaseerd op de documentatie van co-creatieproces, en de bevindingen en uitgangspunten van het beeldkwaliteitsplan. Vanzelfsprekend bevat dit onderzoek daarom een aantal overeenkomsten met het beeldkwaliteitsplan. Net als bij het beeldkwaliteitsplan levert dit onderzoek ook een ontwerp en advies op voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang.

Het onderzoek in dit document vult het beeldkwaliteitsplan aan, en verkent de mogelijkheden van de uitgangspunten, uit het beeldkwaliteitsplan, verder. Dit onderzoek is dan ook niet te zien als een soort kopie van het beeldkwaliteitsplan. Het onderzoek is wel te zien als een tweede instrument waarmee de provincie haar coĂśrdinerende rol kan uitvoeren. De vraag is of de provincie na het beeldkwaliteitsplan, nog wel behoefte heeft aan een tweede instrument, en ook daadwerkelijk gebruik gaat maken van hetgeen dat dit onderzoek heeft opgeleverd. Dit zal in de toekomst moeten gaan blijken.

Is het onderzoek dan te zien als een soort kopie van het beeldkwaliteitsplan? Nee, dit onderzoek is specifieker gericht op een kleiner plangebied. Voor dit onderzoek is ook meer, en nieuwe informatie gebruikt zoals de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie, en de interviews die zijn afgenomen voor dit onderzoek. Het onderzoek geeft ook een sterk onderbouwd programma van eisen met concrete doelen en middelen. In het beeldkwaliteitsplan worden ook sterke uitgangspunten geformuleerd voor de inrichting van het gebied, maar deze zijn minder veelzijdig dan de doelen en middelen in het programma van eisen uit dit onderzoek. In dit onderzoek is er ook meer aandacht besteed aan wat voor soort openbare ruimte er moet komen, en wat voor activiteiten je daar zou kunnen doen. De zwemplek, de speeltuin, en het terras zijn hier een voorbeeld van. 99


Literatuuronderzoek Tijdens het vooronderzoek is er een literatuuronderzoek uitgevoerd naar leefbaarheid in dorpen zoals Broek in Waterland. Hier zijn veel bevindingen, en algemene factoren voor leefbaarheid uit voort gekomen. Deze bevindingen en factoren zijn uiteindelijk niet duidelijk opgenomen in het programma van eisen en ook niet duidelijk toegepast in het ontwerpproces. De bewoners, relevante beleidsdocumenten, en de betrokken partijen hebben veel specifiekere en concretere factoren gegeven, waardoor de algemene factoren uit de literatuur meer op de achtergrond zijn gekomen. Veel van deze specifieke en concrete factoren passen wel bij de algemene factoren uit de literatuur. Neem bijvoorbeeld verkeersoverlast als negatieve factor voor leefbaarheid uit de literatuur, en alle concrete maatregelen die bewoners zelf hebben voorgesteld om de verkeersoverlast te beperken of te vermijden. Tijdens het onderzoek is niet de tijd genomen om de factoren voor leefbaarheid volgens de bewoners en betrokken partijen te koppelen aan de algemene factoren uit de literatuur. Door dit wel te doen wordt het onderzoek en het programma van eisen ook wetenschappelijk sterk onderbouwd. Dit zal geen nieuwe doelen en middelen opleveren, maar de onderbouwing wel veel sterker kunnen maken.

Referenties Tijdens het onderzoek is er geen referentieonderzoek gedaan. Referentieonderzoek naar de inrichting van gebieden boven een soortgelijke onderdoorgang kan interessante ideeĂŤn en middelen voor de inrichting van het plangebied opleveren. Tijdens het onderzoek is de prioriteit gelegd op het ophalen van eisen en wensen van bewoners en betrokken partijen. Dit deel van het onderzoek leverde al veel concrete doelen, middelen en ideeĂŤn op, waardoor er minder behoefte aan een referentieonderzoek was, en dit vanwege tijd ook achterwege is gelaten. Een referentieonderzoek zou wel goed kunnen laten zien hoe een gebied boven een onderdoorgang ingericht kan worden, en is dan ook aan te bevelen als eventuele vervolgstap in het onderzoek naar de nieuwe inrichting van het gebied boven de onderdoorgang in Broek in Waterland. Interviews Ondanks dat er 48 adressen zijn benaderd voor een interview, hebben slechts vijf bewoners gehoor gegeven aan deze oproep. Door dit lage aantal is het moeilijk om te zeggen of de uitingen die deze bewoners hebben gedaan, ook representatief zijn voor de meerderheid van de bewoners in het dorp. Wat wel goed is, is dat de bewoners waarmee gesproken is, op verschillende adressen wonen rondom het plangebied, en daarmee wel in staat zijn geweest om de verschillende belangen duidelijk te maken. Naast het afnemen van interviews, is ook het afgelopen co-creatieproces onderzocht, waar meer bewoners uitingen hebben gedaan. De uitingen van de bewoners tijdens het co-creatieproces en de uitingen tijdens de interviews zijn samen al een stuk meer representatief voor alle bewoners. Daarnaast is er ook met de Dorpsraad gesproken als vertegenwoordiging van alle bewoners in het dorp.

100


Ondernemers Tijdens het onderzoek is er niet gesproken met de ondernemers die zich in, aan en buiten het plangebied bevinden. Er is daardoor nog geen antwoord op een aantal vragen: Wil eetcafé De Drie Noten wel een terras voor de deur? En zo ja, hoe groot? Staan de huidige bewoners van het pand aan de Jaagweg ervoor open om een restaurant te beginnen als hun pand herbouwd wordt, zoals een bewoner voorstelde? Zitten de andere horecaondernemingen wel te wachten op nieuwe horeca in het plangebied? In het onderzoek is er gefocust op de bewoners. Een goede vervolgstap op het onderzoek zou zijn om ook het gesprek aan te gaan met ondernemers, en hun eisen en wensen te vervullen in de nieuwe inrichting van het plangebied.

Slechts één ontwerpvoorstel Uit het onderzoek is slechts één ontwerpvoorstel voortgekomen. Doordat er maar één ontwerpvoorstel is, is er nog geen definitief plan waarin de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit het meest verbeterd worden, met draagvlak van bewoners en betrokken partijen. Het was wel de intentie van het onderzoek om meerdere ontwerpvoorstellen te produceren en voor te leggen aan bewoners en Dorpsraad. Vanwege tijdsgebrek is er nu maar één ontwerpvoorstel geproduceerd. De ontwerpcyclus die weergegeven wordt in de onderzoeksopzet (1.7) is nu een keer doorlopen. Wel is het mogelijk voor de volgende ontwerper om de ontwerpcyclus nu nog een aantal keren te doorlopen, want het ontwerpvoorstel in dit document bevat een toetsing in de vorm van reacties van bewoners en Dorpsraad. Het had het mooist geweest als er wel een definitief ontwerpvoorstel uit het onderzoek was voortgekomen, waarin de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit optimaal verbeterd worden, met draagvlak. Ondanks dat is de hoofdvraag beantwoord, de doelstelling van het onderzoek behaald, een degelijk advies uit het onderzoek voortgekomen, en is het onderzoek ook bruikbaar voor de opdrachtgever. Als ontwerper ben je eigenlijk nooit klaar met een ontwerp. Er is altijd iets dat nog beter of anders kan. De kunst van het ontwerpen is het dan ook om het ontwerp op een moment los te laten en door te geven of af te ronden. Ik ben van mening dat ik hier toe in staat ben geweest.

101


5.4 Reflectie Met het afstuderen moet de student bewijzen dat hij of zij een aantal competenties beheerst. Twee van deze competenties zijn: functioneren in een organisatie, en sturen en begeleiden van processen en projecten. Normaal gesproken bewijst een student tijdens het uitvoeren van de afstudeerstage in de organisatie dat deze competenties beheerst worden. Door de thuiswerksituatie als gevolg van de pandemie is het nu niet mogelijk voor de bedrijfsbegeleider om de student te beoordelen op deze competenties, aangezien de student de stage grotendeels thuis heeft uitgevoerd. Om toch te kunnen bewijzen dat de competenties worden beheerst, worden een paar situaties uitgelicht, waarmee aangetoond wordt dat deze competenties beheerst worden.

Contact met bewoners Na het versturen van de brief ben ik in contact gekomen met een aantal bewoners, en heb ik ook contact onderhouden met deze bewoners tijdens het onderzoek. Goede ideeën van bewoners heb ik onder de aandacht gebracht van de projectmanager van de onderdoorgang, Bram Derix. Dit heb ik gedaan uit eigen beweging, en zonder enige verplichting, om betrokken te zijn bij de opgave en om te functioneren binnen de organisatie. Hiermee heb ik ook een poging gedaan om sociaalvaardig te handelen binnen een multidisciplinair team. Het contact met de bewoners en projectmanager is aantoonbaar met het e-mailcontact dat gevoerd is. Dit contact is vanwege privacywetgeving niet opgenomen in deze publicatie.

Het laten versturen van een brief Een belangrijk onderdeel van het onderzoek zijn de afgenomen interviews. Voordat er sprake was van een pandemie, was het idee er om langs de deuren te gaan van bewoners, om te vragen of zij openstaan voor interview. Door de uitbraak van Corona was het niet meer verantwoord om fysiek langs de deuren te gaan. Door de angst voor besmetting kon er ook niet op sympathie gerekend worden van de bewoners, mocht ik daar aan de deur zijn gekomen. Er moest iets anders bedacht worden om alsnog de bewoners te benaderen. Ik heb toen voorgesteld om een brief te laten versturen naar de adressen aan het plangebied. In deze brief stond een oproep voor een interview, met mijn verhaal en contactgegevens daarbij. De projectmanager van de onderdoorgang heeft zelf een begeleidende brief geschreven, en daaraan mijn brief toegevoegd. Deze brief is uiteindelijk verstuurd vanuit de provincie naar de bewoners. Zie bijlage 5 voor deze brief. Als stagiair heb ik het dus voor elkaar gekregen om vanuit de organisatie een goede brief te laten versturen. In mijn ogen bewijst dit dat ik kan functioneren in een organisatie, ondanks de thuiswerksituatie.

Om het ontwerpvoorstel te toetsen heb ik ook het ontwerpvoorstel naar bewoners verstuurd voor een reactie. Aan dit ontwerpvoorstel heb ik ook een voorwoord toegevoegd, dat speciaal gericht is aan de bewoners. Het voorwoord in het ontwerpvoorstel:

102

Beste bewoner van Broek in Waterland, In april/mei heb ik met u mogen spreken over de nieuwe inrichting van Broek in Waterland mét een onderdoorgang. Ik wil u allereerst heel erg bedanken voor uw medewerking aan mijn onderzoek en voor het delen van uw ideeën voor de nieuwe inrichting. Op basis van uw input, en input van andere bewoners heb ik een programma van eisen opgesteld en een ontwerpvoorstel gemaakt. Tijdens ons eerdere gesprek heeft u aangegeven dat ik u nogmaals mag benaderen zodra ik een ontwerpvoorstel gereed zou hebben. Ik heb nu een ontwerp gemaakt, waarvan ik denk dat dit recht doet aan de leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en de eisen en wensen van bewoners, Dorpsraad, gemeente Waterland en provincie


Noord-Holland. In dit document toon ik u het ontwerp en licht ik bepaalde aspecten nader toe. Ik ben heel erg benieuwd naar wat u van dit ontwerp vindt en zie graag een reactie tegemoet. Met uw reactie kan ik het ontwerp en programma van eisen beter maken en aanscherpen. Mocht u een reactie willen geven dan kan dat via e-mail ( julian.van.spankeren@noord-holland.nl ) of telefonisch ( 0648936537 ). Ik ben elke dag bereikbaar, met uitzondering van zaterdag. Belangrijk: ik wil benadrukken dat dit mijn eigen ideeën zijn, en geen officiële plannen van de provincie of gemeente. Mijn ideeën en de input van bewoners maak ik uiteraard wel kenbaar aan de provincie.

gewoond in mijn tijd op het kantoor, om zo iets op te steken van de provincie als organisatie, en daarmee beter te kunnen functioneren binnen de organisatie. Ook heb ik contact gehad met mensen van de sector Omgevingsbeleid voor advies over verkeersoverlast, wat uiteindelijk niet teruggekomen is in het onderzoek. Door het contact dat ik heb gelegd toon ik wel aan dat ik kan functioneren in een organisatie. Ik kan deze dingen niet meer zelf aantonen, maar aangezien ik destijds stage liep op het kantoor is mijn bedrijfsbegeleider hiervan op de hoogte, en kan hij dit meenemen in zijn beoordeling. Ik had graag nog meer willen leren van de organisatie, en contacten willen opbouwen.

Ik hoop dat mijn ontwerp u aanspreekt en hoor graag van u wat er goed aan is, en wat beter zou kunnen. Alvast bedankt! Met vriendelijke groet, Julian van Spankeren Het contact dat ik heb gehad met de bewoners, het delen van een aantal ideeën van deze bewoners met de projectmanager, en het aan bewoners gerichte ontwerpvoorstel, laten zien dat ik in staat ben om processen en projecten te. sturen en te begeleiden, ondanks de thuiswerksituatie. De stage voor het Coronatijdperk In de periode (10 februari tot 13 maart) dat ik wel stage heb gelopen op het kantoor van de provincie, heb ik lezingen bijgewoond over thema’s die spelen binnen de provincie, de zogeheten Sci-Vi’s. Deze lezingen waren op een vast moment in de week, en heb ik wekelijks bij103


6


BIJLAGEN


Bijlagen Bijlagen .................................................................................................................................................... 1 Bijlage 1: literatuuronderzoek ................................................................................................................. 2 1.1 Methoden ...................................................................................................................................... 3 1.2 Samenvatting ................................................................................................................................. 3 1.3 Indicatoren voor leefbaarheid....................................................................................................... 4 1.4 Het meten van leefbaarheid.......................................................................................................... 4 1.5 Leefbaarheid in een woondorp ..................................................................................................... 5 1.6 Waardering van het platteland ..................................................................................................... 6 1.7 Inzet voor leefbaarheid ................................................................................................................. 7 1.8 Link sociale vitaliteit en leefbaarheid ............................................................................................ 8 Bijlage 2: leefbaarheid volgens bewoners............................................................................................... 9 2.1 Co-creatieproces ........................................................................................................................... 9 2.2 Interviews .................................................................................................................................... 17 2.3 Conclusie ..................................................................................................................................... 40 Bijlage 3: ruimtelijke kwaliteit volgens relevant beleid ........................................................................ 43 3.1 Leidraad Landschap en Cultuurhistorie 2018 .............................................................................. 44 3.2 Beeldkwaliteitsplan onderdoorgang Broek in Waterland ........................................................... 45 3.3 NOTA uiterlijk van bouwwerken Waterland 2018 ...................................................................... 47 3.4 Bevindingen ruimtelijke kwaliteit volgens relevant beleid ......................................................... 52 Bijlage 4: eisen en wensen betrokken partijen ..................................................................................... 54 4.1 Provincie Noord-Holland ............................................................................................................. 54 4.2 Gemeente Waterland .................................................................................................................. 55 4.3 Dorpsraad .................................................................................................................................... 56 4.4 Conclusie ..................................................................................................................................... 56 Bijlage 5: brief........................................................................................................................................ 57 Bibliografie ............................................................................................................................................ 62

1


Bijlage 1: literatuuronderzoek Om tot een ruimtelijk plan te komen dat zorgt voor leefbaarheid moet in de eerste plaats duidelijk worden wat het begrip leefbaarheid is, en welke factoren zorgen voor leefbaarheid in de context van Broek in Waterland. Dit kan duidelijk worden door verschillende wetenschappelijke onderzoeken naar leefbaarheid te bestuderen. Het gaat hierbij vooral om welke factoren zorgen voor leefbaarheid. Leefbaarheid is een breed begrip waar veel onder valt. Het wordt vaak benoemd in literatuur en beleid, maar meestal niet concreet gedefinieerd. De algemene definitie van leefbaarheid is ‘de mate waarin de omgeving aansluit bij de eisen en wensen die er door de mens aan worden gesteld’ (Leidelmeijer & Kamp, 2003). Deze definitie is voor elke opgave anders in te vullen. Literatuur over leefbaarheid gaat vaak over probleemwijken in steden of dorpen in krimpregio’s. De leefbaarheid staat hier het meest onder druk. Wetenschappelijk onderzoek naar leefbaarheid in dorpen zoals Broek in Waterland is moeilijker te vinden. De samenhang tussen de gevonden bronnen is dat deze bronnen een definitie van leefbaarheid omschrijven of de factoren die zorgen voor leefbaarheid omschrijven en verklaren. Deze definities en factoren komen voort uit vrij grootschalige onderzoeken naar leefbaarheid en zijn daarom algemeen te noemen. Deze algemene definities en factoren zijn daarom ook enigszins van toepassing op Broek in Waterland, maar om te bepalen wat leefbaarheid is in de context van Broek in Waterland, is literatuuronderzoek alleen niet voldoende. Wat leefbaarheid is, en welke factoren zorgen voor leefbaarheid in Broek in Waterland zal moeten blijken uit interviews met de bewoners. Dit literatuuronderzoek geeft slechts basiskennis over leefbaarheid in een dorpse omgeving. Met deze basiskennis kan er op een goede manier verder onderzocht worden wat leefbaarheid is volgens de bewoners.

2


1.1 Methoden Om wetenschappelijk onderzoek naar leefbaarheid te vinden is gezocht naar bronnen op het internet, in de digitale mediatheek van de Hogeschool Rotterdam en in de Bronnenlijst Ruimtelijke Ordening & Planologie. Om bronnen te vinden is gebruik gemaakt van sleutelwoorden zoals leefbaarheid, dorp en woondorp. Bronnen met het woord leefbaarheid in de tekst zijn kort bestudeerd om te controleren of er wordt beschreven wat leefbaarheid is of welke factoren zorgen voor leefbaarheid. Als dit het geval was, is de bron opgeslagen voor nader literatuuronderzoek. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft in het kader van sociale veiligheid indicatoren toegewezen aan leefbaarheid. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft veel onderzoek gedaan naar leefbaarheid op het platteland. In het vaktijdschrift Rooilijn zijn artikelen verschenen over leefbaarheid in een woondorp, en over de wijze van meten van leefbaarheid. Deze artikelen zijn geschreven door wetenschappers die veel onderzoek hebben gedaan naar, en literatuur hebben geschreven over dorpen en het platteland. De indicatoren van het Centraal Bureau voor de Statistiek, het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau, en de artikelen uit Rooilijn maken samen goed duidelijk welke factoren zorgen voor leefbaarheid in een dorp. Deze factoren zijn van belang bij het maken van een ruimtelijk plan dat moet zorgen voor leefbaarheid.

1.2 Samenvatting De Veiligheidsmonitor 2017 van het Centraal Bureau voor de Statistiek omvat een onderzoek naar sociale veiligheid in Nederland. Uit dit onderzoek valt op te maken welke indicatoren zorgen voor leefbaarheid met betrekking tot sociale veiligheid. Deze indicatoren zijn te zien als basis uitgangspunten voor leefbaarheid. In het Rooilijnartikel Subjectieve leefbaarheid: een nieuwe meetmethode getest wordt duidelijk gemaakt dat niet de tevredenheid over de indicator, maar vooral het belang dat bewoners hechten aan hetgeen van de indicator belangrijk is voor het meten en tot stand brengen van leefbaarheid (Gieling, de Vries, & Haartsen, 2017). In het Rooilijnartikel Dorpen in verandering wordt duidelijk dat de ontwikkeling van gemeenschapsinitiatieven zorgt voor de ontwikkeling van leefbaarheid in een woondorp zoals Broek in Waterland. Gemeenschapsinitiatieven kunnen worden opgevat als tekenen van vernieuwende sociale vitaliteit. Sociaal vitale dorpen zijn dorpen waar waardevolle zaken tot stand komen dankzij vrijwillig handelen van bewoners (Thissen & Loopmans, 2013). Het Sociaal en Cultureel Planbureau verstaat onder sociale vitaliteit de sociale samenhang en inzetbaarheid van burgers (Steenbekkers, Vermeij, & Houwelingen, 2017). Sociale samenhang en inzetbaarheid zijn belangrijke factoren voor de leefbaarheid in een dorp. Doordat de bewoners zich met elkaar verbonden voelen en zich inzetten voor de leefbaarheid door middel van vrijwilligerswerk en initiatieven ontstaat er een leefbare woonomgeving. Sociale samenhang en inzetbaarheid zijn daarom belangrijke factoren voor de leefbaarheid in een dorp. Het creĂŤren of in stand houden van sociale samenhang en inzetbaarheid zijn daarom belangrijke uitgangspunten in een leefbaarheidsopgave. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft ook onderzocht wat dorpsbewoners waarderen aan het platteland en hoe zij zich inzetten voor de leefbaarheid. Dit geeft veel inzicht in wat nog meer van belang is voor de leefbaarheid van een dorp. Dorpsbewoners waarderen hoe het landschap eruitziet, de rust (geen geluidsoverlast, privacy, vrijheid), het sociale leven, de goede sociale cohesie, de sociale veiligheid en verkeersveiligheid (Simon, Vermeij, & Steenbekkers, 2007) en zetten zich vooral in voor sportverenigingen, de kerk, creatieve organisaties, een net en schoon dorp, een veilige verkeerssituatie, activiteiten zoals een dorpsfeest, sociale cohesie, natuur of landschap rondom het dorp, historische gebouwen, en wandel- of fietspaden (Vermeij & Steenbekkers, 2015).

3


1.3 Indicatoren voor leefbaarheid Zoals eerder benoemd is leefbaarheid een breed begrip met veel verschillende invalshoeken uit verschillende gebieden. Een van die gebieden is sociale veiligheid. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onderzoek gedaan naar de sociale veiligheid in Nederland. Dit onderzoek heeft geleid tot het rapport Veiligheidsmonitor 2017. Dit onderzoek is gebaseerd op kerncijfers over de leefbaarheid van de woonbuurt, onveiligheidsgevoelens, slachtofferschap, criminaliteit, het oordeel over de politie en preventiegedrag. Deze cijfers zijn afkomstig uit een grootschalige enquête onder 150.000 Nederlanders van 15 jaar en ouder. De indicatoren waar deze cijfers op gebaseerd zijn, zijn objectieve indicatoren zoals het percentage inwoners dat slachtoffer is van een misdrijf, maar ook veel subjectieve indicatoren. Deze subjectieve indicatoren zijn bijvoorbeeld het onderhoud van wegen en paden, rommel op straat, en auto’s die te hard rijden. Het gaat bij deze indicatoren over de ervaring van mensen met betrekking tot deze indicator, bijvoorbeeld: hoeveel procent van de Nederlanders ervaart rommel op straat en in welke mate wordt dit ervaren, komt het vaak of weinig voor? Deze subjectieve indicatoren in relatie tot leefbaarheid vertellen eigenlijk welke factoren zorgen voor leefbaarheid. De mate waarin rommel op straat wordt ervaren verteld iets over de leefbaarheid, dus een omgeving met weinig rommel op straat heeft een goede leefbaarheid. Dit valt te vertalen naar een simpel ruimtelijk uitgangspunt dat er bijvoorbeeld voldoende prullenbakken aanwezig moeten zijn. (Akkermans, et al., 2017) Er zijn momenteel geen aanwijzingen dat er in Broek in Waterland sprake is van sociale onveiligheid, maar de indicatoren waarop het Centraal Bureau voor de Statistiek leefbaarheid beoordeeld kunnen interessante basis uitgangspunten zijn voor de ruimtelijke inrichting van het maaiveld boven de onderdoorgang.

1.4 Het meten van leefbaarheid In het Rooilijnartikel Subjectieve leefbaarheid: een nieuwe meetmethode getest wordt er kritiek geuit op de huidige manier waarop leefbaarheid wordt gemeten, en wordt er een nieuwe meetmethode voorgesteld. Deze nieuwe meetmethode is uitgetest in de praktijk en op basis van de bevindingen uit de praktijk wordt deze meetmethode onderbouwd. In het artikel wordt gesteld dat de indicatoren die van belang zijn voor de leefbaarheid verschillen per leeftijdscategorie en leefomgeving. Dit komt doordat behoeften van mensen veranderen gedurende de levensloop en mensen met dezelfde behoeften dezelfde leefomgeving opzoeken. Om de leefbaarheid te meten is het van belang om te weten welke indicatoren de ondervraagden het belangrijkst vinden. Bij de meetmethode die voorgesteld wordt in het artikel, wordt de waardering van de indicator zelf meegenomen en gekoppeld aan de tevredenheid. Het gaat er dus niet alleen om hoe tevreden de ondervraagde is over de hetgeen van de indicator, maar ook hoe belangrijk de ondervraagde de indicator vindt. Bij het testen van de meetmethode in de praktijk gaven de verschillende ondervraagden veelal dezelfde tevredenheidscores op dezelfde indicatoren, maar bij welke indicatoren zij het belangrijkst vonden waren er grote verschillen. Dit maakt duidelijk dat bij het meten van leefbaarheid het vooral van belang is welke indicatoren het belangrijkst zijn voor de ondervraagden om de mate van leefbaarheid te bepalen. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat een ondervraagde erg ontevreden is over het voorzieningenaanbod, maar dat het voorzieningenaanbod niet belangrijk is voor de ondervraagde. De lage tevredenheidsscore over het voorzieningenaanbod zegt daarom weinig over de daadwerkelijke leefbaarheid. Dit geeft aan dat het belang van een indicator een grotere rol speelt dan de tevredenheid over de indicator. Bij het meten van leefbaarheid moet daarom het belang van de indicator worden gekoppeld aan de tevredenheid. (Gieling, de Vries, & Haartsen, 2017) Voor de opgave in Broek in Waterland moet door nader onderzoek bepaald worden welke indicatoren de bewoners het belangrijkst vinden.

4


1.5 Leefbaarheid in een woondorp In het Rooilijnartikel Dorpen in verandering wordt onder andere de veranderende functie van dorpen omschreven en verklaard, en wordt er stilgestaan bij hoe onderzoekers en beleidsmakers kansen missen doordat zij zich onvoldoende bewust zijn van deze verandering. Veel dorpen zijn de afgelopen decennia veranderd van autonome dorpen naar woondorpen. Een autonoom dorp is een dorp met basisvoorzieningen dat zelfvoorzienend is. Een woondorp is een dorp dat functioneert als woonomgeving in een regio. De voorzieningen bevinden zich op een andere plaats binnen de regio. In veel beleid en onderzoek wordt leefbaarheid in verband gebracht met het aantal voorzieningen en inwoners. De inwoners zorgen voor draagvlak voor voorzieningen, de voorzieningen zorgen voor leefbaarheid, en de leefbaarheid zorgt weer voor inwoners. Deze verhoudingen tussen leefbaarheid, voorzieningen en inwoners zijn van toepassing op het traditionele autonome woondorp. Veel beleidsmakers en onderzoekers gebruiken deze verhoudingen nog steeds als referentiekader voor hun onderzoek en beleid, terwijl veel autonome dorpen zijn veranderd naar woondorpen. In woondorpen zorgt de woonfunctie voor de ontwikkeling van leefbaarheid, de ontwikkeling van leefbaarheid zorgt voor de ontwikkeling van gemeenschapsinitiatieven, en de ontwikkeling van gemeenschapsinitiatieven zorgt voor de ontwikkeling van de woonfunctie. (Thissen & Loopmans, 2013) Broek in Waterland is te zien als een woondorp. Het is een dorp met nauwelijks basisvoorzieningen en arbeidsplaatsen voor de inwoners van het dorp. Er zijn vooral recreatieve voorzieningen aanwezig zoals het pannenkoekenhuis. In het dorp wordt dus vooral gewoond. Voor de leefbaarheid van het dorp is het dus van belang dat er gemeenschapsinitiatieven kunnen ontstaan. Zolang er geen sprake is van langdurige leegstand is de ontwikkeling van het aantal voorzieningen en inwoners niet van belang voor de leefbaarheid in een woondorp. Door kleinere gezinssamenstellingen krimpt het aantal inwoners en door de goede mobiliteit van dorpsbewoners zijn voorzieningen in het dorp niet noodzakelijk voor de leefbaarheid (Thissen & Loopmans, 2013).

5


1.6 Waardering van het platteland In het rapport Het beste van twee werelden van het Sociaal en Cultureel Planbureau wordt onder andere onderzocht wat bewoners van het platteland waarderen aan het leven op het platteland. Dit onderzoek is uitgevoerd door middel van interviews met groepen plattelandsbewoners van verschillende plattelandsgebieden die zowel dichtbij als ver weg van het stedelijk gebied zijn gelegen. Om te bepalen welke factoren zorgen voor leefbaarheid in een dorp is het erg interessant om te weten wat plattelandsbewoners waarderen of juist missen op het platteland. Plattelandsbewoners waarderen hoe het landschap eruitziet, de rust (geen geluidsoverlast, privacy, vrijheid), het sociale leven, de goede sociale cohesie, de sociale veiligheid en verkeersveiligheid. Het gebrek aan, en de afstand naar voorzieningen wordt door veel plattelandsbewoners als negatief ervaren. De basisschool wordt gezien als een belangrijke voorziening voor de leefbaarheid van het dorp. De slechte mobiliteit van ouderen en jongeren zonder auto wordt ook als iets negatiefs ervaren. Toenemende bebouwing vanuit de stad en de ontwikkeling van natuurgebieden op landbouwgrond worden als bedreigingen gezien. Wet- en regelgeving maakt het moeilijk voor plattelandsbewoners om bedrijven te vernieuwen waardoor nieuwe bedrijvigheid lastig wordt gemaakt, wat slecht is voor de werkgelegenheid. (Simon, Vermeij, & Steenbekkers, 2007) In Broek in Waterland is er een basisschool en er zijn geen signalen dat deze basisschool dreigt te verdwijnen (Kwadijk, 2019). Broek in Waterland ligt dichtbij Amsterdam en er rijden veel bussen door Broek in Waterland naar Amsterdam. Dit zorgt voor een groot en goed bereikbaar voorzieningenaanbod in de regio. Het landschap rondom Broek Waterland wordt vanuit de provincie beschermd en er zijn geen bedreigingen zoals uitbreidingsplannen van Amsterdam in het groen van Waterland. Alle factoren die plattelandsbewoners dus missen of als bedreiging zien voor het leven op het platteland, zijn niet aanwezig in Broek in Waterland. Door middel van literatuuronderzoek valt niet te achterhalen hoe de rust, sociale veiligheid en sociale cohesie zijn in Broek in Waterland. Wel is het aannemelijk dat deze factoren over het algemeen goed zijn net als op de meeste andere delen van het platteland. Aangezien deze factoren het meest gewaardeerd worden onder plattelandsbewoners is het een idee om deze factoren mee te nemen als uitgangspunten in een opgave met betrekking tot leefbaarheid.

6


1.7 Inzet voor leefbaarheid In het rapport Dichtbij huis van het Sociaal en Cultureel Planbureau wordt onder andere onderzocht hoe dorpsbewoners zich inzetten voor de leefbaarheid van het dorp. Door inzicht in de inzet voor leefbaarheid kan duidelijk worden wat bewoners belangrijke factoren voor de leefbaarheid van het dorp vinden, ervan uitgaande dat bewoners zich inzetten voor wat zij belangrijk vinden. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft dorpen verdeeld in typen op basis van aantrekkelijkheid (mooi of minder mooi) en ligging (afgelegen of bij de stad). Broek in Waterland valt onder het type mooi dorp bij stad. In dit type dorp zetten bewoners zich vooral in voor de leefbaarheid door middel van vrijwilligerswerk, deelname aan bewonersinitiatieven, burenhulp, en initiatieven voor omgevingskwaliteit. Bijna een kwart van de inwoners van dit type dorp zet zich in als vrijwilliger voor leefbaarheid. Het vrijwilligerswerk dat bewoners uit dit type dorp doen, doen zij vooral voor de sportvereniging(en), kerk en creatieve organisatie(s). Ruim 40% van de bewoners van dit type dorp neemt deel aan bewonersinitiatieven. De bewonersinitiatieven waar bewoners van dit type dorp vooral aan deelnemen zijn initiatieven voor een net en schoon dorp, veilige verkeerssituatie, en de organisatie van activiteiten zoals een dorpsfeest. 15% van de bewoners van dit type dorp is bereid tot verregaande burenhulp. De bewoners van dit type dorp helpen hun buren vooral door voor de post of de planten te zorgen, af en toe de boodschappen te doen, en door te helpen met huishoudelijk werk of kleine klusjes in en om het huis. Bijna een kwart van de inwoners van dit type dorp zet zich in voor de omgevingskwaliteit door middel van initiatieven. De initiatieven voor omgevingskwaliteit waarmee bewoners zich, eventueel samen met andere partijen, voor inzetten zijn vooral initiatieven voor natuur of landschap rond het dorp, het behoud van historische bebouwing, en een wandel- of fietspad rond het dorp. (Vermeij & Steenbekkers, 2015) Bij een eerste indruk van Broek in Waterland ziet het er naar uit dat Broek in Waterland een typisch mooi dorp bij stad is, op basis van de voorzieningen en activiteiten die in het dorp zijn. In Broek in Waterland is er een kerk, een tennisvereniging en een voetbalvereniging. Het is aannemelijk dat deze organisaties functioneren door voor een groot deel vrijwilligerswerk. Nader onderzoek zal dit moeten uitwijzen. Een aantal bewoners van Broek in Waterland hebben in het verleden zelf borden met de verduidelijking van de maximumsnelheid en verkeersmaatjes aan de rand van hun erf geplaatst. Dit is te zien als een initiatief voor verkeersveiligheid. De Broekerfeestweek is een belangrijk dorpsfeest met verschillende activiteiten waar veel bewoners actief aan deelnemen. Broek in Waterland bestaat voor een groot deel uit karakteristieke historische panden. Deze panden worden door de bewoners in goede staat gehouden. In het kader van initiatief voor omgevingskwaliteit is dit te zien als het behoud van historische bebouwing. Op basis van het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau naar de inzet voor leefbaarheid van bewoners van mooie dorpen bij stad, en een eerste indruk van Broek in Waterland valt te stellen dat sportverenigingen, de kerk, creatieve organisaties, een net en schoon dorp, een veilige verkeerssituatie, activiteiten zoals een dorpsfeest, sociale cohesie, natuur of landschap rondom het dorp, historische gebouwen, en wandel- of fietspaden rond het dorp van belang zijn voor de leefbaarheid in een dorp zoals Broek in Waterland (Vermeij & Steenbekkers, 2015). Bij nieuwe ontwikkelingen kunnen een aantal van deze factoren als uitgangspunten worden gebruikt.

7


1.8 Link sociale vitaliteit en leefbaarheid Sinds 2004 werkt het Sociaal en Cultureel Planbureau aan het programma Sociale Staat van het Platteland. Met dit programma heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau het platteland vanuit verschillende invalshoeken onderzocht. De rapporten Dichtbij huis en Het beste van twee werelden zijn onder andere voortgekomen uit dit programma. Met het rapport Dorpsleven tussen stad en land sluit het Sociaal en Cultureel Planbureau het programma af. In dit rapport wordt de link gelegd tussen sociale vitaliteit en leefbaarheid. Het Sociaal en Cultureel Planbureau verstaat onder sociale vitaliteit de sociale samenhang en inzetbaarheid van burgers. Sociale samenhang en inzetbaarheid zijn belangrijke factoren voor de leefbaarheid in een dorp. Doordat de bewoners zich met elkaar verbonden voelen en zich inzetten voor de leefbaarheid door middel van vrijwilligerswerk en initiatieven ontstaat er een leefbare woonomgeving. Sociale samenhang en inzetbaarheid zijn daarom belangrijke factoren voor de leefbaarheid in een dorp. Het creĂŤren of in stand houden van sociale samenhang en inzetbaarheid zijn daarom belangrijke uitgangspunten in een leefbaarheidsopgave. (Steenbekkers, Vermeij, & Houwelingen, 2017)

8


Bijlage 2: leefbaarheid volgens bewoners Om tot een ruimtelijk plan te komen dat zorgt voor verbetering van de leefbaarheid in het dorp moet duidelijk worden welke eisen de bewoners van Broek in Waterland stellen aan hun omgeving, welke wensen zij hebben voor de inrichting van hun omgeving, en welke factoren zij belangrijk vinden voor de leefbaarheid. De omgeving in kwestie is het maaiveld dat beschikbaar komt bij een onderdoorgang voor de N247. Bewoners hebben hun eisen, wensen en belangen al enigszins uitgesproken in het co-creatieproces dat door de provincie Noord-Holland in gang is gezet. Met nieuwe interviews worden de al bekende eisen, wensen en belangen getoetst, aangevuld en geconcretiseerd.

2.1 Co-creatieproces De provincie werkt al een tijd aan plannen voor een onderdoorgang samen met andere betrokken partijen en bewoners in een co-creatieproces. Om onder andere de belangen, eisen en wensen te achterhalen heeft de provincie inloopbijeenkomsten en ateliers georganiseerd. Tijdens deze inloopbijeenkomsten en ateliers hebben betrokken partijen en bewoners op verschillende manieren hun belangen, eisen en wensen kenbaar gemaakt. Inzicht in de eisen en wensen van bewoners is nodig om te bepalen wat leefbaarheid is volgens bewoners, omdat leefbaarheid de mate is waarin de omgeving aansluit bij de eisen en wensen die er door de mens aan worden gesteld.

Inloopbijeenkomsten De provincie heeft in 2016 en 2017 in totaal drie inloopbijeenkomsten georganiseerd. De reacties en opmerkingen van de deelnemers van de eerste en tweede inloopbijeenkomst zijn gedocumenteerd. Eerste inloopbijeenkomst Deze inloopbijeenkomst ging vooral over de verschillende varianten die ter discussie staan voor een onderdoorgang. Bij deze inloopbijeenkomst is ook al het een en ander uitgesproken over leefbaarheid. Doelen Het eerste doel van de eerste inloopbijeenkomst was om belanghebbenden te informeren over het proces en de tussentijdse uitkomsten, en om belanghebbenden uit te nodigen om feedback/reacties te geven. Het tweede doel van deze inloopbijeenkomst was om wederzijds begrip te creÍren en de verwachtingen te managen onder de belanghebbenden. Het derde doel was om te bouwen aan het vertrouwen onder de belanghebbenden door te laten zien dat er sprake is van een eerlijk proces, nog geen genomen besluit, en geen verborgen agenda’s. Deelnemers De eerste inloopbijeenkomst trok bewoners uit verschillende kernen uit of nabij de regio zoals Broek in Waterland, Monnickendam, Marken, Edam, Volendam, Purmerend, Zuidoost Beemster en Amsterdam-Noord. Ook waren er een aantal politici van gemeente Waterland en provincie NoordHolland aanwezig. Doordat een onderdoorgang zorgt voor de verbetering van de regionale bereikbaarheid heeft het project de belangstelling van bewoners uit veel kernen in de regio. De inrichting van het maaiveld boven de onderdoorgang is het meest relevant voor de bewoners van Broek in Waterland. Voor het onderzoek is het daarom vooral van belang wat bewoners van Broek in Waterland hebben uitgesproken over leefbaarheid. In totaal hebben vijfenveertig personen deelgenomen aan de eerste inloopbijeenkomst, waaronder achttien bewoners uit Broek in Waterland.

9


Methoden Deelnemers van de eerste inloopbijeenkomst hebben hun belangen, eisen en wensen bekend gemaakt door middel van een reactieformulier en een puntenverdeling. In het reactieformulier konden de deelnemers een reactie, vraag en/of opmerking opschrijven en in een ander formulier konden deelnemers punten verdelen en toewijzen aan thema’s die zij het belangrijkst vinden. Deze thema’s zijn verkeersdoorstroming, verkeersveiligheid, leefbaarheid en bouwhinder tijdens de uitvoering. Aan elk thema zijn indicatoren toegewezen waaraan deelnemers punten konden toewijzen. Uitingen over leefbaarheid Een bewoner uit Broek in Waterland heeft zicht uitgesproken tegen een nieuwe rotonde voor zijn huis. Deze bewoner vreest dat deze rotonde ervoor zorgt dat het licht van het verkeer in zijn huis schijnt. Deze rotonde zal ook gebruikt worden door bussen die halteren in Broek in Waterland, en al het andere verkeer dat Broek in Waterland in of uit rijdt in het zuiden. De bewoner vreest voor overlast. Dit geeft aan dat bij de inrichting van het maaiveld het belangrijk is om te onderzoeken wat het effect is van nieuwe verkeerstromen. Sommige stukken van Broek in Waterland, zoals de Eilandweg, zijn nu juist rustig. Door de onderdoorgang veranderen de bovengrondse verkeersstromen waardoor er meer verkeer komt op deze stukken. Voor de leefbaarheid is het van belang om het maaiveld op een bepaalde wijze in te richten waardoor overlast van nieuwe verkeersstromen wordt vermeden of beperkt. Een andere bewoner spreekt zich uit over dat een goede verbinding tussen de twee delen van Broek in Waterland belangrijk is, en dat de fietstunnel onder de huidige N247 onveilig is. Bij een onderdoorgang voor de N247 verdwijnt er een barrière tussen de twee delen van het dorp. In deze nieuwe situatie zonder deze barrière is het van belang om te onderzoeken hoe de verbinding tussen de twee delen van het dorp optimaal en verkeersveilig kan zijn. De andere bewoners van Broek in Waterland en bewoners uit andere plaatsen hebben zich voornamelijk uitgesproken over de wijze waarop de N247 kan passeren en niet zo zeer over de inrichting van het maaiveld.

10


Puntenverdeling Bij het verdelen en toewijzen van punten konden de deelnemers 160 punten verdelen en toewijzen aan zestien indicatoren waarvan zij vinden dat die het belangrijkst zijn. Zesendertig deelnemers, waarvan achttien bewoners uit Broek in Waterland hebben punten verdeeld over de indicatoren. Sommige deelnemers hebben hun punten toegekend aan een paar indicatoren en andere hebben punten gelijkmatiger verdeeld over meerdere indicatoren. Door de gemiddelde puntenscore per indicator te bekijken, ontstaat er een beeld over welke indicatoren het meest van belang zijn. Wat opvalt is dat de bewoners van Broek in Waterland vooral het verkeersgeluid en de bereikbaarheid tussen de twee delen van het dorp voor gemotoriseerd en langzaam verkeer het belangrijkst vinden. Doordat de bewoners van Broek in Waterland hun belang toekennen aan deze zaken valt te stellen dat deze zaken in het bijzonder zorgen voor leefbaarheid.

Tweede inloopbijeenkomst Bij deze inloopbijeenkomst werden door middel van stands de verschillende varianten voor de onderdoorgang en verschillende plannen voor de inrichting van de omgeving gepresenteerd. De deelnemers van deze inloopbijeenkomst hebben zich uitgesproken over de verschillende varianten en ook over de verschillende plannen voor de inrichting van de omgeving. Hierbij zijn interessante uitspraken gedaan met betrekking tot leefbaarheid. Doelen Het eerste doel van deze tweede inloopbijeenkomst was om draagvlak te kweken voor een ontwerp. Het tweede doel was om de schetsontwerpen toe te lichten en om een kans te bieden aan de deelnemers om te reageren op de ontwerpen. Het derde doel was om juiste verwachtingen te scheppen ten aanzien van het proces. Het vierde doel was om de rol van de Dorpsraad als co-creator en initiator van het proces duidelijk te maken. Het vijfde en laatste doel van de inloopbijeenkomst was om te bouwen aan het vertrouwen onder de belanghebbenden, door te laten zien dat er sprake is van een eerlijk proces, nog geen genomen besluit, en geen verborgen agenda’s. Deelnemers De tweede inloopbijeenkomst trok bewoners uit verschillende kernen uit of nabij de regio zoals Broek in Waterland, Monnickendam, Volendam en Oosthuizen, en een aantal politici uit Volendam. Doordat een onderdoorgang zorgt voor de verbetering van de regionale bereikbaarheid heeft het project de belangstelling van bewoners uit veel kernen in de regio. De inrichting van het maaiveld boven de onderdoorgang is het meest relevant voor de bewoners van Broek in Waterland. Voor het onderzoek is het daarom vooral van belang wat bewoners van Broek in Waterland hebben uitgesproken over leefbaarheid. In totaal hebben er negenendertig personen deelgenomen aan de tweede inloopbijeenkomst, waaronder vijfentwintig bewoners van Broek in Waterland.

11


Methoden Bij de tweede inloopbijeenkomst konden deelnemers een reactie geven en bij hun reactie konden zij aangeven wat ze goed en minder goed vinden, en een suggestie en algemene tip geven. De reacties zijn gedocumenteerd. Uitingen over leefbaarheid De meeste reacties gaan over de onderdoorgang zelf, zoals over het aantal rijstroken en de maximum snelheid, maar een aantal bewoners van Broek in Waterland hebben ook een reactie gegeven die duidelijk maakt wat van belang is voor de leefbaarheid. Een aantal bewoners van Broek in Waterland is te spreken over goede doorstroming, de beperking van verkeersoverlast door een onderdoorgang, het vooruitzicht op minder files. Andere bewoners vrezen dat er alsnog verkeersoverlast zal zijn als er met 80 km/u door de onderdoorgang wordt gereden, en vrezen ook dat in het geval van een file er sluipverkeer ontstaat door het dorp. Een aantal bewoners met een bedrijf in Broek in Waterland zijn niet tevreden met de bovengrondse verkeersstromen voor landbouw- en vrachtverkeer die ontstaan bij een onderdoorgang. Zij maken zich zorgen over de bereikbaarheid van hun bedrijf en vrezen voor extra overlast in het dorp, waar dit verkeer nu niet doorheen hoeft te rijden. Deze bewoners stellen dan ook een extra afrit voor naar de Middenweg waar hun bedrijf gevestigd is. Op basis van de reacties van bewoners uit Broek in Waterland valt te concluderen dat verkeersoverlast een van de grootste zorgen is bij de opgave en dat het vermijden of beperken van verkeersoverlast van groot belang is voor de leefbaarheid in het dorp. Uitingen over inrichting van het maaiveld Een aantal bewoners van Broek in Waterland hebben ook een reactie gegeven op plannen voor de inrichting van het maaiveld boven de onderdoorgang, of ‘het plein’ zoals bewoners het gebied noemen. Deze reacties vertellen wat die bewoners eisen en wensen voor de inrichting van het maaiveld, en daarmee dus ook wat van belang is voor de leefbaarheid. Een bewoner vindt het belangrijk dat er genoeg ruimte is voor een terras. Een andere bewoner ziet het liefst dat de bushaltes zich buiten het dorp zouden bevinden. Een andere bewoner vult daarbij aan dat bussen veel ruimte in beslag zouden nemen op ‘het plein’. Weer een andere bewoner spreekt zich uit voor een groen plein met terrasjes en verkeer dat stapvoets rijdt door het dorp. Een andere bewoner zou graag zien dat de Dorpsstraat in het noorden en het Zuideinde in het zuiden via de Jaagweg met elkaar verbonden zouden worden, om zo de twee delen van het dorp met elkaar te verbinden, en vindt het van belang dat het pand aan de Jaagweg een nieuwe plek krijgt in het gebied. Een aantal bewoners ziet liever dat de tunnelmonden zich verder van het dorp zouden bevinden, vermoedelijk omdat zij vrezen voor een concentratie van verkeersoverlast bij deze tunnelmonden. Alhoewel dit onderzoek zich niet richt op de vorm van de onderdoorgang zelf, is het wel van belang om verkeersoverlast bij de tunnelmonden te beperken door middel van ruimtelijke ingrepen bovengronds. Een bewoner pleit bijvoorbeeld al voor groene landschappelijke geluidswallen bij de tunnelmond in het oosten. Op basis van de reacties die gegeven zijn tijdens de tweede inloopbijeenkomst valt er te concluderen dat bewoners zich uitspreken voor een groen plein, en/of een plein met terras en dat bewoners niet al te positief zijn over de monden van de onderdoorgang en over de ruimte die benodigd is voor de bus. De monden van de onderdoorgang zien zij het liefst zo ver mogelijk buiten het dorp, of in ieder geval omgeven met groene geluidswallen. Op basis van deze bevindingen valt te stellen dat een plein met groen en/of terras, en het vermijden of beperken van verkeersoverlast van belang zijn voor de leefbaarheid.

12


Ateliers De provincie heeft in 2016 en 2017 drie ateliers georganiseerd waar betrokken partijen aan hebben deelgenomen, waaronder ook bewoners en klankbordgroepen uit Broek in Waterland. De input van de bewoners en klankboordgroepen is van belang om te bepalen wat van belang is voor de leefbaarheid volgens bewoners. Bij het eerste atelier zijn er veel uitingen gedaan en gedocumenteerd over leefbaarheid die relevant zijn voor de inrichting van het maaiveld. Bij het tweede atelier zijn er reacties gegeven op onder andere de ruimtelijke inpassing van de onderdoorgang en de visie op de ruimtelijke kwaliteit. Deze reacties bevatten veel eisen en wensen voor de inrichting van het maaiveld, en zijn daardoor zeer relevant voor het bepalen van wat leefbaarheid is volgens bewoners. De uitingen van het derde atelier zijn niet gedocumenteerd of de documentatie hiervan is niet beschikbaar. Eerste atelier Bij het eerste atelier werden de verschillende varianten voor een onderdoorgang die ter discussie staan gepresenteerd en werd er gevraagd om nieuwe input van de deelnemers van de ateliers. Doelen Het doel van het atelier was om onder de belanghebbenden wederzijds begrip te creëren en om verwachtingen te managen, en om inhoudelijke input te verkrijgen voor de uitwerking van de varianten voor de onderdoorgang. Bij het verkrijgen van input was het van belang om in beeld te krijgen wat de belangen zijn van de verschillende stakeholders en wat hun wensen zijn ten aanzien van het ontwerp, en welke aspecten zij het belangrijkst vinden om de varianten op te beoordelen/ vergelijken. Deelnemers Aan het eerste atelier hebben 41 personen deelgenomen waaronder leden van klankboordgroepen, belangengroepen zoals de fietsersbond en ondernemersverenigingen, en politici van de provincie Noord-Holland en gemeenten Waterland en Edam-Volendam . Methoden Het atelier werd opgedeeld in twee rondes. Bij de eerste ronde werd gebruik gemaakt van de world café methode. Bij deze methode maken meerdere groepen van deelnemers kenbaar wat zij belangrijk vinden, door dit op te schrijven op een tafelkleed. Vervolgens schuiven de groepen deelnemers door naar een andere tafel waar zij kunnen reageren op de opmerkingen van hun voorgangers op het tafelkleed, of de opmerkingen van hun voorgangers kunnen aanvullen. In de tweede ronde konden deelnemers kenbaar maken welke aspecten zij het belangrijkst vinden om de varianten voor de onderdoorgang op te beoordelen en te vergelijken met elkaar, door deze aspecten op te schrijven en over in discussie te gaan met elkaar. De grootste verschillen en gelijkenissen van zowel ronde één als ronde twee werden gepresenteerd op een groot scherm. De input, zoals de geschreven opmerkingen op tafelkleden, en de aspecten op formulieren zijn gedocumenteerd.

13


Uitingen over leefbaarheid Tijdens het atelier hebben deelnemers, waaronder bewoners en klankbordgroepen, uitgesproken en opgeschreven wat zij in de huidige situatie prettig vinden en graag zouden terug zien in de nieuwe situatie, wat zij in de huidige situatie onprettig vinden en hoe zij dat graag zouden zien opgelost worden in de nieuwe situatie, en wat er nodig is om op langer termijn nog steeds tevreden te zijn met de situatie. Wat de deelnemers hebben uitgesproken en opgeschreven is vertaald naar verschillende klanteisen. Een aantal van deze klanteisen vertelt wat van belang is voor de leefbaarheid. Bewoners willen een goede busverbinding en frequentie, maar vinden dat er nu te veel bussen rijden door Broek in Waterland. Bewoners willen minder overlast zoals luchtvervuiling en stank- en geluidsoverlast. Bewoners vinden de huidige verkeerssituatie onveilig en de verkeersdoorstroming en bereikbaarheid slecht. Veel uitingen over leefbaarheid komen voort uit klachten over de huidige situatie. Deze klachten zullen vermoedelijk verdwijnen door een onderdoorgang, maar voor de leefbaarheid is het ook van belang om te zorgen voor een beperking van verkeersoverlast en een verkeersveilige situatie bovengronds. Uit de klanteisen komt naar voren dat het beperken van verkeersoverlast en het zorgen voor verkeersveiligheid belangrijk is voor de leefbaarheid. Tijdens het atelier hebben deelnemers ook aangegeven welke aspecten zij het belangrijkst vinden om een onderdoorgang op te beoordelen en om mee te vergelijken. De bewoners van Broek in Waterland, de Klankbordgroep Broek in Waterland, en de Dorpsraad geven hierbij aan dat zij de doorstroming en haltering van de bussen, de bereikbaarheid tussen de twee delen van het dorp voor langzaam verkeer, het verkeersgeluid en de luchtkwaliteit belangrijke aspecten vinden om een variant voor een onderdoorgang op te beoordelen en te vergelijken. Deze aspecten zijn ook van belang voor bovengrondse ingrepen ten behoeve van de leefbaarheid. Uitingen over inrichting van het maaiveld Een aantal klanteisen vertelt ook specifieker wat van belang is voor de inrichting van het maaiveld. Mensen ervaren de bestaande fietstunnel als onprettig en onveilig en zien de situatie graag veranderen in de toekomstige situatie. Bewoners willen veel groen en water in het plangebied. Bewoners willen dat de twee helften van het dorp weer samen komen door middel van bijvoorbeeld een centraal plein. De bewoners willen een oplossing voor de onderdoorgang die landschappelijk goed is ingepast en past bij de uitstraling van het dorp. De inrichting van het maaiveld kan hierbij vermoedelijk een belangrijke rol spelen. Voor de inrichting van het maaiveld is het van belang is om te zorgen voor een goede en veilige verbinding voor langzaam verkeer, een ruimtelijke verbinding tussen de twee delen van het dorp, een inrichting met veel groen en water, en een inrichting die past bij het landschap en het karakter van het dorp.

14


Tweede atelier Bij het tweede atelier werden de verschillende varianten voor de onderdoorgang die ter discussie staan, en de visie op de ruimtelijke kwaliteit gepresenteerd door middel van vijf stands. Voor elke variant van de onderdoorgang één stand, en één stand voor de visie op de ruimtelijke kwaliteit. Doelen Het atelier had meerdere doelen. Een van die doelen was om voorkeuren en wensen op te halen voor de ruimtelijke kwaliteit bovengronds. Met deze voorkeuren en wensen valt te bepalen wat leefbaarheid is volgens de bewoners. Deelnemers Aan het tweede atelier hebben zeventig personen deelgenomen, waaronder drieënveertig belanghebbenden zoals leden van de Dorpsraad en verschillende klankbordgroepen uit Broek in Waterland. De Dorpsraad en de klankbordgroepen uit Broek in Waterland zijn te zien als vertegenwoordiging van de bewoners van Broek in Waterland. Methoden Deelnemers van het atelier werden opgedeeld in vijf groepen. De groepen bestonden uit personen van binnen en buiten Broek in Waterland. De groepen bezochten in rondes de vijf verschillende stands. Bij deze stands konden deelnemers een reactie geven op de ontwerpen en ruimtelijke inpassingen van de verschillende varianten voor de onderdoorgang en op de visie voor de ruimtelijke kwaliteit bovengronds. Deze reacties zijn gedocumenteerd en bevatten veel eisen en wensen voor de inrichting van het maaiveld, wat deze reacties interessant maakt om te bepalen wat leefbaarheid is volgens bewoners. Uitingen over inrichting van het maaiveld Doordat belanghebbenden van binnen en buiten Broek in Waterland met elkaar gemengd werden in groepen, is het niet exact te achterhalen wat de vertegenwoordigers van de bewoners van Broek in Waterland hebben uitgesproken. Wel kan er vanuit worden gegaan dat elke groep ook heeft gesproken in het belang van de bewoners van Broek in Waterland, omdat elke groep voor een deel bestond uit belanghebbenden uit Broek in Waterland. De eerste groep vindt het acceptabel dat er minder bussen door Broek in Waterland rijden, ook als dat betekent dat er soms langer moet worden gewacht. Deze groep vindt ook dat fietsers en voetgangers de prioriteit moeten krijgen op het plein dat zou kunnen ontstaan bij een onderdoorgang. Ook ziet deze groep graag een inrichting die het verkeer afremt, maar niet te ‘vaag’ is. Deze groep ziet ook wel wat in een overdekte plek waar men kan zitten, of een terrasje. Ze vinden ook een goede verbinding voor langzaam en gemotoriseerd verkeer tussen de twee delen van Broek in Waterland belangrijk. Ze willen hiervoor het liefst twee bruggen over de Broekervaart om fietsers en auto’s van elkaar gescheiden te houden ten behoeve van de verkeersveiligheid. Deze groep wilt ook graag een goede visuele verbinding tussen de twee delen van het dorp, door bijvoorbeeld niet al te veel bomen die het zicht blokkeren. De tweede groep is ook te spreken over een vermindering van het aantal bussen door het dorp ten gunste van verblijfskwaliteit. Deze groep ziet graag een Jeu de Boules-baan, fijne bankjes, een terras, een kleine markt, een café aan het water, en/of aanlegplekken voor boten in het gebied. Ze vinden het belangrijk dat het karakter van de ruimte besloten is, en aansluit bij het dorpse karakter. Ook vinden ze een goede verbinding tussen de twee delen van het dorp belangrijk en vinden ze het belangrijk dat de kwaliteit en de functie van het aanliggende water van de Broekervaart wordt benut.

15


De derde groep is ook te spreken over het voornemen van minder bussen door het dorp. In de ruimte die vrijkomt op het maaiveld bij een onderdoorgang zien zij graag een terras, natuurspeeltuin, ijsbaan, Jeu de Boules-baan, jeugdhonk, en/of muziektent, of juist geen openbare ruimte maar bebouwing zoals een brandweerkazerne. Ze willen graag ook dat historische lijnen visueel worden hersteld. Deze groep is niet te spreken over een goede verbinding voor auto’s tussen de twee delen van Broek in Waterland, omdat zij verwachten dat er daardoor meer kinderen met de auto naar school worden gebracht. De vierde groep vindt het ook goed dat er minder bussen halteren, maar wil niet dat er te weinig bussen halteren in Broek in Waterland. In de ruimte die vrijkomt op het maaiveld bij een onderdoorgang ziet deze groep graag veel groen en ruimte voor de bestaande kroeg aan een eventueel plein. Ze vinden het belangrijk dat een van de panden, die gesloopt moet worden voor de aanleg van de onderdoorgang, terugkomt en een functie van restaurant of café krijgt, maar geen hotel wordt. In ieder geval wilt deze groep iets van lichte horeca en/of een kleine markt, maar ze vinden het belangrijk dat het Kerkplein het centrum van het dorp blijft. De ruimtelijke verbinding tussen de twee delen van het dorp zien zij het liefst door middel van bebouwingsvolumes. Een eventuele boothelling mag van deze groep zich ook op een andere plek in het dorp bevinden. De vijfde groep vindt ook dat er best wat minder bussen door het dorp mogen rijden. In de ruimte die vrijkomt op het maaiveld bij een onderdoorgang ziet deze groep graag een plein met horeca en veel bomen. De uitstraling van dit plein moet natuurlijk zijn en aansluiten bij het historische karakter van het dorp. Deze groep vindt dat er in Broek in Waterland een centrum ontbreekt, en vindt dat er op deze plek een kans is om een centrum te maken. Ze zouden graag een plek willen waar een wekelijkse streekmarkt georganiseerd kan worden en waar veel mensen bijeen kunnen komen. Deze groep wilt zeker een goede verbinding voor fietsers tussen de twee delen van het dorp. Over een verbinding voor auto’s hebben zij zich verder niet uitgesproken. Bevindingen tweede atelier Alle vijf de groepen zijn te spreken over het voornemen van een vermindering van het aantal bussen dat door het dorp zal gaan rijden bij een onderdoorgang. Alle groepen zien graag een goede en verkeersveilige verbinding tussen de twee delen van het dorp voor langzaam verkeer. Over een goede verbinding voor auto’s zijn de groepen enigszins verdeeld. Ook vinden de groepen een visuele en ruimtelijke verbinding belangrijk. Een groep vindt daarbij het ook van belang dat historische lijnen worden hersteld. De meeste groepen zien graag een plein met horeca en terrasjes en verblijfsplekken. De groepen hebben hier allerlei verschillende opties voor aangegeven, zoals een terras bij het bestaande café of een café aan het water, of bijvoorbeeld een Jeu de Boules-baan. Het karakter van dit plein moet groen en/of besloten zijn en aansluiten bij het historische karakter van het dorp, en de kwaliteit van het water moet worden benut. Een groep vindt dat het plein dat kan ontstaan bij een onderdoorgang het centrum moet worden van Broek in Waterland, terwijl een andere groep vindt dat het Kerkplein dit moet blijven. Op basis van de reacties die gegeven zijn tijdens het tweede atelier valt te stellen dat een vermindering van het aantal bussen, verkeersveiligheid, een goede verbinding voor langzaam verkeer, een visuele en ruimtelijke verbinding tussen de twee delen van het dorp, horeca en terras, en verblijfsplekken waar men zitten of een activiteit kan ondernemen van belang zijn voor de leefbaarheid in Broek in Waterland volgens de bewoners zelf.

16


Bevindingen co-creatieproces met betrekking tot leefbaarheid Tijdens de eerste en tweede inloopbijeenkomst, en het eerste en tweede atelier zijn er veel belangrijke uitingen gedaan door bewoners en belanghebbenden die bewoners vertegenwoordigen, met betrekking tot leefbaarheid. Deze uitingen maken duidelijk wat van belang is voor de leefbaarheid in Broek in Waterland volgens de bewoners zelf. Op basis van de uitingen die gedaan zijn tijdens de inloopbijeenkomsten en ateliers valt te stellen dat het beperken of vermijden van verkeersoverlast, het zorgen voor verkeersveiligheid, een optimale en verkeersveilige verbinding tussen de twee delen van het dorp voor in ieder geval langzaam verkeer, een visuele en ruimtelijke verbinding, een groene omgeving, de kwaliteit van het water, horeca met terras, verblijfsplekken waar men kan zitten of iets kan ondernemen, en een uitstraling die past bij het landschap en het karakter van het dorp, van belang zijn voor de leefbaarheid volgens de bewoners zelf.

2.2 Interviews De documentatie van de inloopavonden en ateliers geeft veel inzicht in de eisen en wensen van bewoners, en daarmee in wat van belang is voor de leefbaarheid. Deze inloopavonden en ateliers zijn echter wel in 2016 en 2017 gehouden. Om goed te kunnen bepalen wat van belang is voor de leefbaarheid moet er gecontroleerd worden of bewoners het nu nog steeds eens zijn met wat destijds is uitgesproken tijdens de inloopavonden en ateliers, en vooral of zij hier nog aanvullingen op hebben. De eisen en wensen die zijn uitgesproken door bewoners, of namens bewoners zijn ook nog niet heel concreet. Voor het onderzoek is het van belang wat bewoners bijvoorbeeld een verkeersveilige omgeving vinden, en hoe zij dat het liefst zouden willen terug zien. Door middel van interviews met de bewoners van Broek in Waterland kan aan bewoners de kans geboden worden om aanvullingen te doen op hetgeen wat uitgesproken is tijdens het co-creatieproces, en om dit te concretiseren.

Kandidaten voor interviews De vragen kunnen het best gesteld worden aan bewoners met een woning of erf dat grenst aan het gebied dat ontstaat door een onderdoorgang. Dit zijn bewoners van een aantal woningen aan de Parallelweg, Dorpsstraat, Laan, Eilandweg en Cornelis Roelestraat. Deze bewoners zullen het meest te maken krijgen met de gevolgen van een nieuwe inrichting van het maaiveld, waardoor de mening van deze bewoners zwaarder weegt dan die van bewoners elders in het dorp. Dit betekent niet dat de mening van andere bewoners van Broek in Waterland er niet toe doet. Om heel Broek in Waterland een kans te geven om aanvullingen te doen op hetgeen wat uitgesproken is tijdens het cocreatieproces, en om dit te concretiseren, is het nodig om ook vragen te stellen aan de Dorpsraad als vertegenwoordiging van heel Broek in Waterland. De provincie ziet de Dorpsraad als vertegenwoordiging van de bewoners van Broek in Waterland. De antwoorden van bewoners die direct aan het gebied wonen, samen met de antwoorden van de Dorpsraad leveren naar verwachting zeer waardevolle input op om te bepalen wat leefbaarheid is volgens de bewoners zelf.

17


Basiskaart Om bewoners hun antwoord te kunnen laten concretiseren is het van belang om de situatie met een onderdoorgang goed in kaart te brengen, en daarmee ook duidelijk te maken welke ruimtelijke elementen in het kader van het onderzoek vast staan, en waar nog geen invulling voor is. Dit kan het beste gedaan worden door middel van een basiskaart waarin de bestaande context en ruimtelijke vorm van een onderdoorgang goed zichtbaar zijn. Bewoners die geĂŻnterviewd worden kunnen hun antwoord bijvoorbeeld concretiseren door te tekenen op de basiskaart hoe zij iets voor zich zien. Deze basiskaart is gebaseerd op GBKN (Grootschalige Basiskaart van Nederland) en de technische tekening van onderdoorgang variant 3. Beide bestanden zijn geleverd door advies- en ingenieursbureau Tauw.

18


Interviewvragen voor bewoners 1. Uit het voorgaande co-creatieproces is gebleken dat de volgende punten van belang zijn voor de leefbaarheid: het beperken of vermijden van verkeersoverlast, het zorgen voor verkeersveiligheid, een optimale en verkeersveilige verbinding tussen de twee delen van het dorp voor in ieder geval langzaam verkeer, een visuele en ruimtelijke verbinding, een groene omgeving, de kwaliteit van het water, horeca met terras, verblijfsplekken waar men kan zitten of iets kan doen, en een uitstraling die past bij het landschap en het karakter van het dorp. Bent u het hier mee eens? Heeft u hier aanvullingen op? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 2. Op welke manier kan volgens u het beste verkeersoverlast worden vermeden of beperkt in het gebied, in een situatie met een onderdoorgang voor de N247 (variant 2x1baans + vluchtstroken, maximumsnelheid 80km/u). ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 3. Hoe kan volgens u op de beste manier gezorgd worden voor een verkeersveilige omgeving in het gebied boven de onderdoorgang? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 4. Op welke manier, en met welke route kunnen volgens u de twee delen van Broek in Waterland met elkaar verbonden worden voor langzaam verkeer (bromfietsen, fietsers, voetgangers) ? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 5. Op welke manier, en met welke route kunnen volgens u de twee delen van Broek in Waterland met elkaar verbonden worden voor gemotoriseerd verkeer (motorfietsen, auto’s, landbouwvoertuigen, vrachtwagens) ? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________

19


6. Op welke manier kunnen volgens u de twee delen van Broek in Waterland het beste ruimtelijk en visueel verbonden worden met elkaar? (bijvoorbeeld: het herstel van het dorpslint, een nieuwe brug op een bepaalde locatie) ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 7. Hoe ziet u een groene omgeving voor zich? Wat voor soort groen? Op welke plekken? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 8. Op welke manier kan volgens u het best de kwaliteit van het water worden benut? (bijvoorbeeld: door middel van aanlegplaatsen, terras aan het water, boothelling) ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 9. Hoeveel nieuwe horeca en wat voor soort horeca ziet u het liefst komen in het gebied? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 10. Hoeveel nieuw terras (aantal stoelen en tafels bijvoorbeeld) en op welke plekken ziet u terras het liefst komen in het gebied? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 11. Naar wat voor soort verblijfsplek gaat uw voorkeur uit? (bijvoorbeeld bankjes, terras, speeltuin, ijsbaan, Jeu de Boules-baan, jeugdhonk, en/of muziektent) ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 12. Hoe zou u de uitstraling van het landschap Waterland omschrijven? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________

20


13. Hoe zou u het karakter van Broek in Waterland omschrijven? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 14. Heeft u verder nog eisen en wensen voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________

21


Interviewvragen voor Dorpsraad 1. Uit het voorgaande co-creatieproces is gebleken dat de volgende punten van belang zijn voor de leefbaarheid: het beperken of vermijden van verkeersoverlast, het zorgen voor verkeersveiligheid, een optimale en verkeersveilige verbinding tussen de twee delen van het dorp voor in ieder geval langzaam verkeer, een visuele en ruimtelijke verbinding, een groene omgeving, de kwaliteit van het water, horeca met terras, verblijfsplekken waar men kan zitten of iets kan doen, en een uitstraling die past bij het landschap en het karakter van het dorp. Is de Dorpsraad het hier namens de bewoners van Broek in Waterland mee eens? Heeft de Dorpsraad hier aanvullingen op? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 2. Op welke manier kan volgens de Dorpsraad het beste verkeersoverlast worden vermeden of beperkt in het gebied, in een situatie met een onderdoorgang voor de N247 (variant 2x1baans + vluchtstroken, maximumsnelheid 80km/u). ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 3. Hoe kan volgens de Dorpsraad op de beste manier gezorgd worden voor een verkeersveilige omgeving in het gebied boven de onderdoorgang? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 4. Op welke manier, en met welke route kunnen volgens de Dorpsraad de twee delen van Broek in Waterland met elkaar verbonden worden voor langzaam verkeer (bromfietsen, fietsers, voetgangers) ? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 5. Op welke manier, en met welke route kunnen volgens de Dorpsraad de twee delen van Broek in Waterland met elkaar verbonden worden voor gemotoriseerd verkeer (motorfietsen, auto’s, landbouwvoertuigen, vrachtwagens) ? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________

22


6. Op welke manier kunnen volgens de Dorpsraad de twee delen van Broek in Waterland het beste ruimtelijk en visueel verbonden worden met elkaar? (bijvoorbeeld: het herstel van het dorpslint, een nieuwe brug op een bepaalde locatie) ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 7. Hoe ziet de Dorpsraad een groene omgeving voor zich? Wat voor soort groen? Op welke plekken? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 8. Op welke manier kan volgens de Dorpsraad het best de kwaliteit van het water worden benut? (bijvoorbeeld: door middel van aanlegplaatsen, terras aan het water, boothelling) ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 9. Hoeveel nieuwe horeca en wat voor soort horeca ziet de Dorpsraad het liefst komen in het gebied? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________

23


10. Hoeveel nieuw terras (aantal stoelen en tafels bijvoorbeeld) en op welke plekken ziet de Dorpsraad het liefst terras komen in het gebied? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 11. Naar wat voor soort verblijfsplek gaat de voorkeur van de Dorpsraad uit? (bijvoorbeeld bankjes, terras, speeltuin, ijsbaan, Jeu de Boules-baan, jeugdhonk, en/of muziektent) ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 12. Hoe zou de Dorpsraad de uitstraling van het landschap Waterland omschrijven? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 13. Hoe zou de Dorpsraad het karakter van Broek in Waterland omschrijven? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 14. Heeft de Dorpsraad verder nog eisen en wensen voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang? ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________

24


Brief aan bewoners Beste bewoner(s), Zoals u waarschijnlijk al weet is provincie Noord-Holland samen met andere partijen, zoals de Dorpsraad en Gemeente Waterland, al een aantal jaren bezig om de mogelijkheden te onderzoeken voor een onderdoorgang voor de N247 bij Broek in Waterland. Ik ben Julian van Spankeren, inwoner van Monnickendam en student Ruimtelijke Ordening & Planologie, en ik onderzoek in het kader van mijn afstudeerstage voor de provincie hoe het gebied boven de onderdoorgang zou kunnen worden ingericht. Voor mijn onderzoek ga ik uit van ĂŠĂŠn mogelijke variant voor de onderdoorgang, maar deze variant is nog niet vastgesteld, en ook is het nog niet 100% zeker of er een onderdoorgang komt. In mijn onderzoek ga ik er vanuit dat er wel een onderdoorgang komt en richt ik mij puur op de inrichting van het gebied boven en langs de onderdoorgang, waar nu de huidige N247 ligt. Voor mijn onderzoek wil ik graag weten hoe het gebied boven en langs de onderdoorgang moet worden volgens u, en wat volgens u van belang is voor de leefbaarheid van het dorp. Wat ziet u het liefst in het gebied waar nu de N247 door Broek in Waterland loopt? Uw eisen en wensen voor het gebied boven de onderdoorgang zal ik doorspelen naar de betrokken partijen, maar ik moet hierbij zeggen dat dit geen garantie is dat uw eisen en wensen ook daadwerkelijk gerealiseerd zullen worden. Wel zal ik mijn uiterste best doen om uw eisen en wensen zo goed mogelijk kenbaar te maken. Voor u als bewoner is dit dan ook een mooie kans om u uit te spreken over de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. Op de kaart hieronder ziet u het gebied dat vrijkomt met een onderdoorgang voor de N247. Ik onderzoek hoe dit gebied het beste kan worden ingericht.

25


Ik hoop u persoonlijk te spreken om aan u een aantal vragen te kunnen stellen met betrekking tot de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang en de leefbaarheid van het dorp. In verband met het Coronavirus kan ik alleen telefonisch een gesprek met u voeren. Bent u geĂŻnteresseerd om uw mening te geven over de inrichting van Broek in Waterland met een onderdoorgang, en over de leefbaarheid van het dorp, dan kunt u contact met mij opnemen via mail ( julian.van.spankeren@noord-holland.nl ) of telefonisch ( 0648936537 ). De vragen die ik u in ieder geval wil stellen staan in de lijst hieronder, maar ik sta ook open voor andere suggesties en opmerkingen. Mijn vragen aan u: 1.

Uit het voorgaande co-creatieproces is gebleken dat de volgende punten van belang zijn voor de leefbaarheid: het beperken of vermijden van verkeersoverlast, het zorgen voor verkeersveiligheid, een optimale en verkeersveilige verbinding tussen de twee delen van het dorp voor in ieder geval langzaam verkeer, een visuele en ruimtelijke verbinding, een groene omgeving, de kwaliteit van het water, horeca met terras, verblijfsplekken waar men kan zitten of iets kan doen, en een uitstraling die past bij het landschap en het karakter van het dorp. Bent u het hier mee eens? Heeft u hier aanvullingen op?

2.

Op welke manier kan volgens u het beste verkeersoverlast worden vermeden of beperkt in het gebied, in een situatie met een onderdoorgang voor de N247 (variant 2x1baans + vluchtstroken, maximumsnelheid 80km/u).

3.

Hoe kan volgens u op de beste manier gezorgd worden voor een verkeersveilige omgeving in het gebied boven de onderdoorgang?

4.

Op welke manier, en met welke route kunnen volgens u de twee delen van Broek in Waterland met elkaar verbonden worden voor langzaam verkeer (bromfietsen, fietsers, voetgangers) ?

5.

Op welke manier, en met welke route kunnen volgens u de twee delen van Broek in Waterland met elkaar verbonden worden voor gemotoriseerd verkeer (motorfietsen, auto’s, landbouwvoertuigen, vrachtwagens) ?

6.

Op welke manier kunnen volgens u de twee delen van Broek in Waterland het beste ruimtelijk en visueel verbonden worden met elkaar? (bijvoorbeeld: het herstel van het dorpslint, een nieuwe brug op een bepaalde locatie)

7.

Hoe ziet u een groene omgeving voor zich? Wat voor soort groen? Op welke plekken?

8.

Op welke manier kan volgens u het best de kwaliteit van het water worden benut? (bijvoorbeeld: door middel van aanlegplaatsen, terras aan het water, boothelling)

9.

Hoeveel nieuwe horeca en wat voor soort horeca ziet u het liefst komen in het gebied?

10.

Hoeveel nieuw terras (aantal stoelen en tafels bijvoorbeeld) en op welke plekken ziet u terras het liefst komen in het gebied?

11.

Naar wat voor soort verblijfsplek gaat uw voorkeur uit? (bijvoorbeeld bankjes, terras, speeltuin, ijsbaan, Jeu de Boules-baan, jeugdhonk, en/of muziektent)

12.

Hoe zou u de uitstraling van het landschap Waterland omschrijven?

13.

Hoe zou u het karakter van Broek in Waterland omschrijven?

14.

Heeft u verder nog eisen en wensen voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang?

Ik hoop u binnenkort te spreken! Met vriendelijke groet, Julian van Spankeren

26


E-mail aan Dorpsraad Beste Dorpsraad, Provincie Noord-Holland is samen met de Dorpsraad al een aantal jaren bezig om de mogelijkheden te onderzoeken voor een onderdoorgang voor de N247. Van Bram Derix (provincie Noord-Holland) heb ik begrepen dat ik u kan benaderen voor contact met de Dorpsraad. Ik ben Julian van Spankeren, inwoner van Monnickendam en student Ruimtelijke Ordening & Planologie, en ik onderzoek in het kader van mijn afstudeerstage voor de provincie hoe het gebied boven de onderdoorgang zou kunnen worden ingericht. Voor mijn onderzoek ga ik uit van ĂŠĂŠn mogelijke variant voor de onderdoorgang, maar deze variant is nog niet vastgesteld. In mijn onderzoek richt ik mij puur op de inrichting van het gebied boven en langs de onderdoorgang, waar nu de N247 ligt. Voor mijn onderzoek wil ik graag weten hoe het gebied boven en langs de onderdoorgang moet worden volgens de bewoners van Broek in Waterland, en wat volgens de bewoners van belang is voor de leefbaarheid van het dorp. Wat zien de bewoners het liefst in het gebied waar nu de N247 door Broek in Waterland loopt? De eisen en wensen van bewoners voor het gebied boven de onderdoorgang zal ik doorspelen naar de betrokken partijen, maar ik moet hierbij zeggen dat dit geen garantie is dat die eisen en wensen ook daadwerkelijk gerealiseerd zullen worden. Wel zal ik mijn uiterste best doen om die eisen en wensen zo goed mogelijk kenbaar. Voor de Dorpsraad is dit dan ook een mooie kans om zich namens de bewoners van Broek in Waterland uit te spreken over de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. Op de kaart hieronder ziet u het gebied dat vrijkomt met een onderdoorgang voor de N247. Ik onderzoek hoe dit gebied het beste kan worden ingericht.

27


Ik hoop u, als vertegenwoordiger van de Dorpsraad te kunnen spreken om een aantal vragen te kunnen stellen met betrekking tot de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang en de leefbaarheid van het dorp. In verband met het Coronavirus kan ik alleen telefonisch een gesprek met u voeren. Bent u geĂŻnteresseerd om met mij in gesprek te gaan namens de bewoners van Broek in Waterland over de inrichting van Broek in Waterland met een onderdoorgang, en over de leefbaarheid van het dorp, dan kunt u contact met mij opnemen via mail ( julian.van.spankeren@noord-holland.nl ) of telefonisch ( 0648936537 ). De vragen die ik u in ieder geval wil stellen staan in de lijst hieronder, maar ik sta ook open voor andere suggesties en opmerkingen. 1.

Uit het voorgaande co-creatieproces is gebleken dat de volgende punten van belang zijn voor de leefbaarheid: het beperken of vermijden van verkeersoverlast, het zorgen voor verkeersveiligheid, een optimale en verkeersveilige verbinding tussen de twee delen van het dorp voor in ieder geval langzaam verkeer, een visuele en ruimtelijke verbinding, een groene omgeving, de kwaliteit van het water, horeca met terras, verblijfsplekken waar men kan zitten of iets kan doen, en een uitstraling die past bij het landschap en het karakter van het dorp. Is de Dorpsraad het hier namens de bewoners van Broek in Waterland mee eens? Heeft de Dorpsraad hier aanvullingen op?

2.

Op welke manier kan volgens de Dorpsraad het beste verkeersoverlast worden vermeden of beperkt in het gebied, in een situatie met een onderdoorgang voor de N247 (variant 2x1baans + vluchtstroken, maximumsnelheid 80km/u).

3.

Hoe kan volgens de Dorpsraad op de beste manier gezorgd worden voor een verkeersveilige omgeving in het gebied boven de onderdoorgang?

4.

Op welke manier, en met welke route kunnen volgens de Dorpsraad de twee delen van Broek in Waterland met elkaar verbonden worden voor langzaam verkeer (bromfietsen, fietsers, voetgangers) ?

5.

Op welke manier, en met welke route kunnen volgens de Dorpsraad de twee delen van Broek in Waterland met elkaar verbonden worden voor gemotoriseerd verkeer (motorfietsen, auto’s, landbouwvoertuigen, vrachtwagens) ?

6.

Op welke manier kunnen volgens de Dorpsraad de twee delen van Broek in Waterland het beste ruimtelijk en visueel verbonden worden met elkaar? (bijvoorbeeld: het herstel van het dorpslint, een nieuwe brug op een bepaalde locatie)

7.

Hoe ziet de Dorpsraad een groene omgeving voor zich? Wat voor soort groen? Op welke plekken?

8. Op welke manier kan volgens de Dorpsraad het best de kwaliteit van het water worden benut? (bijvoorbeeld: door middel van aanlegplaatsen, terras aan het water, boothelling) 9.

Hoeveel nieuwe horeca en wat voor soort horeca ziet de Dorpsraad het liefst komen in het gebied?

10. Hoeveel nieuw terras (aantal stoelen en tafels bijvoorbeeld) en op welke plekken ziet de Dorpsraad het liefst terras komen in het gebied? 11. Naar wat voor soort verblijfsplek gaat de voorkeur van de Dorpsraad uit? (bijvoorbeeld bankjes, terras, speeltuin, ijsbaan, Jeu de Boules-baan, jeugdhonk, en/of muziektent) 12.

Hoe zou de Dorpsraad de uitstraling van het landschap Waterland omschrijven?

13.

Hoe zou de Dorpsraad het karakter van Broek in Waterland omschrijven?

14. Heeft de Dorpsraad verder nog eisen en wensen voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang?

Ik hoop u binnenkort te spreken! Met vriendelijke groet, Julian van Spankeren

28


Afgenomen interviews Dorpsraad Op 9 april 2020 heb ik met de Dorpsraad gesproken. Ik heb de eerder genoemde vragen voorgelegd aan, en besproken met de Dorpsraad. De Dorpsraad wil in de eerste plaats benadrukken dat de bevindingen op basis van de ateliers en inloopbijeenkomsten niet representatief hoeven te zijn voor alle bewoners van het dorp. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een aantal bewoners geen voorstander is van een onderdoorgang voor de provinciale weg. Punten van belang voor de leefbaarheid Het standpunt van de Dorpsraad is dat de historische fout, waarbij het dorp doorsneden is met een provinciale weg, moet worden teruggedraaid. Wat ook een belangrijk standpunt is van de Dorpsraad, is dat het historische pand dat nu in het plangebied staat, en gesloopt zou moeten worden voor de aanleg van een onderdoorgang, moet worden herbouwd in originele vorm. Het pand mag zich wel op een andere plek binnen het plangebied bevinden. Met deze standpunten wil de Dorpsraad de lijst met punten die van belang zijn voor de leefbaarheid aanvullen. Het herstellen van de historische fout helpt bij het accentueren van het karakter van het dorp. Het herbouwen van het historische pand draagt hieraan bij. Verkeersoverlast Om verkeersoverlast zoveel mogelijk te beperken ziet de Dorpsraad het liefst vooral maatregelen bij de mond van de onderdoorgang in het noordoosten. De Dorpsraad denkt hierbij aan geluidswanden, geluidsarm asfalt, of een diepere ligging van de provinciale weg bij dit stuk. Wat eventueel ook nog een mogelijkheid is, is om een brug aan te leggen vanuit de Cornelis Roelestraat naar het plangebied. Verkeer dat vanuit Broek in Waterland-Zuid naar het noorden wil rijden, naar bijvoorbeeld Monnickendam, moet in een situatie met een onderdoorgang eerst naar een rotonde in het zuidwesten rijden en vervolgens door het plangebied naar de oprit van de provinciale weg richting het noorden. Om fietsverkeer te verminderen door het plangebied is het ook een optie om de doorgaande fietsroute tussen Amsterdam en Monnickendam buiten het plangebied te laten lopen, in het geval dat het fietspad tussen Monnickendam en Broek in Waterland wordt verplaatst naar het voormalige tracĂŠ van de trambaan. Dit is een initiatief van de provincie dat verder wordt uitgezocht, maar dat wel moet worden meegenomen in het voorlopig ontwerp. Verkeersveiligheid Volgens de Dorpsraad kan een verkeersveilige omgeving het beste tot stand komen door middel van een shared space waarin voetgangers-, fiets- en autoverkeer gelijkwaardig is. De Dorpsraad verwijst naar de vele goede voorbeelden van dit principe. In ieder geval moet er ook aandacht worden besteed aan de overgang van het huidige fietspad vanaf Monnickendam naar de Parallelweg, zoals een snelheidsremmende maatregel. Verbinding voor langzaam verkeer tussen de twee delen van het dorp De Dorpsraad vindt de huidige vorm en locatie van de bestaande voetgangers- en fietsbrug een prima verbinding tussen de twee delen van het dorp voor langzaam verkeer. Wat betreft de Dorpsraad hoeft er geen andere brug te komen. Verbinding voor gemotoriseerd verkeer tussen de twee delen van het dorp Een brug vanuit de Cornelis Roelestraat maakt het mogelijk dat verkeer uit Broek in Waterland-Zuid direct de oprit van de provinciale weg richting het noorden kan nemen, en daardoor niet door een groot deel van het plangebied hoeft te rijden. De Dorpsraad vraagt zich wel af wat de wenselijkheid is van een brug voor autoverkeer, en is ook nog niet overtuigd van deze eventuele oplossing. Een brug kan mogelijk wel de huidige verkeersproblematiek bij de Eilandweg/het Zuideinde oplossen.

29


Ruimtelijke en visuele verbinding De Dorpsraad ziet graag een zichtlijn tussen het Zuideinde en de Dorpsstraat. Het historische pand dat herbouwd moet worden kan aan deze zichtlijn staan. De zichtlijn wordt daarmee door een ruimtelijk volume versterkt. Op die manier ontstaat er een visuele en ruimtelijke verbinding. Groene omgeving Wat betreft een groene omgeving zijn er verschillende opties mogelijk. De Dorpsraad ziet bijvoorbeeld wel wat in een grasveld in het plangebied waar men bijvoorbeeld kan picknicken, en ook wat bomenrijen in het gebied. Vanuit de lucht gezien ziet Broek in Waterland er nu al groen uit door alle bomen in het dorp. Deze groene uitstraling kan wat betreft de Dorpsraad voortgezet worden in het plangebied. Kwaliteit van het water Om de kwaliteit van het water van de Broekervaart te benutten ziet de Dorpsraad wel iets in een terras aan het water, bijvoorbeeld in combinatie met een herbouwd historisch pand. Aanlegplaatsen voor boten alleen in beperkte mate, want het gebied moet geen tweede Havenrak worden. Horeca Wat betreft de Dorpsraad komt er één nieuw horecabedrijf in het gebied. Dit bedrijf moet bij voorkeur gerund worden door een lokale ondernemer, zoals eetcafé De Drie Noten, en niet door iemand van buitenaf. Voor wat voor soort Horeca heeft de Dorpsraad geen specifieke voorkeur. Terras De Dorpsraad ziet wel iets in een terras langs het water of een terras voor het bestaande eetcafé De Drie Noten. Over een concreet aantal stoelen en tafels doet de Dorpsraad geen uitspraak, maar zij willen niet een grootschalig terras. Verblijfsplekken Als verblijfsplek ziet de Dorpsraad wel wat in een open groene plek met bankjes, picknickmogelijkheden, en een speeltuin voor kinderen. Op de plek van de onderdoorgangmond staat momenteel een jeugdhonk. Deze plek zal verdwijnen bij de aanleg van een onderdoorgang. De Dorpsraad vindt dat er iets voor jongeren moet terugkomen in het plangebied, maar dat hoeft niet per se een nieuwe jeugdhonk te zijn. Uitstraling van het landschap Waterland Als de Dorpsraad de uitstraling van het landschap Waterland zou moeten omschrijven, dan zou de Dorpsraad het landschap omschrijven met de volgende kenmerken: veel sloten en water, openheid, en bomen alleen bij bebouwing. Karakter van het dorp Als de Dorpsraad het karakter van het dorp zou moeten omschrijven dan zou de Dorpsraad Broek in Waterland omschrijven als een historisch dorp, het mooiste dorp van Nederland en uniek. Wat het dorp uniek maakt volgens de Dorpsraad is het gevoel dat je teruggaat in de tijd, en de koppeling met een landelijke omgeving middenin het agrarische gebied.

30


Bevindingen Het interview met de Dorpsraad was erg interessant en heeft veel nieuwe inzichten gegeven over wat van belang is voor de leefbaarheid en de nieuwe inrichting van het bovengrondse gebied, en ook over de eisen en wensen van de Dorpsraad als betrokken partij. Een aantal punten zijn al eerder genoemd in het afgelopen co-creatie proces, zoals de herbouw van het historische pand dat in het plangebied staat, maar nu is bijvoorbeeld duidelijk dat deze wat betreft de Dorpsraad herbouwd mag worden op een andere plek in het plangebied, zolang de originele vorm en stijl terugkomen. Historische waarden en karakteristiek van Broek in Waterland lijken op basis van het interview zeer belangrijk voor de nieuwe inrichting van het bovengrondse gebied. Overzicht Aanvullende punten van belang voor de leefbaarheid: Herbouw van historisch pand, historische fout doorsnijding dorp herstellen. Verkeersoverlast: Geluidswanden, geluidsarm asfalt, of een diepere ligging van de provinciale weg bij de onderdoorgangmond. Verkeersveiligheid: Toepassing van het shared space-principe. Verbinding langzaam verkeer: Huidige fietsbrug voldoet. Fietsroute Amsterdam-Monnickendam eventueel buiten het plangebied. Verbinding gemotoriseerd verkeer: Verbinding via huidige brug (nu voor de N247) voldoet. Ruimtelijke en visuele verbinding: Zichtlijn Zuideinde-Dorpsstraat, herbouwd pand aan de zichtlijn als ruimtelijk volume. Groene omgeving: Diverse opties mogelijk. Kwaliteit van het water: Terras aan het water, in combinatie met een herbouwd historisch pand. Horeca: EĂŠn nieuw horecabedrijf, gerund door een lokale ondernemer. Terras: Terras aan het water en voor eetcafĂŠ De Drie Noten. Niet grootschalig. Verblijfsplekken: Een open groene omgeving met bankjes, een speeltuin, picknickmogelijkheden, en een plek voor jongeren. Uitstraling landschap Waterland: Veel sloten en water, openheid, bomen alleen bij bebouwing. Karakter van het dorp: Historisch dorp, het mooiste dorp van Nederland en uniek (het gevoel dat je teruggaat in de tijd, en de koppeling met het agrarische gebied).

31


Interviews met, en input van bewoners Benaderde adressen In april 2020 zijn er bewoners van 48 adressen aan het plangebied benaderd met een brief. In deze brief staat een verzoek voor een interview. Op de onderstaande kaart zijn de benaderde adressen in het rood aangegeven.

Respons In de periode tot mei hebben slechts vier bewoners gereageerd op de brief. De respons valt tegen. Deze bewoners hebben wel zeer waardevolle input gegeven.

32


Input bewoner Eilandweg Een bewoner van de Eilandweg heeft op mijn brief gereageerd met een e-mail op 16 april. Deze bewoner heeft niet aangegeven dat hij of zij een interview wil, maar heeft op een aantal vragen met tekst antwoord gegeven. Verbinding voor gemotoriseerd verkeer tussen de twee delen van het dorp Deze bewoner heeft jaren geleden al gepleit bij de gemeente Waterland voor de aanleg van een nieuwe ophaalbrug voor al het verkeer ter hoogte van het begin/einde van de Cornelis Roelestraat. Volgens de bewoner zou hierdoor deze straat over de Broekervaart heen kunnen lopen. Op deze manier worden de twee delen van het dorp met elkaar verbonden. De bewoner heeft toen ook voorgesteld om de verkeerscirculatie in Broek in Waterland te verbeteren door het invoeren van eenrichtingsverkeer voor de Eilandweg. In de huidige situatie gaat het verkeer naar, en van onder andere het Zuideinde, de Draai en verder naar het dorp Zuiderwoude over het smalle bruggetje (Pelserbrug genaamd) over het beekje de Molengouw. Daar kunnen personenauto’s elkaar niet passeren. De bewoner stelt voor dat het verkeer via de Eilandweg en het Zuideinde Broek in Waterland-Zuid binnenkomt en dat het verkeer via een nieuwe brug aan het eind van de Cornelis Roelestraat Broek in Waterland-Zuid kan verlaten. Kwaliteit van het water Om de kwaliteit van het water van de Broekervaart te benutten ziet de bewoner wel iets in een klein haventje met een terras. De bewoner vindt een boothelling in het dorp wel een gemis, maar weet niet waar die zou moeten komen. Horeca De bewoner mist een koffiecafÊtje in het dorp. Mocht hier plaats voor zijn dan heeft dit de voorkeur van deze bewoner. Aanvullende eisen en wensen Als aanvullende wens heeft de bewoner een idee voor een kunstwerk op een plein. Dit kunstwerk is, een groot beeld van minimaal 3 meter hoog, en dient als herkenningspunt van Broek in Waterland. In het dorp woont een bekend kunstenaarspaar: Eric Claus en zijn vrouw. De bewoner stelt deze kunstenaars voor als de makers van dit beeld.

33


Interview bewoner Parallelweg Op 17 april 2020 heb ik met een bewoner van de Parallelweg gesproken. Ik heb de eerder genoemde vragen voorgelegd aan, en besproken met deze bewoner. De bewoner geeft aan dat zij eerder ook naar de inloopbijeenkomsten is geweest en op die manier betrokken is bij het project van de onderdoorgang. Verkeersoverlast Door de onderdoorgang komt het lokale verkeer dat Broek in Waterland inrijdt, waaronder bussen die halteren in Broek in Waterland, veel dichterbij de woningen van de Parallelweg, vooral aan het einde van deze straat. Door het open gedeelte van de onderdoorgang en de hogere verkeerssnelheid van de provinciale weg, neemt het verkeersgeluid naar verwachting ook toe bij dit gedeelte van de Parallelweg. De bewoner is hier niet tevreden over en heeft daarom ook kritiek op het plan voor de onderdoorgang. De bewoner komt wel met een aantal zeer goede voorstellen om de verkeersoverlast zoveel mogelijk te beperken in een situatie met een onderdoorgang. Om de verkeersoverlast bij de Parallelweg tegen te gaan stelt de bewoner voor dat de Parallelweg eenrichtingsverkeer wordt, waardoor de rijbaan smaller wordt en verder van de woningen kan liggen. In de ruimte die hierdoor ontstaat kan bijvoorbeeld meer groen komen. De richting van het verkeer is dan vanaf de afrit van de provinciale weg naar het midden van het dorp. Om de Parallelweg bereikbaar te houden voor autoverkeer vanuit het dorp stelt de bewoner een verbinding voor tussen de Parallelweg en de Binnenweeren. In de huidige situatie loopt er een voetpad tussen de Binnenweeren en het Oosteinde (klein parkeerterrein ten oosten van de Parallelweg). Dit voetpad zou dan verbreed moeten worden tot rijbaan, zodat de Parallelweg bereikbaar is voor autoverkeer vanuit het dorp. Om de snelheid van het doorgaande verkeer over de Parallelweg te verminderen ziet de bewoner wel iets in verkeersdrempels. Om verkeersoverlast vanuit het open gedeelte van de onderdoorgang te beperken ziet de bewoner het liefst dat de maximumsnelheid niet 80 km/u, maar 50 km/u per uur wordt. Verkeersveiligheid De bewoner vindt bus- en vrachtverkeer door het dorp gevaarlijk en ziet daarom niets in een shared space waar al het verkeer gelijkwaardig is aan elkaar. Wat betreft deze bewoner komen er duidelijke fietspaden en zijn de ontmoetings- en speelplekken goed afgezonderd van het verkeer. Verbinding voor langzaam verkeer tussen de twee delen van het dorp De bewoner vindt dat er vanaf de bestaande fietsbrug weinig overzicht is op het verkeer van de Eilandweg. Wat betreft de bewoner mag deze brug verplaatst worden naar een overzichtelijkere plek, of er mag een extra brug voor fietsers en voetgangers bij komen, waarbij de bestaande brug op de huidige plek blijft staan. Verbinding voor gemotoriseerd verkeer tussen de twee delen van het dorp Wat betreft de bewoner komt er geen extra brug over de Broekervaart voor gemotoriseerd verkeer. De bewoner wil dat het gebruik van de auto zo min mogelijk gestimuleerd wordt, waardoor er ook zo min mogelijk autoverkeer is, en de rust behouden blijft. Ruimtelijke en visuele verbinding De bewoner ziet een ruimtelijke en visuele verbinding voor zich door middel van een bomenrij en het gebruik van dezelfde klinkers in het plangebied.

34


Groene omgeving De bewoner ziet het liefst veel bomen aan de randen van het plangebied, en een open groene plek in het midden van het plangebied. Kwaliteit van het water Om de kwaliteit van het water van de Broekervaart te benutten ziet de bewoner wel wat in een zwemplek met een steiger aan de Broekervaart. Deze steiger heeft zitplaatsen zodat hier prettig te verblijven valt. Er zijn dan geen vaste ligplaatsen voor boten aan de steiger. Horeca Wat betreft horeca ziet de bewoner wel iets in een koffiezaakje, in combinatie met een speeltuin. De bewoner vraagt zich wel af of er genoeg draagvlak is om een vaste koffiezaak rendabel te maken. Een alternatief zou een standplaats zijn voor een mobiele koffiekraam die bijvoorbeeld een paar dagen per week in het zomerseizoen geopend is. Deze standplaats kan ook gebruikt worden door andere kramen, zoals de pizzakraam die eenmaal per week in Monnickendam staat. Terras Wat betreft een terras in het plangebied ziet de bewoner het liefst een klein terras van ongeveer drie tafels naast een standplaats voor wisselende horeca. Verblijfsplekken Als verblijfsplek ziet de bewoner wel iets in een speeltuin voor jonge kinderen met daarbij een ontmoetingsplek voor ouders. Deze ontmoetingsplek kan simpelweg bestaan uit bankjes. Voor de wat oudere kinderen ziet de bewoner wel iets in een BMX-baan zoals die bij het Buikslotermeerplein in Amsterdam-Noord. Uitstraling van het landschap Waterland Als de bewoner de uitstraling van het landschap Waterland zou moeten omschrijven, dan zou de bewoner het landschap omschrijven met de volgende kenmerken: veel weilanden en omringd met water. Karakter van het dorp Als de bewoner het karakter van het dorp zou moeten omschrijven dan zou de bewoner Broek in Waterland omschrijven als een authentiek oudhollands dorp met veel oude houten huizen.

35


Interview bewoner Eilandweg Op 21 april heb ik met een bewoner van de Eilandweg gesproken. Ik heb de eerder genoemde vragen voorgelegd aan, en besproken met deze bewoner. De bewoner geeft aan dat hij eerder ook naar de inloopbijeenkomsten is geweest en op die manier betrokken is bij het project van de onderdoorgang. Verkeersoverlast/ Verbinding voor gemotoriseerd verkeer tussen de twee delen van het dorp Om verkeersoverlast te beperken in het plangebied wil de bewoner dat er niet een extra brug komt over de Broekervaart voor gemotoriseerd verkeer. De bewoner vreest dat er dan te veel verkeersstromen in het plangebied komen die overlast veroorzaken. Wel is de bewoner een voorstander van het idee om van de Eilandweg eenrichtingsverkeer te maken, of om de parkeerplaatsen langs de Eilandweg op te heffen zodat auto’s elkaar beter kunnen passeren. In het geval van eenrichtingsverkeer over de Eilandweg ziet de bewoner het liefst een verbinding van de Eilandweg via de Motorrijtuigstraat naar het zuiden van het dorp. Verkeersveiligheid/ Verbinding voor langzaam verkeer tussen de twee delen van het dorp De bewoner vindt het kruispunt van de fietsbrug en de Eilandweg te krap en gevaarlijk, en zou dit kruispunt graag veiliger zien. Ruimtelijke en visuele verbinding Om de twee delen van het dorp ruimtelijk en visueel met elkaar te verbinden, stelt de bewoner een Y-vormige splitsing voor vanaf de fietsbrug aan de Eilandweg naar de Dorpsstraat en het Burgemeester P.ph. Paulplantsoen. Groene omgeving De bewoner ziet het liefst een klein stukje gras met een paar bankjes in het plangebied, en verder vooral veel bomen. De bomen moeten wel zo geplaatst worden dat er geen schaduw valt op een eventueel terras. Kwaliteit van het water Om de kwaliteit van het water te benutten ziet de bewoner wel wat in een steiger waar men kan aanleggen met een boot en een terras aan het water. Dit terras bevindt zich dan tegenover de Molengouw (een sloot vanuit de Broekervaart), zodat er een doorkijk is onder de Pelserbrug over het water van de Molengouw. Horeca Volgens de bewoner zijn de bewoners van het historische pand, dat nu in het plangebied staat, koks. De bewoner stelt voor dat het historische pand en de bijbehorende schuur herbouwd worden als restaurant, en dat dit restaurant dan in bedrijf wordt gehouden door de huidige bewoners van dit pand. Volgens de bewoner proberen de bewoners van dit pand al 25 jaar een restaurant te beginnen. Het eerder genoemde terras aan het water is dan onderdeel van dit restaurant. Bij het faciliteren van nieuwe horeca moet er volgens de bewoner wel rekening worden gehouden met de belangen van de bestaande horeca zoals eetcafÊ De Drie Noten. Terras De bewoner ziet het liefst een net terras dat enigszins verscholen ligt en plaats biedt aan ongeveer 40 personen.

36


Verblijfsplekken De bewoner ziet graag dat er bankjes voor de jeugd komen in het gebied, waar toezicht op is vanuit de omgeving. Bij de huidige jeugdhonk is er geen toezicht en wordt er vaak rottigheid uitgehaald. De bewoner snapt wel dat de jeugd een plek nodig heeft om samen te komen, en wilt daarom ook dat er een plek komt met toezicht. Verder stelt de bewoner picknicktafels voor als verblijfsplekken voor de andere leeftijdscategorieĂŤn. Uitstraling van het landschap Waterland Als de bewoner de uitstraling van het landschap Waterland zou moeten omschrijven, dan zou de bewoner het landschap omschrijven met de volgende kenmerken: landelijk, open en groen. De bewoner benadrukt hierbij dat er bij de inrichting van het nieuwe gebied niet moet worden ingezet op de kenmerken van het landschap, maar op de karakteristiek van het dorp. Volgens de bewoner is dit dan beslotenheid. Karakter van het dorp Als de bewoner het karakter van het dorp zou moeten omschrijven dan zou de bewoner Broek in Waterland omschrijven als een mooi besloten dorp met karakteristieke houten woningen in de oudBroekerstijl.

37


Interview bewoner Laan Op 28 april heb ik met een bewoner van Laan gesproken. Ik heb de eerder genoemde vragen voorgelegd aan, en besproken met deze bewoner. De bewoner geeft aan dat hij hoopt dat de onderdoorgang er spoedig zal zijn. Verkeersoverlast Om verkeersoverlast in het plangebied te beperken ziet de bewoner het liefst elektrische bussen en een verbod op knalpijpen. Deze maatregelen zijn interessant, maar niet zozeer ruimtelijk. Wat betreft ruimtelijke maatregelen ziet de bewoner het liefst zo min mogelijk parkeerplaatsen in het plangebied, vanwege de aantrekking van auto’s, en vooral veel bomen. In het verleden zijn veel bomen gekapt en niet teruggekomen. De bomen moeten dan het verkeersgeluid dempen en geplaatst worden aan de randen van de erven aan het plangebied. De bewoner stelt ratelpopulieren voor als boomsoort. De bewoner ziet ook wel iets in een algeheel inrijverbod voor motorvoertuigen, met ontheffingen voor de bewoners van Broek in Waterland, zodat er op die manier zo min mogelijk verkeer door het plangebied rijdt. Als het nut heeft om geluidsschermen te plaatsen langs de open delen van de onderdoorgang, dan is de bewoner hier een voorstander van. Verkeersveiligheid Voor een verkeersveilige omgeving stelt de bewoner een maximumsnelheid van 30km/u in het plangebied voor, en een omgeving waarin de auto te gast is en fietsers en voetgangers voorrang hebben op gemotoriseerd verkeer. Verbinding voor langzaam verkeer tussen de twee delen van het dorp Als het mogelijk is om de bestaande ophaalbrug te verplaatsen, zodat deze in lijn komt met het Zuideinde, dan is de bewoner hier een voorstander van. De bewoner vindt de huidige plek van de brug een beetje onhandig. De bewoner vindt de huidige vorm en breedte van de brug prima, omdat de smalle brug bijvoorbeeld wielrenners afremt. Verbinding voor gemotoriseerd verkeer tussen de twee delen van het dorp Als een extra brug over de Broekervaart het verkeer door het gehele plangebied beperkt dan is de bewoner hier een voorstander van. Het idee dat verkeer met een extra brug Broek in Waterland-Zuid gemakkelijk kan verlaten spreekt de bewoner aan. Deze brug mag eventueel ook voor verkeer in beide richtingen zijn. De bewoner denkt niet dat autoverkeer hierdoor gestimuleerd wordt, omdat mensen die zich toch al met de auto willen verplaatsen, waarschijnlijk ook wel bereid zijn om een stukje om te rijden via de huidige brug voor de N247. Ruimtelijke en visuele verbinding De bewoner geeft aan dat als er een mooie omgeving ontstaat in het plangebied, de bewoner de dichte hagen aan de rand van zijn erf en aan het plangebied zou aanpassen/openen, zodat de bewoner meer uitzicht heeft over het plangebied. Aangezien de aanwezigheid van de historische en karakteristieke panden aan de Laan komt zicht vanuit het plangebied op deze panden ten goede aan de ruimtelijke kwaliteit.

38


Groene omgeving Wat betreft de inrichting van het plangebied ziet de bewoner het liefst zoveel mogelijk groen en alleen verharding waar dat noodzakelijk is voor het verkeer. De bewoner wil niet een klassieke groene inrichting met bijvoorbeeld alleen violen of narcissen die er fraai uitzien, maar een groene omgeving zonder maaibeleid die optimaal bijdraagt aan een hoge biodiversiteit en een goede omgeving voor insecten en andere dieren is. Wat betreft bomen in deze groene omgeving ziet de bewoner bij voorkeur bomen die bijdragen aan geluidsdemping, zoals de eerder genoemde ratelpopulieren. Horeca De bewoner ziet graag horeca die in bedrijf gehouden wordt door lokale ondernemers en met een aanbod van biologische streekproducten. Terras De bewoner wil niet al te veel terras om de rust te bewaken. Verblijfsplekken De bewoner ziet liever geen jeugdhonk, muziektent of sportbanen in het plangebied. Als verblijfplekken stelt de bewoner een kleine speeltuin, terras en bankjes voor. Karakter van het dorp Als de bewoner het karakter van het dorp zou moeten omschrijven dan zou de bewoner Broek in Waterland omschrijven als een rustiek, historisch, vriendelijk en welgesteld dorp.

39


2.3 Conclusie Door middel van onderzoek naar het afgelopen co-creatieproces en interviews met de Dorpsraad en een paar bewoners van verschillende adressen aan het plangebied, is nu vrij duidelijk welke eisen en wensen de bewoners stellen aan hun omgeving, en daarmee wat van belang is voor de leefbaarheid. De eisen en wensen die bewoners hebben uitgesproken, hebben zij voor een deel uitgesproken in dingen die zij niet willen, voor een deel in doelen die zij behaald willen zien, en voor een deel in middelen voor deze doelen. Bijvoorbeeld het doel beperking verkeersoverlast en het middel eenrichtingsverkeer. Een aantal middelen zijn ruimtelijk, zoals een extra brug, andere middelen zijn wettelijk, zoals een algeheel inrijverbod. Deze doelen en middelen zijn waardevol voor het opzetten van een programma van eisen voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. De doelen en middelen staan in de tabel hieronder. Over een aantal eisen en wensen is nog verdeeldheid onder de bewoners, zoals over een extra brug over de Broekervaart voor gemotoriseerd verkeer. Doelen en middelen waar verdeeldheid over heerst, zijn in het rood aangegeven.

Eisen en wensen vertaald naar doelen en middelen Doelen Het beperken of vermijden van verkeersoverlast.

Een verkeersveilige omgeving.

Eisen en wensen Middelen

Ruimtelijk • Groene landschappelijke geluidswallen. • Geluidswanden. • Geluidsarm asfalt. • Diepere ligging provinciale weg. • Doorgaande fietsroute tussen Amsterdam en Monnickendam buiten het plangebied. • Eenrichtingsverkeer Parallelweg. • Verbinding tussen de Parallelweg en de Binnenweeren. • Verkeersdrempels. • Zo min mogelijk parkeerplaatsen in plangebied. • Veel geluiddempende bomen. • Geluidsschermen bij open delen onderdoorgang. • • • • •

Een optimale en verkeersveilige verbinding tussen de twee delen van het dorp voor langzaam verkeer.

• • • •

Shared Space. Snelheidsremmende maatregel overgang Parallelweg-fietspad. Duidelijke fietspaden. Ontmoetings- en speelplekken goed afgezonderd van verkeer. Aanpassing kruispunt Eilandwegophaalbrug. Bestaande ophaalbrug behouden. Verplaatsing ophaalbrug. Extra brug voor langzaam verkeer. Ophaalbrug in lijn met Zuideinde.

40

Wettelijk • Eenrichtingsverkeer Eilandweg. • Maximumsnelheid onderdoorgang 50km/u. • Opheffing van parkeerplaatsen langs Eilandweg. • Elektrische bussen. • Verbod op knalpijpen. • Algeheel inrijverbod voor motorvoertuigen, met ontheffingen voor de bewoners van Broek in Waterland. • • •

Fietsers en voetgangers voorrang. Auto te gast. Maximumsnelheid 30km/u in plangebied.


Een optimale en verkeersveilige verbinding tussen de twee delen van het dorp voor gemotoriseerd verkeer. Een ruimtelijke en visuele verbinding.

• •

• • • • • • • • • •

Een groene omgeving.

• • • • • • •

Benutting van de kwaliteit van het water.

• • • • • • • •

Nieuwe Horeca.

• • • •

Brug bij Cornelis Roelestraat voor verlatend verkeer. Brug bij Cornelis Roelestraat voor al het verkeer in beide richtingen.

Verbinding Dorpsstraat en Zuideinde. Een centraal plein. Herstel van historische lijnen. Bebouwingsvolumes. Zichtlijn Dorpsstraat en Zuideinde. Herbouwd pand aan zichtlijn. Een bomenrij. Het gebruik van dezelfde klinkers in het plangebied. Y-vormige splitsing vanaf de ophaalbrug. Open hagen bij tuinen aan plangebied. Picknickweide. Bomenrijen. Bomen aan de randen van het plangebied. Open groene plek in het midden van het plangebied. Klein stukje gras met een paar bankjes. Zoveel mogelijk groen. Hoge biodiversiteit.

Geen maaibeleid.

Horeca in bedrijf door lokale ondernemer(s). Horeca met aanbod van biologische streekproducten.

Café aan het water. Aanlegplaatsen voor boten in beperkte mate. Terras aan het water in combinatie met een herbouwd historisch pand. Klein haventje. Zwemplek met een steiger. Steiger met zitplaatsen. Steiger met aanlegplaatsen. Terras aan het water tegenover Pelserbrug. Koffiecafé. Koffiezaakje, in combinatie met een speeltuin. Standplaats voor wisselende mobiele horeca. Historisch pand herbouwd als restaurant, in bedrijf door huidige bewoners.

41


Terras in het gebied.

• • • •

Verblijfsplekken waar men kan zitten of iets kan doen.

• • • • • • • • • • • • •

Een uitstraling die past bij het landschap.

Een uitstraling die past bij het karakter van het dorp.

• • • • • • • • • • • • •

Aanvullende eisen en wensen.

Terras voor eetcafé De Drie Noten. Niet grootschalig. Drie tafels met stoelen naast standplaats voor wisselende horeca. Verscholen terras met plaats voor 40 personen. Jeu de Boules-baan. Kleine markt. Natuurspeeltuin. IJsbaan. Jeugdhonk. Muziektent. Een open groene plek met bankjes. Picknickmogelijkheden. Een speeltuin voor kinderen. Een alternatieve plek voor jongeren. Speeltuin voor jonge kinderen met ontmoetingsplek voor ouders. Kleine BMX-baan. Bankjes voor de jeugd waar toezicht op is vanuit de omgeving. Bankjes. Veel sloten en water. Openheid. Bomen alleen bij bebouwing. Veel weilanden en omringd met water. Landelijk, open en groen. Besloten karakter. Herstellen van de historische fout. Herbouw van het historische pand. Historisch. Koppeling met een landelijke omgeving. Authentiek oudhollands dorp met veel oude houten huizen. Rustiek, historisch, vriendelijk en welgesteld dorp. Een plein met een kunstwerk als herkenningspunt van Broek in Waterland.

42


Bijlage 3: ruimtelijke kwaliteit volgens relevant beleid De N247 die dwars door Broek in Waterland loopt zorgt niet alleen voor een leefbaarheidsprobleem, maar ook voor een gebrek aan ruimtelijke kwaliteit. Ruimtelijke kwaliteit is een complex begrip. Het gaat het niet alleen om hoe iets eruit ziet (belevingswaarde), maar ook om de manier hoe iets gebruikt wordt (gebruikswaarde) en of iets toekomstbestendig is (toekomstwaarde) en de balans daartussen. Ruimtelijke kwaliteit is dus de mate van, en balans tussen de belevingswaarde, gebruikswaarde, en toekomstwaarde van een gebied (Ruimtelijke kwaliteit, 2011). Het gebied rond de huidige N247 in Broek in Waterland heeft zowel een lage belevingswaarde, gebruikswaarde, als toekomstwaarde. Het historische lint van Broek in Waterland is verbroken door de weg, terwijl dit lint op andere plekken de status van beschermd dorpsgezicht heeft. Het verkeer dat gebruikmaakt van de weg heeft een enorme impact op het leefmilieu. Dit zorgt er onder andere voor dat veel woningen dichte hagen op de grens van het erf hebben, wat zorgt voor onbenutte kwaliteit van historische bebouwing en sociaal onveilige plekken langs de weg. De omgeving rond de weg is erg verhard en somber, en past niet bij het karakter van Broek in Waterland (Bouw, Bakker, & Simon, 2017). Hierdoor valt te stellen dat de belevingswaarde laag is. De bewoners vinden de fietstunnel onder de N247 onveilig en de barrière tussen de twee delen van het dorp onprettig, en het dorp vormt een knelpunt op de provinciale weg. Dit zorgt ervoor dat ook de gebruikswaarde van het gebied laag is. Aangezien de belevingswaarde en gebruikswaarde van het gebied in de huidige situatie laag zijn, zal het gebied in de toekomst zonder veranderingen ook niet goed functioneren. Het gebied heeft daarom ook een lage toekomstwaarde. De lage belevingswaarde, gebruikswaarde, en toekomstwaarde zorgen voor een slechte ruimtelijke kwaliteit. Doordat er een onderdoorgang voor de N247 in het vooruitzicht is ontstaan er nu kansen om, net als de leefbaarheid, ook de ruimtelijke kwaliteit van het gebied te verbeteren. Naar de ruimtelijke kwaliteit van het gebied Waterland, en van het dorp Broek in Waterland is al veel onderzoek gedaan. Deze onderzoeken hebben geleid tot een aantal beleidsdocumenten. Deze beleidsdocumenten zijn dan ook relevant voor de opgave. Door dit relevante beleid te onderzoeken kan er worden bepaald wat ruimtelijke kwaliteit is in de context van Broek in Waterland. Het relevante beleid kan bijvoorbeeld duidelijk maken welke historische of landschappelijke elementen van belang zijn voor de belevingswaarde van een gebied. Deze elementen kunnen dan worden toegepast in de nieuwe inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. Drie beleidsdocumenten zijn relevant voor de opgave in Broek in Waterland. Dit zijn Leidraad Landschap en Cultuurhistorie 2018, Beeldkwaliteitsplan onderdoorgang Broek in Waterland, en Nota uiterlijk van bouwwerken. Deze beleidsdocumenten omschrijven op verschillende schaalniveaus welke factoren van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit. Leidraad Landschap en Cultuurhistorie 2018 op de schaal van het landschap, Beeldkwaliteitsplan onderdoorgang Broek in Waterland op de schaal van het dorp, en Nota uiterlijk van bouwwerken op de schaal van het gebouw.

43


3.1 Leidraad Landschap en Cultuurhistorie 2018 De Leidraad Landschap en Cultuurhistorie 2018 is te zien als een handleiding en inspiratiebron met gebiedsgerichte informatie die gebruikt kan worden bij ruimtelijke ontwikkelingen. Het doel van deze handleiding is om de kwaliteit van het landschap en de cultuurhistorie te behouden en te versterken bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, om daarmee bij te dragen aan de kwaliteit van de leefomgeving (Leidraad Landschap en Cultuurhistorie, 2018). Voor het gebied (ensemble) Waterland is ook omschreven wat van belang is voor het behouden en versterken van het landschap en de cultuurhistorie. Dit maakt duidelijk wat van belang is voor de ruimtelijke kwaliteit in de context van Waterland, want de kwaliteit van de leefomgeving is van belang voor de belevingswaarde van een gebied, en het behouden en versterken van landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteit is van belang voor de toekomstwaarde van een gebied.

Factoren/uitgangspunten voor ruimtelijke kwaliteit Volgens de Leidraad is de ruimtelijke kwaliteit in Waterland gebaat bij: • • • • • • • • • • •

inpassing van ruimtelijke ontwikkelingen binnen de ontginningsstructuur, het intact houden van verkavelingsstructuur, slotenpatronen en oevers, het voortbouwen op de bestaande structuur van de droogmakerij bij ruimtelijke ontwikkelingen, het herkenbaar houden van randen van droogmakerijen en boezemkaden, het aansluiten bij het landelijke karakter van de linten en kernen, zorgvuldige plaatsing van agrarische bebouwing in het landschap, het slechts incidenteel toepassen van wegbeplanting, het vrijhouden van het zicht op de Markermeerdijk vanuit het ensemble, het behouden van de dijk als monumentale drager van functies in het kustlandschap, het behouden en het zichtbaar/beleefbaar blijven van de huidige verkavelingsstructuur, het behouden van de vrije ruimte (molenbiotopen) rond historische windmolens.

Deze factoren zijn van belang om ruimtelijke ontwikkelingen bij te laten dragen aan het zichtbaar en herkenbaar houden van de landschappelijke karakteristiek, bij te laten dragen aan het versterken van (de beleving van) openheid, en helder te positioneren ten opzichte van de ruimtelijke dragers. (Waterland, 2018)

Uitgangspunten voor ruimtelijke kwaliteit in plangebied De factoren waar de ruimtelijke kwaliteit bij gebaat is volgens de Leidraad zijn vooral gericht op nieuwe ontwikkelingen in het landschap. De opgave in Broek in Waterland is meer te zien als een herontwikkeling van een gebied waar nu ruimtelijke kwaliteit ontbreekt. In dit gebied gaat het dan niet om het behouden en versterken van landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten, maar vooral om het terugbrengen en herstellen van deze kwaliteiten. Voor het plangebied in Broek in Waterland betekent dit dat de ruimtelijke kwaliteit gebaat is bij het herstellen en terugbrengen van de oorspronkelijke verkavelingsstructuur, het intact houden van de oevers van de Broekervaart, het herkenbaar maken van de rand van de Broekermeerpolder, het aansluiten op het landelijke karakter van het lint (Dorpsstraat en Zuideinde), incidenteel wegbeplanting, en het zichtbaar en beleefbaar maken van de verkavelingsstructuur. Door middel van ruimtelijke analyses kunnen de verkavelingsstructuur, de oevers van de Broekervaart, de rand van de Broekermeerpolder, en het dorpslint in kaart worden gebracht. In een ontwerp voor het gebied boven de onderdoorgang is het van belang dat deze factoren terugkomen in het ontwerp, om ruimtelijke kwaliteit tot stand te brengen zoals omschreven in de Leidraad.

44


3.2 Beeldkwaliteitsplan onderdoorgang Broek in Waterland In oktober 2017 is het Beeldkwaliteitsplan Onderdoorgang – Broek in Waterland uitgebracht. Dit beeldkwaliteitsplan maakt onder andere inzichtelijk wat de meerwaarde is van een onderdoorgang voor de ruimtelijke kwaliteit, en legitimeert een onderdoorgang als middel voor de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Voor dit beeldkwaliteitsplan is onderzocht welke factoren van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit, en wordt er ook een voorstel gedaan voor een ruimtelijke inpassing van de onderdoorgang met toepassing van deze factoren. Dit maakt het beeldkwaliteitsplan uiterst interessant om te bepalen welke factoren van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit.

Factoren voor ruimtelijke kwaliteit Volgens het beeldkwaliteitsplan zorgen de volgende factoren voor de ruimtelijke kwaliteit in Broek in Waterland: •

Het historische dorpslint. De ruimtelijke kwaliteit van het historische dorpslint uit zich in de bebouwing met unieke detaillering en materialisering, zoals de huizen met blauw of grijs geschilderde planken en wit geschilderde details. De ruimtelijke kwaliteit van het historische dorpslint uit zich verder in de fijnmazige dorpsstructuur, de bestrating die bestaat uit gebakken klinkers in verschillende verbanden, en het straatmeubilair zoals de kenmerkende lantaarnpalen en hekwerken. Het Groen. Broek in Waterland is een uitermate groen dorp. Er is veel mooi en verzorgd groen aanwezig. Het groen bestaat uit inheemse soorten die door vormsnoei in cultuur zijn gebracht, zoals leibomen, hagen en bomenrijen. Op plekken waar het kan, kunnen bomen tot volwassen exemplaren uitgroeien en hebben ze een grote impact op de omgeving. Het hoogteverschil tussen de Broekermeerpolder en het dorp. Dit zorgt voor de leesbaarheid van het droogmakerijenlandschap. Eén maaiveldhoogte aan de noordzijde. Dit zorgt voor de leesbaarheid van het veenpolderlandschap. De Broekervaart. Deze vaart is een robuuste doorgaande landschappelijke lijn en vaarroute. De kade aan de zijde van de polder is gaaf, doorlopend, en bescheiden in hoogte en omvang. De bestaande bruggen. Deze bruggen vormen mooie elementen die de relatie met het water markeren en versterken. Doorzichten op het achterliggende landschap vanuit het dorp. Door deze doorzichten ontstaat er een sterke relatie met de omgeving.

45


Uitgangspunten voor ruimtelijke kwaliteit Naast het aangeven van factoren die zorgen voor de ruimtelijke kwaliteit, geeft het beeldkwaliteitsplan ook uitgangspunten voor een ruimtelijke uitwerking van een nieuwe centrale ruimte, die ontstaat bij een onderdoorgang. Deze uitgangspunten zijn: • • • •

• • • • • • •

Het historische dorpslint herkenbaar doortrekken/ herstellen. Een menging van groen en bebouwing, of in ieder geval een groene uitstraling. Bebouwing om een plek te maken en functies te faciliteren. Continuïteit van bebouwing om de sociale veiligheid te versterken. Dit kan, mits technisch mogelijk, door het toevoegen van nieuwe bebouwing of het herbouwen van het historische pand. Vormgeving van de relatie met de Broekervaart, door middel van bijvoorbeeld trappen naar het water of steigers waar bootjes kunnen aanmeren. Toepassing van groen voor de ingangen van de doorgaande provinciale weg, zodat er geen zicht is vanaf de centrale ruimte over de provinciale weg/ verdiepte ligging. Strategische ligging van de weg met het doorgaande verkeer (waaronder bussen) om impact van verkeer te minimaliseren. Strategische ligging van bushaltes om impact van verkeer te minimaliseren. Fietsenstalling eventueel als onderdeel van de lintbebouwing, en daarbij medebepalend voor de locatie van de bushalte. Shared space als basis voor de inrichting van de nieuwe centrale ruimte: een dorpse inrichting waar voetgangers en fietsers voorrang hebben. De functies die genoemd zijn in het tweede atelier zijn een prima invulling voor het plangebied, maar hierbij zijn wel logische keuzes vereist, want niet alles kan en past in het plangebied.

(Bouw, Bakker, & Simon, 2017) Het beeldkwaliteitsplan geeft veel goede ontwerpuitgangspunten die bij kunnen dragen aan de ruimtelijke kwaliteit in een nieuwe ruimtelijke inrichting voor het plangebied. Het beeldkwaliteitsplan vormt daarmee een goede basis voor elke ontwerpopgave in Broek in Waterland met betrekking tot de ruimtelijke inpassing van de onderdoorgang. Deze ontwerpuitgangspunten sluiten ook goed aan op de omschrijvingen die bewoners geven van hun dorp en hun eisen en wensen voor de inrichting van het plangebied.

46


3.3 NOTA uiterlijk van bouwwerken Waterland 2018 De gemeente Waterland heeft een nota opgesteld waarin staat hoe de ruimtelijke kwaliteit gewaarborgd kan worden in de gebouwde omgeving. Deze nota gaat vooral in op verbouwingen van bestaande panden, maar richt zich ook op grotere ontwikkelingen. De nota ziet Broek in Waterland als een historische dorpskern, en heeft voor deze historische dorpskern de kernkwaliteiten en ambities omschreven. Deze kernkwaliteiten en ambities maken duidelijk welke factoren volgens de gemeente van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit. Voor kleine bouwplannen, specifieke gebouwen, en grote bouwplannen heeft de gemeente regels opgesteld om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. De regels die gaan over erfafscheidingen, monumenten, beeldbepalende en waardevolle panden, en grote bouwplannen zijn relevant voor de nieuwe inrichting van het plangebied. Deze regels maken duidelijk hoe factoren die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit kunnen worden toegepast of behouden.

Kernkwaliteiten Volgens de gemeente zijn de kernkwaliteiten van Broek in Waterland de dorpse lintstructuur met ruime percelen, de diversiteit in bebouwing, de kenmerkende houtbouw (veelal in Broekergrijs), en de doorzichten tussen de panden naar het open weidegebied.

Ambities De gemeente heeft de volgende ambities voor historische dorpskernen als Broek in Waterland: • • • •

Bescherming van de typerende cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische karakteristieken. Per kern de individuele eigenheid in structuur en karakteristiek respecteren. Behoud van bestaande verkavelingsstructuur, korrelgrootte en schaal. Behoud van de doorzichten, en een geleidelijke overgang vanuit Broek in Waterland naar het open weidegebied, en het voorkomen van een te grote scheiding tussen privé en openbaar gebied. De opwekking van duurzame energie in de vorm van zonnepanelen op gebouwen is in beginsel toegestaan, waarbij in de beschermde stads- en dorpsgezichten een afweging moet worden gemaakt ten aanzien van de aanwezige cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden. Windturbines zijn niet toegestaan. Bij nieuw- of verbouw in de beschermde stads- en dorpsgezichten zijn kunststoftoepassingen niet toegestaan, tenzij er sprake is van een gevel(deel) of dakvlak die geheel niet zichtbaar is vanaf openbaar gebied. Dan zijn houtgelijkende materialen en detailleringen ook mogelijk.

(NOTA uiterlijk van bouwwerken Waterland, 2018)

47


Regels Van de regels uit de nota zijn alleen de regels die relevant zijn voor de opgave omschreven. Erfafscheidingen Aan het plangebied grenzen een aantal erven. Deze erven zijn veelal afgescheiden met dichte hagen. Door deze hagen zijn een aantal monumentale en beeldbepalende panden niet zichtbaar. Dit is zonde, omdat zicht op deze panden een toegevoegde waarde is voor de ruimtelijke kwaliteit in het plangebied. Door de erfafscheidingen aan te passen, kan het mogelijk zijn om deze panden zichtbaar te maken. Regels over erfafscheidingen zijn daarom relevant voor de opgave. Regels erfafscheidingen • De samenhang mag niet verstoord worden door een te grote verscheidenheid aan erfafscheidingen. Waar sprake is van doorzichten (met name bij randen van historische kernen, de dorpslinten en in het landelijk gebied) mag geen groot onderscheid tussen privé en openbaar gebied zijn. • Erfafscheidingen moeten gemaakt zijn van duurzame en degelijke materialen, zoals metselwerk conform het hoofdgebouw. Een dichte erfafscheiding moet opgedeeld zijn in kleinere vlakken, bijvoorbeeld door middel van staanders. Vlakke en monotone erfafscheidingen hebben uitdrukkelijk niet de voorkeur. Een dichte erfafscheiding moet bestaan uit houten delen, die eventueel geplaatst zijn op een gemetselde plint. Bij een houtgelijkende detaillering is het toepassen van kunststof in gebieden met een normaal welstandsniveau toegestaan. • Het uitsluitend toepassen van beton, kunststof, geprofileerd plaatmateriaal (golfplaat, damwand etc.), rietmatten of vlechtschermen is niet toegestaan. • In Dorpsgezichten met een bijzonder beoordelingsniveau, zoals een groot deel van Broek in Waterland, zijn kunststoftoepassingen niet toegestaan, tenzij er sprake is van een erfafscheiding die geheel niet zichtbaar is vanaf openbaar gebied. In dat geval zijn hout gelijkende materialen en detailleringen ook mogelijk. • Voor erfafscheidingen moeten donkere tinten of natuurlijke (aard)kleuren zijn toegepast. • Er mogen geen felle, opvallend contrasterende en/of bonte kleuren worden toegepast bij erfafscheidingen. (NOTA uiterlijk van bouwwerken Waterland, 2018)

48


Monumenten, beeldbepalende en waardevolle panden De panden aan de Laan grenzen met hun achtererf aan het plangebied. Al deze panden zijn rijksmonumenten of beeldbepalende panden (Gemeentelijke Monumentenlijst Gemeente Waterland, 2017). Het historische pand dat in het midden van het plangebied staat, en gesloopt moet worden voor de aanleg van de onderdoorgang, is aangemerkt als beeldbepalend pand (Gemeentelijke Monumentenlijst Gemeente Waterland, 2017). Het is de wens van veel bewoners en de Dorpsraad dat dit pand herbouwd wordt (Buijs, 2020). Door de aanwezigheid van rijksmonumenten en beeldbepalende panden zijn regels over deze gebouwen relevant voor de opgave. Regels monumenten, beeldbepalende en waardevolle panden • Het gebouw moet als zelfstandige eenheid herkenbaar blijven. • Alle wijzigingen aan deze gebouwen zijn passend en met respect voor de oorspronkelijke architectuur vormgegeven, zonder aantasting van de monumentale waarde. • Een hedendaagse interpretatie op de historische kenmerken is mogelijk, mits goed deze goed uitgevoerd is. • Zogenaamde plakroedes zijn bij monumenten niet toegestaan. Bij beeldbepalende panden zijn plakroedes wel mogelijk. • Bij ingrepen ten behoeve van duurzame energieopwekking bij monumenten moet zoveel mogelijk gezocht worden naar alternatieve locaties, zoals op bijgebouwen of onderdelen die geen of minder monumentale waarde hebben, bijvoorbeeld latere aanbouwen. • Zonnepanelen en -collectoren op monumenten zijn niet toegestaan, tenzij deze niet zichtbaar zijn vanuit het openbaar gebied, zonder onherstelbare schade en reversibel boven op de dakbedekking geplaatst zijn, en zorgvuldig ingepast zijn, zonder aantasting van de monumentale waarde. • Zonnepanelen en -collectoren op beeldbepalende panden zijn niet toegestaan op het voordakvlak, en op het zijdakvlak dienen deze minimaal 2 meter achter de voorgevel te zijn. Zonnepanelen en -collectoren mogen niet storend zichtbaar zijn vanuit het openbaar gebied, en moeten reversibel boven op de dakbedekking geplaatst zijn. • Er moet zeer terughoudend om worden gegaan met het aanbrengen van technische installaties. Deze moeten bij voorkeur inpandig geplaatst worden en anders aan of op de achtergevel en het achterdakvlak geplaatst worden. Dit moet passend en zonder aantasting van de architectuur en monumentale waarde. • Materiaalgebruik moet gelijk aan, of vergelijkbaar met het bestaande zijn. Bij monumenten zijn kunststoftoepassingen niet toegestaan. Bij beeldbepalende panden is houtgelijkend kunststof mogelijk. • Het kleurgebruik moet aansluiten bij de aard en het (historische) karakter van het gebouw. (NOTA uiterlijk van bouwwerken Waterland, 2018)

49


Grote bouwplannen Het plangebied zal naar verwachting grotendeels openbare ruimte worden. Ondanks dat, bestaat er toch de mogelijkheid om een aantal nieuwe gebouwen te plaatsen in het plangebied. Regels voor grote bouwplannen zijn daarom relevant voor de opgave. Regels voor grote bouwplannen Het bestemmingsplan treedt in eerste instantie regelend op voor wat betreft situering en maximale afmetingen. Situering • Het bouwwerk moet een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Daarbij kunnen hogere eisen worden gesteld naarmate de openbare betekenis van het bouwwerk of van de omgeving groter is. • Het bouwwerk moet passen in de aanwezige karakteristiek van de bestaande omgeving (stedenbouwkundige context, zoals straatwand, open/gesloten bebouwing, hoeksituatie) en moet passen in de toekomstige omgeving (stedenbouwkundige visie, vastgesteld beeldkwaliteitsplan). • De specifieke terreinomstandigheden moeten zijn benut waar mogelijk (denk aan: helling van het terrein, speciale locatie, ligging in het landschap). Hoofdvorm • Het bouwwerk moet qua hoogte en opbouw passen in de structuur van de directe bebouwde omgeving en het landschap. • De bouwmassa's moeten harmonieus zijn van vorm, afmetingen en verhoudingen, en ze moeten duidelijke samenhang en richting vertonen. • De massaopbouw moet overeen komen met de structuur van de plattegronden. • De plattegronden moeten duidelijk gestructureerd zijn, en moeten daarbij harmonieus van vorm, afmetingen en verhoudingen zijn. Gevel •

• • • • •

Er moet structuur en samenhang zijn in het gevelbeeld met betrekking tot de vorm, afmetingen en verhoudingen van de gevelelementen, zonder dat de aantrekkingskracht van het bouwplan verloren gaat door simpelheid of een te veel aan gelijkvormigheid. Het uiterlijk van een gebouw moet een relatie hebben met het gebruik en de wijze waarop het gemaakt is. Bij renovatie moeten de oorspronkelijke stijl, gevelopbouw en gevelindeling behouden blijven. Bij splitsing moet de architectonische eenheid van het oorspronkelijk pand behouden blijven. Bij samenvoeging moet de individualiteit van de panden behouden blijven. Gesloten zijgevels grenzend aan het openbaar gebied zijn niet toegestaan.

50


Dak • • •

De vorm van het dak moet passen bij het ontwerp en aansluiten bij de gekozen richting van de plattegrond(en). De dakhelling en het dakvlak moeten in goede verhouding staan tot de gevels. De vorm, afmetingen en verhoudingen van toevoegingen aan het dak, zoals dakkapellen en ramen, moeten een relatie hebben met, en ondergeschikt zijn aan het dakvlak en de totale bouwmassa. De aansluiting op de gevel moet zorgvuldig zijn vormgegeven.

Detaillering • Het bouwwerk moet zo ontworpen zijn dat er sprake is van detailleringen die consequent zijn toegepast en die passen bij de gekozen bouwstijl. • Bij renovatie en verbouwingen moeten de aanwezige fijne en ambachtelijke onderdelen en kenmerkende ornamentiek als overstekken, dak- en gevellijsten, pilasters en luiken behouden blijven. Materiaal, kleur en textuur • Het bouwwerk moet zo ontworpen zijn dat textuur, materiaal- en kleurgebruik in harmonie zijn met het ontwerp en met de omgevingskarakteristiek. • Het materiaal moet (technisch) goed toepasbaar zijn voor de gekozen vormgeving en detaillering. • Er is gebruik gemaakt van duurzame materialen die blijvend kwaliteit uitstralen en mooi verouderen. Duurzaamheid • Het thema duurzaamheid dient als ontwerpuitdaging te worden gehanteerd. Bij individuele nieuwbouw van een woning of pand kan duurzaamheid ook de basis zijn voor de algehele vormgeving. • Er moet op verschillende niveaus zijn nagedacht over duurzaamheid, waaronder bestendigheid, energie- en klimaatbeheer, materiaalgebruik, afvalstromen, mobiliteit, ecologie en natuur. • Bij de toepassing van voorzieningen ten behoeve van duurzaamheid zoals zonnecollectoren/ -panelen, groene gevels/daken, isolatiemaatregelen of dergelijke, moeten deze passen binnen het architectonische concept van het gebouw en/of de stedenbouwkundige of landschappelijk context. • Voorzieningen ten behoeve van duurzaamheid zijn integraal mee ontworpen. (NOTA uiterlijk van bouwwerken Waterland, 2018)

Uitgangspunten voor ruimtelijke kwaliteit De nota geeft een aantal factoren die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit. Deze factoren sluiten aan op de andere beleidsdocumenten. Daarbij geeft de nota een aantal regels om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. Deze regels zijn vooral van toepassing op de vormgeving van gebouwen, maar zeggen ook iets over het beeld dat zichtbaar en aanwezig moet zijn voor het beleven van de ruimtelijke kwaliteit.

51


3.4 Bevindingen ruimtelijke kwaliteit volgens relevant beleid De drie relevante beleidsdocumenten geven samen een aantal factoren en uitgangspunten die zorgen voor ruimtelijke kwaliteit. Deze factoren en uitgangspunten zijn overzichtelijk gemaakt in de onderstaande tabel. Wat uit deze beleidsdocumenten vooral naar voren komt, is dat aansluiting op het bestaande dorpslint van essentieel belang is voor de ruimtelijke kwaliteit. Deze aansluiting dient ruimtelijk te zijn, en ook door middel van voortzetting van de karakteristieke inrichting en materialisering van de openbare ruimte, en door zicht op, en beleving van de bestaande monumenten en beeldbepalende panden rond het plangebied. Factoren en uitgangspunten ten behoeve van ruimtelijke kwaliteit Leidraad Landschap en Cultuurhistorie 2018 Factoren/uitgangspunten Uitgangspunten voor plangebied Inpassing van ruimtelijke ontwikkelingen binnen de ontginningsstructuur. Het intact houden van verkavelingsstructuur, Het intact houden van de oevers van de slotenpatronen en oevers. Broekervaart. Het voortbouwen op de bestaande structuur van de droogmakerij bij ruimtelijke ontwikkelingen. Het herkenbaar houden van randen van Het herkenbaar maken van de rand van de droogmakerijen en boezemkaden. Broekermeerpolder. Het aansluiten bij het landelijke karakter van Het aansluiten op het landelijke karakter van het de linten en kernen. lint (Dorpsstraat en Zuideinde). Zorgvuldige plaatsing van agrarische bebouwing in het landschap. Het slechts incidenteel toepassen van Incidenteel wegbeplanting. wegbeplanting. Het vrijhouden van het zicht op de Markermeerdijk vanuit het ensemble. Het behouden van de dijk als monumentale drager van functies in het kustlandschap. Het herstellen en terugbrengen van de Het behouden en het zichtbaar en oorspronkelijke verkavelingsstructuur. beleefbaar maken van de

verkavelingsstructuur.

Het behouden van de vrije ruimte (molenbiotopen) rond historische windmolens. Beeldkwaliteitsplan onderdoorgang Broek in Waterland Factoren Uitgangspunten Het historische De fijnmazige • Het historische dorpslint herkenbaar dorpslint. dorpsstructuur . doortrekken/ herstellen. De bestrating. • Bebouwing om een plek te maken en functies te faciliteren. Het straatmeubilair. • Continuïteit van bebouwing om de sociale De bebouwing met veiligheid te versterken. Dit kan, mits unieke detaillering technisch mogelijk, door het toevoegen van en materialisering. nieuwe bebouwing of het herbouwen van het historische pand.

52


• •

Het Groen.

Groen dat door vormsnoei in cultuur is gebracht. Groot uitgegroeide bomen.

Het hoogteverschil tussen de Broekermeerpolder en het dorp. Eén maaiveldhoogte aan de noordzijde. De Broekervaart.

• •

Fietsenstalling eventueel als onderdeel van de lintbebouwing, en daarbij medebepalend voor de locatie van de bushalte. Shared space als basis voor de inrichting van de nieuwe centrale ruimte: een dorpse inrichting waar voetgangers en fietsers voorrang hebben. Een menging van groen en bebouwing, of in ieder geval een groene uitstraling. Toepassing van groen voor de ingangen van de doorgaande provinciale weg, zodat er geen zicht is vanaf de centrale ruimte over de provinciale weg/ verdiepte ligging.

Vormgeving van de relatie met de Broekervaart, door middel van bijvoorbeeld trappen naar het water of steigers waar bootjes kunnen aanmeren.

De bestaande bruggen. Doorzichten op het achterliggende landschap vanuit het dorp. NOTA uiterlijk van bouwwerken Waterland 2018 Kernkwaliteiten Ambities De dorpse lintstructuur met ruime percelen. • Bescherming van de typerende cultuurhistorische, stedenbouwkundige en De diversiteit in bebouwing. architectonische karakteristieken. • Per kern de individuele eigenheid in structuur De kenmerkende houtbouw (veelal in en karakteristiek respecteren. Broekergrijs). • Behoud van bestaande verkavelingsstructuur, korrelgrootte en schaal. De doorzichten tussen de panden naar het • Behoud van de doorzichten, en een open weidegebied. geleidelijke overgang vanuit Broek in Waterland naar het open weidegebied, en het voorkomen van een te grote scheiding tussen privé en openbaar gebied. • De opwekking van duurzame energie in de vorm van zonnepanelen op gebouwen is in beginsel toegestaan, waarbij in de beschermde stads- en dorpsgezichten een afweging moet worden gemaakt ten aanzien van de aanwezige cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden. Windturbines zijn niet toegestaan. • Bij nieuw- of verbouw in de beschermde stads- en dorpsgezichten zijn kunststoftoepassingen niet toegestaan, tenzij er sprake is van een gevel(deel) of dakvlak die geheel niet zichtbaar is vanaf openbaar

53


gebied. Dan zijn houtgelijkende materialen en detailleringen ook mogelijk.

Bijlage 4: eisen en wensen betrokken partijen Om tot een ruimtelijk plan te komen dat de eisen en wensen van de betrokken partijen vervuld, moet bekend zijn wat de eisen en wensen van de betrokken partijen zijn, en met welke uitgangspunten deze eisen en wensen kunnen worden gerealiseerd in de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. Bij de opgave in Broek in Waterland zijn drie partijen betrokken: provincie Noord-Holland, gemeente Waterland en de Dorpsraad.

4.1 Provincie Noord-Holland Een van de kerntaken van de provincie is regionale bereikbaarheid (Over de provincie, 2020). Vanwege deze kerntaak is de provincie betrokken bij de onderdoorgang en de leidende partij in de opgave. Voor de inrichting van het bovengrondse gebied heeft de provincie als betrokken partij alleen de eisen dat het openbaar vervoer doorgang moet kunnen vinden, en dat doorgaand verkeer bij calamiteiten bovengronds door het dorp geleid moet kunnen worden (Derix, 2020). Dit betekent dat er in het plangebied doorgaand verkeer mogelijk moet zijn, en dat er zich twee bushaltes moeten bevinden. Een halte voor busverkeer richting het noorden, en een halte voor busverkeer richting het zuiden. De inrichting van het bovengrondse gebied is te zien als een binnenstedelijke opgave, waar de gemeente over gaat, terwijl de provincie gaat over de infrastructuur en over het landelijk gebied. Om die reden heeft de provincie dan ook weinig eisen en wensen voor de bovengrondse inrichting. Wel heeft de provincie een coรถrdinerende rol in de opgave. Deze rol vervuld de provincie bijvoorbeeld door eisen en wensen van alle betrokken partijen te laten vertalen naar een ontwerp met draagvlak (Helden, 2020). Dit ontwerpvoorstel kan dan overgedragen worden naar de gemeente.

54


4.2 Gemeente Waterland Op 28 november 2016 is er een vergadering geweest waarbij gemeente Waterland onder andere haar eisen en wensen voor de inrichting van het bovengrondse gebied heeft uitgesproken.

Bruggen De gemeente wil betrokken worden bij de ontwerpuitwerking van een eventuele nieuwe brug in Broek in Waterland. Deze brug moet eenvoudig toegankelijk zijn voor beheer en onderhoud, en de onderhoudskosten moeten zo laag mogelijk zijn. Het materiaalgebruik moet bij voorkeur zoveel mogelijk aansluiten op andere bruggen in Broek in Waterland. In het geval van een nieuw type brug wil de gemeente bij voorkeur een klapbrug, en geen tafelbrug, want een tafelbrug is duurder. Een groot deel van Broek in Waterland is een beschermd dorpsgezicht. De brug waar de N247 overheen loopt in de huidige situatie, en het bijbehorende brugwachtershuisje zijn onderdeel van het beschermde dorpsgezicht en aangemerkt als beeldbepalend. Deze brug en brugwachtershuisje kunnen dus niet zonder goede reden worden aangepast. De ophaalbrug over de Broekervaart die gebruikt wordt door fietsers en voetgangers is aangemerkt als beeldbepalend. De gemeente wil dat hier rekening mee gehouden wordt.

Groen De gemeente wil betrokken worden bij de landschappelijke inpassing van de onderdoorgang, en wil dat er vooral aandacht besteed wordt aan de inpassing van de tunnelmonden in het landschap. De gemeente wil dat het dorp zo groen mogelijk blijft, of nog groener wordt. Voor elke boom die gekapt moet worden voor de aanleg van de onderdoorgang, moet een nieuwe boom terugkomen in de nieuwe situatie. Het groen moet zo geplaatst worden dat uitzicht behouden blijft, en monumentale bomen moeten zoveel mogelijk behouden blijven.

Historisch pand De gemeente wil dat het historische pand in het midden van het plangebied behouden blijft, omdat dit pand het oorspronkelijke dorpslint dat van noord naar zuid liep, zichtbaar maakt. De gemeente ziet in dat dit bij een onderdoorgang niet mogelijk is. Om deze wens van de gemeente toch te vervullen is het een idee om dit pand te herbouwen en te gebruiken als ruimtelijk volume langs een eventueel nieuw dorpslint door het plangebied.

Trambaan De gemeente wil graag dat het tracĂŠ van de opgeheven trambaan zichtbaar wordt in een nieuw ontwerp.

Open delen onderdoorgang De gemeente wil dat er aandacht besteed wordt aan de inpassing en afscherming van de open delen van de onderdoorgang. (Eerste stakeholderoverleg Gem Waterland, 2016)

55


4.3 Dorpsraad Op 9 april 2020 heb ik gesproken met de Dorpsraad, om te onderzoeken wat van belang is voor de leefbaarheid. Tijdens dit interview zijn ook de eisen en wensen van de Dorpsraad kenbaar gemaakt. De eisen en wensen van de Dorpsraad als betrokken partij zijn dat de historische fout, waarbij het dorp doorsneden is met een provinciale weg, moet worden teruggedraaid, en dat het historische pand dat nu in het plangebied staat, en gesloopt zou moeten worden voor de aanleg van een onderdoorgang, moet worden herbouwd in originele vorm. Het pand mag zich wel op een andere plek binnen het plangebied bevinden (Buijs, 2020). Verder maakt de Dorpsraad zich hard voor de leefbaarheid van het dorp. Wat van belang is voor de leefbaarheid volgens de Dorpsraad en bewoners is terug te vinden in het onderzoek hiernaar.

4.4 Conclusie Doordat de betrokken partijen hun eisen en wensen hebben uitgesproken in interviews en vergaderingen is duidelijk welke eisen en wensen zij hebben voor de inrichting van het bovengrondse gebied. Eisen en wensen betrokken partijen voor inrichting bovengronds gebied Partij Eisen en wensen Uitgangspunten Provincie Noord-Holland • Doorgang openbaar vervoer. • Doorgaand verkeer door het • Bovengrondse doorgang voor doorgaand dorp verkeer bij calamiteiten. • Twee bushaltes. Gemeente Waterland • Bestaande bruggen bij voorkeur behouden. • Nieuwe brug(gen) eenvoudig, bij voorkeur klapbrug, en passend materiaalgebruik. • Bestaand aantal bomen behouden of laten toenemen. • Monumentale bomen behouden. • Uitzicht behouden. • Historisch pand behouden of herbouwen. • Tracé trambaan zichtbaar. • Afscherming open delen onderdoorgang. Dorpsraad (zie onderzoek naar • Herstel van de historische fout leefbaarheid volgens (doorsnijding van het dorp). relevant beleid) • Historisch pand herbouwen. • Verbetering van de leefbaarheid.

56


Bijlage 5: brief

57


58


Brief aan bewoners Beste bewoner(s), Zoals u waarschijnlijk al weet is provincie Noord-Holland samen met andere partijen, zoals de Dorpsraad en Gemeente Waterland, al een aantal jaren bezig om de mogelijkheden te onderzoeken voor een onderdoorgang voor de N247 bij Broek in Waterland. Ik ben Julian van Spankeren, inwoner van Monnickendam en student Ruimtelijke Ordening & Planologie, en ik onderzoek in het kader van mijn afstudeerstage voor de provincie hoe het gebied boven de onderdoorgang zou kunnen worden ingericht. Voor mijn onderzoek ga ik uit van ĂŠĂŠn mogelijke variant voor de onderdoorgang, maar deze variant is nog niet vastgesteld, en ook is het nog niet 100% zeker of er een onderdoorgang komt. In mijn onderzoek ga ik er vanuit dat er wel een onderdoorgang komt en richt ik mij puur op de inrichting van het gebied boven en langs de onderdoorgang, waar nu de huidige N247 ligt. Voor mijn onderzoek wil ik graag weten hoe het gebied boven en langs de onderdoorgang moet worden volgens u, en wat volgens u van belang is voor de leefbaarheid van het dorp. Wat ziet u het liefst in het gebied waar nu de N247 door Broek in Waterland loopt? Uw eisen en wensen voor het gebied boven de onderdoorgang zal ik doorspelen naar de betrokken partijen, maar ik moet hierbij zeggen dat dit geen garantie is dat uw eisen en wensen ook daadwerkelijk gerealiseerd zullen worden. Wel zal ik mijn uiterste best doen om uw eisen en wensen zo goed mogelijk kenbaar te maken. Voor u als bewoner is dit dan ook een mooie kans om u uit te spreken over de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang. Op de kaart hieronder ziet u het gebied dat vrijkomt met een onderdoorgang voor de N247. Ik onderzoek hoe dit gebied het beste kan worden ingericht.

59


Ik hoop u persoonlijk te spreken om aan u een aantal vragen te kunnen stellen met betrekking tot de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang en de leefbaarheid van het dorp. In verband met het Coronavirus kan ik alleen telefonisch een gesprek met u voeren. Bent u geĂŻnteresseerd om uw mening te geven over de inrichting van Broek in Waterland met een onderdoorgang, en over de leefbaarheid van het dorp, dan kunt u contact met mij opnemen via mail ( julian.van.spankeren@noord-holland.nl ) of telefonisch ( 0648936537 ). De vragen die ik u in ieder geval wil stellen staan in de lijst hieronder, maar ik sta ook open voor andere suggesties en opmerkingen. Mijn vragen aan u: 1.

Uit het voorgaande co-creatieproces is gebleken dat de volgende punten van belang zijn voor de leefbaarheid: het beperken of vermijden van verkeersoverlast, het zorgen voor verkeersveiligheid, een optimale en verkeersveilige verbinding tussen de twee delen van het dorp voor in ieder geval langzaam verkeer, een visuele en ruimtelijke verbinding, een groene omgeving, de kwaliteit van het water, horeca met terras, verblijfsplekken waar men kan zitten of iets kan doen, en een uitstraling die past bij het landschap en het karakter van het dorp. Bent u het hier mee eens? Heeft u hier aanvullingen op?

2.

Op welke manier kan volgens u het beste verkeersoverlast worden vermeden of beperkt in het gebied, in een situatie met een onderdoorgang voor de N247 (variant 2x1baans + vluchtstroken, maximumsnelheid 80km/u).

3.

Hoe kan volgens u op de beste manier gezorgd worden voor een verkeersveilige omgeving in het gebied boven de onderdoorgang?

4.

Op welke manier, en met welke route kunnen volgens u de twee delen van Broek in Waterland met elkaar verbonden worden voor langzaam verkeer (bromfietsen, fietsers, voetgangers) ?

5.

Op welke manier, en met welke route kunnen volgens u de twee delen van Broek in Waterland met elkaar verbonden worden voor gemotoriseerd verkeer (motorfietsen, auto’s, landbouwvoertuigen, vrachtwagens) ?

6.

Op welke manier kunnen volgens u de twee delen van Broek in Waterland het beste ruimtelijk en visueel verbonden worden met elkaar? (bijvoorbeeld: het herstel van het dorpslint, een nieuwe brug op een bepaalde locatie)

7.

Hoe ziet u een groene omgeving voor zich? Wat voor soort groen? Op welke plekken?

8.

Op welke manier kan volgens u het best de kwaliteit van het water worden benut? (bijvoorbeeld: door middel van aanlegplaatsen, terras aan het water, boothelling)

9.

Hoeveel nieuwe horeca en wat voor soort horeca ziet u het liefst komen in het gebied?

10.

Hoeveel nieuw terras (aantal stoelen en tafels bijvoorbeeld) en op welke plekken ziet u terras het liefst komen in het gebied?

11.

Naar wat voor soort verblijfsplek gaat uw voorkeur uit? (bijvoorbeeld bankjes, terras, speeltuin, ijsbaan, Jeu de Boules-baan, jeugdhonk, en/of muziektent)

12.

Hoe zou u de uitstraling van het landschap Waterland omschrijven?

13.

Hoe zou u het karakter van Broek in Waterland omschrijven?

14.

Heeft u verder nog eisen en wensen voor de inrichting van het gebied boven de onderdoorgang?

Ik hoop u binnenkort te spreken! Met vriendelijke groet, Julian van Spankeren

60


61


Bibliografie (2018, April 10). Opgehaald van Leidraad Landschap en Cultuurhistorie: https://leidraadlc.noordholland.nl/ Akkermans, M., Gielen, W., Kloosterman, R., Knoops, K., Linden, G., & Moons, E. (2017). Veiligheidsmonitor 2017. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. Bouw, W., Bakker, K., & Simon, C. (2017). BKP onderdoorgang - Broek in Waterland. Bosch Slabbers. Buijs, G. (2020, april 9). Interview Goof Buijs namens Dorpsraad. (J. v. Spankeren, Interviewer) Derix, B. (2020, juni 9). (J. v. Spankeren, Interviewer) Derix, B. (2020). Concept PVA Broek in Waterland V 3-2-2020. Haarlem: Provincie Noord-Holland. Derix, B. (2020). Plan van Aanpak onderdoorgang Broek in Waterland. Haarlem: Provincie NoordHolland. (2016). Eerste stakeholderoverleg Gem Waterland. APPM. Gemeentelijke Monumentenlijst Gemeente Waterland. (2017, augustus 18). Opgehaald van waterland.nl: https://www.waterland.nl/sites/default/files/MONLIJST_02%20Bijgewerkt%2018%20august us%202017.pdf Gieling, J., de Vries, I., & Haartsen, T. (2017). Subjectieve leefbaarheid: een nieuwe meetmethode getest. Rooilijn, 172-179. Helden, H. v. (2020, mei 26). (J. v. Spankeren, Interviewer) Kwadijk, K. (2019, februari 20). Interview. (J. v. Spankeren, Interviewer) Leidelmeijer, K., & Kamp, I. v. (2003). Kwaliteit van de Leefomgeving en Leefbaarheid. Naar een begrippenkader en conceptuele inkadering. Amsterdam/Bilthoven: RIGO/RIVM. (2018). NOTA uiterlijk van bouwwerken Waterland. Monnickendam: Gemeente Waterland. Over de provincie. (2020). Opgehaald van noord-holland: https://www.noordholland.nl/Over_de_provincie/Organisatie Prahalad, C., & Ramaswamy, V. (2000). Co-opting Customer Competence. Harvard Business Review. (2011). Ruimtelijke kwaliteit. Den Haag: VROM-raad. Simon, C., Vermeij, L., & Steenbekkers, A. (2007). Het beste van twee werelden. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Steenbekkers, A., Vermeij, L., & Houwelingen, P. v. (2017). Dorpsleven tussen stad en land. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Thissen, F., & Loopmans, M. (2013). Dorpen in verandering. Rooilijn, 81-89. Vermeij, L., & Steenbekkers, A. (2015). Dichtbij huis. 2015: Sociaal en Cultureel Planbureau. Waterland. (2018, april 10). Opgehaald van Leidraad Landschap en Cultuurhistorie: https://leidraadlc.noord-holland.nl/ensembles/waterland/

62


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.