Lamberthe
de Jong
De IJswegenkaart van Overijssel Tijdens mijn onderzoek naar de geschiedenis van IJsclub Giethoorn ontdekte ik - via Verzamelaarsclub 'De Poolster' - het bestaan van negentiende-eeuwse 'ijswegenkaarten' . Dit zijn provinciale of regionale kaarten, waarop de geveegde ijsbanen tussen gemeenten en ijsclubs staan aangegeven. Dergelijke kaarten werden uitgegeven door de provinciale bonden van ijsclubs; tussen 1890 en 1941 zijn er zo'n dertig verschenen (daarna weer vanafI969).' Ook in Overijssel is een ijswegenkaart uitgegeven: een gekleurde kaart met een afmeting van 42,8 x 54,5 cm, gedrukt door de Erven J.J. Tijl in Zwolle. De kaart kon volgens het opschrift ook gebruikt worden door wielrijders; de afstanden voor voetgangers worden weergegeven met 'uren gaans'. Het bestuur van de Overijsselsche Schaatsenrijdersbond, dat vanaf de oprichting in mei 1895 heeft gefunctioneerd tot (vermoedelijk) 1902, besloot op haar eerste ledenvergadering - 4 november !896 - tot het uitgeven van de kaart. Afgezien van krantenverslagen van vergaderingen is deze ijswegenkaart het enige overgebleven 'bewijs' van het bestaan van de Overijsselsche Schaatsenrijdersbond.ĂŞ De bond werd op 25 mei !895 opgericht door een aantal ijsclubs uit o.a. Zwolle, Deventer, Kampen en Almelo met steun van burgemeesters. De belangrijkste doelstelling was het zorgen voor 'veilige en doelmatige ijsverkeerswegen' tussen de banen van contribuerende ijsclubs en belanghebbende gemeenten. Daartoe werd de provincie verdeeld in negentien districten. Er werd besloten tot het vegen van routes en het uitgeven van de ijswegenkaart, waarop de geveegde routes met dikke lijnen werden gemerkt. Dankzij een subsidie van de bond werden de routes schoongehouden door plaatselijke baanvegers. Deze kregen daartoe ook materiaal als ijsschoffels en vegers. De passerende leden konden hun ledenkaart laten zien; voor niet-leden stonden bussen klaar voor een bijdrage. Zo hoefden de sportieve schaatsende burgers niet op elk geveegd traject 'baancenten' te betalen.' De routes liepen over riviertjes, weteringen en kanalen. Vooral in het waterrijke gebied ten noorden van Zwolle zijn vele ijswegen aangegeven. Er is zelfs een route over de Zuiderzee getekend, vanafhet Kamper Eiland naar Vollenhove en dan naar Blokzijl. In dit gebied was al sinds 187! IJsclub 'Vooruitgang' uit Vollenhove actief evenals de drie jaar later opgerichte IJsclub 'Volharding' uit Giethoorn. Verder werden er ijswegen geveegd in het noordoosten van de provincie, tussen Dedemsvaart en Gramsbergen en naar Coevorden door IJsclub 'Twenthe' uit Almelo uit 1876. In het zuidwesten van de provincie was de in 1879 opgerichte D.IJ.C. uit Deventer verantwoordelijk voor het vegen van de banen en rond Zwolle zorgde de plaatselijke ijsclub (1853-1971) voor het schoonhouden van onder meer het inmiddels verdwenen Lichtrniskanaal. De bond regelde ook dat bij gestremde scheepvaart de schutsluis van Genemuiden werd opengezet. Zo konden de schaatsers de anders noodzakelijke 'klauterpartij' over de sluis vermijden."
OHB 11ge stuk 2004
De Ijswegenkaart van Overijssel
'57