Arie boomsma driegesprek

Page 1

INTERVIEW

Protestanten en katholieken over hun verschillen

Geloven, het blijft een mysterie Arie Boomsma gaat samen met zijn nieuwe KRO-collega Klaas van Kruistum over het geloof te rade bij priester Antoine Bodar. Klaas komt van de EO, net als Arie indertijd. Twee andersgelovigen bij de katholieken. Hoe moet dat? Antoine Bodar: ‘Protestanten hebben altijd gelijk.’ Tekst: Kalien Blonden, beeld: Ineke Oostveen

4

kro Magazine

kro Magazine

5


INTERVIEW

Z

e ontmoeten elkaar in het kerkje van het Noord-Hollandse dorpje Schellingwoude, tegenwoordig een gewilde trouwlocatie. Daar waar op andere dagen het ja-woord klinkt, spreken Arie Boomsma (1974), Klaas van Kruistum (1976) en Antoine Bodar (1944) over de verschillen tussen katholieken en protestanten. Domineeszoon Boomsma ging bij Bodar te rade toen hij in 2009 de overstap maakte van de EO naar de KRO. Nu Van Kruistum dezelfde stap maakt, lijkt het Boomsma een goed idee hem in contact te brengen met deze eloquente katholiek, ‘knecht van God’ Antoine Bodar. De ochtend begint met een fotoshoot. Voor Boomsma en Van Kruistum een routineklus, Bodar lijkt wat onwennig. Keurig volgt hij de aanwijzingen op van de fotografe, tot ze hem vraagt tegen een tafel te leunen. ’Ik leun nooit. Leunen zit niet in mijn aard.’ De mannen raken meteen met elkaar in gesprek. Over de programma’s die ze maken en over het katholicisme. Van Kruistum: ‘Ik ben antikatholiek opgevoed.’ Maar ook over de ‘veel te comfortabele stoelen’ (Bodar) in het kerkje. Van Kruistum: ’Sorry, wat is er mis met comfortabel?’ Bodar: ‘Ik ben natuurlijk zeer voor comfortabele stoelen. Maar een kerkgebouw is geen bioscoopzaal of schouwburg. Houten banken dwingen tot rechtop zitten en dat is in een kerk helemaal niet zo erg.’ 6

kro Magazine

‘Ontzag voor het Grote dwingt me om na te denken’

Grote verschillen Boomsma is geïnteresseerd in de verschillen tussen protestanten en katholieken. ‘Wat gaat Klaas tegenkomen?’, wil hij van Bodar weten. ‘Hij zal merken dat wij veel meer werken met het model theorie en praktijk, ideaal en werkelijkheid.’ Van Kruistum: ‘Wat betekent dat?’ Bodar: ‘Dat betekent dat het ideaal altijd gekoesterd blijft,

maar dat het leven weleens kan afwijken van het ideaal.’ Boomsma: ‘Toen ik naar de KRO kwam, werd mij gezegd: “Het grootste verschil is dat waar protestanten zeggen: ‘Nee, dat mag niet’, katholieken zeggen: ‘Eigenlijk mag het niet, maar...’”’ Bodar: ‘Ja, als je zegt: “Gij gaat met elkaar alleen in de sponde nadat gij voor Gods aangezicht elkander trouw hebt beloofd tot de dood het huwelijk ontbindt”, dan weten wij, naar het leven kijkend, dat bijna niemand dat lukt. Er wordt bij ons fors samengewoond voordat men het ja-woord spreekt in de kerk. Daar kun je wel over gaan zeuren, maar dat is dat “eigenlijk”. Je kunt dan zeggen: “Ik pas de wet aan”, maar dan riskeer je een kerkscheuring. De grote Karl Barth (Zwitsers protestants theoloog, red.) heeft niet voor niets gezegd: “Ontmoet drie protestanten, weldra hebt u twee kerken.”’ Boomsma: ‘Klaas, jij zei dat je antikatholiek bent opgevoed. Hoe was dat?’ Van Kruistum: ‘Dat was een vanzelfsprekendheid, daar werden niet zo veel woorden aan gegeven. Maar je voelde aan alles: wij hebben het bij het rechte eind, dit is het ware geloof.’ Bodar, plagerig: ‘Nog zo’n verschil: protestanten hebben altijd gelijk.’ Ze lachen alle drie maar bekennen dat ze eigenlijk aan alles twijfelen. Van Kruistum vertelt over de worsteling met het geloof uit zijn jeugd: ‘Als kind

deed ik alles zoals het hoorde. Bijbellezen, bidden, evangelisatie met mijn gitaar op straat. Tot ik me ging afvragen wat ik aan het doen was. Een checklist aan het afvinken van dingen die ik behoorde te doen om in de hemel te komen? Ik geloofde in een systeem in plaats van in een levende God; daar wilde ik me aan ontworstelen. Ik ging op zoek naar authenticiteit, iets wat uit het hart komt. Het blijft een mysterie, maar ik heb ervoor gekozen om te zeggen: “Dat is God.” Wat het is kan ik niet uitleggen, maar het is iets waar ik me aan vasthoud, waar ik hoop uit put.’

Jachtig leven Van Kruistum is bij zijn zoektocht nieuwe vormen tegengekomen om het in de kerk over de boodschap van God te hebben. Moderne muziek, een dienst die niet per se vasthoudt aan de liturgie. Hij wil een lans breken voor die vernieuwing, maar vindt Bodar en Boomsma tegenover zich. Boomsma: ‘Dan wordt het voor mij niet meer dan een ander evenement. Ik denk juist dat er waarde zit in het conserveren van dingen. Het is een traditie en daar staan we in; dat vind ik mooi.’ Bodar: ‘Als ik de mis opdraag, is het fijn als duidelijk is wat ik daar aan het doen ben. Ik heb dan zelf veel meer ruimte om te bidden, maar de mensen ook. Als ik iets heel anders doe, denken mensen niet meer aan God maar dan denken ze: wat doet die conferencier daar?’ kro Magazine

7


INTERVIEW

‘Ik vind het fijn om ijkpunten te hebben’

Boomsma: ’Er zitten mooie dingen in de oude liturgie. Het moment waarop na de preek alleen het orgel speelt. Maar ook het kerkelijk jaar met een agenda. Ik vind het fijn om die ijkpunten te hebben. Het zijn havens in mijn jachtige leven.’ Van Kruistum: ‘Antoine, bedoel je dat als ik een aantal keren een mis bijwoon, ik zal ontdekken dat ik in de vastigheid die zo’n viering met zich meebrengt een opening kan vinden?’ Bodar: ‘Deze zomer ben ik drie weken in de Sint-Jan van ‘s Hertogenbosch, dan moet je het een keer komen meemaken. Juist het ritme van zo’n viering, met momenten dat er contact is met de mensen en momenten dat we ons allemaal richten tot God, ik vind dat het mooiste wat er bestaat.’ Van Kruistum: ‘Die uitdaging ga ik aan.’

Doorzakken In het buitenland, op vakantie, heeft hij het al weleens meegemaakt, maar in Nederland zal het Van Kruistums eerste keer 8

kro Magazine

zijn: een mis bijwonen in een katholieke kerk. Boomsma doet dat met enige regelmaat, hoewel hij het liefst alléén in een katholieke kerk zit, buiten de mis om. Veel meer dan in de sobere, vaak nieuwerwetse protestantse kerken ervaart hij daar een gevoel van heiligheid, van stilte. ‘Een soort ontzag voor het Grote. Dat dwingt me om na te denken.’ Tot slot wil Boomsma weten hoe het zit met het calvinisme van de protestantse Klaas: ‘Of kun je inmiddels, net als katholieken, ook een beetje genieten van het leven?’ Van Kruistum: ‘Ik kan zeker genieten, maar ergens in mijn DNA zit het wel verankerd: je moet het jezelf niet te makkelijk maken en het leven is geen lolletje. Ten diepste raak ik dat nooit kwijt.’ Boomsma: ‘Als ik na een avondje stappen de volgende dag verlummel, voel ik me schuldig. Niet naar God toe, maar naar mezelf.’ Bodar: ‘Terwijl een nacht doorzakken juist heel goed kan zijn! En lanterfanten hoort heel erg bij creativiteit.’ Boomsma: ‘Er moet gemijmerd kunnen worden in het leven.’ Van Kruistum: ‘Gij zult mijmeren.’ En zo ontstaat een nieuw gebod, waar overigens onmiddellijk flink tegen wordt gezondigd. Voor lanterfanten en mijmeren heeft vandaag niemand tijd. Na een hartelijk afscheid stuift het drietal uiteen, op weg naar de volgende afspraak in hun volle agenda’s.

Column

HELLA

Kan praten een verzwaard hart lichter maken? Mijn eerdere column over grootouders die hun kleinkinderen niet mogen zien, heeft een open zenuw geraakt. Dat blijkt uit de aangrijpende reacties die volgden. Onder meer van een moeder/oma die voor het eerst in vijftien jaar (!) haar verdriet met een onbekende deelt. ‘Ik ben ook zo’n moeder die geen oma mag/kan zijn’, mailde ze. ‘Het is zó moeilijk om daarover te praten. Soms overspoelt het verdriet me, dat gebeurde ook tijdens het lezen van jouw column. We hebben drie kinderen. De oudste, een meisje, daarna een zoon en onze jongste zoon heeft het downsyndroom. Alle drie zijn ze zo van harte gewenst. Ook onze jongste hadden we voor geen goud willen missen. We hebben er altijd voor gewaakt dat hij geen druk zou leggen op het leven van de andere twee. Onze dochter had veel aandacht nodig, dus kreeg ze die. Dat is zo gebleven, ook toen ze uit huis ging. Toch heeft zij het contact met ons verbroken, zonder uitleg. Maanden heb ik contact gezocht, maar ze wilde niet. Zelfs toen ze moeder werd, heb ik dat van een schoonzusje moeten horen. Ik bleef mijn dochter schrijven, nooit volgde antwoord. Toch ben ik niet altijd zielig hoor! Meestal ben ik een vrolijke mantelzorger van 74 op wie veel mensen een beroep doen. Ik ben misschien geen betere moeder dan ieder ander geweest, maar zeker ook geen slechtere. Ondertussen heb ik twee kleinkinderen, maar gezien heb ik ze nooit. Behalve op een foto op Facebook. Overal om me heen zie ik zwangere dochters en kleinkinderen. Als ik ze niet zou hebben, zou ik me daarbij kunnen neerleggen. Maar dit is erger dan de dood van mijn man. Dat wordt op de lange duur een liefdevolle herinnering, maar dit went NOOIT. Dank voor je lieve reactie op mijn mail, het troost te weten dat ik niet alleen sta in mijn verdriet.’ Praten kan niet alles oplossen, maar het lucht wel op.

VAN DER WIJST

OPEN ZENUW

Reageren? mailbox@kromagazine.nl of Postbus 23200, 1202 ED Hilversum

kro Magazine

9


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.