De Dames van De DA-drogist

Page 1

20 Weekend

NRCWEEKEND ZATERDAG 30 APRIL & ZONDAG 1 MEI 2016

21

RIA VAN KASTEEL (62) 15 JAAR WERKZAAM BIJ DA

‘Je wordt een stukje van iemands leven’

‘I

k ben Ria van de Drogist. Zo is het al mijn hele leven. Voor ik hier kwam, heb ik 22 jaar bij een andere buurtdrogist gewerkt. Je krijgt een band met de vaste klanten. Achter deze toonbank word je een stukje van iemands leven. Sommige klanten kwamen hier als kind al: „Van u heb ik mijn eerste dropje gehad.” Of ze zeggen: ‘Als mijn kinderen iets hadden kon ik het bij jullie vragen.’ We luisteren hier naar de mensen, we denken met ze mee.” Kaartje van een vaste klant: „D.A.mes: Dank voor de afgelopen 20 jaar. Jullie waren het vaste ankerpunt in mijn leven. Van zwangerschapstest naar sudocrème, van luizenshampoo naar mijn eerste haarkleuring.” Ria is geboren en getogen in Utrecht,

oudste uit een gezin van twee kinderen. Ze is nooit getrouwd en is altijd bij haar ouders blijven wonen, voor wie ze jarenlang gezorgd heeft. Na haar moeders dood ging haar vader naar een verzorgingshuis. Ria nam de huurwoning van haar ouders over en woonde op haar 48ste eindelijk op zichzelf. „Ik heb nergens spijt van, maar toen het voorbij was realiseerde ik me: je bent vijftien jaar van jezelf kwijt.” Achter de toonbank maakt Ria het zoveelste praatje met een klant die vraagt naar de winkelsluiting en het heeft over de halflege winkel. Ria, die met haar gezicht naar de leegte achterin de winkel staat: „Als ik thuiskom staan die lege schappen op mijn netvlies gebrand.” De boodschap kwam hard aan. „Ik heb twee weken verdoofd rondgelo-

pen. Je gaat naar je werk en je denkt: het is niet waar. En dan kom je hier en dan is het zo leeg. Ik begrijp niet hoe het heeft kunnen gebeuren. Ik heb die eerste weken slecht geslapen en heel veel gehuild. ’s Nachts lag ik te piekeren over mijn toekomst. Hoe kom ik zo snel mogelijk weer aan de slag op mijn leeftijd?” Ria krijgt een kleine transitievergoeding en ze heeft recht op drie jaar WW. „Dat is 70 procent van een klein inkomen. Daarna volgt de bijstand maar dan moet ik eerst mijn spaarcentjes opeten. Dat vind ik heftig. Daar heb ik niet 41 jaar voor gewerkt en netjes geleefd.” Er komt een vrouw met een rollator de winkel binnen. „Hoe gaat het nu?” Ineke is een vaste klant: „Ik kom elke dag even kijken naar de tragiek van deze winkel.”

MIRANDA BREDEWOUD-DE KOSTER (45) 16 JAAR WERKZAAM BIJ DA

‘Dit is mijn tweede thuis’

FOTO’S MIEKE MEESEN

‘M

ijn eerste kind was een huilbaby. Ik snakte ernaar om even van huis te zijn. Ik ben hier gaan werken om onder de mensen te zijn. Inmiddels is het mijn tweede thuis geworden. Op mijn vrije dagen loop ik hier altijd even binnen voor een praatje, voordat ik boodschappen ga doen bij de Albert Heijn in dit winkelcentrum.” Voor de winkel opengaat, klopt de vader van Miranda op de leveranciersdeur. Hij komt vragen wat zijn dochter voor de lunch wil, ook al kan hij het antwoord wel raden. Een banaan, of een appel èn een banaan. Hij haalt het fruit bij de groenteboer en

komt even later de bestelling langs brengen. „Zo gaat het al jaren, ook voor mijn vader is deze winkel een vast punt in zijn leven.” Miranda, geboren en getogen in Utrecht („Sterrenwijk, Ondiep en nu Tuindorp-Oost”), kon op school niet meekomen. „Achteraf gezien had ik dyslexie, ik zie dat nu terug bij mijn jongste dochter.” Ze maakte haar mavo niet af en had na haar achttiende verschillende baantjes. Faalangst speelt een grote rol in haar leven. „Daarom was ik blij dat ik hier de eerste jaren niet achter de kassa hoefde te staan. Ik was bang fouten te maken en daar op afgerekend te worden. Ik stond lekker in mijn veili-

ge hokje de bestellingen in te scannen, te prijzen en te beveiligen.” Ze maakt zich veel zorgen over de toekomst. Haar man heeft een eenmansbouwbedrijf, zijn inkomsten zijn wisselvallig. „We hebben een koophuis en twee opgroeiende kinderen. Ik ben niet gerust over mijn kansen op de arbeidsmarkt. Na het faillissement van V&D zijn er 8.000 concurrenten bij, velen met een diploma. Maar wat moet ik op mijn CV zetten? Ik heb een typediploma, maar dat zal wel niet meer geldig zijn.” Ze heeft al geïnformeerd bij de Albert Heijn even verderop. „Maar daar zeiden ze meteen: we nemen geen oudere mensen meer aan.”

Drie vaste verkoopsters in de onttakelde DA-drogist in Utrecht die inmiddels gesloten is. WILMA BOS (42), 7 JAAR WERKZAAM BIJ DA

De dames van de DA-drogist Door onze medewerker Kalien Blonden

‘W

e lijken wel onkruid dat moet worden uitgeroeid,” zegt een oudcollega tegen Ria (62) over (oudere) werknemers in de detailhandel, zoals zij zelf. Er waren de massaontslagen bij V&D, de problemen bij kleding-, sport- en schoenenwinkels. En nu gaat de DA-drogist dicht waar Ria en haar collega’s al jarenlang werken en staan ze op straat. Eind vorig jaar verkeert drogisterijketen DA in zwaar weer. Ria, Miranda en Wilma, werkzaam in een DA-winkel in de Utrechtse wijk Tuindorp-Oost, maken zich nog niet al te druk. Franchisewinkels zoals die van hen zou het niet direct raken, al komen de bestellingen in de week tussen Kerst en Oud en Nieuw niet meer binnen. Net voor de jaarwisseling maakt het bedrijf een doorstart. De dames van de DA halen toch even opgelucht adem. „Niets aan de

Winkelsluiting De DA-drogist in Utrecht waar Ria, Miranda en Wilma werken gaat sluiten. Over lege schappen en trouwe klanten, bloemen en tranen. „Met zo weinig personeel zoveel omzet creëren, ik kan me niet voorstellen dat het bedrijfseconomisch niet goed ging.”

hand”, vertellen ze hun klanten. Het nieuwe jaar is goed begonnen. Tot op 1 februari franchisenemer VNA (Stichting Verenigde Nederlandse Apotheken) de stekker uit de winkel trekt. De boel moet in de uitverkoop, de tent gaat sluiten. In een mum van tijd is de winkel halfleeg. Ria, Miranda en Wilma zijn drie van de vijf dames die er werken. De winkel biedt elke dag een troostelozer aanblik. Het achterste gedeelte is helemaal leeg. Ria: „Het begint echt hol te klinken.” Wat er aan producten over is, wordt steeds naar voren geschoven. En vervolgens op de bovenste planken gezet zodat er op ooghoogte op de meeste schappen nog wat staat. Ze staan hier voor de klanten, zeggen ze. De vaste klanten, die met kaartjes aankomen, met bloemen, gebakjes en bonbons. Van een klant kregen ze zelfs elk een armband. „Heel lief en warm al die aandacht”, zegt Ria. Maar ze worden soms ook wel moe van alle gesprekjes over steeds dezelfde vragen: „Wanneer gaan jullie dicht?” „Wat gaan jullie doen?” En steeds weer diezelfde

constatering: „Wat is het hier leeg!” Vlak voor sluitingstijd komt een man naar binnen rennen. Ria wil net afsluiten. „Wacht nog even”, zegt hij en rent weer weg. Even later komt hij terug met een enorme bos witte rozen. „Ik wil jullie namens mijn hele gezin bedanken”, zegt hij. Ria krijgt tranen in haar ogen. De man is een vaste klant. Ze heeft zijn drie dochters van baby af aan in de winkel zien komen. Officieel moet de winkel tot mei openblijven. Ook al is er bijna niets meer te koop, elke ochtend wordt het rolluik opgetrokken en rolt een van de dames twee enorme borden naar buiten: Opheffingsuitverkoop. 70 % korting op alle producten. „Je schaamt je gewoon”, zegt Ria, die achter de toonbank een sok breit. De enkele klant die binnenloopt en om paracetamol vraagt, moet ze teleurstellen. Een vrouw die de onttakelde winkel ziet en haar hand voor haar mond slaat („Gaan jullie weg?”), legt ze nog maar eens uit hoe de zaken ervoor staan. De telefoon gaat. Iedereen verwacht dat de baas belt dat de zaak dicht mag. Ria neemt op. De collega’s zien meteen de spanning op haar

‘Ik red me wel’

gezicht verdwijnen als ze een vaste klant begroet. „Hallo, mevrouw Schuurmans. Nee, we zijn er nog. Vandaag of morgen horen we of we eerder dicht mogen. Steek maar een kaarsje voor ons op.” Die dag sluit Miranda met tranen in haar ogen af. Ze heeft het gevoel dat het de laatste keer is dat ze de winkel van binnen heeft gezien. De volgende ochtend zullen ze inderdaad horen dat ze niet meer hoeven te komen. Wilma zet de laatste spullen in een krat en dat was het dan. Of toch nog niet helemaal. Ria plakt een kaartje op de voordeur en sluit dan de winkel voor de allerlaatste keer af. Wie nu langs loopt ziet een vrolijk lieveheersbeestje tussen bloempjes en bijtjes in de zonneschijn. „Het team bedankt alle klanten voor de gezellige jaren. Het gaat U allen goed.”

Kalien Blonden is redacteur bij KRO Kruispunt TV. Dit programma volgt Ria, Miranda en Wilma op weg naar werk. Een verslag van hun zoektocht zal in het najaar worden uitgezonden

‘I

k zag het totaal niet aankomen. Toen ze zeiden dat DA een doorstart had gemaakt mocht ik weer gaan bestellen. ‘Koop maar in wat je altijd hebt ingekocht.’ Nou, dat heb ik goed gedaan: de hele winkel staat vol met zonnebrand die ik al voor de zomer had besteld.” Wilma had een vrije dag toen ze gebeld werd door de apotheker, die haar collega’s die ochtend het slechte nieuws verteld had. „Ik dacht dat ze iets wilde weten over de bestelling van medicijnen. Maar ze zei: ‘Ik heb eigenlijk een mededeling. De winkel gaat sluiten’.” Wilma is er nog steeds boos over. „Ik kom niet uit de drogisterijwereld, maar ik ben niet dom. Ik zie precies wat er hier in en uit gaat. Met zo weinig personeel zoveel omzet creëren, ik kan me niet voorstellen dat het bedrijfseconomisch niet goed ging.” Dan zegt ze: „Het ergst is de onmacht. Zij bepalen voor jou dat je geen baan meer hebt. Dat is niet eerlijk. We werken keihard en krijgen

geen woord van waardering.” In de winkel wil een klant iets uit de aanbiedingsfolder. Het kost Wilma moeite uit te leggen dat deze DA niet meer meedoet met de folder. „We gaan sluiten namelijk.” „Dus jullie hebben de Davidoff aftershave niet meer?” „Nee, want we gaan sluiten.” „Dus jullie kunnen hem niet meer bestellen?” „Nee, we gaan sluiten, dat gaat dan niet meer.” „Hebben jullie er misschien nog een staan in het magazijn of zo?” Het wordt Wilma even te veel: „Alstublieft meneer, houdt u eens op zeg!” Met geheven handen („ik vraag het alleen maar”) verlaat de man met zijn vrouw de winkel. „Iedereen zegt: moet je niet om je heen kijken? Maar ik moet even he-le-maal niets!” Wilma is boos, maar niet in paniek. „Toen het net gebeurd was, moest ik huilen, van de schrik en omdat ik de meiden ga missen. Maar ik heb wel dieper gezeten dan dit. Toen mijn dochter twee was, strandde mijn huwelijk. Het ging al veel langer niet goed, maar ik durfde

niet weg te gaan. Ik werkte mee in onze eigen bakkerij, waar moest ik heen? Toen ik realiseerde dat het een hopeloze zaak was, ben ik met mijn kind vertrokken. De eerste tijd heb ik bij mijn zus gewoond, want ik had echt helemaal niets meer. Maar uiteindelijk heb ik me gered en ik red me nu ook wel weer. Ik weet dat ik met weinig toe kan.” Aan het drogisterijwezen is ze niet gebakken. Receptioniste lijkt haar wel wat, liefst in een ziekenhuis. „Daar kun je echt wat voor mensen betekenen.” En als dat niet lukt dan komt er wat anders, daar is ze van overtuigd. „Als je wil werken is er altijd werk, dat heb ik van huis uit meegekregen. Misschien niet helemaal wat je verwacht, maar je moet het zelf ook leuk maken.” „Wat komt hier als jullie weggaan?” Ook een vraag die Ria, Wilma en Miranda vele malen per dag krijgen. „Er komt hier een Kruidvat.” „Komt hier een Kruidvat?” zegt een vrouw. „Ik ben niet van de ketens. Veel te onpersoonlijk.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.