‘Wat doen we met mama’s spullen?’
6
ZATE R DAG 2 2 F E BRUAR I 2 0 14
het ouderlijk huis leegruimen
Als de laatste ouder is overleden, staan de kinderen voor een gevoelige klus: het leegruimen van het ouderlijk huis. Ze treffen er hun ouders opnieuw, met mooie, én pijnlijke herinneringen. TEKST KALIEN BLONDEN FOTO’S MAARTJE GEELS
D
e moeder van Maria (65), Dorien (60) en Marie-José van Oijen (57) uit Boxmeer werd negentig. Ze overleed in april 2013, maar de zussen ontmoeten elkaar nog steeds in het huis waarin ze alle drie zijn opgegroeid. Regelmatig komen ze hier samen, om koffie te drinken en herinneringen op te halen. Als ik er binnenkom staan de koffiekopjes en de koektrommel op tafel. Slechts een paar lege plekken aan de muur verraden dat er dingen uit het huis zijn weggehaald. Als je niet beter wist zou je denken dat hun moeder elk moment uit de keuken komt met de koffiepot. “Na haar dood kwamen we bij elkaar om het huis leeg te halen”, zegt Dorien. “We hadden zoveel te vertellen. De laatste jaren van het leven van mijn moeder zagen we elkaar niet veel. We wisselden elkaar af in de zorg voor haar. Nu waren we ineens weer met z’n drieën. Een tijdje kwamen we om de twee weken samen om dingen uit te zoeken, maar vooral om te praten. Wat van waarde is hebben we meegenomen, voor de rest hebben we het huis intact gelaten. Totdat het verkocht is laten we het zo.” Irene Grijpink (48) heeft na de dood van haar moeder lang gewacht met het uitzoeken van spullen in het ouderlijk huis in Eindhoven. “De relatie met mijn moeder was gecompliceerd. Toen ik op mijn achttiende het huis uitging, moest ik mijn huissleutel inleveren. Mijn zusje en ik hebben bij leven zelden iets van haar gekregen, zomaar iets weggeven kon ze niet. Tegen het sorteren van haar spullen en het leegruimen van haar huis voelde ik ook daarom een grote weerstand. Dingen die ik bij leven graag van haar had gekregen , zoals een van haar antieke teddyberen, hebben voor mij nu hun waarde verloren.” Toch wilde Irene het huis graag zelf ontruimen, een klus waar ze een jaar na de dood van haar moeder aan begonnen is. De drie zussen van Oijen uit Boxmeer hebben hun ouderlijk huis in goede harmonie opge-
ruimd en kostbaarheden verdeeld. Hun moeder had precies opgeschreven wie wat kreeg. Maria: “Dan weet je dat je het doet zoals zij het gewild heeft.” Dorien: “Doordat je de kasten leeghaalt, praat je automatisch over vroeger. Mijn moeder bleek mijn kattebelletjes bewaard te hebben, teksten als ‘vergeet niet mij te roepen, anders verslaap ik me’. Dan beleef je weer even hoe het vroeger was.” Marie-José: “Alles wat je gewoon vond, daar sta je nu bij stil. Je gaat het koesteren.” Dorien: “We kwamen in een kast allerlei post tegen, geboortekaartjes, trouwkaarten, brieven. En ineens vond ik een doosje post van mijn moeders moeder, onze oma. Dat ontroerde me. Onze moeder nam dat mee uit haar ouderlijk huis, zoals wij dat nu ook doen.” Hoewel Irene Grijpink het goed met haar zus kan vinden, hebben ze de taken verdeeld. “Ik sorteer alles en zij komt regelmatig langs om te kijken wat ik heb uitgezocht. De spullen die weg moeten, brengt zij naar de kringloopwinkel of ze zoekt er een andere bestemming voor. Voor mij is dit nog één keer een reis naar de schoot van mijn ouders. Nog één keer wil ik dicht bij ze zijn. Hun levens proeven en ervaren, om dan echt afscheid te kunnen nemen.” ▶
#"%$! T I J D
7
het ouderlijk huis ontruimen
Irene is blij dat ze op haar eigen moment met opruimen kon beginnen. “Als ik het eerder had moeten doen, was ik vooral boos en verdrietig geweest om wat mijn moeder niet voor me kon zijn, wat ze me niet heeft kunnen geven. Als ik nu door haar persoonlijke spullen ga, zie ik dat zij en mijn vader ook maar gewone mensen waren die met het leven hebben lopen worstelen. Dat maakt dat ik nu met mildheid naar ze kan kijken.” Pijnlijke momenten zijn er ook: “Ik kom mijn eigen ‘goedmaak-briefjes’ tegen die ik bijvoorbeeld schreef om uit te leggen waarom ik niet meer mee wilde naar de kerk. Ik vind het verdrietig om te zien hoe ik haar altijd maar wilde pleasen en me uitputte in excuses, terwijl ik gewoon mijn eigen leven wilde leiden.” Irene is nu vijf keer in haar ouderlijk huis geweest. Ze maakt er haar eigen ritueel van. “Ik draai mooie muziek, brand wierook en maak foto’s van kleine stillevens die ik aantref. Bijvoorbeeld een rijtje schoenen onder de kapstok.” Ook wat je níet vindt kan veelzeggend zijn. De zussen van Oijen uit Boxmeer vertellen over de twee doodgeboren kinderen die hun moeder baarde voordat zij geboren werden. Maria: “Daarvan is niets terug te vinden. Geen kaartje, geen foto, niets. Mijn ouders hebben ze ook geen namen gegeven. Zo ging dat in die tijd.” Dorien: “Zo waren onze ouders ook: doorzetten, schouders eronder en niet terugkijken.” Bij een rondje door hun ouderlijk huis valt op dat veel nog bijna onaangeroerd lijkt. Op de slaapkamer ligt een zilveren setje (kam-borstelspiegel) op de kaptafel. “Zo had ons moeder het liggen. Wij zijn er niet aan geweest. Toch een soort eerbetoon misschien”, zegt Marie-José. Als we weer beneden komen, valt mijn oog op een bureautje met een rolluikje ervoor. MarieJosé trekt het open: een stilleven van pennen, kaartjes, een notitieblokje, een leesbril, een potje medicijnen. “En hier, nog een setje postzegels.” Wat ze daarmee moeten, weten de zussen nog niet. “Het hoort allemaal zo bij ons moeder,
8
ZATE R DAG 2 2 F E BRUAR I 2 0 14
ik vind het lastig dat weg te gooien. Maar ja, wat moet je ermee?” Door bezig te zijn met de spullen ziet Irene de liefde, die haar moeder zo moeizaam naar haar dochters kon uiten, terug in haar verzamelingen. “Schilderijtjes, melkkannetjes, kikkers, teddyberen, tegeltjes met vogeltjes. Daar kon ze vol liefde over vertellen, ik weet van elk tegeltje waar ze het vandaan heeft. Dat maakt het moeilijk om ze weg te doen. Ik heb het gevoel dat ik met haar spullen ook haar liefde weggooi. Aan de andere kant zei iemand ooit tegen me: ‘Als je de intentie hebt aangenomen kun je het ding weggooien’. Nu ik de liefde heb gevoeld kan ik er makkelijker afstand van doen.” Omdat ze de zorgvuldig verzamelde spullen van haar moeder niet zomaar weg wil doen, houden Irene en haar zus een open dag voor de vrienden en buren van haar ouders: “Dan serveren we thee en taart en mogen ze iets uitzoeken”. Onvermijdelijk komt het moment dat de deur van het ouderlijk huis voor de laatste keer dichtgaat. Irene: “Nu is alles er nog, maar straks is het echt afgelopen. Dan kan ik niet meer terug naar één plek. Dat zal vreemd zijn, maar tegelijkertijd is het dan ook goed zo.” De zussen van Oijen zien op tegen de dag dat het ouderlijk huis is verkocht en definitief leeggeruimd moet worden. Want ze missen hun moeder nog elke dag. Marie-José: “Ze leefde mee met onze gezinnen, met haar kleinkinderen. Als er moeilijkheden waren met onze kinderen zei ze altijd: ‘Zolang ze maar met je praten. Je moet ze altijd een thuis blijven bieden’.” ■
Reageren? Wat wilde u absoluut bewaren uit de huisraad van uw ouders? Of heeft u geen spullen nodig voor dierbare herinneringen? Mail ons in maximaal 140 woorden, op tijdpost@trouw.nl
Als je het niet zelf wilt doen Niet iedereen kan de grote klus die het opruimen van het ouderlijk huis is aan. Maar gelukkig: uitbesteden kan ook.
S
oms zijn er allerlei redenen waarom mensen het zelf niet kunnen opbrengen hun ouderlijk huis te ontruimen. Maar je kunt daar ook professionals voor inhuren. ‘InboedelOpgeruimd’ bijvoorbeeld, gerund door Liesbet van den Berg en haar twee zussen. Hun slogan: ‘leeg en helder van zolder tot kelder’. “Er zijn mensen die het emotioneel niet aan kunnen. Of die er geen tijd of energie voor hebben. Ik heb daar nooit een oordeel over want je weet niet wat voor geschiedenis erachter zit. Soms begrijp ik het ook als ik in een huis kom: de ziel is eruit, er is niets meer te halen. Er hangt iets, een bepaalde kilte.” Liesbet komt in haar werk twee uitersten tegen: “Er zijn mensen die met tranen in hun ogen naar de spullen kijken en ze eigenlijk niet los kunnen laten. En er zijn mensen die zeggen: ‘Haal alles maar weg, het huis moet zo snel mogelijk leeg’.’’ Ze herinnert zich een klant, hij was enig kind van een artsenechtpaar uit Nederlands-Indië. “Hij was heel nuchter en wilde niets meenemen. We vonden in de kelder een koffer vol oude correspondentie van zijn ouders, maar ook die moest weg. Hij wilde een streep zetten onder de geschiedenis van zijn ouders. Dat was zijn manier om het af te sluiten. Die levens zijn voorbij en het is klaar.” Liesbet heeft de brieven laten vernietigen: “Als de familie het niet wil kunnen wij zoiets ook niet naar een archief brengen. Jammer, maar het is de keus van de familie.” Als een huis helemaal leeg en schoon is loopt Liesbet er doorheen met de opdrachtgever om te kijken of alles naar wens is. “Als we aankomen en het huis nog helemaal vol is, hebben mensen vaak tranen in hun ogen. Het is de laatste keer dat ze het huis zien zoals het was. Maar als ze aan het eind van de dag door de lege vertrekken lopen zie ik bijna altijd opluchting. Er is niets meer dat herinneringen oproept. Het huis is leeg, de klus is geklaard.” INFO: INBOEDEL-OPGERUIMD.NL
#"%$! T I J D
9
}
Elk kind heeft zijn eigen waarheid over het familieleven. Die waarheid zie je terug bij het leegruimen van het ouderlijk huis
‘Bewaar niet te veel’ Gooi niet te snel alles weg, zegt de familietherapeute Else-Marie van den Eerenbeemt. Maar te veel bewaren is ook niet goed
F
amilietherapeut en publicist ElseMarie van den Eerenbeemt schreef het boek ‘Wie krijgt de gouden armband van moeder?’. Elke familie heeft volgens haar zijn eigen erfenisverhaal. En ook binnen families zijn er grote verschillen in de manier van omgaan met de spullen uit het ouderlijk huis. “Elk kind heeft zijn eigen waarheid over het familieleven, en die waarheid zie je terug bij het leegruimen van het ouderlijk huis. Degenen die zich het minst gezien hebben gevoeld, willen vaak het meeste hebben. Omdat zij niet kunnen verdragen dat ze zo weinig liefde hebben gekregen. Ook kunnen broers en zussen van mening verschillen over wat er met de niet-waardevolle spullen moet gebeuren. Van den Eerenbeemt: “De een ruimt het liefst zo snel mogelijk het huis uit om voor zichzelf duidelijk en zichtbaar te krijgen dat de ouders zijn overleden. De ander wil de kleding zo lang mogelijk onaangeraakt in de kledingkast laten hangen en verdraagt het niet als anderen er iets uithalen. Maar de derde wil juist iets tastbaars, iets waar de geur van vader of moeder nog aanhangt, bij zich hebben als troost.” Haast bij het ontruimen van het ouderlijk huis vindt Van den Eerenbeemt sowieso niet ge-
10
ZATE R DAG 2 2 F E BRUAR I 2 0 14
wenst. “Sommige mensen willen het liefst zo snel mogelijk een opkoper laten komen. Dat is nooit een goed idee. Dan sluit je het veel te snel af. Mensen doen dat uit angst voor verdriet of emoties. Maar als de tijd het toelaat, laat dan alles door je handen gaan. Soms vind je in een lelijk doosje toch nog iets bijzonders. En ook al gooi je het uiteindelijk weg, het verhaal dat eraan vastzit blijft, en dat kun je bewaren. Soms is het een verdrietig verhaal, maar ook dat is belangrijk om bij stil te staan. Zo kun je het verleden verwerken.” Van den Eerenbeemt vindt dat je niet te veel moet bewaren: “Bewaren moet wel zin hebben. Een container vol spullen is ballast. Maar mensen voelen zich vaak schuldig: kun je spullen die met zorg bij elkaar zijn verzameld, een uiting zijn van de persoonlijkheid van de overledene, wel zomaar wegdoen? Ik raad ze dan aan om die dingen in te pakken en er na een jaar nog eens naar te kijken. Vaak kun je het dan wel.” Wat Van den Eerenbeemt ook een mooi idee vindt: dierbare spullen verwerken tot iets anders. Bijvoorbeeld een patchworksprei maken van de kleren van moeder. “Dat heeft iets heel organisch, een deken van moederliefde.”
het ouderlijk huis ontruimen
Matsier en Flem Ouderlijk huis-literatuur Dé Nederlandse roman over het ontruimen van het ouderlijk huis is natuurlijk ‘Gesloten huis’ van Nicolaas Matsier (pseudoniem van Tjit Reinsma) uit 1994. De spullen uit het huisraad van zijn ouders in de Haagse Mispelstraat schetsen aanvankelijk vooral een tijdsbeeld van de wederopbouw, waarin met zuinigheid en onnavolgbare huisvlijt van niets iets werd gemaakt. De zeepklopper, de restjeswollen trui, de uitgelegde terlenka broeken ... Via de spullen trekt Matsier grotere cirkels en komen zijn eigen depressie en het overlijden van een broertje en zusje in zicht, naast vele bespiegelingen over de schamele werking van het geheugen. Een ander autobiografisch werk is ‘Hoe ik het huis van mijn ouders heb leeggeruimd’, van de Franse psychoanalytica Lydia Flem, die indringend haar emoties bij het leegruimen van haar ouderlijk huis beschrijft. Beide boeken alleen zijn tweedehands verkrijgbaar.
#"%$! T I J D
11