innergy de stad van menselijke energie
Inleiding
“Wie der Zwist der Liebenden, sind die Dissonanzen der Welt. Versöhnung ist mitten im Streit und alles Getrennte findet sich wieder. Es scheiden und kehren im Herzen die Adern und einiges, ewiges, glühendes Leben ist Alles.” Hölderlin, Hyperion
De opgave van Energetic City beschrijft een stad waarin de bewoners voor hun eigen energie zorgen. De ontwikkelingen in die richting zijn nu, in 2012, al duidelijk zichtbaar. Het wordt steeds meer mensen duidelijk dat de manier waarop wij nu in onze energie voorzien niet houdbaar is. Energie staat op de agenda. Bovendien komt het moment steeds dichterbij dat duurzaam opgewekte energie goedkoper wordt dan energie uit fossiele brandstoffen. Duurzame energie gaat geld opleveren. Daarom verwachten wij dat de ontwikkelingen op energiegebied steeds sneller zullen gaan, en dat de situatie die Energetic City schetst al in 2030 wordt bereikt. Wij stellen dat in 2050 het energieprobleem al lang is opgelost. Hernieuwbare energie is in overvloed beschikbaar. Daarom kijken wij niet alleen naar energie als 'brandstof', maar vooral naar menselijke energie: naar innergy.
1
2
Inhoudsopgave
Inleiding
1. Energie
4
2. Innergy
9
3. Materie, Relatie & Energetica
13
4. Evolutie
26
5. Bijlagen
32
3
1. Energie
Energiebron Wij stellen dat in 2050 hernieuwbare energie in overvloed beschikbaar is. Maar wat betekent dat precies, energie in overvloed? Betekent het dat er een oneindige hoeveelheid energie beschikbaar is, veel meer dan we ooit op zouden kunnen krijgen? Of betekent het dat er genoeg energie is om alles te doen wat we willen doen, als we dat op een efficiënte manier doen?
Hoe die energie precies zal worden opgewekt, getransporteerd en opgeslagen is niet te voorspellen, er zijn zeer uiteenlopende scenario’s mogelijk. Wij beschrijven er hier drie, maar er zijn nog veel meer scenario’s of combinaties van scenario’s denkbaar.
In 2012 gebruiken we namelijk maar een heel beperkt percentage van alle opgewekte energie voor de dingen die we werkelijk willen. Om een ei te koken verhitten we een hele pan water, om vervolgens de warmte met het water door de gootsteen te spoelen. Om een persoon van zo’n 80 kilo te vervoeren gebruiken we een auto van 900 kilo. Als iemand van A naar B reist met de vervoermiddelen van 2012, op fossiele brandstoffen, dan is het rendement dat uit die brandstoffen wordt gehaald minder dan 1%.1 Een nog extremer voorbeeld zijn elektrische deurbellen. Die worden hooguit een paar seconden per dag gebruikt, maar daarvoor moet er dag en nacht een transformator aan staan. Het energierendement van zo’n deurbel is 0,01%. Volgens deze schatting moeten er twee kolencentrales van 600 megawatt continu draaien om alle Europese deurbellen van stroom te voorzien. 2 Er zijn dus gigantische efficiëntieslagen te maken, en de technieken daarvoor bestaan grotendeels al. Als dat de komende 30 jaar gebeurt is het een veilige voorspelling dat er in 2050 meer dan genoeg hernieuwbare energie beschikbaar kan zijn om alles te doen wat we willen3.
Energie-efficiëntie van auto en deurbel
1.
Van Wijk, A., Hoe kook ik een ei?, Haarlem: MGMC, 2011, p. 20
2.
Van Wijk, Hoe kook ik een ei?, p. 22
3.
“By substantially increasing efficiency globally, the final energy consumption in 2050 will fall below the annual consumption of 2000, while global activity, and the associated increase in living standards, will more than double.” Ecofys, The energy report (summary). Te downloaden op www. ecofys.com. Dit rapport is onderbouwd met de kennis van nu. In het verleden hebben we bij bijvoorbeeld de stoommachine en het internet gezien hoe een bepaalde technologie in korte tijd een enorme ontwikkeling kan doormaken die veel sneller en verder ging dan was voorspeld. Als iets dergelijks ook in de nieuwe energietechnologie gebeurt, en dat is historisch gezien geen rare gedachte, zal er nog veel meer mogelijk zijn.Osmose is een proces dat optreedt als zout water en zoet water worden gescheiden door een membraan dat wel de kleine watermoleculen doorlaat, maar niet de grotere zoutmoleculen. In zo'n geval zal er water van de zoete naar de zoute kant stromen om de zoutgehaltes in evenwicht te brengen.
4
Aan de zoute kant wordt zo druk opgebouwd die kan worden omgezet in energie.
1-2-3 De 1-2-3 is een transportsysteem waarbij capsules met het formaat van een auto door een buis bewegen waarin een vacuüm is gecreëerd.4 Door het gebrek aan luchtweerstand wordt er weinig stroom verbruikt en kunnen extreem hoge snelheden bereikt worden.5 Het bedrijf achter deze technologie heet ET3 (Evacuated Tube Transport Technology), een naam die kort na de introductie in Nederland verbasterd wordt tot 1-2-3.
4.
De capsules bewegen over maglev (magnetic levitation) rails. Er is alleen energie nodig om de capsules te versnellen. Daarna kunnen ze zonder wrijving en dus zonder extra energie door het vacuüm bewegen. De bewegingsenergie kan weer worden omgezet in elektriciteit bij het afremmen.
5.
Oster, D., Kamuda, M., en Zhang, Y., ‘Evacuated tube transport technologies (ET3): a maximum value global transportation network for passengers and cargo’, Journal of Modern Transportation, maart 2011 (19), pp. 42-50
5
Scenario 1: het hypergrid. Energie wordt opgewekt uit verschillende, duurzame bronnen als zon, wind, getijde, geothermie, algen en osmose.6 7 Energie wordt opgewekt op de plaats waar dat het efficiëntst kan: zonne-energie in de woestijn, windenergie op de Noordzee etc. De energie uit de verschillende bronnen wordt gebruikt voor het meest geschikte doel: aardwarmte voor verwarming, windenergie voor elektriciteit, algen als biobrandstof. Al deze energiebronnen zijn verbonden door een wereldwijd ‘hypergrid’ van supergeleiders8 of hoogvoltage gelijkstroom9. De energieopbrengst van bronnen als zon en wind is niet constant, dus die schommelingen moeten worden opgevangen, door flexibilisering van de energievraag en door opslag van energie. Op allebei die gebieden is nog veel winst te behalen ten opzichte van 2012.10 11 12 6.
Osmose is een proces dat optreedt als zout water en zoet water worden gescheiden door een membraan dat wel de kleine watermoleculen doorlaat, maar niet de grotere zoutmoleculen. In zo'n geval zal er water van de zoete naar de zoute kant stromen om de zoutgehaltes in evenwicht te brengen. Aan de zoute kant wordt zo druk opgebouwd die kan worden omgezet in energie. Per kubieke meter zoet water die vanuit een rivier de zee in vloeit kan op die manier in theorie 0,2 kWh aan energie worden opgewekt. Opgeteld is het potentieel van alle rivieren ter wereld ongeveer 60% van het wereldwijde elektriciteitsverbruik. (Van Wijk, Hoe kook ik een ei?, p.36)
7.
Op dit moment zijn er plannen voor een osmose-energiecentrale op de afsluitdijk. Didde, R., 'Energy from the Afsluitdijk', Wageningen World, no.3 2012.
8.
Supergeleiding is het fenomeen dat sommige materialen onder een bepaalde temperatuur geen elektrische weerstand meer hebben. Daardoor kan een supergeleidend materiaal zonder enig verlies elektriciteit transporteren. Bij de meeste materialen gebeurt dat pas bij enkele graden boven het absolute nulpunt (-273˚C). De laatste decennia worden er materialen ontwikkeld die bij een steeds hogere temperatuur al supergeleidend worden. Als die ontwikkeling doorzet zouden supergeleiders gebruikt kunnen worden om zonder verlies elektriciteit te transporteren over grote afstanden.
9.
Over lange afstanden kan energie goedkoper en met minder verlies worden getransporteerd met gelijkstroom dan met wisselstroom. Hoe hoger de spanning, hoe lager relatief gezien de weerstand wordt, dus hoe minder elektriciteit er verloren gaat. Op dit moment worden er al studies gedaan naar een Europees supergrid op basis van hoog-voltage gelijkstroom. Zie bijvoorbeeld Czisch, G., 'Low Cost but Totally Renewable Electricity Supply for a Huge Supply Area – A European/Trans-European Example', 2008 Claverton Energy Conference, Universiteit Kassel.
10.
Flexibilisering van de energievraag kan onder andere door batterijen en accu's (bijvoorbeeld van prt-voertuigen) op te laten laden op het moment dat er veel aanbod van energie is (batterijen en accu's zijn ook als buffer te gebruiken). (Vaat)wasmachines kunnen automatisch aangaan op het moment dat er genoeg energie beschikbaar is. De energievraag van boilers en koelkasten kan flexibeler worden door een grotere marge toe te staan. (In 2012 worden koelkasten constant op een temperatuur van 6˚ gehouden: zodra de temperatuur stijgt naar 6,1˚ wordt er weer gekoeld. Door een temperatuur tussen 4˚ en 8˚ toe te staan wordt het mogelijk om te koelen op een gunstig moment.) Het hypergrid zal dus ook een intelligent grid zijn.
11.
Er worden op dit moment batterijen ontwikkeld die goedkoop, op grote schaal te produceren zijn uit grondstoffen die in overvloed te vinden zijn. Een voorbeeld is de liquid battery die is ontwikkeld door Donald Saldoway. http://www.ted.com/talks/donald_sadoway_the_missing_link_to_ renewable_energy.html
12.
Er wordt veel gesproken over waterstof als opslag en brandstof, maar dat heeft een belangrijk nadeel: waterstof is moeilijk op te slaan, omdat het het allerkleinste atoom is en door andere materialen heen kan. Een deel van de opgeslagen waterstof zal ontsnappen en in de lucht terechtkomen. Als dit op grote schaal gebeurt ontstaat een probleem: omdat waterstof zo klein is zal niet alle waterstof meteen reageren met zuurstof (en zo water vormen), maar zal een deel van de waterstof doordringen naar een hogere luchtlaag, waar veel zuurstof is, en daar water vormen. Water op die hoogte komt niet als neerslag terug op aarde, maar blijft in die luchtlaag en vormt daar een nog veel erger broeikasgas dan CO2.
6
Waarschijnlijk zal waterstof dus chemisch moeten worden gebonden tot grotere moleculen om het te kunnen gebruiken als opslag en brandstof.
Scenario 2: nieuwe technologie. Op allerlei verschillende fronten wordt er op dit moment onderzoek gedaan naar nieuwe manieren om energie op te wekken. Het is niet onwaarschijnlijk dat er de komende 40 jaar belangrijke doorbraken plaats zullen vinden waardoor één of meer van deze technieken ons in 2050 van energie kunnen voorzien. Het belangrijkste voorbeeld van zo’n techniek is kernfusie.13 Kernfusie zou een vrijwel onuitputtelijke hoeveelheid energie kunnen leveren (en zonder radioactief afval). Het is niet te zeggen of dat voor 2050 al zal lukken, maar het is een technologie waar veel in geïnvesteerd wordt.14
ENERGIE
Een andere techniek waar op dit moment aan gewerkt wordt is Space-based Solar Power: zonneenergie die opgevangen wordt door satellieten in een baan om de aarde, en vervolgens in de vorm van microgolven of lasers naar de aarde wordt gestraald.15
13.
Kernfusie is het samensmelten van de kernen van twee lichte atomen tot één zwaardere kern. (Dit in tegenstelling tot de huidige vorm van kernenergie, waarbij één heel zwaar atoom gesplitst wordt in twee lichte kernen.) Bij dit proces komt veel energie vrij, maar het vindt pas plaats bij enorm hoge temperaturen.
14.
De principes van kernfusie zijn al lang bekend en algemeen geaccepteerd, maar tot nu toe is het nooit gelukt dit proces te beheersen en als energiebron te gebruiken. Op dit moment werken Europa, Rusland, de VS, Japan, China, India en Zuid-Korea samen aan de International Thermonuclear Experimental Reactor (ITER), die de praktische haalbaarheid van kernfusie als energiebron moet aantonen. Naar verwachting wordt ITER in 2018 in gebruik genomen.
15.
Voordelen zijn dat er in de ruimte 24 uur per dag zonlicht is, dat niet wordt gefilterd door de atmosfeer, en dat de energie naar behoeven naar bepaalde plaatsen gestraald kan worden zodat de energie op aarde niet over grote afstanden getransporteerd hoeft te worden. Dat betekent ook dat de energie niet getransporteerd hoeft te worden door andere landen die in een conflict de leiding af kunnen sluiten. Een belangrijk politiek argument voor Space-based Solar Power. Maar het is de vraag of die voordelen opwegen tegen de moeite die het kost om het materiaal voor zo’n satelliet de ruimte in te krijgen en of er een goede manier wordt gevonden om de energie naar de aarde te sturen. Er zijn op dit moment verschillende landen (waaronder Japan, China, en de VS) met een eigen Space-based Solar Power programma, dus het is goed mogelijk dat dit één van de energiebronnen van de toekomst zal zijn.<?>
7
Scenario 3: zelfredzaamheid.
Niet alleen bij grootschalige opwekking van energie is nog veel te verwachten, ook de gebruiker heeft grote invloed. Door energiezuinigere apparaten kan het energieverbuik de komende decennia verminderen. De energie die iemand nog nodig heeft kan worden opgewekt door eigen energiebronnen en worden opgeslagen. Zo worden mensen onafhankelijk van grootschalige energieproductie. Tegen 2050 kunnen energiebronnen worden ingebouwd in bouwmaterialen,16 of het nu gaat om zonne-, wind- of thermische energie. Nu al worden zonnecellen ingebouwd in rugzakken en op oprolbare folie. Restenergie, zoals bijvoorbeeld warmte in het afvoerwater, wordt zoveel mogelijk opgevangen en hergebruikt.17 Ook het energiepotentieel in afval wordt benut, veel huizen hebben een eigen biovergister.
16.
Onderzoekers van MIT (Massachusetts Institute of Technology) hebben bijvoorbeeld een techniek ontwikkeld waarmee een raam kan werken als zonnepaneel, terwijl je er nog steeds gewoon doorheen kunt kijken. Lunt, R. en Bulovic, V., â&#x20AC;&#x2DC;Transparent, near-infrared organic photovoltaic solar cells for window and energy-scavenging applicationsâ&#x20AC;&#x2122;. Applied Physics Letters, 2011 (98). Te downloaden op http://apl.aip.org/resource/1/applab/ v98/i11/p113305_s1?bypassSSO=1.
17.
Van Wijk, Hoe kook ik een ei?, p.19. Zie ook http://www.greenchallenge.info/MediaDetails/NickChristyWinnerWaterRecyclingShower.htmLazslo, E., Kosmische Visie: Wetenschap en het Akasha-veld, Deventer: Ankh-Hermes, 2004.Lazslo, E., Kosmische Visie: Wetenschap en het Akasha-veld,
8
Deventer: Ankh-Hermes, 2004.
2. Innergy
Hypothese Energie, duurzaam opgewekt, is er in overvloed. Ervaringen kunnen worden ontkoppeld van tijd en plaats. Menselijk contact creëert Waarde. De overheid trekt zich terug naar de grote lijnen. Gebruik is leidend, niet bezit.
Energie Sinds Einstein weten we dat alles energie is: E = mc2. Toch realiseren we ons nog lang niet wat dat allemaal betekent. De mens en het bewustzijn zijn energie. Iedereen heeft wel eens een ontmoeting die hem energie geeft of ontneemt. Energie heeft een frequentie, en de frequenties van verschillende energieën kunnen resoneren en elkaar versterken.
In-Formatie Wij zien de werkelijkheid als een veld van informatie. In die informatie ontstaan patronen. Op een gegeven moment worden die zo sterk dat het materie wordt. Informatie betekent letterlijk dat iets in formatie is; iets is bezig zich te vormen.18 Mensen zullen leren om steeds beter energiepatronen te herkennen en daarop in te spelen.19
18.
Lazslo, E., Kosmische Visie: Wetenschap en het Akasha-veld, Deventer: Ankh-Hermes, 2004.
19.
Helderzienden kunnen bijvoorbeeld een patroon zien dat tot ziekte kan leiden voordat de ziekte zich gemanifesteerd heeft. Het herstellen van het energieveld voorkomt dan de ziekte. Merry, P., masterclass in het kader van Energetic City 2050, augustus 2012.
20.
“We worden steeds meer telepathisch. Je kan gewoon projecteren. Dit wordt de eeuw van de hersenen. De intuïtie gaat werken.” Edelkoort, L., in Zomergasten, 12 augustus 2012, vpro.
9
Dichtheid Er bestaan dus verschillende dichtheden van energie. Of het nu een ding is, een mens, een stad, of de hele wereld: alles heeft drie verschillende niveaus van energie. Wij beschrijven die niveaus als de architectuur van de materie, de architectuur van relaties en de architectuur van energetica. IdeeĂŤn en mogelijkheden ontstaan in de energiearchitectuur. Daar kan resonantie plaatsvinden, waardoor patronen zich gaan verdichten en zich gaan manifesteren in de relatiearchitectuur, de interactie tussen mensen. Daar kunnen ze na verloop van tijd weer verdwijnen, maar ze kunnen zich ook nog verder verdichten tot materie.
materie
relatie energetica
10
Nieuwe stedelijkheid Het stadsontwerp voor Arnhem 2050 van Innergy veronderstelt een transformatie; de overgang van de ene samenlevingsvorm naar een fundamenteel andere. De drempel die we over gaan is flinterdun, maar torenhoog. Tussen ons huidige wereldbeeld (paradigma) en het volgende bestaat een onoverkomelijke communicatiebarrière.22 Dit maakt het moeilijk – zo niet onmogelijk – om de wereld van 2050 te ontwerpen. Of beter gezegd, zodra we het nieuwe wereldbeeld kunnen weergeven, zijn we al veranderd en kijken we (ten dele) vanuit het nieuwe paradigma. Het Innergy-project zoekt ondanks de ondoorgrondelijkheid van de transformatie naar de sporen van een nieuwe vorm. In het ergste geval vinden we de drempel; in het beste geval schieten we er overheen en veranderen we in het proces van het stadsontwerp. We hopen dat het laatste ons niet geheel onbegrijpelijk zal maken. Stedelijkheid in 2050 zal een andere betekenis hebben. Deze nieuwe stedelijkheid faciliteert samenwerking zonder fysieke of territoriale grenzen.23 Samenwerking is de stedelijke attitude, de stedelijke vorm is fluïde. De nieuwe stedelijkheid draait niet om bezit maar om gebruik van ruimte en middelen.
21.
Kuhn, T., The Structure of Scientific Revolutions, University of Chicago Press, 1962. Incommensurability: onoverkomelijke communicatiebarrière.
22.
“Het ik-tijdperk is nu afgelopen. Alle urban planning gaat nog daarover, alle grote concerns, alle grote briefings gaan nog daarover. Maar dat is niet meer zo, mensen gaan samen dingen doen, samen dingen maken, oplossen, nationaal, regionaal, global, alles door elkaar. En dat is een feit, dat kun je aantonen, maar dat voel je ook gewoon.” Edelkoort in Zomergasten.
11
Innergy Het innergy-project vertrekt vanuit het fenomeen van innergie. Innergie is de innerlijke energie van een mens. Het gaat hier om ideeĂŤn, zienswijzen, verlangens, ervaringen: het is de kracht die iemand de zin en richting geeft om iets te doen. Als metafoor voor innergy gebruiken we de golfbeweging. De innergieĂŤn van twee of meer mensen kunnen een interactie met elkaar aangaan. In deze interactie kunnen innergieĂŤn met elkaar resoneren (versterken), interfereren (veranderen), of elkaar juist uitdoven (opheffen). Innergy is activerend en kan een bron zijn van menselijke interactie en samenwerking. Omgekeerd geeft de menselijke interactie weer innergy.
12
3. Materie, Relatie & Energetica
Stedelijkheid als sociale interactie en connectiviteit Arnhem is nu, in 2050, wezenlijk anders dan het was in 2012. We zien een nieuw soort stedelijkheid, stedelijkheid die bestaat uit ontmoetingen, uit sociale netwerken, uit connecties tussen mensen. En die zijn niet langer gebonden aan een fysieke stad. De mens is de stad.24 Aangezien de middelen tot sociale interactie en connectiviteit hyper mobiel en vrijelijk toegankelijk zijn geworden24, kan het zijn dat de stad van 2050 zich snel verplaatst. Het is mogelijk dat de stad zich zelfs op dagelijks niveau vormt, verschuift en weer verdwijnt.25 Het is de menselijke interactie die bepaalt of, waar, wanneer en in welke vorm de stad verschijnt. Voor een stedelijk leven is het dus niet nodig om in de stad te wonen. En dat heeft de omkering betekend van een belangrijke trend. Tot 2030 trokken steeds meer mensen naar de grote steden. De Europese bevolking concentreerde zich in een paar ‘supersteden’, maar rond 2030 zijn die geëxplodeerd als een soort supernova, en vervolgens weer uitgedoofd. Veel mensen trokken weer weg uit de grote steden.
Het Arnhem van 2050 bestaat uit allemaal relatief kleine ‘habitats’ met elk een eigen karakter. In het Arnhem van 2050 beperkt de overheid zich tot de grote lijnen. Op het niveau van stadsontwerp resulteert dit in minder interventie mogelijkheden voor de overheid. Anderzijds is er veel meer stadsontwikkeling door de Arnhemmers zelf voorstelbaar; dat kan alleen of in een klein collectief zijn. Drie typen ontwikkeling ontstaan parallel aan elkaar in de stad: de Stad van de Materie, de Stad van de Relatie en de Stad van de Energetica.
Je bent niet langer gebonden aan een bepaalde plaats, dus je kunt wonen waar je wilt. Mensen zijn nomadischer geworden. De stad is fluïde. Nieuwe stedelijkheid vraagt nieuwe vaardigheden van mensen, het vraagt om ontwikkeling, maar niet iedereen heeft zich op hetzelfde moment op dezelfde manier ontwikkeld. Meer nog dan vroeger is er een grote diversiteit. Diversiteit in achtergrond, diversiteit in ontwikkeling, en dus ook diversiteit in wat mensen verlangen van hun woonomgeving. 23.
Hardt, M. en Negri, A., Empire; de Nieuwe Wereldorde, Amsterdam: Uitgeverij Van Gennep, 2002, p. 390, r. 21-22: “(…) het [de massa] is de singuliere macht van een nieuwe stad.” Voor Hardt en Negri ontstaat de macht van de nieuwe stad door “samenwerking en communicatie in de sfeer van biopolitieke productie (…).” (r.18-19). Biopolitieke productie is de productie van het sociale leven zelf, waarin cultuur en politiek samengaan.
24.
Idem, p. 401, r. 4-7.
25.
Ibidem, p. 405, r. 7-9. “Het vermogen om plaatsen, temporaliteiten, migraties en nieuwe lichamen te construeren (…)” is kenmerkend voor de opkomst van de massa en de vorming van een nieuwe stedelijkheid (de singuliere macht van een nieuwe stad).
13
Stad van de Materie In delen van de stad met grote cultuurhistorische waarde en samenhang ontstaat een evenwicht. De fysieke toestand van deze delen zal weinig verder veranderen. De bewoners die zich tot deze wijken aangetrokken voelen zijn meer gericht op zichzelf en hun eigen groep. Het zijn wijken met een lage dynamiek van bebouwing en een lage dynamiek van bewoners. Het historische centrum en het ingesloten dorp Elden zijn goede voorbeelden.
Stad van de Relatie De delen van de stad met een dichtere structuur en ruimere objecten bieden ruimte aan een dynamischer woonpatroon. De woningen bieden meer flexibiliteit en kunnen eenvoudig verschillende functies huisvesten. De gebruikers hiervan zijn gericht op een open houding ten opzichte van de wereld om zich heen, in steeds wisselende samenstelling. De stad is meer gericht op ontmoeting & ontwikkeling. Het zijn wijken met een lage dynamiek van bebouwing en hoge dynamiek van bewoners. Het Spijkerkwartier is een goed voorbeeld van dit type stad.
Stad van de Energetica In de stad van de energetica heerst een grote fysieke dynamiek. Grondstoffen worden gebruikt in steeds wisselende samenstelling. Er is een stedenbouw en architectuur van de vrijheid te vinden. Deze flu誰de omgeving huisvest de bewuste, zelfredzame mens met een integraal wereldbeeld. Het zijn wijken met een hoge dynamiek van bebouwing en een hoge dynamiek van bewoners. Wijken als Presikhaaf vormen dit type stad.
14
Arnhem 2050 Stad van de Materie Stad van de Relatie Stad van de Energetica Veluws Landschap Voormalige Landgoederen Rivierenlandschap Polderlandschap Evacuated Tube Transport (1-2-3) Markant gebouw
15
Centrum – Volks Arnhem Het oude centrum van de stad is druk en levendig. Niet met winkelend publiek, die tijd is voorbij, maar het centrum is gevuld met stemmen die spreken in een mix van Roemeens, Chinees, Xhosa en Ernhems; in het centrum hoor je de taal van de straat. Al in 2012 nam online shoppen een enorme vlucht. Je schoenen, een nieuwe tafel of de dagelijkse boodschappen worden sindsdien aan huis afgeleverd. Winkelketens zijn meegegaan in deze verandering, winkelpanden hebben zij allang niet meer. Met het verdwijnen van de winkelfunctie uit het centrum liepen de huurprijzen terug. Creatievelingen kwamen in de plaats van winkelketens. Ook dat keerde het tij niet. Na de flexibilisering van het bestemmingsplan rond 2030 werden de panden veelal wat ze lang daarvoor waren: woonhuizen. De vermaarde glazen winkelpuien zijn uit het straatbeeld verdwenen. De nieuwe slimme huid is er soms voor terug gekomen. Er wordt weer volop gewoond in Ketelstraat en Vijzelstraat. Een nieuwe stroom immigranten vinden hier hun thuis. Na de eerste
immigratiegolven van Roemenen, Chinezen en mensen uit de Filippijnen komen er nu vooral Afrikanen deze kant op, op de vlucht voor de overbevolking op hun continent. En dat is te merken in de binnenstad. De migranten klonteren traditioneel samen en vormen zo verschillende etnische buurten. Het stadshart is weer een woonwijk geworden, een ouderwetse volksbuurt bijna. De mix van culturen brengt diversiteit en een nieuw verhaal over Arnhem. Elke buurt heeft zijn eigen kenmerken en zijn eigen buurthuis. In deze ‘kerken’ van 2050 komt men samen en worden cultuur, achtergrond en verhalen gedeeld. Wat in 2012 een onbewoond voetgangersgebied was waar alleen mensen kwamen op winkeltijden wordt in 2050 vierentwintig uur per dag bewoond en gebruikt.
Doorsnede Centrum 2012 Principedoorsneden centrum
2012
Doorsnede Centrum 2012
16
2050
Doorsnede Centrum 2050
Gele Rijders Plein
Sin
Jansplein
gel
Ou
de
Oe
ve
rst
ra
at
Kerkplein
2012
Gele Rijders Plein
Sin
Jansplein
gel
Ou
de
Oe
ve
rst
ra
at
Kerkplein
2050 kleuren symboliseren verschillende volkswijken
17
Centrum - kleurrijke woonwijk
18
Spijkerkwartier – Dynamisch leven. Het Spijkerkwartier werd ontwikkeld in de 2e helft van de 19e eeuw. Het voldeed aan de vraag van de welgestelden uit die tijd. Zij betrokken de herenhuizen in neoclassicistische stijl die kenmerkend zijn voor de wijk. De grote, statige panden waren duur in onderhoud en beheer. De gegoede burgerij van weleer vertrok langzaam maar zeker uit het Spijkerkwartier. Nieuwe vastgoedeigenaren splitsten de woonruimte op in kleinere delen die werden verhuurd als aparte etages of kamertjes. Met name in de periode 1960 – 1970 ging de leefbaarheid van de wijk hard achteruit, de prostitutie zorgde voor een bedenkelijke reputatie.
Veel mensen verblijven in het Spijkerkwartier met een woonabonnement. Voor een vast bedrag per maand hebben ze de beschikking over woonruimte, maar dat hoeft niet steeds dezelfde woning te zijn. Soms wonen ze ergens een jaar, soms 2 weken. Ze gebruiken ruimte constant op een andere manier en door de technologie is die razendsnel aan te passen aan het moment. Ze blijven elkaar fysiek ontmoeten in de hippe tenten op de Steenstraat, Spijkerstraat of Parkstraat. Er wordt gewerkt en gemaakt in de doehet-zelf-werkplaatsen.
De mooiste en oudste panden uit het Spijkerkwartier blijven het straatbeeld bepalen, ze zijn flexibel en worden intensief en wisselend gebruikt. Panden zonder flexibiliteit, veel Begin 21e eeuw kwam de omslag: de prostitutie gerealiseerd tussen de jaren ´70 en ´90 zijn buiten werd verbannen uit het straatbeeld. Investeringen gebruik. Veel van die panden zijn nu vervallen in de openbare ruimte en grootscheepse renovatie tot ruïnes (een weldaad voor biodiversiteit) of van het woningbestand gaven een enorme gesloopt en ingeruild voor nieuwe, soms tijdelijke boost aan de wijk. Het Spijkerkwartier werd de bouwwerken. yuppenwijk van de jaren 2000-2020. Op sommige plekken verschijnt nieuwe bebouwing die ook fysiek flexibel is. Het inwonersaantal van De introductie van het Veld in 2030 had ook zijn het Spijkerkwartier kan van maand tot maand flink weerslag op het Spijkerkwartier. De ontstedelijking variëren, en deze bebouwing vangt variaties in nam de druk weg van de woningmarkt en de retail bewoning op door haar afmetingen mee te laten verdween door online shoppen, home delivery en veranderen met het inwonersaantal van de wijk. home printing. Toch blijft een groep Arnhemmers Veel nieuwe gebouwen worden gecreëerd door de hier wonen. De panden ademen sfeer en karakter, 3D printer en voorzien van een geavanceerde ‘huid’, ze zijn goed onderhouden, groot en flexibel genoeg die ademt, isoleert en zonlicht omzet in energie. Doorsnede SpijkerQ 2012 om de nieuwe manier van leven te ondervangen: De huid reageert op lichtinval en laat het licht door deeltijd wonen, werken en recreëren vloeien zoals een raam of reflecteert zoals een prisma. De samen. Functiemenging treedt overal op, een huid of gevel kan constant van kleur veranderen en 2012 straat waar men enkel maar woont of werkt isDoorsnede SpijkerQ zelfs persoonlijk gestuurde beelden tonen. onvoorstelbaar.
2012
Doorsnede SpijkerQ 2012
Doorsnede SpijkerQ 2050, leeg dynamisch
2050 leeg
Doorsnede SpijkerQ 2050, leeg dynamisch
Doorsnede SpijkerQ 2050, leeg dynamisch
2050 vol Doorsnede SpijkerQ 2050, vol dynamisch
19
2012
2050
20
Spijkerkwartier - deelruimte
Spijkerkwartier - dynamiek
21
Presikhaaf – From no man’s land to nomad’s land De wederopbouwwijk Presikhaaf werd gebouwd in de jaren ‘50 – ‘70 van de 20e eeuw. De naoorlogse woningbouw voorzag de snelgroeiende Arnhemse populatie van een dak boven het hoofd, maar was al snel toe aan renovatie. Rond 2012 werd nog een tijd geprobeerd er als ‘prachtwijk’ iets van te maken, maar de woningen waren van matige bouwkundige kwaliteit, en na 2040 wilde eigenlijk niemand er meer wonen. De wijk liep leeg, Presikhaaf werd een no man’s land. In de geest van de wederopbouw: een nieuw begin, werd de wijk ook in één keer wederafgebouwd: weer een nieuw begin. Een aantal relicten, zoals het voormalige winkelcentrum en de naastgelegen flats, werden gekoesterd en bewaard. De rest van de gebouwen werd gesloopt. De materialen die vrijkwamen (bakstenen, dakpannen, hout) werden gesorteerd en opgespaard op een centraal plein. Zo werd de wijk een delfput voor bouwmaterialen. Alsof het een huttenbouw was kan eenieder die dat wil de bouwmaterialen gebruiken om iets nieuws te bouwen, door ouderwets stenen op elkaar te stapelen of door de bouwmaterialen te gebruiken als grondstof voor een 3D printer. Op die manier kan in Presikhaaf snel en vaak tijdelijk gebouwd worden. De relicten blijven aangesloten op de hoofdleidingen van nutsvoorzieningen. De rest van Presikhaaf is een vrij veld met enkel gras, bomen, water en enkele wegen. De unieke kwaliteiten van Presikhaaf als no man’s land trekken een specifiek publiek aan. Urban nomads zien kansen in het lege veld die ze nergens anders aantreffen: ruimte voor eigen, vaak tijdelijke initiatieven, aanbod van goedkope bouwmaterialen en gelijkgestemden en-suite. No man’s land veranderd in nomad’s land. Het depot met bouwmaterialen op het centrale plein raakt langzaam op wanneer in het veld nieuwe initiatieven worden ontplooid. Daarna is het plein een lege ruimte, zonder directe functies, aanleidingen of mooimakerij. De poezie van wederafbouw is nu haar kracht, leegte
22
Presikhaaf - Grondstofplein, Driepoortentunnel op de achtergrond
Doorsnede Presikhaaf 2012
Doorsnede Presikhaaf 2012
2012 Doorsnede Presikhaaf 2012
Doorsnede Presikhaaf 2050, laag dynamisch 2
2050 - leeg Doorsnede Presikhaaf 2050, laag dynamisch 2
Doorsnede Presikhaaf 2050, laag dynamisch 2
2050 - vol Doorsnede Presikhaaf 2050, hoog dynamisch 2
Doorsnede Presikhaaf 2050, hoog dynamisch 2
Doorsnede Presikhaaf 2050, hoog dynamisch 2
23
Presikhaaf 2012
24 Presikhaaf 2050
Presikhaaf 2050
autarkisch bouwen relicten en winkelcentrum volgroeide bomen open veld openbare weg spoorweg zichtlijn ondergrondse infrastructuur hoogtelijn
25
4. Evolutie De stad van 2050 zal anders zijn dan de stad van 2012, omdat de mens van 2050 anders zal zijn dan de mens van 2012. Het is opvallend hoe sterk verschillende theorieën over menselijke ontwikkeling in essentie overeenkomen.26 Zij beschrijven een ontwikkeling in verschillende stadia, waarbij de ‘lagere’ stadia (de behoefte aan voedsel, veiligheid, geborgenheid) worden opgenomen in en overstegen door ‘hogere’ stadia als de behoefte aan erkenning en uiteindelijk zelfverwezenlijking. 27 Maar zelfverwezenlijking is geen eindpunt. Als een mens zichzelf verwezenlijkt heeft zal hij anderen willen helpen om dat ook te doen, hij overstijgt zichzelf'.28 Dit is het stadium van zelftranscendentie.29 Dit gaat samen met een verbreding van het bewustzijn: de mens identificeert zich in de loop van zijn ontwikkeling met een steeds groter deel van de kosmos. Eerst alleen met zichzelf, dan met het gezin, met de stam, met een land en uiteindelijk met de wereld en met de hele kosmos. De komende jaren/decennia zullen heel belangrijk zijn, omdat we een kans hebben om als samenleving de stap te zetten van zelfverwezenlijking naar zelftranscendentie, van een postmodern waardesysteem30 naar een integraal waardesysteem.31
26.
In alle voorgaande stadia bekijkt een mens de wereld alleen vanuit zijn eigen wereldbeeld. Vanuit een integraal perspectief kun je herkennen dat mensen verschillende wereldbeelden hebben, die niet beter of slechter zijn, maar wel anders. “Alles is anders, maar tegelijkertijd ook hetzelfde. En daar gaan we naartoe, dat we tegelijkertijd het geheel zien, maar daarin ook onszelf uniek kunnen zien.”32 Elk wereldbeeld vraagt om een andere benadering.33 Het doel van een integraal stadsontwerp zal dus niet zijn om vanuit één wereldbeeld een hele stad of wijk vorm te geven, maar om ‘habitats’ te creëren. Welke leefomgeving ondersteunt welk stadium van ontwikkeling? Voor wie ga je de stad ontwikkelen? Als je mensen een kloppende habitat geeft, kunnen ze zich verder ontwikkelen, maar als ze in te complexe omstandigheden terechtkomen zullen ze zich juist terugtrekken naar eerdere stadia. Het werkt dus averechts om geforceerd te proberen verschillende groepen mensen te mengen. Het is beter om meer homogene habitats te creëren die groot genoeg zijn om een gevoel van veiligheid te bieden, maar zo klein dat niet mogelijk is om je hele leven als op een eiland in die habitat door te brengen.
De bekendste van deze theorieën is waarschijnlijk de piramide van Maslow. Wij hebben onder andere gekeken naar Spiral Dynamics, Integral Theory en het werk van Ervin Laszlo .
27.
Dit is zowel een omschrijving van de collectieve ontwikkeling van de mensheid als van de ontwikkeling van elke individuele mens vanaf de geboorte.
28.
Hoewel de algemeen bekende piramide zelfverwezenlijking als hoogste behoefte noemt, heeft ook Maslow aan het eind van zijn leven een nieuwe trap aan zijn piramide toegevoegd: zelftranscendentie. Florida, R., Who’s your city?: how the creative economy is making where to live the most important decision of your life, Toronto: Random House of Canada Limited, 2008, pp. 167-168.
29.
Ook dit is geen eindpunt: er zullen steeds nieuwe stadia bijkomen, die wij ons op dit moment nog niet kunnen voorstellen. Wat wij beschrijven is geen statisch model. Elk ontwikkelingsniveau draagt de kiemen in zich voor nieuwe problemen, die pas echt kunnen worden opgelost vanuit een volgend niveau. Dus er zullen steeds nieuwe niveaus nodig zijn en ontstaan naarmate de mens zich verder ontwikkelt. Zie ook Van Leijden, W., en Zuiker, P., Nederland op doorbreken: Een vernieuwend perspectief voor een land in crisis, Heilig Landstichting: Emergent Publishing, 2007, pp. 38-40.
26
30.
Groen in Spiral Dynamics, Don Edward Beck Ph.D.
31.
Geel in Spiral Dynamics, Don Edward Beck Ph.D.
32.
Li Edelkoort in Zomergasten, 2012
33.
“You have to meet people where they're at.” Merry, masterclass 2012.
Het Veld Het Veld is een hypergeavanceerde vorm van communicatietechnologie en social media. Denk aan internet, skype en twitter, maar dan veel verder ontwikkeld, een soort hyperskype. In het Veld worden namelijk al je zintuigen bediend: zicht, gehoor, tast, geur en smaak. Je kunt met al je zintuigen aanwezig zijn op een andere locatie op welk moment je ook maar wilt. Door in het Veld te gaan is nabijheid geen voorwaarde meer voor ervaring of ontmoeting. Je kunt bijvoorbeeld opstaan in Arnhem, werken in Sydney, een bespreking hebben in New York en met je vrienden afspreken in Leeuwarden.
27
Maatschappelijke veranderingen De ontwikkeling van de mens, en de ontwikkeling van de techniek, zullen grote veranderingen in de samenleving met zich meebrengen. Er zullen nieuwe vormen van interactie ontstaan en onze houding ten opzichte van het fysieke zal veranderen.
Een herverdeling van activiteit, ruimte en middelen In zijn werk Ethica Nicomachea onderscheidt Aristoteles praxis en poiēsis. Praxis betekent ‘het handelen’, ‘het doen’, ‘actie’. Aristoteles gebruikt poiēsis in de betekenis van ‘het maken’, ‘het scheppen’ of ‘het vervaardigen’. Praxis is de activiteit waarvan het doel in zichzelf is gelegen en poiēsis is de activiteit waarvan het doel gescheiden en verder gelegen is dan de activiteit zelf.34 Vandaag de dag is men veel tijd kwijt aan poiēsis. We zitten in de auto omdat we ergens heen willen, we doen boodschappen omdat we moeten eten. In ons stadsontwerp wordt veel van deze activiteit overbodig. Hierdoor komt meer tijd vrij voor praxis of voor die vormen van poiēsis die men zelf kiest. De herverdeling van praxis en poiēsis is een wezenlijk principe van de nieuwe stedelijkheid.
de inspanning om de relatie van dienstbaarheid om te keren. Het werk moet ons niet uitputten, maar het moet ons kracht en energie geven en ons ontwikkelen tot vollere mensen.35 In de 2050 zal veel werk dat nu nog door mensen wordt gedaan, door machines en robots gedaan kunnen worden. Een tweedaagse werkweek zal dan een fulltimebaan zijn. Er komt meer tijd vrij voor activiteiten vanuit een eigen intrinsieke motivatie. Niet alleen een herverdeling van onze activiteit, maar ook van ruimte en middelen is essentieel aan ons stadsontwerp. Hier speelt de relatie tussen gebruik en bezit een belangrijke rol. Tot op heden zijn gebruik en bezit slechts in beperkte mate aan elkaar gekoppeld. Een groot deel van ruimte en middelen ligt langdurig in onbruik. Dit omdat het ontoegankelijk blijft door de exclusiviteit van bezit. Door gebruik te laten prevaleren over bezit worden ruimte en middelen veel efficiënter gebruikt. Denk aan deelauto’s, OV-fiets en lovehotels. Bovendien zal het efficiëntere gebruik er toe leiden dat er in totaal minder ruimte en middelen nodig zullen zijn. In het verlengde hiervan moet men ook denken aan de overgang naar een prestatie-economie; de productie van zo duurzaam mogelijke middelen.36 Verder is samenwerking een essentieel principe voor de herverdeling van ruimte en middelen. ‘Samenwerking doet de aanspraak op eigendom teniet.’37
In het verlengde van deze herverdeling van de dagelijkse activiteit willen wij verwijzen naar het principe van new work zoals dat geïntroduceerd wordt door Frithjof Bergman. Bergmans verhaal stoelt op de mens enerzijds, zijn arbeid anderzijds en de relatie van dienstbaarheid tussen deze twee. In het verleden stond de mens overwegend in dienst van de te leveren arbeid. De mens werd door anderen of hemzelf als louter een middel gebruikt om die arbeid uit te voeren. New work is
34.
Parry, R., 2007. http://plato.stanford.edu/entries/episteme-techne, onder het kopje ‘Aristoteles’, vijfde alinea
35.
Bergman, F., 2012. http://conversationsthatyouwillneverfinish.wordpress.com/2012/07/09/new-work-new-culture-a-manifesto-by-frithjofbergman, achtste en negende alinea.
28
36.
Rau, T., Turntoo. http://rau.eu/en/innovatie/turntoo
37.
Hardt en Negri, Empire, p. 404, r. 26.
3D Printer Een 3D printer maakt driedimensionale objecten op basis van een digitaal model. Door steeds nieuwe laagjes materiaal te printen wordt een voorwerp opgebouwd. De mogelijkheden van 3D printers zullen steeds groter worden, denk bijvoorbeeld aan 3D printers die zichzelf uitprinten, nieuwe materialen die als grondstof kunnen worden gebruikt (zoals zand en ‘oude’ 3D geprinte voorwerpen) en 3D printers die volwaardige woningen kunnen uitprinten.38 Doordat 3D printers voorwerpen laag voor laag opbouwen en niet (zoals veel hedendaagse productieprocessen) ‘uitsnijden’ uit een massief blok materiaal, gaat er geen grondstof verloren. Ze gebruiken alleen wat nodig is.39
38.
Er bestaat al een printer waarmee gebouwen tot 6x6x6 meter geprint kunnen worden uit zand en zeewater. Henket, M., ‘Gebouwen van zand en zeewater’, de Architect, juli-augustus 2012 (43), p. 49.
39.
“While traditional ’subtractive’ manufacturing processes often remove up to 95 per cent of the raw material to arrive at a finished component, additive machines only use the material they need to make the part.” http://www.theengineer.co.uk/in-depth/the-big-story/the-rise-of-additivemanufacturing/1002560.article
29
De ethiek van doe-het-zelf Nog een wezenlijk onderdeel van de nieuwe stedelijkheid is ethiek van do-it-yourself (doehet-zelf). Ethiek is het op een bepaalde manier praktiseren van je handelingsvrijheid. Doe-het-zelf staat voor een streven naar onafhankelijkheid van algemene maatschappelijke structuren ten einde autonoom te kunnen handelen, produceren en zijn. Het wordt voor het eerst bij naam genoemd in de jaren ’50 van de 20e eeuw.40 Doe-het-zelf heeft dan betrekking op het klussen aan de woning en staat voor een herwaardering van de ambachtsman. Begin jaren ’70 zien we een heel duidelijk voorbeeld van de ethiek van doe-het-zelf binnen de punkcultuur. Punk houdt in dat je zelf je muziek maakt en zelf je kleding, sieraden en kapsel ontwerpt. De punkbeweging begint als een verzet tegen de alom aanwezige populaire consumptiecultuur. De ethiek van doe-het-zelf verschijnt in de tweede helft van de 20e eeuw op veel meer gebieden in de samenleving. Een heel duidelijk exponent is de opensource praktijk. De term ‘opensource’ verwijst naar een openlijk beschikbare broncode voor een computerbesturingssysteem. Hierdoor wordt het mogelijk dat er collectief computersoftware gemaakt en gebruikt kan worden. De term ‘opensource’ wordt nu ook algemener gebruikt. Het verwijst naar elk vrijelijk toegankelijke productiemethode of -format. Denk bijvoorbeeld aan ‘opensource ecology’. Dit is een internetplatform waar modellen worden gedeeld voor de goedkope en duurzame doe-het-zelf productie van industriële machines. 41 De politieke, economische en culturele rol van de ethiek van doe-het-zelf wordt de laatste jaren steeds explicieter en breder. 42 43
De collectieve distributie van vaardigheden In de samenleving anno 2012 worden vaardigheden
continu geobjectiveerd. Zodra er een vaardigheid ontstaat wordt deze als zodanig bloot gelegd, vast gelegd en vaak voorwaardelijk toegankelijk gemaakt (denk aan de beschermde beroepstitel). Deze omschreven en vaak afgeschermde vaardigheden zouden we competenties kunnen noemen; ze zijn verbonden aan een betaald opleidingstraject en een certificatie. De nieuwe stedelijkheid bestaat er mede in dat vaardigheden, vrijelijk toegankelijk zijn. De (hyper geavanceerde) social media spelen hier een onmisbare rol in. Ook nu al worden via bijvoorbeeld ‘youtube’ meer en meer vaardigheden toegankelijk via audiovisuele modules. Op deze wijze wordt de toe-eigening van vaardigheden voor exploitatie teniet gedaan.
Creativiteit: het zelf als bron van handelen De ethiek van doe-het-zelf stelt het zelf als bron of vorm van het doen. Creativiteit (in breedste zin) staat hier centraal en daarmee wordt ook een onuitputtelijk, innerlijk domein in de mens verondersteld. Creativiteit bestaat er in dat wij dit innerlijke domein binnen kunnen gaan en van daaruit dingen naar buiten en tot expressie kunnen brengen.44 Dit innerlijke domein kan gezien worden als een radicale autonomie en tegelijkertijd als een vereniging met de alles doordringende stroom van de natuur.45 Naast een vrijheidsideaal, omhelst het dus ook de toegang tot een bepaald soort zijn die men spiritueel zou kunnen noemen. De hedendaagse mens is het vermogen kwijtgeraakt om zijn identiteit te definiëren los van bezit. We laten zien wie we zijn door individualiteit en door wat we hebben. Maar creativiteit gaat die rol overnemen, en daarmee worden we ook minder individualistisch. ‘Ik heb’ en ‘ik ben’ verandert in ‘wij doen’ en ‘wij maken’. In het doen en maken gaan we op in zowel de materie als in het leven. De ontkoppeling wordt omgekeerd naar verbondenheid.
40.
Oram, S., 2010, http://suite101.com/article/doing-it-yourself-in-the-1950s-a220910
41.
“The Global Village Construction Set (GVCS) is a modular, DIY, low-cost, high-performance platform that allows for the easy fabrication of the 50 different industrial machines that it takes to build a small, sustainable civilization with modern comforts.” http://opensourceecology.org
42.
Beppe Grillo promoot bijvoorbeeld een lokaal activisme die er onder andere in bestaat dat mensen lokaal voorzieningen organiseren. Hij geeft als voorbeeld de 'meet-up'. Mensen met verschillende expertises uit eenzelfde streek ontmoeten elkaar om samen bepaalde levensvoorzieningen te gaan realiseren.
30
43.
In Mondragon, een vallei in Baskenland, kent het overgrote deel van de bedrijven een coöperatieve structuur. Alle werknemers zijn mede-eigenaar.
44.
Charles Taylor, Sources of the Self; The Making of the Modern Identity, Cambridge University Press, 2009, p. 390, r. 13
45.
Charles Taylor, Sources of the Self, p. 385, r. 34-39
RO-Wende De ontwikkeling van vinex-wijk Schuytgraaf wordt in 2050 gezien als de laatste dure stadsuitbreiding. Een compleet stadsdeel aanleggen en dan vervolgens bedenken hoe burgers daar moeten wonen is te duur voor de gemeente en bewoners en een wijk ‘uitrollen’ blijkt niet wat de mensen van Arnhem willen. Op de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling werd anno 2012 langzaam erkend dat er niet vanuit overheid (op kantoor) bepaald moest worden hoe mensen zich huisvesten en wonen. Het inzicht ontstond dat de historie van strakke regie over volkshuisvesting (waarin woningbouwcorporaties en ontwikkelaars zijn verworden tot anonieme instituten) ‘een samenloze samenleving’46 47 creëren. Na de crisis van de jaren ’10 die voortkwam uit een irrationeel vertrouwen op alleen maar groei van economie en vastgoed, besluit Arnhem het anders gaan doen. In de periode van 2012 naar 2030 leert Arnhem dat, als er gezocht wordt naar nieuwe of betere leefomstandigheden voor haar bewoners, er met het reeds aanwezige efficiënt ‘ontwikkeld’ moet worden. Arnhem zal haar knopen gaan tellen en besluiten niet meer uit te breiden. De bestaande gebouwde omgeving wordt een locatie met enorme mogelijkheden voor haar gebruikers.
46.
Koerse, W., Een samenloze samenleving, Antwerpen: SESO, 1975.
47.
Koerse, W., De grenzeloze stad, Bussum: Thoth, 1997, p. 17.
31
5. Bijlagen Toolbox Generiek; Arnhem 2050, de overheid beperkt zich tot de grote lijnen. Op het niveau van stadsontwerp resulteert dit in minder interventie mogelijkheden voor de overheid; gemeente, provincie en het Rijk. Anderzijds is er veel meer stadsontwikkeling door de Arnhemmers zelf voorstelbaar; dat kan alleen of in een klein collectief zijn.
Stad van de Materie In delen van de stad met grote cultuurhistorische waarde en samenhang ontstaat een evenwicht. De fysieke toestand van deze delen zal weinig verder veranderen. De bewoners die zich tot deze wijken aangetrokken voelen zijn meer gericht op zichzelf en hun eigen groep. Het zijn wijken met een lage dynamiek van bebouwing en een lage dynamiek van bewoners. Het historische centrum en het ingesloten dorp Elden zijn goede voorbeelden. Stad van de Relatie De delen van de stad met een dichtere structuur en ruimere objecten bieden ruimte aan een dynamischer woonpatroon. De woningen bieden meer flexibiliteit en kunnen eenvoudig verschillende functies huisvesten. De gebruikers hiervan zijn gericht op een open houding ten opzichte van de wereld om zich heen, in steeds wisselende samenstelling. De stad is meer gericht op ontmoeting & ontwikkeling. Het zijn wijken met een lage dynamiek van bebouwing en hoge dynamiek van bewoners. Het Spijkerkwartier is een goed voorbeeld van dit type stad.
Stad van de Energetica In de stad van de energetica heerst een grote fysieke dynamiek. Grondstoffen worden gebruikt in steeds wisselende samenstelling. Er is een stedenbouw en architectuur van de vrijheid te vinden. Deze flu誰de omgeving huisvest de bewuste, zelfredzame mens met een integraal wereldbeeld. Het zijn wijken met een hoge dynamiek van bebouwing en een hoge dynamiek van bewoners. Wijken als Presikhaaf vormen dit type stad. 32
Begrippenlijst
Het Veld Het Veld is een geavanceerde vorm van communicatietechnologie. Het is een doorontwikkeling van media als internet, skype en twitter. In het Veld worden alle zintuigen bediend: zicht, gehoor, tast, geur en smaak. Het wordt mogelijk om op ieder moment iedere andere locatie te ervaren. Door in het Veld te gaan ,is nabijheid geen voorwaarde meer voor ervaring of ontmoeting: een dagbesteding die bestaat uit opstaan in Arnhem, werken in Sydney, een bespreking hebben in New York en met vrienden afspreken in Leeuwarden wordt eindelijk mogelijk.
1-2-3 De 1-2-3 is een transportsysteem waarbij capsules met het formaat van een auto door een buis bewegen waarin een vacuüm is gecreëerd. Door het gebrek aan luchtweerstand wordt er weinig stroom verbruikt en kunnen extreem hoge snelheden bereikt worden. Het bedrijf achter deze technologie heet ET3 (Evacuated Tube Transport Technology), een naam die kort na de introductie in Nederland verbasterd wordt tot 1-2-3.
PRT (Personal Rapid Transit) Personal Rapid Transit is een vervoerssysteem van onbemande automatische taxi’s die 24 uur per dag beschikbaar zijn. Hierdoor combineert het systeem de voordelen van autobezit (op ieder moment naar iedere plaats rijden) met die van het openbaar vervoer (minder milieubelasting, minder kosten per gebruiker).
is. De mogelijkheden van 3D printers zullen steeds groter worden, denk bijvoorbeeld aan 3D printers die zichzelf uitprinten, nieuwe materialen die als grondstof kunnen worden gebruikt (zoals zand en ‘oude’ 3D geprinte voorwerpen) en 3D printers die volwaardige woningen kunnen uitprinten.
Doe-het-zelf-werkplaats Het aantal bezittingen per persoon neemt in 2050 af. Er vind een herwaardering plaats voor ambacht en voor zelfgemaakte voorwerpen, al dan niet gemaakt via een digitale omweg. De doe-het-zelfwerkplaats biedt ruimte voor het creëren van deze objecten door faciliteiten aan te bieden zoals een 3d-printer.
Flexibilisering bestemmingsplan Een bestemmingsplan beschrijft wat er met de ruimte op een bepaalde plaats in Nederland mag gebeuren. Hierdoor kon de overheid bijvoorbeeld vervuilende functies als industrie scheiden van woonwijken, iets wat tot begin van de twintigste eeuw onmogelijk was. De waarde van een kavel hangt voor een groot deel af van de ‘bestemming’ die door de gemeente is toegedeeld, een goed voorbeeld is de waardestijging van een weiland die tot bouwgrond wordt verklaard. In steden heeft dit bijvoorbeeld het effect dat op een kavel met winkelbestemming niet gewoond kan worden door de waarde die het bestemmingsplan toevoegt ten opzichte van een woonbestemming. Door het bestemmingsplan te flexibiliseren kan ieder pand iedere functie vervullen binnen de grenzen van het redelijke. Hierdoor kan er veel vrijer om worden gegaan met de invulling van het gebouw.
3d-printer Een 3D printer maakt driedimensionale objecten op basis van een digitaal model. Door steeds nieuwe laagjes materiaal te printen wordt een voorwerp opgebouwd. Doordat 3D printers voorwerpen laag voor laag opbouwen en niet (zoals veel hedendaagse productieprocessen) ‘uitsnijden’ uit een massief blok materiaal, gaat er geen grondstof verloren. Ze gebruiken alleen wat nodig 33
Grondstofplein Grondstoffen voor de bouw van woningen worden schaarser en nemen daardoor aan waarde toe. De opkomst van technologie zoals de 3d-printer, maakt herhaaldelijk hergebruik van bouwstoffen eenvoudig. Woningcorporaties bezitten veel naoorlogse woningen die aan het einde van hun technische levensduur zijn, en tevens niet meer voldoen aan de wooneisen van de tijd. Sloop van deze woningen in corporatiewijken levert een schat aan grondstoffen op. De unieke combinatie voor corporaties van grond- en grondstofpositie manifesteert zich in het grondstofplein: een centrale plek in de wijk waar de bouwmaterialen voor nieuwe wonigen tijdelijk wordt opgeslagen.
Autarkisch bouwpakket In wijken als Presikhaaf wordt een speelveld geboden waar bewoners zelf hun woning kunnen bouwen. Opkomst in technologie maakt het eenvoudig om losgekoppeld van energie- of waternetwerk te functioneren.
Woonabonnement Het woonabonnement is een overeenkomst waarin een gebruiker woonruimte ter beschikking krijgt voor een vast bedrag per maand. Het woonabonnement onderscheidt zich van een huurcontract doordat het gebruiksrecht van woonruimte zich niet beperkt tot één woning. Via eigendom en wereldwijde samenwerkingsverbanden tussen vastgoedeigenaren kan door gebruikers uit een grote verzameling van woonruimte gekozen worden. Wisselen is eenvoudig: opzegtermijnen beperken zich tot een dag en er is geen vaste termijn van woninggebruik.
Deelwoning Een deelwoning is een woning waar gebruik van gemaakt kan worden via het ‘woonabonnement’. Er is geen vaste bewoner, en bewoonperiodes kunnen variëren van een dag tot een aantal jaren.
34
Fysiek flexibele collectieve bebouwing Het inwonersaantal van steden kan in 2050 van maand tot maand flink variëren. De fysiek flexibele collectieve bebouwing vangt variaties in bewoning op door haar afmetingen mee te laten veranderen met het inwonersaantal van de wijk.
Team frank marcus, architect gerben pennings, filosoof gertjan rohaan, stedenbouwer pieter wackers, filmmaker chris van der zwet, landschapsarchitect
35
'Ik zie ... ik zie... ik zie een leegte!!!! Al die leegte!!!!', schreeuwde de hoogpriester. 'De vijfhoofdige god Innergos toonde mij een visioen van een lege stad!!!!' Rumoerig werd de menigte. De idee van leegte zweepte hen allen op. Uitzinnig trok de meute door de straten, waar zij de huizen neertrokken. Bij het vallen van de schemer stonden slechts nog kleine hoopjes steen overeind. 'Deze stad zal heten: Anagoras. Hier wonen wij niet in huizen, maar in onszelf. Onze innerlijke, scheppende stroom is onze tempel.' Langzaam aan kwam de menigte tot inkeer. 'Das allemaal leuk en aardig, maar volgens mij gaat het zo dadelijk regenen!!!', klonk het uit meute. Een hard gelach van Innergos donderde uit de hemel en de regen daalde neer.
36