●
Dagelijks katern over het persoonlijke in het leven ● 27
★★ WOENSDAG 2 JUNI 2004
DE SNELLE DENKSTIJL VAN DE NIEUWE GENERATIE
Veel kinderen hebben een Harry Potter-brein
W
e zien de dingen niet zoals ze zijn, maar zoals wij zijn. In een wereld waar het waarnemingsvermogen veel hoger ligt dan 24 jaar geleden, spelen boeken en films zich ook af op een hoger niveau. “Hoog wil vooral zeggen snel: er gebeurt meer in minder tijd, of in minder bladzijden”, zegt professor Hugo Schmale, psycholoog en intelligentieonderzoeker aan de universiteit van Hamburg aan De Morgen. “Als je een oude film bekijkt, zoals A Space Odyssey 2001, of een boek leest van Thomas Mann, dan merk je dat ze veel trager gaan. Dat betekent niet dat de nieuwe films, boeken of liedjes van een inferieure kwaliteit zijn. Het is niet omdat een popsong kort is dat het geen diepgaande of ontroerende muziek kan zijn. En schrijvers als Hemingway en veel moderne Amerikaanse en Britse schrijvers houden eveneens van een snelle, directe stijl met simpele zinnen. Toch schrijven zij ook grote literatuur, net als Thomas Mann. Nee, snel is geen synoniem voor oppervlakkig.” Sneller is een synoniem voor slimmer. “De visuele intelligentie van kinderen is enorm toegenomen. Het grotere aantal beelden waaraan kinderen zijn blootgesteld maakt dat zij meer geoefend zijn in de verwerking ervan. Toch zie ik naast tv, internet en de opkomst van de beeldcultuur nog een andere reden voor het toenemen van de waarnemingssnelheid. Namelijk dat we ons in steeds snellere voertuigen voortbewegen. Als onze hersenen de snelheid waarmee visuele prikkels verwerkt worden niet zouden verhoogd hebben, dan zou ons leven elke dag op de baan in gevaar zijn. Ook voor kinderen geldt dat: als ze auto’s niet op
Harry Potter wordt door kenners beschouwd als minderwaardige literatuur: het gaat allemaal wel snel maar het is oppervlakkig. ‘Dat boeken en films sneller gaan heeft weinig te maken met oppervlakkigheid’, zegt psycholoog Hugo Schmale. Kinderen kunnen nu veel sneller beelden en geluiden verwerken dan in 1980. DOOR KATRIJN SERNEELS tijd zien of horen aankomen, of afstanden verkeerd inschatten, riskeren ze hun leven. De reden waarom kinderen vandaag tot 30 procent sneller beelden en geluiden kunnen verwerken, heeft volgens mij met de noodzaak te maken om te overleven. Als je op tv een film niet kunt volgen omdat hij te snel gaat, dan is dat niet gevaarlijk. Verandering in de hersenen dringt zich dan niet op.” Schmale ontdekte die opmerkelijke evolutie in het denken van kinderen vijftien jaar geleden. “Ik ben als sinds de jaren zestig bezig met het maken en controleren van intelligentietests. Het IQ is de gemiddelde intelligentie, en de vragen die het IQ meten, moeten dan ook regelmatig aangepast worden. Want het gemiddelde blijft niet het gemiddelde. De visuele intelligentie van kinderen is met 20 procent toegenomen: met vragen waar tekeningen, figuurtjes of tabellen aan te
pas komen hadden kinderen het steeds makkelijker, dus die moest ik moeilijker maken om de IQ-tests correct te houden. Toen ben ik gaan onderzoeken waarom de kinderen zo goed waren geworden in visuele intelligentie. En ik ontdekte dat de waarnemingssnelheid was gestegen: de kinderen in 2000 kunnen veel vlugger beelden en geluiden verwerken dan de kinderen in 1980.” Ook de Franse psycholoog Benoît Virole, verbonden aan de universiteit van Parijs, kwam tot de conclusie dat er iets vreemd aan de hand is met de denkstijl van kinderen. De boeken van Harry Potter waren voor hem de sleutel tot het raadsel. Hij schreef het boek De betovering van Harry Potter: de nieuwe denkstijl van kinderen. “Toen ik de boeken van Harry Potter begon te lezen, viel me de aparte schrijfstijl van J.K. Rowling op. Haar verhalen zijn een aaneenschakeling van actiescènes die elkaar snel opvolgen. De actiescènes spelen zich af in steeds verschillende omgevingen: de ene keer is het in Zweinstein, dan is het in het woud, dan op het zwerkbalterrein. Dat is ook een van de kenmerken van videospelletjes: snel wisselende actiescènes in snel wisselende decors. Ik geloof dat haar visuele, actiegerichte snelle stijl een van de redenen is waarom haar boeken zo aanslaan. Haar boeken zijn aangepast aan de manier waarop kinderen in de huidige beeld- en actiecultuur denken. Dat verklaart volgens mij ook waarom zoveel kinderen die anders nooit een boek in de hand nemen, toch graag Harry Potter lezen.”
>>> VERVOLG OP PAGINA 29
Waarom alles sneller gaat dan vroeger
(Foto RV)
Als het flitsen van MTV pijn doet aan uw ogen, terwijl uw kinderen er probleemloos uren naar kunnen kijken, dan bent u niet alleen. U bent ook niet abnormaal, en uw kinderen evenmin. Ze zijn gewoon kinderen van hun tijd, een tijd waarin de beeldcultuur zo prominent is geworden dat de visuele intelligentie van kinderen en de snelheid waarmee ze beelden en geluiden verwerken groter is geworden dan
die van vele volwassenen. De Amerikaanse intelligentieonderzoeker Ulric Neisser noemt deze evolutie “de belangrijkste ommekeer in de 20ste eeuw voor de menselijke intelligentie”. De ontdekkingen van professor. Hugo Schmale, die merkte dat de visuele intelligentie van kinderen met 20 procent gestegen is, en de snelheid waarmee ze beelden en geluiden verwerken met een derde is toegenomen, wor-
den bevestigd door andere intelligentie-onderzoekers uit westerse landen. Schmales bevindingen verklaren misschien ook het Flynneffect. De Nieuw-Zeelandse psycholoog James Flynn ontdekte in de jaren tachtig dat iedereen in de industrielanden almaar intelligenter wordt. De intelligentie van de mens was tot zijn verbazing geen statisch begrip. Het IQ steeg, en intelligentietests moesten voortdurend aan-
Mail uw reactie op dit artikel naar ego@demorgen.be
gepast worden om accuraat te kunnen meten wie nu meer of minder dan de gemiddelde intelligentie bezat. Het stijgende opleidingsniveau van de westerse bevolking is een van de verklarende factoren voor het Flynn-effect. Maar dat de visuele intelligentie sterker steeg dan de verbale kon door de theorie van een hoger opgeleide bevolking vooralsnog niet verklaard worden.
DE WET VAN Niets is zo simpel als het in eerste instantie lijkt.
28
MURPHY
Uw eigen wet van Murphy? Mail naar ego@demorgen.be
● WOENSDAG 2 JUNI 2004
✁ EEN MAN OP BEZOEK Als een man een hele berg fantasiefiguren in je huis ziet (dieren, meisjespoppen, nutteloze dingen als eenhoorns, trollen, enzovoort) vraagt hij zich af of je niet in Teletubbieland leeft. Het kan hem echt niet schelen als hij medicijnkastjes ziet die uitpuilen van de crèmes, toners, lipsticks en mascara’s - eigenlijk voorspellen tandpasta, deodorant en wattenstaafjes volgens hem veel goeds voor een ontluikende romance. Maar ziet hij een arsenaal van vreemd gevormde cilinders, borstelige kegels op stokjes, klemmetjes met tanden en buigzame schuimslangen, dan ben je voor hem een controlefreak. En als je dat met je uiterlijk bent, ben je dat misschien ook wel met mensen. Ja, het is natuurlijk wel goed om huishoudelijke artikelen als ontbijtproducten en wc-papier in het groot in te kopen, maar als je geen paniekaanval wilt terwijl jullie bezig zijn, moet je je voorraad condooms opbergen. UIT: Sex in the city, door Lisa Sussman
✁ MATRIXGENERATIE De jongere generatie is geboren in een wereld die al is veranderd door de computer, en ziet zich wellicht voor een grotere uitdaging geplaatst om haar menselijkheid te ervaren. Wie opgroeit met The Matrix zal het moeilijker vinden om realiteit en virtualiteit van elkaar te onderscheiden. De verwarring van deze twee werelden vindt stapsgewijs plaats. UIT: Levensvragen, door Lou Marinoff
✁ MAN ZONDER SPERMA Een normale man heeft 20 miljoen zaadcellen per milliliter sperma, maar dat zijn lang niet allemaal normale cellen. Amper een derde van die celletjes beweegt goed. Een zesde is helemaal gaaf qua vorm. Een man hoeft dus echt geen theoretisch perfect sperma te hebben om toch probleemloos kinderen te kunnen verwekken. Twintig of tien miljoen, dat maakt eigenlijk niet zoveel uit. Pas wanneer een man maar 1 miljoen zaadcellen heeft, waarvan er geen enkele beweegt en die allemaal abnormaal gevormd zijn, kun je zeggen: jij bent voor de natuur waarschijnlijk onvruchtbaar. Waarschijnlijk, want enkel een man die totaal geen zaadcellen produceert – een toestand die wij azoöspermisch noemen – is écht onvruchtbaar. UIT: Buik op kinderslot, door Paul Devroey
✁ RITUELEN De hele wereld zit vol met rituelen – de verwelkoming, het huwelijk... – die van cultuur tot cultuur verschillen. We vinden de meeste van die handelingen zo vanzelfsprekend dat we er niet meer over nadenken, tot we met een volk met een geheel andere cultuur in contact komen. Rituelen zijn de voorbeelden bij uitstek van onze behoefte aan het denken in termen van similariteiten, van onze nood aan herkenbaarheid. Ze helpen ons te overleven in deze complexe wereld. UIT: De zoektocht naar onszelf, door Mathieu Snykers.
SIGMUND
7
LEVENSVRAGEN AAN MICHAEL DE COCK 1. Hebben rijke mensen meer tijd om na te denken dan arme?
“Er is een verband tussen rijkdom en de tijd die iemand heeft om na te denken, maar dat wil niet zeggen dat een rijke mens per definitie dieper en ‘juister’ nadenkt dan een arme. Het denkraam van een degoutant rijke beursspeculant zal misschien vooral gevuld zijn met intrestvoeten en gepieker over de beveiliging van zijn villa. “Echt nadenken – en daarmee bedoel ik: stilstaan bij de dingen, reflectie, bezinning – wordt pas mogelijk als je een zekere welstand opgebouwd hebt. Wie geen nagel heeft om zijn gat te krabben, heeft geen tijd om op zoek te gaan naar de zin van het leven. Elke dag opnieuw zal hij al zijn energie moeten investeren in het lenigen van zijn primaire noden. Je kunt hem geen ongelijk geven; met het verzameld werk van Plato krijg je geen maag gevuld. “Tijd om na te denken mag voor mij tot de fundamentele rechten van de mens gerekend worden. Maar de oude Grieken wisten al dat filosofie pas werkelijk kan gedijen als aan de meeste basisbehoeften is voldaan.”
2. Wanneer leef je en wanneer word je geleefd? “Ik leef als ik dingen kan doen waarin ik mijn persoonlijkheid kan ontplooien en waarin ik mezelf kan terugvinden. Ik streef ernaar om zoveel mogelijk activiteiten waar ik de pest aan heb, links te laten liggen. Want voor trappen opschuren, in files staan of belastingaangiftes invullen ben ik niet in de wieg gelegd. Ze bezorgen me geen rust of voldoening. Integendeel. “Als schrijver of theatermaker sta ik van aan de kant te kijken naar het leven van andere mensen. Ik vind dat ontzettend boeiend. Het observeren van andermans handelingen is vaak een intensere ervaring dan zelf midden in de actie te gaan staan. Het brengt me op plaatsen waar ik zelf nooit zou komen. Dat klinkt paradoxaal, niet? “‘Geleefd worden’ heeft een negatieve bijklank. Maar misschien kun je pas echt leven als je af en toe geleefd wordt. Ik hou van mijn kinderen, maar soms heb ik het gevoel dat ze in mijn plaats mijn leven leiden. Ik zeur daar niet over, want geleefd worden door mensen die je graag ziet, is draaglijk.”
eigen waarheid. En vaak vindt hij de leugen aantrekkelijker. Niets is trouwens zo charmant als een onschadelijke mythomaan. Voor even toch. “Mijn verlangen naar waarheid hangt vast aan hoe erg iets me interesseert. Je moet de andere, jezelf en ook de werkelijkheid niet al te serieus nemen. Want ze kunnen tegen een stootje.”
5. Zijn mensen van nature morele wezens? “Het zou een troost zijn om daarin te geloven. Het is een vraag die ik me dikwijls stel, alles wat ik schrijf of maak voor theater heeft van ver of dichtbij met moraliteit te maken. Ik kan me nogal verbazen over het gedrag en de moraliteit van mijn medemens en van mezelf. “Ik geloof niet dat de mens van nature een moreel hoogstaand wezen is. Ik vermoed wel dat we allemaal een aanleg hebben tot moraliteit, vanuit ons intuïtief instinct om onze eigen soort te beschermen. Moraliteit is vooral afhankelijk van de cultuur waarin iemand opgroeit en van zijn sociale omgeving. Socrates dacht dat kennis de moraliteit kon helpen opkrikken. Ik denk soms dat hij gelijk heeft. Daarom schrijf ik wat ik schrijf. Maar we weten ook sinds Socrates dat het goede kennen en het goede doen niet hetzelfde is. “Ik weiger om een cultuurpessimist te zijn, maar ik kan er niet onderuit dat de natuur van de mens nauwelijks moreel te noemen is. Moraliteit is hem aangeleerd, het vormt een dun laagje vernis. Het beest schuilt in elk van ons. We hebben meer met Lynndie England gemeen dan we zelf denken. Het is te makkelijk om met een beschuldigende vinger naar haar te wijzen als die geperverteerde soldate die ervan genoot om Iraakse gevangenen te martelen.”
• Theatermaker en schrijver Michael De Cock speelde de afgelopen maanden in de laadbak van een vrachtwagen een monoloog over vluchtelingen. Ter voorbereiding van de voorstelling volgde hij een aantal vluchtelingen op de voet. Hij bundelde hun verhalen in het boek Op een onzeker uur. Vorige week verscheen Floor, Oto en Titus, een jeugdboek over vriendschap en verdraagzaamheid.
6. Kun je over slechte ervaringen heen groeien?
“Het laatste jaar heb ik een paar echt pijnlijke ervaringen gehad. Ik groei daar niet overheen, ze groeien met me mee. Ze ‘vergroeien’ me. Ze veranderen fundamenteel wie ik ben en hoe ik naar de dingen kijk. Dat is niet erg, dat is niet goed, dat is wat het is. Als het goed me je gaat, kun je slechte ervaringen als een soort van rijkdom beschouwen. Meer niet. “Ik geloof niet dat alles waar je niet aan sterft, je sterker maakt. 3. Waar wordt u moedeloos van? Hoe moet ik me dat dan voorstellen? Dat je alleen maar beter, “Moedeloosheid, machteloosheid en woede zijn begrippen die sterker en meer gehard wordt door af te zien? Over de zin van ik met elkaar associeer. Ik ben zelden lang moedeloos, hoewel het lijden moet je bij mij niet komen leuteren. Lijden is behoorhet gevoel me soms kan overvallen. Ik heb naar oeroude Vlaam- lijk zinloos. se traditie geleerd om niet bij de pakken te blijven zitten. “Ach, ik geloof niet in een zin van wat dan ook, terwijl ik au fond “Moedeloos word ik van domheid, agressie, ongenuanceerdheid. ongetwijfeld een moralist en zinzoeker ben.” Ik word moe als ik na lang met mensen over vluchtelingen gepraat te hebben, weer te horen krijg: ‘Vluchtelingen hebben 7. Is het leven van alledag inderdaad recht op een menswaardig bestaan, maar we kunnen het werkelijke leven? ze toch niet allemaal binnenlaten?’ Ik word mismoedig van irrationaliteit en onredelijkheid. Want dan lijkt het alsof je voor een “Dat is een compleet overbodige vraag, want het is sowieso het gesloten deur staat en nergens bij kunt. Gelukkig heb ik het leven waar we het mee moeten doen. Als kind dacht ik wel eens geduld niet om lang moedeloos te zijn.” dat we allemaal meespeelden in een of andere droom van een reus. Voor die waanideeën ben ik intussen behandeld. Of bedoel je misschien dat we allemaal moeten onthaasten en op een 4. Hoe groot is uw verlangen eiland onder een palmboom moeten gaan zitten om tot het wernaar de waarheid? kelijke leven door te dringen? “Ik weet niet wat de waarheid is. Ik geloof ook niet dat ze bestaat. “Plato vond dat de meeste mensen de foute kant opkijken. Mensen staan totaal verschillend in het leven. Het lijkt alsof er Hij heeft gelijk. Wellicht vinden velen dat ook ik in de verofwel honderdduizenden waarheden zijn, ofwel geen enkele. De keerde richting staar. Maar om op je vraag te antwoorden: waarheid heeft te veel gezichten. mijn alledaagse werkelijkheid probeer ik te beschouwen als “Sommige meetbare dingen zijn misschien waarheid, één kilo mijn werkelijke leven. Want ik ben een jongen die graag met is één kilo, maar de rest is grote chaos. Elke mens creëert zijn zijn voeten op de grond staat.” ● Elke dag stelt Jan Stevens 7 levensvragen aan een man/vrouw met persoonlijkheid.
DOOR PETER DE WIT
EGO ● LICHAAM & GEEST
(Foto Jimmy Kets)
KORT GEKNIPT
(Foto Jimmy Kets)
DeMorgen
Dieren tegen depressie De volgende keer dat een hond tegen je opspringt voor een natte slobberkus of een langdurige aaisessie kun je maar beter niet achteruitdeinzen. Onderzoekers van de universiteit van Missouri hebben immers ontdekt dat knuffelsessies met dieren bij de mens een hormonale respons opwekken die depressie helpt bestrijden. “Onze voorlopige resultaten geven aan dat het niveau van serotonine, een hormoon dat depressie helpt bekampen, enorm stijgt na een interactie met een dier, en dan vooral specifiek een hond”, zegt Rebecca Johnson, een professor diergeneeskunde die de voorlopige resultaten presenteerde op een conferentie in Barcelona over de positieve invloed van gezelschapsdieren. “Serotonine is levensnoodzakelijk voor het psychologische welzijn van een individu.” In haar onderzoek vroeg Johnson samen met collega Richard Meadows zowel eigenaars van huisdieren als ‘huisdierloze’ mensen om een paar minuten ofwel met een een levende hond, ofwel met een robothond te spelen. De leeftijden van de proefpersonen varieerden van 19 tot 73. “Enkel het spel met de levende hond deed het serotonineniveau stijgen”, vertelde Johnson. Verder zagen de onderzoekers ook een toename van de hoeveelheid prolactine en oxytocine, twee andere feel good-hormonen. “Ons onderzoek probeert ook te bepalen welke types van mensen het meeste profijt zullen halen uit het gezelschap van dieren. Door de voordelen te tonen kunnen we er mee voor zorgen dat dierentherapie een algemeen geaccepteerde behandeling in de medische wereld wordt, die standaard voorgeschreven kan worden aan depressieve patiënten”, ging Johnson verder. “Een eerdere studie die in Zuid-Afrika door dr. Johannes Odendaal werd uitgevoerd, bekeek minder parameters dan de huidige studie maar stelde eveneens dat de interacties gunstig waren voor zowel mens als dier”, zei Meadows. “Wij verwachten hetzelfde: goed voor mens én hond, een win-winsituatie dus.” De studie toont ook aan dat het contact met de robothond het serotonineniveau van de proefpersonen eigenlijk deed dalen. “Dat is uiterst nuttige informatie voor psychologen en psychiaters, die hun behandeling van depressieve patiënten nu kunnen uitbreiden”, zei Johnson. De professoren verwachten de eindresultaten van hun onderzoek in de herfst. “We moeten ook onderzoeken hoe de dieren zelf op alle extra aandacht reageren”, besloten ze. “Het is immers belangrijk om te weten of honden stress voelen als we ze meenemen naar ziekenhuizen of verpleegtehuizen. We moeten het juiste evenwicht zien te vinden, zodat zowel mens als dier kunnen profiteren van de gezamenlijke interacties.” (SDS)
EGO ● LICHAAMSTAAL VAN STRESS LIGGEN OOK GOEDE SLAPERS WAKKER Mensen die geconfronteerd worden met bepaalde vormen van mentale stress hebben meer moeilijkheden om in te slapen, zelfs wanneer het doorgaans goede slapers zijn. Dat ontdekte Elke De Valck van de Vrije Universiteit Brussel bij haar doctoraal onderzoek over stress en slaap. De onderzochte proefpersonen vertoonden symptomen zoals die voorkomen bij mensen die aan slapeloosheid lijden, zoals een verhoogde hartslag, meer en snelle hersenactiviteit en een subjectief gevoel van spanning. Deze bevindingen kunnen bijdragen tot een beter begrip van het fenomeen insomnia en aanleiding geven tot een vooruitgang in de behandeling ervan. Door het kunstmatig opwekken van een toestand die bijna gelijk is aan wat zich bij insomnia voordoet, kunnen onderzoekers de werkingsmechanismen en de effectiviteit van behandelingsprogramma’s voor insomnia immers beter inschatten en analyseren. Vanuit theoretisch
CASPER & HOBBES
oogpunt geven deze resultaten ook aan dat klassieke modellen rond slaap- en waak-regulatie, waarin enkel slaapcomponenten voorkomen, tekortschieten. Stress en insomnia en in- en doorslaapproblemen worden vaak met elkaar in verband gebracht. Enerzijds komen ze allebei frequent voor binnen de algemene bevolking. Zo kampt in onze westerse samenleving om en bij de 40 procent van de volwassenen met insomniaklachten. Anderzijds stelt men vast dat insomniapatiënten vaak piekeren en specifiek in de context van het naar bed gaan problemen ervaren met het stopzetten van hun gedachtegang. Dat heeft geleid tot het – een van de meest gangbare – cognitieve model van insomnia, waarbij men ervan uitgaat dat slaapproblemen ontstaan ten gevolge van het piekeren. Andere modellen daarentegen stellen lichamelijke, fysiologische processen centraal en zien het piekeren eerder als een bijproduct van de slaapproblemen.
DOOR BILL WATERSON
29 WOENSDAG 2 JUNI 2004 ●
DeMorgen
EGO ● MEDICIJNEN OP HET MENU (7) Handenvol pilletjes, koffielepels speciale drankjes: gezondheidsmiddeltjes en vitaminentabletjes zijn tegenwoordig zeer populair om het lichaam weer in balans te krijgen en allerhande kwaaltjes te bestrijden. Nochtans zijn alle gezonde extra’s die de pillen worden toegeschreven ook in de natuur terug te vinden in groenten, kruiden en vruchten.
Ananas
■ Het zijn overdreven reacties van onze eigen afweerstoffen die allergieën kunnen veroorzaken. Mensen met allergieën kunnen tot tien keer te veel afweerstoffen in hun bloed hebben. Deze afweerstoffen vallen het eigen lichaam aan, waardoor we gaan niezen, of in erge gevallen ontstekingen of artritis kunnen krijgen. (Foto Corbis)
EGO GEZONDHEID ● ZWEEDSE MEDISCHE WETENSCHAPPERS ONTWIKKELEN VACCIN TEGEN ALLERGIE
Het was de onfortuinlijke Italiaan Christoffel Columbus (lees: iemand van zijn bemanning) die als eerste Europeaan in 1493 tegen een stel ananassen aanliep. Op het eiland Guadeloupe. De man doopte het geel-groene ding prompt maar verkeerdelijk tot ‘de dennenappel van de Indiërs’. Vanaf dat moment was de tocht van de ‘pinas’, zoals Spaanssprekenden de ananas noemen, naar de andere continenten begonnen. Aanvankelijk als ‘top of the pops’ voor gastronomische lekkerbekken met veel geld. Later ook als decoratieve vrucht en uiteindelijk warenhuisproduct voor Jan en alleman. Hoewel onbewezen, wordt het soms nog aangeraden om de bevalling en de melkproductie te stimuleren en om na de bevalling overtollige kilo’s kwijt te raken. Ananas is rijk aan vitamine C, kalium, magnesium en foliumzuur. De geneeskundige werking van de ananas is echter voornamelijk te danken aan het eiwitsplitsend enzym bromeline die in het vruchtensap, maar vooral in de plant voorkomt. Dit enzym is spijsverteringsbevorderend en verlicht het werk van de alvleesklier. Het is tegelijkertijd ontstekingswerend en daarom erg populair bij sportmensen als middel tegen allerlei
Veelbelovend onderzoek naar allergiebestrijding bij honden en ratten zou wel eens het eerste allergievaccin voor de mens kunnen opleveren. De Zweedse wetenschapster Anna Ledin ontwikkelde een vaccin gebaseerd op een afweerstof die allergische reacties veroorzaakt. Het lichaam neutraliseert zo de eigen afweerstof, waardoor die met 90 procent vermindert en de allergieën bijna verdwijnen.
D
DOOR PETER DUPONT
e wereld is de vijand. Het menselijke lichaam zet vijf groepen afweerstoffen, of immuunglobulines, in stelling tegen virussen en bacteriën. Immuunglobuline A (IgA) werkt tegen pathogenen aan de buitenkant van het lichaam, de huid, de longen, de neus, de mondholte en de darmen. Immuunglobuline D (IgD), minder dan 1procent van alle immuunglobuline, is betrokken bij de productie van plasma. De erg frequente IgG, 80 procent van alle immuunglobuline, bindt verschillende pathogenen zoals virussen en bacteriën aan elkaar in de strijd tegen toxines. IgM, de grootste immuunglobuline, is dan weer erg belangrijk in de strijd tegen bacteriën terwijl immuunglobuline E (IgE), ongeveer 0,002 procent van alle immuunglobuline waarschijnlijk werd ontwikkeld als verdediging tegen bepaalde soorten parasieten
zoals wormen. Een probleempje hier: het zorgt voor soms forse allergische reacties. Hoe werkt dat? Allergie is een gevolg van een overdreven reactie van het afweersysteem op vreemde stoffen (allergenen). Die kunnen het lichaam via de voeding, de lucht of de huid binnendringen. In het lichaam leidt dat er soms toe dat een harpoen wordt uitgerold om een goudvis te doden. Het lichaam reageert te sterk op de vijand en valt de eigen cellen en organen aan met IgE, een afweerstof die ontstekingen veroorzaakt en uiteindelijk kan leiden tot auto-immuunziekten als reuma, diabetes en artritis. Mensen met allergieën kunnen tot tien keer zoveel IgE hebben. Voor wie allergisch is aan pollen kan dat zware problemen opleveren. Pollen cruisen door de lucht en zijn niet te vermijden, in tegenstelling tot andere substanties die allergieën kunnen veroorzaken.
De Zweedse onderzoekster Anna Ledin behoort tot een team van wetenschappers aan de universiteit van Uppsala, dat vaccins ontwikkelt tegen allergieën. Vorige week kwam Ledin met een nieuwe vorm van behandeling tegen allergieën. Ze produceerde en injecteerde een IgE-vaccin dat heel sterk op IgE lijkt. Het vaccin werd door toevoeging van minerale oliën door het lichaam beschouwd als iets vreemds. Het produceerde prompt antilichamen, die ook het lichaamseigen IgE aanvielen waardoor de hoeveelheid ervan in het bloed erg sterk verminderde en de allergische symptomen zwaar werden beperkt. Het vaccin werd getest op honden en ratten en bleek behoorlijk effectief. Vaccins tegen de eigen afweerstoffen van het lichaam zijn een vrij nieuw domein in de geneeskunde. Er worden er al gebruikt
‘Uit tests bij honden, die ook last hebben van allergieën, blijkt dat het vaccin werkt’ tegen acute en chronische aandoeningen zoals kanker, alzheimer en artritis. Waarom worden er honden getest? De hond is, in tegenstelling tot traditionele experimentdieren als de rat, een van de weinige
dieren die allergische reacties vertonen gelijkaardig aan die van de mens. Ze delen bepaalde genetische kenmerken en ondergaan dezelfde moderne milieufactoren die allergie kunnen veroorzaken. Totnogtoe is het verband tussen de hoeveelheid IgE en allergische symptomen echter onduidelijk. Een nieuwe methode om de hoeveelheden IgE in het bloed van honden te registreren werd onlangs uitgedokterd. Bleek dat honden extreem hoge hoeveelheden IgE in hun bloed hebben, los van het feit of ze gezond zijn of allergisch eczeem, autoimmuunafwijkingen of huidparasieten hebben. Daardoor is het niet doenbaar om louter op basis van IgE uit hondenbloed te bepalen welke allergieën ze hebben. Erger nog: uit het vaststellen van de hoeveelheid IgE in drie groepen puppy’s bleek dat zij in tegenstelling tot volwassen honden weinig IgE hebben. Wat is dan de oorzaak van allergieën? Vast staat dat zowel milieu- als genetische factoren een rol spelen. Welke genen, dat staat nog niet vast. Daarom onderzocht Anna Ledin hoe een deel van een bepaald chromosoom betrokken is bij het regelen van IgE bij ratten. Het is nu wachten op onderzoek om uit te vinden of deze chromosomale regio ook een impact heeft op IgE-hoeveelheden bij mensen. Volgens Ledin opent haar vaccin alvast een arsenaal aan mogelijkheden tegen het stijgende aantal allergieën. En de oorspronkelijke functie van het uitgeschakelde IgE dan? Wegens het dalende aantal parasitische infecties in het Westen zou het vaccin geen nadelige gevolgen met zich brengen.
VERVOLG VAN PAGINA 25 ● VEEL KINDEREN HEBBEN EEN HARRY POTTER-BREIN Volgens Benoît Virole zijn er twee manieren van denken: opeenvolgend denken en simultaan denken. Iedereen maakt afwisselend gebruik van die twee denkstijlen. Bij de opeenvolgende wordt informatie stap voor stap opgenomen en komt het totale begrip er pas nadat alle informatie is opgeslagen. De simultane stijl gaat meer uit van beelden en onderlinge relaties. Aan handelingen wordt onmiddellijk een betekenis gegeven. Computerspelletjes sluiten het sterkst aan bij de simultane denkstijl: met veel beelden, situaties die veranderen en raadsels die moeten worden opgelost. Je wacht niet om te reageren tot je alle informatie verzameld hebt, maar je kent onmiddellijk belang toe aan beelden of gebeurtenissen. Symbolen en associatieve verbanden zijn belangrijker om betekenis te geven dan chronologische en logische orde. Volgens Virole heeft zich bij kinderen een voorkeur ontwikkeld voor de simultane stijl. Als ze Harry Potter lezen, naar The Matrix of naar MTV kijken,
gebruiken ze de simultane denkstijl om te begrijpen wat er gebeurt. De toename van het aantal beelden in onze cultuur en de groeiende vaardigheid van kinderen om deze beelden te interpreteren, zorgen ervoor dat ze vaak anders denken en anders reageren dan volwassenen, aldus Virole. Het onderzoek van professor Schmale lijkt Virole gelijk te geven. “De visuele intelligentie van kinderen is spectaculair toegenomen, en tegelijkertijd is de numerieke intelligentie even dramatisch afgenomen: er is een daling van 20 procent. Chronologisch en logisch denken gaat kinderen moeilijker af”, zo merkte Schmale bij de analyse van zijn intelligentietests. “Kinderen hebben het steeds moeilijker met analytische en logische vragen. Ze scoorden massaal steeds lager. Om het gemiddelde numerieke IQ correct te kunnen meten, hebben we de vragen over numerieke intelligentie dus makkelijker moeten maken.” Het vermogen van kinderen om
abstract en mathematisch te denken is gedaald. “Het zijn vaardigheden die ze minder oefenen: rekenmachines maken hoofdrekenen steeds vaker overbodig. Kinderen zijn beter geoefend in het snel verwerken van visuele en auditieve informatie en minder in analytische denkoefeningen die meer tijd vragen. Omdat ze minder geoefend
met het Flynn-effect te maken hebben: het feit dat de gemiddelde intelligentie stijgt in westerse landen omdat het opleidingsniveau toeneemt. Kinderen begrijpen woorden en zinnen nog even goed als vroeger, en kunnen zich even goed verbaal uiten. Maar lezen is een andere zaak. Ze lezen niet sneller dan vroeger, al zou je dat mis-
‘De visuele intelligentie is sterk toegenomen maar het analytisch vermogen is gedaald: we nemen sneller waar maar denken trager’ zijn, vraagt het hen meer tijd dan vroeger om analytische en logische denkvragen op te lossen. We nemen sneller waar, maar denken trager.” Opmerkelijk is wel dat er geen daling is van de verbale intelligentie. “Daar zie je zelfs een zeer lichte stijging, maar die kan even goed
schien verwachten. Lezen is tenslotte ook een visueel proces. Maar kinderen maken merkwaardig genoeg steeds meer fouten bij het lezen, en leesstoornissen als dyslexie komen meer voor dan vroeger. Ik vermoed dat de ontwikkeling van de visuele intelligentie in de
hersenen op een of andere manier ten koste gaat van leesvaardigheid.” Toch is professor Schmale geen cultuurpessimist. “Het is nu eenmaal zo, en het heeft ook zijn goede kanten. Dat we sneller beelden kunnen verwerken is ook nodig om geïnformeerd te blijven over wat er in de wereld gebeurt, en om alle informatie die op ons afkomt te kunnen plaatsen, zonder dat dat ons uren kost. Op dat vlak is het een zegen. Maar ik zie ook dingen die mij verdriet doen en zorgen baren. Als het te veel inspanning kost om een moeilijke wiskundige vergelijking op te lossen, of een moeilijke tekst te lezen, haken veel kinderen af. Ze worden lui en hebben te weinig geduld. Of ze worden nonchalant en nemen niet de moeite en de tijd die nodig is om nauwgezet verder te werken. Als het te moeilijk is, kiezen mensen voor iets dat makkelijker is, ook al is de kwaliteit van het makkelijke soms lager. Ik vrees dat er in de toekomst veel minder mensen Thomas Mann gaan lezen.”
(Foto RV)
Allergie bij de neus genomen soorten blessures en ongemakken. In tegenstelling tot reguliere ontstekingsremmers zoals corticosteroïden en non-steroïde ontstekingswerende medicijnen, heeft een enzym zoals bromeline geen bijwerkingen. Het wordt voorgeschreven bij kneuzingen, verstuikingen, spierscheuringen, builen en zelfs artritis. Bromeline blijkt zowel een ontstekingsbevorderende prostaglandine te remmen als een ontstekingsremmende prostaglandine te bevorderen. Bromeline verdunt het bloed en geneest kneuzingen omdat het de blokkering van bloedvaten verhindert, zodat er ondanks een blessure toch een bepaalde doorbloeding plaatsvindt. Uit een onderzoek bij boksers die vier dagen bromeline slikten, bleek dat binnen vier dagen bijna 80 procent van de blauwe plekken en kneuzingen verdwenen waren. Van de boksers die geen bromeline slikten, genas slechts 14 procent even snel. Ananas is ook een vrucht die het immuunsysteem stimuleert, urineafdrijvend is en ook het ophoesten van slijm bevordert. Ook zou het de opname van antibiotica verbeteren. Ananas kan van nut zijn bij jicht en urinestenen, zo blijkt uit onderzoek. Ook hier speelt bromeline een sleutelrol. Ananas, schatkamer van vezels, is erg voedzaam, rijk aan mineralen en een nuttig voedingsmiddel, voor wie met bloedarmoede door ijzergebrek kampt en in perioden van zwakte en herstel. Uitwendig toegepast kan ananasmoes nuttig zijn op zweren en langzaam helende wonden, terwijl het sap een versterkend huidmiddel is. Alfa-hydroxyzuur, een stof die je ook vindt in rode wijn, appels, suikerbieten en druiven, werkt rimpelverminderend en huidverbeterend – zoals de cosmetische industrie weet – heelt wonden en bestrijdt acne. Uit onderzoek blijkt dat het de oplossing van stoffen ondersteunt die dode huidcellen vasthouden.
EGO ● IN DE HOEK GEZET MAMMOGRAFIE MINDER GESCHIKT VOOR OPSPOREN BORSTKANKER BIJ DIKKE VROUWEN Vrouwen die aan obesitas lijden, hebben 20 procent meer kans om onterecht de diagnose borstkanker te krijgen. Na een mammografie krijgen ze vaker te horen dat verdere tests noodzakelijk zijn, wat resulteert in extra kosten voor de gezondsheidszorg en heel wat onnodige stress voor de dames zelf. Dat blijkt uit een studie geleid door dr. Joan G. Elmore van de universiteit van Seattle. Haar bevindingen zijn gebaseerd op een controle van meer dan 100.000 mammogrammen. De foto’s werden op basis van bijbehorende gegevens verdeeld in drie groepen: vrouwen met normaal of ondergewicht, vrouwen die wat overgewicht hebben en echt dikke dames. De onderzoekers waren verrast door het resultaat, vooral omdat
dikkere vrouwen meestal veel vetweefsel in de borsten hebben, wat makkelijker te lezen is dan vast weefsel. De grotere hoeveelheid weefsel die platgedrukt moet worden, maakt het beeld wel minder helder, wat een aantal vals positieve uitslagen zou kunnen verklaren. Na de menopauze lopen dikke vrouwen wél een hoger risico op borstkanker. Als er bij zwaarlijvige vrouwen effectief kanker wordt ontdekt, is die ook vaker in een vergevorderde fase, misschien omdat het voor hen moeilijker is om bij zichzelf kleine knobbeltjes op te merken. De universiteit van Seattle stelt nu dat dokters zouden moeten onderzoeken of dikke vrouwen beter gediend zijn met andere tests dan de vertrouwde mammografie.