ZATERDAG 19 MAART 2011 ● 79
ITALIË SPECIAL
FOTO © 1952-1980 RUTH ORKIN
Precies 150 jaar geleden, op 17 maart 1861, zag het eengemaakte Italië het licht. Vamos gaat daarom op zoek naar het beste van anderhalve eeuw ‘dolce vita’. We ontdekken waar de wieg van Italië stond: in de eerste hoofdstad Turijn. We volgen de ‘kleine Kuifjes’, die Firenze onveilig maken. En we gaan proeven, natuurlijk, nu de Italiaanse mediterrane keuken tot werelderfgoed is uitgeroepen.
150 JAAR
ITALIË
Hoeveel hoofdsteden heeft Italië gehad?
Waarom is de vlag van Italië groen, wit en rood?
Wat was de eerste naam van de Vespa?
Welk gerecht bezegelde de eenmaking van Italië?
De eerste hoofdstad van Italië was niet Rome, maar Turijn. Ook Napels was in het prille begin in de running als hoofdstad van het nieuwe land, maar de eerste koning verkoos Turijn. Toen op 17 maart 1861 de Italiaanse staat werd geboren, behoorden Venetië en Rome overigens niet eens bij het nieuwe Italië. De paus regeerde liever over een onafhankelijk Rome dan deel uit te maken van een verenigd Italië onder een koning. Firenze werd in 1865 de tweede hoofdstad omdat het noordelijke Turijn niet centraal genoeg lag. Toen in 1870 het Italiaanse leger Rome annexeerde, werd de eeuwige stad de derde en voorlopig laatste hoofdstad van het nieuwe Italië. Bezoek ter ere van 150 jaar Italië de eerste of alledrie de hoofdsteden. > 82, 85
De kleuren wit en groen zijn afkomstig van het uniform van de burgerwacht van Milaan, waaraan rood werd toegevoegd toen de wacht tot nationale garde van Lombardije werd verheven. De eerste vlag – rood van boven, wit in het midden en groen van onder – wapperde in 1796 in de Cispadaanse Republiek, waaruit het eengemaakte Italië zou groeien. In 1861 werd deze vlag het symbool voor het koninkrijk Italië. Toen Italië in 1946 een republiek werd, werden de kleuren verticaal gezet. De officiële Pantonekleuren van de vlag zijn groen (vers gras) 18-5642TC, wit (melk) 11-4201TC en rood (tomaat) 181661TC.Lamborghini brengt in dit feestjaar een beperkte tricolore editie uit van de Lamborghini Gallardo. FIat heeft ook een tricolore Fiat 500-versie. > 82
De Vespa had aanvankelijk een andere naam. Het eerste prototype, MP5, gebouwd in de Piaggiofabriek in Toscane, werd Paperino genoemd, Italiaans voor Donald Duck. De koplamp stak als een eendenbek boven het lage, brede onderstel uit. Het tweede prototype, MP7, kreeg zijn naam van Enrico Piaggio.. Toen die de MP7-motor hoorde draaien, zei hij: “Sembra una vespa!” (‘het lijkt wel een wesp’). De eerste Vespa werd in de lente van 1946 verkocht. Hij kreeg een broertje, de Ape (‘bij’), met één voorwiel en twee achterwielen. Melkmannen en brandweerlieden reden ermee. Vandaag zijn de Vespa en de Fiat 500, bijgenaamd Topolino of Mickey Mouse, dé twee rijdende symbolen van Italië. Je kan als toerist Fiat- en Vespatours maken. > 84,85
Een pizza. Na de historische ontmoeting van vrijheidsstrijder Garibaldi en Vittorio Emanuele II, die de eerste koning van Italië zou worden, bij Teano in Campanië, bezegelden ze de eenmaking van het land door samen een pizza te eten. Vittorio Emanuele at liever pizza dan te dineren met edelen. De voorliefde van koningen voor pizza dateert al van 1770, toen Ferrante, de koning van Napels op een avond uit het paleis wegglipte om incognito een pizza te gaan eten bij Antonio Testa, de beste pizzabakker van de stad. De pizza, die beschouwd werd als voedsel voor het volk, kwam zo in de mode bij de edelen. Troonopvolger Ferdinand II liet later door de zoon van Testa zelfs een pizzaoven bouwen bij het paleis in Capodimonte. > 80
80 DMVAMOS
ZATERDAG 19 MAART 2011 DE MORGEN
★★
KLEINE KUIFJES IN...
DE
Firenze Bovenstaande titel klopt eigenlijk niet. Er waren nog geen Kuifjes in het meervoud, toen we naar Firenze gingen. Er was maar één, heel klein Kuifje. En dat werd in Italië danig op de proef gesteld. DOOR KIM HERBOTS
Lift te klein Bij het inpakken bleek de hoeveelheid bagage omgekeerd evenredig te zijn met de lengte van de passagier. Kwamen wij voor die dag of vijf wel toe met een trolleytje, dan moest hij bij wijze van spreken een hutkoffer hebben. Kinderwagen. Check. Pampers. Check. Poedermelk. Check. Flessen en flessenverwarmer. Check. Natte doekjes. Check. Neuspeertje. Check. Koude steriliseertabletten met kom om te steriliseren. Check. Fysiologisch serum. Check. Maar ach, bagagekarretjes zijn er voor iets en een kinderwagen mag – heel handig – gewoon mee tot aan het vliegtuig. Het belangrijkste van al was dat het kind zich gedroeg. Flesje bij het opstijgen tegen pijn in de oortjes, fopspeen bij het dalen en hup, voor je het weet zaten we midden in een carnavalsstoet in Firenze. Het was immers begin februari. Daar, aan het hotel, volgde een eerste les. Wie reist met kinderen moet het hotel zorgvuldig uitkiezen. Dat de lobby op de eerste verdieping lag en enkel met een trap te bereiken, was niet handig met een kinderwagen. Dat de lift die ons naar de kamer op het derde moest brengen te klein bleek voor diezelfde kinderwagen, was nog veel onhandiger. Op datzelfde moment hebben we ons voorgenomen om, zolang er kinderwagens mee moesten, te passen voor de schattige familiepensionnetjes en tijdelijk te kiezen voor iets groters. Het hotel was niet helemaal aangepast aan de baby, maar ook ‘andersom’ waren er wat groeipijnen. Als de uk al sliep bij terugkeer in het hotel,
een kind in luiers daar niet om. We bezochten de klassiekers. De David, het Palazzo Vecchio, de kapel van de Medici. We stonden op de plek waar Savonarola op de brandstapel terechtgesteld werd en maakten een foto van de kinderwagen-met-kind voor het Ospedale degli Innocenti, het oudste weeshuis ter wereld.
Makkelijker dan met kleuters
Wie zijn de kleine Kuifjes? ● Leeftijd: 3 en 6 jaar ● Zagen al: de David van Michelangelo, orang-oetans in het wild, de mummie van Toetanchamon, favela's in Brazilië, het paleis van Versailles, het Colosseum, de Big Ben, het Sissimuseum, een weeshuis met baby-olifanten en het Uffizi-paleis... ● Langste vlucht? 26 uur met tussenstops, naar Brazilië. ● Aten al: rijstballen, baked beans&sausages, New Yorkse hot dogs en pretzels, Bretoense crêpes, Sachertorte, churrasco (Braziliaanse barbecue), bressekip in Bresse en puree uit de puree-automaat in Singapore. ● Zijn jaloers op: een klasgenootje dat verhuist naar Brazilië. 'Mama, waarom gaan wij niet in Brazilië wonen?' ● Vragen elke week: 'Wanneer gaan we terug naar Maleisië. Hun avonturen: leest u om de twee weken in Vamos.
omdat we laat waren gaan eten of nog een avondwandeling maakten, dan was er geen probleem. Dat lag anders wanneer de kleine nog wakker was met bedtijd: in slaap vallen op de hotelkamer lukte niet altijd even goed. Al was ook dat niet dramatisch: een uurtje heen en weer wandelen in de draagzak en ons nageslacht was in dromenland. Overdag doe je met zo’n klein kind wat je wilt. Zin in vijf musea op een dag? Prima. Een kerk ertussendoor? Go for it. Met een baby in de draagzak kun je perfect de Dom beklimmen. En hebben kleuters het lastig als je in een land bent waar restaurants pas om zeven uur ’s avonds opengaan, dan maalt
FJES
DE KLEINE KUI FJES
DE KLEINE KUI
Firenze Bestemming: n Duur: Vijf dage Zeven weken Leeftijd kind: t voetjes en: pyjama's me Zeker meenem draagzak de in ag erd voor ov
raad: Moeilijkheidsg
★★ op de schaal van
Kuifje
We ontdekten dat drinken in Toscane duurder is dan eten en we sloegen parmezaan en olijfolie in op de prachtige overdekte markt, waar we uren doorbrachten. De baby sliep (beter dan thuis), keek met een lodderoog naar de bekende deuren van het Baptisterium, poseerde met een enorm glas wijn gewillig voor de camera in een vinotheek en liet soms een kik wanneer de hobbelende kasseien ingeruild werden voor een gladde kerkvloer. Reizen met een baby is in dat opzicht makkelijker dan reizen met peuters of kleuters. Het is niet nodig om op zoek te gaan naar speeltuinen of attracties op kindermaat. De enige échte beperking, zo ontdekten we, zijn flesjes. Geen probleem voor baby’s die borstvoeding krijgen, maar als je na twee uur aanschuiven voor het Uffizi een uurtje later weer buiten moet op zoek naar een microgolfoven om het flesje op te warmen dan is dat hoogst... euh... vervelend. We vonden het voor vertrek ‘te weinig spontaan’, maar we hadden bij nader inzien toch beter op voorhand via internet tickets gereserveerd, want de wachtrijen aan Firenzes bekendste museum zijn gi-gan-tisch. Maar we mochten van de suppoosten wel uitzonderlijk foto’s maken in het Uffizi omdat junior erbij was, echt overal kraaiden Italiaanse nonna’s het in verrukking uit. En wij waren blij dat de eerste reishorde met succes genomen was. Terug aan boord van het vliegtuig richting Brussel werd het flesje achterwege gelaten: een beetje wereldreiziger-in-de-dop moet tegen een stootje kunnen.
FOTO’S SHUTTE RSTOCK / RV
Toen onze oudste op de wereld was gezet en alles vlot bleek te verlopen, leek het plots zonde om drie maanden bevallingsverlof te laten voorbijgaan zonder één keer kort op reis te gaan. Toegegeven, we durfden nog niet veel. De plannen voor later waren er al wel. Later zouden we hem de wereld laten zien. Hij zou weten dat Chinezen met stokjes eten, Indiërs met hun handen en dat cavia in Bolivia een lekkernij is. En hij zou dat niét weten omdat National Geographic in het zenderaanbod op onze televisie zit, maar wel omdat hij het ter plekke zou beleven. Maar in die koude februarimaand leek het kleine hummeltje van zeven weken en vijf kilo toch nog wat kwetsbaar en waren we een beetje onzeker. Zo kwam het idee van de testreizen. We zouden hem in eerste instantie uittesten met een korte vlucht en zien hoe hotelfähig hij was. De bestemming werd bijna willekeurig gekozen. Het werd Firenze. We konden niet weten dat we zowat de perfecte bestemming voor een citytrip met baby hadden gekozen: klein, vlak en vooral veel kasseien. Het wiebelen over kinderkopjes kan elke zuigeling in een kinderwagen bekoren. Het weer werkte mee. Berekoud, maar droog en zonnig. Niks wat een fleece mutsje, voetenzak en wat cold cream – om het tere babyvelletje te beschermen – niet aankunnen.
DE MORGEN ZATERDAG 19 MAART 2011 ★★
DMVAMOS 81
ITALIE
150 JAAR
Waar komen al die Italiaanse lekkernijen vandaan?
Mangio, mangi, mangiamo Unesco riep de mediterrane keuken van Italië uit tot werelderfgoed. Vamos ging op zoek naar de lekkerste plekken van het land, waar goddelijke spijzen als pizza, spaghetti, parmaham, pesto en buffelmozzarella hun roots hebben. DOOR KATRIJN SERNEELS
Pizza
de kroon van tarwedeeg, uit Napels
FOTO’S SHUTTERSTOCK / RV
Koning Ferdinand IV van Napels (1751-1825) bezocht ooit, vermomd als arme burger een volksbuurt in de stad. Waarom die geheimzinnigheid? Volgens een verhaal wilde hij zijn hart ophalen aan iets wat de koningin aan het hof verboden had: pizza. Het woord pizza stamt af van het Latijnse ‘pinsere’, dat vermalen of fijnstampen betekent. In enkele werken van Vergilius, zoals de Aeneis, komen pizza-achtige recepten voor. Er wordt in verteld hoe de boeren tarwekorrels vermaalden, de bloem zeefden en het deeg maakten, daar vervolgens kruiden door mengden en er tenslotte de platte, ronde schijven bakten. In Napels werden al in de 17de eeuw deegbodems met lekkere dingen erop gegeten, zoals knoflook, olie en grof zout. De pizzaverkopers hielden de deegbodems, die gebakken werden in houtovens, warm in een koperen schaal, een scudo, die ze op hun hoofd droegen. De mastunicola
was al een soort pizza, met caciocavallo (kaas), reuzel en basilicum. De onmisbare tomaat verschijnt in de 18de eeuw ten tonele, met de marinara (met tomaat, knoflook, oregano en olie). In de 18de eeuw begon men ook mozzarella van buffelmelk op de pizza’s te doen. In die tijd werd pizza in Napels voornamelijk op straat gegeten. Zo kwam het dat Ferdinand IV, koning van Napels, tegen alle regels van het hof binnenstapte bij Antonio Testa, de beste pizzabakker van Napels. De edelen van het Napolitaanse hof volgden het voorbeeld van hun koning, en zo raakte de pizza zeer in de mode. Ferdinand liet uiteindelijk zelfs een pizzaoven bij het paleis bouwen... De eenmaking van Italië werd trouwens ook bezegeld met een pizza. Het verhaal gaat dat koning Victor Emmanuel en vrijheidsstrijder Garibaldi na hun beroemde ontmoeting bij Teano, waarmee de eenwording van Italië werd voltooid, eerst pizza gingen eten. Pas in de 19de eeuw ontstaan er pizzeria’s, waar men in een lokaal bij de oven kon eten.
Mozzarella di bufala wit als porselein, uit Capua
Spaghetti
gedroogd door de zeebries, uit Gragnano Wie heeft de pasta uitgevonden? Niet de Italianen, maar de Arabieren. Zij noemden het ‘itriyah’. ‘Tria’ betekent sliert in het Arabisch en verwijst naar gedroogde deegwaren, niet naar thuisgemaakte verse pasta met ei. Bij de verovering van Sicilië, brachten de Arabieren de itriyah mee. De Arabische geograaf Al Idrisi beschrijft een soort sliertvormige pasta, macaroni, die vooral in Palermo gegeten werd. Het Siciliaanse ‘maccaruni’ betekent ‘met kracht tot een deeg vormen’. In vroegere tijden was veel kracht nodig om het deeg te maken, het deeg werd met de voeten gekneed, een proces dat wel een hele dag kon duren. Het oudste pastarecept verschijnt rond het jaar 1.000 in De arte Coquinaria per vermicelli e macaroni siciliani, geschreven door Martino Corno, kok van de
patriach van Aquilea. In 1150 wordt pasta op klein industriële schaal gemaakt. In 1546 wordt er een gilde van pastamakers in Napels gesticht. Het zijn vooral de pastamakers van het dorpje Gragnano bij Napels, die naam en faam verwerven. Rigatoni, fusilli, orecchiette, pappardelle... Hier worden alle mogelijke vormen van pasta gemaakt. De hoofdstraat van het dorp was zo aangelegd dat de wind uit de bergen er vrij spel kreeg. De spaghetti die als schone was hing te drogen aan stokken kreeg zo zijn beroemde, licht notige aroma. Door de pasta met bronzen draden te snijden tot spaghetti, wat letterlijk ‘bindtouwtjes’ betekent in het Italiaans, kreeg de pasta ook een lichtruwe structuur, waardoor sauzen zich beter aan de spaghetti hechten. Gragnano is nog steeds het mekka van de Italiaanse pasta, met een pastafestival.
Of hij nu smeuïg op een pizza ligt of fris tussen een slaatje van tomaten, smeltend op dampende pasta of gewoon uit het vuistje gegeten: buffelmozzarella blijft de koningin van de mozzarella. De oorspronkelijke mozzarella di bufala campana wordt gemaakt van melk van de waterbuffel. Later is men volgens dezelfde methode mozzarella van koemelk gaan maken. Het verschil zie je: terwijl buffelmozzarella porseleinwit is, is koemozzarella licht gelig, door het caroteen in de koemelk. Buffelmozzarella is intenser en smeuïger van smaak. De geschiedenis van de buffelmozzarella gaat terug tot de 12de eeuw, toen monniken van het San Lorenzoklooster te Capua brood met ‘mozza’ (een sneetje mozzarella) aanboden aan de pelgrims die naar de kerk kwamen. Mozzare betekent snijden in het Italiaans – erg creatief waren onze monniken niet bij het naamgeven van hun kaas. De naam mozzarella werd pas in de 16e eeuw bekend, toen hij voor het eerst in een kookboek verscheen. Mozzarella werd tot
dan toe alleen verkocht in Capua, een stad op zo’n vijftig kilometer ten noorden van Napels. Pas halverwege de 18de eeuw werd mozzarella algemeen bekend in het zuiden van Italië. Zijn populariteit en reputatie als delicatesse kwam er door toedoen van de Koninklijke Boerderij, waar indertijd buffels gefokt werden voor de melk. De buffelmozzarella heeft het predicaat ‘DOP’ gekregen, wat betekent dat dit een typisch streekproduct is en dat het beschermd wordt tegen namaak. Vandaag vind je monniken noch mozzarella in het klooster van San Lorenzo. Het zijn de boeren in de streek van Capua, meer bepaald rond de stad Caserta, die vandaag de reputatie hebben de beste bufala te maken.
Basilicum
het groene blaadje uit Genua
Prosciutto crudo wit gemarmerd, uit Parma
De gemarmerde roze sneetjes smelten in je mond: dat kan alleen maar parmaham zijn, vers met het mes gesneden. Het bestaan van parmaham hebben we te danken aan de varkensboeren in de gelijknamige provincie die de regels van het vak kennen. Ze laten hun varkens alleen het beste eten: granen en de wei die overblijft na de productie van Parmezaanse kaas. Varkensvlees, lucht, zeezout en tijd zijn de vier ingrediënten van parmaham. Kruiden, suikeren, roken: het is allemaal verboden. De unieke, natuurlijke smaak van de ham hangt samen met het klimaat, dat ideaal is om hammen te laten rijpen en drogen. De ham wordt door maestri salatori, oftewel zoutmeesters, eerst ingewreven met zeezout. Het overtollige zout wordt eraf gewreven, waarna
een tweede dunne laag van zout op de ham wordt gelegd. De maestro zorgt ervoor dat de bouten net genoeg zout absorberen om te gaan rijpen. Na de rijping, die 60 tot 80 dagen kan duren, krijgt de ham een donkerdere kleur, wordt er met een borstel het overtollige zout afgewreven en wordt de ham gewassen. Hierna wordt ze te drogen gehangen, met de ramen open, zodat de berglucht van Emilia Romagna de ham zijn typische smaak kan geven. Na drie maanden waaien is de ham hard en droog. Tijd om ze in te wrijven met reuzel, en 12 tot 30 maanden lang te laten drogen in de kelders van Parma. Een spitse naald van paardenbot wordt in de ham gestoken, waarna de inspecteur aan de naald ruikt om vast te stellen of de ham het juiste aroma heeft. Pas daarna verdient de ham het stempel met de vijf kronen dat aangeeft dat het hier echte parmaham betreft.
Maar weinig kruiden hebben zo’n frisheid en geur als basilicum. Het geheim? De essentiële oliën die zich in de onregelmatig gevormde bladeren schuilhouden. Daarom is het ook uiterst belangrijk om basilicum niet met een mes te snijden en nooit in het begin mee in de pan te gooien. Nee, basilicumblaadjes scheur je met je vingers en voeg je pas aan het einde aan het gerecht toe. Basilicum is bijna het gastronomische symbool geworden van Ligurië in Noord-Italië. Door het succes van dit kruid verspreidde de teelt van basilicum – van oorsprong hoofdzakelijk beperkt
tot de directe omgeving van de stad Genua – zich naar omliggende gebieden als de Riviera di Ponente (noordwestwaarts) en de Riviera di Levante (zuidwaarts). De miljoenen basilicumbladeren belanden ook in pesto, de felgroene saus van fijngestampte basilicumbladeren, pijnboompitten, look, olijfolie en kaas die ondertussen een begrip is geworden op de halve wereldbol. Elke familie in Genua heeft zijn eigen recept voor pesto. De kaas die ze bij de pesto doen kan pecorino, grano padano of parmezaan zijn, afhankelijk van de traditie. Pesto is een van de oudste sauzen en dankt zijn naam aan het fijnstampen van de ingrediënten in een marmeren vijzel met een houten pestello. De beste pesto, zeggen zij die het kunnen weten, maak je van ‘basilico genovese DOP’, die op Genovese bodem groeit in het zachte klimaat van Ligurië.
Food Italia, door Valerio Costanzia, Tectum Publishers 49,95 euro.
82 DMVAMOS
ZATERDAG 19 MAART 2011 DE MORGEN
★★
ITALIE
150 JAAR
■ Voor moderne kerkgangers: de Santo Volto, van de Zwitserse architect Mario Botta.
48 uur in
TURIJN WAAROM NU GAAN? In Italië begint de lente vroeger dan in België. Geniet op een van de vele terrasjes aan de Po van de lentezon en drink er, als er nog een fris windje waait, een bicerin, een hartige mix van espresso en chocolademelk. Ter ere van 150 jaar Italië poetst Turijn de paleizen, theaters, musea en gaanderijen van Vittorio Emmanuele II, de eerste koning van Italië, op. Denk niet dat deze voormalige Fiatstad grijs is, ze is bijzonder groen. Oude spoorterrils en industriezones zijn omgevormd tot parken met moderne musea en restaurants. Fiets er langs de Po, terwijl de eerste madeliefjes in het gras hun kop opsteken.
Turijn, de eerste koningin van de Italiaanse steden, staat vooral bekend om zijn lijkwade en de Fiatfabriek. Maar ze is geen iron lady, en ook geen tante nonneke. Nee, in de lente is Turijn een groen blaadje, waar je kunt fietsen langs de Po of naast ET in het filmmuseum. 150 jaar geleden was Turijn de eerste hoofdstad van Italië, vandaag is het de stad van Carla Bruni. DOOR KATRIJN SERNEELS
tagneto, het ouderlijk huis van de familie Bruni. Al is Carla Bruni de bekendste inwoonster van de stad en speelde haar jeugd zich in de heuvels van Piemonte en in de straten van Turijn af, een Carla Bruniroute door de stad bestaat tot op heden nog niet.
‘Novecento’ van Maurizio Cattelan, een levensgroot opgezet paard dat aan het klassiek versierde plafond hangt. Het paard is net gerestaureerd, en weer door het publiek te bewonderen.
NEONKUNST BIJ HET ZWEMBAD
HOE RAAK IK ER? Brussels Airlines vliegt twee keer per dag rechtstreeks van Zaventem naar Turijn. Met een vroege vlucht die om acht uur ’s ochtends aankomt in Turijn, en een late vlucht die om kwart voor zeven ’s avonds vertrekt, zijn de vluchttijden erg geschikt voor citytrippers. De vlucht duurt anderhalf uur, vanaf 139 euro heb je een retour Turijn, taksen inbegrepen. Torino International Airport ligt op zestien kilometer van de stad, een expresbus vertrekt elk half uur naar het centrum voor 6 euro . Een taxirit kost tussen de 30 en 40 euro.
PAARD AAN HET PLAFOND De aanwezigheid van het koningshuis in Turijn zorgde voor de bouw van heel wat kastelen. Het Castello di Rivoli (2) kreeg een bijzonder origineel tweede leven als museum voor hedendaagse kunst. Het klassieke interieur gaat de dialoog aan met de 21steeeuwse kunst. Momenteel fleurt de minimalistische Amerikaanse kunstenaar John McCracken met zijn felgekleurde doeken de vroegere vertrekken van het Italiaanse koningshuis op. Maar dé publiekstrekker is
■ Stap op de ballen van de stier, het symbool van Turijn. Dat brengt geluk.
KLEIN VERSAILLES De eerste koning van Italië, Vittorio Emmanuele II, een telg uit de Savoie-dynastie, was trots op zijn grote neus. Een symbool van mannelijkheid, zo leren we in La Venaria Reale (1) (Piazza della Repubblica, 0039/(0)11.499.23.33, www. lavenaria.it), ook wel Klein Versailles genoemd. Dit lusthof en jachtverblijf van de Italiaanse koningen ligt een tiental kilometers buiten de stad. Vanaf 1861 woonden de koningen van Italië in Turijn, dat bij het begin van de Italiaanse eenmaking de hoofdstad van het land was. Dit lusthof is een lust voor het oog met zijn honderden muur- en plafondschilderingen. Vanuit de ramen heb je een indrukwekkend uitzicht op de strak aangelegde tuinen, en wordt duidelijk waar de bijnaam Klein Versailles vandaan komt. De koning had in zijn slaapkamer een deur die rechtstreeks uitgeeft op de tuin. Niet om een ochtendwandeling te maken, maar om zijn minnares discreet binnen te laten. Noblesse oblige. De Britse cineast Peter Greenaway toont ons hier het leven van de gewone werkmens in het paleis: in de keuken en waslokalen worden films van zijn hand geprojecteerd, waarin het koksmaatje en de wasvrouw vertellen over hun leven als onderdanen van de Italiaanse koning. Niet ver van La Venaria Reale ligt Villa Cas-
Turijn is trouwens het mekka van de hedendaagse kunst in Italië. “De eerste koningen waren mecenassen voor de kunstenaars van hun tij, wij zetten die traditie voort”, zegt Patrizia Sandretto. Zij is de grande dame achter de Fondazione Sandretto Re Rebaudengo (3) (Via Modane 16, 0039/(0)11.379.76.00, www.fondsrr.org), een enorm wit gebouw waar de beste jonge Russische én Turijnse kunstenaars momenteel te zien zijn in de expo’s Modernikon en Greater Torino. “Wij geven hen niet alleen de ruimte om hun werk te
tonen, we steunen jonge artiesten ook financieel, zodat ze de tijd hebben om nieuwe werken te creëren”, zegt Sandretto. Die werken komen niet zelden bij haar thuis terecht. Wanneer ze de deur opendoet, kun je er niet naast kijken: elke vaas, elke lamp in huis is gemaakt door moderne kunstenaars. Zelfs de gekleurde neonlampen boven haar zwembad zijn kunst. “De kinderen speelden daar in het begin wel eens mee, maar nu ze groter zijn, blijven ze van mijn kunstwerken af”, lacht Patrizia. Haar hart voor kinderen blijkt ook uit de speciaal opgeleide kindergidsen, die bij een bezoek aan de Fondazione ook families met kinderen wegwijs maken in de ondoorgrondelijke van de hedendaagse kunst.
KONING AUTO In 1899 palmde Koning Auto de stad in. De familie Agnelli, eigenaar van voetbalclub Juventus én het Fiatimperium, lieten fabrieken aan de Po bouwen, met een race-
De eerste koning van Italië had in zijn Turijnse slaapkamer een deur die uitgaf op de tuin – om zijn minnares ongemerkt binnen te laten circuit op het dak om hun nieuwe prototypes te testen. Als je vandaag op het dak staat, vraag je je met een bang hart af of hier nooit een testpiloot uit de bocht is gevlogen, recht de Po in. In de oude Fiatfabriek Lingotto (Via Nizzo 230) (4) klinkt anno 2011 niet langer het geronk van motoren, maar het geroezemoes van gesprekken. Over kunst, over zaken, over de kinderen. Architect Renzo Piano renoveerde in opdracht van de Agnelli’s de fabriek tot een helder en licht complex van kantoren en woningen en creëerde er een bijzonder museum, de Pinacoteca Agnelli (www.pinacoteca-agnelli.it). Het museum kreeg de bijnaam ‘vliegend tapijt’, omdat het boven het dak van Lingotto lijkt te zweven. Hier hangen meesterwerken van Manet, Renoir, Matisse, Picasso en Modigliani.
EATALY ■ Ga aperitieven op een kleurig terrasje aan de oevers van de Po.
Tegenover Lingotto ligt Eataly (5), een foodcomplex dat zo vernieuwend is dat het ondertussen in New York en Tokio ves-
DE MORGEN ZATERDAG 19 MAART 2011
★★
DMVAMOS 83
ITALIE
150 JAAR ■ Opgezet spel: het ‘hangende paard’ Novecento in het Castello di Rivoli.
ook een hotel, Le Meridien Turin Art+Tech (Via Nizza 262, 0039/011.664. 20.00, www.lemeridien.com/turin). Designliefhebbers zullen vallen voor de 143 loftachtige kamers met grote ramen, plasmatv en meubels van Philippe Starck en Giò Ponti. Voor een dubbele kamer betaal je ongeveer 170 euro. Wie niet wakker ligt van het interieur, maar wel van een goede ligging, kan terecht in Hotel Urbani (10)(Via Saluzzo 7, 0039/(0)11/669.90.47, www.hotelurbani.it) tussen het Porta Novastation en de Via Roma, de belangrijkste winkelstraat. Vanaf 79 euro heb je een dubbele kamer, het ontbijt is er meer dan oké. Voor de budgetreiziger is er jeugdherberg Ostello Della Gioventú (11) (Via Alby 1, 0039/011.660.29.39, ostello@ostellotorino.it) met een bed in een slaapzaal vanaf 15 euro, ontbijt inbegrepen.
APERITIVO Na het aperitief hoef je in Turijn niet meer naar een restaurant. Aperitieven betekent hier niet gewoon dat je een glaasje wijn drinkt. Nee, bij dat glas wijn krijg je gratis en voor niets tussen 19 en 21 uur tal van hapjes en gerechten aangeboden, van belegde broodjes tot pasta’s. Een goed adresje om te aperitieven, aanbevolen door de locals, is Caffè Elena (6) (Piazza Vittorio Veneto 5). Geniet er van de lekkere tramezzini (sandwiches) bij een glas pinot grigio. Grote honger? Je hoeft maar tien stappen te zetten en je staat in restaurant Porta di Po (7) (Piazza Vittorio Veneto 1, 0039/011. 812.76.42). Je proeft er de specialiteiten van de streek, van soufflé met groene asperges tot malse ossentong.
met design af met charmante brocantezaken, en vinden ook jonge ontwerpers hun stek. Wie de nieuwe Gucci of Prada wil ontdekken, moet langslopen bij La Belle Histoire (8) (Via Montebello 15), waar aanstormende Turijnse en jonge Italiaanse ontwerpers in de etalage staan. Hun creaties gaan nog voor betaalbare prijzen van de hand.
OLYMPISCHE NACHTEN De Olympische Winterspelen in Turijn in 2006 lieten de stad een groen park na, waar enkel de grote rode boog eraan herinnert dat hier ooit iets olympisch te doen was. Turijn kreeg er toen ook sterrenhotels bij, waar je kunt slapen als een olympische atleet. The Golden Palace (9) (Via dell’Arcivescovado 18, 0039/(0)11.551.21.11, www.goldenpalace.thi.it) is zo’n luxehotel, opgetrokken voor de Winterspelen. De kamers zien er hip uit en het heeft een trendy zwembad. Het prijskaartje voor een dubbele kamer is om en nabij de 270 euro. In Lingotto (4), de oude Fiatfabriek, vind je
Cor so R egin aM arg her ita 1
15
5 13
9
4
8 12
Po
18 7
6
Porta Nova station 10 3 2
11
14 5
Turijn
Viaa Ono raato Viig lion i
1 km
Italië Rome
FIETSEN MET E.T. Het mooiste museum in Turijn is de Mole Antoniella (12) (Via Montebello 15, 0039/(0)11.813.85.11, www.museonazionaledelcinema.it). In dit filmmuseum val je van de ene verbazing in de andere. Je wandelt van een huiskamer met tv uit de jaren 70 naar een sf-filmset en kunt zelf de ster uithangen: kruip op een fiets, begin te trappen en zie jezelf op een tv-scherm naast E.T. de hemel infietsen. Neem de glazen lift die door het koepeldak breekt en geniet van het beste uitzicht op Turijn. Hier komt iedereen met een leuke herinnering buiten, ook wie niet van musea houdt.
VOOR MIJ EEN PINGUÏN Guido Gobino (13) (Via Cagliari, 15/b, 0039/(0)11.247.62.45, info@guidogobino.it) is de beste chocolatier van de stad. En nee, hij moet echt niet onderdoen voor onze Belgische chocolademeesters. Proef zijn pralines met saffraan, jasmijnthee of Barolo en smelt weg. Zijn gianduiotto’s, de
Po
de heerlijke geuren die hier opstijgen hoeft niet, want de prijzen zijn erg democratisch. Eataly is een bijzonder origineel en lekker l luchadres, dat je gezien en geproefd moét hebben.
Corso Grosseto
ud le S nzia ge Tan
Wie van ijs en chocolade houdt, moet bij Gelateria Pepino langs gaan. Hier werd in het begin van de 19de eeuw de frisco uitgevonden. Het ijsje met het zwart-witte jasje heet in Turijn ‘pinguino’
ord le N enzia Tang
Via N izza
CIAO BELLA Carla Bruni en de andere bella’s van Turijn moeten koning Vittorio Emmanuele dankbaar zijn. Turijn telt een uitgebreid netwerk van overdekte gaanderijen, waardoor je zonder een druppel regen of windstoot door het oude centrum kunt wandelen. Met dank aan de ijdelheid van de koning, die in totaal honderd kilometer van die gaanderijen liet aanleggen. Vanuit zijn stadspaleis, het Palazzo Reale, wilde hij zich, niet gehinderd door de meteorologische omstandigheden, verplaatsen naar de kerk, het theater of op andere uitjes. De gaanderijen langs de Via Roma zijn vandaag gevuld met verleidelijke etalages, vol tassen van Vuitton, schoenen van Prada en sjaaltjes van Hermes. Wil je liever iets fris en alternatiefs, dan moet je in de Via Po zijn. Daar wisselen trendy winkels
Co rso G. A gne lli
tigingen heeft. Toch is het oer-Italiaans. Eataly is een idee van Oscar Farinetti, die rijk werd met UniEuro, de Italiaanse versie van MediaMarkt. Farinetti bundelde zijn krachten met Carlo Petrini, de voortrekker van de slowfood-beweging. Hun doel: het beste van de Italiaanse eetcultuur bundelen in een betaalbaar winkel- en eetconcept. Eataly geeft je het gevoel op een markt rond te lopen, waar groentenboeren, beenhouwers, vishandelaren, koffiebranders, en ijsmakers elk hun eigen kraampje hebben. Maar in feite is dit gewoon een supermarkt van 30.000 m2. Je vindt er parmezaan van rode koe, ezelsalami en courgettebloemen. Het kloppend hart van Eataly zijn de eettogen rond open keukens waar koks vis, vlees en groenten vers voor je neus grillen. Weerstaan aan
Highway Torino-Caselle
FOTO’S RV
■ Overal in Turijn kun je genieten van bicerin, een verrassende mix van koffie en chocolademelk.
typische ganachepralines waar Turijn zo trots op is, zijn de beste van de stad. Wie van ijs en chocolade houdt, moet langsgaan bij Gelateria Pepino (14) (Piazza Carignano 6, 0039/(0)11.936.76.15, www. gelatipepino.it). Het Italiaanse ijs smaakt niet alleen beter omdat de zon hier meer schijnt, in Noord-Italië wordt er ook minder room toegevoegd aan het ijs dan in onze streken. Bij Pepino werd in het begin van de negentiende eeuw de frisco uitgevonden. Vraag echter geen frisco, maar een pinguino. Zo heten de ijsjes hier, genaamd naar de zwart-witte pinguïnjasjes. Het ijs van Pepino is, zo vernamen we van een local die het kan weten, vandaag niet meer huisgemaakt. Vroeger smaakten de pinguïns beter.
DOEK TOE Op zondag is het fijn flaneren langs de Po. Lange promenades vol restaurants en terrasjes strekken zich uit over het midden van het oude stadscentrum. Het doet zowaar een beetje aan de Seine in Parijs denken. Boekenstalletjes op straat vind je naast het mooi gerenoveerde Teatro Regio (15) (Piazza Castello 215, 0039/(0)11.881.51, www.teatroregio.torino.it), waar de koning vroeger naar opera’s en concerten kwam kijken. Hoe het trouwens afliep met de koningen in Italië? In juni 1946 werd de monarchie afgeschaft. Italië werd een democratische republiek. Het doek viel voor de koningen, maar Turijn blijft scoren. Met of zonder Juventus. www.turismotorino.org
84 DMVAMOS
ZATERDAG 19 MAART 2011 DE MORGEN
150 JAAR
WAAR VOOR UW GELD
¤19
ITALIE
Onze reisredactie zoekt deze week naar value for money, aanbiedingen die waar voor hun geld bieden, in Italië. DOOR KATRIJN SERNEELS
¤36
¤80
¤318
Selfdrive vanuit Milaan
Eilandhoppen met de ferry
Nieuw logeeradres onder Napels
Autoslaaptrein naar de zon
We mogen dan wel eens klagen over Italiaanse chauffeurs, Italië blijft een ideale bestemming voor selfdrive-vakanties. Wie op tijd boekt en niet al te hoge eisen stelt aan de huurwagen, is niet veel meer kwijt dan 19 euro per dag. Op de website italycar.net vind je de goedkoopste opties. Als je in mei een auto wilt huren in Milaan Airport, dan blijken Europcar en RentalCarGroup de goedkoopste: 145 euro voor een week. (TDG)
Italië heeft een uitgebreid netwerk aan ferryroutes. Wie voorbeeld Noord-Italië met Sicilië wil combineren maar niet zo ver wil rijden, kan in Genua een ferry nemen, die in een nacht varen tot in Palermo gaat. De hutten zijn comfortabel en er zijn genoeg faciliteiten om je een avond bezig te houden. Genua-Palermo kan al vanaf 36 euro p.p.. Een auto plus twee volwassenen en een kind tot twee jaar van Genua naar Sardinië kost 158,70 euro. (DP)
Een schat van een nieuw logeeradresje in de onbekende maar charmante regio Cilento, net onder Napels, is Ruve Bianche. Het kleinschalige hotel met studio’s en appartementen ging pas vorig seizoen open en biedt het modernste comfort. Er is een mooi zwembad met bar en in de nabijgelegen grotere stad Sapri zijn er tal van leuke eet- en shopadressen. Een appartement voor vier personen kan in Ruve Bianche al vanaf tachtig euro per nacht. (DP)
Komende zomer rijden er vanaf 3 juni wekelijks Nederlandse autoslaaptreinen naar Alessandria in Noord-Italië. Wie ’s avonds vertrekt komt de volgende ochtend uitgeslapen in Italië aan. De treinen naar Livorno in Toscane zouden pas vanaf 1 juli gaan rijden maar de belangstelling is zo groot, dat er is besloten om al op 17 en 24 juni te starten. Voor de eerste terugreis uit Toscane, op 18 juni, met aankomst in Den Bosch, betaal je alleen voor de coupé en neem je gratis de auto mee naar huis. (DP)
www.italycar.net
www.gnv.it
www.ruvebianche.com
www.autoslaaptrein.nl
GPS 38° 1’ 49,93” NOORD 12° 52’ 51,85” OOST
Vanuit broeierig en excentriek Palermo kun je op ontdekking trekken door onbekend maar erg authentiek West-Sicilië. Een dromerige snelweg, met steeds veranderende vergezichten, verbindt Palermo in anderhalf uur met de havenstad Mazara del Vallo in het noordwesten van het eiland. De eerste verplichte halte is het vissersdorpje Castellammare del Golfo. Tenminste, voor wie graag culinaire pitstops houdt die liefst origineel zijn en niet te veel geld kosten. Daal af naar het pittoreske haventje beneden, waar je in een van de bars een koffie kunt drinken. Waterratten kunnen een bootje huren om net om het hoekje van Castellammare del Golfo, het prachtige natuurgebied van Lo Zingaro te gaan ontdekken. De baaien, de kleur van de ‘Med’, het uitzicht vanaf het water op steile kliffen die het water induiken zijn spectaculair. Na de boottocht staat er in de warmere maanden een aangename verrassing te wachten in Castellammare. Op het einde van het haventje, met uitzicht op het water en de omliggende bergen, bevindt zich de houten hut van Da Giacomo. Het lijkt een beetje op een Italiaanse versie van een Belgische frituur met gewoon een balie waar je eten bestelt en betaalt. In de houten hut wordt er natuurlijk ook gekookt. Vader en zoon en enkele andere zongebruinde familieleden zorgen voor alles. Enkele plastic tafeltjes met geruite of gebloemde tafellakens en eenvoudige stoelen dienen als restaurant. Het zijn vooral de lokale Italianen die hier iets komen eten. Ze komen aangereden op hun scooters, in gebruind bovenlijf, net terug van een lange dag strand en Speedo/bikini-parade en ze hebben honger. Grote honger. In Da Giacomo kun je de meest overheerlijke antipasti eten, zoals
vamos
FOTO’S DAVID DE VLEESCHAUWER
Polpo bij Da Giacomo
levend-verse polpo, mosselen, vongole, ansjovis,... oftewel de bekende cuscus of couscous, waar WestSicilië zo bekend voor is. NoordAfrika loert namelijk om de hoek en dat is te smaken in de keuken. Ik vraag de chef van de shack wat hij kan aanbevelen. Hij geeft me een blik van: maak je een grapje? Ik kijk naar de verschillende schalen met lekkers die op de toog staan. “Tutti!! Alles is lekker, wat dacht je wel!” Hij begint uit te leggen en met veel armbewegingen en mimiek schalen aan te wijzen. Wanneer ik de zachte prijzen zie, is het absoluut geen probleem om gewoon veel en verschillende gerechtjes te proberen. Perfecto! Doorspoelen met een liter huiswijn die amper acht euro kost. Dit is Sicilië in al zijn simpliciteit en op zijn best. Nu maar hopen dat dit jaar de houten hut van Da Giacomo er nog staat. Dat zal wel, denk ik, want anders komen de Speedo’s in opstand.
● Coördinatie: Katrijn Serneels (katrijn.serneels@demorgen.be, 02/55.66.896) ● Artdirector: Rita Verhaege ● Eindredactie: René van Munster ● Vormgeving: Swa Van Damme ● Fotoredactie: Roos Van Acker
DMVAMOS 85
DE MORGEN ZATERDAG 19 MAART 2011
ITALIE
150 JAAR
¤449
¤555
¤2.295 FOTO’S RV
¤375 Slowfoodweekend met Fiat 500
Huis met zwembad in Toscane
Vespatour met gratis kind
Drie hoofdsteden in één land
Verrassend arrangement: achter het stuur van een moderne Fiat 500 de Piemonte verkennen en onderweg halt houden bij authentieke slowfoodadressen. Een idee van Vlaming Jean Devos en zijn Italiaanse vrouw Roberta. Ze pikken je vrijdagochtend op aan de luchthaven van Turijn, en brengen je naar je logies, waar een Fiat 500 met gps en roadbook op je wacht. De wagen, logies & ontbijt, wijndegustaties en diners ’s avonds zijn in de prijs (375 euro p.p.) inbegrepen. Te boeken tot 31 maart. (KS)
Toscane leer je kennen op het platteland, maar dan wel liefst met de luxe van de 21ste eeuw. En dat hoeft niet eens voor ‘moderne’ prijzen. Bij Belvilla vind je een droomhuisje voor drie personen waar je in april voor 449 euro een week kunt doorbrengen. De cottage staat op een domein met zwembad en barbecue, op enkele kilometers van Asciano, in het hart van de schilderachtige Crete Senesi. Maximaal vijf gasten betalen voor een groter ‘huis’ in april 675 euro per week. (TDG)
Toscane verkennen op een Vespa, met je kind achterop? Jetair biedt bij zijn autovakanties een familievriendelijke Vespa-tour door Toscane aan. Je logeert in Relais La Capuccina, een viersterrenhotel met openluchtzwembad bij San Gimignano. Van hieruit kun je per Vespa de Chianti verkennen of Twilight-stadje Volterra bezoeken. Voor vijf nachten in een driepersoonskamer, en twee Vespa’s, betaal je 555 euro per volwassene in het laagseizoen. Eén kind tot 12 jaar verblijft, ontbijt en rijdt gratis. (KS)
Wie het fijne van de Italiaanse geschiedenis wil weten, kan een bijzondere ‘150 jaar Italië’-reis maken. De Nederlandse reisorganisatie Labrys, opgericht door classici en archeologen, zet dit najaar een exclusieve rondreis naar de roots van Italië op touw. Op deze reis kom je te weten hoe Italië 150 jaar geleden één land werd. Ze start in Turijn, eerste hoofdstad van Italië, doet dan Firenze aan, de tweede hoofdstad, en dan Rome. Vertrekdatum voor deze 10-daagse all-in reis is 26 september. (KS)
www.jetair.be
www.labrysreizen.be/europa/150-jaar-italie.html
www.kalitumbatravel.com/fiat500_nl.asp
www.belvilla.be
LEZERS TIPPEN LEZERS WIN EEN BONGO ‘VIS EN SUSHI’ MET UW TIP Voor wie graag de zee proeft op zijn bord, pakt Bongo uit met een Vis&Sushibon ter waarde van 99,90 euro. HIermee kun je met z’n tweeën van een lekker menu uit de zee genieten. Van een chique driegangen-kreeftenmenu bij Le Comptoir du Homard in Brugge tot traditionele visserskost in Oostende. Daar krijg je bij Arno’s Café Oostendse vissoep met rouille, gepocheerde kabeljauw met
grijze garnalen en mousseline van witbier. Dessert en aperitiefhapje zijn eveneens inbegrepen. Houdt u meer van vis op oosterse wijze? Ga dan voor sushi of tempura van scampi’s , misosoep en zalm teppanyaki bij Mitsui in Elsene. Bruni Mortier wint deze week de Bongobon voor beste Italiëtip. Wilt u ook een bon winnen? Stuur uw lezerstip (+foto’s) naar lezerstippenlezers@demorgen.be. Vergeet uw adres niet.
■ Smul van sushi en tempura van scampi’s...
■ ...of ga voor een driegangenmenu van kreeft.
Arne Quinze in Rome
FOTO RV
De bovenste verdieping van het Palazzo delle Esposizione in Rome is een oase van rust te midden van de drukte in de hoofdstraat Via Nazionale. Het Open Colonna-restaurant dat de gerenommeerde kok Antonello Colonna er in 2007 opende, is een uitgestrekte ruimte met glas overkoepeld en met een terras dat uitkijkt over de daken van Rome. Alles is er open, helder en wit. Wanden, tafels en stoelen zijn in dezelfde witte kleur. Lila en roze orchideeën zorgen voor het kleuraccent. Wij belandden er rond ‘teatime’ na een bezoek aan de retrospectieve van De Chirico. Momenteel loopt er een tentoonstellng over de portretten, symbolen en landschappen op munten en bankbiljetten, naar aanleiding van 150 jaar Italië. Want dat betekent ook 150 jaar geld, van lire tot euro. We konden uitrusten in het strakke decor van goedzittende schuimrubberen zetels en tafeltjes in felle fuchsia en fluorgroene kleuren. Met dank aan Arne Quinze. De thee werd zoals het hoort opgediend in een smeedijzeren kannetje en tot onze verrassing kwam er een bord met een zevental overheerlijke ‘dolci’ bij: marsepeinen balletjes, een amandelkoekje en reepjes gekonfijte sinaasappel. Voor de thee, de verfijnde snoepjes en de unieke setting moesten we slechts 5 euro betalen. Een aanrader voor dorstige kunstliefhebbers en alle anderen! www.antonellocolonna.it
Het beste restaurant van heel Toscane In het zuiden van Toscane ligt de Monte Amiata. Een uitgedoofde vulkaan, geliefd als enige ‘wintersportplaats’ in de regio. Met zijn ruim 1.700 meter is hij overigens in heel Toscane zichtbaar. Op de flanken van deze berg, in een onooglijk dorpje, vind je La Taverna del Pian delle Mura. Het restaurant wordt gerund door een gepensioneerde leraar en drie vrouwen, die werken in het dorpsschooltje. Hun gemeenschappelijke hobby, koken, bracht hen ertoe om enkele jaren geleden samen een restaurant te openen. De nadruk ligt er op traditionele bereidingen met verse ingrediënten, vaak van eigen productie. Wij ontdekten dit adres voor het eerst twee jaar geleden, op aangeven van Andrea Cortonesi, eigenaar van wijndomein Uccelliera (Brunello di Montalcino). Zoals voor vele Italianen
is lekker eten voor hem een dagelijks aandachtspunt, en een van de vrouwen in La Taverna is zijn nicht. Ook al is het restaurant normaliter gesloten op weekdagen, werd voor ons de keuken geopend. Ook vorig jaar, toen we er met vrienden terugkeerden, werd na enig aandringen ’s middags voor ons alleen gekookt. Na twaalf zomervakanties in Toscane durven wij te beweren dat dit het allerbeste Toscaanse restaurant is dat wij ooit bezochten: de lichtste pasta’s, de lekkerste geitenbout, de smakelijkste porcini, om van de dolci maar te zwijgen. La Taverna del Pian delle Mura, Via delle Casine 12, Vivo d’Orcia, tel. 0577 874 009, www.tavernapiandellemura.it, www.uccelliera-montalcino.it
Tussenstop in Noord-Italiaanse villa Op onze jaarlijkse trip naar Italië beslisten we halfweg een overnachting in te lassen. Je kunt dan voor de hotel-moteloptie gaan, een gewone snelle overnachting in de buurt van de snelweg. Of je kunt je vakantie met een romantische noot beginnen en je meteen al onderdompelen in het Italiaanse dolce vita. Via www.booking.com vonden we in Appiano Gentile (veertien kilometer van Como) de zeer mooie b&b Villa Cavadini. De ontvangst door de gastheer en gastvrouw, die vlot Frans en Engels spreken, is hartelijk. Maar het is vooral het gebouw dat de aandacht trekt: gelegen in een prachtig park heeft deze villa de grandeur van de achttiende eeuw. ’s Avonds kun je rustig een glaasje drinken in het park of aperitieven in Appiano Gentile. Ga je tussen vijf en
zeven uur ’s avonds aperitieven, dan krijg je naar goede Noord-Italiaanse gewoonte zoveel hapjes bij je drankje, dat je het avondmaal bijna aan je voorbij moet laten gaan. ’s Morgens bij het ontbijt krijg je in Villa Cavadini vers, zelfgemaakt brood met confituren van het huis, en taart. Hier verblijven was voor ons geen overnachting, maar een bijzondere ervaring. Wij betaalden 109 euro voor twee personen, ontbijt incluis. Vergeleken met de prijzen in Zwitserland of aan het Comomeer is dat niet duur. Bovendien kun je je wagen parkeren op de afgesloten binnenkoer van de villa. Handig, met zoveel bagage! www.villacavadini.it