FOTO AFP
VRIJDAG 24 DECEMBER 2010 DE MORGEN 73
REIS KERST ACHTERNA
Vamos zendt zijn reporters uit om de waarheid over kersttradities te ontrafelen op de plaats van hun oorsprong. Van Lapland tot Lauscha, van de Oostenrijkse bergen tot de wouden van de Elzas. Want wat weet u eigenlijk over Kerstmis?
HOE WEET DE KERSTMAN WELKE CADEAUTJES KINDEREN WILLEN?
WAAR WERD ‘STILLE NACHT’ VOOR HET EERST GESPEELD?
Hij woont in Korvatunturi, een berg met twee pieken, die eigenlijk enorme oren zijn waarmee de Kerstman alle kerstwensen ter wereld hoort. Onze reporter Nathalie Van Laecke trok naar Finland, waar Santa’s elfjes haar naar de enige echte kerstman brachten.
Het lied werd voor het eerst op gitaar gespeeld in het Oostenrijks dorpje Oberndorf, omdat het orgel in de kerk stuk was. Reporter Geert De Weyer ging op zoek naar de bewuste gitaar in de besneeuwde bergen.
WANNEER WERD DE EERSTE KERSTBOOM VERSIERD?
WIE HEEFT DE KERSTBAL UITGEVONDEN?
De kerstboom werd in de zestiende eeuw door de protestanten in huis gehaald, ter vervanging van de té katholieke kerststal met al zijn beelden. In België plaatst men pas vanaf 1850 kerstbomen. Reporter Sofie Vanden Bossche trok naar de Elzas, waar in 1521 de eerste kerstboom versierd werd.
Een arme glasblazer in Lauscha maakte in 1840 kleurige glazen appels en noten om in de kerstboom te hangen. Geld voor echte appels en noten had hij niet. In 1847 werd de kerstbal populair bij de edelen, tot de Britse Queen Victoria toe. Reporter Eric Bracke bezocht de wieg van de kerstbal in Lauscha.
74 DMVAMOS
VRIJDAG 24 DECEMBER 2010 DE MORGEN
DE ROOTS
VAN KERST Op zoek naar de berg
L AP
WAAR
SANTA
In de strijd om de titel van ‘beroemdste inwoner van Rovaniemi’ hebben de hardrockende Finnen van Lordi af te rekenen met geduchte concurrentie: in hun thuisstad in Lapland houdt namelijk ook de enige echte Kerstman kantoor. DOOR NATHALIE VAN LAECKE
H
a, de decembermaand. U bent er vast dol op! Sinterklaas is nog niet goed en wel terug naar Spanje verkast, of we worden alweer verrast op het bezoek van een uiterst vrijgevige goedzak met baard en knalrood kostuum. De Kerstman hoort bij de eindejaarsdagen zoals Nicole bij Hugo, maar zo is het lang niet altijd geweest. Althans, niet in onze contreien. De hype is via de Verenigde Staten uit het Hoge Noorden komen overwaaien, want daar maakt de brave borst al eeuwenlang furore. In Scandinavië, waar de dagen rond het jaareinde op zijn kortst en aardedonker zijn, werd sinds de tijd van de Germanen een uitbundig midwinter- of joelfeest gehouden. Om de zonnewende te vieren, hield men een bacchanaal dat bijna twee weken duurde. Na afloop van de festiviteiten (de dagen na Kerstmis) ging een in geiten- en rendiervellen gehulde man van deur tot deur om etensresten te verzamelen. Deze figuur is de oerversie van de Kerstman, die de Finnen trouwens nog steeds Joulupukki (letterlijk vertaald ‘kerstbok’) noemen. En in Finland weten ze waarover ze praten: Joulupukki is precies de reden waarom het land van de duizend
titel ‘hometown of Santa Claus’ klasseren als gedeponeerd merk. Je kunt de Kerstman hier het jaar rond ontmoeten in Santa Claus Village (Joulupukin Paja). Dit artificiële dorpje ligt even buiten het stadscentrum, exact op de plaats waar de weg naar Olkkajärvi de noordpoolcirkel snijdt. De Kerstman heeft er een groot postkantoor en een gezellig bureau in een ruime houten blokhut waar hij bezoekers ontvangt.
meren tijdens de kerstdagen dé reisbestemming bij uitstek is.
POOLPOST OORTJESBERG De Kerstman woont er namelijk in een onherbergzame uithoek van Lapland, vlak bij de Russische grens. In de woeste wildernis rond Korvatunturi heeft hij naar verluidt al sinds de jaren 1920 zijn vaste verblijfplaats. Hij leeft er samen met zijn vriendin (jawel, de echte Kerstman heeft een lief), zijn rendieren en duizenden elfjes die in zijn geheime workshop vlijtig alle kerstcadeaus met de hand maken. Niet toevallig koos Joulupukki deze locatie als uitvalsbasis: Korvatunturi is een hoge heuvel waarvan de toppen als twee oortjes boven het landschap uitsteken. De Finnen beweren al jaren dat hij via zijn oortjesberg alle kinderen ter wereld kan horen. Waar het huis van de Kerstman precies staat, weet niemand de regio is erg ontoegankelijk. Maar omdat de goede man altijd graag contact heeft gehouden met de buitenwereld, zakte hij vanaf het midden van de jaren ’50 regelmatig af naar Rovaniemi. Deze stad is de toegangspoort tot Fins Lapland en ligt een dikke 200 kilometer bezuiden Korvatunturi. Omdat zijn populariteit bleef groeien, besloot de Kerstman zich in
Nee, Kerstman drinkt geen cola. Hij is een harige dwerg die in de berg woont, zegt men in Lapland. Joulupukki, heet hij, letterlijk ‘kerstbok’ 1985 in Rovaniemi te laten domiciliëren en er een filiaal te openen. Sinds dat jaar is de stad ook wereldwijd officieel de thuisbasis van de Kerstman: het stadsbestuur liet de
Vanuit zijn postkantoor kun je geliefden allerhande warme wensen toesturen. En dezer dagen is het er alle hens aan dek. “We krijgen per jaar zo’n half miljoen brieven uit de hele wereld”, legt Marja Selin uit. “Maar het leeuwendeel van de correspondentie valt in december in de bus. Al die brieven worden gelezen én beantwoord, al zijn we daar doorgaans pas in het voorjaar aan toe. Wie zijn adres meestuurt, ontvangt dan Santa’s Spring Letter.” Marja, een vrouw van middelbare leeftijd, noemt zichzelf geen postbediende maar ‘een medewerker van de Kerstman’. Ze draagt met trots haar elfenmuts en valt geen moment uit haar rol. Ja, in Santa Claus Village hangt ontegensprekelijk kerstmagie in de lucht. Niet alleen het decor is er naar (dat besneeuwde winterwonderland! Die rendieren met arrenslee voor de deur!), ook iedereen die er werkt, stelt alles in het werk om je in het dromerige universum van Joulupukki binnen te trekken. In de rechtervleugel van het postgebouw wordt de correspondentie per land gesorteerd. Je mag je brief aan de Kerstman gerust in je moedertaal opstellen, hij en zijn medewerkers spreken tig verschillende talen. Postelf Marja opent een grote jutezak en
haalt enkele enveloppen tevoorschijn. “Kijk”, lacht ze, “deze is geadresseerd aan ‘Father Christmas, North Pole’ en toch komt hij hier aan. Postdiensten over de hele planeet kennen ons adres. Officieel is dat: Santa Claus Village, Artic circle (Napapuri), 96930 Rovaniemi. Maar àlle brieven die aan de Kerstman worden toegezonden komen uiteindelijk hier terecht.” En het zijn heus niet alleen kinderen die verlanglijstjes, brieven of tekeningen opsturen, vertelt Marja. Ook volwassenen schrijven om een gunst te vragen of om hun verhaal te vertellen. Maar heel vaak is het hen te doen om de antwoordbrief van de Kerstman. Die wordt standaard voorzien van een postzegel en –stempel van dit kantoor, en dat zijn echte hebbedingen onder filatelisten. De filatelistenvereniging van Rovaniemi is hier overigens ook actief bij de postdienst: zij helpen de beantwoorde correspondentie te bundelen. De briefpakketjes worden vervolgens doorverkocht aan andere postzegelverzamelaars en de opbrengst gaat integraal naar Unicef.
OP SCHOOT BIJ SANTA Even voorbij het postgebouw, aan de overzijde van het dorpsplein, in een statige blokhut houdt Joulupukki in hoogsteigen persoon kantoor. Je kan hem zonder voorafgaande afspraak én helemaal gratis ontmoeten. “Gemiddeld krijgt hij 400.000 gasten per jaar over de vloer”, zegt Salla Tauriainen van de dienst Toerisme van Rovaniemi. “De meesten komen tijdens de eindejaarsperiode, maar de zomermaanden zijn eveneens erg druk. Wie in juli of augustus op vakantie is in Lapland, maakt ook dan graag een
DMVAMOS 75
DE MORGEN VRIJDAG 24 DECEMBER 2010
DE ROOTS
VAN KERST
van de Kerstman
LAND THUIS IS vraagt is dit maar half zo leuk als Joulupukki in zijn eigenste filiaal ontmoeten. (Meer weten? www.santapark.com)
ALWAYS COCA-COLA Natuurlijk, er hangt een commercieel geurtje aan de Kerstman. Kan je anders verwachten van een figuur die zijn internationale roem te danken heeft aan een marketingcampagne van Coca-Cola? Want Santa Claus zoals wij hem kennen, is niet helemaal de Joulupukki die we in Finland ontmoetten. Die in Rovaniemi heeft een vrouw (‘Joulumuori’ - of ze getrouwd zijn, kan de man zich niet precies meer herinneren), helpende elfen en een zwerm rendieren waar Rudolf met de rode neus niet eens stan-
We komen het heiligdom van de Kerstman binnen door een dubbele poort. Daarna leiden magische tunnels ons tot bij hem daard deel van uitmaakt. Onze Kerstman begint elk gesprek met “ho ho ho”, kruipt door de schoorsteen en lijkt verdacht veel op de goede sint. In wezen is de Santa Claus zoals hij uit de States is komen overwaaien, ook een verbastering van onze Sinterklaas. Hun namen lijken niet voor niks zo sterk op elkaar. Al eeuwen is de Sint het allerpopulairst in Nederland, en laat het nu net de Nederlanders zijn die een kolonie stichtten aan de overzijde van de Atlantische Oceaan. Hun stad bij de Hudsonrivier noemden ze New Amsterdam en ze maakten Sint-
Nicolaas tot de patroonheilige. Tegenwoordig is die nog altijd de beschermheilige van New York, maar de gewoonte om zijn naamdag te herdenken zoals wij dat doen, is daar nooit geadapteerd. Kerstmis daarentegen vieren ze er wel al heel lang. En sinds het begin van de 19de eeuw duikt Sinterklaas regelmatig op als ‘Santa Claus’, de geschenkenbrenger met kerst. Honderd jaar later beleeft hij zijn grote doorbraak wanneer tekenaar Haddon Sundblom ingeschakeld wordt om een reclamecampagne voor Coca-Cola te bedenken. Tot 1931 staat de frisdrank vooral bekend als een ideale dorstlesser tijdens de hete zomermaanden, maar nu wil het bedrijf de cola ook in het winterseizoen aan de man brengen. Sundblom, een man met Finse en Zweedse roots, krijgt de opdracht om hier een gepast figuur voor te bedenken. Hij legt de definitieve link tussen Santa Claus en Joulupukki en tekent de bolwangige olijkerd met volle baard in een pak dat de bedrijfskleuren van het Coca-Colabedrijf draagt: rood en wit. Het wordt een schot in de roos, de campagne gaat de wereld rond en Sundbloms Santa vormt de blauwdruk voor de Kerstman die tot vandaag de wenskaarten siert. Ook Joulupukki, die oorspronkelijk gekleed ging in bont en later in groen, draagt intussen uitsluitend rood en wit. ROVANIEMI PRAKTISCH Rovaniemi heeft een kleine luchthaven. Vanuit Brussel kun je er heen vliegen met Finnair of hun zustermaatschappij Blue1. Tickets vanaf 339 euro. (www.finnair.com en www.blue1.com) Logeren in Rovaniemi? Je bent het allerbeste af in The City Hotel (Pekankatu 9, 96200 Rovaniemi), een gezellig familiehotel met een uitstekend restaurant. Kamer voor twee met ontbijt anaf 124 euro. (www.cityhotel.fi) Meer info over accommodatie en bezienswaardigheden in Rovaniemi vind je bij de dienst Toerisme van de stad (Maakuntakatu 29-31/Lordi’s Square, 92600 Rovaniemi. www.rovaniemi.fi)
Hyvää Joulua! ● VROLIJK KERSTFEEST De Finnen vieren Kerstmis traditioneel op 24 december. Of beter gezegd: ze doen er 48 uur over. De dag voor kerst neemt de natie al vrijaf. De festiviteiten beginnen ’s middags: de familie komt dan samen om Joulupukki te ontvangen. Die komt langs de voordeur, niet door de schoorsteen. En hij maakt zijn entree overal met dezelfde zin: “Zijn er hier brave kinderen?” Na het bezoek van de Kerstman, trekt iedereen naar de sauna. Elk huis in Finland heeft er één en samen stomen in de kerstsauna is een gebruik waar niemand aan voorbij kan gaan. Pas wanneer iedereen relaxed en schoongewassen aan de feestdis aanschuift, kan het feest écht beginnen. Dat duurt tot in de vroege uurtjes, daags nadien wordt nagenoten met het gezin. Kerstmis en tweede kerst zijn officiële feestdagen in Finland.
● KERSTMENU Het sluitstuk van de kerstmaaltijd is niet de kalkoen, maar een flinke kinkku. Deze ovengegaarde ham klaarmaken, is een ritueel op zich. Finse gezinnen hebben doorgaans een in baksteen gemetste houtoven in huis. Die doet dienst als bijkomende verwarming tijdens bitter koude winterdagen, maar op 23 december wordt hij aangestoken om de kerstham te braden. De kinkku gaat meestal de avond voor het kerstmaal al de oven in. Elke zichzelf respecterende huismoeder staat die nacht meermaals op om te controleren of de ham naar believen gaart. Ontbreken op kerstavond ook nooit op het menu: gerookte zalm, stoofpotjes van wortelen en van lever met rode bessen en aardappelgratin. Als dessert volgt doorgaans rijstpap of een bereiding met pruim.
● WAT VOORAF GAAT
■ Korvatunturi, de berg met twee pieken, die eigenlijk enorme oren zijn waardoor de kerstman alle wensen ter wereld hoort.
Kerstmis houdt Finland wekenlang in de ban. Het feest valt in de donkerste maand van het jaar, ideaal dus om uit te pakken met flink wat sfeerverlichting. Begin december al worden zo goed als alle ramen versierd met (elektrische) adventskaarsjes en een typische kerstster: de joulutähti. Elk gezin heeft er minstens één. Kerstinkopen doe je hier nooit met een droge keel of een lege maag. In de aanloop naar de feestdagen word je in boetieks en warenhuizen getrakteerd op gratis glögi (een warme drank op basis van vruchtensap, kaneel en steranijs – met of zonder alcohol) en piparkakku, een koekje dat smaakt als een mengeling tussen kruidnoot en speculaas. (NVL)
FOTO’S GETTY IMAGES / RV
ommetje om de Kerstman te ontmoeten.” Om de gestage toevloed van bezoekers aan te kunnen, moest Santa zijn blokhut twee jaar geleden zelfs verbouwen. Bezoekers stonden steeds vaker tot halverwege het dorpsplein aan te schuiven om bij hem op schoot te mogen. ’s Zomers vormde dat geen probleem, maar in de wintermaanden, bij temperaturen tot min 30 graden Celsius, was het andere koek. Tegenwoordig kun je binnen in het chalet van de Kerstman op je audiëntie wachten, en daar is het behaaglijk warm. Door een imposante dubbele deur word je het heiligdom binnengeloodst. Magische tunnels leiden tot bij de ingang van zijn bureau. Onderweg ontdek je hoe het komt dat de goede man op kerstavond overal tegelijk kan zijn: vergeet die supersonische rendieren, Santa heeft een grote pendule waarmee hij de snelheid van de aardrotatie kan vertragen. Vlak bij de deur van ’s mans kantoor hangen foto’s van bekende bezoekers. Kwamen hier al langs: John Cleese, The Spice Girls, Michael Hakkinen, de Finse president Tarja Halonen en tal van andere beroemdheden. Je kijkt er je ogen uit terwijl je wacht op een privéonderhoud met de grootste ster van allemaal. Als je aan de beurt bent, brengt een elf je tot bij de enige echte Kerstman. Gezeten op zijn troon ontvangt hij iedereen met open armen, en dat mag je letterlijk nemen. Terwijl je samen gezellig keuvelt (de Kerstman weet alles en ook niets: hij is al zo oud dat hij vragen over zijn verleden of afkomst steevast beantwoordt met “dat herinner ik me niet juist meer”) en knuffelt (hij is een tactiel man, die Kerstman), word je gefilmd en gefotografeerd. Na afloop van je bezoek, kan je beneden in zijn atelier het beeldmateriaal kopen. Daar moet je dan wel 49 euro voor neertellen. Maar dat is vast peanuts voor echte kerstfanaten. (Meer weten? www.santaclaus.fi) Wie maar niet genoeg krijgt van Santa, kan hem een kilometer verderop nog eens ontmoeten in Santapark. Dit ondergrondse attractiepark is gericht op de allerkleinsten. Je kunt er op elfencursus, gemberkoekjes bakken, op bezoek bij de ijsprinses enzovoort. Maar je betaalt 28 euro voor een toegangsticket (kinderen 23 euro). Als je het ons
76 DMVAMOS
VRIJDAG 24 DECEMBER 2010 DE MORGEN
DE ROOTS
VAN KERST
LAUSCHA, DE HEIMAT VAN DE KERSTBAL Eentje voor de kerstquiz: wat was eerst, de glazen kerstbal of het glazen oog? Het antwoord vind je in Lauscha, het Duitse glasmakersdorp in het zuidelijke Thüringer Wald. U zal er in de adventstijd niet de enige zijn. DOOR ERIC BRACKE
sie toestond om in het Thüringse woud nabij het riviertje Lauscha een glassmelterij te beginnen. Niet toevallig daar: er was hout in overvloed om de oven te stoken en om potas te verkrijgen en bovendien was er uitstekend glaszand te vinden. In de zeventiende eeuw kregen ze in Lauscha de techniek onder de knie om bontgekleurd glas met allerlei motieven te vervaardigen en bij de Thüringse adel was vooral het minder uitbundig geslepen en gegraveerde glas zeer in trek. Daarna komen we stilaan bij het glazen oog en de kerstversiering.
BESINNLICHE WEIHNACHTEN! ● KUGELMARKT De eerste twee weekends van de advent houdt Lauscha al twintig jaar lang een markt met kerstballen en andere versiering voor de kerstboom. Tientallen glasblazerijen en winkels van kerstversieringen in het dorp nemen eraan deel. Natuurlijk wordt het weekend geopend door de Glassprinzessin en de Stadtkapelle.
WEIHNACHTSLAND Zo stil als het was in het museum, zo druk is het in de Farbglashütte. Ondanks de sneeuwval staan op de parking van de glasfabriek twee grote autocars en tientallen wagens. Deze glasblazerij is veruit de bekendste in Lauscha omdat ze de rechtstreekse erfgenaam is van het bedrijf van Elias GreinerVetters-Sohn, dat in 1853 werd opgericht en wereldberoemd werd vanwege de productie van knikkers. Ik ga mee met de korte rondleiding, maar omdat het zondag is krijgen we niet te zien hoe de klomp glas uit de oven door arbeiders wordt uitgerekt tot meterslange glazen buizen. Uiteraard eindigt de tour in het Weihnachtsland, een gigantische shop waar duizenden glinsterende kerstversieringen op een koper staan te wachten. Wie lui is, kan meteen een grote, prachtig versierde kerstboom kopen. Daar hangen schitterende versieringen en lichtjes in, plus een prijskaartje van meer dan 2.000 euro. En dan heb je nog geen gebraden gans op tafel gebracht. Een wandeling tussen de sneeuwhopen in het dorp leert dat er nog meer glasblazerijen en tientallen winkels met kerstversiering zijn. Wie van de vierduizend inwoners van Lauscha niet met die handel te maken heeft, is vaak een glaskunstenaar
FOTO’S AFP/EPA/RV
H
et glazen oog bestond voor de glazen kerstversiering. Dat leert het sympathieke Museum für Glaskunst in Lauscha ons. In 1835 begon Ludwig Müller-Uri hier met de productie van glazen oogprothesen. Die werden ook elders al vervaardigd, maar de kijkers uit Lauscha waren van een superieure kwaliteit. Twee museumzaaltjes verder beland ik bij de kerstversiering in glas. Hier zijn ze dus, de broze ballen, dennenappeltjes, pinnen, kerstmannetjes, herten, paddestoelen, klokjes, enzovoort. In de tijd dat The Beatles hun bekendste songs uitbrachten, heb ik bij het versieren van de kerstboom een paar van die breekbare kostbaarheden door mijn kinderhanden laten glippen. Terwijl ik sta te mijmeren, hoor ik de suppoost de trap opkomen. Hij heeft speciaal voor mij een Nederlandstalig overzicht van de geschiedenis van het Thüringse glas uitgeprint, de schat. “Waarschijnlijk was het een arme huisarbeider die er begin de jaren 1840 mee begonnen is”, zegt hij wijzend naar de uitgestalde kerstversiering. “De glasblazers bedachten thuis nieuwe siervoorwerpen, maar de winst ging naar een bedrijf in Sonneberg dat hun producten opkocht. Misschien kon de man die de eerste glazen kerstversiering heeft gemaakt zich wel geen echte noten en appelen permitteren om in de kerstboom te hangen.” Vanaf 1847 werd de mondgeblazen kerstversiering van de vermoedelijke armoedzaaier een gegeerd goed en dat is het meer dan 160 jaar later nog. Met dank aan de Britse koningin Victoria die via haar Duitse man, prins Albert, de kerstboomversieringen uit Thüringen leerde kennen. In de jaren 1840 verscheen een foto in een Londense krant van haar met breekbare kleinoden opgesmukte kerstboom. Een paar decennia later waren de glinsterende kerstballen in heel Europa gegeerd. De Verenigde Staten volgden dertig jaar later. Bij een bezoek aan Duitsland was de Amerikaan F.W. Woolworth zo verrukt over de Christbaumschmuck van Lauscha, dat hij het begon in te voeren. Hij maakte er fortuin mee. Het is duidelijk: zonder het glas zou Lauscha niet bestaan. Eerst was er de glassmelterij en dan pas het dorp. Volgens het museum begint het verhaal in 1557, toen de hertog van Saksen-Coburg aan Hans Greiner en Christoph Müller een conces-
● STOOMTREIN
die niet voor de commerciële markt werkt. Lauscha heeft namelijk ook een vakschool met een goede naam waar kunstenaars zich technisch komen bijscholen. Bij toeval bots ik even later op het Kulturhaus. Hier werd de nieuwe Glasprinses verkozen, nadat het publiek met een staande ovatie afscheid had genomen van haar voorgangster. Hoe ik dat weet? Op de website van het Duitse stadje Lauscha is de verkiezing van de Glasprinses een van de belangrijke items. In mijn gemeente kiezen ze een Rozenprinses, maar die staat niet op de gemeentelijke website en ook de Eierprinses in Kruishoutem valt niet zoveel eer te beurt. Maar de omstandigheden zijn dan ook anders. De eerste Glasprinses van Lauscha verscheen in 1992 op het toneel, kort na de eenmaking van Duitsland. Het waren spannende, maar vooral moeilijke jaren
Reeds in 1886 kwam de treinverbinding met Lauscha tot stand. Tijdens de kerstperiode is het de gewoonte om de historische stoomlocomotief nog eens door het Thüringer Wald te laten tuffen. Wij verkozen met winterbanden de streek te verkennen. In het station een auto huren met gratis winterbanden kan bijSunny Cars (www.sunnycars.be).
● EEN CULTI-CULINAIRE KERST IN MEININGEN Kerstmarkten vind je overal in Thüringen, ook in de historische theaterstad Meiningen. Tweehonderd meter verder biedt het Sächsischer Hof, een hotel met een traditie van 200 jaar, een uniek arrangement. U kunt theaterbezoek, concerten en gastronomie combineren met overnachting in heel ruime kamers tegen zeer schappelijke prijzen. Wij hadden de keuze uit het poppentheater Die Weihnachtsgans Augusteen of het ‘Weihnachtoratorium’ van Bach en sliepen in de Johannes Brahms Suite. www.saechsischerhof.com
● DUITSE
KERSTLIEDEREN
Overal weerklinken tijdens de kerstdagen Duitse liederen als ‘Oh Tannenbaum’ en ‘Alle Jahren wieder’. Deze liederen zijn afkomstig uit Thüringen. Net als het Weihnachtsoratorium’ van Johan Sebastian Bach.
voor de voormalige Ossies. Zo was het staatsbedrijf VEB Glass Art, waarvan de Farbglashütte sinds 1980 deel uitmaakte, uiteengevallen in kleinere bedrijven. Farbglashütte werd geprivatiseerd en moest zich op de vrije markt staande houden, maar dreigde na een paar jaar bankroet te gaan. Met de verkiezing van een Glasprinses kreeg Lauscha echter een moderne patrones voor de nijverheid waaraan het zijn bestaan te danken heeft. En zie, midden de jaren negentig bood zich een investeerder aan en sindsdien gaat het Lauscha weer voor de wind. De schone beschermdame zij geprezen. www.glasmuseum-lauscha.de www.lauscha.de www.farbglashuette.de
DE MORGEN VRIJDAG 24 DECEMBER 2010
DE ROOTS
★★
VAN KERST
DMVAMOS 77
Van gitaargetokkel in Oostenrijkse kerk tot wereldkersthit
STILLE NACHT IN
die weet of het waar is, niemand die onderzoek wil voeren of het waar is. Dat verhoogt het mysterie, klinkt het hier.
DE WERELD ROND
OBENDORF ‘Stille nacht, heilige nacht’ galmt dezer dagen door de winkelstraten. Het wordt in 300 talen gezongen en is het bekendste kerstlied. Maar waar komt het vandaan? DOOR GEERT DE WEYER
I
n Salzburg treffen we Dr. Werner Thuswaldner aan, een ex-journalist die twintig jaar lang de cultuurredactie van de Salzburger Nachrichten leidde. Hij maakt meteen duidelijk dat de twee populairste redenen om Salzburgerland te bezoeken, Mozart en The Sound of Music zijn. Mozart werd er geboren, The Sound of Music werd er 45 jaar geleden opgenomen. Componist en film lokken jaarlijks honderdduizenden toeristen naar Oostenrijks vierde grootste stad. Maar er is nog een derde reden die de toeristenstroom in gang zet: het lied ‘Stille nacht, heilige nacht’, waarvan de oorsprong terug te vinden is in de hele regio, in de vorm van de geboortehuizen van de bedenkers van dit lied of talloze musea en een kapel waar het lied voor het eerst werd opgevoerd. Of het nu Amerikaanse dan wel Japanse of Oost-Europese toeristen zijn, allemaal willen ze weten waar de wieg van ‘Stille nacht’ stond.
TIROLER VOLKSLIED Dr. Thuswaldner heeft de laatste twee decennia van zijn leven gespendeerd aan uitzoeken hoe dit lied uit de bergen de wereld veroverde, met twee goed verkopende boeken als resultaat. Bij zijn eerste handdruk maakt hij al meteen duidelijk dat we naar de Steingasse moeten, een donkere steeg op geen vijf minuten wandelen van het uit barokgebouwen opge-
trokken stadscentrum. De ingebouwde gevel op nummer 9 laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Hier zou de arme hulppriester Joseph Mohr, die in 1818 het gedicht ‘Stille nacht’ schreef, hebben geleefd. “Niets is minder waar,” WERNER THUSWALDNER (‘STILLE NACHT’-KENNER):
Het lied werd een groot succes. Het bracht hoop, het sloeg aan en men begon het mee te zingen snuift hij. We stappen vijftig meter terug. Nummer 31. “Dit is het echte huis”, klinkt het. “Daar zijn we vijf jaar geleden achter gekomen.” De reden waarom de gevel blijft staan, mag duidelijk zijn. Commercie. Thuswaldner windt er geen doekjes om: “‘Stille nacht, heilige nacht’ is hier big business.” Tienduizenden toe-
risten bezoeken jaarlijks de Steingasse, de huidige eigenaars van het huis op nummer 9 doen er alles aan de gevel te behouden. “Ik ben gaan speuren naar de tijd waarin Mohr leefde. Daarin moest de oorzaak liggen waarom dit bijna magische lied de wereld veroverde”, begint hij. En dan, op geheimzinnige fluistertoon: “Ik denk dat ik de reden heb gevonden.” De exjournalist haalt de doortocht van Napoleon aan. “De oorlog en de plundering brachten angst onder de bevolking. Jonge mensen, die Napoleon opvorderde om zijn leger groot te maken, verstopten zich in barre omstandigheden in de bossen. Op datzelfde moment barstte een Indonesische vulkaan uit. Er kwamen tonnen stof in de atmosfeer. De gevolgen waren over de hele wereld merkbaar. De temperatuur zakte, de oogst ging verloren en de armoede werd hier nog erger. De mensen hadden dus hoop nodig, en dat vonden ze in het lied ‘Stille nacht, heilige nacht’.
DE COMPONIST
man in de geschiedenis van het lied. Zonder hem zou het gedicht ‘Stille nacht’ van pastoor Mohr altijd een gedicht zijn gebleven. Het huis waarin Gruber woonde, en waarachter zijn graf ligt, is vandaag een museum. Experte Brigitte Winkler wijst op de vriendschap tussen pastoor Mohr en muziekleraar Gruber. Als vriendendienst vroeg pastoor Mohr of Gruber op zijn gedicht een passende melodie zou willen schrijven voor twee solostemmen en één gitaarbegeleiding. Enkele maanden later, op 24 december 1818, brachten ze hun lied voor het eerst ten gehore in de Nikolakerk in Obendorf. Ná de de middernachtmis weliswaar, want een gitaar (het originele kleinood staat achter glas in het Grubermuseum in Hallein) was een instrument voor op café of op straat. “Het werd een groot succes”, zegt dr. Thuswaldner. “Het lied bracht hoop, het sloeg aan en men begon het mee te zingen.” Obendorf bezit trouwens een druk bezocht Stille nacht en Heimat-museum, maar de kerk zelfs is afgebroken. Wat overblijft is de hoger gelegen zogenaamde Stille Nacht-kapel waarvan enkel het wijwatervat nog origineel is. Jaarlijks lokt de kapel zo'n 100.000 mensen van over de hele wereld wereld. Markant detail: de schedel van Mohr zou achter het altaar in de stenen zijn ingemetst. Niemand
Op veertig kilometer van Salzburg, in het charmante middeleeuwse stadje Hallein, is onder een dikke laag sneeuw nog net het graf van muziekleraar Franz Xaver Gruber te zien. Geen onbelangrijk
Hoe ‘Stille nacht’ dan de wereld heeft veroverd in een tijd waarin er geen sprake was van internet, televisie of zelfs radio, bleef lange tijd een raadsel. Thuswaldner wist een tip van de sluier op te lichten toen hij stootte op een brief vanuit Berlijn. Enkele jaren na de eerste opvoering van ‘Stille nacht’ op gitaar in de Nikolakerk arriveerde een brief uit Berlijn in het klooster van Salzburg. Of het lied toebehoorde aan Michael Hayden, broer van Salzburger Joseph, werd geopperd? Als bij toeval kwam de brief in handen van Grubers broer. Het antwoord hangt in het Gruber-museum in Hallein. “Hij had kunnen liegen en zeggen dat enkel Gruber verantwoordelijk was voor het lied”, zegt Thuswaldner. “Maar hij was een eerlijk man en vertelde dat de ondertussen overleden pastoor Mohr de tekst geschreven had en zijn broer Franz Gruber de muziek had gecomponeerd.” Die brief, en enkel die brief, maakte van Mohr de rechtmatige medeauteur van ‘Stille nacht, heilige nacht’. En pas door de brief had men door dat het lied een eigen leven was gaan leiden buiten Oostenrijk. “Men heeft zich lange tijd afgevraagd hoe het lied zo wereldbekend is geworden. Toeval ligt aan de basis daarvan”, ontdekte Thuswaldner. “Het was namelijk zo dat het orgel in de Sint Nikolakerk stuk was. Een orgeltechnieker uit een ander dorp was toevallig daar, die 24ste, en vertelde enthousiast over het lied. Dat kwam ter ore van een een andere familie uit Tirol, die naar Obendorf trok. In 1832 schreef een Salzburger krant dat ze dit jaar weer ‘Stille nacht’ zouden zingen. Dat lokte mensen naar de kerk, waaronder enkele zingende families en een drukker, die tekst en muziek drukte samen met drie andere ‘Tiroler-Weinachtsliederen’.” En dan ging het, zelfs voor die tijd, razendsnel. Een bekende zingende familie trok in 1938 naar New York en voerde het lied op tijdens hun ‘Heimat-avonden’, andere musici in de VS namen het over en in geen tijd werd het bekend. Nog een fijn toeval was dat ‘Stille nacht’, in tegenstelling tot zovele andere kerstliederen, Maria niet vereerde. De protestanten, die niets met Maria hebben, pikten het daarom op. Thuswaldner: “En daarom waren Amerika en Scandinavië er onmiddellijk mee weg. Je ziet, dit klein lied uit de bergen werd door gelukkig toeval heel erg groot.” www.stillenacht-obendorf.at, www.vakantie.salzburgerland.com en www.hallein.com. In 2005 verscheen het kinderboek van Thuswaldner bij ons als Stille nacht, heilige nacht bij uitgeverij De Vier Winstreken, met illustraties van Robert Ingpen.
FROH WEINACHTEN! ● KERSTWENSEN “Froh Weinachten”, klinkt het vaak in Salzburgerland. Maar “Frohe Weihnachten”, “Schöne Weihnachten” en “Fröhliche Weinachten” mogen ook.
● DE KERSTMAN
FOTO’S SHUTTERSTOCK/RV
De kerstman bestaat hier niet. Op 6 december komt wel Sankt Nikolaus, het equivalent van onze sinterklaas. Hun zwarte piet wordt der Krampus genoemd, een gehoornde, afschuwelijk uitziende duivel die de stoute kinderen bestraft.
● CADEAUTJES Bij families met kleine kinderen wordt de dennenboom pas op kerstavond opgezet. Daarvoor is er een adventskrans. Op de heilige avond gaat de papa met de kinderen buiten, de moeder zet de boom op en legt er
cadeautjes onder. In Hallein gaat men naar het graf van Gruber aan het Grubermuseum om er ‘Stille nacht’ te zingen. Nadien bidt en zingt men thuis, gevolgd door het uitpakken van de cadeaus.
● HET KERSTDINER Op kerstavond wordt er vaak gevast, zegt hotelier en chef-kok Ernst Kronreif van het bekende Gasthof Hohlwegwirt in Hallein. Graag eet men dan na de middernachtmis een eenvoudige maaltijd: noedelsoep met worstjes. Kerstdag zelf staat voor een uitgebreid middagmaal met twee veelgemaakte menu’s: gans, linzen en rode kool of gebakken karper met aardappelsalade. Als dessert komen vaak warme appelen met rode bosbes op tafel. Voor men begint aan het kerstdiner, wenst men elkaar Mahlzeit, eerder dan Guten Appetit of Guten Mahlzeit.
78 DMVAMOS
VRIJDAG 24 DECEMBER 2010 DE MORGEN
DE ROOTS
VAN KERST
SELESTAT,
GLECKIKA WÏANACHTA!
WIEG VAN DE KERSTBOOM In de Elzas staat niet de kribbe van het kindje Jezus, maar van de kerstboom. Bij ons krijgt de versierde dennenboom nog geen 150 jaar een plekje in de huiskamer, de Elzassers kruipen al bijna vijfhonderd jaar onder de boom met Kerstmis. Op zoek naar de wortels van de kerstboom in de wouden van Sélestat.
T
erug in de nevelen der tijd, naar de oudste mythe over de kerstboom. In de achtste eeuw trok de heilige Bonifatius door het Frankische rijk. Hij staat in de geschiedenisboeken als de grondlegger van de kerkelijke structuren in het huidige Duitsland, maar de man heeft meer op zijn palmares staan: de ‘ontdekking’ van de kerstboom. Tijdens zijn tocht door Europa stootte Bonifatius in het Duitse Geismar op een ritueel waarbij een heilige eik vereerd werd. De goedheilig man kon het tafereel niet aanzien en hakte de boom om met één houw van zijn bijl. Hij verhakte de eik vakkundig tot een paar balken waarmee hij een kerk bouwde. Enter de kerstboom: niet veel later zag Bonifatius in de stronk van de omgehakte eik een spar groeien. Hij verhief de dennenboom tot een nieuw symbool van Christus.
KERSTBOOMBEWAKERS Een verhaal voor wat het waard is, maar in de Elzas zijn ze zekerder van hun stuk. In Sélestat, zo’n 50 kilometer onder Straatsburg, wordt momenteel het oudste document dat verwijst naar de kerstboom tentoongesteld. In de Bibliothèque Humaniste werd een rekeningboek uit 1521 teruggevonden waarin staat dat de boswachters vier shilling krijgen voor het bewaken van de dennenbomen. Elk gezin mocht maar één kerstboom per jaar uit de wouden rond de stad halen. Het was dankzij de protestanten dat de eenvoudige boom een
centrale plaats in huis kreeg. Ze wilden breken met de typisch katholieke kerststal en kozen in de plaats voor een kerstboom, symbool van de levensboom in de Tuin van Eden.
Elk jaar wordt een bijzondere kerstboom uitgezocht, liefst 110 jaar oud en 30 meter hoog. Dat moet wel, als je jezelf Capitale de Noël noemt. Hier zette men al in 1521 de eerste kerstboom Als je tijdens de eindejaarsperiode door Sélestat wandelt, zal deze geschiedenis je niet ontgaan. De Elzas wordt op het einde van het jaar verdeeld in zeven verschillende ‘pays’, en rond het bosrijke Sélestat, waar de wieg van de kerstboom staat, ligt het Pays du Sapin. Hier geuren de straten naar dennenbomen in plaats van naar glühwein. Er is een heuse dennenbomenmarkt waar alle mogelijke maten en soorten van dennenbomen worden verkocht, en op de Place du Marché aux Choux is een dennentuin aangelegd. Voor de kinderen is er een kermis, Kermesse du Sapin, en een stadrally met professor Sappinus. Zelfs de Saint-George kerk is versierd met talloze verschillende kerstbomen. Ze vertellen de plaatselijke geschiedenis van de kerstboomversiering. “Helemaal in het begin hingen we appeltjes in de kerstbomen in de kerk”, vertelt Jenny Seibert van de dienst Toerisme van de Elzas. “Maar appels
waren het symbool van de zonde, denk maar aan het verhaal van Adam en Eva. Dus hing men er algauw hosties naast.” Stilaan begonnen de Elzassers ook thuis kerstbomen op te zetten. “Aan het begin van de 19de eeuw verving men de hosties door bredele, de typische kerstkoekjes van de Elzas. Nog later hingen de Elzassers prenten in de kerstboom, en ten slotte, tegen het einde van de 19de eeuw, veranderden de prenten in de figuurtjes die wij nog steeds in de kerstboom hangen.” In de Elzas zetten ze dus al bijna 500 jaar een boompje op met Kerstmis, en ook al lijkt het alsof de kerstboom altijd al bestaan heeft bij ons, is dat lang niet zo. Tot 1870 was de boom een grote afwezige in ons land. Pas rond die tijd begonnen de rijken kerstbomen te versieren met cadeautjes die de arme kinderen van de buurt mochten komen leegplukken. De katholieke kerk had het niet zo begrepen op de ‘heidens-protestantse’ dennenboom. In het Vaticaan staat maar sinds 1982 een kerstboom.
DE GROOTSTE VS. DE OUDSTE Ook in Straatsburg werd een behoorlijk oud document uit 1539 gevonden waarin sprake is van een kerstboom in de kerk. Pech voor Straatsburg, maar Sélestat was eerst. Dat maken ze in Straatsburg goed met een andere kerststunt: op de Place Kléber prijkt de grootste kerstboom van Europa. Hij reikt bijna dertig meter hoog naar de met sneeuwwolken bepakte hemel. “Elk jaar wordt de boom zorgvuldig uitgezocht in de wouden van de Vosges”, vertelt Annie Dumoulin van de dienst Toerisme van Straatsburg. “Deze is 65 jaar oud, maar die van vorig jaar was wel 110 jaar oud.” Als je tijdens de eindejaarsperiode naar de Elzas gaat, is Straatsburg incontournable. De stad kroonde zichzelf tot ‘Capitale de Noël’ van Frankrijk. Straatsburg
FOTO’S THINKSTOCK
DOOR SOFIE VANDEN BOSSCHE
● WENSEN “Gleckika wïanachta!” Het Elzassisch is een nog levendige taal in de streek, dus de kans is groot dat je er mensen elkaar op deze manier zalig kerstfeest hoort wensen.
● EXTRA FEESTDAG De kersttradities zijn stokoud, maar springlevend in de Elzas, een streek waar het christelijke geloof nog sterk aanwezig is. De Elzas is trouwens de enige regio in Frankrijk waar ook tweede kerstdag een feestdag is. De streek was Duits toen Frankrijk kerk en staat scheidde en de feestdag afschafte.
● CHRISTKINDL
De Kerstman bestaat niet in de Elzas, hier komt het Christkindl de cadeautjes rondbrengen. Omdat het kindje Jezus zelf nog te klein is om dat te doen, krijgt hij hulp van het Christkindl, een klein blond meisje dat een verlichte kroon draagt. Ze wordt altijd en overal vergezeld door de griezelige oude Hans Trapp, een equivalent van onze Zwarte Piet.
is ondertussen al aan haar 441ste kerstmarkt toe. Alweer waren het de protestanten die met het idee op de proppen kwamen. In 1570 trokken ze van leer tegen de decadente heiligenverering van de katholieken. De Sinterklaasmarkt moest eraan geloven, in de plaats kwam de Christkindelsmärik (letterlijk: de markt van het
● ADVENT Tijdens de Advent tellen de Elzassers af naar Kerstmis. In zowat alle huizen staat een zelfgemaakte adventskrans op tafel. Adventskalenders zijn soms levensgroot: in verschillende dorpen gaat er elke dag op hetzelfde tijdstip een nieuw raam van een gebouw open, waarachter iemand verschijnt die een kerstverhaal vertelt. Vanaf het begin van de Advent begint iedereen bredele te bakken, een verzamelnaam voor 101 verschillende soorten kerstkoekjes.
● KERSTDINER Op kerstavond en kerstdag zelf verschijnen er geen typische gerechten op tafel. De kerstkruiden (zoals kaneel, kruidnagel, nootmuskaat en gember) zijn wel een constante tijdens deze periode. Ze duiken op in zowel de bredele als het plaatselijk gebrouwen kerstbier. Foie gras is een andere lekkernij die alomtegenwoordig is tussen het begin van de Advent en Driekoningen. (SVB)
kindje Jezus). 440 jaar later is de kerstmarkt van Straatsburg succesvoller dan ooit. De hele stad baadt in een warme kerstgloed. Op twaalf verschillende locaties staan er meer dan 300 chalets. In de straten brengt glinsterende kerstverlichting licht in de duisternis. Gleckika wïanachta! Meer info op www.tourisme-alsace.com