juli, augustus, september 2012
Nr. 147
KBA
België/Belgique P.B./P.P. 9099 GENT X BC 10999
Kadervorming voor Afrikanen
Vooruitgangstraat 333/03 B-1030 Brussel (België) - Tel. 02 201 03 83 • Fax: 02 205 17 39 E-mail: info@kba-foncaba.be - www.kba-foncaba.be
Karibu Een ander Congo is mogelijk Burundi : 50 jaar onafhankelijk Afgiftekantoor Gent X - P602401 3ste kwartaal 2012
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
1
inhoud 3 Voorwoord 4 EEN ANDER CONGO IS MOGELIJK PANELGESPREK: CONGO DOOR EEN ZONNEBRIL Er zijn mensen die Congo bekijken door een ‘zonne’bril. Hoopgevende tekenen moedigen aan te geloven dat een ander Congo mogelijk is. 6 BEHEER VAN DE NATUURLIJKE HULPBRONNEN: BOSSEN EN MIJNEN De natuurlijke hulpbronnen blijven de kern van de conflicten. De bevolking moet bijgestaan worden om haar rechten op te eisen. 11 50 JAAR NA DE ONAFHANKELIJKHEID : VORMING VAN DE KADERLEDEN VAN DE CIVIELE MAATSCHAPPIJ Het is belangrijk te investeren in de versterking van de capaciteiten van de kaderleden van de civiele maatschappij om het politieke toezicht te verbeteren. 14 BEMIDDELING EN OVERGANGSJUSTITIE Er is een gebrek aan geloofwaardigheid van het gerechtelijk apparaat maar er zijn alternatieve manieren om conflicten op te lossen. Bemiddeling en overgangsjustitie. 18 DE INZET VAN DE JEUGD IN DE AFWIKKELING VAN CONFLICTEN De jeugd is de toekomst van een land. Het is belangrijk te investeren in de capaciteiten en de inzet van jongeren, voor de opbouw van vrede. 21 VREDESOPBOUW EN GENDERGEWELD De wetten van 2006 zijn voornamelijk uitgevaardigd voor seksueel geweld, terwijl het geweld op grond van geslacht (gender) naar voor komt. Het is dus noodzakelijk de wet aan te passen. 26 KBA: VAN ZUID NAAR NOORD EVALUATIESEMINARIE KBA-partners uit de D.R. Congo waren in België om een gemeenschappelijk project over ‘burgerlijke participatie en vredesopbouw’ te evalueren. 28 DE ONAFHANKELIJKHEID VAN BURUNDI 50STE VERJAARDAG
Het KBA jaarverslag 2011 is verschenen. Je kan de pdf-versie bekijken of downloaden op www.kba-foncaba.be 2
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
voorwoord Moed toont zich niet zozeer door grote verwezenlijkingen maar door het werk van elke dag. Dat probeert KBA te doen. Al 50 jaar en met bescheiden middelen, draagt ze bij tot de vorming van leiders aan de basis in lokale organisaties en versterkt ze op die manier de Afrikaanse civiele maatschappij. Tot op vandaag blijft vorming de sterke strategie van onze duurzame ontwikkelingsacties. Luisterend naar de partners uit het Zuiden en met de hulp van externe facilitatoren, heeft KBA vorderingen gemaakt in haar strategisch denken voor de komende tien jaar. De organisatie wil de interne krachten en opportuniteiten gebruiken, door mechanismen te ontwikkelen die een impact op de omgeving zullen hebben. In juni laatstleden in Brussel, heeft een workshop met vijf partners geleid tot een besluit rond een aantal nieuwe prioriteiten voor de versterking van de kaderleden van de civiele maatschappij, de rode draad van het partnerbeleid van KBA in Afrika. In de volgende jaren zal KBA haar koers blijven aanhouden, met een aantal nieuwe accenten. Samen met de partnerorganisaties wil ze de capaciteiten van de verantwoordelijken en animatoren van de basisgroepen versterken. Dit is coherent met de prioriteiten van het nieuwe Belgisch ontwikkelingsbeleid. Wij blijven erin geloven dat Afrikanen zelf de eerste actoren zijn van hun ontwikkeling. De Afrikaanse kaderleden moeten zelf grondige contextuele analyses maken om staatsmodellen op te bouwen die groei bevorderen voor de komende 50 jaren. In een internationale context van crisissen, met een nationaal decentralisatiebeleid, is de versterking van de capaciteiten van de civiele maatschappij een prioriteit. KBA boekt reeds vooruitgang in de onderhandelingen met Afrikaanse en internationale vormingsinstituten om structurele samenwerking op gang te brengen. Vandaag, meer dan gisteren, rekent KBA op U. Samen willen we de toekomst van dit continent opbouwen. Help ons in dit engagement. Heel oprecht, uit het diepste van ons hart, dank voor uw aanmoedigingen. Dank voor uw vrijgevigheid. Afrika heeft mannen en vrouwen nodig die zich inzetten voor gerechtigheid en vrede.
M-Bernadette Zubatse Directrice
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
3
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
EEN ANDER CONGO IS MOGELIJK Panelgesprek: Congo door een zonnebril. Ik heb een droom gehad over Congo. Het ging zo: ‘Een ander Congo is mogelijk. Dit is mogelijk als alle Congolese vrouwen en mannen zich ervan bewust worden dat zij de enigen zijn die voor verandering kunnen zorgen.’ De schrijver Eduardo Galeano schreef in zijn boek ‘De zwervende parabels’: “De utopie is aan de horizon. Als ik twee stappen zet in haar richting, gaat ze twee stappen verder weg (…). Waartoe dient dan de utopie? Zij dient om vooruit te komen.” Mijn droom dient om vooruit te komen.
Van links naar rechts: Joyeux Mushekuru (APRODEPED), Jean-Baptitse Ndundu (RODHECIC), Jean-Baptiste Mulengezi (Groupe Jérémie), Guy Poppe (moderator), Patient Bagenda (JCC), Paul Kabeya (RODHECIC) Tussen hoop en ontgoocheling De Congolese bevolking heeft heel wat tekenen van hoop gekend, om te beginnen met de onafhankelijkheid van het land in 1960. Daarna was er in de jaren ‘60 het einde van de opstanden, toen Mobutu de macht greep. In de loop der jaren maakten veel families echter een afdaling naar de hel mee. Acties die erop volgden, droegen ertoe bij dat de bevolking toch bleef volharden. Zoals de Soevereine Nationale Confe4
rentie, de machtsgreep van Désiré Kabila, de Akkoorden van Sun City, het referendum over de nieuwe grondwet, de verkiezingen van een president en parlementsleden in 2006, de Vredesakkoorden Amani van Goma, de verkiezingen van 2011… Telkens verwachtten de Congolezen ‘de verandering’ en telkens werden ze teleurgesteld. Waaruit blijkt dat de droom onafscheidelijk verbonden is met ontgoocheling. Het leven van elke man en vrouw, van elke familie en van elke gemeenschap, is een geschiede-
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
nis van droom en ontgoochelingen. Elke stap die men zet, elk initiatief dat men neemt, elk resultaat dat men bereikt, elke nieuwe mogelijkheid die men ontwikkelt, opent een horizon maar schuift die ook meteen verder weg. Het is een weg die men moet afleggen. Het is omdat men vooruitkomt, dat men teleurgesteld is. Het zijn die teleurstellingen die ertoe aanzetten om verder te gaan en dat ‘iets nieuws mogelijk is’, zoals Elena Lasida zegt in haar boek ‘Le goût de l’autre’.
Onzichtbare vooruitgang Vandaag zijn er heel wat dingen die niet goed gaan in Congo: de opstanden en de onveiligheid, het geweld tegen vrouwen, het gebrek aan een goed bestuur, de corruptie, de systematische diefstal van de natuurlijke hulpbronnen. Men zou de moed kunnen verliezen maar het is precies deze crisis die verandering in gang kan zetten, wetende dat het beter kan, dat een andere Congo mogelijk is. De civiele maatschappij is sterker geworden. De bevolking begint haar rechten te kennen en te verdedigen en is rijp voor de democratie. Het is dankzij competente, goed opgeleide leiders die zich inzetten binnen de civiele maatschappij, dat deze stappen voorwaarts mogelijk werden.
Een beter Congo is mogelijk Aan de bevolking die niet goed weet wat morgen zal brengen, tonen leiders van de civiele maatschappij dat het beter kan. De Congolese KBA-partners die werken voor meer rechtvaardig-
“
Waartoe dient dan de utopie? Zij dient om vooruit te komen. heid, voor de mensenrechten en voor een goed bestuur bouwen mee aan dat ‘betere’ Congo. Zij geloven samen met KBA dat het ‘andere Congo’ een plaats zal krijgen.
Versterking van de capaciteiten Het is van groot belang dat de leiders van de civiele maatschappij goed opgeleid worden om de bevolking aan de basis te kunnen begeleiden en het is de missie van KBA om dit mogelijk te maken. Maarten Luther King zei: “I had a dream” en die droom heeft de wereld veranderd. Die droom voor Congo is dat ‘een ander Congo mogelijk is’. Luc Bonte, voorzitter KBA
Panelgesprek op 20 juni 2012: ‘Congo door een zonnebril: een ander Congo is mogelijk’. Vijf Congolezen, mensenrechtenpartners van KBA, toonden dat een ander Congo mogelijk is. De uiteengezette onderwerpen vindt u op de volgende pagina’s.. KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
5
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
Beheer van de natuurlijke hulpbronnen: bossen en mijnen Sinds tientallen jaren wordt er gesproken over de natuurlijke hulpbronnen van Congo. Uiteindelijk zijn zij de werkelijke inzet van de gewapende conflicten, van het wanbestuur en van de problemen van het land, zowel op binnenlands niveau als in de buitenlandse betrekkingen. De verschillende en pertinente verslagen van de Verenigde Naties over de exploitatie van deze hulpbronnen, geven telkens weer details over de actoren die erbij betrokken zijn.
Illegale exploitatie Milities en gewapende bendes leggen hun wetten op in de bossen en in de omgeving van de mijnzones. Ze doen er aan ontginning en aan smokkelarij. In deze zones werd de plaatselijke bevolking verjaagd na aanvallen op de dorpen en moordpartijen op de landbouwers. Vaak worden deze mijnzones afwisselend bezet door soldaten van het reguliere leger die, net zoals hun vijanden, de uitbating privilegiÍren ten koste van de veiligheid van de bevolking. Netwerken van illegale exploitatie die opgericht werden sinds de oorlogen van 1996 tot 2003 zijn nog steeds actief, voornamelijk in het oosten van het land. Ze zijn verbonden met interne machten (milities, gewapende bendes, officieren van het reguliere leger en economische actoren) en buitenlandse lobby’s (maatschappijen en de buurlanden, officieel of officieus via officieren van het leger).
wat met de bevolking? Nieuwe actoren die op zoek zijn naar mijnen, waardevol hout en gronden, doen 6
Het delven van ertsen de laatste vijf jaren, het heen-en-weer verkeer tussen Kinshasa en de provincies toenemen. Zij installeren zich in de dorpen, voorzien van mijncontracten en vergunningen voor bos- of landbouw exploitatie. Op 1 september 2011 werden 985 mijncontracten goedgekeurd door
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
Het bedrijf BANRO bezet het dorp Twangiza het Mijnkadaster, meer bepaald in de Provincies van Katanga, de twee Kivu’s, de twee Kasayi en Neder-Congo. Meer en meer Chinezen, Japanners, Koreanen, Canadezen, Zuid-Afrikanen… overspoelen de dorpen, op zoek naar gronden en uit te baten concessies. De kaart van het mijnkadaster illustreert goed de hoge mate waarin het land versneden wordt ten bate van de uitbaters, meestal zonder scrupules. De enige belangstelling voor Congo die zij hebben, is voor de onmetelijke rijkdommen die eruit te halen zijn, en geenszins voor een waardig leven voor de bevolking. Concessies worden toegekend tot in bewoonde dorpen, wat de verhuizing van de bevolking met zich meebrengt, met onberekenbare gevolgen op socio-economisch en cultureel vlak. In zeldzame gevallen werden maatregelen genomen om aan families een nieuw onderkomen te bezorgen of de dorpen een nieuwe plaats te geven maar daarbij werd de bevolking verplicht haar waardigheid op te geven onder bedreigingen en pesterijen. Soms werd de bevolking verplaatst in haar eigen streek maar moest ze haar velden achterlaten en werden mensen samengepropt in ondefinieerbare woningen.
De mijncode wordt met de voeten getreden De toename van de straffeloosheid, door de stevige band tussen de militairepolitieke machten en de ‘investeerders’, draagt bij tot de rampzalige gevolgen van de inbeslagname en de uitbating van de natuurlijke hulpbronnen. De uitbaters overtreden vlot de voorschriften van de Mijncode, zowel als het over de verplichtingen tegenover de lokale bevolking en de zorg voor het milieu gaat, als over het volume van de uitgebate hulpbronnen ten overstaan van de fiscale verplichtingen. Voor deze schandalige exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen, worden kinderen onder de 15 jaar gebruikt en geweld aangedaan, zowel in de mijnen als in de bossen. Op een cijfer van 200.000 mijnwerkers in Katanga, telt men tot 40 % kinderen die 2 à 3 dollar per dag verdienen.
Gronden en ecologie te koop! Er is een nieuw verschijnsel. Landbouwers beginnen hun gronden te verkopen aan rijken uit de stad. Zij verlaten de
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
7
Kinderen in mijnontginningen landbouw en de veeteelt, om zich te vestigen in de steden of in de omgeving van de mijnbouw. Deze situatie wordt bevorderd door verschillende factoren, meer bepaald de klimaatssto足 ringen die de voortdurende daling van de landbouwproductie tot gevolg hebben, de voedselbedeling die gedurende vele jaren een parasitisme veroorzaakt heeft en tenslotte de druk van de grote exploitant. Families die het nodige voedsel om van te leven voortbrachten op hun gronden, worden zo geleidelijk aan werklieden bij de nieuwe uitbaters, en mensen zonder grond worden veroordeeld om te bedelen. Laat ons ook de belangrijke ecologische bedreigingen vermelden die steeds duidelijker worden en die het gevolg zijn van de uitbreiding van de uitbatingen, van het kappen van de bomen en het vestigen van fabrieken. De autoriteiten die de uitbatingsvergunningen afleve8
ren, bekommeren zich enkel om commissielonen en steekpenningen. De mijnuitbaters betalen bijna niets aan de staat, wegens massale vrijstellingen en ondoorzichtigheid in de exploitatie en in de aangifte van de gerealiseerde producten. Ze destabiliseren de heuvels, vervuilen de bronnen en rivieren en leggen de diepe dalen droog.
Kansen en mogelijke acties Acties om de lokale actoren, in het bijzonder de traditionele chefs en de civiele maatschappij, te betrekken in het toekennen van gronden, moeten bevorderd worden. Te voorziene conflicten, zoals wat er vandaag gebeurt in Luhwinja, Mukungwe en Kalehe in Zuid-Kivu, lopen het risico zich te veralgemenen als het toekennen van concessies en uitbatingsvergunningen een geheim blijft, voorbehouden aan de nationale autoriteiten. Want vroeg of
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
laat zal de bevolking zich bewust worden van het misbruik en zal zij rekenschap eisen. Meer initiatieven rond belangenbehartiging en lobbyactiviteiten bij de nieuwe gekozenen, op nationaal en provinciaal vlak maar ook voor de lokale autoriteiten zijn nodig. Het is belangrijk dat bij het toekennen van gronden vooraf de traditionele en lokale gezagsdragers betrokken worden, als eerste stap in het proces van toekenning van de contracten. ‘Juste Cause Congo’ (JCC) zet zich in voor de sensibilisering van de lokale gezagsdragers opdat deze meer doorzichtigheid zouden eisen en meer respect voor de tradities en de rechtsplegingen. Het is noodzakelijk dat de bevolking over een maximum aan inlichtingen beschikt over de contracten en de
“
Meer en meer Chinezen, Japanners, Koreanen, Canadezen, Zuid-Afrikanen… overspoelen de dorpen uitbatingsvergunningen, zodat zij de rechten en de plichten van de exploitanten kent. Vooral wat de weerslag van de ontginningen op de lokale ontwikkeling en de bescherming van het milieu betreft. Want het is door de inhoud van de contracten en toelatingen te kennen dat de bevolking zich dan kan organiseren om beter het deel op te eisen dat haar toekomt. JCC, zoals de andere organisaties die werken voor een goed bestuur van de rechtsstaat, verzamelt informatie en verspreidt deze bij de lokale gemeenschappen.
De ontbossing is een ecologische bedreiging KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
9
De mijnuitbaters vervuilen de bronnen en rivieren De bevolking moet bijgestaan worden om haar rechten op te eisen. Er is vandaag een absolute, en rechtmatige begeleiding, ook juridisch, van de protesten en het verzet van de bevolking, telkens als hun gronden worden ingenomen en beroofd, telkens als hun leefmilieu nefaste gevolgen ondervindt van de uitbating van de natuurlijke hulpbronnen, telkens wanneer hun gebieden gedestabiliseerd worden en de gevolgen van de uitbating van de natuurlijke hulpbronnen niet positief zichtbaar zijn op het vlak van de lokale ontwikkeling, in de kas van de staat of onder de vorm van belastingen, taksen en opbrengsten. Er moeten billijke vergoedingen geëist worden. De strijd voor het strikte respect van de principes en de criteria van doorzichtigheid in de uitbatingen moet gesteund en begeleid worden. Aange-
zien Congo ingestemd heeft met het ITIE proces (Initiative pour la Transparence dans les Industries Extractives), komt het de bevolking toe, tegenover maatschappijen en tegenover een regering die geen transparantie wil bieden in de uitbating van de natuurlijke hulpbronnen. In een verslag van een zending geleid door de Commissie van economische en financiële zaken en van goed bestuur van de Senaat, merkt Professor Mabi Mulumba op dat van de 237 mijnondernemingen in Katanga, slechts zes ondernemingen hun productiestatistieken publiceren. Er moeten ook studies worden gevoerd in andere provincies, meer bepaald in het oosten van het land. Patient Bagenda, hoofdanimator van ‘Juste Cause Congo’ , Brussel 20 juni 2012
J.C.C. (Juste Cause Congo) - Bukavu (Zuid-Kivu) JCC is een organisatie voor burgereducatie. Ze draagt bij tot een politieke cultuur waarbij het recht, goed bestuur en democratie centraal staan. JCC publiceert ook stripverhalen, die gebruikt worden als sensibiliseringsinstrumenten. Voor het oplossen van conflicten, werkt JCC samen met de ‘chefs coutumiers’. JCC werkt met 22 ontwikkelingscomités op dorpsniveau en met vrouwen- en jongerenorganisaties, met in totaal een 3500-tal activisten. 10
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
50 jaar na de onafhankelijkheid : vorming van de kaderleden van de civiele maatschappij De verbetering van de levensvoorwaarden is vandaag de allereerste zorg van de Congolese bevolking. Voor onze grootouders verliep hun welzijn noodzakelijkerwijs via het recht op zelfbeschikking. Maar al zeer snel doken meningsverschillen op rond de beleving van dit recht.
Die meningsverschillen hebben drama’s veroorzaakt die uitgemond zijn in het Mobutisme, een dictatuur van meer dan dertig jaar. Het ernstige verval van de levensvoorwaarden van de bevolking begon onder dat regime. Sommige burgers vertoonden fatalisme, anderen protesteerden. Zij drukten hun wil voor verandering uit, opdat de macht niet langer geconcentreerd zou zijn in de
“
Meer en meer, kiest de civiele maatschappij voor de dialoog met de openbare instellingen handen van één persoon, in dit geval Mobutu. Zij mobiliseerden zich om de macht aan het volk te geven en dit door een democratie en een rechtsstaat. De Soevereine Nationale Conferentie is het symbool van deze dynamiek. Maar, ook daar, zullen de meningsverschillen over de concrete toepassing van deze
democratie later leiden tot oorlogen die de politieke, economische en culturele systemen aantasten van een land dat groot is, maar ook broos.
De overstap van kaderleden van de civiele maatschappij naar de politiek Vanaf het begin van het jaar 2000, heeft de civiele maatschappij de Congolese bevolking gemobiliseerd rond vrede en nationale eenheid. Zij heeft ook gelobbyd bij de internationale instanties (Verenigde Naties, Afrikaanse Unie, Europese Unie, SADC,…) om de internationale gemeenschap ertoe te brengen zich in te zetten voor de vrede in de D.R. Congo. Het delen van de verantwoordelijkheden, betekende ook de overstap van de civiele maatschappij naar de politieke instellingen. Deze inzet in de politiek is positief, op voorwaarde dat de kaderleden die voortkomen uit de civiele maatschappij de waarden behouden waarvoor zij stonden en zij een constructieve invloed kunnen hebben op het bestuur van het land, hoe miniem dan ook. De deelname van kaderleden van de civiele maatschappij aan de actieve
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
11
Kaderleden van de civiele maatschappij specialiseren zich in verschillende domeinen politiek, heeft ons bewust doen worden van de noodzaak van de wederopbouw van het menselijk potentieel van de civiele maatschappij zodat het lobbywerk voor het welzijn van de bevolking voortgezet kan worden. Meer en meer kiest de civiele maatschappij voor de dialoog met de openbare instellingen.
Bewakers van de democratie Door hun competenties te versterken, kunnen de animatoren van de civiele maatschappij zich professionaliseren en specialiseren in verschillende domeinen. Vandaag worden de animatoren van de civiele maatschappij beter in het analyseren en het verzamelen van gegevens, niet alleen om hun pleidooien en lobbywerk te verbeteren maar ook om op een degelijke manier de bevolking te mobiliseren. De verkiezingen van 2011 hebben aangetoond dat het niet volstaat het toezicht te verzekeren in enkele grote steden en gemeenten. Het is belangrijk de animatoren van de civiele maatschappij op lokaal vlak bewust te maken van hun verantwoordelijkheid en hen de 12
nodige hulpmiddelen te geven zodat zijzelf de eerste bewakers worden van het democratisch leven, de mensenrechten, de rechtvaardigheid en de vrede in hun omgeving.
opleiding van kaderleden in de praktijk RODHECIC, een partner van KBA bij het versterken van competenties van het menselijk potentieel, heeft ervaring verworven bij het opleiden van de kaderleden van zijn lidorganisaties rond mensenrechten, vredesvorming, het voorkomen van conflicten, burgerlijke en electorale vorming en in het beheer van projecten. Het uitvoerend secretariaat vergemakkelijkt de verspreiding van informatie en verslagen en verzekert het opmaken van de analyses, vormingsmodules en hulpmiddelen voor burgerlijke en electorale vorming. Het maakt ook een preselectie van de verantwoordelijken die studiebeurzen en stages krijgen voor een specifieke en aangepaste vorming gedurende min of meer drie maanden in een Afrikaanse onderwijs-
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
instelling zoals CERAP van de Universiteit van Cocody in Abidjan (Ivoorkust), de Katholieke Universiteit van Centraal Afrika (UCAC) in Yaounde en het Hekima Institute of Peace Studies and International Relations in Naïrobi (Kenya). Op het einde van de vorming evalueert het secretariaat het rendement en de inzet van de gevormde animator binnen zijn organisatie. Zo volgen wij vandaag van nabij een beursstudent van KBA, aan het Hekima Peace Institute, die werkt rond de wet op de openbare gezondheid. Hij zet zich in voor de gezondheidszorg van gevangenen.
Het slopen van barrières De opleidingen in Afrikaanse instituten slopen ook barrières, zowel voor de animatoren als voor de organisatie en zelfs voor het netwerk. Ikzelf heb deelgenomen aan een vormingsseminarie (de 6de biënnale Norbert Kenne in 2008, UCAC) voor Afrikaanse mensenrechteninstructeurs rond het versterken van de competenties voor het instellen van preventie- en sanctioneringsmechanismen van foltering. Er waren deelnemers uit 14 Franssprekende Afrikaanse landen. De vorming werd verstrekt door professoren en onderzoekers van de UCAC en van Europese universiteiten en door verdedigers van de mensenrechten in Afrika. Het uitwisselen met mensen van
Beursstudenten van KBA op het einde van hun opleiding andere landen was zeer leerrijk. Het verkiezingsproces, waarvoor wij ons al meer dan 10 jaar ingezet hebben heeft ons getoond in welke mate de vorming van een kaderlid van de civiele maatschappij het verschil kan maken in het werk op het terrein. Maar het verkiezingsproces 2010 - 2014 is nog niet ten einde. De werkers van de civiele maatschappij moeten zich absoluut mobiliseren voor een betere democratische cultuur in de D.R. Congo. De belangrijkste uitdaging is de versterking van de democratische instellingen door een betere prestatie van de gekozenen van 2011 en de animatoren van deze instellingen, maar ook een hogere betrokkenheid van burgers. Jean-Baptiste Ndundu, uitvoerend secretaris van RODHECIC, 20 juni 2012
RODHECIC (Réseau d’Organisations des Droits Humains et Education Civique d’Inspiration Chrétienne) – Kinshasa Het netwerk ondersteunt de burgerlijke participatie van de bevolking, door het versterken van de competenties van het maatschappelijk middenveld op het vlak van burgereducatie, vredescultuur en democratie. Het bereidt de waarneming van de verkiezingsprocessen voor en observeert het werk van de autoriteiten. Het bevordert de samenwerking tussen mensenrechtenorganisaties en doet aan lobbywerk. RODHECIC groepeert 60 mensenrechtenorganisaties in alle provincies van Congo. KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
13
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
Bemiddeling en overgangsjustitie De D.R. Congo kende een golf van gewapende conflicten. Vandaag zijn de gevolgen van dit rumoerig verleden nog erg aanwezig: lokale verzetsgroepen (zoals de maï-maï, de stammilitie), de interahamwe, corruptie, banditisme in de steden… en een bevolking die dikwijls niet meer weet waar haar heil te zoeken. Het gerechtssysteem is in diskrediet.
Zuid-Kivu in Oost Congo is een regio die al deze turbulenties kent. Eén van de gevolgen is het huidige gebrek aan geloofwaardigheid van het gerechtelijk apparaat bij de bevolking. Het gevoel dat de ‘sterken’ (personen die een stukje gezag hebben, hetzij sociaal, politiek, administratief, religieus,...) niet hetzelfde
lot kennen voor de wet als de minstbedeelden, de zwakken en de armen, heeft mensen in de richting van alternatieve oplossingen geduwd (persoonlijke of collectieve wraak, corruptie bij de gerechtelijke instanties,...). Een diskrediet dat nog versterkt wordt door exogene factoren zoals de afstand van de juridicties
De bemiddelingen in de dorpen hebben betrekking op conflicten over grondbezit, gezinsconflicten, evenals conflicten in verband met erfenissen 14
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
ten aanzien van de mensen die rechtspraak nodig hebben. Sommigen moeten honderden kilometers afleggen om een rechter te vinden. Daarbij komt dat het gerecht ook kosten en uitgaven met zich meebrengt. We moeten dus zowel de bemiddeling als overgangsjustitie begrijpen als palliatieve wegen van een gerecht dat al te dikwijls geloofwaardigheid en efficiëntie mist.
De families van Nyangezi kunnen beroep doen op hun RVDH ter plaatse
Bemiddeling Bemiddeling betreft burgerlijke, commerciële, sociale en familiale aspecten van het dagelijks leven. Het is een term die verschillende alternatieve manieren om een conflict op te lossen inhoudt. De partijen hebben er voordeel bij door bemiddeling tot een minnelijke schikking te komen waarbij iedereen wint. Indien de bemiddeling mislukt blijft de optie om naar het gerecht te stappen open. In een staat is het recht om conflicten op te lossen en om beslissingen die eruit voortvloeien op te leggen, voorbehouden aan de jurisdicties. In bepaalde aangelegenheden kunnen de partijen overeenkomen hun geschil ter oplossing voor te leggen aan een andere persoon dan de staat. Dat kan een bemiddelaar zijn. Hij zal een oplossing voorstellen, rekening houdend met de elementen die hem door de partijen voorgelegd werden. Zij blijven vrij dit voorstel al dan niet aan te nemen. Binnen APRODEPED is bemiddeling één van de technieken die het bureau voor juridische bijstand vrij vaak gebruikt. De belangrijkste troef hiervan is het feit dat een schikking die door de partijen gevonden en aanvaard wordt, aan elk van hen het gevoel van een overwinning geeft. Andere voordelen zijn de kosteloosheid, de korte termijnen en de
eenvoud van de procedure. De bemiddelingen worden georganiseerd, met de financiële steun van KBA, op het hoofdkantoor van APRODEPED te Bukavu en in de basisgroepen van de RVDH (Netwerken van Vrijwilligers voor de mensenrechten), in de verschillende regio’s van de Provincie Zuid-Kivu. Bemiddeling bij APRODEPED gaat vaak over conflicten rond grondbezit, gezinsconflicten, of erfeniskwesties.
Overgangsjustitie*: oplossingen voor de Congolese situatie Overgangsjustitie: het geheel van procedures en mechanismen - gerechtelijke en niet gerechtelijke - van een maatschappij om af te rekenen met de machtsmisbruiken van het verleden. De overgangsjustitie heeft als doel de verantwoordelijken van misdaden te vervolgen, de waarheid te zoeken, gerechtigheid te herstellen, individuen of gemeenschapsgroepen te verzoenen en herstelmaatregelen (zoals teruggave, aanpassing, schadeloosstelling en waarborgen dat iets zich niet zal herhalen) te voorzien. Een voorbeeld van niet-juridische mechanismen, is de ‘Commissie Waarheid en Verzoening’.
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
15
Overgangsjustitie moet aan een paar voorwaarden voldoen om efficiënt te zijn. Het kan enkel ingesteld worden na een politieke overgang. Het vereist werkelijke, institutionele hervormingen. Het is nodig dat de Congolezen zich deze mechanismen eigen maken om te vermijden dat er oplossingen worden ingevoerd die onaangepast zijn aan de Congolese situatie. Veilige levensvoorwaarden zijn ook een noodzaak, zodat een gebied niet ondervertegenwoordigd wordt in een aanpak die nationaal wil zijn. Men moet een herstelprogramma voorzien en de rol onderzoeken van degenen die voordeel hebben gehaald uit het conflict (staten, multinationals, individuen). Er moet tenslotte ook rekening worden gehouden met het regionale karakter van het conflict. Dit blijkt voor een overgangsjustitie met een nationale aanspraak een belangrijke uitdaging te zijn. Het idee zou zijn een ‘Commissie Waarheid en Verzoening’ te bedenken voor het gebied van de Grote Meren maar de politieke gevoeligheden van het gebied riskeren een belangrijke hindernis te zijn. Intussen zou men moeten denken over de mogelijkheid om regionale mechanismen in werking te stellen die snel de oorzaken van de conflicten over de
grenzen heen vaststellen om besluiten te kunnen nemen die dwingend zijn voor de partijen. De overgangsjustitie is in 2003 te vroeg op gang gebracht maar de vergissingen van het verleden zijn richtpunten dankzij dewelke Congo zich een weg kan uittekenen naar een authentieke overgangsjustitie, drager van hoop. In afwachting van die dag, moet de Congolese civiele maatschappij waakzaam blijven opdat er geen schade wordt berokkend aan de toekomst van een volk dat ook recht heeft op geluk. Joyeux Mushekuru Mugeni, APRODEPED, advocaat, Brussel, 20 juni 2012
* We gebruiken in dit artikel de term overgangsjustitie als vertaling voor het concept ‘justice transitionnelle’, zoals gedefinieerd in het kadertje p.15.
APRODEPED (Action pour la Promotion et la Défense des Droits des personnes défavorisées) -Bukavu (Zuid-Kivu) APRODEPED werkt aan de versterking van de capaciteiten van haar leden rond justitie en mensenrechten. In de dorpen coördineert de organisatie bemiddelingssessies voor een vreedzame oplossing in burgerlijke, sociale en administratieve conflicten. Daarnaast verleent ze juridische bijstand aan de verdrukten (zoals gevangenen en kansarmen). De organisatie in Bukavu bestaat uit advocaten. Ze heeft 23 basisgroepen met 400 vrijwilligers, waarvan 80 opgeleide parajuristen. 16
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
11.11.11 campagne voor het klimaat De klimaatverandering is dodelijk voor het Zuiden In het Zuiden is de opwarming van de aarde nu al zichtbaar door droogte, overstromingen, orkanen. Miljoenen mensen voelen de gevolgen hiervan door mislukte oogsten, ondervoeding, ziektes en gedwongen migratie. Jaarlijks vallen er 300.000 klimaatdoden. Telkens zijn het de armste en meest kwetsbare mensen die het meest getroffen worden. Daarom vragen we politici om dringend werk te maken van een rechtvaardig en mondiaal klimaatakkoord en ervoor te zorgen dat we onze CO2-uitstoot met minstens 30% verminderen tegen 2020. Daarnaast moeten de landen in het Zuiden de middelen krijgen om de huidige problemen aan te pakken en zich klimaatneutraal te ontwikkelen.
Actie: sing for the climate op 22/23 september 2012 Jij kan je steentje bijdragen! Enkele voorbeelden: neem de fiets, schrap een vliegtuigreis, eet minder vlees, koop groene stroom, ... Er zijn veel mogelijkheden om in je eigen leven te zorgen voor een duurzamere consumptie en minder uitstoot. Of laat je verontwaardiging horen en zing mee op 22 of 23 september. Op meer dan 100 plaatsen in Vlaanderen organiseert 11.11.11 samen met Nic Balthazar en de Klimaatcoalitie ‘Sing for the Climate’. Een vlot lied, veel bekende ‘voices’ en jouw stem. Noem het de grootste zingende betoging ooit. Om echt te laten horen dat we duurzame verandering willen. Voor onszelf én voor de wereld. Meer info over Sing for the Climate: www.singfortheclimate.com KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
17
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
De inzet van de jeugd in de afwikkeling van conflicten Vrede is een voorwaarde voor een duurzame ontwikkeling. Aan het opbouwproces van de vrede moet elke burger deelnemen. Jongeren moeten een belangrijke rol spelen in het herstel van de rechtvaardigheid binnen hun families, hun scholen en vriendengroepen in hun wijken en gemeenschappen.
De troeven van de jeugd Op de eerste plaats, omdat de jeugd de bron is van vernieuwing van de naties en een kweekvijver voor de leidinggevende kaders van de toekomst. Goed voorbereid, kunnen jongeren actief zijn als actoren die ten dienst worden gesteld van anderen om zonder onderscheid de cultuur van de menselijke waardigheid te verspreiden. Vervolgens, beschikt de jeugd over heel wat troeven: jongeren zijn numeriek belangrijk, ze zijn dynamisch, actief en beschikken over een grote bekwaamheid om te mobiliseren. Maar de jeugd combineert ook naïviteit en ambitie. Naïef omwille van de onwetendheid, wat met zich meebrengt dat zij manipuleerbaar zijn. Ambitieus, want ze streven naar een stralende, roze toekomst. Het is precies dat dynamisme, die bekwaamheid om te mobiliseren, die naïviteit en die ambitie die misbruikt worden door pyromanen en krijgsheren evenals door politici, die deze jongeren gebruiken als instrumenten van geweld, als machines om te doden en te verkrachten of als propagandisten, door hun een betere toekomst voor te spiegelen. In vele gevallen worden zij teleurgesteld en eindigen zelf als 18
slachtoffers van hun eigen naïviteit. Door deze zwakheid zou men jongeren natuurlijk kunnen doen voorkomen als weinig betrouwbare partners, minder geloofwaardig en verplicht tot herendiensten maar ‘wie vrede wil, bereidt de jeugd voor’. Het werk van Groupe Jérémie bestaat erin te investeren in de toekomst, want jongeren zijn de toekomst, door hen vanaf het prille begin een samenhangend en constructief leiderschap bij te brengen.
Concrete resultaten De resultaten die we hier vermelden, gerealiseerd door jongeren in hun leefomgeving, zijn veranderingen die getuigen van dit bewustwordingsproces en van de bekwaamheid van jongeren om deel te nemen aan een positieve omvorming van hun entiteiten. Dat zijn kleine overwinningen die getuigen dat een ander Congo mogelijk is. De herziening van de eenzijdig vastgelegde kosten in het Instituut Mgr Mulindwa Op 4 april 2009 organiseerden de leerlingen van het Instituut Mgr Mulindwa een protestmars door de stra-
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
Vredeskamp 2011 ten van Bukavu. Ze waren ontevreden over wat ze zagen als een eenzijdige verhoging van de bijdrage van de ouders voor de premie van het 3de trimester voor de professoren. De media brachten uitgebreid verslag uit van de mars. Op 7 april kwamen de leerlingen van de mensenrechtenclub samen om de mars te evalueren. De bijeenkomst hielp hen de mars te analyseren zowel op het morele, burgerlijke als legale vlak, om er uiteindelijk lessen uit te trekken voor de toekomst. De directie van de school kwam tot inzicht m.b.t haar procedurefout en annuleerde haar beslissing. De manifestanten van hun kant hebben betreurd dat ze niet eerst alle middelen van overleg en dialoog uitgeprobeerd hadden. Deelname aan het uitwerken van het interne reglement van het Mapatano Lyceum Het Mapatano Lyceum in Bukavu organiseert ook een jongerenclub voor mensenrechten. Fier op dit citaat van
Mahatma Gandhi, gekregen tijdens een ‘peace camping’ in 2011 met als thema burgerlijke participatie, ‘wat je voor mij doet zonder mij, is tegen mij’, weigerden de leerlingen van deze school in september 2011 een reglement toe te passen, omdat zij niet betrokken werden bij de opstelling ervan. De prefect hing het reglement uit en verzocht de leerlingen hun voorstellen in te dienen. Aangenaam verrast door de voorstellen van de leerlingen, is de directie van de school veel beter gaan samenwerken met de leerlingen dan voordien, want zij ging er onterecht van uit dat de leerlingen alleen maar lichtzinnigheden zouden voorstellen in de sancties die toegepast zouden moeten worden. Sensibilisering voor het verkiezingsproces in 2011 De verkiezingsperiode in de D.R. Congo is een periode waarin de kandidaten, in plaats van hun kiezers te overtuigen met maatschappijprojecten of met wat zij gerealiseerd hebben als voormalig verkozenen, eerder
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
19
afkomen met geld, kleren of openbare eetgelegenheden om het electoraat om te kopen en de kandidaten zonder materiële middelen aan de kant te schuiven. In de zomer van 2011 werkten de leerlingen tijdens een ‘peace camp’ een reeks vragen uit voor de bevolking, die zij zou moeten stellen aan de verschillende verkiezingskandidaten om zo naar hun inzet en hun capaciteiten om de bevolking te vertegenwoordigen te peilen. Deze vragen werden overgenomen door de verschillende radio’s en verspreid door de media, om meer mensen te sensibiliseren.
Perspectieven Tijdens de laatste twee ‘peace campings’, droomden de leerlingen van een sub-regionale ‘peace camping’, waar de leerlingen van de drie landen van de regio zouden samenkomen voor een samenhangend leiderschap van de jeugd in de opbouw van de vrede en de deelname van burgers. Met onze aanpak willen we de geesten stimuleren qua capaciteit en inzet van jongeren om te werken aan de transformatie van conflicten en de opbouw van vrede. Dit gebeurt via deze kleine overwinningen. De resultaten schenken vertrouwen en zijn een geruststelling dat de mentaliteit verandert en dat
Jongeren tijdens het vredeskamp
nog grotere veranderingen mogelijk zijn. Het zijn trouwens deze overwinningen die de animatoren aan de basis motiveren om hun inspanningen te verdubbelen in hun activiteiten om te bevolking te begeleiden. Jean Baptiste Mulengezi, uitvoerend secretaris van de Groupe Jérémie, Brussel, 20 juni 2012
Groupe Jérémie - Bukavu (Zuid-Kivu) Groupe Jérémie streeft naar een participatief leadership van de jeugd door het stimuleren van een cultuur van mensenrechten en vrede. Zo animeert de organisatie in de vakantie onder meer ‘peace camps’ voor jongeren. Daarnaast sensibiliseert zij de autoriteiten op het vlak van mensenrechten en informeert zij de bevolking rond haar rechten en burgerplicht. Groupe Jérémie werkt samen met 23 lokale kerngroepen met in totaal 1160 leden en 25 jongerenclubs voor mensenrechten in middelbare scholen met elk 50 leden. 20
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
Congo door een zonnebril Een ander Congo is mogelijk
Vredesopbouw en gendergeweld RODHECIC pleit bij de autoriteiten om de veiligheid in Zuid-Kivu, en globaal genomen in het oostelijke deel van het land, te versterken. Het organiseert overleg tussen de vertegenwoordigers van het civiele middenveld en de politieke en gerechtelijke autoriteiten en kaart problemen aan zoals de gewapende groepen in het oosten, schendingen van de mensenrechten, corruptie, geweld tegen vrouwen,… De oorlog heeft veel geweld met zich mee gebracht, met op de eerste plaats seksueel geweld en verkrachtingen.
GENDERGEWELD In de D.R. Congo definieert men gendergeweld als een daad of een praktijk die uitgeoefend wordt op basis van het geslacht, wat lijden teweegbrengt en fysische, seksuele, psychologische en economische schade berokkent. Met andere woorden, een ongelijke machtsverhouding tussen de geslachten die tot uitdrukking komt in seksueel geweld (verkrachtingen, ontvoering, gedwongen zwangerschappen, seksuele intimidatie,...). In het kader van het project rond ‘burgerparticipatie en vredesopbouw in Zuid-Kivu’, organiseerde RODHECIC in februari een uitwisselingsdag ‘Nultolerantie en de strijd tegen seksueel geweld in het oosten van de D.R. Congo’. Ook het Ministerie van Justitie en Mensenrechten en het Ministerie van Gender, Gezin en het Kind kregen het woord, zodat het civiele middenveld een idee zou krijgen van de inspanningen van beide ministeries m.b.t deze problematiek. Het Ministerie van Gender, Gezin en het Kind nam in 2003 een initiatief in de strijd tegen seksueel
geweld dat de regering, de ngo’s (civiele maatschappij) en partners van de D.R. Congo samenbracht. Het had twee doelstellingen: een stand van zaken opmaken van de situatie en een antwoord bieden op kwesties rond seksueel geweld. Tussen 2003 en 2008 is het gemiddelde van de seksuele geweldplegingen licht gedaald van 26.000 naar 23.000 (het betreft de gevallen die aangegeven werden bij de gezondheidscentra en bij het gerecht). Het Ministerie van Gender, Gezin en Kind meldt dat vandaag 63 % van de verkrachtingen gepleegd worden door burgers. Er is dus een probleem want dit betekent dat seksueel geweld in de eerste plaats geweld is gebaseerd op het geslacht (gender). De statistieken m.b.t verkrachtingen houden rekening met gevallen van partnergeweld (geschat op 51%) en met de aangegeven gevallen van zwangere vrouwen jonger dan 18 jaar. Het Ministerie van Justitie weet zich gesteund door de uitvaardiging van de wet op seksuele geweldplegingen (2006) om de repressie te versterken.
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
21
seksueel geweld Het einde van de oorlog in 2003 heeft het fenomeen van het seksueel geweld niet doen afnemen. Oorlog was in deze enkel een verzwarende omstandigheid. Vandaar de nood aan een meer holistische strategie. Het gaat veeleer om geweld gebaseerd op het geslacht (incest, pedofilie, gedwongen seksuele relaties in het huwelijk, enz.). Vanuit dit standpunt is het seksueel geweld afhankelijk van de opvatting die men heeft over de vrouw in de Congolese samenleving. Wij hebben vastgesteld dat, ondanks het feit dat Congo een schakel is van het CPI (Internationaal Strafhof), tot op vandaag bij het CPI geen enkel geval van seksueel geweld gemeld werd. Bij RODHECIC hebben wij aanbevelingen geformuleerd aan het Ministerie van Justitie en van de Mensenrechten om aan de procureur generaal en aan de eerste voorzitter van het Hoog Gerechtshof om een specifieke groep van magistraten samen te stellen, onder hun respectievelijke voogdij, om de daders van seksueel geweld in het Oosten 22
“
Het seksueel geweld hangt samen met de opvatting die men heeft over de vrouw in de Congolese samenleving
van de D.R. Congo te vervolgen en gevallen van verkrachtingen waar de Congolese Staat niet de bevoegdheid heeft om gerechtelijke achtervolgingen te beginnen, aan het Internationaal Strafhof over te dragen. Gedurende de uitwisselingsdagen, heeft de Minister van Justitie illico een dossier geopend over seksueel misbruik in bepaalde ‘reveilkerken’.
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
Van links naar rechts : professor Gabriel Mangu (Ministerie van Gender ), Ministre Luzolo Bambi (Minister van Justitie) en de moderator, Fabien Mbayo van RODHECIC De noodzaak van adequate wetten rond gendergeweld RODHECIC heeft verschillende aanbevelingen geformuleerd en voorgelegd aan de autoriteiten. Het vraagt dat een databank van gerechtelijke gegevens voor het behandelen van gevallen van seksueel geweld toegankelijk zou zijn voor de civiele maatschappij zodat zij de behandeling ervan van dichtbij kan opvolgen en straffeloosheid vermeden wordt. RODHECIC vraagt ook dat een wet rond
overgangsjustitie aangenomen zou worden om de vergoeding bij seksueel geweld wettelijk te regelen. Het dringt er eveneens op aan het geweld gebaseerd op gender te integreren in de wetten van 2006, die oorspronkelijk enkel uitgevaardigd werden voor seksueel geweld. Ook moeten minderjarigen die verkrachtingen plegen vervolgd worden. Minderjarigen vertegenwoordigen 19% van de verkrachters maar zijn beschermd tegen gerechtelijke vervolging. Het geweld gebaseerd op het geslacht blijft seksueel geweld. Vandaag wordt repressie naar voor geschoven in de strijd tegen het geweld gebaseerd op gender. Wat ons betreft, zou het ideale bestaan in het werk van preventie, sensibilisering en vorming. Paul Kabeya Mukenge, RODHECIC, Brussel 20 juni 2012
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
23
KBA in uw testament Uw engagement voor Afrika blijft ook na u bestaan! KBA is verheugd soms een schenking of legaat te ontvangen voor haar projecten in Afrika. De meeste mensen uiten hun laatste wil door die neer te schrijven in een testament. Het is een gelegenheid om hun gedachten neer te pennen voor hun familie, maar ook om een deel van hun vermogen via legaat of schenking aan te bieden voor projecten van een vzw die werkt in een ontwikkelingsland. KBA is een vzw die gemachtigd is legaten en schenkingen te ontvangen die gebruikt worden voor haar vormingsprojecten in Afrika. Het volstaat om in het document de volgende regel in te voegen: “ Ik legateer aan vzw KBA in 1030 Brussel, de som van …… euro of (roerende goederen en)……….(onroerende goederen) op het adres……..voor de vorming van Afrikaanse kaders.” Gezien het erfrecht een ingewikkelde materie is, raden wij u aan een notaris te raadplegen die een kleine berekening zal maken en u een advies zal geven dat het best beantwoordt aan uw wensen. U kan ook altijd contact opnemen met KBA voor meer informatie! Contact: M-Bernadette Zubatse, Directrice. Tel.: 02/2010383 of info@ kba-foncaba.be
24
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
Het duolegaat Zowel uw erfgenamen als KBA winnen erbij! Wat is het duolegaat? Een duolegaat is een schenking per testament van roerende en/of onroerende goederen aan een of meerdere personen en tegelijkertijd aan een erkende vzw zoals KBA. Dankzij de techniek van het duolegaat zal uw vriend(in) of nichtje evenveel (of zelfs meer) krijgen, terwijl u toch een goed doel steunt. Deze techniek voorziet dat in dit geval KBA de erfenisrechten van de persoon die de schenking krijgt zal betalen. Indien deze bestemd is voor een verre verwant of een vriend, dan zal die normaal gezien veel successierechten moeten betalen (tot 65%). KBA als vzw betaalt slechts 8,8% (in Wallonië 7% en in het Brussels Gewest 12,5%).
3 voorwaarden: • Er moet een testament opgesteld zijn • Er moet een legaat zijn ten voordele van één of meerdere personen • Er moet een tweede legaat zijn ten voordele van een erkende organisatie (zoals KBA) die verplicht is alle successierechten van de eerste persoon te betalen.
WIN - WIN Dankzij de techniek van het duolegaat zal uw vriend(in), neef of nichtje evenveel of zelfs meer krijgen, terwijl u ondertussen ook de projecten van KBA steunt! KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
25
KBA: VAN ZUID NAAR NOORD Evaluatieseminarie Van 14 tot 21 juni 2012 waren vijf verantwoordelijken van partnerorganisaties uit de D.R. Congo in België om een evaluatie van een gemeenschappelijk project op te maken, er lessen uit te trekken en uitdagingen en aanbevelingen voor de toekomst vast te leggen. Het project ‘Burgerlijke Participatie en vredesopbouw in Zuid-Kivu’ wordt gefinancierd door de Dienst voor Consolidatie van de Vrede (S3.1) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (2010 tot 2012). Het kadert perfect binnen de visie van dit ministerie rond de oplossing van conflicten, de opbouw van vrede en de versterking van de capaciteiten van de civiele maatschappij.
KBA realiseert dit project in samenwerking met vier partners. Drie partners van Bukavu (Zuid-Kivu): JCC (Juste Cause Congo), GJ (Groupe Jérémie) en APRODEPED (Action pour la Promotion et la Défense des droits des Personnes Défavorisées) en het RODHECIC (Réseau d’Organisations des Droits Humains et Education Civique d’Inspiration Chrétienne) van Kinshasa. Zij zijn van oordeel dat de levensomstandigheden van de Congolese bevolking werkelijk zullen verbeteren door de opbouw van vrede en door over verantwoordelijke politici te beschikken, die een gezond bestuur van de burgerlijke zaken verzekeren met het oog op een zekere en veilige toekomst voor de Congolezen.
De acties De partners hebben in de vijftien maanden van het project vormingen georganiseerd voor de kaderleden en animatoren van mensenrechten rond conflictpreventie, democratische cultuur en het verzamelen van gegevens over de plaatselijke situatie. Zij hebben informatiedocumenten opgesteld en 26
Een workshop met de partners van Congo materiaal vervaardigd voor sensibilisering over deze thema’s en hebben dit gebruikt om dorpelingen en studenten te sensibiliseren en te mobiliseren. Tijdens de workshops en de forums met het volk, hebben zij aanvullende elementen samengebracht. De uitgewerkte documenten werden gebruikt tijdens uitwisseling- en infodagen tussen de vertegenwoordigers van de civiele maatschappij van Kinshasa en Bukavu, bij debatten in seminaries en voor het interpelleren van de autoriteiten en politiek verkozenen. Deze vrijheid van meningsuiting heeft het mogelijk gemaakt in dialoog te treden met personen die op hoog niveau werken in Kinshasa.
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
Bezoek aan de Commissie Rechtvaardigheid en Vrede De debatten zijn geëindigd met voorstellen van te ondernemen acties om het lokale bestuur te verbeteren. Algemeen gezien zijn de resultaten van het project bemoedigend.
Het evaluatieseminarie Het seminarie is op een participatieve wijze en in een constructieve en hartelijke sfeer verlopen. De analyse van de situatie heeft een overzicht geschetst van 50 jaar onafhankelijkheid van Congo. Dit is globaal gezien negatief maar er zijn Congolese vrouwen en mannen die blijven geloven dat verandering mogelijk is, als ze dit samen met de basis opbouwen. Zij maken deel uit van de lokale civiele maatschappij die het vertrouwen
Jean-Baptiste Mulengezi (links) (Groupe Jérémie) en Joyeux Mushekuru (APRODEPED)
geniet van de bevolking aan de basis. Zij blijven acties realiseren die hoop uitdragen. Op een open debatavond communiceerde het panel rechtstreeks met het Belgisch publiek over de acties. Na het seminarie bood KBA de gelegenheid aan de partners om drie mensenrechtenorganisaties te bezoeken die actief zijn in België: Amnesty International, de Internationale federatie van de mensenrechten (FIDH) en de Commissie Rechtvaardigheid en Vrede.
Toekomstperspectief Voor de toekomst, zijn de partners van oordeel dat KBA haar strategie moet behouden, met het opleiden van sociale en politieke leiders als één van haar prioriteiten. Toch zal KBA nieuwe accenten leggen. Samen met de partnerorganisaties, zal zij gaandeweg de basisgroepen autonomiseren door de capaciteiten van de verantwoordelijken te versterken. 50 jaar na de onafhankelijkheid, zal de opbouw van de staten gestimuleerd worden door de kritische kennis en de know-how van de kaderleden van de civiele maatschappij binnen de Afrikaanse instellingen.
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
27
De onafhankelijkheid van Burundi: viering van een gouden jubileum 50 jaar onafhankelijkheid, dat wordt gevierd. Fréderic Njebarikanuye van KBA-partner CEAL, geeft vanuit Burundi enkele indrukken weer van deze verjaardag. Op 8 juli 2012, werd het gouden jubileum gevierd in alle gemeenten van Burundi. Het was een uitzonderlijke dag. In alle provincies toonden Burundezen hun vreugde. Je zag het op de gezichten van de mensen tijdens de optocht, in hun slogans, in de dansen, de hymnen en de liederen. Heel de maand juli is gewijd aan de inhuldiging van de gemeenschappelijke infrastructuren (gezondheidscentra, hospitalen, scholen, geasfalteerde of gekasseide banen,…) en van landbouw- en veeteeltcentra die opgebouwd werden in het land n.a.v de viering.
28
Feesten in goed gezelschap In Bujumbura vonden de plechtige ceremonieën plaats in het Prins Louis Rwagasore stadion. Ze werden opgeluisterd door de aanwezigheid van prominente genodigden uit bevriende landen en internationale organisaties, die onze partners zijn. Onderstrepen we hier de aanwezigheid van Prins Filip, de troonopvolger van het koninkrijk België en zijn echtgenote, zes staatshoofden: van de Republiek Kenia, de Democratische Republiek Congo, de Verenigde Republiek Tanzania, de Republiek Equatoriaal Guinea, de Centraal Afrikaanse Republiek en Somalië.
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
Huldebetoon aan Prins Louis Rwagasore Vóór het eigenlijke begin van de ceremonie, bracht president Pierre Nkurunziza hulde aan de held van de onafhankelijkheid door bloemenkransen neer te leggen aan het mausoleum en op de Place de l’Indépendance. De parade van het leger en de politie werd gevolgd door de nationale hymne en de hymne van de vijftigjarige onafhankelijkheid. De soldaten parachutisten openden de eigenlijke feestelijkheden, gevolgd door een optocht van de verschillende nationale organisaties en instellingen, de ministeries, de verenigingen en organisaties van de jongeren. Het leger van de East African Community, waarvan Burundi lid is, ontbrak niet. Het leger en de politie hebben met hun defilé en hun bewapening voldoende getoond dat zij de waarborg zijn voor onze soevereiniteit. De president bracht in zijn toespraak het verloop van het verwerven van de onafhankelijkheid in herinnering. Hij betreurde de verwikkelingen die het land
heeft doorgemaakt na de onafhankelijkheid, te beginnen met de moord op de held van de onafhankelijkheid. Verder heeft hij de stappen onderstreept die in de loop van deze 50 jaar werden gezet evenals de doorleefde moeilijkheden. Hij betuigde zijn eer aan Prins Louis Rwagasore en aan diens medewerkers die geen enkele inspanning gespaard hebben om het land te bevrijden van het imperialisme. Hij heeft hun moed geprezen om de democratie in te stellen in alle sereniteit en met respect voor de politieke tegenstanders. Hij bedankte iedereen die zich ingezet heeft om Burundi te helpen uit de kolonisatie te komen en uit de tragische omstandigheden die het land in de meer dan 40 jaar onafhankelijkheid deden lijden, om de verworven nationale soevereiniteit te vrijwaren. Frédéric Njebarikanuye, CEAL (Bisschoppelijjke Commissie voor de Leken) Bujumbura, 13 juli 2012
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
29
Een persoonlijke kijk op de verjaardag en toekomst van Burundi
50 jaar onafhankelijkheid, ‘50 jaar knoeiboel’, zouden sommigen zeggen. Wat een pessimisme! Ik zal niet in het extremisme vervallen want ik ben van nature een optimist maar wat de ontwikkeling van het land betreft, is Burundi naar mijn mening op een moeilijke weg. Men moet erkennen dat het land geen voordeel heeft gehaald uit de grote natuurlijke hulpbronnen, zoals zijn grote buur. Toch dwingt het bewondering af voor zijn min of meer goed bestuur, dat het toelaat de salarissen van zijn ambtenaren te betalen, hoe klein ze ook mogen zijn. Sinds de onafhankelijkheid is de bevolking haast verviervoudigd en bereikt in 2012 het aantal van 10.557.259, op een oppervlakte van 27.830 km². De grote meerderheid van de Burundezen heeft het moeilijk om te leven maar een minderheidsgroep leeft in schandalige weelde. Jammer genoeg is deze rijkdom niet altijd verworven 30
dankzij het zweet van hun aanschijns maar spruit deze eerder voort uit ‘een zware besmettelijke ziekte’: corruptie. Terwijl sommigen er lekker op los leven en in prachtige villa’s wonen, zijn er door hun egoïsme daarbuiten kinderen die honger hebben en geen toekomst. De vrouwen blijven zwoegen in het werk op het land en in het huishouden. De infrastructuur van de wegen, de gezondheidszorg en de scholen zijn onvoldoende ontwikkeld en de bevolking groeit steeds maar aan. De levenskosten zijn altijd maar hoger blijven klimmen. In werkelijkheid, wat betekent dat salaris van een ambtenaar in vergelijking met die opstoot van prijzen en van de crisis? Echt niet veel. Dit verklaart waarom de Burundees zich in het ‘affairisme’ gestort heeft, waarin er alleen nog sprake is van zaken doen en geld verdienen. Iedereen tracht ‘zaken’ te doen, het is een kwestie van overleven. Wanneer men een gezin te voeden heeft dan trekt men zijn plan. Ook al is de beschrijving van de toestand negatief, we blijven hopen. Vele nationale, regionale en Afrikaanse initiatieven worden besproken, onder meer over regionale integratie en de gedachte aan een Afrikaanse eenheid komt voorzichtig naar boven. Het is wellicht daar dat de toekomst ligt van ons mooi land. Er zal over gesproken worden op onze 100-jarige gedenkdag. Hildegarde Birara, Tunis, juli 2012
KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
KBA investeert in de vorming van lokale partners rond vijf thema’s: familiale landbouw en voedselzekerheid, democratie en mensenrechten, conflictpreventie en vredesopbouw, opvoeding van jongeren en empowerment van vrouwen. KBA staat voor een eerlijke, open en diepgaande partnerrelatie, vanuit gelijkwaardigheid en dialoog. KBA staat ook voor een integrale benadering van de mens en van de gemeenschap: economische, sociale, politieke, culturele en spirituele aspecten krijgen een plaats.
PARTNERwerking
KBA is een door de overheid erkende NGO van internationale solidariteit gespecialiseerd in het versterken van de Afrikaanse civiele maatschappij. Lokale partners en hun basisgroepen krijgen de mogelijkheid om via opleidingen hun competenties te verhogen en hun kennis doeltreffend aan anderen door te geven. KBA werkt rechtstreeks en op basis van wederkerigheid samen met lokale Afrikaanse organisaties.
ACTIES in het Noorden
ACTIES in het Zuiden
KBA
Alles over K BA op www.kba-fon caba.be
De projecten: • zijn aangepast aan de culturele eigenheid van de lokale bevolking • stimuleren een democratische cultuur • creëren zelfredzaamheid • versterken de empowerment van de vrouw • dragen zorg voor het ecologisch systeem • worden niet opgelegd maar ontstaan vanuit de lokale bevolking
KBA neemt deel aan de ontwikkelingseducatie rond de Noord - Zuid problematiek en sensibiliseert geïnteresseerden, sociale organisaties en sympathisanten rond het belang van het duurzaam versterken van mensen en groepen in het Zuiden op basis van een eerlijke dialoog. KBA neemt actief deel aan campagnes van de Noord-Zuid beweging, 11.11.11 en CNCD zoals de actie rond de milleniumdoelstellingen, geeft advies (vooral over Centraal – Afrika) en brengt de thema’s onder de aandacht in het magazine KARIBU en via de website.
En u? KBA steunt voor een deel van het vormingswerk met Afrikaanse partnerorganisaties op giften. KBA dankt u 1000 x daarvoor! FINTRO: BE 94 1430 6786 22 14 (Voor giften van 40 euro of meer ontvangt u een fiscaal attest). KBA I KARIBU 147 I juli, augustus, september 2012
31
KARIBU is het tijdschrift van de vzw KBA en verschijnt vier maal per jaar. Abonnement: Wordt gratis verstuurd naar alle geïnteresseerden
KBA is een door de overheid erkende NGO gespecialiseerd in het versterken van de capaciteiten van het maatschappelijk middenveld in Afrika. KBA kiest voor vormingsprojecten en directe samenwerking met lokale partners. Zo bereiken de projecten duurzame resultaten KBA reikt instrumenten aan zodat mensen zelfstandig hun ontwikkelingsproces in handen kunnen nemen.
Redactie: M-Bernadette Zubatse Luc Bonte Ruth Lamers Dries Fransen Jean Lefèbvre Marc Verschoore Adres: Vooruitgangstraat 333/03 B-1030 - Brussel tel.: 02 201 03 83 fax: 02 205 17 39 e-mail: info@kba-foncaba.be website: www.kba-foncaba.be Verantwoordelijke uitgever: M-Bernadette Zubatse (Vooruitgangstraat 333/03 - 1030 Brussel) Foto’s: KBA, CAB, RODHECIC, GJ, Ndongozi Opmaak en druk: De Riemaecker Printing bvba www.deriemaecker.be
De inhoud van de gepubliceerde artikels geeft niet noodzakelijk de opinie weer van het KBA. Dit tijdschrift wordt gedrukt op gerecycleerd papier. Cette revue paraît aussi en français.