Onregelmatigeluchtspiegelingen
; ,
Fig. l. Lutlttspiegeling hot'en de spoonreg te W'orkunt, B juli 1979. De opnante werd gennakt tunu.f tle orerweg Heidenskipsterd.fk, kijkend rit'hting Sneek. Doordut een ohjektie.f nrct een lunge hrundpunt-u.fstand()000 nm) uerd gehruikt. ontbreekt de diepte in de opna nte. Het brtrgv,uthtershuisieligt op 4-15nt ufstuntl. het dit'htstbíj:ijnde sein op ó-)5 n, de orer\r)egNijltuizummerweg op l0)5 nt, het a n t l e r es e í n o p 1 6 8 5 n t e n h e I h o r d ' 3 5 ' o p lBB0 nt a.fstund.De aJstund tot de trein bedraugÍ ta. 3800 n. De koplampen vun de trein heyinrlen :ith net boven de vsvdv,ijnlijn; daardoor ontstadn uitgerekte beelden van de lanpen.
ff
Luchtspiegelingen boven warme oppervlakken kunnen we beschrijven met behulpvan eenverdwijnlijnen eengrenslijn(zieZenit 1979,p.254).Dezelijnen zijn recht en lopen horizontaalboveneen horizontalekim. Het gespiegeldebeeld vertoont dan een goede overeenkomst met het originele voorwerp erboven. Alleen de punten vlak bovende verdwijnlijn vormenhierop een uitzondering:van dezepuntenzien we eenuitgerektbeeld(fig. 1). Als er zich echtervlak bovende verdwijnlijn geenopvallendelichtbronnenbevinden,kunnen we op grond van het voorgaandeboven bijvoorbeeld een spoorlijn een luchtspiegelingverwachten zoals afgebeeldin fig. 2. Waarnemingenlaten echter zien dat luchtspiegelingen boven spoorwegen,asfaltwegenen geasfalteerdezeeweringenvaak een minder regelmatigbeeld veÍonen.
Direkt Grensltjn,
Verdwijnlijn.
Gespiegeld beeld.
Onderstebegrenzingluchtspiegeling. Fig. 2. Luchtsp iegelingen boven een spoorweg (schematisch).
G. Floor Het rcgclmatig verloop van verdwijnlijn en grenslijn en de goede overeenkomst van spiegelbeeld en origineel treden slechts op als het verloop van de temperatuur met de hoogte boven verschillendeplaatsen van het aardoppervlak gelijk is. Steeds is in dat geval dc temperatuur van alle punten in een horizontaal vlal< hetzelfde. Brj iuchtspiegelingenop kleine schaal is dat vaak niet meer het geval. Een voorbeeld is dc zuidhelling van de geasfalteerde Waddendrykvan Schiermonnikoog (het heilende gedeelte van de dijk in fig. 3). Deze warmt gemakkclijk op in de zon. maar loopt niet horizontaal. De helling warmt de lucht erboven van onderaf op. Een waarnemer die in de lengterichting langs de opgewarmde dijk kijkt ziet dat het landschap in de verte (bijvoorbeeld de pier naar de aanlegsteiger) bovenaan niet doorloopt tot aan de dijk: tusscn de pier en de dijk bevindt zich een wig van weerspiegelde lucht (fig. 3). Verdwijnlijn en grenslijn lopen hier evenwijdig aan de helling van de Waddendijk. De verdwijnlijn gaat door het meest linkse punt van de pier. dat nog zichtbaar is; de grenslijn op enige afstand daarboven. Doordat de weerspiegeldelucht niet te onderscheidenis van de hemel zelf en ook de weerspiegelde pier zich niet onderscheidt van de pier ze1f, ontstaat de in fig. 3 weergegevenbegrenzing tussenpier en dtjk. Iloven spoorwegenzijn de luchtspiegelingen ook vaak onregelmatig. De beide spoorstaven vormen een uitstulping naar boven in een overigens viakke bodem van de spoorweg. bestaande uit spoorgrind en bieizen. Doordat de lucht zowel door de ondergrond van de spoorweg als door de hogergelegen spoorstaven wordt opgewarmd lopen de liinen van gelijketemperatuurniet horizontaal. Daardoor loopt de onderste begrenzing van de luchtspicgeling boven de spoor-
z E N r r1 1 9 8 1 2 5