Werkboek MEQ

Page 1

Media Questions Voorbereidend Onderzoek

Kees de Witte | 522837 | HAN ICA C1A DT


INHOUD MEDIA QUESTIONS | VOORBEREIDEND ONDERZOEK

Opdracht:

Pagina

Verwerkingsopdracht 1 – Press, Pause, Play

3

Verwerkingsopdracht 2 – Quotes uit artikel van C. Shirky

5

Verwerkingsopdracht 2 – Artikel “Het internet maakt”

9

Verwerkingsopdracht 3 – Artikel “Vertrouwen 2.0”

11

Wikitalk 1 – Creativiteit in de wetenschap

14

Wikitalk 2 – Onderzoek en innovatie in de zorg

16

Wikitalk 3 – Onderzoek doen is saai

18


PRESS, PAUSE, PLAY Tijdens het kijken van de documentaire Press Pause Play kwamen bij mij de volgende vragen in mij op:

WAT IS DE KRACHT VAN SETH GODIN? Tijdens het kijken van de documentaire Press Pause Play was Seth Godin meerdere keren aan het woord. Seth vertelde dat hij een door hem geschreven boek gepubliceerd had en dat dit boek vrij te downloaden was. Het boek werd uiteindelijk 3.000.000 keer gedownload. Maar wat is nu de kracht van Seth? Na ook een TEDtalk van Seth gekeken te hebben werd mij dit snel duidelijk: Seth heeft een verhaal. Geen moeilijk verhaal, maar wel een eenduidig verhaal. En het verhaal van Seth heeft een gezicht, zijn eigen gezicht. Op de website sethgodin.com zijn diverse foto’s van Seth in de lay-out gebruikt. Seth weet goed hoe hij zijn verhaal moet verspreiden. Hij verspreidt zijn verhalen gratis en ook via betaalde versies van zijn boeken. Seth vertelt zijn verhaal op TED en hij inspireert hierdoor mensen die later zijn boek kopen en/of downloaden. Bron: TED.com Gezien 21-04-2014 op http://www.ted.com/talks/seth_godin_on_sliced_bread

IN HOEVERRE KLOPT DE UITSPRAAK: ‘ANYBODY CAN DO ANYTHING’? Deze uitspraak (iedereen kan alles doen) is in de documentaire met name gericht op de maximale ondersteuning van de techniek anno 2014. Artiesten die door gebruik te maken van de juiste techniek een album kunnen opnemen. Artiesten die zelf een album kunnen produceren en het in de markt kunnen zetten. Op de website Frankwatching wordt geschreven over artiestencommunity MusicTribe waar artiesten zelf hun album kunnen uploaden. Het album wordt digitaal alsook fysiek op de website verkocht en er is een koppeling met iTunes. In de documentaire wordt ook de carrière van Olafur Arnalds belicht. Olafur is ook een goed voorbeeld van een artiest die zichzelf binnen 3 a 4 maanden op de kaart zette. Hij werd bekend met het omvormen van klassieke muziek tot popmuziek welke muziek hij ook oa. via zijn eigen website verkoopt. Het is mij duidelijk geworden dat de uitspraak ‘anybody can do anything’ in de context van de artiestenwereld wel klopt. Bron: 2012 Frankwatching, gelezen 23-04-2014 op http://www.frankwatching.com/gespot/musictribe-zelf-je-album-uitbrengen/


WAAROM RAAKT HET ENE NUMMER ONS WEL EN HET ANDERE NIET? Deze vraag kwam bij mij naar boven toen er gesproken werd over het op digitale wijze perfect maken van een muziekstuk waardoor mogelijk een stuk gevoel (emotie) verloren zou gaan. Ik vrog me hierbij dus af waarom er bij het ene muziekstuk meer emotie vrijkomt dan bij het andere. Muziek roept bepaalde emoties in ons op. Door onze eigen herinneringen aan muziek te verbinden roept het bijvoorbeeld vreugde in ons op. Maar ook als muziek bijvoorbeeld vaak bij dezelfde activiteit wordt gebruikt wordt muziek onbewust met deze activiteit geassocieerd. Dat roept ook een bepaalde emotie op. Vaak wordt muziek aangezet om een bepaalde emotie te voelen, of te versterken. Dat betekent dat muziek iets met ons doet, omdat wij dat willen. Bron: Muziekdidact.nl Gelezen 23-04-2014 op http://www.muziekdidactiek.nl/tiki-index.php?page=Muziek+en+emotie+-+psychologie


“IEDEREEN KAN PUBLICEREN” VAN C. SHIRKY PAGINA 4

Voorbeeld: De beveiliger van de Marechaussee die het landgoed van onze Koning beveiligt voert een professie uit door naast zijn beveiligingswerk goed uit te voeren ook de normen en waarden van zijn landelijke organisatie hanteert. Het zijn van Marechausseebeveiliger is hierdoor meer dan een baan als beveiliger.

PAGINA 4


Voorbeeld: Een collega websitebeheerder had moeite zich als redacteur van haar eigen website binnen te praten bij professionals in de beautybranche en in contact te komen met ‘collega’ journalisten. Na lid te zijn geworden van de Vereniging van Cosmetica Journalisten gingen er voor haar diverse deuren open.

PAGINA 5

Voorbeeld: De kapper is nodig voor het knippen van de haren. In crisistijd ziet de branche toch wel een terugloop door dat mensen minder naar de kapper gaan, de beunhazen hun werk doen en er veel doehetzelf-setjes in de handel zijn. De branche moet moeite doen om de klanten weer terug te krijgen in de salon.


PAGINA 10:

Voorbeeld: Van bovenstaande quote ben ik zelf een voorbeeld. Ik heb als hobby enkele websites over de kappersbranche. Ik kan publiceren naar een redelijke doelgroep. Ben ik nu professioneel uitgever / redacteur of journalist?

PAGINA 14

Voorbeeld: Een voorbeeld hiervan is misdaadjournalist John van den Heuvel die werkt voor uitgeverij Telegraaf Media Groep dat eigenaar is van het productiekanaal De Telegraaf.


PAGINA 18

Voorbeeld: Zie hiervoor het artikel over Esmee Denters.


HET INTERNET MAAKT

Britse premier Cameron en VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon zijn danspasjes in het openbaar imiteerden.

… DAT JE NIEMAND MEER HOEFT TE OVERTUIGEN VAN EEN IDEE VOORDAT JE HET PROBEERT.

In de nacht van 30 op 31 mei jl. kwam de hit van Psy wederom in het nieuws daar hij de op YouTube3 het recordaantal van twee miljard views passeerde.

In de publicatie “Iedereen kan publiceren” van C. Shirky wordt bestuurder van de Internet Society, Scott Bradner geciteerd: Het internet maakt dat je niemand meer hoeft te overtuigen van een idee voordat je het probeert.” 1 In het verleden was het alleen mogelijk ideeën te publiceren via uitgeverijen en platenlabels. Een schrijvers moest uitgevers overtuigen van het mogelijk succes van een boek voordat de uitgever het wilde uitgeven. Nu start de schrijver zelf in het klein en pakt een grote uitgever het op indien blijkt dat het boek een succes is. Zo ook voor startende artiesten. In het verleden verstuurden zij vele tapes naar platenlabels en dj’s in de hoop ‘ontdekt’ te worden. Ze reisden stad en land af om auditie te doen. Tegenwoordig publiceert een artiest de opname van een nummer op YouTube, doet zelf de promotie en kan het “idee” vervolgens een eigen leven gaan leiden. Een voorbeeld is de Zuid-Koreaanse popster Psy die in juli 2012 zijn danshit Gangnam Style op YouTube lanceerde. Zo’n zes maanden later scoorde Psy één miljard views2 met zijn hit. De danspassen van Psy waren zo aanstekelijk dat grote namen als president Obama, de

Psy heeft na zijn doorbraak in 2012 een behoorlijk netwerk aan volgers opgebouwd. Op Twitter4 heeft hij 3,6 miljoen volgers, zijn Facebook-pagina5 is goed voor ruim 12 miljoen likes. Genoemd voorbeeld bewijst naar mijn idee dat je niemand hoeft te overtuigen van je idee voordat je het probeert. Het internet heeft de Zuid-Koreaanse Psy een wereldwijde bekendheid gebracht.


BRONNEN: 1: C. Shirky (2008), Iedereen kan publiceren. In Reader 2754 Media Questions, propedeuse voltijd, (pag 19) Arnhem: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Gedownload op 19 april 2014, van https://online.han.nl/sites/5-ICA-PropCMQ/MQ_DT_Uitvoering/Gedeelde%20documenten/2754%20Media%20Q uestions%20SCHOLAR.pdf 2: Nos.nl (2014), Twee miljard views Gangnam Style, geraadpleegd op 31 mei 2014, http://nos.nl/artikel/655091-twee-miljard-views-gangnamstyle.html 3: Youtube.com (2014), YouTube-kanaal Psy, geraadpleegd op 31 mei 2014, https://www.youtube.com/user/officialpsy 4: Twitter (2014), Twitter-account van Psy, geraadpleegd op 31 mei 2014, https://twitter.com/psy_oppa 5: Facebook (2014), Facebook-account van Psy, geraadpleegd op 31 mei 2014, https://www.facebook.com/officialpsy


VERTROUWEN 2.0 EEN REACTIE OP DE PUBLICATIE ‘OVERHEID 2.0’ VAN DR. CHRIS AALBERTS

WIE IS CHRIS AALBERTS?

Dr. Chris Aalberts1 schrijft, spreekt en doceert over politiek en burgers. Chris Aalberts heeft samen met Maurits Kreyveld het boek ‘Veel gekwetter, weinig wol’ gepubliceerd. Een boek dat de inzet van sociale media door overheid, politie en burgers beschrijft. In de publicatie ‘Overheid 2.0’2 verwijst Aalberts naar de inhoud van zijn boek en stelt hij de rol van social media in de verbinding tussen overheid en burger ter discussie. OPLOSSING VOOR DE KLOOF? Ik ben het met Aalberts eens om kritisch te kijken naar de lovende verhalen van pleitbezorgers die menen dat social media de oplossing is voor een kloof tussen overheid/politiek en burgers. Ik ben van mening dat de lovende verhalen gebaseerd zijn op gevoel of op cijfers die voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Als de cijfers dan minder positief worden uitgelegd vraag ik mij af op de verhalen dan nog lovend zijn. “Toch is het maar de vraag of sociale media deze verwachtingen waar kunnen maken” (Aalberts, 2011, pag 35) is naar mijn idee een

terechte opmerking. Social media moeten we blijven zien als een middel en niet als de oplossing. Ondanks het kritisch zijn naar het daadwerkelijke effect ben ik wel van mening dat de social media ons mede kunnen helpen in het leggen van verbindingen. Ik heb zelf goede ervaringen met het leggen van verbindingen met mensen binnen de overheid alsook binnen de commerciële wereld. Verbindingen die door social media in de virtuele wereld zijn uitgebouwd naar een contact “in real life’. INPUT VAN DE BURGER Aalberts schrijft: ”Positief lijkt dat er door de samenwerking met burgers meer ideeën ontstaan zijn dan in de situatie waarin burgers geen input mochten leveren” (Aalberts, 2011, pag 23). Naar mijn idee een mooi voorbeeld van de ‘wisdom of the crowds’. In zijn publicatie schrijft Aalberts over een ‘user generated state’3 of wel een samenleving waarbij burgers zelf initiatieven opstarten en publieke taken regelen en organiseren waarbij de overheid faciliteert. In de kleinere dorpjes of wijken zie ik dit niet als een onhaalbaar ideaalbeeld. Voor wat betreft de grotere steden zie ik hier een grotere uitdaging. Hier staan de burgers vaak verder van elkaar af wat de noodzakelijke samenwerking moeilijker maakt. Ik vind het een positieve ontwikkeling omdat mensen door deze beweging in hun kracht gezet kunnen worden. Daarnaast ben ik er ook van overtuigd dat het mensen aan elkaar verbindt.


De ‘user generated state’ doet mij denken aan het ‘servant leadership’ (dienend leiderschap) wat binnen bedrijven wordt ingevoerd. Bij deze vorm van leiderschap faciliteert de leidinggevende de medewerker waar nodig terwijl deze bezig is met de uitvoering van zijn taak en eigen ontwikkeling. Hierbij is de rol van de leidinggevende ook verschoven van gezaghebbende naar ondersteunend. VERTROUWEN EN RUIMTE Een belangrijk aspect bij het tot elkaar brengen van twee partijen (lees: overheid en burger) is vertrouwen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft in 2012 onderzoek4 gedaan naar burgerparticipatie. In de conclusie staat dat voor een optimale participatie de beleidsmakers vertrouwen en ruimte moeten bieden aan de burger om betrokkenheid te creëren. Naast dat de overheid moet werken aan vertrouwen van de burger is dit vertrouwen ook belangrijk voor politici. Bij mij persoonlijk ontbreekt dit vertrouwen wel eens als ik kijk naar het gebruik van social media door deze politici. Veel accounts worden gemanaged door de voorlichters van deze politici. Naar mijn idee ontbreekt dan de oprechtheid die bij deze vorm van communicatie zeker niet mag ontbreken. VERBINDING MET DE POLITIEK Ik zie wel mogelijkheden voor inzet van social media binnen de politiek. Ik geloof namelijk wel in een verbinding tussen lokale politici en de burger door gebruik van sociale media. Politici dienen echter wel consistent te zijn in het gebruik van de social media en

mogen niet weglopen voor antwoorden / discussie inzake moeilijke vraagstukken. “Politici kunnen zelf kiezen over welke thema’s ze met hun achterban communiceren” (Aalberts, 2011, pag 26). Ik zie dit als een groot voordeel maar roept bij mij ook een gevoel op war bij ik tegenwicht noodzakelijk acht. De overige media kunnen namelijk dit tegenwicht bieden door onderzoek te doen naar de zaken die de politici niet publiceren. DE 2.0 EN 3.0 GEDACHTE De politici of politieke partijen dienen het gebruik van social media als middel, als aanvulling op bestaande communicatie, te zien. Ik denk dat ze mede door het gebruik van social media vertrouwen kunnen winnen van de burgers en dat burgers bij dit vertrouwen veel meer open staan om hun mening te geven. Dit houdt dan ook in dat de politieke partijen en politici social media als 2.0 middel in moeten zetten. Dus gebruik maken van de mogelijkheden tot het aan gaan van de dialoog. Als de politiek de 2.0 gedachte beheerst denk ik dat er ook winst te behalen is als ze deze uitwerken naar een 3.0 gedachte waarbij ze voor input over bepaalde onderwerpen gericht op zoek gaan naar input van burgers met de specifieke kennis over het betreffende onderwerp.


Bronnen: 1. Chrisaalberts.nl, 2014, geraadpleegd op 14 mei 2014 van http://www.chrisaalberts.nl/over-mij/ 2. Aalberts, Overheid 2.0, Media Questions, propedeuse, voltijd, reader nr. 2754, Arnhem: Hogeschool Arnhem en Nijmegen, gedownload op 19 april 2014 van https://online.han.nl/sites/5-ICA-PropCMQ/MQ_DT_Uitvoering/Gedeelde%20documenten/2754%20Media%20Questions %20SCHOLAR.pdf 3. Aalberts, C. (2011). Overheid 2.0, geraadpleegd op 15 mei 2014 van https://online.han.nl/sites/5-ICA-PropCMQ/MQ_DT_Uitvoering/Gedeelde%20documenten/2754%20Media%20Questions %20SCHOLAR.pdf http://www.wrr.nl/actueel/pers/persbericht/article/wrr-rapport88-vertrouwen-in-burgers/ 4. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2012), Vertrouwen in burgers, (samenvatting) geraadpleegd op 14 mei 2014 van http://www.wrr.nl/publicaties/samenvattingen/samenvatting-vertrouwen-inburgers/


WIKITALK 1 CREATIVITEIT IN DE WETENSCHAP

Voor de course Media Questions, dat gericht is op onderzoek, heb ik gekeken en geluisterd naar het hoorcollege Creative Science van Maarten Lamers. Lamers is assistent-professor aan de Universiteit van Leiden. Na een uitgebreide introductie van zichzelf vertelde Lamers over de creativiteit in de wetenschap en benoemde hij enkele wetenschappers die hem geboeid hebben. Lamers legde in het kort uit wat wetenschappers doen: “Wetenschappers doen uitspraken over de wereld om ons heen in de termen van de wereld om ons heen.� Zij komen tot deze uitspraken door: 1. ze stellen een vraag; 2. ze bedenken een manier om tot een antwoord te komen; 3. ze realiseren een antwoord en geven hier uitleg over. Lamers benoemde daarbij dat wetenschapper Richard Freyman een drietal voorwaarden benoemden voor een wetenschappelijke uitspraak: 1. mogelijkheid tot verificatie; 2. mogelijkheid tot falsificatie; 3. er achter staan (durf je huis er om te verwedden).


Lamers benoemde dat de wetenschap overal over mag gaan. Door de praktische voorbeelden die hij noemde kreeg ik het gevoel dat de wetenschap zeer dicht bij ons is. Ik heb geleerd dat het ‘out of de box’ denken je kan helpen een goed onderzoek met een realistisch resultaat neer te zetten. Door te veel te blijven hangen in oude vormen van onderzoek, gekoppeld aan de statistieken, kan er een vertekend resultaat ontstaan (Voorbeeld contra expertise door dode zalm). Wat ik na het zien en beluisteren van dit hoorcollege zal toepassen is het bedenken van creatieve wijzen van onderzoek om zodoende tot een betrouwbaar (wellicht verrassend) resultaat te komen.


WIKITALK 2 ONDERZOEK EN INNOVATIE IN DE ZORG

Voor de course Media Questions, dat gericht is op onderzoek, heb ik gekeken en geluisterd naar de Wikitalk “Onderzoek en innovatie in de zorg” door Robin Hooijer. Robin is afgestudeerd aan de HAN, opleiding Digitale Communicatie. Robin is nu werkzaam bij het Radboud REshape & Innovation Center van het Radboud Universitair Medisch Centrum te Nijmegen. Robin geeft aan dat bij onderzoeken en innoveren het “doen en onderuit gaan” helemaal niet vreemd is. Dit is nodig om echt out of the box te denken. Wat in het verhaal van Robin sterk naar voren komt is dat de mensen van REshape zich continue afvragen waar de patiënt behoefte aan heeft. Waar specialisten, die al jaren in het vak zitten, denken te weten wat de wensen van de patiënt zijn blijkt dit in de praktijk wel eens anders. Om naar de wensen van de patiënten te luisteren heeft REshape een Chief Listening Officer aangesteld, een medewerker die opgeleid is om naar mensen te luisteren. Een andere belangrijke vraag voor REshape is: “Wat gebeurt er in de zorg?” Welke ontwikkelingen zijn er? Het Radboud UMC dient de komende tijd meer zorg voor meer mensen met minder medewerkers te moeten leveren. Dit betekent dat er slimmere zorg nodig is. Zorg die effectiever is en waar mogelijk gebruik gemaakt wordt van innovatieve oplossingen. Tijdens deze Wikitalk ben ik de volgende onderdelen van het Triangulatie Framework tegen gekomen: •

Bieb, het onderdeel waar er vooral gekeken wordt naar wat er al bekend is over het onderwerp. Bij REshape werd er een systeem genaamd Facetalk gemaakt om de patiënt via internet in contact te brengen met de specialist. Hier wordt een veilig systeem gebouwd op basis van het bestaande Skype. Veld, het onderdeel waar de wens van de gebruiker(s) centraal staat. Het werk van de zogenaamde Chief Listening Officer (CLO) van REshape, die in gesprek gaat met de patiënt om de wensen in kaart te brengen, is een voorbeeld van werkzaamheden in het onderdeel “Veld”. Daarnaast passen de bijeenkomsten / seminars, waarbij patiënten en specialisten aanwezig zijn. ook in het onderdeel “Veld” omdat hier ook de wens van de gebruiker (patiënt en specialist) geïnventariseerd wordt.


•

Lab, het onderdeel waar getest wordt. Dit onderdeel kwam sterk naar voren in het verhaal over de 30 dagen systematiek van REshape. Tijdens deze 30 dagen zijn de medewerkers veel aan het testen om uiteindelijk na 30 dagen een prototype klaar te hebben.

Het inspirerende aan deze Wikitalk van Robin Hooijer vond ik dat Robin echt voorbeelden van innovatieve oplossingen die tot stand zijn gekomen door echt naar de gebruiker te luisteren. Hij benadrukte dat je pas echt innovatief kunt zijn als je beperkende factoren als geld en regelgeving aan de kant moet zetten als je echt met iets nieuws wilt komen. Dit laatste zie ik namelijk binnen de organisatie waar ik werk niet gebeuren waardoor er teveel binnen de lijntjes gedacht wordt als men op zoek is naar een innovatieve oplossing.


WIKITALK 3 “ONDERZOEK DOEN IS SAAI”

Voor de course Media Questions, dat gericht is op onderzoek, heb ik gekeken en geluisterd naar de Wikitalk “Onderzoek doen is saai” van Bjorn Post. Bjorn is afgestudeerd aan de HAN en momenteel werkzaam als Lead Interaction Designer bij het bedrijf Vals Plat in Amsterdam. De eerste vraag die Bjorn stelde en zelf ook beantwoord heeft is: “Wat maakt een site, app of game nu écht goed?” Het antwoord wat Bjorn op deze vraag geeft is dat de site, app of game iets op moet lossen, het moet plezier geven. Dit naast enkele algemene aspecten als dat het er mooi uit moet zien, stabiel moet zijn en lekker moet werken. Om erachter te komen wat deze site, app of game moeten oplossen is de volgende vraag belangrijk: “begrijp wat je doelgroep beweegt”. Bjorn stelt dat je alleen dan iets kunt maken wat ze echt helpt. En hoe kom je er achter wat je doelgroep beweegt? Door op onderzoek uit te gaan, door vragen te stellen. Bjorn wijst op de mogelijkheid van vragenlijsten waar hijzelf geen fan van is omdat het veel werk is en niet altijd de juiste antwoorden oplevert. Een ander, in mijn ogen belangrijker, aspect is dat bij vragenlijsten de gebruiker alleen antwoord geeft op de vragen. Het hoe en waarom van het antwoord of dat wellicht de gebruiker het onderwerp van die vraag totaal niet belangrijk vindt, kom je niet te weten. Anders is dit als je met de gebruiker in gesprek gaat en de gebruiker observeert tijdens het gebruik van het onderwerp. Tijdens deze Wikitalk ben ik de volgende onderdelen van het Triangulatie Framework tegen gekomen: •

Bieb, het onderdeel waar er vooral gekeken wordt naar wat er al bekend is over het onderwerp. Best practises uit de markt van de postzegelverzamelaars. Hoe zien de andere websites er uit? Uitzoeken welke verschillende groepen bezoekers er in het Rijksmuseum komen.


• •

Veld, het onderdeel waar de wens van de gebruiker(s) centraal staat. Google analytics bekijken van de website van de postzegelverzamelaars. De verschillende groepen bezoekers observeren tijdens hun bezoek aan het Rijksmuseum. Lab, het onderdeel waar getest wordt. Het door negen postzegelverzamelaars laten testen van enkele ontwerpen. De respondenten van Allerhande in de keuken van Vals Plat laten koken met behulp van de app. Tijdens dit onderzoek werd het gedrag van de respondent geobserveerd.

Deze Wikitalk van Bjorn Post inspireerde mij om de heldere uitleg van Bjorn over het doen van onderzoek. De praktische voorbeelden die hij geeft over de onderzoeken geven weer dat onderzoek doen helemaal niet saai hoeft te zijn. Bjorn benoemt hoe belangrijk het is om met de gebruikers in gesprek te gaan en het gedrag van de gebruikers te observeren om te begrijpen wat je doelgroep beweegt.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.