30 November 2010 Visalat dag, 30 november, dag van herdenking van 2 dierbare mensen: de jongste broer van Hazrat Inayat Khan, Musharaff Khan (1967), en diens echtgenote, Shahzadi (1995). Een kort moment van herdenking, in stilte, in genegenheid, ter herinnering aan hen en het ideaal dat zij nastreefden: Liefde Harmonie Schoonheid
Een herinnering aan Musharaff Khan: Op een keer kwam ik in alle haast rechtstreeks vanuit Frankrijk naar de zomerschool. Ik had ongetwijfeld het programma niet goed bekeken. Toen ik in de Goudsbloemlaan aankwam kreeg ik te verstaan dat dit een bijeenkomst was die niet voor mij was bestemd. Wat een teleurstelling en wat een eenzaamheid! De volgende dag gingen we naar Katwijk, de duinen in waar later de soefi tempel gebouwd is. Het is me goed gelukt om er te komen, maar ik was alleen en ik begreep niets van de lezing in het Engels. Op het moment van vertrek van Murshid en de belangrijke mensen die om hem heen waren, hield ik me een beetje terzijde, nog altijd vervuld van een bedroefde teleurstelling. Maar plotseling maakte Murshid zich los van de groep en kwam naar me toe, me heel respectvol groetend, alsof ik een belangrijke gast was. Toch had ik helemaal niet de indruk dat hij me persoonlijk herkende. Hij handelde ongetwijfeld op dat moment door intuïtie, zoals hij had uitgelegd dat hij dat soms deed. Hij had de ontreddering opgemerkt en zijn groet was een ware balsem voor de ziel
Musharaff en Shahzadi Khan samen, op reis in USA in 1966, in gezelschap van Karimbakhsh en Ratan Witteveen The Source by Musharaff Khan
When people are passing the source of inner life, they think it is just a little brook, and they go on walking and seeking, because they don’t see that the living water is hidden and comes forth in a little stream. But this stream flows on forever. But their eyes are covered, they don’t understand that one must be a lover in order to be drawn by its great power. The passer-by goes on walking and seeking; at last he arrives at a lake and says: Now I have found the source.
Diary Shahzadi, January 5th 1968 Koran says: "We have created the night for rest and the day for praising the Lord." That means in times of sorrow men must have patience, in order to have the attitude of praising God in the time when distress is over. In the “night” one must not lament, nor despair in the time of distress, otherwise one is exhausted and not able to thank the Lord when that time is over; too much indulging in one’s sorrow blinds man for the Divine Healing of one’s wounds.