Inhoud
D E SOEFIgedachte
december 2010
3 Ten geleide 5 Wat heeft men nodig in het leven? Hazrat Inayat Khan
9 Strijd Karim Logtmeijer 12 Geboren in onschuld, geborgen in onschuld Simone Wils
14 From Russia with love Krishna J.B. de CaluwĂŠ 17 Maak de Ene tot werkelijkheid Jaap Dekker 21 Gedicht: Jij en de Ene Hafiz 22 Onze leefomgeving Henk blok 23 Waar uw schat is daar zal uw hart zijn Henk Rooseboom 24 Perspectief op een duurzame samenleving Amir Smits
28 De boeken Gayan, Vadan en Nirtan van Hazrat Inayat Khan
Ameen Carp
29 Hazrat Inayat Khan in Genève Ameen Carp 32 Wie zichzelf kent, kent het Al Amir Smits 36 Overgave Theo Kauffman
39 Over boeken en beelden Zubin van de besselaar 41 Informatie over de Soefi Beweging 44 Informatie over Soefi Contact
De Soefi-gedachte is een gezamenlijke uitgave van Soefi Beweging Nederland en Vereniging Soefi-Contact en heeft tot doel het verspreiden van het gedachtengoed van Hazrat Inayat Khan.
1
COLOFON de Soefi-gedachte 64e jaargang nummer 4 december 2010 Verschijnt 4 x per jaar Uitgever/Administratie: Stichting Soefi Beweging Nederland Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag tel: 070 346 15 94 fax: 070 361 48 64 sufiap@hetnet.nl www.soefi.nl www.soefi-contact.nl Abonnementen: jaarabonnement, incl. porto: € 16,00 abonnement buitenland: € 20,- per jaar los nummer: € 5,00. Aanmelding door betaling via postgiro 777555 tnv Stichting Soefi Beweging Nederland te Den Haag ovv penningmeester CM. van Beek. Drukker: NKB, Bleiswijk Aanwijzingen voor auteurs: Bijdragen zijn welkom, mits niet langer dan ca. 2000 woorden en aangeleverd in Microsoft Word met eventuele voetnoten als eindnoten. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen niet op te nemen of in te korten, en op de eigen websites te plaatsen. Kopij sturen naar het redactie-adres. Uiterste inleverdata voor het volgende nummer: 2 maanden tevoren (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 okto. ber) of in overleg met de redactie.
Redactie: dhr. L.W. Carp (Ameen), voorzitter mw. J.I.E. Bakker (Jaya) mw. M.A.J. van den Besselaar (Zubin) dhr. J.J. Dekker (Jaap), eindredacteur dhr. E.H.K.Logtmeijer (Karim) dhr. T. Maas (Kariem), hoofdredacteur dhr. J.P.H.Smits (Amir), secretaris Redactie-adres: dhr. J.P.H.Smits (Amir), Warmondstraat 177 hs, 1058 KX Amsterdam redactiesg@gmail.com Redactiemedewerker: dhr. N. Welten (Noud), opmaak Illustraties: De redactie stelt alles in het werk om reproductierechten te regelen. Voorzover dit niet correct is gebeurd, kunnen rechthebbenden contact opnemen met de uitgever.
Adresveranderingen sturen aan de uitgever, Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag met uitzondering van leden Soefi-Contact, die mutaties sturen naar hun secretariaat. © Soefi Beweging Nederland. Overname van agendapunten vrij. De inhoud van de artikelen is voor verantwoording van de auteurs en afgezien van plaatsing in dit tijdschrift en op daaraan gerelateerde websites, berust het copyright bij de auteurs.
2
Ten Geleide – Bres Om maar gelijk met de reclame in huis te vallen: koop nr. 264 van het tijdschrift Bres. Niet omdat er een interview in staat met een van de leiders van de Soefi Beweging. Dat is preken voor eigen parochie. Maar omdat Bres een thema aansnijdt waarmee ook de soefi’s worstelen. Zeven “moderne esotherische verenigingen” worden ondervraagd op hun positie in de samenleving. Hebben de rozenkruizers (in drie varianten), antroposofen, theosofen, vrijmetselaars en soefi’s nog toekomst? En wat blijkt: allemaal worstelen ze met stagnatie of achteruitgang in ledental, allemaal worstelen ze met discussies tussen ‘preciezen’ en ‘rekkelijken’ over modernisering van hun gedachtengoed, en allemaal worstelen ze met het vinden van een balans tussen esoterische (‘geheime’, naar binnen en op het individu gerichte) activiteiten en exoterisch (openbaar, naar buiten gericht) optreden. Op de vraag of de soefi’s een boodschap voor de wereld hebben, is het antwoord relatief makkelijk te geven. Jazeker hebben wij iets te melden, en wie er gevoelig voor is zal erop af komen; actief zieltjes winnen doen we niet. Maar de vraag kan ook scherper opgevat worden: die wereld, met al z’n problemen en spanningen, hebben wíj daar eigenlijk wel een boodschap aan of laat die ons koud? In welke interactie komt onze bewogenheid met de wereld tot uiting? Op de vraag in Bres of maatschappelijk engagement niet te ver gaat en esoterische verenigingen zich eenvoudig tot hun ‘kerntaak’ moeten beperken – de individuele inwijdingsweg – antwoordt Rozenkruizer Joost Ritman dat het uiteindelijk gaat om de hervorming van niet alleen jezelf maar van de gehele wereld. Dus de hele wereld moet je een zorg zijn. De Rozenkruizers van AMORC brachten in 2005 een ‘Manifesto’ uit dat aandacht vraagt voor (onder andere) desastreuze ontwikkelingen in politiek, economie, wetenschap en technologie. In 2009 is het symposium “Geroepen door het wereldhart” belegd met de zeven esoterische verenigingen. Zij ondertekenden “een heuse oproep om de wereld te verbeteren”, zoals Bres destijds wat sceptisch schreef. In de Soefi-gedachte van september 2009 heeft er een kort verslag van gestaan met een deel van de oproep. Maar het mag typerend heten dat deze verder (op internet) onvindbaar is. Hoeveel boodschap kun je aan de wereld hebben als je zo verborgen in je eigen hoekje blijft zitten? Ook de redactie van de Soefi-gedachte worstelt ermee. Sporen ervan treft u aan in dit nummer, met artikelen over duurzaamheid en economie. Ik hoor u aarzelen, ‘ze gaan toch niet aan politiek doen?’ Nee, maar een beetje meer buitenwereld kan geen kwaad, naast een artikel over innerlijke strijd dat u ook in dit nummer aantreft. Hopelijk wordt u er een beetje ongemakkelijk van – dan kan er een gesprek op gang komen. Kariem Maas
3
Wat heeft men nodig in het leven? GATHEKA 25, een les van Hazrat Inayat Khan.
Wanneer men deze vraag aan verschillende mensen stelt, dan zal een ieder wellicht een lijst van wel duizend dingen maken die hij in het leven nodig heeft. Maar ook zal men misschien, na het opsommen van die duizend dingen, zelden weten wat men wérkelijk nodig heeft. Wat men schijnbaar nodig heeft in het leven is niet wat men wérkelijk nodig heeft. Waarom? Omdat de aard van het uiterlijke leven illusie is. Zodra men voelt: ‘Ik heb dit nodig in het leven’, dan antwoordt de wereld van illusie en zegt: ‘Ja, je hebt mij nodig, dit is het bijzondere ding waar je behoefte aan hebt’. En dat komt, omdat -als men een gemis voelt in het leven- men alleen het uiterlijke gemis voelt en niet het gemis dat diep ín je zit. Als we nu komen tot het centrale thema van de vraag ‘Wat heeft men nodig in het leven?’, dan zou ik willen zeggen, dat er iets is waarmee we allemaal kunnen instemmen. Namelijk, dat wij het afgestemd zijn op het oneindige missen en dat wij juist afgestemd zijn op het eindige, op het tijdelijke. Eenvoudig gezegd: het gaat erom dat wij in ritme zijn met onze levensomstandigheden en dat wij afgestemd zijn op de Bron van ons bestaan. Ik zou nu uitvoeriger willen ingaan op wat ik bedoel met ‘het in ritme zijn met onze levensomstandigheden’. Onze klachten tegen datgene wat het leven ons brengt, zijn een gevolg van het niet in ritme zijn met datgene wat de omstandigheden ons te verdragen geven. Wij denken, dat als de omstandigheden veranderd zouden worden naar onze wensen, dat het leven dan gemakkelijker zou zijn. Maar dat is een verwachting, die met onze ervaring in strijd is, want als wij geplaatst werden in die door ons gewenste omstandigheden, zouden we nóg niet voldaan zijn. Want we zouden dan wéér een tekort ontdekken in die nieuwe omstandigheden. Weet, dat we in al de dwalingen en fouten en tekorten, die we aantreffen in ons uiterlijke leven, een volmaakte Hand kunnen zien, die achter dit alles werkzaam is! Als we het leven iets dieper zouden beschouwen, dan we gewoonlijk doen, zouden we ongetwijfeld inzien, dat al die dwalingen en fouten en tekorten bij elkaar genomen, het leven zó volledig maken, als die volmaakte Hand die erachter werkzaam is, voor ons maar zou kunnen wensen. Er is een Perzisch gezegde en dat luidt: ‘De tuinier van deze wereldtuin weet het beste, welke plant moet worden verzorgd en welke moet worden verwijderd’. Men zal misschien zeggen, dat dit een te vergaand fatalisme is. Maar nee, ik wil u niet fatalistisch maken, ik wil u in de sfeer van handeling brengen. Ik wil wel de grenzen van fatalisme aangeven, maar ik wil tot de sfeer van handeling komen. Er ligt ongetwijfeld veel in de hand van de mens om zijn levensomstandigheden te verbeteren, mits hij zijn geduld niet verliest voordat een betere conditie is bereikt en mits hij moed houdt en de hoop niet verliest.
5
En nu de vraag: ‘Op welke manier kan men één worden met het levensritme?’ Met andere woorden: op welke manier kan men verzoend worden met de levensomstandigheden? De levensomstandigheden en het eigen verlangen, de eigen begeerte, zijn twee dingen, die met elkaar in conflict zijn. Misschien niet altijd, maar wel meestal. Als het verlangen, de begeerte, zich ondergeschikt maakt aan de omstandigheden, dan krijgen de omstandigheden de overhand. Maar als de omstandigheden ondergeschikt gemaakt worden, dan krijgt het verlangen de overhand. De omstandigheden zijn niet altijd de baas in een conflict of in een worsteling. Maar er is wel altijd voorzichtigheid nodig bij het strijden tegen levensomstandigheden. Als door vrede harmonie bereikt kan worden, is het beter strijd te vermijden. Anders gezegd: als men met de levensomstandigheden in harmonie kan komen zónder strijd, dan is dat beter dan mét strijd. Wees niet verwonderd, als ik u zeg, dat zij die de meeste klachten over het leven hebben het meest teleurgesteld zijn en veel moeilijkheden ondervinden. En dat zij diegenen zijn, die het meest gestreden hebben met de levensomstandigheden. Men moet dus om tot verzoening met de levensomstandigheden te komen niet altijd een wapen gebruiken, maar men moet eerst proberen ermee in harmonie te komen. De groten van de aarde, zij die werkelijk met het leven geworsteld hebben en de overwinning behaalden -in de ware betekenis van het woord- zijn diegenen geweest, die weliswaar gevochten hebben met de omstandigheden, maar er vrede mee hebben gesloten. Het levensgeheim van de grote soefi’s van deze wereld, in welk werelddeel zij ook woonden, ligt hierin, dat zij hun levensomstandigheden, of die nou gunstig of ongunstig waren, tegemoet traden met het streven één te worden met het levensritme. Het verlangen, de begeerte, is soms onze vriend en soms onze vijand. Soms, in bepaalde omstandigheden wordt het verlangen gewekt, verliest ze haar geduld en wenst ze de omstandigheden te breken. Maar, in plaats van de omstandigheden te breken, breekt zij zichzelf. De grote zielen waren de eersten om hun ergste vijanden de hand te reiken, omdat hij die zijn vijand tot vriend maakt de vriend wordt van zijn eigen zelf. Een bittere omstandigheid, zelfs als die bitter is als vergif, verandert in nectar als u in ritme raakt met die omstandigheid. Dat wil zeggen, dat als u die omstandigheid wilt begrijpen, u die omstandigheid tegemoet moet treden met geduld, met moed, met hoop. Is er sprake van een gunstige omstandigheid, dan is men dikwijls bang, dat ze van voorbijgaande aard zal blijken te zijn. Maar van een ongunstige omstandigheid is men niet geneigd dat te verwachten. Dan meent men, dat het altijd ongunstig zal blijven. Hoe komt dat? Dat komt door de angst die men heeft voor die omstandigheid. Dat komt door zenuwachtigheid en de begeerte er los van te komen, waardoor men ook de hoop verliest. De hoop, dat is de enige bron die ons in leven houdt. Wanneer wij de aard van het leven zien als iets dat steeds verandert, waarom dan niet de hoop gekoesterd dat een ongunstige omstandigheid zal veranderen in een gunstige? Men kweekt de gewoonte aan het ergste te verwachten. Iemand die 6
slechte levenservaringen heeft opgedaan denkt dat hem niets goeds zal overkomen, omdat hij slechte omstandigheden heeft moeten ervaren. Hij denkt: ieder ander zal het beter hebben dan ik, ik ben geboren onder een ongunstig gesternte en met die ongunstige omstandigheid moet ik door het leven gaan. Zo zijn er veel verbeeldingrijke en intelligente mensen, die dag in dag uit kranten lezen en daaruit tot de slotsom komen dat er oorlog moet en zรกl komen. En iedere kleine strubbeling waarover ze lezen schenkt hun de overtuiging dat de ondergang van de wereld nabij is. Anderen interesseren zich voor astrologie en gaan verder dan de gewone astrologie. Ze verwachten jaar na jaar, maand na maand, het einde van de wereld. Veel van die einde-momenten zijn echter voorbijgegaan, maar de verwachting blijft en zal blijven bestaan. Het is een geliefkoosd onderwerp aan tafel. Maar toch geeft het ook een schok aan hen, die wat langer willen leven dan tot die ondergang van de wereld. Wat ik hierover wil zeggen is dit: het is het beste in elke omstandigheid door te gaan, met geduld, met inzicht en met open ogen. Probeer er op die manier boven uit te stijgen, zoveel als mogelijk is. En nu de andere kant van het onderwerp: dat is het zich afstemmen op het Oneindige. Hoe kan men afgestemd zijn op het Oneindige? Dat afgestemd zijn komt hierop neer, dat we onze ziel beschouwen als een snaar van een muziekinstrument. Die snaar is gespannen tussen het Oneindige en het eindige. Als iemand zich voortdurend bewust is van het eindige, dan is hij afgestemd op het eindige. Men voelt zich dan begrensd, zwak, zonder hoop en machteloos. Maar als iemand zich bewust is van het Oneindige, dan is hij daarop afgestemd en krijgt hij kracht en sterkte om het leven te trotseren onder alle moeilijke omstandigheden. Het werk dat een soefi als zijn heilige taak beschouwt heeft niets te maken met enige bijzondere geloofsbelijdenis en evenmin met enige bijzondere godsdienst. De taak van de soefi is in ritme te zijn met de levensomstandigheden en afgestemd te zijn op het Oneindige. Hoe bereikt u die harmonie met het leven? Door de levensomstandigheden bewust tegemoet te treden in plaats van u erdoor te laten beangstigen. Door het goed te doordenken en dan te proberen er voor dat ogenblik mee in harmonie te komen. En als ze ongunstig zijn, probeer er dan bovenuit te rijzen. Daar is een verhaal over: Een jonge Arabier sliep in het veld, toen een slang over zijn hand kroop. Omdat hij in zijn slaap niet wist wat het was knelde hij de slang krachtig vast, zodat de slang hulpeloos was en niet kon bijten. Toen de jongen wakker werd schrok hij bij het zien van de slang in zijn hand en liet deze plotseling los en zodra de slang zich bevrijd voelde beet ze. Tot zover dit verhaal. Men kan een omstandigheid dus beter beheersen door deze in de hand te houden, dan wanneer men loslaat. Als bijvoorbeeld iemand ons tegenwerkt en driftig is geworden, dan hebben wij van nature de neiging hem met dezelfde munt terug te betalen. Het resultaat is een strijd die met teleurstelling eindigt. Maar als iemand weerspannig en opvliegend is, dan is hij op dat moment de zwakkere en dan is dรกt 7
het moment, dat u hem kunt leiden. Dan is dát het moment, dat u de situatie in de hand hebt. De ander is zwak en u bent sterk. Als iemand zijn bestaan in de wereld wil verbeteren en in alles daarbij van mensen afhankelijk is, loopt hij dan niet het gevaar daardoor in een slechtere positie te komen? Bijvoorbeeld, iemand wenst zeer rijk te worden en als hij dan rijk is geworden, zodat iedereen zich tot hem verhoudt als een slaaf tot zijn meester, dan zal hij een zware last op zich voelen drukken. We zijn in het leven van elkaar afhankelijk en rijkdom, die ons zo machtig lijkt, blijkt bij diepere beschouwing niet zo machtig te zijn. Die macht is beperkt en neemt niet altijd onze afhankelijkheid ten opzichte van anderen weg. Het komt erop aan, onze toestand goed onder ogen te zien met een volkomen gelatenheid, als we er niets aan kunnen veranderen. Het eerste wat nodig is, is aanvaarden zoals het is. Het tweede is streven naar verbetering met zoveel mogelijk vermijden van conflicten. Bijvoorbeeld: u bent op reis door de wildernis en een rover eist ‘uw geld of uw leven’. Om uit die toestand te komen kunt u beginnen te proberen hem tot andere gedachten te brengen, zonder dat u gedwongen wordt hem te doden. Wat ik bedoel is dit: wij kunnen niet altijd conflicten vermijden en we moeten ze ook niet de rug toekeren, als ze ontstaan. Het leven is nu eenmaal een strijd en we moeten daartoe bereid zijn. Maar, die strijdlust moet ons niet zodanig bedwelmen dat we de vredelievende weg uit het oog zouden verliezen. Want de weg van vrede is de weg, die het eerst bewandeld moet worden. We moeten niet zijn als een vechtersbaas, die steeds naar iemand uitziet met wie hij kan vechten, omdat hij daar genoegen in vindt. Hoe is die andere weg, de weg van afstemming op het Oneindige? Dat is op verschillende manieren mogelijk. Het gebeurt bijvoorbeeld door middel van stilte, van meditatie. Of het gebeurt door de gedachten te richten op iets dat boven al de dingen van deze wereld uitgaat. Of het gebeurt door enige ogenblikken van ons leven te wijden aan datgene wat de Bron en het Einddoel is van ons allen, met de gedachte tot afstemming te komen met die Bron en met het besef, dat alleen in die Bron het geheim ligt van ons geluk en onze vrede.
8
Strijd
Karim Logtmeijer Wanneer we aan strijd denken heeft dat vaak te maken met een tegenstander. Associaties roept het op van vechtende ridders, sluwe vijanden en achterbakse vrienden, ruziënde echtgenoten, kibbelende kinderen, goed en kwaad, tussen leven en dood. In het etymologisch woordenboek zien we dat strijd komt van: sterk, hard, standvastig en streven. De eerste strijd is de strijd van het leven en deze bestaat uit drie aspecten: 1) Strijd met zichzelf. 2) Strijd met anderen. 3) Strijd met de omstandigheden. Gewoonlijk vangen mensen aan met anderen te strijden en zoeken zij de vijand buiten zichzelf. Met een ander te strijden brengt meestal weinig goeds. Het is beter om eerst met zichzelf de strijd aan te gaan; dit is de zwaarste strijd. Wanneer iemand met zichzelf strijdt en die strijd ook wint, dan kan hij elke worsteling aan. Voor de meeste mensen blijft het een oefening; elke dag een nieuwe kans. Fouten maken mag, leer daar van. Het is nooit te laat voor inzicht. Inzicht in ons denken, spreken en handelen. In de Bhagavad Gita is dit zeer treffend weergegeven, in hoofdstuk 3, vers 39-43: “De wijsheid is omgeven door deze nooit-aflatende vijand der wijzen in de vorm van begeerte, die als een vlam niet te verzadigen is. De zinnen, het denken en de rede zijn, zo zegt men, de zetel der begeerte; hiermede het inzicht verhullend, misleidt de begeerte de belichaamde ziel. Bedwing daarom eerst uw zinnen, o beste der Bharatas, en dood dan deze boze begeerte, die wijsheid en kennis teniet doet. Men zegt dat de zinnen machtig zijn; groter dan de zinnen is het bewuste denken; groter dan het bewuste denken is de rede; maar groter dan de rede is Hij, het allerhoogste Zelf. Aldus wetende, dat Hij groter is dan de rede, het zelf beteugelend door het Zelf, versla, o machtig-armige, de vijand in de vorm van begeerte, zo moeilijk te overwinnen.”
Onze vijand – begeerte
Wie is onze grootste vijand? Onze grootste vijand is het onware ego of ook wel het kleine zelf genoemd. Maar wat is dat precies? Pir-O-Murshid Inayat Khan zegt hierover:”Het kleine zelf kenmerkt zich door eigen belang, verdediging tegen aanvallen van anderen, anderen zien als buitenstaanders, het houdt zich bezig met dingen van voorbijgaande aard, is blind voor de toekomst en vergeet het verleden, openbaart zich door zelfbeklag, drukt zich uit in wraak, voedt zich met bitterheid en houdt van duisternis. Rusteloosheid en ontevredenheid zijn zijn natuur, voortdurende honger, onverzadigbaar, heeft geen vertrouwen of consideratie voor anderen, geen bedachtzaamheid, dus geen manieren, eigen welzijn en voordeel staan voorop, geven en opoffering zijn ondraaglijk en zelfverloochening is erger dan de dood.” Roemi zegt:”Iedereen laat zich door gedachten overheersen. Vandaar al hun hartzeer en verdriet. Soms geef ik me doelbewust over aan denken, maar wanneer ik daarvoor kies, weet ik niet hoe snel ik me moet distantiëren van hen die onder zijn heerschappij verkeren. Ik ben als een hoogvliegende vogel, en de gedachte is een mug – hoe kan een mug mij nu overmeesteren?”
9
Onze wapens – geloof, deugd, ijver, overpeinzing van de waarheid
Een ieder draagt een denkbeeldig zwaard, zowel vriend als vijand. Het enige verschil tussen vriend en vijand is dat de vriend vanuit vriendschap handelt. Met deze wapens, in de vorm van geloof, deugd, ijver en overpeinzing van de waarheid, kan een mens strijden en proberen standvastig te zijn in de uiteenlopende omstandigheden van het leven. Boeddha spreekt helder tot ons in het Dhammapada, vers 143-145: “Is er in de wereld wel iemand zo door schaamte beteugeld, dat hij elke aanmaning voorkomt als een edel paard de sporen? Wees als een edel paard, door de sporen geraakt, zo vurig en volhardend. Door geloof, door deugd, door ijver, door overpeinzing en onderkenning der waarheid, door volmaakte wijsheid en volmaakte wandel, steeds vol inzicht en waakzaam, kunt gij dit groot lijden overkomen. Akkerbevloeiers leiden het water, pijlmakers buigen de pijl recht, timmerlui bewerken het hout, deugdelijke mensen vormen zichzelf.” Het is hard werken aan jezelf, vooral in moeilijke tijden. Alles komt van God; voorspoed en tegenslag. Het is wat het is. Geven zonder iets terug te verwachten. Werken voor de goede zaak. Dankbaarheid. Het is zinvol om je eigen leven onder de loep te nemen. Het leven te bestuderen en je verdiepen in de psychologie van de mens. Dit zal je inzicht en hoop geven, waarmee jij jouw geloof en vertrouwen kan versterken. “Met goede wil en vertrouwen op God, met zelfvertrouwen en een hoopvolle houding in het leven, zal de mens zijn strijd altijd winnen, hoe zwaar die ook zijn mag.” – aforisme van Hazrat Inayat Khan.
Doel van strijd? – van wet (begrenzing) naar geest (volmaking)
In de strijd met jezelf is het raadzaam om je af te stemmen op je eigen ideaal en tegelijkertijd te luisteren naar jouw eigen natuur, naar impulsen en begeerten. Je hoeft er niet aan toe te geven. Wanneer het er mag zijn, maar je beantwoordt het niet, dan gaat het vanzelf weer weg. Waar je niets mee kunt, mag je loslaten. Niets is zo veranderlijk als een mens. Het is de kunst om je aan te passen aan anderen, aan verschillende ideeën en behoeften. Dit is een moeilijk punt en vergt grote flexibiliteit van iemand. Met hoe meer mensen je goed om kan gaan, hoe wijzer je bent: meesterschap. Wanneer we strijden zijn we in beweging. Zo kunnen we anderen een plek geven in ons hart, hetgeen de situatie vraagt. Dit kan bijvoorbeeld zijn: medeleven, compassie, betrokkenheid, begrip of uitwisseling. Hierbij inspireert een Christelijke tekst, uit Romeinen 7, vers 5-6. “Toen we ons nog lieten leiden door onze eigen wil, werd ons bestaan beheerst door zondige hartstochten die de wet in ons opriep en droeg het alleen vrucht voor de dood. We waren aan de wet geketend, maar nu zijn we bevrijd. We zijn dood voor de wet, zodat we niet meer de oude orde van de wet dienen, maar de nieuwe orde van de geest.”
Verhaal van “de Samenspreking der vogels” – Farid-uddin-Attar
Dit soefiverhaal illustreert de lange moeilijke tocht van honderden vogels door zeven valleien, die de tegenslagen en omstandigheden van het leven voorstellen. Een levensreis van het onware naar het ware, van schaduw naar licht, van ego naar zelfverwezenlijking. De vogels zijn op zoek naar de Simoerg, de koning van hemel en aarde, onder leiding van de koninklijke vogel, de wijze Hop. 10
De eerste vallei is de vallei van het zoeken. Wanneer de vogels door deze vallei trekken komen er duizenden moeilijkheden en honderden beproevingen op hun weg. Dit vergt zeer veel geduld en kan alleen volbracht worden als het verlangen sterk genoeg is. De tweede vallei is de vallei van liefde. Dit vraagt van de vogels om het brandende vuur van de liefde te weerstaan, hetgeen alleen kan als je bent als vuur. Hier spelen het hart en de devotie een hoofdrol. Vele vogels verbranden hier door de vernietigende kracht van het vuur van de liefde. De derde vallei is de vallei van kennis. Hier vangt een zeer lange en vervelende reis aan. Het is moeilijk vol te houden, maar hier ontwikkelt men zich of ontaardt men. Kracht en openbaring zijn de belangrijkste kwaliteiten om hier te overleven. Veel vogels geven het op of sterven van uitputting. In de vierde vallei dienen de vogels zich los te maken van alles. Dit is de vallei van losmaking en verzaking. Hier wordt volledige losmaking van de wereld geëist: worden als een druppel in de oceaan. In de vijfde vallei ontmoeten ze de eenheid. Er is geen onderscheid naar aantal of hoedanigheid. Alles is. De zesde vallei is de vallei van verbijstering en verbazing. Hier ervaren de vogels onafgebroken moedeloosheid. Het recept om dit te overleven is door eenheid in het hart te ervaren en zichzelf te vergeten. De zevende en laatste vallei is de vallei van armoede en vernietiging. Hier gaan de vogels door een sfeer van vergetelheid, stomheid, doofheid en krankzinnigheid: niets is. Ten slotte bereiken dertig vogels die door deze laatste vallei kwamen het hof van de Simoerg. Ze zijn vel over been, uitgeput en uitgemergeld, maar hebben de zwaarste beproevingen doorstaan om een glimp van de Simoerg op te kunnen vangen. Bij de poort van het koninklijk paleis aangekomen worden ze in eerste instantie geweigerd. Een diepe smart en weeklacht gaat door hen heen. Na deze vreselijke reis is dit ondraaglijk! Uiteindelijk worden ze toch aan het hof toegelaten en zien ze geen koning, maar dertig vogels waartussen geen onderscheid meer is. Dit is de Simoerg. (In het Perzisch betekent Simoerg: dertig vogels of God) Bij strijd gaat het juist om het afwerpen van sluiers, van bedwelming naar bewustzijn, van het onware ego naar het ware. Open je hart, leef vanuit je hart en leef met anderen mee. Liefde geven zonder iets terug te verwachten. In twee aforismen zegt Pir-O-Murshid Inayat Khan: “Bomen dragen geen vruchten voor zichzelf, maar voor anderen.” “De ware winst is niet voor onszelf, maar de winst die wij voor anderen maken.” De expansie van het hart doet pijn en geeft ons de mogelijkheid tot groei. Pijn door geraakt te zijn, pijn van verlies, pijn van vreugde, pijn van liefde, pijn door verlangen…. Roemi zegt: ”Pijn is een schat van genade. De vrucht is sappig, wanneer je de schil er van afpelt.” Wanneer we in strijd ons ego afpellen of uitwissen, kunnen we steeds meer leven vanuit onze kern, de ziel. “Voorwaar, het leven is een voortdurende strijd en alleen hij zal overwinnen die zichzelf overwonnen heeft.”, aldus een aforisme van Hazrat Inayat Khan.
11
Geboren in onschuld, geborgen in onschuld Simone Wils
In de geboorteverhalen van de profeten van vele religies zijn grote overeen-komsten te vinden. Er doen zich lichtverschijnselen voor en uitzonderlijke natuur-fenomenen. Er heerst een wonderbaarlijke sfeer die in de wijde omtrek kan worden gevoeld. Geboren wordt een stralend en smetteloos kind, dat zijn sporen zal nalaten ver in de tijd, ver in de wereld. Overeenkomsten zijn er ook, in het geval van de profeten, in de pogingen die worden ondernomen door de gevestigde orde om het kind de mond te snoeren, te verdonkeremanen of zelfs van het leven te beroven. Ieder mens, zo zegt Hazrat Inayat Khan, wordt geboren als onschuldige ziel. Echter, de schoonheid, macht en engeleigenschappen van dat oorspronkelijke licht worden door de ervaringen van het leven bedekt. Hoe meer we ons innerlijk toewenden naar het uiterlijk van de wereld, hoe minder het zielelicht ons doorschijnt. De wereld (c.q. de mens) gaat daardoor bestaan uit opeenvolgende lagen van onwaarheid en dat kan zover gaan dat we de aard vergeten van de stof waaruit we wèrkelijk gevormd zijn. De aankomende periode, het naderen van kerstmis, geven aan onze zintuigen, ons hart en ons denken een mooie gelegenheid om het verschil in ritme gewaar te worden tussen diepte en oppervlakte van het leven. De diepte: het is kouder buiten, vroeger donker, de natuurlijke richting van deze periode leidt ons naar binnen. Wanneer we de bomen bekijken, het gevallen blad dat vergaat, de kale takken, dan lijkt het of de dood een overwinning gaat behalen. Maar we weten uit ondervinding dat, onder dit winters tafereel, het levensproces zich zonder onderbreking voortzet. De groeikracht keert zich in, begeeft zich naar de diepte en nestelt zich in stilte en donkerte. Rust. Inkeer. Geduldige voorbereiding op de volgende cyclus van leven en sterven. In de christelijke cultuur wordt deze tijd advent genoemd: “de komst”. Dagen van verwachting. Dagen ook van waken over het onschuldige leven dat opnieuw zal geboren worden in de wereld. Tijd ook van groeiend vertrouwen: nog even wachten en de dag zal weer lengen, het licht zal weer zegevieren. We weten dat. Het zijn dagen die ook voor de mens, bezien vanuit zijn directe verbondenheid met de natuur uitermate geschikt zijn om naar binnen te keren. Het is een tijd om thuis te komen in de stilte en de donkerte van de eigen diepte. Een tijd waarin men zichzelf kan bevragen: wat is eigenlijk wèrkelijk de stof waaruit ik besta? Wat is het kostbare in mij waarover ik wil waken? Wat is het nieuwe in mij dat wil geboren worden ? En daartegenover: de donkere dagen voor kerstmis zoals ze zich voordoen aan de buitenkant. Voor veel mensen zowat de drukste tijd van het jaar. Warenhuis in, warenhuis uit, op zoek naar versierselen, cadeautjes, versnaperingen. Volgeschreven lijstjes van wat er allemaal nog te doen staat voor Die Dagen.
12
Ladingen voedsel in huis halen, piekeren over familiekwesties en bidden dat die maar niet aan tafel ter sprake zullen komen. Buren die van hun tuin èèn grote kerstversiering maken, compleet met metershoge kerstman, en de vraag: moeten wij dan toch niet ook wat meer lichtjes in de haag? Het uitzicht op overvloedige tafels en lege portemonnees. De radio meldt zonet dat de consument gelukkig weer 3 % meer heeft uitgegeven dan vorig jaar om dezelfde tijd. De race is nog niet eens goed begonnen en zo hier en daar hoor je al verzuchten: wat zal ik blij zijn als Die Dagen weer voorbij zijn. Diep naar binnen of steeds verder naar buiten. Het lijkt er op dat er twee heel uiteenlopende krachten aan het werk zijn en dat ieder van ons daarin zijn eigen plaats te bepalen heeft. Misschien neem je een beetje van het ene en wat meer van het andere. Misschien ga je op in één richting. Of misschien vind je de perfecte balans tussen twee werelden … Het is mogelijk, zo zegt Hazrat Inayat Khan, de innerlijke vrede ongestoord te bewaren te midden van de activiteit en de beweging van ‘s levens oppervlakte. Vereiste is wel dat men niet het bewustzijn verliest. Vereiste is wel dat men het allereerste licht, het licht van de ziel niet verdonkeremaant. Hazrat Inayat Khan: “Het Aldoordringende Licht is de erfenis die ieder menselijk wezen heeft ontvangen van zijn / haar hemelse Vader. Men vindt het niet door zich te richten naar de buitenwereld. Men ontmoet het door bij zichzelf te zijn, de innerlijke bron te zoeken en de kennis te verwerven die enkel daar vandaan kan komen.” Het Joodse ochtendgebed Elohai Neshema begint met de zin: ‘Allerhoogste, de ziel die Gij in mij hebt geplaatst is zuiver’. Zuiver, puur betekent: niet met iets anders vermengd. De onschuldige ziel als de staat van zijn die enkel en alleen bestaat uit de eigen essentie, het oorspronkelijke goddelijke licht. Soms wijken we af van het rechte pad, soms verliezen we onszelf in de wereld, soms zelfs beladen we onszelf met schuld. Dat zijn menselijke bewegingen, daarvoor dragen we de verantwoordelijkheid. Toch, zo leert ons dit soort gebed, kan elke dag begonnen worden met de herinnering dat, wat er ook gebeurd is aan de oppervlakte, de diepte onberoerd is gebleven en de kracht van ons innerlijk licht onveranderd. De diepste grond van ons wezen wordt niet alleen in onschuld geboren maar is daarin ook voor altijd geborgen. Mogen de donkere dagen voor kerstmis onze herinnering aan het zielelicht versterken, en mogen wij van daaruit bijdragen aan de verlichting en de versiering van de wereld.
13
From Russia with love
Reisbrief van een recente ‘soefi-expeditie’ naar Rusland en Siberië
Krishna J.B. de Caluwé Het woord ‘soefi-expeditie’ voor onze reis van 2 – 14 september j.l. naar Rusland, wil niet suggereren dat er daarvoor geen soefi-bezoeken aan Rusland zijn geweest, dat dit met andere woorden het eerste soefi-bezoek was. In 1913-1914 was onze Meester Hazrat Inayat Khan de eerste. Hij woonde zelfs meer dan een half jaar met zijn gezin in Moskou, en dochter Noorunnisa is er geboren. Hazrat Inayat Khan herkende veel mystieks in de ‘Russische ziel’, getuige wat hij in zijn autobiografie schrijft: “I saw in de people of Russia religion, devotion, the idealistic temperament.” Het soefisme sloeg er dus aan. De onderdrukking van deze idealen door het communistische regime dwong het geestelijk leven evenwel lange tijd in de verdediging. Niettemin zijn er meer soefi-bezoekers vanuit het Westen geweest. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw: Wali en Walia van Lohuizen. In de negentiger jaren: Murshid Hidayat en Murshida Aziza. En daarna nog: Nawab en Nirtan Pasnak, en nog later: Ananda de Heer. Thans is het soefisme weer opgeleefd en kennen we soefi-centra in Sint-Petersburg, Moskou, Novosibirsk en JaroslavL (en misschien zijn er nog wel meer). Russische soefi-zusters en – broeders bezoeken al jaren in flinke aantallen onze zomerschool in Katwijk. Maar het verdriet hun ook wel eens, zeggen ze, dat er de laatste tijd niemand van de soefi’s uit het Westen hun kant uitkomt. Daardoor uitgedaagd, beloofden Ulma Moerenburg en Maharani de Caluwé om in 2010 de vieringen van ‘100 jaar Soefi-Boodschap’ rond 13 september (Hejrat-day) in Moskou en Novosibirsk te komen doorbrengen. Voor ons betekende dat wél een hele ‘expeditie’, in de zin van ‘onderneming’. (‘ons’, want Joop Moerenburg en ondergetekende, Krishna de Caluwé, sloten zich aan). We ondervonden snel dat Moskou behalve een eerbiedwaardige, ook een imposante wereldstad is met 10 miljoen inwoners, en waren blij dat we op het enorme vliegveld Demodedovo door soefi-vrienden werden opgewacht en door het drukke autoverkeer naar het huis gebracht van Jelaluddin, Shirin en Rumi Moskalev. Ofschoon dit in het hartje van de stad gelegen is, doet de sfeer er weldadig aan en is er meteen herkenning. Uit alles in de kamer bleek dat zij daar een intensief soefi-zijn beleven en er frequent bij elkaar komen. Deze eerste avond waren er ongeveer twintig mensen en na een heerlijk souper met typisch Russische lekkernijen van Shirin, volgden soefi-gebeden en –oefeningen, zoals wekelijks op donderdagavond het geval is. Dit keer onder leiding van Jelaluddin én Ulma en Maharani (het tolken van en naar het Engels bleek nooit een probleem te zijn). En ongelooflijk hoe we ook later steeds geholpen werden! Shanti, Rahim en Shakti reden ons met hun auto rond en van en naar ons hotel in een buitenwijk. We leerden er natuurlijk ook met de beroemde Moskouse metro te reizen – veel sneller dan een taxi - en zo bezochten we de Tretjakov Gallery voor Russische Kunst en het Poesjkin Museum, evenals de toeristische Arbatstraat, de geboorteplek van 14
zowel Shirin als Jelaluddin. En later het Kremlin met z’n kathedralen, en het Rode Plein. Dat er de laatste jaren in Moskou het een en ander veranderd is, kan men onder andere daar zien. Het Rode Plein heeft veel van zijn strengheid van vroeger verloren: er zijn terrassen en er is vertier. Het hele stadscentrum ziet er trouwens uit als een mondaine wereldstad, en niet alleen het beroemde warenhuis Goem. Je ziet veel jonge mensen en opvallend veel bruidsparen, met hele families, die zich laten vervoeren in lange, witte of roze limousines. Maar ook de vele kerken met hun gouden torens en prachtige, kleurige interieurs worden nog druk bezocht door oud én jong. Van ons bezoek in Moskou is stellig nog te memoreren: de zondag doorgebracht in de soefi-datsja op ruim drie kwartier van de stad. Dat die datsja er kon komen, is te danken aan Habiba en Jelaluddin. Met vereende krachten is op het oorspronkelijke eenvoudige bouwsel een keurige verdieping opgetrokken. Niet alleen worden daar alle zondagen doorgebracht met soefi-vrienden, maar soms ook hele zomermaanden. Een treinstation is op loopafstand, zodat het er vaak een ‘zoete inval’ is voor veel soefi’s. De speciale ronde ruimte die op de verdieping gecreëerd is, nodigt uit tot verinnerlijkend, meditatief werk, zoals wij mochten ondervinden in de soefi-klas onder leiding van Jelaluddin, Ulma en Maharani. Daarna lag het accent op het broederlijk en zusterlijk samenzijn met eten en drinken bij het kampvuur in de tuin. Hazrat Inayat Khan vond het er in de winter te koud ‘for one born in tropical lands’, anders was hij er langer gebleven; zo schrijft hij. Of het er ook voor ons in de winter te koud is, weten we niet. We zijn er dan wel weer van harte uitgenodigd. Juist dan, vertellen ze in Moskou, ziet de stad er op z’n mooist uit. Wanneer het lawaai van het verkeer gedempt wordt door de sneeuw, wordt alles nog veel feeërieker en mystieker. ‘Siberië’ klinkt sommigen misschien in de oren als ‘bar land’, getuige onze uitdrukking ‘Siberisch koud’. Maar toen wij na twee etmalen in Novosibirsk uit de trein stapten, ondervonden we meteen de Siberische warmte: een vorstelijke ontvangst door minstens tien mensen met bloemen! En bij alles wat we meegemaakt hebben, voelden we ons omringd door een familiale warmte. Nog iets om in de beeldvorming recht te zetten: Novosibirsk is een ruim aangelegde moderne stad van nog slechts 100 jaar oud, met 1,7 miljoen inwoners (tweemaal Amsterdam), met navenant levendig vlieg-, trein- en autoverkeer, waar alom mobiele telefoons van in spijkerbroek geklede mensen rinkelen en schermen van laptops flikkeren, met een metro, met Ikea, met musea, met een operagebouw groter dan het Bolsjoi Theater in Moskou, en met een concerthal (waarover later). Behalve een universiteit is er annex aan de stad een ‘scientific town’ met vele wetenschappelijke instituten, waar de wetenschappers ook wonen. Novosibirsk is na Moskou en Sint-Petersburg de derde stad van Rusland, uit welke twee steden de meeste inwoners, of hun voorouders, afkomstig zijn, en het is de hoofdstad van Siberië. Het geografisch middelpunt van het land ligt in een kleine kapel midden in deze stad. Het mystieke Altaj Gebergte is niet ver weg: op de grens van China, Mongolië, Kazakstan en Siberië. Misschien voedt dit de harten van de mensen: ze zijn zeldzaam 15
ruimhartig. Zoals wij in de soefi-kring mochten ondervinden bij de centrumleider Puran en Purana Kalinin thuis, vijf hoog, alsook in de manier waarop wij in de stad werden gecoacht, voornamelijk door de uitstekend Engels sprekende, charmante Ashika en door de onvermoeibare chauffeur Jalil. Maar ook Bhakti en Shanti trokken onmiddellijk vriendschappelijk met ons op. En dat alles bracht ons in vijf volle dagen heel wat hoogtepunten. Slechts enkele hoogtepunten: Onvergetelijk voor ons zal wel blijven de ‘party’ na de Universele Eredienst op zondag: een complete ‘familie’ onder grootvader Puran, met ouders, broers en zussen, kinderen, ieder op zijn ‘paasbest’. En wij als vanzelfsprekend daartussen. Zeven of acht kinderen met voordrachtjes of andere presentaties. Dansen, ballonnen en lekkernijen! Een tafellaken door de kinderen als bij een picknick uitgespreid op de vloer van de huiskamer, waar zojuist de Universele Eredienst in grote waardigheid was geëindigd. Een heerlijke maaltijd samen, door Puran gekookt. Onopzettelijk leek dit een demonstratie van ‘liefde, harmonie en schoonheid’. Maar ook ‘Hejirat-day’ (13 september) in Novosibirsk mogen we natuurlijk niet vergeten. In de concerthal, de Philharmonic, verzamelden zich om 18.00 uur tientallen soefi’s, die we nog niet eerder hadden leren kennen, en ander publiek voor het concert, waarvan het eerste deel muziek van Murshid Hidayat, maar ook van onze Meester Hazrat Inayat Khan, bevatte. In het programma-boekje werd onder andere uitgelegd wat het belang van deze dag voor het brengen van de Soefi-Boodschap is. Maar ook, voorafgaand aan het concert, in een radio-interview met Puran en met Ulma en Maharani, werd dit in het licht gesteld. En Maharani en Ulma hebben de zaal mogen toespreken. Het was Hazrat Inayat Khan bij zijn bezoek aan Moskou al opgevallen hoe muzikaal dit volk is. Ook bij dit concert werd weer blijk gegeven van een geweldige muzikaliteit. Het enthousiasme was dus groot. En dan volgde er ook nog een ‘celebration’ voor ons, na afloop. (you tube link naar concert:http://www.youtube.com/watch?v=yuKztmTvcOM) Leven vanuit het innerlijk zodat ze in het uiterlijke leven aan een klein ego genoeg hebben, broeder- en zusterschap, en toewijding (een moeried was vier uur met de auto komen rijden om van Puran, Maharani en Ulma de zegen te vragen!) blijken ijzersterke punten in de praktijk van de Russische soefi’s. En hun disclipline zorgt ervoor dat bij hen de gebeden als ingehouden, mooi georkestreerde ‘spreekkoren’ betoverend klinken, bijna als muziek.
16
Maak de Ene tot werkelijkheid Jaap Dekker
Hazrat Inayat Khan adviseerde ons: ‘Maak de Ene tot werkelijkheid, dat zal je inzicht geven’. Dat lijkt me een mooi advies, maar hoe doe ik dat? Je kunt stellen, dat er twee gezichtspunten zijn voor het kijken naar godsvoorstellingen. Het ene is het spirituele gezichtspunt, dat gaat uit van geest, van bewustzijn, en dat is gebaseerd op geloof. Het tweede is het materiële gezichtspunt, dat zou je wetenschappelijk kunnen noemen en dat is gebaseerd op wat er aantoonbaar is. Op dit materiële gezichtspunt wil ik nader ingaan. Er zijn mensen, die zich een godsvoorstelling hebben gemaakt die in tegenspraak is met wat wij als werkelijkheid ervaren. Sommigen hebben daaruit de foutieve conclusie getrokken, dat de Ene niet werkelijk is en dus niet bestaat. Maar het ligt hem dan niet aan de Ene, het ligt hem aan hun godsvoorstelling. Het meest simpele voorbeeld daarvan vind je in de redenering: ‘Ik geloof alleen in wat ik zie en de Ene zie ik niet, dus geloof ik niet dat de Ene bestaat’. Als je dan vraagt of je de tijd kan zien, en of je de wind kan zien, dan blijkt dat niet het geval te zijn. Maar we weten zeker, dat de tijd bestaat en dat de wind bestaat, want dat zien we aan de verschijnselen en dat is bewijs genoeg voor ons. Het gaat dus om de verschijnselen, daaraan kan je iets herkennen. Ook zijn er mensen die zeggen: ‘De Ene bestaat niet, want in een God die oorlogen, concentratiekampen, ziekten en natuurrampen toestaat, kan en wil ik niet geloven. Als God goed is, waar komt dan alle kwaad vandaan?’ Het criterium voor deze mensen is, dat ze de Ene willen begrijpen en omdat ze de Ene niet kunnen begrijpen concluderen ze, dat de Ene niet bestaat. Hazrat Inayat Khan leerde ons: ‘God schept de mens en de mens maakt goed en kwaad’. En dat kunnen we herkennen in oorlogen, in concentratiekampen, in veel ziekten en vaak in natuurrampen. Goed en kwaad maken wij zelf, het zijn menselijke waardeoordelen. Maar waarom staat de Ene dat allemaal toe? Dat begrijpen we niet, dat is waar. Inderdaad, de Ene is niet begrijpelijk te maken. Dat hebben alle profeten, zieners en leraren ons in alle eeuwen al voorgehouden. Maar uit het feit, dat ik de Ene niet begrijp kan ik niet de conclusie trekken, dat de Ene niet bestaat. Er is zoveel in de wereld en in ons leven, dat ik niet begrijp, maar daarom ís het er wel. Ik kan dus niet zeggen, dat de Ene niet bestaat omdat mijn godsvoorstelling niet begrijpelijk is te maken. In de ons bekende geschiedenis zijn er veel godsbewijzen geleverd, die successievelijk allemaal weer achterhaald werden. Hier volgen een paar voorbeelden: * Omstreeks 1080 levert Anselmus, aartsbisschop van Canterbury, een ontologische godsbewijs. Dat wil zeggen dat hij uit een redenering het bestaan van God bewijst. Hij zei: Het grootste wat bestaat noemen we God. Iets wat groter is dan het grootste bestaat niet. God is dus de grootste van alle mogelijke voorstellingen en daarom moet Hij dus bestaan. 17
Dat klinkt aardig logisch, maar omstreeks een eeuw later haalde Thomas van Aquino, een beroemd theoloog en filosoof, deze redenering omver door te stellen, dat een mens zich altijd iets groters kan voorstellen dan het grootste. Er is altijd het grootste plus 1. De redenering dat God bestaat, omdat dat de grootste is van alle voorstellingen kan dus helemaal niet, je kan je immers altijd iets groters voorstellen. * Thomas van Aquino leverde daarop een causaal godsbewijs, door te stellen, dat er overal en altijd sprake is van oorzaak en gevolg. Hij zei: “Helemaal aan het begin, de allereerste oorzaak dus, die noemen we God. Het is dus duidelijk dat God bestaat, want Hij is de eerste oorzaak’. Deze mooie redenering gaat jammer genoeg ook niet op, want als er overal en altijd sprake is van oorzaak en gevolg, waarbij alle gevolg een oorzaak heeft, dat zelf gevolg is van weer een oorzaak, kan er geen begin zijn. En omdat er geen begin is, geen eerste oorzaak dus, kan je op die manier niet bewijzen dat God bestaat. * Een paar eeuwen later, in 1781, schreef de filosoof Kant zijn ‘Kritiek van de zuivere rede’. Hij zei: ‘Alle voorstellingen die ik mij maak, zijn voorstellingen in mijn hoofd en die zijn nog geen bewijs. Als ik mij een godsvoorstelling maak is dat een voorstelling in mijn hoofd, maar dat is nog geen bewijs dat God bestaat’. * Ook in onze tijd is er sprake van een discussie rond godsbewijzen en dat is een volstrekt wetenschappelijk gevoerde discussie. We hebben het dan bijvoorbeeld over het neuro-theologisch godsbewijs. Dat gaat alsvolgt. Uit hersenonderzoek blijkt, dat er bepaalde gebieden in onze hersenen actief reageren op religieuze ervaringen. Er is dus sprake van een religieus centrum in onze hersenen. En, zo is de redenering, wie anders dan God zelf kan werkzaam zijn in dat religieuze centrum? Dat kan alleen God zijn, dus God bestaat. Maar ook hier geldt de kritiek van Kant: onze ervaringen zijn nog geen bewijs. Onze ervaringen van God zijn nog geen bewijs voor het bestaan van God, want onze ervaringen leiden tot voorstellingen en voorstellingen zitten in ons hoofd. Als God dus niet direct te bewijzen is, zou je de Ene dan misschien indirect kunnen bewijzen? * Deze weg wordt bewandeld door de ‘natuurlijke theologie’, door de ‘natuurlijke godgeleerdheid’. Dit is een weg die momenteel weer veel opgang doet. Ik zeg ‘weer’ veel opgang doet, want deze weg is niet nieuw. De Engelse bisschop Paley doet in 1802 een boek het licht zien, dat heet “Bewijzen voor het bestaan en attributen van de godheid”. Het wordt een bestseller. Paley grijpt terug op het oude beeld van de klokkenmaker, een beeld dat we overigens al terug vinden in de Griekse oudheid bij Cicero. Dat denkbeeld is als volgt: zo nauwkeurig en complex als de raderen van een uurwerk een precisie instrument 18
vormen, zo werkt de natuur nauwkeurig en complex volgens een ontwerp, volgens een plan. En natuurlijk zijn de werken in de natuur groter, talrijker en onbegrepen veel complexer dan in welke klok ook, maar er is in de hele biologische natuur een doelmatigheid en een aanpassing herkenbaar, een ontwerp, en dat bewijst dat er een Schepper moet zijn. * Een reactie daarop kon natuurlijk niet uitblijven. Darwin schreef in 1850 zijn boek “Over het ontstaan van soorten”. De evolutietheorie van de zelfstandige aanpassing van de soorten was geboren. Darwin stelde dat niet een Schepper, maar de natuur de oorzaak was van ontwikkelingen. In de natuur zien we een strijd om het bestaan, waarbij de meest geschikte zal overleven. Darwin stelde: de natuur doet het, de natuur ontwerpt en niet een Schepper. * Als reactie daarop kwam in 1872 het boek van Lord Kelvin, dat was een Ierse natuurkundige. Kelvin sprak van ‘een intelligent en welwillend ontwerp’ van de natuur. Daarin is God de oorzaak van de gecompliceerde levensverbanden, die we om ons heen zien en niet de natuur. En heden ten dage verzamelen zich weer veel mensen, die er óók van uitgaan dat natuurkunde en biologie de wereld niet voldoende kunnen verklaren; nu onder de leus ‘intelligent design’. Dit alles maakt het geloof in de Ene wel begrijpelijk en acceptabel, maar dat alles is nog geen bewijs voor het bestaan van de Ene. Lang geleden zei Salomo: ‘Ga naar de mieren en wordt wijs, dat wil zeggen: krijg inzicht’. Zou dat toch de oplossing kunnen zijn? Moeten we de natuur nauwkeuriger bestuderen, moeten we de verschijnselen van de natuur, de verschijnselen van het universum beter leren duiden, kunnen we aan de hand van de verschijnselen het bestaan van de Ene aantonen? Ik denk het wel. Wetenschappelijke bevindingen van de laatste decennia hebben ons veel geleerd over de natuur. En dat is dan de natuur in de meest ruime zin van het woord, zoals het in de derde van de zogeheten ‘Soefi-gedachten’ ook ruim bedoeld wordt. Daar staat: “Er is één heilig boek, het geheiligde manuscript van de natuur, het enige geschrift dat de lezer kan verlichten”. We moeten dus de natuur in al haar manifestaties, in al haar verschijnselen, onderzoeken als we verlicht willen worden, dat wil zeggen: als we inzicht willen krijgen, als we willen begrijpen, als we wijsheid willen verwerven. Wat kan de natuur ons dan leren? * In de kosmologie - dat is de wetenschap van de samenstelling van het universum en dat is het grootste van wat wij kennen - is aangetoond dat de samenstelling van het universum zo complex is en afhangt van zulke uiterst nauwkeurig op elkaar afgestemde factoren, dat er op statistische gronden geen sprake kan zijn van toeval, van een toevallige samenloop van omstandigheden, waardoor ons universum is geworden wat het is. Op statistische gronden is aangetoond, dat er in de kosmologie een sturende intelligentie werkzaam is. Die intelligentie noem ik de Ene. * In de evolutionaire biologie -dat is de leer van de samenstelling en ontwikkeling van het leven- is op statistische gronden aangetoond dat de verschijningsvormen 19
van het leven niet toevallig ontstaan kunnen zijn. Er is gewoon onvoldoende tijd geweest sedert het begin van onze schepping om alle vormen, die in de evolutie mogelijk zouden zijn, uit te proberen en uiteindelijk te komen tot de huidige manifestatie. Op statistische gronden is aangetoond, dat er in de evolutionaire biologie een sturende intelligentie werkzaam is. Die intelligentie noem ik de Ene. * In de kwantumfysica -dat is de leer van het allerkleinste dat wij kennen- is er sprake van een onvoorstelbaar nauwkeurige samenhang tussen de deeltjes. Een samenhang, die niet aan tijd gebonden is, die niet aan plaats gebonden is en die ook niet afhankelijk is van de afstand tussen de deeltjes. Het hele universum blijkt een netwerk te zijn van zulke nonlokale onderlinge verbindingen. Onbegrijpelijk. Alles heeft met alles te maken, alles hangt met alles samen. Op statistische gronden is aangetoond, dat deze samenhang niet toevallig kan zijn, er moet een sturende intelligentie werkzaam zijn. Die intelligentie noem ik de Ene. We leven in een tijd dat spiritueel- en wetenschappelijk inzicht weer tot elkaar komen. Eeuwen lang was er een controverse tussen enerzijds geloof, het spirituele gezichtspunt, en anderzijds wetenschap, het materiële gezichtspunt. Maar nu, in onze tijd, sluit zich de kloof tussen spiritueel inzicht en wetenschappelijk bewijs. Achter het voor onze begrippen oneindig grote, het oneindig kleine, de oneindige tijdsduur, de onvoorstelbare en onbegrijpelijke samenhang in het universum moet een sturende intelligentie werkzaam zijn, de Ene. Rest mij nog mijn godsvoorstelling kritisch te bekijken. We projecteren immers menselijke waarden op de Ene en vormen ons zo een godsvoorstelling. Het is een concept, een voorstelling in ons hoofd. Mijn vraag is dan: kloppen mijn oude beelden wel met de werkelijkheid, met de nieuwe inzichten? Waarschijnlijk zal ik mijn oude godsvoorstelling moeten ontleren, moeten bijstellen. En dat vergt heel wat, maar daar kunnen we aan werken. De cultuur, de kerk, goedbedoelende leraren, maar ook valse profeten en andere fratsenmakers, hebben ons godsvoorstellingen bijgebracht die niet kloppen met de feiten zoals die nu wetenschappelijk zijn aangetoond. De feiten zijn, dat er een intelligentie werkzaam is, die het universum schept en ons leven bestuurt. Het universum ontwikkelt zich nog steeds, het evolueert, het groeit, het is niet klaar. Veel begrijpen we niet. Velen van ons hebben zelfs het gevoel: naarmate ik langer leef ga ik er hoe langer hoe minder van begrijpen. En dan komen we weer bij het eerste gezichtspunt, het spirituele gezichtspunt, het geloof. En daarmee is de cirkel rond. Geloof en wetenschap samen brengen ons tot inzicht: Maak de Ene tot werkelijkheid en breng de Ene eerbied, hulde en dankbaarheid voor het licht van de goddelijke Waarheid. Tot slot citeer ik graag de soefi-leraar Hazrat Inayat Khan, en ik parafraseer: “Ik ben niet gekomen om jullie te bekeren, maar om te laten zien wat ik zie. Neem daaruit wat je goed dunkt en vergeet de rest”.
20
Jij en de Ene Het wordt tijd dat je het beseft: alles wat je doet, is gewijd aan de Ene. Waarom neem je het niet aan ? Jij en de Ene sloten een eeuwig verbond. Al je ideeën over goed en kwaad waren speelgoed, telramen, oefeningen in de rekenkunst. Je hebt ze niet meer nodig. Nu kun je leven: echt, waarachtig, in liefde. Hafiz is de goddelijke gezant die je dit bericht komt brengen. Waarom dan richt je je pijlen nog op jezelf, op de Ene ? Wát in die zoete stem, die je innerlijk verwarmt, boezemt je angst in ? Het wordt tijd dat heel de wereld het weet: elke gedachte, elke daad, is gewijd aan de Ene. Nú is het moment om het te beseffen, het onmogelijke is waar: slechts Genade bestaat. De tijd is rijp om het te beseffen: alles wat je doet is gewijd aan de Ene. Hafiz (14e eeuw)
21
Onze leefomgeving Henk Blok
De natuur, wat een verscheidenheid toont ze ons! Vooral in het voorjaar, dan verwelkomen we de groei en schoonheid. Dat is nieuw leven en geeft ons ook energie. De media publiceren regelmatig over onze leefomgeving. Het is een aards onderwerp maar gelijkertijd meer dan dat en het raakt iedereen. Daarom wil ik er hier graag in z’n algemeenheid aandacht aan schenken. De mens heeft de aarde - eens woest en ledig - ingericht en benut de bodemschatten naar eigen goeddunken. Primair gaat het natuurlijk om voedsel. De wereldbevolking groeit steeds sneller en door verschillende omstandigheden zien velen zelfs geen kans om voedsel te verkrijgen. Een tragisch verschijnsel dat ondanks hulpacties slachtoffers vergt. Elkaar helpen uit de nood is mensen ingegeven. De huidige tijd met de verandering van het klimaat vereist wel een andere manier van omgang met de rijkdommen van de aarde. Er wordt namelijk voor de toenemende wereldbevolking steeds meer aardolie en steenkool verbruikt. De bij verbranding vrijkomende kooldioxide (CO2) neemt toe in de atmosfeer en houdt daardoor de zonnewarmte langer dan gebruikelijk boven de aarde vast. Bekende gevolgen van de opwarming zijn smeltend poolijs, stijging van de zeespiegel en omvangrijker wordende woestijnen, met sterfte van mensen, dieren en gewassen. Veel plantensoorten sterven uit en juist hun verscheidenheid (biodiversiteit) is van belang o.a. voor de productie van medicijnen. Teneinde verdere achteruitgang te kunnen tegengaan wordt onder meer onderzoek gedaan naar de erfelijke eigenschappen van planten en hun verband met andere levensvormen. Om plantensoorten meer mogelijkheden tot uitwisseling en voortbestaan te geven hebben Europese landen een plan opgesteld om grotere aaneengesloten natuurgebieden te creÍren en te beschermen en zo mogelijk nieuwe natuur aan te leggen, bijvoorbeeld op overtollig geworden landbouwgrond. Een met het bovenstaande samenhangend probleem is het schaarser worden van de olie- en steenkoolvoorraden, mede als gevolg van de sterke economische groei in enkele delen van de wereld. De situatie heeft tot het besef geleid dat de wereldbevolking met de energie- en milieuproblematiek een gemeenschappelijk lot deelt en een andere instelling moet ontwikkelen om de aarde leefbaar te houden. Verantwoord omgaan met grondstoffen en duurzaam produceren van begin- tot eindproduct moet tot een energiezuiniger levensstijl leiden en zal tevens de CO2 -uitstoot verminderen.
22
Deze 'dynamische driehoek' illu– streert de samenhang tussen geopolitiek, klimaatverandering, de ontwikkeling van biodoversiteit en de invloed daarvan op voedsel-, water- en energievoorziening.
Waar uw schat is daar zal uw hart zijn Henk Rooseboom
Midden in de kredietcrisis organiseerde de Rotterdamse Raad Voor Levensbeschouwingen en Religie (afgekort: roravolare) een symposium met de titel ‘Waar uw Schat is daar zal uw Hart zijn’. Als deelnemer aan roravolare was het soeficentrum dat sinds de jaren vijftig in Rotterdam is gevestigd - het beste te omschrijven als ‘klein, maar fijn’ - daarbij betrokken. Roravolare is opgericht omdat wij leven in een multiculturele en multireligieuze stad, waar alle religieuze of levensbeschouwelijke groeperingen op zichzelf genomen een minderheid zijn; elke groep met zijn eigen idealen en zijn eigen doelstellingen. Roravolare organiseert ondermeer religieuze en levensbeschouwelijke ontmoetingen, symposia en spirituele festivals. Op het symposium ‘Waar uw Schat is daar zal uw Hart zijn’ konden wij ons gelukkig prijzen met Karimbakhsh Witteveen als een van de inleiders. Het soefisme heeft in zijn persoonlijk leven maar ook in zijn carrière grote betekenis gehad. Hij vertelde dat het er vanuit het soefisme bezien om gaat hoe een mens tegen geld aankijkt, én wat hij ermee doet. Gaat dat op een eerlijke, eervolle manier? Kenmerkt het zich door redelijkheid en verantwoordelijkheid? Hoe is de verhouding tot wat hij zelf bijdraagt aan de maatschappij waa hij deel van uitmaakt? Het is zaak zich niet te laten meeslepen door de roes van het verdienen maar vooral een geestelijke instelling te betrachten en idealen na te streven. Veelal leeft men niet op een dergelijke manier. De gevolgen hiervan kunnen maar zeer beperkt worden opgevangen door een overheid, aldus Witteveen. Het gaat om het hart van de mens en om een geestelijk leven. De huidige financiële crisis maakt duidelijk dat het tijd is voor een vernieuwing van spiritualiteit. Ons economisch systeem is in veel opzichten heel efficiënt en leidt tot een prijsvorming die ongekende groei heeft mogelijk gemaakt. Dat moeten we behouden. Maar soms schieten de mechanismen van prijsvorming tekort. Bijvoorbeeld ten aanzien van het milieu. In zulke gevallen moet de overheid bijsturen door gerichte heffingen. Een vrije economie zal altijd onderhevig zijn aan schommelingen. Soms zijn die ernstig zoals in de jaren dertig. Dan kan een overheid de conjunctuur verzachten. We wensen groei, maar moeten oppassen om niet gevangen te raken in een groei die ten koste gaat van allerlei andere waarden. De lange termijngroei zou moeten worden afgeremd. Witteveen ging in op de middelen die de overheid daarvoor kan inzetten, bijvoorbeeld het belasten van reclame van met name de commerciële TV, die de consumptie te zeer aanjaagt. Een andere matiging kan uitgaan van de Tobin tax, dat zou een kleine heffing zijn op alle financiële transacties. In de discussie die hierop volgde kwam naar voren dat sommigen de benadering te economisch-technisch vonden, te weinig spiritueel. Ook rees de vraag hoe men zich individueel zou kunnen en moeten opstellen tegenover de zorgwekkende economische ontwikkelingen. Witteveens boek “Soefisme en economie” kan een impuls zijn voor een wat andere kijk op ons economisch stelsel. Kunnen wij vanuit het soefisme signalen afgeven dat een meer spirituele kijk op economie nodig is en ligt hierin een opdracht tegenover de politiek? 23
Perspectief op een duurzame samenleving Amir Smits
De voorafgaande bijdrage van Henk Blok en het korte verslag van een discussie met Karimbakhsh Witteveen zijn pleidooien voor een duurzame samenleving, waarin de mensheid meer respect toont voor de natuur en zijn medemens. Dit artikel wil daarop voortbouwen en geeft aan welke obstakels overwonnen moeten worden om die duurzame samenleving te realiseren. Hierbij wordt benadrukt hoe belangrijk het is om tot een nieuwe, omvattende visie op de mens en zijn plaats in de wereld te komen. Het soefisme kan in de ontwikkeling van een dergelijke visie een belangrijke rol spelen. Het lijdt geen twijfel dat de staat waarin de wereld verkeert, als gevolg van de crises die zich tegelijkertijd op economisch, ecologisch als sociaal-maatschappelijk vlak voltrekken, zorgelijk is. In zijn recent verschenen boek Een vorm van beschaving schetst Klaas van Egmond (oud directeur van het RIVM) de diepte en ernst van deze crisis. Hij stelt de vraag op welke manier de mensheid op zoek kan gaan naar een nieuwe “kwaliteit van leven”. Zijn werk maakt deel uit van steeds breder wordende stroom van literatuur. Zowel in academische kringen, als in de beleidswereld worden begrippen als brede welvaart en duurzaamheid steeds serieuzer genomen. Van Egmond is ook optimistisch. Hij bespeurt in toenemende mate een meer spirituele invulling van het begrip economie. Maar gaat het hier werkelijk om een fundamentele omslag in ons denken, of hebben we te maken met de zoveelste modegril? Het lijkt er toch echt op dat er in brede kring op een fundamenteel andere manier wordt gekeken naar de manier waarop mensen met elkaar en met de natuurlijke leefomgeving omgaan. Langzaam maar zeker lijken we afstand te nemen van het mens- en wereldbeeld dat in de tijd van de Verlichting is opgebouwd. In zijn boek Een beknopte geschiedenis van alles toont Ken Wilber hoezeer in het ‘moderne’ wetenschapsbeeld dat vanaf de achttiende eeuw werd opgebouwd, de werkelijkheid werd gedefinieerd in strikt materiële termen. De spirituele en innerlijke dimensie van het bestaan werd resoluut buiten de wetenschap geplaatst. Daarnaast werd de werkelijkheid steeds meer gezien als een optelsom van ‘deeltjes’, waardoor de fundamentele eenheid van de schepping steeds verder buiten het gezichtsveld verdween. Resultaat was in wezen een geamputeerd mens- en wereldbeeld. Achteraf gezien kunnen we deze richting in de wetenschapsfilosofie wel begrijpen. In de vroegmoderne tijd stond de vrije wetenschap immers sterk onder druk en werd zij keer op keer gedwongen zich te voegen naar de dogma’s van de kerk. Het was niet meer dan logisch en gezond dat de wetenschap zich aan deze worggreep probeerde te ontworstelen. En we moeten ook niet uit het oog verliezen wat het wetenschappelijk paradigma van de Verlichting ons heeft opgeleverd in termen van technische en materiële vooruitgang, vrijheid en democratisering. Maar zoals gezegd, voor deze vooruitgang heeft de mensheid een hoge prijs betaald.
24
We zijn in een wereld komen te leven waarin materiële belangen allesoverheersend zijn en waarbinnen de mens als een ‘ongelukje’, een toevalstreffer in de evolutie wordt gezien. Van Egmond laat in zijn boek zien dat de contouren van een nieuw mens- en wereldbeeld al duidelijk zichtbaar zijn en geeft ook aan van hoe grotere betekenis een dergelijke nieuwe visie is, willen we daadwerkelijk tot een meer duurzame samenleving komen. Simpelweg het herformuleren van overheidsbeleid is niet voldoende om uit de huidige crisis te komen. Maar waar we broodnodig behoefte aan hebben is aan een gedeelde visie op ons mens- en wereldbeeld, op basis waarvan we kunnen nagaan wat we als mensheid als belangrijk in het leven zien, wat wij werkelijk wezenlijk vinden voor onze kwaliteit van leven. In de wetenschap zien we duidelijk een kentering. Er wordt meer en meer aandacht besteed aan de meer innerlijke en spirituele kanten van het leven, en steeds meer ook wordt de werkelijkheid als een fundamentele eenheid, als een holistische werkelijkheid gezien. Als we de blik op het verschijnsel duurzaamheid richten blijkt dit onderwerp, zelfs in deze tijd van economische crisis, hoog op de agenda te staan. Zo heeft president Sarkozy zich sterk gemaakt voor de ontwikkeling van een nieuw maatschappelijk kompas om op te varen, zodat de samenleving in haar beslissingen niet langer alleen maar kan terugvallen op het bruto binnenlands product, dat slechts een maatstaf voor marktactiviteiten is en niets zegt over welvaart in de werkelijke zin van het woord. Hij heeft twee Nobelprijswinnaars, Joseph Stiglitz en Amartya Sen gevraagd een rapport te schrijven over de manieren waarop begrippen als welvaart, welzijn en duurzaamheid beter kunnen worden gemeten. Als vervolg op dit rapport is inmiddels een’ Taskforce for Measuring Sustainable Development’ in het leven geroepen, bestaande uit een groot aantal statistische bureaus en internationale organisaties, waarin wordt geprobeerd om deze duurzaamheidsgerelateerde zaken goed te definiëren en meetbaar te maken. Natuurlijk is het definiëren en meetbaar maken van concepten slechts een eerste stap op een lange weg. Maar deze stap is van groot belang, omdat voor het eerst alle relevante partijen (wetenschap, beleid en diverse maatschappelijke groeperingen) met elkaar in gesprek zijn om te bepalen wat zij nu eigenlijk onder “kwaliteit van leven” en duurzaamheid verstaan. Nu dit proces langzamerhand vruchten begint af te werpen, kan een begin worden gemaakt met de ontwikkeling van een beter “kompas” waarop we als samenleving kunnen varen. Voor Nederland is inmiddels een eerste generatie van duurzaamheidsstatistieken opgebouwd. Hierin wordt onder andere gekeken in hoeverre de huidige generatie in haar welvaartsstreven onverantwoord inteert op vitale maatschappelijke hulpbronnen. Immers, op het moment dat we roofbouw plegen op deze hulpbronnen, komt het ontwikkelingspotentieel van toekomstige generaties onder druk te staan. In deze kapitaalbenadering worden economisch, menselijk, natuurlijk en sociaal kapitaal onderscheiden. En op alle terreinen zijn duidelijke zorgpunten te constateren. Zoals mocht worden verwacht zijn binnen het natuurlijk kapitaal de aantasting van de atmosfeer door middel van de broeikasgassen en de afname van de biodiversiteit zorgpunten. 25
Ook de kenniseconomie staat onder druk, zoals blijkt uit de teruglopende investeringen in onderzoek en ontwikkeling en de matige positie die Nederland internationaal inneemt voor wat betreft schoolprestaties (vooral de relatief hoge schooluitval speelt ons parten). Tenslotte is er reden voor zorg voor wat betreft ons sociaal kapitaal, en dan vooral voor wat betreft het vertrouwen dat verschillende etnische groepen in elkaar hebben. Van de 27 landen van de Europese Unie staat Nederland voor wat betreft dit “bridging social capital” op de één-na-laatste plaats; een bedroevende score. Het hele scala aan indicatoren overziend blijkt dat de kwaliteit van leven in Nederland weliswaar hoog is, maar dat we deze welvaart voor een belangrijk deel opbouwen door slordig om te gaan met onze hulpbronnen waardoor het gevaar bestaat dat er voor volgende generaties weinig te verhapstukken zal zijn. Met behulp van dit nieuwe cijfermateriaal zijn we steeds beter in staat de vinger op de zere plek te leggen. Maar hoe kunnen we vervolgens tot een oplossing van de problemen komen? Vaak wordt automatisch in de richting van overheden gekeken. En natuurlijk, deze kunnen zeker een rol spelen in het keren van ongewenste maatschappelijke trends. Maar hun beweegruimte is natuurlijk beperkt, omdat zij bij hun maatregelen altijd rekening moeten houden met het maatschappelijk draagvlak. Regeringen zullen immers niet snel beleid implementeren dat hen bij de kiezers onpopulair maakt. Uiteindelijk is dan ook een mentaliteitsomslag bij burgers nodig. Pas als zij andere doelen gaan stellen dan uitsluitend en alleen de materiële, zal de koers richting een duurzamer samenleving kans van slagen hebben. Toch lijkt hier enig optimisme wel op zijn plaats. In zijn onderzoek toont Van Egmond uitkomsten van enquêtes die laten zien dat mensen in de westerse wereld zich steeds meer uitspreken tegen de prestatiemaatschappij, en meer waarde hechten aan spirituele waarden. Van Egmond spreekt in dit kader zelfs over een “veroostelijking” van het westen en over “de eeuw van Azië”. Het moet Hazrat Inayat Khan, die zo veel waarde hechtte aan een verbinding tussen oost en west, als muziek in de oren hebben geklonken. Het soefisme kan een belangrijke bijdrage leveren aan dat nieuwe, omvattende mens- en wereldbeeld waartoe onder andere Van Egmond oproept. H.J. Witteveen heeft het in zijn boek Soefisme en Economie als volgt verwoord: “Een nieuwe religieuze en geestelijke inspiratie is nodig die het hart raakt, zodat de sociale deugden weer natuurlijk zullen opbloeien.” De Boodschap van Hazrat Inayat Khan biedt een basis om tot een dergelijk alomvattend wereldbeeld te komen, en belangrijker nog, om ook de mensheid anno 2010 te inspireren tot keuzes die deze wereld leefbaarder en rechtvaardiger kunnen maken. Om welke soefi-waarden gaat het dan vooral? Van groot belang is de nadruk op de niet-materiële aspecten van het bestaan. In essentie is de mens ziel, Goddelijk licht. En we staan als mensheid voor de uitdaging ons leven vanuit die diepte vorm te geven. Daarnaast benadrukt het soefisme de fundamentele, geïnspireerde, eenheid van de schepping. Daarbinnen past respect voor alle leven. Het moment dat we onderdelen van de schepping schade berokkenen, lijdt immers het hele Wezen van de schepping. Verder is vrijheid een belangrijke factor in ons streven naar een leefbaardere wereld. 26
Hidayat Inayat-Khan noemt soefisme ‘een boodschap van spirituele vrijheid’. Deze vrijheid is niet louter een belangrijk gegeven in spirituele zin, maar ook in sociaalmaatschappelijk opzicht is vrijheid een cruciale schakel in het ontwikkelingsproces. Eén van ’s werelds meest vooraanstaande economen, Amartya Sen, heeft in een prachtig boek, Development as Freedom, uiteengezet dat vrijheid niet alleen een belangrijk doel is dat dient te worden nagestreefd. Hij geeft aan dat vrijheid ook een wezenlijk hulpmiddel is om tot welvaart te komen. Eén van de prikkelende conclusies van zijn onderzoek is bijvoorbeeld dat zich in de geschiedenis van de mensheid nog nooit een hongersnood heeft voltrokken in een samenleving die op democratische leest geschoeid is. De laatste kernwaarde uit het soefisme die de aandacht verdient is compassie. Door te kijken door de ogen van de ander kunnen scherpe tegenstellingen worden verzacht. Mensen uit verschillende culturen kunnen dan beginnen bruggen naar elkaar te slaan en vitale normen en waarden delen. De opbouw van een dergelijk “internationaal sociaal kapitaal” is van zo groot belang daar de duurzaamheidsproblemen waar we als mensheid mee worden geconfronteerd, van mondiale aard zijn. De enige manier waarop de wereld deze duurzaamheidscrisis kan bezweren is door middel van samenwerking en het delen van verantwoordelijkheid. De auteur geeft leiding aan de Taskforce for Measuring Sustainable Development, een internationale werkgroep gevormd door de Verenigde Naties, de OESO, het Europees Statistisch Bureau (Eurostat), de Europese Commissie en de Wereld Bank. Deze groep heeft tot doel een nieuw “maatschappelijk kompas” te ontwerpen, een statistisch indicatorensysteem, waarmee de kwaliteit van leven en duurzaamheid kunnen worden gemeten. Tevens heeft deze werkgroep tot doel met dit werk een brug te slaan richting beleidsmakers,vooral binnen de Europese Unie.
Literatuur: -Anielski, M., The economics of happiness (New Society Publishers, 2007) -Egmond, K. van, Een vorm van beschaving (Christofoor, 2010) -Inayat-Khan, Hidayat, Geestelijke vrijheid (International HQ of the Sufi Movement, 2010) -Sen, A., Development as Freedom (Anchor Books, 1999) -Stiglitz, J., A. Sen en J.-P. Fitoussi, Report by the Commission on Measuring Economic Progress (Commission on Measuring Economic Progress, 2009) -Wilber, K., Een beknopte geschiedenis van alles (Lemniscaat, 2004) -Witteveen, H.J., Soefisme en economie (Ankh Hermes, 2001)
27
De boeken Gayan, Vadan en Nirtan van Hazrat Inayat Khan Ameen Carp
Deze drie boeken bevatten de essentie van de soefi boodschap die Hazrat Inayat Khan aan de mensheid heeft nagelaten. De Gayan of zoals de ondertitel zegt ‘Noten van de ongespeelde muziek’ verscheen in 1923. De Vadan of wel ‘De Goddelijke Symfonie’ kwam uit in 1926, terwijl het laatste boek Nirtan of wel ‘De dans van de ziel’ verscheen in 1928 kort na zijn heengaan op 5 februari 1927 in India. Hazrat Inayat Khan was een musicus en hij gaf aan deze drie boeken met aforismen, gedichten en gebeden namen uit de Indiasse muziekwereld. Gayan betekent zingen, Vadan betekent spelen en Nirtan betekent dansen. Deze boeken zijn de enige, die de soefileraar zelf heeft neergeschreven in zijn notitieboekjes, die hij altijd bij zich droeg. In enkele gevallen zijn er aforismen opgenomen, die door de meester waren gedicteerd. Alle andere boeken van zijn hand zijn door hem uitgesproken lezingen in steno opgenomen of zijn door hem gedicteerd. Hazrat Inayat Khan zag zelf toe op de indeling van de gezegden in bepaalde categorieën, die hij Indiase muziektermen gaf. Deze muziektermen lezen als volgt: Alapas - God sprekend tot de mens. Dit is de grondtoon van de boodschap. Alankaras - Een gedachte in een beeld uitgedrukt. Bolas - Een bezielend woord. Chalas - Een woord vol licht. Gamakas - Het gevoel van een dichterhart, gestemd op verschillende tonen. Gayatri - Gebeden. Ragas - De menselijke ziel, die God, haar geliefde, aanroept. Suras - God, sprekend over de ontvlamde mensenziel. Talas - De ritmische uitdrukking van een gedachte. Tamas - De ziel sprekend met de natuur. Hazrat Inayat Khan plaatste zelf de gezegden in afzonderlijke enveloppen, die de namen van de categorieën droegen. Wij weten niet geheel zeker of de indeling in de gedrukte boeken overeen kwam met de oorspronkelijke indeling. In het boek Complete Works of Pir-o-Murshid Hazrat Inayat Khan – Original Texts – Sayings I – Part 1 – Source Edition (1989), uitgebracht door de Nekbakht Stichting te Suresnes, wordt een uitvoerige toelichting gegeven op het tot stand komen van deze drie boeken en hoe zij in opeenvolgende edities soms veranderden. Hoe moeten westerse lezers, niet gewend aan Indiase muziektermen, deze boeken begrijpen en waarderen? In het voorwoord van de Gayan, sprekend van de trillingen die de openbaring vormen en alle tezamen scheppen wat de mens kent als het heelal, zegt de meester: "Geluid en kleur beide hebben hun invloed op de menselijke ziel, overeenkomstig de wet van harmonie; tot een fijnbesnaarde ziel spreekt kleur, tot een nog fijnere ziel geluid”. Zelf een musicus, is Inayat Khan de schoonheid van geluid te allen tijde tot grote vreugde en zijn gedachte neemt van nature een ritmische uitdrukking aan. Bij het lezen van de Gayan moeten wij eraan denken, dat vooral de filosofische of mystieke gedachte van het grootste belang is en dat er een spelen met het woord ‘zingen’ is, dat in een dubbele betekenis wordt gebruikt. Niet alleen om de 28
ritmische vorm aan te duiden, maar ook de harmonie van de goddelijke gedachte, waarvan zulke leringen tonen zijn, flauw onderscheiden door de ziel temidden van het gedruis van vele stemmen op aarde. Het boek Vadan kent hetzelfde patroon als de Gayan. In het voorwoord lezen we: Geluid wordt in de Vedanta genoemd Nada Brahma, de Schepper, het eerste woord. ‘De schepping is de droom van Brahma’ zeggen de wijzen in het oosten en Hazrat Inayat Khan zag in de manifestatie de muziek van de schepper. Iedere ziel heeft deel aan de Symfonia, de gehele natuur spreekt er van. Als het hart open is en de ziel is ontwaakt, wordt de goddelijke symfonie gehoord. Uit muziek is het heelal voortgekomen. Wijsheid is de uiting van de muziek en tot die muziek voelt ieder hart zich aangetrokken’. Kismet Stam, één van de secretaresses van Hazrat Inayat Khan die met hem meereisde naar India, heeft teksten in steno opgenomen en de Nirtan samengesteld. Toen Kismet in maart 1927 terugkwam uit India, bereidde zij het boek voor op basis van teksten in het handschrift van de meester of door hem gedicteerd. Dit werk werd door de Soefi Beweging postuum uitgegeven. In het boek ‘Rays’ van Kismet Stam lezen wij dat de Gayan en Vadan op het nachtkastje lagen, naast het bed waarin Hazrat Inayat Khan lag bij zijn laatste ziekte en waar hij stierf op 5 februari 1927.
Gayan – Alapa’s: Geef Ons alles wat u hebt en Wij zullen u alles geven wat Wij bezitten. God is het antwoord op iedere vraag.
Hazrat Inayat Khan in Genève Ameen Carp
Al vroeg tijdens zijn verblijf in Europa, dus tussen 1912 – 1926, werd Hazrat Inayat Khan naar Genève geleid. Daar aan het uiteinde van het grote meer van Genève, is die stad gegroeid waar eens Calvijn predikte, waar Henri Dunant de menslievende oganisatie ‘Het Internationale Rode Kruis’ stichtte, daar waar na de Eerste Wereldoorlog de League of Nations (de Volkerenbond) ontstond, daar waar Frankrijk, Zwitserland en Italië elkaar bijna raken, daar stichtte de Soefi leraar het Internationale Hoofdkwartier van de Soefi Beweging in 1923 . In een geïnspireerde toespraak tot zijn leerlingen op 7 oktober 1923 zegt Inayat Khan het volgende: “Het is voor mij een groot genoegen om vandaag de broederschapsafdeling in Genève te openen. Ik wil mijn moerieds vertellen wat een verantwoordelijkheid en wat 29
voor een gelegenheid het is om hier op de grond van Genève te zijn en te werken voor de broederschap. Deze plaats, de grond van Genève, is niet alleen de plaats die door alle naties gekozen is om een volkerenbond te stichten om voor de mensheid en de vrede te werken, maar het is ook door God bestemd dat het centrum van universele harmonie en vrede ook vanuit een geestelijk gezichtspunt hier gesticht wordt. Het is daarom ons voorrecht, onze zegen, om hier samen te komen om deze bond van vriendschap te stichten die alle verschillen en onderscheiden van geloof en levensopvatting te boven gaat. Wat is de betekenis van het woord Genève? De betekenis van het woord Genève in het Sanskriet is de heilige draad. En wie moeten de betekenis en de waarde van deze heiligheid aantonen ? Wij zijn het die deze heilige taak hebben om harmonie en vrede voor de mensheid tot stand te brengen. Wij komen hier samen op de grond van dit land, komend van verschillende landen met een broederschappelijke liefde om elkaar te helpen en wij worden met open armen door de mensen van dit land verwelkomd om de zaken van de wereld en van de mensheid te bespreken voor het welzijn van alle mensen.” “Nu kan men vragen wat voor goeds men van onze Beweging mag verwachten? Vanuit een geestelijk gezichtspunt is het voorbestemd en is het beloofd, dat de Boodschap zich zal verspreiden en alle delen van de wereld zal bereiken. Maar het andere goede wat het centrum hier ten deel valt, hier op de grond van Genève, is dat de mensen die hier van verschillende naties bijeen komen met de gedachte de wereld te verenigen en meer begrip, harmonie en vrede te stichten, dat de sfeer die wij zullen scheppen van liefde, heiligheid en geestelijkheid, dat die alle zielen zal aanraken die er komen of hier langs reizen, van het noorden naar het zuiden, vanuit het zuiden naar het noorden. Daarom is het voorrecht, de verantwoordelijkheid en de zegening voor deze groep, hoe klein ook in getal, heel groot. Maar van een mystiek gezichtspunt gezien is het aantal niet belangrijk. Het gaat om de diepte, de oprechtheid en de solidariteit van het geloof hierin, dat belangrijk is en wat telt.” “Nu wens ik iets meer te vertellen over het werk dat wij doen in de Broederschap. Is het politiek werk? In het geheel niet. Wij hebben de Volkerenbond hier om dat te bespreken, dat hoeven wij niet te doen. Onze liefde voor de mensheid, onze goede wil, ons verlangen naar broederschap, dat zal zich verspreiden als een sfeer die gunstig is voor hen die hun zaken in de Volkerenbond komen bespreken. Willen wij dan het socialisme bespreken ? Ook dat is niet nodig. Er bestaan verschillende verenigingen en bewegingen die dit nader bespreken. Dat is niet ons werk. Willen wij dan de verschillen tussen de geloofsovertuigingen en religies bespreken? Zelfs dat niet. Het probleem dat ons aangaat is, dat wanneer het probleem opgelost is, het goddelijk licht zich zal manifesteren. Het probleem is welk doel er achter deze schepping verborgen is en welk doel er is in het leven van een individu. Hoe kunnen we de oplossing het beste vinden? Dat is het onderwerp van onze studie , dat is het werk wat wij te doen hebben. Wanneer iemand misschien zijn hele leven psychologie heeft gestudeerd of wanneer iemand zijn hele leven lang gemediteerd heeft, wat is uiteindelijk het resultaat hiervan? Hij komt op een punt aan en dat punt is broederschap. Wat toont dit ons? Het leert ons dat de eerste les die wij in deze wereld te leren hebben broederschap is. Ná al onze inspanningen is er broederschap.” 30
“Onthoud dan, vrienden, dat als u gedurende twintig jaar het soefisme hebt bestudeerd en alle problemen van de metafysica en filosofie, maar als u de geest van broederschap niet in u ontwikkeld hebt, wees er dan zeker van dat er geen vooruitgang is geboekt. Of als u gedurende dertig jaar in eenzaamheid hebt gemediteerd en met God hebt gecommuniceerd, en de geest van broederschap toch niet in u ontwikkeld is, dat er geen vooruitgang is gemaakt. Een mens die door iedereen in de wereld bemind wordt en toch zelf niet iemand heeft liefgehad, heeft niets gedaan. Een mens, die de rijkdom van de hele wereld heeft bezeten, maar zelfs niets gegeven heeft, heeft niets verdiend. Wat betekent dit? Het betekent dat wat wij ontvangen niets betekent, , maar dat wij geven, dat telt. Niet wat wij hebben ontvangen telt, , maar als wij maar deden, wat wij moeten doen, dat telt. Kennis of wijsheid, positie of macht of rijkdom, dit alles is maar heel klein vergeleken met dat wat wij aan anderen kunnen geven. Daarom vrienden, gaat het niet om het praten over broederschap, dit te bediscussiëren, dat helpt niet erg. Het gaat om het beleven van broederschap en het realiseren dat er één oorsprong van allen is, die de Vader is en in wiens vaderschap wij de broederschap beleven. Laten wij daarom ons in stilte verenigen met de intentie om dat te doen, om het goede werk van broederschap te dienen en te bevorderen. Laten wij God bidden om ons allen te zegenen om dit weinige te doen in het grote plan van het leven.” Aldus waren de woorden van Hazrat Inayat Khan op die 7e oktober 1923 in Genève. Hij was er eerder geweest. Eens op een dag kocht hij een enkele treinreis van Parijs naar Genève. Hij wandelde rond en zag een groot mooi huis langs het meer. Hij ging op een bank zitten tegenover dit huis. Aan de overzijde van het meer liggen de gebouwen van de Volkerenbond, nu de V.N., waar zovele grote internationale vergaderingen worden gehouden. De soefileraar mediteerde op die bank. Later, wandelend door Genève, ontmoette hij twee Engelse moerieds, die blij waren onverwachts hun meester hier te ontmoeten en zij nodigden hem uit voor het eten. Toen later International Headquarters gevestigd werd in Genève, was dat in het huis waarvoor Inayat Khan had zitten mediteren, het ‘Maison Royale’ op de Quay des Eaux Vives. In dit imposante huis huurde International Headquarters een flat op de eerste etage en later tijdens de tweede Wereldoorlog op de tweede etage. Daar werden ook de jaarlijkse vergaderingen voor I.H.Q. gehouden. Later verhuisde het IHQ naar een flat in de stad, waar de broers van Inayat Khan regelmatig verbleven. Het administratieve hoofdkwartier van de International Sufi Movement werd er gevestigd en de jaarlijkse vergaderingen van het hoofdbestuur vonden er plaats. Het soeficentrum in Genève, dicht bij de oude kathedraal, was jarenlang een levendig centrum met een Franstalige Universele Eredienst, studieklassen, lezingen, enz. Tot in de loop der jaren en met het verstrijken van de generaties, het werk van IHQ naar Nederland werd verplaatst. Eens zal het werk in Genève hervat worden als de tijd er rijp voor is.
31
Wie zichzelf kent, kent het Al
de magische driekhoek God-Kosmos-Mens in de hermetica Amir Smits Tijdens de Universe Eredienst staan er zeven kaarsen op het altaar, waarvan er zes betrekking hebben op de grote tradities van het hindoeisme, boeddhisme, zoroastrisme, jodendom, christendom en islam. De zevende kaars staat voor alle overige tradities, “bekend en onbekend aan de mensheid, die het licht der waarheid in de duisternis der menselijke onwetendheid hebben hoog gehouden”. Dit artikel is een eerste in een reeks over de ‘zevende kaars’. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet alleen om een serie van beschrijvingen van andere, wellicht minder bekende, religieuze tradities. Deze bijdragen willen ook recht doen aan de veel diepere symbolische betekenis van de ‘zevende kaars’, die staat voor de mystieke en innerlijke kennis die in deze tradities centraal wordt gesteld. Voorbij alle vormen en rituelen kunnen we immers een diepe eenheid van religieuze idealen constateren. In de reeks van de zevende kaars worden deze innerlijke aspecten centraal gesteld. In dit artikel staan we stil bij de hermetische traditie. Waarom de keuze voor de hermetica? Het betreft immers een traditie die bij het brede publiek niet of nauwelijks bekend is en het gaat om een vorm van spiritualiteit die niet geïnstitutionaliseerd is in de vorm van een kerk of een religieus genootschap. Toch gaat het om een eeuwenoude mystieke wijsheid die de wereld op een zeer diepgaande manier heeft beïnvloed. Maar waar staat deze hermetica voor en wie was eigenlijk Hermes Trismegistus, de driewerf grote Hermes, die in deze traditie een zo centrale plaats inneemt? Het gaat om een mythische figuur die op verschillende momenten, op verschillende plaatsen aan de mensheid is verschenen met het doel om een eeuwenoude, mystieke wijsheid te onderwijzen. De eerste Hermes wordt gelijkgesteld met de Egyptische God Toth, die symbool stond voor bewustzijn, hart en innerlijke wijsheid. De latere Hermessen worden meer als goddelijk geïnspireerde mensen gezien. In de Arabische traditie wordt Hermes geïdentficeerd met de oudtestamentische Henoch, in de Koran bekend als Idris. Hij was degene die verantwoordelijk was voor de bouw van tempels en piramides en beitelde de Goddelijke wijsheid op stenen tabletten. Hij deed dit omdat hij voorvoelde dat er een zondvloed zou komen waardoor deze wijsheid mogelijk verloren zou gaan. Deze Hermes speelt in de Arabische traditie een wezenlijke rol en zijn volgers worden ook wel de Sabiërs genoemd, een groep die tesamen met de Christenen en de Joden in de Koran wordt aangeduid als ‘Volkeren van het Boek’. Over de volgende twee ‘incarnaties’ van Hermes be32
Hermes Trismegistus
staat minder duidelijkheid, maar vaak wordt gesteld dat de tweede Hermes na de zondvloed in Babylon leefde en dat de derde, en laatste Hermes, zich wederom in Egypte vestigde alwaar hij zich bezighield met het schrijven van wetenschappelijke geschriften. De hermetische traditie is namelijk niet beperkt tot werken op het gebied van religie en filosofie, maar kent een grote rijkdom aan geschriften op het gebied van onder andere astronomie en geneeskunst. De driewerf grote Hermes heeft niet slechts een grote invloed gehad op de Egyptische en Arabische cultuur, ook in de Griekse oudheid werd de filosofie diepgaand beïnvloed door Hermes Trismegistus en zijn leringen. Plato schreef veel over hem, en ook neo platonisten als Plotinus werden diepgaand door de hermetica geïnspireerd. Via deze Griekse geschriften sijpelde het hermetisch gedachtengoed in de tijd van de Medici in Europa door. In 1460 overhandigde een Italiaanse monnik aan Cosmo de Medici een uniek manuscript dat geacht werd de eeuwenoude kennis van de Egyptische wijsheidsleraar Hermes Trismegistus te bevatten. De Medici was dermate onder de indruk dat hij direct opdracht gaf tot de vertaling van dit Corpus Hermeticum. De invloed van dit werk op de westerse cultuur was subtiel maar diepgaand. Sporen van de hermetica zijn overduidelijk aan te treffen binnen de tradities van de Rozenkruizers en de Vrijmetselarij. Maar de invloed is ook op een dieper en fundamentelere manier aan te treffen. Zo heeft de hermetica een duidelijk stempel gedrukt op de omwenteling van de renaissance en op de ontwikkeling van het humanisme. Maar wat is nu de essentie van de hermetica? Centraal staat dat God de bron van het Al is, maar dat God tevens verborgen is. Zijn grootsheid is echter kenbaar en zichtbaar in de schepping in al haar vormen. Kennis van de Kosmos, zo beogen de hermetici dan ook, is de weg naar God, die met recht als het Enig Wezen wordt gezien. De grote Goddelijke macht grenst de materiële wereld af van het goddelijke. Alleen de mens, weliswaar een stoffelijk wezen maar vervuld van Geest, heeft deel aan beide werelden en kan op grond hiervan deelnemen aan de Goddelijke Geest. De mens vormt dan ook naast God en de Kosmos het derde bestanddeel van wat de magische driekhoek van de hermetica wordt genoemd. De mens staat in de hermetica dan ook in hoog aanzien, zoals uit de aan Asclepius gerichte ‘lofzang op de mens’ blijkt: “Daarom Asclepius, is de mens een groot wonder, een eerbiedwaardig en eerwaardig wezen. Hij gaat over in de natuur Gods, als ware hij zelf een god. Hij kent het geslacht der geesten, omdat hij weet, dat hij dezelfde oorsprong heeft als zij. Hij ziet neer op dat deel van de menselijke natuur in hemzelf, dat al te menselijk is, maar hij vertrouwt op dat deel van zich dat goddelijk is. Wat een gelukkige synthese is de mens! Hij heeft omgang met de goden, omdat er iets goddelijks in hem is, dat met hen verwant is. Op dat deel van hem, dat hem tot een aardewezen maakt, ziet hij neer vanuit zijn innerlijkheid. Met alle andere dingen, waarmede hij zich door beschikking van hogerhand verwant weet, is hij door de band der liefde verbonden. Hij slaat de ogen op tot de hemel. Zo staat hij op de best denkbare plaats, in het midden tussen aarde en hemel, en kan daardoor wat beneden hem is liefhebben en zelf door hogere wezens bemind worden”. Naar vorm en inhoud heeft de hermetische traditie veel gemeen met het soefisme. Ook hier wordt de schepping in essentie als één Goddelijke geïnspireerd wezen gezien. Opvallend in bovenstaand citaat is dat, evenals in het soefisme van Hazrat 33
Inayat Khan, liefde als een betekenisvolle kracht, als de essentie van de Schepping wordt beschouwd. En ook hier fungeert de mens als de kroon op de schepping. Hij is vervuld met Goddelijk licht, dat hem in staat stelt in contact te komen met het Enig Wezen. Maar het is wel noodzakelijk dat de mens zich losmaakt van de materiéle banden en dat hij vanuit het innerlijk licht gaat leven. De weg naar binnen toe is de manier waarop de mens zichzelf kan transformeren en waardoor hij met het Goddelijke in contact kan komen. Eén van de kernuitspraken in de hermetica is dan ook ‘wie zichzelf kent, kent het Al’. Maar deze innerlijke kennis kan de mens niet op eigen kracht verkrijgen. Begeleiding door een wijsheidsleraar is noodzakelijk, omdat deze de mens stap voor stap verder kan voeren op het innerlijk pad, waardoor geleidelijk aan het bewustzijnsniveau van de geïniteerde zich kan verdiepen tot aan het moment dat deze God kan schouwen. De overeenkomsten met het soefisme zijn niet toevallig. Eén van de soefi’s van het eerste uur, Dhul Nun die in 771 in Boven Egypte werd geboren, was in staat het hiërogliefenschrift te ontcijferen en kon op die manier de eeuwenoude mystieke kennis ontsluiten en binnen de soefi traditie nieuw leven inblazen. De fraaiste en meest indringende Hermetische geschriften zijn ongetwijfeld die, waarin de grote Hermes zijn leerlingen, veelal zijn zoon Tat, onderricht. Zo houdt Hermes zijn zoon voor: “Er is nog een leerstuk, Tat, dat ik grondig met je moet doornemen, wil je niet oningewijd blijven in de mysteriën van God die te groot is voor een naam. Je moet namelijk weten hoe het Wezen dat voor de grote massa onzichtbaar is, voor jou helder zichtbaar gaat worden. Het zou immers niet eeuwig kunnen zijn als het niet onzichtbaar was. Want alles wat zichtbaar is, is ontstaan, aangezien het eenmaal zichtbaar is geworden. Maar het onzichtbare is eeuwig, het hoeft niet zichtbaar te worden, omdat het eeuwig is”. Het feit dat de Goddelijke essentie van het bestaan niet zichtbaar is, wil niet zeggen dat deze niet gekend kan worden: “Deze verhandeling gaat over de verhouding van God en de Kosmos. God is de bron van Alles. De Kosmos is in beweging, dus er is een Beweger; hij is ordelijk, dus is er een Coördinator. Deze is noodzakelijkerwijze één. Wil men God kennen, dan moet men boven ruimte en tijd uitstijgen en de eenheid van het Al ervaren. Dan komt God ons tegemoet op onze weg. Hij heeft alles tot aanzijn gebracht, opdat de mens door alles heen Hem kenne. Zo worden het bestaan en de Kosmos doorzichtig op God”. Het boven ruimte en tijd kunnen uitstijgen is mogelijk indien de mens de reis naar zijn innerlijk maakt; het is een kwestie van concentratie. En Hermes houdt zijn zoon Tat voor dat het voor de mens mogelijk is om tot het Goddelijke op te stijgen. Wanneer Tat vertwijfeld aan zijn vader vraagt of hij daar misschien niet toe in staat zou zijn, dan antwoordt deze bemoedigend: “Geen sprake van jongen. Concentreer je op jezelf, dan komt het. Wees bereid, dan gebeurt het. Staak de waarneming van het lichaam, dan wordt God in je geboren. Reinig je innerlijk van redeloze kwellingen die de stof in je voortbrengt”. En zo wordt Tat door zijn vader Hermes stap voor stap naar de hogere stadia van bewustwording geleid, totdat Tat de woorden spreekt: 34
“Ik sta onbewogen voor God, vader, en stel mij dingen voor, niet met mijn gezichtsvermogen, maar met de geestelijke energie die de Machten mij schonken. Ik ben in de hemel, in de aarde, in het water, in de lucht. Ik ben in de dieren, in de planten, in de moederschoot, voor de schoot, na de schoot, alomtegenwoordig”. En hij vervolgt: “Vader, ik schouw het Al en mijzelf in den Geest”. En Hermes, de wijsheidsleraar, voegt daar aan toe: “Dat is de wedergeboorte jongen, dat je je geen voorstellingen vormt naar het lichaam, dat maar drie dimensies kent, dankzij de openbaring van het wezen der wedergeboorte, waarvan ik jou alleen deelgenoot heb gemaakt, opdat wij het geheim van het Al niet verraden aan de veel te velen, maar alleen overleveren aan die God in zijn vrijmacht verkiest”. Daarna roept de vader zijn zoon op stil te zijn, opdat hij het lied van de Kosmos kan horen: “Stil, wees stil mijn jongen, dan hoor je de lofprijzing van de harmonie der sferen, het lied van de wedergeboorte dat ik, vond ik, niet zo maar zonder terughouding mocht uitspreken, maar je alleen bij de voleinding van de inwijding kan openbaren. Dit lied kan dan ook niet met het blote verstand uit het hoofd geleerd worden, maar het blijft in zwijgen gehuld”. De volstrekte wezenseenheid van de schepping komt heel mooi in het laatste citaat naar voren. En hierin wordt ook de grootste religieuze plicht van de mens benadrukt, namelijk om een goed mens te zijn: “In het Al is er niets dat Hij niet is. Daarom is er ook geen grootte, ruimte, eigenschap, vorm of tijd, waardoor God wordt omvat. Want Hij is het Al. En omdat Hij het Al is, doordringt Hij alles en omvat Hij alles. Hem, die in de zin van alle dingen is, jongen, moet je aanbidden en vereren. Er is maar één eredienst waarmee God gediend wordt: een goed mens zijn”. Geraadpleegde literatuur: Broek, R., van den en G. Quispel, Corpus Hermeticum (In de Pelikaan: 2003) Broek, R. van den, Hermes Trismegistus (In de Pelikaan: 2006) Quispel, G., Asclepius (In de Pelikaan: 1996) Quispel, G. (red.), De hermetische gnosis in de loop der eeuwen. Beschouwingen over de invloed van een Egyptische religie op de cultuur van het westen (Rozenkruis Pers: 2003) Slavenburg, J., De hermetische schakel (Ankh-Hermes: 2003) Witteveen, H.J., Tot de Ene. De weg van het Universeel Soefisme (Ankh-Hermes: 2006)
AFORISME VAN HAZRAT INAYAT KHAN Uiteindelijk wordt eenheid met God bereikt en individualiteit wordt opgelost in een oceaan van eeuwige gelukzaligheid waar zelfs het concept van God en mens verdwijnt.
35
Overgave
Theo Kauffman Het ontdekken van je hart is de grootste initiatie Hazrat Inayat Khan Het is frappant te constateren dat in de spirituele werken van Hazrat Inayat Khan nauwelijks het woord ‘overgave’ voorkomt1. Kan dit te maken hebben met zijn rol als oosterse mysticus die reeds een zodanige sterke verbondenheid met de Ene heeft gerealiseerd dat hij de weerstanden onderschat respectievelijk overschat die de westerse wereld ondervindt bij het zich toevertrouwen aan de Ene? Zelf zegt hij hierover in zijn lezing Houding: “Overgave is een kenmerk van heiligen, en hoopvolle verwachting is een kenmerk van de meesters.” Dit laatste sluit goed aan bij de gedachten van de Zwitserse psychiater Carl Jung dat het voltooien van het individuatieproces, Zelfrealisatie, slechts voor enkelen bestemd is. Uiteraard kwam Hazrat Inayat Khan niet met lege handen naar het Westen. In de Vadan verwoordt hij het als volgt: “Het ware leren is alles ont-leren wat je hebt aangeleerd”. Alvorens ik hierop verder inga zal ik eerst het begrip ‘overgave’ verder toelichten. Zowel de apostel Paulus als de Duitse mystici Eckhart en Taulus wezen er al op dat de overgave van je hele hart een noodzakelijke voorwaarde is om het werk van de Heilige Geest, de Ene, niet te blokkeren. Ook Dietrich Bonhoeffer, Eckhart Tolle en Dorothee Sölle benadrukken deze geesteshouding eveneens. Maar wat bedoelen ze nu precies met je over te geven, vertrouwen te hebben, in de werking van de Ene? Als Meister Eckhart spreekt over ‘Gelassenheit’ dan heeft dit woord een geheel andere betekenis dan in ons dagelijks taalgebruik. Wij begrijpen ‘gelatenheid’ doorgaans als lijdzaam of een zich passief overgeven aan de werkelijkheid. Dit is niet het geval bij Eckhart. Bij hem betekent dit ‘in overgave’. Via het oervertrouwen (moeder – kindrelatie) ontwikkelt men het vermogen tot verwachtend uitzien of ‘gelatenheid’. Zoals het kind moeten leren om via het proces van aanklampen en loslaten er op te vertrouwen dat de moeder terug komt, zo zal de mens er op moeten vertrouwen dat God Zichzelf als een goede moeder onder de ziel plaatst. De mens moet zich in vertrouwen durven los te laten en zich zonder berekening overgeven aan zijn diepste zelf. Hij die leeft vanuit de gelatenheid ervaart iets van een tijdloze, onaanraakbare verbondenheid in zichzelf en in God. In deze situatie heeft hij contact met een innerlijk centrum, een lege plek om te blijven. Voor Eckhart Tolle is overgave de eenvoudige maar tegelijk diepe wijsheid van meegeven met in plaats van je verzetten tegen de stroom van het leven. De enige plek waar je de stroom van het leven kunt ervaren is het Nu, dus overgave betekent dat je het huidige moment onvoorwaardelijk en zonder voorbehoud accepteert. Door deze aanvaarding geef je de worsteling om antwoorden te vinden met je beperkte verstand op en dàn kan een grotere intelligentie in je gaan doorwerken. Deze toestand van je innerlijk niet verzetten stelt je open voor het ongeconditio36
neerde bewustzijn dat oneindig veel groter is dan het menselijke verstand. Deze geweldige intelligentie kan zich dan door jou uiten en je helpen, zowel van binnen uit als van buiten af. Voor de theoloog Paul Tillich is de moed om te zijn geworteld in de God die verschijnt wanneer God in de angst voor twijfel is verdwenen. Aanvaarden dat men aanvaard wordt hoewel men onaanvaardbaar is, daarop berust de moed om te vertrouwen. Deze ‘mystieke’ levenshouding wordt door grote groepen van de mensheid als vormende kracht aanvaard en beleefd. Mystieke eenwording is voor hen een zelfovergave in een hoger, vollediger en radicaler vorm. Het is de volmaakte vorm van zelfbeaming. Geloof is de ervaring van deze kracht. Het voorgaande overziende is het begrijpelijk dat Hazrat Inayat Khan niet voor niets deze weg naar een persoonlijke ontmoeting met God slechts voor heiligen bestemd zag. Daarom gaf hij de mensen die op reis wilden gaan een nieuwe methode om die weg daadwerkelijk te kunnen voltooien, namelijk ont-leren. Het spirituele bereiken is van het begin tot het eind ont-leren wat je hebt geleerd. Maar hoe doe je dat, ont-leren? In zijn lezing over Ontleren zegt hij ondermeer het volgende over: “Het proces van geestelijke verwezenlijking voltrekt zich door ont-leren. Maar hoe doe je dat ont-leren? Wat je hebt geleerd zit in je. Je kunt het voor elkaar krijgen door wijzer te worden. Hoe wijzer je wordt, hoe meer je in staat bent je eigen ideeën tegen te spreken. Hoe minder je wijs bent, hoe meer je vast houdt aan je eigen ideeën. Geestelijke zuivering is daar de enige methode om het spirituele doel te bereiken. Om dat te bereiken moet je naar het gezichtspunt van iemand anders kijken. Want in werkelijkheid is ieder gezichtspunt iemands eigen gezichtspunt. Hoe ruimdenkender je wordt, hoe groter verwerkelijking je bereikt, hoe meer je inziet dat ieders gezichtspunt goed is. Als je in staat bent je bewustzijn uit te breiden tot en met het bewustzijn van iemand anders, wordt jouw bewustzijn dubbel zo ruim. En zo kan het net zo ruim worden als dat van duizenden mensen, als je je eraan went te proberen net zo te kijken als anderen. De volgende stappen in geestelijke zuivering zijn het juiste te zien in het onjuiste en het onjuiste in het juiste, en het slechte in het goede en het goede in het slechte. De derde stap van geestelijke zuivering is zich identificeren met wat men niet is. Hierdoor zuiver je je geest van indrukken van je eigen onware identiteit. De vierde geestelijke zuivering is jezelf vrij te maken van de vorm, en het abstracte te ervaren. De vijfde manier is in staat te zijn je geest te laten uitrusten. Wanneer de geest eenmaal gezuiverd is, is de volgende stap het cultiveren van de hartkwaliteit, wat resulteert in spirituele bereiking.” Ook deze methode is geen gemakkelijke manier om de spirituele reis te voltooien, maar lijkt wel haalbaar. In zijn lezing over Meesterschap zegt hij daarover het volgende: “Het doel van het leven is meesterschap te verwerven. Echter, de mens heeft één vijand en die vijand is ‘beperking’. En de geest van beperking is altijd een hindernis voor het realiseren van de geest van meesterschap en deze zijn werk te laten 37
doen. Het proces om vanuit beperking tot volmaaktheid te komen wordt mystiek genoemd. Mystiek betekent ontwikkeling van beperking tot perfectie. Alle pijn en tekort horen bij beperking, alle plezier en succes horen bij volmaaktheid. In je eigen omgeving zult je ontdekken dat degenen die ongelukkig en ontevreden zijn in het leven en anderen ongelukkig maken, diegenen zijn die beperkt zijn. Diegenen die zichzelf redden en anderen helpen, die gelukkig zijn en plezier brengen in het leven van anderen, staan dichter bij de volmaaktheid.” En in zijn lezing over de Verruiming van het Bewustzijn zegt hij: “Om innerlijke verruiming van het bewustzijn te verkrijgen moet men zich ongetwijfeld naar binnen keren en zich afsluiten voor de buitenwereld. Maar aan de andere kant moet men ook proberen de uiterlijke verruiming van het bewustzijn te oefenen. Op deze wijze is er evenwicht. Zij die zich alleen geestelijk ontwikkelen worden eenzijdig, zij verruimen alleen het innerlijk bewustzijn en niet het uiterlijke. Dan worden zij onevenwichtig. Misschien zullen zij op geestelijk gebied uitzonderlijke vermogens krijgen, maar zij bezitten geen evenwicht. Daarom beschouwen vele mensen een geestelijk mens als iemand die niet wel bij het hoofd is. Indien de wereld er zo overdenkt moeten wij er zeer voor oppassen, dat wij de wereld geen verkeerde indruk geven. Indien wij een beroep uitoefenen, indien wij in zaken zijn of in de industrie, behoren wij ons er geheel aan te geven en aan de wereld te laten zien dat wij even praktisch kunnen zijn als ieder ander. Dat wij ook economisch kunnen zijn, en regelmaat kennen, en systematisch zijn, volhardend en vol ondernemingslust. Wij moeten al deze hoedanigheden tonen en ons tegelijk geestelijk ontwikkelen: want deze hoedanigheden moeten het bewijs leveren van ons geestelijk leven.” Samenvattend: verruiming van je bewustzijn door geestelijk zuiveren en het cultiveren van de hartkwaliteit zijn onder meer de middelen die Hazrat Inayat Khan de mensheid heeft aangereikt om de spirituele reis tot een goed einde te brengen. Wie de weg van de ervaring tot het einde gaat, komt weer uit bij het leven van alledag. Daar moet alle ervaring zich bewijzen. Het doel is niet een verheven extase, maar de volledige ontplooiing van ons menszijn. Het leven van alledag, of zoals Josef Beys het heeft geformuleerd: ‘het centraal station’, is het schouwtoneel. Daar vindt het mysterie plaats. Geraadpleegde bronnen: Braekers, Marcel Jäger, Williges Keesing, Elisabeth Khan, Hazrat Inayat Tillich,Paul Tolle, Eckhart Witteveen, Johannes
1
38
Meister Eckhart, mysticus van het niet-wetende weten, Averbode 2007 Eeuwigheid in het Nu, Asoka 2005 Antwoorden van Inayat, East-west publication 1980 Verruiming van het bewustzijn en De mens, meester van zijn lot en Gayan, Vadan en Nirtan, Pantha Rhei 2002, 1999, 2001 De moed om te zijn, Bijleveld 2004 De kracht van het Nu en De Stilte Spreekt, Ank-Hermes 2003 en 2003 Soefisme, de religie van het hart; essenties uit het werk van Hazrat Inayat Khan,
zie onder meer het boek ‘Ant woorden van Inayat ’ van Elisabeth Keesing
Over boeken en beelden Zubin van den Besselaar
Hazrat Inayat Khan. Gezondheid van lichaam en geest. Soefi leringen Dl. VIII. Vertaling, door W. Hellema, van Sufi Teachings, the art of being. Katwijk, Panta Rhei, 2010. 167 blz., € 17, 50 ISBN 9789088400513 Dit is het eerste deel van twee boeken die als “dektitel” Levenskunst dragen. Een titel die overigens alleen in het voorwoord wordt genoemd. Deel 2, dat volgend jaar verschijnt zal als titel dragen: Het voorrecht mens te zijn. Dit tweede deel is een vertaling van Sufi teachings: the smiling forehead. Het is de eerste keer dat deze teksten in het Nederlands zijn vertaald. In dit eerste deel wordt uiteengezet hoe, zoals het voorwoord zegt ”we onze lichamelijke en geestelijke gezondheid kunnen verbeteren en welke rol hierin gespeeld wordt door de levenskunst die de mens vergeten is maar waar de ziel naar verlangt”. In 23 hoofdstukken komen evenzoveel onderwerpen aan de orde. Om er enkele te noemen: Harmonie, Adem, de kracht van stilte, Dromen, Het mysterie van de slaap, Geestelijk genezen. Een goede vertaling die dicht bij de Engelse tekst blijft. Fijn dat deze teksten nu ook in het Nederlands beschikbaar zijn zodat ze voor een grotere lezerskring toegankelijk zijn. ******* Harnden, Philip. Reizen in eenvoud. Vertaald uit het Amerikaans door L.W.Carp. Den Haag, Sufipublications, 2010. 118 blz. € 14,50 ISBN 9789053400906 Wie op Schiphol rondkijkt kan constateren dat wij over het algemeen heel wat meenemen als we op reis gaan. In dit boek is de zeer bescheiden reisbagage beschreven van een veertigtal personen zoals de trappistenmonnik Thomas Merton, Mahatma Gandhi, Jezus van Nazareth, David en Goliath, de kluizenaar van Tailaoshan om er maar eens enkelen te noemen. Maar ook Bungo Baggins een van de personen uit het boek “De Hobbit”van Tolkien. Het boek suggereert een vergelijking met onze levensweg. Hoeveel sjouwen wij in ons leven mee? Hoe licht is onze reis? ******* Wijn en rozen; soefipoëzie van Rabi’a, Hallaj, Attar, Al’Arabi, Rumi, Shabistari en Hafiz.; verzameld en ingeleid door Wim van der Zwan. Den Haag, Sufipublications, 2010. 141 blz. Met uitgebreide literatuuropgave. ISBN 97890860134 In de inleiding wordt vrij uitgebreid ingegaan op de symboliek van de soefi’s en de kernbegrippen van het soefisme. De gedichten van de opgenomen dichters worden voorafgegaan door een korte inleiding voor iedere dichter afzonderlijk. *******
39
Miek Pot. Hildegards Godin; de wilde en wijze vrouw in ons. Kampen, Ten Have, 2009. 128 blz., € 14,90 ISBN9789002235337 Hildegard van Bingen (1098-1179) was abdis van een klooster op de Ruperstberg bij Bingen aan de Rijn, in Duitsland. In het klooster kreeg ze visioenen die ze opschreef, schilderde in miniaturen en verklankte in muziek. Miek Pot ziet in Hildegard haar rolmodel. Zij meent dat Hildegard de creativiteit die uit de miniaturen spreekt voortkomt uit een sterke ontwikkeling van de vrouwelijke goddelijke krachten die iedere mens bezit. In haar tijd, de hoge Middeleeuwen waarin vrouwen weinig te vertellen hadden, nam Hildegard het met deze creativiteit op tegen de toen zeer mannelijk georiënteerde maatschappij en kerkelijke gezagsdragers. Ook in onze cultuur worden sterk mannelijke kwaliteiten van doen en realiseren benadrukt. Toch weten we uit alle tradities dat zelfkennis/godskennis pas mogelijk is als de mens de vrouwelijke én mannelijke kant, jemal én jelal, in zichzelf integreert. Om de vrouwelijke kant te ontwikkelen zijn contemplatie, stilte en intuïtie van groot belang. Hildegard kan ons daarbij helpen. Haar miniaturen vormen prachtige objecten voor visualisatie. Het boek bevat kleurenafbeeldingen van vier miniaturen en geeft aan hoe hierop gevisualiseerd kan worden. Dit is het derde boek van Miek Pot. Eerder verschenen van haar: ‘Naar het hart van mijn ziel: twaalf jaar in een kluizenaarsklooster’ 1(2007) en ‘De grote stilte’ (2008). Vooral het eerste boek sprak mij zeer aan. Er zijn veel boeken geschreven door mensen die een aantal jaren in een klooster hebben doorgebracht. Voor zover ik ze ken gaat het altijd over mensen die het klooster uit teleurstelling hebben verlaten en de boeken weerspiegelen die teleurstelling. Miek Pot echter heeft het klooster niet uit teleurstelling verlaten, maar na een heel bijzondere ervaring wist ze dat ze die periode moest afsluiten en dat ze haar ervaringen in de wereld moest gaan uitdragen. Het is dus een heel positief boek. Ze vertelt welke oefeningen ze heeft gekregen in het klooster en wat dat met haar heeft gedaan. Het was ook wel een heel bijzonder klooster waar zij 12 jaar, van haar 26 tot 38 levensjaar, heeft doorgebracht. Het was een nieuw opgericht klooster met veel jonge mensen, dat vanuit de Byzantijnse2 traditie werkte. Ze putten dus veel uit de mystieke traditie van de woestijnvaders en de orthodoxe kloosters. Het was een kartuizer klooster waar de monniken op zichzelf wonen en werken en alleen voor de gezamenlijke diensten bij elkaar komen. Een maal per week had ze een gesprek met haar leermeester, de abdis. Uit het boek komt deze naar voren als een wijze vrouw die maar weinig woorden nodig had voor haar zeer inspirerende begeleiding. 1 Miek Pot. Naar het hart van mijn ziel; 12 jaar in een kluizenaarsklooster. Kampen, Ten Have. 2007. ISBN 9789002222641 2 Byzantijns = Binnen de R.K. Kerk een groep die zich in de liturgie richt op de oosters-orthodoxe liturgie en leringen.
40
Soefi-centra
informatie, adressen en activiteiten AMSTERDAM
dhr. J. van den Heuvel (Jos), t 020-6732946 Universele Eredienst: Ignatiushuis, Beulingstraat 11, 1017 BA Amsterdam, 1e en 3e zondag van de maand 11 uur. Op de 3e zondag voorafgegaan door de Confraternity of the Message 10.30 uur. Apeldoorn
Orientatiemiddagen: 2e zondag van de maand van 14-16 uur bij dhr. en mw. de Roos-Labeur (Corrie & At), Sparrenlaan 11, 7313 AT Apeldoorn, t 055-32316 33, atderoos@hetnet.nl Arnhem
mw. H.M. de Caluwé - Rombout (Maharani), Groningensingel 423, 6835 ER Arnhem t 026-3213650, maharani@planet.nl Studieklassen in overleg. Universele Eredienst: Vrijmetselaarsgebouw, Arnhemsestraatweg 360, 6881 NK Velp (Gld) 1e zondag van de maand om 11 uur. Assen
mw. A. Stam (Iman), Troelstralaan 236, 9406 BE Assen, t 0592-707202, 06-24 92 92 77 Studiebijeenkomsten en klassen voor belangstellenden, broeder-zusterschapsleden en moerieds. Universele Eredienst: Loge van de ODD Fellows, Hendrik de Ruiterstraat 2, 9401 KT Assen, 3e zondag van de maand om 11 uur. Breda
mw. M.L.C. van Beek-Vanheule (Hira), Berkenring 70, 4881 HD Zundert, t 0765976335, mlcvanbeek@yahoo.co.uk bgg: mw. L. Heerkens (Kalyani), t 076-5601255 Universele Eredienst: Waalse Kerk, Catharinastraat 83-bis, 4811 XG Breda, 3e zondag van de maand om 11 uur. Den Haag
dhr. L.W. Carp (Ameen), Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag, sufipublications@hetnet. nl t 070-3644590, f 070-3614864. www.soefi.nl/denhaag Programma op aanvraag: besloten klassen; 1e en 3e maandag van de maand open studie- en meditatie-klas.; open Soefi-avonden; openhuisbijeenkomsten; open spirituele film-avonden. Universele Eredienst: Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag, elke zondag om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur. Deventer
mw. A. Westenberg (Hayat), De Dennenhoek 3, 7431 EM Diepenveen, t 0570-532347,
annahay28@gmail.com
Universele Eredienst: Logegebouw van de Vrijmetselaars, Rijkmanstraat 10
7411 GB Deventer, 3e zondag van de maand om 11 uur. Eindhoven
mw. L. Bredée-van Ginkel (Kamila), Jacob Catsstraat 28 5671 VR Nuenen, t 040-2832518, soeficentrum.eindhoven@gmail.com Universele Eredienst: Eckartdal, Nuenenseweg 1, 5631 KB Eindhoven, 1e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur. Friesland
mw. M. Cornelissen-Admiraal (Salima), t 0513431940, Heide 6, 8521 DG Sint Nicolaasga. mw. Y. Veenstra-Wiersma (Ynskje), Wommels. t ’s avonds 0515 576 244. Maandelijks meditatieavonden. Universele Eredienst: Bij de Put 15, 8911 GE Leeuwarden, 1e zondag van de maand om 11 uur. Groningen
mw. M.C. van Boon (Musnawira), t 0505251519 bgg: fam.Lieftink t 0598-430422 soefcentgron.vanboon@tiscali.nl maandelijks: musical tuning en meditatie; stilte en meditatie; 1e ma. v.d. maand: gespreksavond. ‘s Hertogenbosch
Coördinator: mw. T. Hendriks Franssen-van den Berg (Trudy), Ariënstraat 16, 5351 GD Berghem / Oss, t 0412-402689, kennekeshoek@ zonnet.nl Secretariaat: dhr. F.W. Roza (Frans), Asterd-kraag 40, 4823 GA Breda, frans.roza@ wxs.nl Universele Eredienst: Centrum de Poort, Luybenstraat 48, 's Hertogenbosch. Hilversum
dhr. A.Antonius (Ananda), Arent Krijtstr 13 II, 1111 AG Diemen. Klas voor belangstellenden: 1e ma. v.d. maand; voor deelname bellen met: t 020-6907129 of email anandaaa@hotmail.com Universele Eredienst: ‘De Vereniging’, Oude Enghweg 19, 1217 JB Hilversum (bij het gemeentehuis), 2e en 4e zondag van de maand 11 uur. Regio Katwijk, Wassenaar
Regioleider: drs. J. Belt (Munir), t 0252-373145, Eykendonck 32, 2211 SG Noordwijkerhout. Wakil Huis Universel: mw. E. le Rütte (Zohra), t 071-4077435, zohra@kpnplanet.nl Universele Eredienst: Universel Murad Hassil, 41
Zuidduinseweg 5, 2225 JS Katwijk aan Zee, 1e, 3e en 4e zondag van de maand 11 uur. Confraternity of the Message 1e en 3e zo. 10.30 u. Iedere 4e zo. spreekt Karimbakhsh Witteveen. Rotterdam
Coördinator dhr. B. de Wreede (Bauke), t 06-24646694, bwreede@ziggo.nl Studie- en belangstellendenavonden: 1e maandag van de maand, opgave vooraf. Universele Eredienst: Soeficentrum Provenierssingel 41, 3033 EG Rotterdam, 2e en 4e zondag van de maand, 11 uur.
SOEFI BEWEGING NEDERLAND
Tilburg
Algemeen Secretariaat Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag t 070-3461594, f 070-3614864, sufiap@hetnet.nl Secretariaat open maandag tot en met donderdag van 10 tot 13 uur. bgg.: t 070-3644590 Financiën: dhr. P.H.Popkema (Nadir); na 18.00 uur: t 0314 361 449. <popkemail@hetnet.nl>
Twente
Nationaal Vertegenwoordiger dhr. L.W. Carp (Ameen), sufipublications@hetnet. nl t 070-3644590, f 070-3614864
dhr. & mw. Achterberg-Thierens (Mussavir & Nuria), Chopinstraat 26, 5011 VK Tilburg, t 013-4563241. Klassen voor belangstellenden eerste maandag van de maand. Voor deelname bellen met dhr.L.Raatgever, t 06-12746513 mw. D. Evers-Brinkman (Mangala), tel. 06-26 17 03 00, Ganzendiepstraat 18, 7607 LZ Almelo. evers-brinkman20@zonnet.nl Universele Eredienst: Nivoncentrum, Lodewijkstraat 1, 7553 LB Hengelo, 2e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10 uur. UTRECHT / BILTHOVEN
dhr. W.S. van der Vliet (Sikander), Juliana van Stolberg-laan 6, 6961 GB Eerbeek, t S & S van der Vliet 0313-650 334, bgg.: mw. J.L. van Male (Sakya), t 030-2723522 Universele Eredienst: Huize ‘Het Oosten’, Jan Steenlaan 25, 3723 BT Bilthoven, laatste zondag van de maand om 11 uur. Boxmeer
Dansen van Universele Vrede in de Kapel van ‘t Kloosterhuis, Grotestraat 69, 5836 AC Sambeek Info: mw. Hanna Reijnders, t 0478-571033. Zeeland
mw. N. Gortzak (Nuria), Mme. Curiestraat 63, 4532 JX Terneuzen, t 0115-530599 en 0640556131 Studiebijeenkomsten: 2e dinsdag van de maand. Info mw. A. van Schaik (An), t 0118-412875. Universele Eredienst: Gebouw de Vier Elementen, Breeweg100, 4335 SK Middelburg, 1e zondag van de maand om 11 uur. ZUID LIMBURG
dhr..R.Marinus (Ruud), Castelmorelaan 42, 6213 CW Maastricht, t 06-54 36 78 24. Er zijn maandelijkse bijeenkomsten en om de twee maanden op zaterdagmorgen open klassen. 42
Zwolle
dhr. C. Koster (Karim), Tijnje 48, 8032 LR Zwolle, t 038-4541817, Universele Eredienst: Bloemendalstr. 11, 8011 PJ Zwolle, 4e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur. In Meppel is een Soefi-groep die elke 4e di. v.d. maand bijeenkomt. Contactadres: Zuideinde 46, 7941 GH Meppel, paul.ketelaar@planet.nl www.soefimeppel.nl Informele Eredienst: Engelandseweg 19, Wezep, 2e zondag van de maand om 10 uur.
Nationaal secretaris mw. L. Grashuis (Wahdud), A.Verweystraat 126, 2274 LM Voorburg, sufipublications@hetnet.nl t 070-3644590 (overdag), t 070-3871705 (thuis) Office Representative General Banstraat 24, 2517 GJ Den Haag, t 070-3657664, sufihq@xs4all.nl Internet www.soefi.nl (nationale site). www.sufimovement.org (international site). Penningmeester Soefi-gedachte dhr. C.M. van Beek (Kees), penningmeester Soefi Beweging Nederland, Den Haag rekening 777555, t 076-5976335. c.van.beek@kpnplanet.nl Lidmaatschappen van de Soefi Beweging Er bestaan verschillende vormen: Moeried: dit zijn personen die de inwijding in de Innerlijke School van de Soefi Beweging hebben ontvangen en de esoterische klassen en de esoterische training volgen Broeder-zusterschapslid: dit zijn zij die de idealen en doelstelling van de Soefi Beweging ondersteunen. Lid van de Kerk van Allen: dit zijn zij die zich speciaal aangetrokken voelen tot de Universele Eredienst; dit verlangt niet dat zij ook om inwijding vragen. Vriend van de Soefi Beweging: men kan zich opgeven als Vriend als men een ondersteuning aan het Soefiwerk wil geven.
Belangstellende: eenieder die zich op wil geven als belangstellende en de informatie over soefiactiviteiten wil verkrijgen. Contributieregeling 2011 Moerieds betalen per jaar: Alleen Echtpaar Laag € 100,00 € 150,00 Normaal € 160,00 € 240,00 Hoog € 235,00 € 355,00 Broederschapsleden, Vrienden van de Soefi Beweging Nederland en leden van de Kerk van Allen betalen € 70,- per jaar. Broederschapsechtpaar € 105,00 per jaar. Dit is inclusief het abonnement op de Soefi-gedachte en de uitnodiging voor de Zomerschool. Alléén een abonnement op de Soefi-gedachte: € 16,00 per jaar (=incl. porto Ned.) Wanneer men als lid van een andere Soefi organisatie tevens ondersteunend lid van de Soefi Beweging wil zijn, betaalt men € 20,- per jaar en ontvangt men de Soefi gedachte. Dargah Financiële bijdragen voor het sociale, culturele en extra soefi-werk bij de Dargah, rekeningnr.: 616577 t.n.v. Stichting Dargah te Den Haag. Voor organisatie, onderhoud, inrichting van nieuwbouw en guest house, rekeningnr.: 43 02 43626 t.n.v. Dargah-fonds te Den Haag. Schenkingen van boeken enz. (alle talen!): Walia en Wali van Lohuizen t 035 538 98 93 Bijzondere activiteiten
Zie op www.soefi.nl en voor algemene informatie over soefisme: www.soefikalender.nl SOEFI BEWEGING BELGIË
mw. L.D. Deslée (Leela), Sportstraat 100, 900 Gent. Broederschapsvertegenwoordiger in België. info: sufirozentuin@skynet.be of 09.222.10.30 andere organisaties
Sufi Ruhaniat NL: Arienne en Wim van der Zwan, Peace in Motion, t +49 (0)2294 993 78 41 +31 651 30.34.39 (GSM). samark@peaceinmotion.eu Int. Sufi Orde NL: dhr. K. Wagtmans (Nafas),
Rubinsteinstraat 347, 5011 ND Tilburg, t 013 456 02 28 kwagtmans@wanadoo.nl
Sufi Way NL: dhr. E. Koole (Elmer), Oudeweg 31,
9364 PR Nuis. t 0594-549863 elmerkoole@gmail.com
Elementen ritueel
Info: mw. Sitara Rosdorff, t 0297-285244 sitara.siddharta.rosdorff@ziggo.nl
BOWL OF SAKI
Een aanrader: via email kunt u de fraaie engelstalige Bowl of Saki dagelijks gratis toegestuurd krijgen. Via www.wahiduddin.net/saki komt u op de site, waar u zich kunt inschrijven. Zomerschool 2011
12, 13, 14 juli 15 juli 16, 17, 18, 19 juli 20 juli 21 juli 22, 23, 24 juli kinderdagen:
1e zomerschool retraitedag 2e zomerschool commemoration day en artistieke avond vrije dag Soefidagen 15, 16, 17 juli 2011
Soefi-reis naar Zuid-Afrika
Van 9-17 april 2011 wordt de Zuid-Afrikaanse Zomerschool gehouden in Constantia bij Kaapstad. Na afloop van de school is er een 2-daags bezoek aan Kaapstad, daarna een 2-daags bezoek aan de wijnregio en daarna 2 dagen langs de kust. Info bij Ameen Carp t 0703644590, sufipublications@hetnet.nl Urs-herdenking
De herdenking van de sterfdag van Hazrat Inayat Khan in New Delhi-Nizamuddin is op 3, 4 en 5 februari 2011. info: Alg.Secretariaat sufiap@hetnet.nl symposium
De Soefi Beweging organiseert in samenwerking met Soefi Contact op zaterdag 19 maart 2011 een symposium in de Kloosterkerk in den Haag om de 100-jarige geboortedag van de Universele Soefi Boodschap te vieren. Het thema is: "De verborgen schat van het Innerlijk leven". Met lezingen van de Rozenkruisers, de AMORC de Orde van Vrijmetselaren, de Theosofen en de Antroposofen, waarin zij aangeven welke weg zij volgen om die verborgen schat te vinden. Bijdrage vóór 1 maart 2011 is € 15, na die datum € 20. info: www.soefie. nl aanmelding: anandaa@hotmail.com of via het aanmeldingsformulier bij de centrumleider. Levenswijsheid
"Have no fear for what tomorrow will bring, the same loving God who cares for today will take care of you tomorrow and every day. God will either shield you from suffering or give you unfailing strenght to bear it. Be at peace then and put aside all anxious thoughts and imaginations".
43
VERENIGING SOEFI-CONTACT
Soefi-Contact is een landelijke vereniging met afdelingen in Haarlem, Alkmaar en Bussum. De vereniging stelt zich ten doel: het stimuleren van de studie van Hazrat Inayat Khan's ideeën, alsmede het in praktijk brengen ervan, één en ander in de ruimste zin van het woord. Zij streeft dit doel na met alle daarvoor geschikte middelen. Landelijk centrum en dagelijks bestuur Landelijk centrum: Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40, 2011 BE, Haarlem. Website: www.soefi-contact.nl email: soefi.contact@gmail.com Voorzitter: mw. E.A. van den Brink, t 0137-425347 Secretaris: dhr. J.Molenaar, mr.J. de Vriesstraat 22, 1788 AV Den Helder, t 0223-646920 Penningmeester: mw. J.L.B.H.M. Kaars-de Groot, Baljuwstraat 19, 1785 SC Den Helder, t 0223-660961 Het verenigingsjaar van Soefi-Contact loopt van 1 juli t/m 30 juni. De contributie kan worden overgemaakt op rekeningnummer: 4239048 t.n.v. Soefi-Contact te Den Helder. Adreswijzigingen / mutaties graag via de secretaris, dhr. J.Molenaar. Activiteiten afdeling Haarlem (Soefi-Huis) Alle activiteiten in Haarlem vinden plaats in het Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40, 2011 BE Haarlem. Universele Erediensten: iedere tweede en vierde zondag van de maand; aanvang 11.00 uur. Zondag 12 en 25 (Kerstmis) december 2010. In 2011 is de eerste (informele) dienst op zondag 9 januari. Kernpunten van de Soefi-boodschap. Burgwal 38-40 in Haarlem, aanvang 20 uur, dinsdag 14 december 2010. Belangstellenden en moerieds zijn welkom, Informatie: t 023-5272249 of t 023-5370585, e-mail: j.w.hutter@alumnus.utwente.nl Activiteiten afdeling Alkmaar Universele Erediensten: elke eerste zondag van de maand in de Remonstrantse Kerk, Fnidsen 37, 1811 ND Alkmaar; aanvang 11.00 uur. Zondag 5 december (waaarschijnlijk) een middagdienst. In 2011 is de eerste dienst op zondag 2 januari. Informatie: dhr. Michaël Schouwenaar, Vatropperweg 5, 1779 GE Den Oever, t 0227-512265, e-mail: soefi.noordwest@kpnplanet.nl en mw. Y. Westenberg, t 072-5333223 Activiteiten afdeling Bussum Informatie over activiteiten: mw. E. Schurink, t 035-6912990 en dhr. Karim Logtmeijer, t 035-6918347, e-mail: lion182@zonnet.nl.
44