Soefi Gedachte september 2011

Page 1

Inhoud

3 5 6 8 10 11 14 18 20 23 26 30 32 33 34 37 41 44

D E SOEFIgedachte

september 2011

Ten geleide Zouden wij geen bergen kunnen verzetten? Hazrat Inayat Khan Hoe de Boodschap tot werkelijkheid te maken Pir Zia Inayat-Khan Perspectieven Gawery Voûte Gedicht 'Consideratie' De Boodschapper Hazrat Inayat Khan Het Manicheïsme Amir Smits Compassie Rama Lieftink Wat biedt soefisme voor wie niet in God gelooft’ Ameen Carp Verschillen tussen godsdiensten doen ertoe Kariem Maas Rechtvaardigheid Amir Smits Liefde, tekst van de Islam In memoriam Claire Harper Ameen Carp Het begon zo Kariem Maas Over boeken en beelden Gebeurtenissen Informatie over de Soefi Beweging Informatie over Soefi Contact

De Soefi-gedachte is een gezamenlijke uitgave van Soefi Beweging Nederland en Vereniging Soefi-Contact en heeft tot doel het verspreiden van het gedachtengoed van Hazrat Inayat Khan.

1


COLOFON de Soefi-gedachte 65e jaargang nummer 3 september 2011 Verschijnt 4 x per jaar Uitgever/Administratie: Stichting Soefi Beweging Nederland Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag tel: 070 346 15 94 fax: 070 361 48 64 sufiap@hetnet.nl www.soefi.nl www.soefi-contact.nl Abonnementen: jaarabonnement, incl. porto: € 16,00 abonnement buitenland: € 20,- per jaar los nummer: € 5,00. Aanmelding door betaling via rekening 777555 tnv Stichting Soefi Beweging Neder­land te Den Haag ovv penningmeester Leo Sosef. Drukker: NKB, Bleiswijk Aanwijzingen voor auteurs: Bijdragen zijn welkom, mits niet langer dan ca. 2000 woorden en aangeleverd in Microsoft Word met eventuele voetnoten als eindnoten. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen niet op te nemen of in te korten, en op de eigen websites te plaatsen. Kopij sturen naar het redactie-adres. Uiterste inleverdata voor het volgende nummer: 2 maanden tevoren (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 okto. ber) of in over­leg met de redactie.

Redactie: dhr. L.W. Carp (Ameen), voorzitter mw. J.I.E. Bakker (Jaya) mw. M.A.J. van den Besselaar (Zubin) dhr. J.J. Dekker (Jaap), eindredacteur dhr. E.H.K.Logtmeijer (Karim) dhr. T. Maas (Kariem), hoofdredacteur dhr. J.P.H.Smits (Amir), secretaris Redactie-adres: dhr. J.P.H.Smits (Amir), Warmondstraat 177 hs, 1058 KX Amsterdam redactiesg@gmail.com Redactiemedewerker: dhr. N. Welten (Noud), opmaak Illustraties: De redactie stelt alles in het werk om reproductierechten te regelen. Voorzover dit niet correct is gebeurd, kunnen rechthebbenden contact opnemen met de uitgever.

Adresveranderingen sturen aan de uitgever, Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag met uitzondering van leden Soefi-Contact, die mutaties sturen naar hun secretariaat. © Soefi Beweging Nederland. Overname van agendapunten vrij. De inhoud van de artikelen is voor verantwoording van de auteurs en afgezien van plaatsing in dit tijdschrift en op daaraan gerelateerde websites, berust het copyright bij de auteurs.

2


Ten Geleide – zingen In het gouden tijdperk toen geluk heel gewoon was, in tegenstelling tot het ijzeren tijdperk waarin wij nu leven, hadden mensen geen woorden nodig. Ze zongen, net als vogels. Iets van die magie was voelbaar tijdens de Russische avond, de afgelopen zomerschool in juli in Katwijk. (Zie helemaal achterin, op de info-pagina's, het korte verslag van die twee weken.) Na een aandoenlijk fimpje waarin onze vrienden uit Novosibirsk bij min vijfendertig graden iets van hun stad en leven lieten zien, ging de groep van ongeveer vijftien Russen in de Murad Hassil voor in een wazifa met een onwaarschijnlijk zangerige lichtheid en transparantie in hun stemmen. Daarna volgde het gebed Khatoem, gezongen op Russisch-orthodoxe wijze, dus op één gedragen, zwevende toon. Prachtig. Een demonstratie van wat Inayat Khan herhaaldelijk betoogde, namelijk dat muziek een mens sneller dan welke methode ook kan voeren naar verlichting. Op slag werd ook duidelijk hoe horkerig we het meestal in het Nederlands doen. Wij dreunen de woorden op zoals oudere generaties op de lagere school deden met Rodeschool Hoogezand Sappemeer en de tafels van één tot tien. Ik kan niet zingen, zei iemand later aan tafel. Hoe hij al pratende, met subtiele verhogingen en verlagingen in zijn stem, accenten aanbracht, logenstrafde die bewering tegelijkertijd. Volgens “stembevrijder” Jan Kortie wil iedere ziel zingen. Eén van zijn manieren om die vaak gekooide vogel te bevrijden is om de accenten in het gewone praten steeds verder uit te bouwen, steeds zangeriger te maken. En dan gebeurt er iets merkwaardigs: de klank van je eigen stem voert je mee naar onvermoede sferen. Overigens niet altijd zondermeer plezierig, want het openen van de kooi kan tranen kosten. Maar als de vogel eenmaal de vleugels kan uitslaan … Aslan Sattler, die het ter plekke geformeerde “Sufi Summerschool Choir” leidde, deed iets soortgelijks met de Aanroep. Hij liet ervaren hoe je op meditatieve wijze de Aanroep kunt zing-zeggen, vergelijkbaar met het Russisch-orthodoxe gebed. Is dit een pleidooi om voortaan alles zingend te doen? Nee. Wel om onze woorden lichter te maken. Met meer Lucht erin, het element van vreugde en beweeglijkheid. Ik memoreer dit ook om aan te geven dat één moment van magie een zomerschool al waardevol kan maken. Om met lichtere tred thuis te komen. Schrijf daarom alvast in de agenda van volgend jaar: zomerschool 1 van 8 tot en met 12 juli, zomerschool 2 van 14 tot en met 18 juli en open Soefi Dagen van 20 tot en met 22 juli. Kariem Maas

3



Zouden wij geen bergen kunnen verzetten? Hazrat Inayat Khan

Toen wij in 1917 een Soefi Orde gesticht hebben, was het niet onze bedoeling om aan de vele gemeenschappen in de wereld, die alle hun eigen weg volgen en de mensheid in talloze groeperingen opsplitsen, er één toe te voegen. Ons motief was de hele mensheid te dienen, onverschillig of de mensen zich bij ons aansluiten of niet. Wij willen geen concurrentie bedrijven, met welke beweging dan ook, die voor hetzelfde doel werken als wij. In tegendeel, wij zijn blij als wij zien dat andere bewegingen met soortgelijke idealen succes hebben. Wij letten alleen op het resultaat. Ik ben verheugd vast te stellen dat ik uw vriendschap niet verkregen heb door uw nieuwsgierigheid of bijgeloof aan te wakkeren. Ik heb niet uw interesse opgewekt in verhalen over geesten en andere verschijnselen. Als ik dát had gedaan, had ik wellicht twintigduizend volgelingen gekregen, die ik met sprookjes bezig zou hebben gehouden. Wat een vreugde, mijzelf temidden van twintigduizend onnozelen te bevinden! En zo vaak ik op die manier de wereld voor de gek zou hebben gehouden, zo vaak zou ik mijn geest met duizend lagen domheden hebben bedekt! Ik heb u niet gevraagd om in een bepaald Godshuis te bidden. Ik heb u geen rituelen, geloofsvormen of dogma’s opgedrongen. Ik heb u niet geleerd slechts één boek als heilig boek aan te nemen. Ik heb u geen bijzondere voorschriften gegeven, waarnaar u uw leven zou moeten inrichten. Ik heb niet in u het verlangen naar wonderen versterkt. Maar ik heb u gezegd, dat in de loop van uw geestelijke ontwikkeling, naarmate uw inzicht scherper is geworden, het hele leven één groot wonder wordt. Ik wilde niet dat u mij zou vereren of mij bijzonder of goed of buitengewoon zou vinden en mij zó hoog zou achten, dat ik dan op een dag van deze hoogte weer omlaag zou vallen. Mijn wens is dat u mij als uw vriend, uw broer, uw kameraad zou beschouwen, als iemand in deze wereld die u in tijden van nood kunt roepen, die zich verheugt wanneer u vreugde beleeft en die meeleeft in uw verdriet. Ik vraag alleen het volgende van u, dat u in de wereld de stem herkent, die in het diepste van mijn hart klinkt, want het is deze stem, die u nader tot mij heeft gebracht. U weet wiens stem het is, hoewel zij zich in mijn woorden uitdrukt. Ik zou willen dat deze stem het uiteinde van de wereld bereikt, dat deze stem zich overal doet horen. Ik zou willen dat deze stem hoorbaar wordt voor hen die kunnen horen en zichtbaar wordt voor lezers, voor hen die bereid zijn om te horen en te lezen. Zelfs als ik geen hulpmiddelen en geen helpers zou hebben die mij in mijn strijd ter zijde zouden staan en als ik de hele wereld tegen mij zou hebben, dan zou ik toch mijn werk doen. Maar daar ik u, mijn moerieds, aan mijn zijde zie staan, klaar om mij te steunen, voel ik mij gesterkt en vol hoop dat ons gezegende werk met Gods hulp zal groeien. Hier vind ik enkele trouwe vrienden, die van ganser harte met mij verenigd zijn in 5


de dienst van het werk voor het soefisme. Waarom zouden wij niet bergen kunnen verzetten? Ik verzeker u dat wij die zullen verzetten, zolang wij met hart, ziel en geest samenwerken in het besef dat goed werk maar weinig waarde heeft als we het in geld uitdrukken, terwijl het werk dat wij verrichten van onschatbare waarde is, omdat het voor God gedaan wordt. Passage uit een toespraak uit 1919, gepubliceerd in het tijdschrift ‘Sufi’, januari 1920

Hoe de Boodschap tot werkelijkheid te maken ? Pir Zia Inayat-Khan

Ik ben een groot gelover in de Dag des Oordeels. Ik realiseer me dat dat niet een erg populair idee is tegenwoordig. Maar ik begrijp het op mijn eigen manier en ik voel dat ik steun heb van de leringen van Murshid in mijn eigen verstaan van de Dag des Oordeels. Want Murshid zegt dat in zekere zin elk moment een dag des oordeels is. En vaak overweeg ik het moment van overgang, wanneer dit aardse leven tot zijn afsluiting zal komen en de ziel zal voortgaan, een avontuur zal aangaan dat boven mijn huidig vermogen om te bevatten uitgaat. Een groot avontuurlijk voortgaan in mysteries … ver voorbij ons huidig menselijk bevattings-vermogen. En dat moment zal een tijd zijn van zich openen voor een nieuwe werkelijkheid en tot afsluiting komen, tot ontknoping van de betekenis van het eigen aardse leven. Het zal een herinnering zijn aan het moment waarop men afdaalde naar de aarde. Elke keer dat men een cirkel rond maakt herinnert men zich het begin van die cirkel, herinnert men zich de stadia van vooruitgaan en bevindt men zich nu aan de afsluiting. Dus men zal zich de reden herinneren van zijn komst naar de aarde. Waarom ben ik afgedaald, welke motiverende kracht, welke macht, dreef me voort om te incarneren, om een menselijk wezen te worden, om het weefsel van de planeet aan te nemen als mijn lichaam? Waarom werd ik gezonden? Welk verlangen dreef mij? Ik kwam om iets te ervaren wat alleen hier ervaren kon worden, op deze manier. En ik kwam om iets aan te bieden, dat ik moet bijdragen aan het worden van de wereld. En dus, als ik de planeet verlaat en ik overga in nieuwe vormen … en natuurlijk, de dood is niet enkel de planeet verlaten maar ook onze lichamen nalaten aan an6


dere organismen die zullen voortleven, en we leven verder op aarde in deze nieuwe vormen. Zoals deze lichamen vissen zijn geweest, en vogels en bloemen, zo zullen ze dat weer zijn. Maar deze incarnatie, deze persoonlijke levensgeschiedenis, wat heeft het betekend? Wat heb ik ervaren en wat heb ik gegeven? Die twee vragen. Voor mij zal dat de werkelijkheid zijn van de Dag des Oordeels. En ik zal mezelf afvragen: Wat was de betekenis van mijn leven en en hoe heeft de betekenis van mijn leven bijgedragen aan de betekenis van het leven zelf ? Want ik geloof dat wij uitgenodigd zijn door de goddelijke schepper om deel te hebben aan de schep-ping. Er zijn veel geschenken aan ons gegeven wanneer we incarneren. Het universum bestaat op een bepaalde manier en wij zijn uitgenodigd aan het creatief proces bij te dragen en daarmee bij te dragen aan het samenstellen van de betekenis van het leven, door de manier waarop we ons leven leiden en de keuzes die we maken, door onze beslissingen, onze relaties, onze houding. We schrijven onze handtekening op het bord van de natuur en ze wordt er in gegraveerd. Dus de Dag des Oordeels, de dag van afrekening, zal dat moment zijn dat we terugkijken en aanschouwen wat we hebben gezegd, onze stem, haar impact, haar boodschap. De boodschap van 贸ns leven, die boodschap is een ontwikkelende boodschap, gemaakt van ontelbare levensverhalen, levensverhalen geleid naar een voller doel. En hoe meer we ontwaken naar dat doel, hoe meer onze boodschap niet iets zal zijn dat voornamelijk geconditioneerd zal zijn, door iets dat bepaald wordt door omstandigheden die ons beperken. Eerder wordt het een vrije bijdrage, een gebaar dat voortkomt uit onze vrije wil, die afstemt op de goddelijke wil. En wanneer we deze belichaamde toestand verlaten, deze persoonlijke staat, dan zal dit onze erfenis zijn; dat wij voortleven, al wordt onze naam vergeten, al wordt ons lichaam opgenomen door de aarde; de noot die wij hebben laten klinken zal deel worden van de symfonie van de boodschap. En daarom, mijn eigen verlangen, mijn diepe wens, is te leven, moment bij moment, dag voor dag, in het bewustzijn van die afrekening, in de voortdurende vraag: waarom ben ik gekomen, wat kwam ik ervaren en welke dienst kwam ik betuigen? Deze vertaling werd gemaakt vanaf een geluidsopname, door Simone Wils. Gepoogd is zo dicht mogelijk te blijven bij de letterlijke woorden, zoals uitgesproken door Pir Zia. De vertaling is niet officieel geautoriseerd.

7


Perspectieven

Gawery Voûte Als wij ons - misschien gebeurde het wel in de afgelopen vakantie - in een lange rechte laan met aan weerszijden bomen bevinden, zien wij hoe er denkbeeldige lijnen lopen in de richting van de gezichtseinder. Er is bijvoorbeeld een lijn die onderlangs de voet der stammen langzaam omhoog gaat, en een andere lijn die bovenaan de toppen der bomen geleidelijk van omhoog naar omlaag loopt. Beide lijnen raken elkaar in het eindpunt aan de horizon. Wij zien daardoor de beide bomenrijen steeds kleiner worden naarmate zij dichter bij de horizon zijn. In werkelijkheid zijn alle bomen ongeveer even groot, maar door hun afstand lijken zij voor ons gezicht steeds kleiner te worden, tot zij aan de gezichtseinder ophouden te bestaan. Ook nemen wij bij de bomen die zich dichtbij bevinden heel veel details duidelijk waar, terwijl de bomen op verdere afstand meer als contouren en daardoor vager en minder gedetailleerd worden gezien. Dit verschijnsel noemen wij de werking van het perspectief, teweeggebracht door ons beperkt gezichtsvermogen, dat hetzelfde voorwerp dichtbij anders waarneemt dan op afstand, terwijl een groot aantal voorwerpen, in casu de laanbomen ter rechter- en ter linkerzijde van de weg elkaar in één punt aan de horizon ontmoeten. Op dat punt komen alle overige lijnen samen, zoals onder andere van de weg die daarheen schijnt omhoog te gaan. Naast de waarneming van zo’n uiterlijk perspectief kan het de mens echter gegeven zijn zich van een innerlijk perspectief bewust te worden. Zodra hij ontdekt dat hij richting kan geven aan zijn weg door het leven naar een zeker doel, gaat hij hiernaar op zoek in het besef, dat hij zich niet willoos behoeft te laten voortstuwen door een blinde gang van zaken. ‘Waarom wil ik dit wel, en dat niet; wat beweegt mij tot een keuze en welke keuze moet het zijn?’ zo vraagt hij zich af. Maar hoogst zelden ziet hij een rechte weg voor zich uit, die naar een vast punt aan de horizon van zijn denken leidt. Hij kent de roerselen van zijn innerlijk onvoldoende, om datgene geprojecteerd te zien, wat een enigszins duidelijk perspectief voor zijn streven kan worden. Zijn persoonlijke aanleg en speciale begaafdheid spelen hierbij een belangrijke rol, en een onderling gunstige wisselwerking tussen deze twee is van positieve waarde bij het bepalen van een koers. Maar in de schuilhoeken van het onderbewustzijn bevinden zich dikwijls door ons nog niet gekende aspecten, die een goed samengaan van aanleg en begaafdheid in de weg staan. Het leven komt echter steeds te hulp als leerschool, opdat wij niet in een doolhof komen vast te zitten zonder uitzicht. Wie hieraan voorbij gaat uit oppervlakkigheid of onvermogen tot leren, ontdekt geen eigen perspectief en leeft er op los zonder gerichtheid. Of hij laat zich leiden door invloeden van buitenaf, ten gunste of ten ongunste van hemzelf. Inayat Khan noemt het leven een kans ons geboden, en de grootste kans is de waarde van de kans te kennen. In diepere zin wil dit zeggen, dat er voor iedereen een kans bestaat, mits wij op weg gaan en de ervaringen van onze weg, niet slagen en falen samen, weten om te zet­ten in een rijpingsproces dat ons de waarde van die kans doet bewust worden. Het gaat namelijk niet om het perspectief van een lange rechte weg, die wij braaf volgen, angstvallig vermijdend een fout te maken. En dit betekent dat de weg zich niet als een rechtlijnig, maar als een windend en soms ook slingerend pad ontwikkelt. En iedere winding is een kans ons geboden, een kans die 8


wij grijpen moeten om verder te komen. Wat wij verwerkt hebben ligt achter ons. Waar wij nu beland zijn vraagt onze volle aandacht en bereidt de toekomst voor, die in een volgende etappe op ons ligt te wachten. De waarde en de schoonheid van hetgeen waar wij in het verleden doorheen gingen, en waar wij ons in het heden aan geven in afwachting van wat de toekomst brengt, zijn in laatste instantie gelegen in een goddelijk perspectief voor elke ziel. De Schepper wenst zijn perspectief in een ieder van ons op eigen, andere wijze verwerkelijkt te zien. Het grote avontuur van de mens is, om deze verwerkelijking mogelijk te maken. Zeker met inzet van zijn gehele persoonlijkheid, maar ook en in het bijzonder, door zich bij alles en onder alle omstandig­heden in Gods tegenwoordigheid te voelen. ‘Gij zijt mij meer nabij dan mijn eigen zelf’ zegt Inayat Khan in de Vadan. Het is inderdaad de Meester, die zo spreken kan vanuit de diepte van zijn realisatie. Voor ons, die hem van verre volgen, zijn de ogenblikken zeldzaam waarin wij het hem uit eigen ervaring kunnen nazeggen. Dat zijn de momenten, waarin wij het ritme van het oppervlakteleven verlaten hebben, dat ons van de morgen tot de avond in zijn greep heeft. Als mens van deze tijd, aangeraakt als wij zijn door het tempo waarin zich wereldprocessen afspelen met een snelheid van ontwikkeling die duizelingwekkend is, hebben wij deel aan dit gevaarlijke ritme, dat mondiaal en individueel de mensheid bedreigt. Juist de grootschalige wijze waarop het politieke en zakenleven zich organiseren, zonder daarbij voldoende rekening te kunnen houden met overal waarneembare waarschuwingen, die de natuur en geestelijk verlichte enkelingen laten horen, wijst op een kritieke fase van het menselijk bestel op aarde. Voor ons, soefi’s, is al jaren geleden de beslissing gevallen om in een kleinschalig verband verenigd te zijn op een wijze, die ruimte laat aan allen tot eigen vrije ontplooiing, ingegeven door waarachtige persoonlijke bewogenheid. Deze laatste zal met inachtneming van ieders individuele vrijheid toch voor ons allen draaien om dat ene geloof in God, ‘Die ons meer nabij is dan ons eigen zelf’. Bij alle perspectieven die wij ons als individu of als groep in uitzicht stellen, zal slechts dit ene geloof ons sterken. Even kom ik dan nog terug op mijn inleiding over de werking van het perspectief, staande in de laan met bomen. Deze ‘levensbomen’ leiden alle samen en op eigen wijze naar dat ene punt aan de horizon, het goddelijk punt. Dit is hun perspectivisch eindpunt, dat ons steeds voor ogen moge staan en ertoe inspireren ons werk in alle bescheidenheid te doen, zonder te wijd om ons heen te grijpen en vooral met nooit aflatend geduld. Om in de termen van Inayat Khan ‘in harmonie met het oneindige en in ritme met het eindige’ iets door te geven aan komende geslachten, die de Boodschap wijd en zijd op aarde zullen verspreiden. Dit artikel is eerder gepubliceerd in Soefi-Contact, september 1979, 11e jaargang nr 2.

9


Consideratie laat ons ontwaken tot ons ware zelf mensen worden, vol van mededogen onze gaven ten volle ontplooien ieder volgens de eigen roeping in het leven ons bewust worden van de doodstrijd persoonlijk en maatschappelijk de bron ervan onderkennen de juiste richting ontdekken waarin de geschiedenis zou moeten voortgaan elkaar de hand reiken zonder onderscheid naar manzijn of vrouwzijn zonder onderscheid naar ras, natie of klasse laat ons met mededogen de gelofte afleggen het diepe verlangen van de mensheid bevrijding van haar ware zelf werkelijkheid te doen worden een wereld bouwen waarin iedereen waarachtig en in heelheid kan leven

(bron onbekend)

10


De boodschapper Verteld door Inayat Khan*

In een klein dorpje woonde eens een rijke man met zijn vrouw en kinderen en het gebeurde dat de innerlijk stem van zijn ziel hem riep. Daarop zwoer hij het leven met zijn vrouw en kinderen af, en stelde voogden aan over hen en zijn bezittingen. Hij trok de eenzaamheid in naar een berg die Sinaï heette en hij nam zijn eerstgeboren zoon mee, de enige van zijn kinderen die al groot genoeg was om met hem mee te kunnen gaan. De andere kinderen vroegen zich bij tijd en wijle af waar hun vader was heengegaan. Er bleef hen slechts een vage herinnering over en ze verlangden naar hem. Hun moeder vertelde vaak, dat het lang geleden was dat vader was weggegaan en dat hij misschien deze aarde al had verlaten. Dan zei ze, in antwoord op hun vragen: Misschien komt hij op een keer terug, of stuurt hij een boodschapper, want dat heeft hij vóór zijn vertrek beloofd. Soms waren de kinderen bedroefd over de afwezigheid van hun vader en over zijn stilzwijgen. En telkens als ze behoefte aan hem hadden, troostten ze zich met de hoopvolle gedachte: Misschien zal hij op een dag weer bij ons zijn, of stuurt hij een boodschapper, zoals hij heeft beloofd. Na verloop van tijd stierf de moeder en de kinderen bleven achter onder de hoede van de voogden, aan wier zorg ze waren toevertrouwd en die ook zorg droegen voor de rijkdommen die hun ouders hadden nagelaten. Jaren later, toen het gladde gezicht van de eerstgeboren zoon – die destijds met de vader was weggetrokken – een baard had gekregen en zijn huid bruin was geworden door de felle zon en zijn opgewekte blik een serieuze uitdrukking had aangenomen, kwam deze zoon terug. Hij was in pracht en praal met zijn vader vertrokken, maar nu kwam hij terug in armoede. Hij klopte aan de deur, waar de bedienden hem niet herkenden en ze lieten hem eerst niet binnen, want zijn taal was veranderd en door zijn langdurig verblijf in het vreemde land was hij echt een vreemdeling geworden. De zoon zei tegen de kinderen: Broeders, ook jullie zijn kinderen van mijn vader. Vader leeft in volmaakte vrede en hij is gelukkig in de eenzaamheid waar hij zich heeft teruggetrokken. Hij heeft mij gestuurd om jullie zijn liefde over te brengen en jullie te zeggen dat het leven de moeite waard is en dat jullie het geluk is beschoren, dat jullie je vader zult ontmoeten. Zij antwoordden: Hoe weten wij dat u van onze vader komt, die zo lang geleden vertrokken is en ons geen enkel levensteken heeft gezonden. Hij zei: Als jullie mij niet geloven, vraag het dan aan je moeder, zij zal het jullie wel vertellen. Maar hun moeder was gestorven, alleen haar graf was er nog en dat kon niet spreken. Hij zei toen: Raadpleeg dan jullie voogden, misschien kunnen zij de gebeurtenissen uit het verleden ophalen of misschien brengen de dingen die onze moeder hen heeft verteld hun de woorden in herinnering, die onze vader over mijn komst heeft gezegd.

11


Maar de voogden waren zorgeloos geworden, onverschillig en zelfzuchtig. Zij waren gelukkig met alle rijkdommen waarover zij het beheer moesten uitoefenen. Zij namen het er goed van en ze oefenden onbetwiste macht uit over de kinderen. Toen zij hoorden dat de eerstgeboren zoon terug was gekomen maakten ze zich zorgen. Ze bekeken hem, maar ze vonden geen spoor terug van zijn vroegere uiterlijk. Toen ze ook zagen, dat hij niet machtig was en geen rijkdommen had, en dat hij er volslagen anders uitzag, anders gekleed was en in niets leek op degene die ze hadden gekend, trokken ze zich verder niets van hem aan. Ze zeiden: Met welk gezag beroep jij je erop dat jij de zoon bent van de vader, onze meester, die lang geleden is weggegaan en die nu misschien wel in de hemel is?’ Toen zei de zoon tegen de kinderen: Ik houd van jullie, ook al herkennen jullie me niet. En zelfs als jullie mij niet willen erkennen als jullie broeder, accepteer wel de woorden van onze vader, die zegt: “Doe goed in het leven, mijdt het kwaad en behandel een ander zoals jezelf behandeld wil worden.” De oudste kinderen, die verhard waren, besteedden geen aandacht aan zijn woorden en de kleinsten waren te klein om te begrijpen wat hij zei. Maar de middelsten, die wel acht sloegen op zijn woorden, volgden hem, aangetrokken door zijn uitstraling en zijn liefhebbende persoonlijkheid. De voogden raakten in paniek bij de gedachte dat de kinderen, die onder hun hoede stonden, op het slechte pad zouden worden gebracht en weggelokt zouden worden. Ze dachten: Op een bepaald moment kunnen ook de overblijvende kinderen onder de invloed van zijn toverkracht komen. Dan komt er een einde aan onze macht en hebben wij niet meer de beschikking over de rijkdommen. Dan is het afgelopen met ons comfortabele leventje en met onze invloed. Zij zetten de overgebleven broers tegen hem op, door erop te wijzen hoe erg het was dat hun lieve broers op een dwaalspoor werden gebracht en dat hun thuis en hun goede leven werd afgepakt en dat alle aanspraken ongegrond waren. En ze besloten de eerstgeboren zoon ter dood te brengen. Ze arresteerden hem en bonden hem aan handen en voeten. Maar die kinderen die hem beschouwden als hun leidsman en broeder, waren hierover zeer bedroefd en ze treurden. De eerstgeboren zoon troostte hen met de woorden: Ik kom bij jullie terug, kinderen van onze vader. Geef de hoop niet op. Wat jullie nu nog niet kunt begrijpen omdat jullie te jong zijn, zal jullie later volledig worden geopenbaard. Als jullie voogden zo hardvochtig tegen mij optreden, zal hun worden getoond wat het betekent geen acht te slaan op de boodschap van onze vader, die door zijn eigen zoon wordt gebracht. Maar jullie, kinderen van onze vader, zullen worden verlicht met hetzelfde licht waarmee ik jullie kwam bijstaan. De voogden boeiden hem en gooiden hem in zee, maar hij was een meester in de zwemkunst en de zee had geen macht over hem. Hij verdronk niet. Even leek het of hij onderging, maar hij trok zijn handen en zijn voeten uit de touwen, kwam boven en zwom weg met een meesterslag, zoals hem geleerd was. Hij ging naar zijn vader in de eenzaamheid en hij vertelde alles wat hij op zijn lange reis had wedervaren. Hij gaf blijk van zijn liefde en zijn gehoorzaamheid aan de wil van de vader en zijn verlangen om diens geboden te vervullen en hij wilde met vernieuwde kracht naar de kinderen van zijn vader gaan om hen het ideaal te brengen, zoals het verlangen van zijn vader was. 12


Dus verscheen er enige tijd later weer een boodschapper van de vader bij de kinderen. Hij deed niet zijn uiterste best om te bewijzen dat hij de zoon van de vader was, maar hij probeerde hen op te leiden in de richting van het ideaal dat hun vader gesteld had. De voogden, die nog in de war waren door degene die eerder was gekomen en gegaan, beledigden hem, gooiden de nieuwe boodschapper met stenen en joegen hem het huis uit. Maar omdat hij met hernieuwde kracht, sterkte en moed zojuist van zijn vader was gekomen, bood hij dit keer dapper weerstand, met zwaard en schild, en zocht hij toevlucht bij die broers, die gehoor aan hem gaven en die bij zijn nieuwe komst met hem sympathiseerden. Zij zeiden: Degene die eerder was gekomen en door onze broeders niet is herkend en door hen in zee is geworpen, kwam beslist van onze vader. Wij willen wachten op zijn komst. Hij heeft beloofd dat hij terug zou komen. Hij antwoordde: Ikzelf heb jullie die belofte gedaan. Ik ben teruggegaan naar onze vader en ik ben nu teruggekomen. De belofte aan jullie gegeven was tweeledig: ‘Ik kom terug’ werd gezegd tegen diegenen die mij in een ander gewaad, aangepast aan de nieuwe tijd en omstandigheden, zouden herkennen. En: ‘Ik zal een ander sturen’, of ‘Er komt iemand anders’, werd gezegd tegen diegenen die naar alle waarschijnlijkheid door het uiterlijk gewaad in de war zouden worden gebracht. Dit werd hun gezegd, opdat zij het woord van leiding, hun gezonden door de vader – die zoveel van hen houdt – niet zouden weigeren. Zij begrepen nu beter wat hij zei, maar weigerden te erkennen dat hij dezelfde was als de eerste, die zij vroeger hadden gezien en die ze nog steeds verwachtten. Hij sprak met hen en gaf in zijn werken blijk van de tekenen van hun vader, maar zij hielden zich aan degene die zij de eerste keer hadden gezien, daarbij de woorden van hun vader uit het oog verliezend. Maar de jongste broers, die hem daarvoor niet hadden gekend, voelden de band van het bloed, want hun hart was niet verhard en ze hielden er ook nog geen vaststaande ideeën op na. Ze hielden van hem en ze herkenden hem beter dan bij zijn vorige komst, terwijl de andere broers, onder de invloed van de voogden, zich tegen deze man keerden en in opstand kwamen. Maar ondanks alle verzet en alles wat hem werd aangedaan, leidde de boodschapper van de vader de kinderen die hem volgden zo goed als hij kon, tot de naam van de vader weer verheerlijkt werd en zijn broers zich, direct of indirect, door de raadselen van de wereld en de geheimen van de hemelen lieten leiden naar het ideaal van de vader. * Bewerking Jaap Dekker, 2011.

13


Tijdens de Universele Eredienst staan zeven kaarsen op het altaar. Zes verwijzen naar grote religieuze tradities, de zevende naar de mystieke kennis, de waarheid, die centraal staat in bekende en onbekende religies. In een reeks over de zevende kaars gaan we na hoe de Geest van Leiding zich in minder bekende tradities heeft geopenbaard.

Het manicheïsme: een vergeten wereldreligie Amir Smits

Het manicheïsme is nauwelijks meer bekend, maar in vroegere tijden was het werkelijk een wereldreligie. In de periode van 230 tot ongeveer 1400 was het een belangrijke zo niet dominante religie in een regio die zich uitstrekte van Egypte tot aan China. Het manicheïsme kan zonder enige twijfel worden gezien als de belangrijkste uitdrukkingsvorm van de gnostiek en het enorme succes ervan kan worden verklaard uit de helder omschreven leerstellingen en de strakke organisatie. De grondlegger van deze traditie, de profeet Mani, zette zelf de religieuze dogma’s op papier om te voorkomen dat, zoals in andere geloofstradities zo vaak gebeurde, er onduidelijkheid over de authenticiteit van de religieuze geschriften zou ontstaan. Het manicheïsme is genoemd naar de oprichter ervan, Mani, die op 14 april van het jaar 216 in de buurt van het huidige Bagdad werd geboren. Op vierjarige leeftijd werd hij opgenomen in een doperse sekte, de Elkesai (=verborgen kracht, verborgen God). Al snel wilde Mani binnen deze groep als hervormer optreden. Deze wens vloeide voort uit de openbaringen die hij als twaalfjarige jongen had gehad en die hij in versterkte mate in zijn vijfentwintigste levensjaar ontving. In deze openbaringen toonde zijn Syzygos, ook wel de Hemelse Tweeling genoemd, zich aan hem. In een manichees geschrift wordt het als volgt omschreven:

14


Mijn Gezel onthulde mij vanwaar ik kom En wie ik ben En wat mijn lichaam is. En hoe ik gekomen ben En hoe mijn komst in de wereld zich voltrok. En wie mijn echte vader in den hoge is En op welke wijze ik, van Hem gescheiden, uitgezonden werd naar zijn wil En welke opdracht en lering Hij mij gegeven had voordat ik mij met dit instrument bekleedde En voordat ik de dwaalweg in dit weerzinwekkende vlees begon En voordat ik zijn dronkenschap en slechte aard aantrok En wie het is, die mij bijstaat als mijn Gezel die niet sluimert of slaapt… (zo hoorde ik) de onuitsprekelijke geheimenissen en gedachten En overvloedige ontfermingen van mijn Vader; En ook over mijzelf, wie ik ben En wie toch wel de Gezel is, die onafscheidelijk van mij is. En verder nog mijn ziel, die de ziel van alle werelden is, wat zij op zichzelf is en hoe zij is ontstaan. En verder toonde Hij mij ook de oneindige hoogten en ondoorgrondelijke diepten. Hij toonde mij alles…. . In latere manichese teksten wordt deze Hemelse tweelingfiguur vaak gelijkgesteld met de door Christus beloofde Parakleet, die in de christelijke traditie gewoonlijk wordt gelijkgesteld met de Heilige Geest. In navolging van Paulus noemde Mani zichzelf met nadruk de apostel van Jezus Christus. De invloed van het Aramese Christendom, waarin de Heilige Geest werd vereenzelvigd met een beschermengel die bij de doop aan de mens werd geschonken, is onmiskenbaar. Deze radicaal nieuwe elementen leidden uiteindelijk tot een breuk met de Elkesai, waarna Mani met twee trouwe volgelingen op reis ging. Zij deden daarbij Iran, Azerbaidzjan, Armenië en Noord India aan. Onder grootkoning Sjapoer I (242-273) kregen de volgelingen van Mani een grote vrijheid om in Iran hun religie te belijden. Maar na een toenemende tegenstand van zoroastrische priesters werd Mani na een korte periode van gevangenschap in 276 of 277 ter dood gebracht. Na zijn dood ging de verspreiding van het manicheïsme evenwel onverminderd door. In de jaren 762-763 werd het zelfs de staatsgodsdienst in Turkestan en uiteindelijk kregen de manicheeërs ook voet aan de grond in het Chinese Keizerrijk. Zo is er bij opgravingen een heiligdom in de buurt van Quanzhou gevonden waar Mani werd geëerd als de ‘Boeddha van het hart’. Manichese bronnen Aanvankelijk was de informatie over het manicheïsme afkomstig uit geschriften van tegenstanders van deze traditie. Vooral het werk van Augustinus, die in de jaren 428-430 een overzicht over alle “ketterijen” schreef, is een kostbare bron van informatie. Deze kerkvader, die in zijn jonge jaren nota bene zelf een volgeling van Mani was geweest, beschrijft deze traditie in wel heel cynische bewoordingen: De manicheeërs stammen af van een zekere Pers die Mani heette. Zijn discipelen noemden hem, toen zijn waanzinnige leer in het Griekse taalgebied begon verkondigd te worden, liever Mani15


chaeus om het woord “waanzin” te vermijden. Vandaar dat sommigen van hen, die bijzonder slim en daardoor nog leugenachtiger zijn, hem Mannichaeus noemen, met dubbele n, alsof hij Manna uitgiet. Deze laatste opmerking is overigens zeer boeiend in het licht van informatie ontleend aan later ontdekte, originele manichese, bronnen waarin Mani word geportretteerd als ‘hij die brood laat druppelen op zijn volk’. Pas aan het begin van de twintigste eeuw werden originele manichese bronnen gevonden door Duitse expedities in Centraal Azië, in gebieden waarlangs de zijderoutes liepen. In 1930 werden in Egypte belangrijke aanvullende vondsten gedaan. Hierbij moet vooral worden gewezen op de Kephalaia, een geschrift bestaande uit Koptische teksten waarin een systematisch overzicht van de manichese geloofsleer wordt gegeven. Deze teksten gaan naar alle waarschijnlijkheid terug tot de tijd waarin Mani leefde. Het is zelfs niet uitgesloten dat deze teksten door hemzelf zijn geschreven. In 1970 werd tenslotte de Codex Manichaicus Coloniensis (de Keulse Mani Codex) gepubliceerd. Het betrof een verzameling teksten die kort daarvoren waren ontdekt, en die een schat aan informatie bevat over het leven van de Profeet Mani en over diens geloofsleer. De manichese scheppingsmythe begint met het verhaal van de wording van de kosmos. Uniek in het manichese wereldbeeld is dat het kwaad niet het resultaat is van een zondeval. Het kwade is een eeuwig bestaande macht. De essentie van de schepping is dat deze bestaat uit twee naast elkaar bestaande rijken, van licht en duisternis. In het rijk van het licht regeert God die meestal als de Vader der Grootheid wordt aangeduid. De lichtwereld is een uitbreiding van deze Vader zelf, het is een emanatie van hem. De grote Vader huist in vijf woningen, te weten intellectuele kracht, verstand, denken, inzicht en gedachte. Deze eigenschappen worden ook wel de vijf ledematen van de Vader der Grootheid genoemd. Hiertegenover staat het rijk van de duisternis, waar chaos heerst. Bij toeval belandde de vorst van de duisternis aan de rand van zijn koninkrijk en ving hier een glimp van het rijk van het licht op. Vervuld van begeerte en jaloezie zette hij de aanval op de lichtwereld in. De God van de Lichtwereld werd hierdoor ernstig in verlegenheid gebracht, simpelweg omdat hij geen strijd wilde leveren. Hij besloot daarom ook om geen troepen te sturen, maar om zichzelf te offeren. Uit zichzelf bracht de Vader der Grootheid een levenskracht, God de Moeder (de Grote Geest), te voorschijn die op haar beurt de Eerste Mens voortbracht. Deze zoon bond, gewapend met God’s vijf ledematen, de strijd aan met de duistere krachten die hem evenwel verslonden. Het resultaat van dit tragische voorval was dat vanaf dit moment de Goddelijke Ziel vermengd was geraakt met de duistere elementen van de materie. Er had een onverbiddelijke vermenging van licht met de boze materie plaatsgevonden. In een poging het licht te redden schiep de Levende Geest tien hemelen en acht aarden. Op die manier werd de Kosmos gebouwd als een soort gevangenis voor de machten van de duisternis. Zij werden als het ware ingekapseld en weggehouden van de pure lichtwereld. Keerzijde van de medaille was echter dat delen van het licht, van de Goddelijke Ziel, nu in de boze materiële wereld ingekapseld waren geraakt. Vanuit de Lichtwereld werden pogingen gedaan het gevangen genomen 16


licht te bevrijden. In een poging een deel van het licht vast te houden, schiepen de duistere krachten het eerste mensenpaar, Adam en Eva. Met recht kan de mens worden gezien als een wezen dat in beide werelden geworteld is: naar lichaam een exponent van de duistere wereld, maar via het licht (de ziel) ook deelhebbend aan de Goddelijke wereld. Zegel der profeten De tragiek van de mensheid is, zo leert Mani ons, dat deze zich van haar Goddelijke oorsprong niet bewust is. Alleen wanneer zij die kennis, gnosis, bereikt kan zij verlost worden. Teneinde de mensheid deze verlossing te schenken werd de lichtgestalte Jezus tot aanzijn geroepen en aan Adam geopenbaard. De Manichese mythe verhaalt dat Jezus de Licht-Nous (=gedachte, intelligentie) opriep en dat vanuit dit zuivere bewustzijn de Apostel van het Licht werd uitgezonden. De betekenis van Christus komt duidelijk in dit manichese tekstfragment naar voren: Ik aanbid en verheerlijk de Zoon der Grootheid, de verlichtende Geest, Koning Christus, die uit de verre aeonen gekomen is in de bovenwereld en vandaar tot deze lagere wereld. En onverhuld heeft Hij verkondigd zijn Wijsheid en zijn onuitsprekelijke geheimenissen aan de mensen op aarde en de weg naar waarheid heeft Hij geopenbaard aan de gehele wereld; en Hij heeft deze weg verklaard in alle talen. En Hij heeft gescheiden de waarheid van de leugen en het licht van de duisternis en het goede van het kwade en de rechtvaardigen van de goddelozen. Door U is alle genade bekend geworden aan de wereld; en leven en waarheid wordt aan elk volk verkondigd in alle talen. En Hij is voor de levende zielen geworden de Verlosser uit de dwang van de vijandige banden. Ieder tijdvak van de geschiedenis kende haar eigen Apostels of Boodschappers, en Mani zag zichzelf als één van hen, in een lange reeks van profeten. Vandaar dat in het manicheïsme ook boodschappers als Boeddha, Zoroaster, Hermes Trismegistus en Jezus werden geëerd. Opvallend is overigens dat Mani zichzelf als het zegel der profeten bestempelde en hiermee aangaf dat met hem de profetie in haar ware en zuivere vorm aan de mensheid was gebracht. In de latere traditie van de Islam komen we een identieke claim tegen. Na de volmaakte openbaring van Mani zou de eindtijd aanbreken waarin de finale confrontatie tussen licht en duisternis plaats zou vinden. Essentieel hierbij is dat het licht in de duistere wereld kan worden vrijgemaakt wanneer volgelingen trouw de Wetten van Mani volgen. Van cruciaal belang hierbij waren de rituele maaltijden. Zo laten Slavenburg en Van Schaik zien dat de manichese priesters een belangrijke rol vervulden bij de redding van het licht, namelijk….. door te eten! In één van de geschriften van Augustinus wordt dit mooi verwoord: Als het voedsel, bereid van granen en vruchten, bij de heiligen aankomt –dat wil zeggen: bij de manicheeërs –dan wordt hun kuisheid, hun gebeden en hun psalmen daarin alles gezuiverd wat schitterend en goddelijk is. Het wordt dus in elk opzicht volmaakt om zonder enig hinderlijk vuil terug te keren naar zijn eigen rijk. (…) Dat goede wordt dus volgens hen gezuiverd en bevrijd van het kwade: dat gebeurt over de hele wereld en in alle elementen daarvan. Maar niet alleen de krachten van God doen dat, nee, ook de Uitverkorenen doen dat, door het voedsel dat zij tot zich nemen. En in dat voedsel zit dan, net zoals in de hele wereld, de substantie van God. 17


Nadat de lichtdeeltjes aldus bevrijd zijn, worden uiteindelijk alle zielen beoordeeld en zullen de manichese uitverkorenen worden gered en ten hemel varen. De wereld zou daarna vergaan in een 1468 jaar durende wereldbrand waardoor alle materie voor eeuwig opgesloten zou worden in een bolvormige kluit. Het licht zou daarmee voor eeuwig gered zijn. De manichese traditie kent een enorme rijkdom, al was het alleen maar vanwege de diepgaande wijze waarop zij is beïnvloed door tal van stromingen zoals de gnostiek, het zoroastrisme en het christendom. Zoals ieder van deze tradities, stond de worsteling met kwaad en duisternis bij de manicheeërs centraal. Het manicheïsme verdient dan ook zeker een plaats in de reeks van tradities die ‘het licht der waarheid in de duisternis van menselijke onwetendheid hebben hoog gehouden’. Geraadpleegde literatuur: * Hoeller, S.A, Gnosticism. New light on the ancient tradition of inner knowing (Wheaton-Illinois/ Chennai-Madras: Quest Books). ISBN 0-8356-0816-6 * Oort, J. van en G. Quispel, De Keulse Mani-Codex (Amsterdam: In de Pelikaan, 2005). ISBN 9071608-16-6 * Quispel, G. (red.), De Hermetische Gnosis in de loop der eeuwen (Haarlem: Rozekruis Pers). ISBN 90-6732-284-9 * Slavenburg, J., De Hermetische schakel (Deventer: Ankh Hermes). ISBN 90-202-83200-0 * Slavenburg, J. en J. van Schaik, Westerse esoterie en Oosterse wijsheid. De esoterische traditie door de eeuwen heen (Deventer: Ankh Hermes). ISBN 978-90-202-03974

Compassie

Rama Lieftink “Onze samenleving lijkt op een gevaarlijke manier gepolariseerd. Gelijk hebben en zeggen wat je wilt lijken belangrijker dan respect tonen voor een ander.” En dus valt er nauwelijks een periode te bedenken waarin zo dringend behoefte is aan compassie. Aldus Karin Armstrong in haar nieuwste boek getiteld “Compassie”. Onder compassie verstaat zij het mee-ervaren van de ander, ons in de ander verplaatsen, zijn pijn voelen alsof die van ons is, ruimhartig het gezichtspunt innemen van de ander. Alle religies en levensbeschouwingen hebben door de eeuwen heen volgens Armstrong allemaal hun eigen visie geformuleerd op wat men ook wel “de gulden regel” noemt: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet, of behandel de ander zoals je zelf behandelt wilt worden. Je moet zorgzaam zijn voor iedereen, zelfs je ergste vijanden. Voor alle religies en levensbeschouwingen geldt bovendien dat compassie een blijk is van ware spiritualiteit en dat ze ons in contact brengt met de transcendente aanwezigheid die we God, Brahma, Nirwana of Tao noemen. Armstrong wijst ons er op dat compassie in onze westerse wereld ver af staat van onze moderne manier van leven. De kapitalistische economie is bijzonder compe18


titief en individualistisch en moedigt ons sterk aan onszelf op de eerste plaats te zetten. Altruïsme wordt daarbij veelal als een vrome wens gezien waarmee je in het praktische leven van alledag niet veel kan. Compassie roept zelfs openlijke vijandigheid op omdat het zaagt aan de poten van ons competitieve systeem. Het zijn de kunst en de religie die volgens Armstrong ons als mens leiden naar een plek in onszelf waarin we meer sereniteit ervaren die de basis vormt voor compassie in onszelf en daarmee voor de ander. Opvallend is dat zowel de kunst als religie in deze tijd kampen met een groot maatschappelijk vooroordeel: kunst is er voor de elite, en religie vormt een bron van veel maatschappelijke ellende. Armstrong zet hier tegenover dat zowel de kunst als de religie juist de uit compassie voortkomende vermogens stimuleren. Dat vraagt echter wel een inspanning in ons denken en voelen omdat we verslaafd zijn aan egoïsme. Om die verslaving te lijf te gaan beschrijft Armstrong in haar boek de 12 stappen naar Compassie. Het zijn stuk voor stuk stappen die een beroep doen op onze diepste vormen van zelfreflectie. Daarbij is misschien wel de meest fundamentele en tegelijk moeilijkste stap het tonen van compassie voor jezelf. In deze derde stap worden we als lezer uitgenodigd onze voortdurende zelfkritiek op onze tekortkomingen te staken. Deze gewoonte vormt immers de basis voor onze omgang met anderen. Juist compassie voor onze tekortkomingen biedt ons de ruimte deze meer waardevrij te registreren om zo verbeteringen aan te brengen in hoe we de dingen aanpakken. Zo ook om te gaan met de ander vormt dan de basis voor een meer effectieve manier van samenleven en samenwerken. Armstrong sluit haar boek af met de constatering dat de poging om een barmhartig mens te worden een project is voor het leven! Het realiseren van compassie is een worsteling die tot onze dood voortduurt. Een verhaal: “Koning Pasenadi, de vriend van Boeddha, raakte in een diepe depressie na de dood van zijn vrouw. Hij voelde zich nergens meer thuis en verliet geregeld zijn paleis om doelloos rond te trekken. Op een dag reed hij door een park met grote tropische bomen. Hij stapte uit zijn rijtuig en liep tussen de manshoge wortels en voelde de vrede bij deze oeroude bomen. Toen hij daar zo liep moest hij terugdenken aan de Boeddha die met zijn innerlijke rust altijd een schuilplaats was geweest voor hem als vriend. En hij besefte welke verantwoordelijkheid hij als koning voor de mensen om hem heen had om boven zijn klein geestelijke beslommeringen te staan om zo als barmhartig mens een toevluchtsoord te kunnen zijn in deze wereld vol egoïsme.” Treffend sluit Armstrong tenslotte haar boek af met de zin: “Het boek eindigt hier maar ons werk begint nog maar.” COMPASSIE, Karen Armstrong. Uitgeverij De Bezige Bij, gebonden 240 pagina’s. ISBN 978 90 234 5973 6 prijs € 19,50 19


Wat biedt soefisme voor wie niet in God gelooft? Ameen Carp

Volgens recente onderzoeken zou slechts 25% van de Nederlandse bevolking nog kerkelijke diensten bezoeken en zich religieus noemen. De vraag rijst dan: wat kan het soefisme voor de rest van de bevolking betekenen? Als we het woord geloof’ onderzoeken komen we ongetwijfeld bij het je richten op een macht, die ongezien het leven schept, in stand houdt en vernietigt. Een geestelijke macht, die in het hele universum aanwezig is, meer macht heeft dan een mens, door alles heen dringt – geen muren houden hem tegen – en die voor alle mensen gelijk is, ongeacht ras, natie, sexe. Zo komen we bij het woord religieus’, religare – je met het hogere verbinden. Ik denk dat er veel mensen zijn die geen lid meer willen zijn van een geloofsgemeenschap omdat zij geen waarde meer hechten aan de dogmatische en autoritaire manier van leiding geven aan hun gemeenschap. Maar heel veel mensen die niet meer naar een eredienst gaan en geen lid zijn van

een geloofsgemeenschap geloven ongetwijfeld ergens in. Het woord God is vaak een belemmering. Maar als men gelooft in ‘de waarheid’, in ‘liefde’, in een deugdzaam leven, is dat dan anders dan het leven van een religieus mens? God is een begrip, een aanduiding, van die macht die het leven schept, onderhoudt en tot zich trekt. Wanneer we op deze manier naar de verschillen kijken van gelovigen en ongelovigen, dan moeten we erkennen dat dit een onwerkelijk verschil is, door mensen gemaakt. Er zijn mensen die zich beroepen op uitspraken van Jezus als ‘de weg, de waarheid en het leven’ of ‘niemand komt tot de Vader dan door mij’ en daarom menen zij dat het geloof in Jezus Christus de enige ware weg naar God, het paradijs en de hemel is. Alle anderen noemen zij ongelovigen (ketters, heidenen), hetgeen ongetwijfeld een dwaalweg is, want niet-christenen hebben ook een geloof, ieder op zijn eigen wijze. Hier is niet de mens Jezus aan het woord, die de drager van de christusgeest was en die hem deze mystieke woorden deed spreken. Ongetwijfeld is ieder mens vrij zijn of haar eigen geloofsovertuiging te hebben, maar leidt dit niet vaak tot de gedachte ‘wij zijn op de juiste weg, de anderen niet’? Eens ontmoette Hazrat Inayat Khan op de boot naar Amerika een jonge Italiaan en de twee begonnen een conversatie. De Italiaan, denkend dat Inayat Khan een priester was, zei: ‘Ik geloof niet in God.’ Inayat Khan antwoordde: ‘Waar geloof je dan in?‘ 20


De Italiaan reageerde: ‘Ik geloof in materie.’ Inayat Khan concludeerde: ‘Dan zijn onze twee geloven niet zo verschillend, want ik geloof in geest.’ Als we begrijpen dat materie niets anders is dan een vaste vorm van geest, net zoals ijs een vaste vorm van water is dat bij hogere temperaturen verdampt tot gas, dan gaan we beter inzicht krijgen in de samenstelling van het universum. God is geest, almachtig, alomtegenwoordig, aldoordringend. Alles is geest, geopenbaard in verschillende bestaansvormen. God, de bron van alle leven, zendt stralen van licht uit, die zich kleden, in hun gang naar manifestatie in de materiële wereld, met de instrumenten van gevoel, denkvermogen. verbeelding. herinnering (geheugen), wil (richting gevend vermogen) en een besef van het hebben van een eigen identiteit, het ik, het ego. God als bron van oneindige intelligentie heeft zijn ultieme schepping, de mens, het vermogen gegeven de schepping (inclusief het eigen wezen) te onderzoeken en zich bewust te worden van zijn oorsprong, bestemming, creatieve vermogens, magnetisme en het vermogen andere geschapen wezens lief te hebben, te bewonderen, te ondersteunen en zich verantwoordelijk te voelen voor hun welzijn. Een niet-religieus mens kan zich met deze visie evenzeer vertrouwd maken als een religieus mens. Of men God aanbidt of eenvoudig aanvaardt als scheppend beginsel is een persoonlijke keuze. Ieder mens gelooft ongetwijfeld ergens in. Of dit nu is in eerlijkheid, betrouwbaarheid, fatsoen, goedheid of in een beginsel als waarheid, onzelfzuchtigheid, verantwoordelijkheidsgevoel (ik leef niet voor mijzelf alleen), het zijn alle stadia van menselijke evolutie. Als je gelooft in de waarheid als het ultieme beginsel, is het in wezen niet heel verschillend van een geloof in een opperwezen. Er is een verschil in de visie van een religieus en een niet-religieus mens en dat is het geloof van de eerste dat God zijn schepping liefheeft, helpt, nabij is, vergeeft, geneest en naar verdere ontwikkeling leidt. De gelovige mens bidt en vraagt God om hulp. Als er dan toch een verschil is tussen deze twee categorieën mensen, rijst de vraag: wat heeft het soefisme de niet-religieuze mens te bieden? Ten eerste de visie dat alles uit geest geschapen is. Het geloof in materie is een resultaat van het denken, dat zich baseert op een geloof in alleen dát wat tastbaar, meetbaar, waarneembaar is. Dat is wat de wetenschap bestudeert. Maar kan men liefde, intelligentie, schoonheid, vreugde, extase, liefde voor de waarheid meten en met andere metingen vergelijken? Er zijn onnoemelijk veel mensen, die nooit naar een kerk gaan en nooit bidden, maar goed voor hun kinderen zorgen, goede buren zijn, zich vrijwillig inzetten voor goede doelen. Zouden zij minder zijn dan religieuze mensen? Het gevaar van religieuze mensen is dat zij neerzien op mensen die niet-religieus zijn. Dat leidt tot bekrompenheid, hooghartigheid en verstarring. Jezus leerde: ‘Oordeel niet.’ Wij moeten beoordelen, maar niet veroordelen. Veroordelen verdeelt, het verbindt niet. Hazrat Inayat Khan noemde het menselijk hart ‘de tempel van God’. Wij moeten ervoor zorgen dat in die tempel alleen goede, reine, liefdevolle gevoelens leven. Dit geldt voor iedereen, religieus en niet-religieus. En dan is er de liefde. Liefde voor de natuur, liefde voor dieren en planten, liefde voor muziek, voor kunst, voor schoonheid, voor harmonieuze relaties, liefde voor 21


de medemens, eerst in het gezin, dan voor je vrienden, je collega’s, je lotgenoten in het grote avontuur van het leven. “Heb je naaste lief als jezelf’’, zei Jezus. Hoe vanzelfsprekend en toch hoe moeilijk! Hoeveel tact, geduld, zelfbeheersing vraagt dat niet. Het leven is geven en nemen, wordt geleerd. Maar de liefde, werkelijk onzelfzuchtige liefde, verdraagt alle dingen en vergeeft alle dingen, zoals Paulus zo mooi zegt in zijn brief aan de Korinthiërs. De liefde maakt het hart zacht en doet het smelten. Zo leren de soefi’s ook oefeningen om het hart te doen smelten, opdat alle hardheid, jaloezie, beter-weten en egoïsme daaruit verdwijnt. De gelovige mens gelooft dat God, het Alwezen, volmaakt liefde is. Het hele heelal is vervuld van liefde. Natuurlijk, er is ook strijd, maar ook veel liefde. Liefde tussen mensen, liefde voor het leven, liefde voor het vaderland, liefde voor waarheid, onzelfzuchtigheid, dienstbaarheid. Ook de niet-gelovige mens ervaart dit. En zoekt dit, beleeft dit. In het humanisme worden deze gaven van liefde, vriendelijkheid, behulpzaamheid aan de de mens toegeschreven. Voor de gelovige mens zijn ze goddelijke eigenschappen, die de mens reflecteert, ontwikkelt, zoekt als een veredeling van het eigen wezen. Er bestaat een geloof bij sommigen dat alleen als men gedoopt is, men in de hemel komt. Maar ook de zogenaamde niet-gelovigen komen in de hemel, na een periode van zuivering. De mens is zo geneigd om zijn eigen opvattingen als de juiste te achten, als maatgevend. Maar zo verdelen wij het ene leven in vakjes en ontzeggen andere mensen de vreugde van het ontdekken van het ene leven, wat er is voor iedereen van welk ras, natie, geloof of sexe ook. In die geestelijke vrijheid leven wij, zodra de vakjes zijn opgeheven, de muren van de verschillende geloven zijn neergehaald en de mens werkelijk vrij is om de eigen reis te gaan naar liefde en wijsheid. Als wij deze benadering willen volgen, rijst de vraag: Wat kan het soefisme bieden aan de zo genaamde ongelovige mensen? Zeker is dat het soefisme gericht is op God, het enige Wezen. En het gebed Saum is daarvan doortrokken. Maar God is liefde, waarheid, licht, zuiverheid en wie zou zich daar niet mee willen verenigen? Zou iemand die niet gelooft in God (de hogere macht), maar die wel aangetrokken wordt door de idealen van liefde, harmonie en schoonheid, die wel de eenheid van religieuze idealen kan aanvaarden, die wel gelooft in een ondogmatische levenshouding, geen soefi kunnen zijn? Als wij die persoon zouden afwijzen, zouden we erg dogmatisch worden. We moeten erg oppassen dat de Soefi Beweging en haar leden niet dogmatisch en star worden. Hazrat Inayat Khan gaf de Boodschap voor alle mensen, waar ook ter wereld. Gaf hij die alleen voor religieuze mensen? Het lijkt mij niet. De goddelijke boodschap is voor iedereen, blank of bruin. Europeaan of Afrikaan, man of vrouw. Als wij nadenken over het leven en zoeken naar wijsheid (Sophia) en zuiverheid (Safa) en vragen naar het doel van ons bestaan, komen we dan niet bij een oneindige geestelijke kracht, de bron van alle leven, alle liefde, alle intelligentie? Er zijn mensen die niet willen (en kunnen) geloven, omdat ze God niet kunnen zien. Maar kunnen we de waarheid en de liefde zien? Wij kunnen ze ervaren, maar niet zien, niet weten, niet aanraken. Is dat de hinderpaal? Wij moeten alle mensen accepteren en omarmen zoals ze zijn en proberen, ongemerkt, hen iets te laten zien wat wij zelf hebben mogen ervaren. Zoals de hindoes zeggen: ‘Voer mij van duisternis naar licht, voer mij van onwetendheid naar weten, van gebondenheid naar vrijheid.’ 22


Verschillen tussen godsdiensten doen er toe Kariem Maas

In diverse steden, Groningen en Den Haag bijvoorbeeld, zijn soefi’s actief in interreligieuze organisaties, zoals de Haagse Raad voor Levensbeschouwingen en Religies. Dat ligt voor de hand omdat de eenheid van religieuze idealen een prominente plaats inneemt in het soefi-gedachtegoed. In die organisaties kunnen uiteenlopende overtuigingen elkaar vinden op twee manieren. In consensus over 'het goede doen' en in de voorstelling dat religies zijn als bergpaden die weliswaar allemaal verschillende routes volgen maar uitkomen bij dezelfde top. In de Haagse Raad werd daarbij wel opgemerkt dat die top aan het zicht onttrokken is door wolken, en voor wie het lukt om bij leven door die wolken heen te schouwen schieten vervolgens woorden tekort om uitdrukking te geven aan die ervaring, getuige de teksten van mystici. Die top blijft dus in raadselen gehuld. Humanisten, die her en der ook deelnemen aan interreligieus beraad, willen niet aan de goden zijn overgeleverd, zoals hun reclameslogan luidt. Zij kunnen zich wel vinden in 'het goede doen', een overtuiging die minder het religieuze en meer het ethische aspect betreft, ons gedrag. Compassie is daarbij een sleutelbegrip – benader je medemens zoals je zelf benaderd wilt worden. De Amerikaanse godsdienstwetenschapper Stephen Prothero* probeert in zijn boek ‘God is niet één’ korte metten te maken met dat beeld van de bergtop waarnaar alle religies op pad zouden zijn. Prothero schrijft: “Sommige mensen zijn er zeker van dat de enige mogelijke grondslag voor een interreligieuze beschaving gezocht moet worden in het dogma dat alle religies één zijn. Tot die mensen behoor ik niet. (…) Zijn verschillen niet juist de krenten in de pap? Een vereiste voor elke relatie is om te weten wie de ander werkelijk is. En dat vereiste wordt alleen maar gefrustreerd door de naïeve hoop dat jij en je partner op een of andere magische manier aan elkaar identiek zijn. Zowel in relaties als tussen religies is het ontkennen van de verschillen een recept voor rampen. Wat wel goed werkt is het begrijpen van de verschillen om die vervolgens te leren aanvaarden – en er misschien zelfs van te leren genieten.” In zijn boek geeft Prothero een uitvoerig overzicht van acht grote religies: islam, christendom, confucianisme, hindoeïsme, boeddhisme, yoruba-religie (die zich vanuit West-Afrika met de slavernij verspreid heeft over Noord- en Zuid-Amerika en naar schatting honderd miljoen aanhangers heeft), jodendom en taoïsme. Prothero aarzelt of hij het ‘nieuwe atheïsme’ als negende grote religie moet kenschetsen. Een Amerikaanse rechtbank oordeelde in 2005 dat dit fanatieke atheïsme spreekt en handelt als een 23


religie: er is een gemeenschappelijke geloofsbelijdenis (de materialistische filosofie die als alleenzaligmakend wordt gezien), een gedeelde (seculiere) ethiek, een netwerk van atheïstische organisaties (compleet met zomerkampen voor atheïstische kinderen), en wat rituelen betreft: sommigen dringen erop aan dat naast religieuze feestdagen er ook feestdagen voor atheïsten moeten komen, zoals de geboortedag van Darwin. Dit lijkt een grapje maar voert wel naar de kern van Prothero’s boek: de vraag namelijk wat de kenmerken van een religie zijn. Naast de vier die de rechtbank hanteerde (leer, ethiek, organisatie en ritueel) zijn nog drie andere kenmerken van belang: de rol die beleving speelt (al dan niet gemeenschappelijk), het verhaal (wat in de universele eredienst de ‘heilige geschriften van de wereld’ worden genoemd) en speciale objecten en plaatsen (zoals in het universeel soefisme de dargah van Hazrat Inayat Khan en Murad Hassil in de Katwijkse duinen). Als je die zeven dimensies onder de loep neemt komen grote verschillen tussen religies naar voren. En die verschillen doen ertoe omdat het belang dat gehecht wordt aan die dimensies verschilt: bij de een is de persoonlijke transcendente ervaring de essentie, bij de ander de ethiek, soms is een boek zo heilig dat er geen enkele ruimte is om de inhoud eigentijds te vertalen, maar het kan ook zijn dat er geen teksten zijn en uitsluitend een orale traditie. De striktheid van religies op verschillende fronten werpt dus barrières op, maar ook grote flexibiliteit kan in de weg staan – een al te flexibel geloof wordt niet serieus genomen, zo blijkt uit de manier waarop de yoruba-religie veelal als ‘bijgeloof’ wordt weggezet. Prothero behandelt in zijn boek die dimensies niet erg systematisch; het is weliswaar vlot en zeer leesbaar geschreven maar soms wat chaotisch. Grofweg volgt hij het stramien dat hij bij elke religie kenschetst wat het centrale probleem is waar die religie een oplossing voor pretendeert, welke technieken tot die oplossing voeren en de rol die al dan niet heilige voorbeeldfiguren spelen. Bijvoorbeeld in het boeddhisme is lijden het centrale probleem en nirwana de oplossing, meditatie de techniek om bij die oplossing te komen, en bodhisattva’s en lama’s zijn voorbeelden. Deze benadering maakt inzichtelijk dat er diepgaande verschillen zijn tussen religies en ook tussen stromingen binnen religies. Het christendom legt van oudsher sterk nadruk op het transcendente (het hiernamaals, een god), maar zowel in jodendom als confucianisme ligt de nadruk sterker op leefregels. In het Westen zijn wij er nogal mee doordrenkt dat religie draait om ‘iets hogers’, een essentie, maar er zijn tal van religieuze stromingen waarin het louter draait om het correct uitvoeren van rituele handelingen en gepast gedrag. Er komt geen ‘hogere’ gedachte aan te pas. De handeling is het belangrijkst, bijvoorbeeld om het evenwicht tussen mens, samenleving en aarde te bewaren of te herstellen. Deze verschillen leiden ertoe dat mensen heel verschillend in het leven staan, aldus Prothero. “Confucianisten geloven dat we volwaardig mens worden door onszelf te schikken in complexe sociale netwerken en betrekkingen. Taoïsten geloven dat we pas volwaar24


dig mens worden door ons volledig los te maken van elke sociale relatie. Moslims beschouwen vroomheid, strijdbaarheid en edelmoedigheid als de drie menselijke kerneigenschappen van Mohammed. De Boeddha was beslist edelmoedig maar verre van vroom: hij geloofde zelfs niet eens in God.” Het wegpoetsen van die verschillen helpt niet om te begrijpen waarom er zoveel strijd is in de wereld. Het mag idealistisch zijn om nadruk te leggen op gedeelde goede bedoelingen maar erg praktisch is het niet, vindt Prothero. Het getuigt ook van een zekere hoogmoed om te veronderstellen – zoals wij soefi’s nogal gemakkelijk doen – dat achter die ‘oppervlakkige’ verschillen een ‘essentie’ zit waar het eigenlijk om draait en die eigenlijk steeds dezelfde is. We dringen religies daarmee iets op waar ze zelf soms helemaal niet van gediend zijn. Om dan toch vol te houden dat zij het niet goed zien – ‘gevangen in dogma’s’ – en wij het beter weten, werkt dan eerder versluierend dan verhelderend. Wie heeft zoveel (mystieke) ervaring dat hij of zij hierover met gezag kan spreken? Fijntjes signaleert Prothero dat de dialoog tussen religies beperkt blijft tot mensen die de verhalen en leerstellingen van hun eigen traditie van minder belang achten dan de ethische plicht om goed te kunnen opschieten met de buren. Het is een bezigheid voor religieuze vrijzinnigen – conservatieve gelovigen melden zich niet aan. Orthodoxe christenen, joden en moslims zie je er niet, omdat die het fundamenteel oneens zijn met het uitgangspunt dat alle paden op de berg naar dezelfde top leiden. Prothero vestigt zijn hoop op een “interreligieuze dialoog 2.0” die erkent dat een echte dialoog het bestaan van verschillen en grenzen erkent. Hij voert als voorbeeld het werk van Interfaith Youth Core in Chicago op, geleid door de moslim Eboo Patel. Hij moedigt jongeren van zeer uiteenlopende tradities aan om in gesprek te gaan over de vraag hoe hun traditie hen kan brengen tot toewijding en dienstbaarheid in concrete projecten. Orthodoxe joden, conservatieve katholieken en wedergeboren christenen blijken dan zij aan zij te kunnen werken aan praktische oplossingen om de wereld een stukje beter te maken. “Religie is een kracht in de wereld”, stelt Patel, “en het is aan ons of die kracht ons verdeelt of verenigt.” Daarmee komen we in de buurt van die andere bindende factor in interreligieuze dialogen: de ethiek, ons gedrag in de samenleving. Want religies raken elkaar wel degelijk op sommige punten. Ze vormen een soort familie omdat de vragen die ze stellen over het leven, en een deel van de antwoorden op die vragen elkaar overlappen, meent Prothero. “De aanhangers van alle religies zijn mensen met mensenlichamen en menselijke tekortkomingen, en elk van deze religies draagt dus bij aan onze zelfverwezenlijking en ondersteunt ons in onze kwetsbaarheid, niet in de laatste plaats door een definitie te geven van wat het betekent om volwaardig mens te zijn.” Dat kan een gemeenschappelijke basis voor actie zijn. Hij komt hier dicht in de buurt van het bekende ‘handvest voor compassie’ van de Britse theologe Karen Armstrong. Maar wel vanuit een heel ander vertrekpunt. Karen Armstrong benadrukt de eenheid. Prothero benadrukt de verschillen. Ze vinden elkaar in het belang van daadwerkelijke actie en de ethiek ‘doe een ander niet aan wat jezelf niet wil’. 25


Prothero benadrukt de beperktheid van onze menselijke kennis inzake religieuze en levensbeschouwelijke kwesties; dat besef zou ons nederig moeten stemmen. Die nederigheid moet zich vervolgens uiten in respect voor diversiteit. Ruimte maken voor diversiteit en het vieren van verschillen, is dan het hoogst haalbare doel. De ander waarderen in zijn anders-zijn kan de weg vrijmaken voor gezamenlijke actie en daarmee tot een betere wereld. De kwestie of God één is, laat Prothero daarmee uiteindelijk in het midden, al stelt de titel van het boek dat dat beslist niet zo is. Maar ook bij hem klinkt door dat de wolk-van-niet-weten die hangt tussen ons en het onnoembare, het onmogelijk maakt hier definitieve uitspraken over te doen. Het is een polemische titel die allicht beter verkoopt dan de les die het boek leert, namelijk dat religies verschillen en dat die verschillen ertoe doen. * Stephen Prothero, God is niet één, uitg. Bert Bakker, 2011, 447 blz. € 29,95 ISBN 978 90 351 3589 5,

Rechtvaardigheid Amir Smits

In het boek Kosmische Taal vertelt Hazrat Inayat Khan over een ontmoeting van de Profeet Mozes met zijn geestelijk leraar, Khidr. Mozes mocht zijn leraar een dag vergezellen, maar op voorwaarde dat hij onder alle omstandigheden zou zwijgen en zijn leraar niet zou kritiseren. Zwijgend brachten zij de dag samen door, genietend van de schoonheid van de natuur. Totdat zij bij een rivier een moeder in paniek hoorde schreeuwen omdat haar kind verdronk. Khidr deed echter niets, waarop Mozes uitschreeuwde: “Meester, red het kind want het verdrinkt”. Khidr legde hem het zwijgen op en ze vervolgden hun reis. Een eind verderop zagen ze een boot zinken en alweer kwam Khidr niet in actie. En weer brak Mozes zijn belofte en sprak: “Meester, red de opvarenden, want ze zullen te water raken en sterven”. Hij kon zich eenvoudigweg niet voorstellen dat zijn leraar zo wreed was en zo veel onrecht passief kon gadeslaan. Toen ze aan het einde van de dag weer thuiskwamen, sprak Mozes zijn leraar hierop aan. Khidr antwoordde hem dat hij precies dezelfde dingen had gezien als Mozes en dat het volstrekt onnodig was geweest hem hierop te wijzen. Hij vertelde hem dat de kleine jongen die was verdronken als volwassene een enorm conflict tussen twee naties zou hebben bewerkstelligd, met grote aantallen slachtoffers als gevolg. En voor wat betreft het zinkende schip: het was een piratenschip dat op het punt stond een boot met pelgrims te enteren, de opvarenden 26


te vermoorden en er met de buit van door te gaan. Hierop sprak Khidr de woorden: “Denk je, Mozes, dat jij en ik daarover rechter kunnen zijn? De Rechter staat erachter. Hij weet wat Hij doet, Hij kent Zijn werk”. De reactie van Mozes lijkt zo sterk op die van de moderne mens. Want hoe is het mogelijk dat een Almachtige en Liefdevolle God, een Vader, een Moeder, zoveel onrecht en ellende in de wereld toestaat? Deze vraag heeft veel mensen er toe bewogen om God te ontkennen. Hazrat Inayat Khan benadrukt echter dat het merkwaardig is om God te betichten van onrechtvaardigheid. Verwachten we immers dat een componist iedere afzonderlijke noot in een compositie rechtvaardigt? Nee, de hele melodie komt als een stroom uit zijn hart. De componist houdt zich hierbij weliswaar aan bepaalde principes, maar dat betekent niet dat er een rechtvaardiging bestaat voor iedere afzonderlijke noot. De componist bekommert zich slechts om het effect dat het muziekstuk in zijn totaliteit voortbrengt. In een poging uit te leggen wat Goddelijke rechtvaardigheid inhoudt, bezien van ons beperkte menselijke gezichtspunt, vertelt Inayat Khan het volgende verhaal. Een vader geeft zijn kinderen verschillende speeltjes. Al snel krijgen de kleintjes ruzie omdat ze elkaars speelgoed willen hebben. En dat terwijl de vader expres ieder kind een ander soort speelgoed heeft gegeven, teneinde iets specifieks in hun persoonlijkheid naar boven te brengen. Maar de kinderen kennen deze diepere reden niet. Vanuit hun beperkte bewustzijn willen ze gewoon spelen met het speelgoed van hun broertje of zusje. Met onze visie op rechtvaardigheid is het net zo gesteld. Het menselijk idee van rechtvaardigheid is maar al te vaak versluierd door ons beperkte bewustzijn. In de menselijke rechtvaardigheid treffen we partijdigheid aan, doordat de mens in zijn denken, voelen en handelen zich sterk laat sturen door het onechte ego. Hij kan van dichtbij zijn eigen rechtvaardigheid zien, maar in de verte is zijn zicht niet helder. En daarom kan hij de Goddelijke rechtvaardigheid alleen maar vaag zien, te onduidelijk om deze werkelijk te begrijpen. Hazrat Inayat Khan riep zijn leerlingen steevast op om eerst hun eigen onrechtvaardigheid onder de loep te nemen, alvorens zich met de onrechtvaardigheid van anderen bezig te houden. Hij vat de gewenste levenshouding, verwijzend naar de woorden van Jezus, krachtig samen in de uitspraak “weersta de boze niet”. Deze uitspraak mag misschien verwondering wekken. We moeten het kwade toch juist wel weerstaan, teneinde het uit ons leven bannen? Inayat Khan pleit echter voor een andere houding, daarbij het kwade vergelijkend met vuur. De aard van vuur is dat het alles vernietigt. Vuur verwoest alles, uiteindelijk ook zichzelf. Weersta de boze daarom niet. De weerstand wakkert het vuur alleen maar aan. Dit betekent niet dat we de fouten van anderen niet meer moeten zien. Het gaat voor alles om onze reactie op (vermeend) onrecht te beteugelen en om een houding van zelfbeheersing aan te nemen. Centraal hierbij staat het betrachten van vriendelijkheid, sympathie en beleefdheid. Het belang hiervan is groot. Het hele leven is immers één, dus hoe kan je als mens gelukkig zijn als de mensen om je heen dat niet zijn? Wij zouden als mensheid dan ook een gevoel van broederschap moeten hebben en elkaar met gevoelens van sympathie bejegenen. 27


Het leven van alledag laat zien dat we van dat ideaal nog ver verwijderd zijn. Het is ook moeilijk. Want niet alleen moeten we eerlijk onze eigen motieven onder ogen zien, tegelijkertijd moeten we ons ook staande houden in een wereld waarin mensen ons soms onrechtvaardig bejegenen. En het leven met die onrechtvaardigheid doet pijn. Toch wordt deze pijn in de soefi-traditie niet negatief geduid. Integendeel, pijn wordt gezien als dynamiet die het hart openbreekt. En alleen dit geopende hart kan Goddelijk licht en liefde ontvangen. Toen ooit een leerling aan Hazrat Inayat Khan vroeg of lijden als gunstig kan worden opgevat, antwoordde hij bevestigend: “Ja, lijden is een zegen.” Dit vereist wel enige toelichting. Want pijn als zegen te zien gaat de moderne mens van de eenentwintigste eeuw wel wat ver, zo niet te ver. Hazrat Inayat Khan laat echter zien dat pijn altijd het gevolg van ware liefde is. Iedereen kan spreken over liefde en pretenderen lief te hebben, maar om werkelijk de test van liefde te doorstaan en om in staat te zijn de pijn van liefde te dragen, dat is de prestatie van een ware held, zo stelt Inayat Khan. Liefde moet absoluut zelfloos zijn, ontdaan van ieder eigenbelang, ontdaan van iedere verwachting van wat je aan die liefde kan ontlenen. Pas dan zal liefde echt licht verschaffen. De essentie van liefde is licht. Maar, zo waarschuwt Inayat Khan, deze verandert in duisternis als de wet van de liefde niet wordt begrepen, ofwel als er eigenbelang in het spel is. Hij maakt hierbij de vergelijking met water. Water in zuivere vorm reinigt alles. Maar het moment dat water wordt vermengd met aarde, verandert het in modder. Wat is het toch dat ons er van weerhoudt om op die zuivere manier het leven te leven? Het is onze psyche, onze mind: de gedachten, gevoelens, maar vooral ons beperkte ego, vanwaaruit we altijd weer ons eigen, kleine belang vooropstellen. De kracht van de mind is enorm. Ons ongeluk wordt overwegend veroorzaakt door onze eigen mind, meer dan door die van anderen. Hazrat Inayat Khan houdt ons steeds maar weer voor dat onze mind een instrument is. We zijn ziel, en hebben een lichaam en een mind (psyche). De mind moeten we gebruiken als instrument, niet als doel op zich! Als we door middel van het geopende hart de Goddelijke vonk in ons kunnen laten oplaaien, dan kan de mind ‘verlicht’ worden. Dan pas kan de mind echt een instrument worden. Het hebben van een zuivere, pure mind, betekent voor alles bevrijd te zijn van de illusie van gescheidenheid. We kunnen dan leven in het diepe besef dat het leven in essentie één is. Ons idee van goed en fout, van rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid, is totaal afhankelijk van de conditie waarin onze mind verkeert. En rechtvaardigheid is een belangrijk onderdeel, een vermogen van de mind met behulp waarvan de mens afwegingen kan maken en meerdere kanten van een kwestie kan belichten (het zien door zowel de eigen ogen als door de ogen van de ander). Rechtvaardigheid en leven vanuit liefde: het zijn basisprincipes in het soefisme. Geven omwille van het geven en niet omdat je er mogelijk iets voor terugkrijgt is hierbij van groot belang. In één van zijn lezingen wierp Hazrat Inayat Khan ooit de vraag op waar iedere neiging tot twijfel, somberheid, angst, achterdocht, verwarring en piekeren vandaan komt. Het komt volgens hem voort uit de gedachte dat we iets terug willen hebben nadat we gegeven hebben. Altijd weer martelt ons de vraag: zal iemand mij iets teruggeven nadat ik wat gegeven heb? Deze twijfel is als een wolk die de zon verduistert. Twijfel 28


omringt de ziel en verhindert het ziele-licht om de mind te verlichten. Pas als de staat van zelfloosheid wordt bereikt, dan breekt het licht door die wolk heen. Het morele principe van de mysticus, zo zegt Inayat Khan, is dan ook het principe van liefde. Hoe groter je liefde, des te groter is ook je moraal. Een vredig en harmonieus leven waarin het ideaal van de volmaaktheid van liefde, harmonie en schoonheid wordt nagestreefd, kan pas gestalte krijgen als, onder invloed van een zelf-loos geweten, bij de mens het gevoel van rechtvaardigheid is opgebloeid. Hazrat Inayat Khan zegt het zo mooi: “The art of personality makes a statue, a fine specimen of art, but when the sense of justice is awakened that statue comes to life; for in the sense of justice lies the secret of the soul’s unfolding”. Echte rechtvaardigheid kan pas herkend worden als de sluiers van het ego zijn weggenomen voor onze ogen. Inayat Khan leert dat ons beperkte ego is als een muur die ons afscheidt van het Zelf van God. God is zover van ons verwijderd als die muur dik is. De weg van de soefi is er één waarbij we nauwlettend naar onszelf en naar ons leven moeten leren kijken. In wezen moeten we het leven als één grote meditatie en contemplatie oefening opvatten. Stap voor stap kunnen we leren om, zoals Hazrat Inayat Khan het zegt, “de reden achter de reden” te zien. We kunnen ons hierbij laten inspireren door de prachtige woorden uit het Khatum gebed: “Open ons hart opdat wij Uw stem moge horen die voortdurend van binnenuit komt. Ontsluit ons Uw Goddelijk licht, opdat wij het leven beter mogen kennen en begrijpen”. Als mensen eenmaal verder komen op het spirituele pad, gaan ze het ideaal van rechtvaardigheid steeds meer belichamen. Dat maakt het dat we steeds meer de goddelijke rechtvaardigheid gaan zien die verborgen is achter alles wat zich in deze materiële wereld afspeelt. Het is echt een beloning, een geschenk van bovenaf om zo naar het leven te kunnen kijken, om de schepping en het leven te zien in het heldere en stralende licht van volmaakte rechtvaardigheid. Deze weg is echter niet een eenvoudige, zo waarschuwt Hazrat Inayat Khan. Hoe wijzer en zelflozer je wordt, des te meer moeilijkheden er op je weg zullen komen. Iedere vorm van disharmonie wordt immers je kant opgestuurd opdat je deze niet zal bevechten. Door de boze niet te weerstaan, zorg je ervoor dat de wereld harmonieuzer wordt en als een rots in de branding zal je je eigen innerlijke kracht versterken. Uiterlijk mag het soms lijken alsof je een nederlaag leidt, maar innerlijk is er niets dan winst. Een Hindoestaanse dichter citerend zegt Hazrat Inayat Khan: “De mens is niet geschapen om God te dienen. Daarvoor zijn de engelen in de hemel. God heeft de mens geschapen om sympathie te hebben voor zijn medemens, om dienstbaar te zijn, om vreugde te geven.”

29


Liefde, het enige dat de vloer van je ziel kan schoonvegen Allah belast geen ziel boven haar vermogen; vóór haar is wat zij heeft verworven en tégen haar is wat zij heeft verworven: Onze Heer, vergeef ons indien wij een misstap maken of vergeten. Onze Heer, belast ons niet zoals u hen belastte die vóór ons leefden. Onze Heer, laat ons niet dragen waarvoor wij de kracht missen. Vergeef ons, schenk ons vergiffenis en wees ons barmhartig. U bent onze Meester, help ons daarom tegen het ondankbare volk. O mijn licht in elke duisternis! O mijn nabijheid in elke eenzaamheid. O mijn hoop in elk verdriet. O mijn vertrouwen in alle moeilijkheden. O mijn gids tijdens alle dwaalkansen. Rumi leert ons dat geluk een gemoedstoestand is, een geestestoestand die door onze dagelijkse gedachten wordt gevoed. En alle mensen zijn gevangenen van hun gedachten. Dat is de reden dat zij door zorgen, smart en teleurstelling worden verpletterd. Rumi zegt: “O mijn broeders en zusters, jullie zijn een en al gedachten, en voor de rest bestaan jullie uit botten en vlees. Als je gedachte een bloem is, kun je een tuin vol bloemen zijn. Als je gedachten houtsnippers zijn, kun je ze als brandstof voor het vuur beschouwen. Als je gedachte parfum is, zullen ze die over hun gezichten en boezems wrijven. Als het urine is, zullen ze van je af willen in een toilet.” Laten we daarom onze gedachten doordríngen met vriendelijkheid en tolerantie. Dan zullen we in staat zijn vriendelijkheid te geven voor de woede die we ontmoeten. Geef vriendelijkheid voor kwaadheid en stap af van woede voor woede. Moge Allah hun zielen genade schenken, de Mahatma Ghandi’s, de Martin Luther Kings, de Mandela’s, de Rumi’s en alle anderen die hebben begrepen dat God Zich alleen aan de wereld openbaarde om een genade te zijn in onze dagelijkse banale werkelijkheid. Allen die een vonk hebben overgedragen, die in staat waren dode letters tot leven te brengen en dode gedachten te doen opstaan, zij die in staat waren de harten van de mensheid binnen te dringen met de vonk van liefde en hebben gezegd wat moest worden gezegd om de alchemie van het hart te bewerkstelligen: dat haat in liefde moet worden veranderd. Wie zij ook zijn: zij zijn de grondleggers van onze nieuwe heilige wetten, van onze halacha en onze sjaria. De boodschap van deze tijd is niet het Oud-Testamentische en Koranische ‘een oog voor een oog’, want zoals Ghandi heeft gezegd: “Een oog voor een oog maakt de hele wereld blind!” Jezus heeft ons attent gemaakt op het ongelooflijke effect van liefde. Alle soefimeesters hebben dat ook zo gedaan en ook Rumi zegt dat liefde het enige is dat steeds opnieuw de vloer van je ziel kan reinigen, en dat alleen liefde je ziel opnieuw energie kan geven en tot leven kan brengen.

30


Anderen accepteren zoals ze zijn en vriendelijkheid in ruil voor irritatie geven. Dat heeft een ongelooflijk effect op je hart: het reinigt de spiegel van je hart! En wanneer de spiegel van je hart vrij is van stof, dan word je in staat gesteld de werelden achter die spiegel waar te nemen. En niet alleen voorstellingen achter de spiegel, maar ook de aard ervan. Niet alleen de tapijten, maar ook de tapijtwever. Water, bergen, meren, oceanen, wolken: het zijn allemaal Zijn voorstellingen. Bomen, bloemen, gras: het is allemaal Zijn tapijt. Liefde en tolerantie zullen de verkeerde gedachten uit je hart branden. Ze zullen de sluiers van je ogen halen en het stof uit je innerlijk verwijderen. Want liefde is het enige dat de vloer van je ziel kan schoonvegen. Rumi zegt: “De reden dat het universum is geschapen, is liefde”. En de profeet Mohammed zei, Allah heeft gezegd: “Ik heb het heelal niet geschapen om er enig voordeel van te hebben, maar om mijn genade en barmhartigheid te manifesteren”. Uit liefde heeft God het hele universum geschapen, en elk atoom van de ziel profiteert van Gods liefde, zoals elke atoom op aarde van de zon profiteert. Uit liefde ontspringen bloemen aan de aarde. Uit liefde worden wijngaarden wijn. Uit liefde wordt vuur tot licht. Uit liefde verandert ziekte in gezondheid, verandert zorg in vreugde, woede in genade, en komt wat dood was tot leven. In naam van de God van de liefde, bid om vrede! Iedere minuut van iedere dag zouden we om vrede moeten bidden. Wanneer de vrede in onszelf begint kúnnen we vrede bereiken, en indien ons héle leven geen gebed om vrede kan zijn, dan tenminste één minuut per dag. Laten we met de kracht van onze door God geschonken zielen bidden om vrede. Boven Rumi’s deur stond: “Wie aan deze deur komt, voed hem! Vraag niet naar zijn ras, zijn nationaliteit, of zijn godsdienst. Als de God van het universum hem een ziel heeft gegeven is het minste wat jij kunt doen: hem voeden”. En boven Rumi’s graf staat: “Kom, kom, wie je ook bent, kom weer. Heiden, afgodsdienaar, vuuraanbidder, wie of wat je ook bent, kom! Onze plaats is geen plaats van wanhoop. Al heb je honderd keer je eed van berouw verbroken, kom!” En boven de deur van soefimeesters en zovele anderen heeft altijd gestaan: ‘Bismillah errachman errahim’, dat wil zoveel zeggen als:

‘In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle’. Tekst van de islam, voorgelezen tijdens de vredesdienst in december 2010 in Soefi Centrum Den Haag.

31


In memoriam Claire Harper Op 25 mei 2011 overleed Claire Harper, de jongste dochter van Hazrat Inayat Khan, enkele dagen vóór haar 92e verjaardag. Claire werd geboren op 3 juni 1919 in Londen en kreeg de naam Khairunnisa van haar vader, die haar ook ‘Mamuli’ noemde, wat ‘moeders kind’ betekent. Claire groeide op in Frankrijk en studeerde piano aan het conservatorium onder leiding van Nadia Boulanger. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak besloten Begum, Vilayat, Noorunnisa en Claire naar Londen uit te wijken, waar Claire als verpleegkundige in ziekenhuizen werkte, evenals haar moeder. Na de oorlog, waarin haar oudste zuster zo tragisch door de nazi’s werd vermoord, betrokken Begum, Vilayat en Claire opnieuw het familiehuis ‘Fazal Manzil’ in Suresnes bij Parijs. Daar werd het de taak van Claire om voor haar moeder, Pirani Ameena-Sharda Begum, te zorgen. Nadat Begum in 1949 was overleden, besloot Claire in New York te gaan werken. Haar zoon David werd er geboren. In de jaren die volgden was Claire deels in Suresnes, deels in New York. Toen haar gezondheid minder goed werd, trok zij in bij haar zoon David, die met zijn gezin in Berchtesgaden woont. Claire nam niet aktief deel aan soefi-activiteiten maar was soms wel aanwezig bij bijeenkomsten in Fazal Manzil. Zij schreef herinneringen over haar gelukkige jeugdjaren, toen Hazrat Inayat Khan nog leefde met zijn gezin in Fazal Manzil in Suresnes. Zij ruste in vrede. Ameen Carp

32


Het begon zo….Onder deze titel vertellen moerieds hoe ze in aanraking zijn gekomen met het soefisme van Hazrat Inayat Khan. Wie zijn of haar eigen ervaring wil delen, wordt uitgenodigd dat in een artikel van niet langer dan 400 woorden te sturen naar de redactie. De herinnering aan die ontmoeting kan voor een ieder een verrassende ervaring zijn.

Het begon zo …

Kariem Maas

Er is iets raars aan de hand met mijn geheugen . Het zegt mij dat ik als jongetje al de tempel in Katwijk heb gezien , fietsend in de duinen van Den Haag naar Katwijk . Maar dat kan helemaal niet. Het gebouw werd pas vele jaren na mijn eerste fietstochten in gebruik genomen , in 1970, en het was niet zo geel als ik me herinner want het was grijs die eerste jaren . Toch is dat beeld er op de een of andere manier altijd al geweest en ben ik altijd nieuwsgierig geweest naar de binnenkant. Niet voor niets heb ik architectuur gestudeerd , vele jaren na die eerste fietstochten . Maar die binnenkant geeft zich niet zomaar prijs. Negen van de tien keer kom je voor een dichte poort te staan . Die tiende keer kon ik het zijdeurtje door, maar werd bij ingang van de zaal opgewacht met de mededeling dat mijn nieuwsgierigheid nu niet goed uitkwam. Jaren later, getrouwd en wel , fietsten we er weer eens langs en was de deur weer dicht maar zagen we op het bord dat er de volgende zondag een lezing zou zijn . Het was een tijd waarin we op zoek waren naar geestelijk voedsel . De dominee die ons inspireerde was met pensioen gegaan , we woonden niet meer naast de katholieke kerk waar we ook wel heengingen , en de PKN-kerk naast ons was erg gericht op gezinnen met kinderen en sociale activiteiten terwijl wij stilte en verdieping zochten . Dus shopten wij wat rond en een lezing van de heer Witteveen kon daar ook nog wel bij. Toen gebeurde het: we gingen de zaal van de tempel binnen en het was helemaal stil – niet eng stil maar verstild stil , mooi stil , ruim stil . Een rust die werd benadrukt door een onbekende ijle toon die ergens vandaan zweefde . (Tanpuramuziek , zou ik later te weten komen .) De zaal was licht – ik hou van het sobere grijs, dat ook favoriet was bij mijn held uit de Nederlandse architectuur, de monnik/architect dom Van der Laan . De architect van de tempel , Van Embden , was met hem bevriend . De gele koepel droeg ook sterk bij aan het gevoel opgeheven te worden boven aardse drukte en beslommeringen . Toen en daar viel alles samen – in schoonheid . Al die tijd had de tempel staan wachten op dat juiste moment.

33


OVER BOEKEN Rumi – de leeuw die ging jagen…en andere dierenverhalen, verzameld en naverteld door Wim van der Zwan. Geillustreerd. Uitgever Altamira, paperback 191 blz. € 14.90. ISBN 978 9069639512. In zijn beroemde boek ‘de Masnavi’ neemt de soefidichter en mysticus Rumi (12071272) vele dierenverhalen op. Hij doet dit op zo’n manier dat vaak op speelse wijze het menselijk gedrag aan de kaak wordt gesteld. De leeuw staat soms hoger dan de mens, maar gedraagt zich ook net als een mens. Zo ook de vos, de wolf en andere dieren. Zo komen in dit boek voor verhalen over de leeuw, de papegaai, de ezel, de olifant, de valk, de jakhals, het paard, de pauw en vele andere. Wim van der Zwan, bekend Rumi-kenner, vertelde de verhalen na op een vlotte manier en voorzag de verhalen ook van een toelichting, waarbij hij veel over het leven en de leringen van Rumi vertelt. Voor een lezer, die interesse heeft in het soefisme, ook om uit voor te lezen, een heel levenswaardig boek. Voorbeeld tekst, uit de Inleiding: Hoog in de lucht zag een valk een paar eenden zwemmen. Hij vloog erop af en riep tot de eenden: ‘Kom uit het water, vlieg met me mee en zie van bovenaf hoe prachtig de vlakten erbij liggen!‘ Maar zo stom waren de eenden niet: ‘Scheer je weg, jij valk! Wij genieten al genoeg hier in het water. Hier voelen we ons veilig en vrij.’ Precies zo is het met die impulsen in je, die je nu eens dít en dan weer dát vertellen. De stem is zoet en verleidelijk, maar luister er niet naar. Doe de eenden na en zeg: ‘Scheer je weg, jij. Ik zie liever je rug dan je gezicht! Houd die uitnodigingen maar voor jezelf. Wij hebben genoeg aan het water, dus kijk jij maar in je eentje naar die prachtige rietvelden!’ Ameen Carp ***** Bieke Vandekerckhove; De smaak van stilte, hoe ik bij mezelf ben gaan wonen. Woord vooraf door Ton Lathouwers; literatuurlijst; verklarende woordenlijst; uitgever Ten Have / Lannoo; Kampen; 2010; 150 bladzijden; paperback; prijs € 16,95; ISBN 978 90 599 5979 8. Wanneer in onze ogen iemand beklagenswaardig is en zelden klaagt zeggen we als buitenstaanders nogal eens tegen elkaar “wat is hij/zij flink, knap en zij/hij klaagt nooit.” Spreek je dit zo uit dan voel je in jezelf de afstand tot die persoon groeien en wat iemand echt doormaakt ontglipt aan je waarneming. Mede daarom is het lezen van dit boek zo verhelderend en kan werken als een spiegeltje. Bieke Vandekerckhove schetst een beeld van haar strijd en overgave na een 19 jarig bestaan als actief en levenslustig meisje nadat bij haar de diagnose ALS (een dodelijke spierziekte) is vastgesteld met een levensverwachting van 2 tot 5 jaar. Wanhopig is ze en ze beschrijft dat: “Ik val steeds dieper. Ik weet het niet. Ik weet niets meer. Ik ben alleen nog in staat tot wanhoop en een diepe kreet om hulp. Dat is het diepste, denk ik. Vallen. Twijfelen. Met heel je hart willen geloven. Niet kunnen geloven. En om hulp roepen …” Een vriend van haar zegt dat juist dìt geloven is: “Je achterwaarts in de afgrond gooien en om hulp roepen.” Door dit gesprek voelde ze 34


zich plotseling in de sfeer van dierenverhalen van Toon Telligen. De vriend de olifant, zij de mier, en samen oefeningen doen in vallen. Een verademing is haar gevoel van humor. Ze is nu 20 jaar verder, getrouwd en ze heeft twee assistentes die haar afwisselend helpen waar dat nodig is. De hulp waar ze om riep kwam in de stilte die ze eerst leerde bij trappisten door stil te zitten en psalmen te zingen en later in de stilte van zen. Je passief maken en luisteren naar wat binnen in je is en in die stilte bij jezelf vertoeven, zoals zij dat noemt. Heel veel aandacht voor je ademhaling. Interessant is dat ze betoogt dat verveling niet krampachtig moet worden bestreden. Door haar contact met de trappisten is ze daar anders tegen aan gaan kijken. De verveling heeft ons wat te zeggen. Zij geeft aan dat naarmate je ouder wordt verveling meer toeslaat en we elke keer als zich dat voordoet we voor de keus staan de verveling te verdrijven met “druk, druk, druk en nieuwigheid na nieuwigheid” of de confrontatie met de verveling aan te gaan. Zij beschrijft dat als niet het dode punt ontvluchten, maar de innerlijke onrust uithouden en geduldig wachten tot het innerlijk geraas verstomt. “En dan verwonderd ontdekken dat we in en door de stilte nieuwe ogen krijgen, een nieuw hart.” Van Benedictus leert ze dat er geen groter vergif bestaat dan de eeuwige neiging van de mens om te mopperen. Het uitwendig mopperen is nog schadelijker, want het verspreidt zich razendsnel. Op het ontwikkelen van blijmoedigheid legt ze de nadruk. Dat gaat niet vanzelf. Door stilte in te bouwen ontwikkel je die blijmoedigheid, door af en toe iets inspirerends te lezen, een goede roman, een gedicht, een mysticus, zelf schrijven, muziek beluisteren. Ieder kan dat voor zichzelf invullen Elk hoofdstuk begint met een gedicht of een uitspraak die voor haar inspirerend is. Het is een boek om rustig te lezen en diep in je neer te laten dalen. Jaya Bakker ***** Hidayat Inayat Khan. De boodschap in onze tijd; een inleiding. Met een voorwoord en onder redactie van Hamida Verlinden; vertaling: K. de Caluwé en Hamida Verlinden. Den Haag, International Headquarters Soefi Beweging, 2011. 110 blz. € 13,50. Oorspronkelijke titel: An introduction to the Message in our time. ISBN 978-90816821-2-1 Tijdens de afgelopen zomerschool werd deze vertaling gepresenteerd. Op korte en zeer heldere wijze worden belangrijke onderwerpen van het soefisme belicht. Zoals in het voorwoord wordt beschreven:” Hidayat Inayat Khan beschrijft het soefisme niet (want daar kun je niet over praten) maar wel de weg er naar toe: wat moet je aanleren, wat moet je afleren, wat zijn de basisvoorwaarden”. 35


Naast de basisbegrippen worden ook belangrijke oefeningen kort en duidelijk beschreven. Het boek eindigt met meer dan honderd aforismen. Hidayat is een musicus. Meestal beperken deze mensen zich tot muziek maken en/ of componeren. Zo niet Hidayat, hij heeft ook veel geschreven over het onderwerp dat zijn leven beheerst: het soefisme. Zijn teksten klinken echter als muziek. Dat maakt een vertaling niet eenvoudig omdat een letterlijke vertaling vaak geen recht doet aan poëtische taal. Maar mij dunkt dat de vertalers hierin goed zijn geslaagd. Een aanrader voor mensen die nog niet zo veel van het soefisme weten maar er wel in geïnteresseerd zijn. Trouwens ook interessant voor mensen die zoeken naar een heldere, kernachtige toelichting op de belangrijkste uitgangspunten en oefeningen van het soefisme. Zubin van den Besselaar ***** Sid Bachrach: Zo zoet als honing – meditaties met het alefbeet. Vertaald uit het Engels door Hennie Volkers. 165 blz. Utrecht, Ten Have € 14.95 ISBN 978 90 259 6163 5. Waarom deze titel? Joodse kinderen zien dat op de eerste schooldag de letters van het alfabet op het bord worden geschreven met honing. Sid schrijft in zijn inleiding: “Een voor een volgen de kinderen de letters met hun vingers. Natuurlijk mogen ze hun vingers aflikken om te ervaren hoe zoet de studie van de Hebreeuwse taal is, de taal van de Thora en het joodse gebed. De zoetheid van de letters kunnen aan ons blijven plakken en ons naar fundamentele universele waarden en wijsheid leiden”. Elk van de 22 letters van het alefbeet kent zijn eigen oorsprong en heeft een eigen verhaal. Sid Bachrach vertelt deze verhalen, die geworteld zijn in zijn joodse traditie, en geeft zo een rijke uitleg van het Hebreeuwse alfabet. Dit specifieke boek wil je de inzichten en verhalen van het alefbeet ook laten ervaren en je erover na laten denken in welke relatie het tot je eigen leven staat. Sid: ‘Weeg de inzichten en verhalen op je eigen persoonlijke weegschaal. Ontdek hoe ze bij je passen’. Bij elke letter geeft de auteur een mogelijkheid tot meditatie, geeft een muzieklank voor muzikale inspiratie. Iedere lezer wordt uitgenodigd voor meer informatie, interactieve studie en workshops contact met hem op te nemen via info@sidbachrach.com. Een directie link naar de studie en de muzikale web-link van het boek is www.sidbachrach. com . Rabijn Awraham Soetendorp schrijft in zijn inleiding: “Dit kleinood van liefde en waarheid, dat klank geeft aan de melodie van de ziel, zal in belangrijke mate bijdragen aan de dialoog, die zich gelukkig steeds meer beweegt van tolerantie naar respect en van respect naar liefde”. Rabbijn dr. Tzvi Marxx: “Een boek voor iedereen die ernaar streeft de wereld wat beter te begrijpen, geschreven in de stijl van een geschoold verhalenverteller. Een inspirerende en oprechte beschrijving van de essentie van de mensheid”. Een aanrader! Ook te bestellen via info@sidbachrach.com. Voor € 17 krijg je het gesigneerd thuisgestuurd, als je daar om vraagt. Zebunnisa Voestermans 36


GEBEURTENISSEN Bijbels Openluchtmuseum herrezen als ‘Museumpark Orientalis’ Veel herkenning voor soefi’s door Krishna J.B. de Caluwé Wat wonderen zijn weten wij, moderne mensen, heel slecht, en eigenlijk geloven we er ook niet in. Maar wat te zeggen over wat thans met het voormalige Bijbels Openluchtmuseum gebeurt? Honderd jaar geleden, op 19 juni 1911, werd in Groesbeek, bij Nijmegen, de Heilig Land-stichting opgericht. Dat gebeurde door idealisten met visie en bevlogenheid. Maar op aanvankelijk succesvolle tijden volgde, met het veranderen van de tijdgeest, daling van de publieke belangstelling voor dit in oorsprong verbeeldingsrijke initiatief, dat de vorm had gekregen van een Bijbels Openluchtmuseum. Ook bracht de latere uitbreiding naar ‘de drie monotheïstische godsdiensten jodendom, christendom en islam’ nog niet voldoende publiek op de been om het museum van de ondergang te redden, zo leek het. Was de tijdgeest (nog) niet rijp voor een nieuw leven? Daartoe uitgenodigd door de huidige directeur, mr Peter Berns, mochten wij, een aantal vertegenwoordigers van levensbeschouwelijke organisaties, de huidige stand van zaken opnemen. Het bleek opnieuw – honderd jaar later – een openbaring van wat visie en bevlogenheid vermogen. Stel je voor: 45 hectare geaccidenteerd, fraai bebost terrein! Daarin verspreid diverse gebouwen, zo interessant dat ze ‘rijksmonument’ geworden zijn, o.a. de begraafplaats, het Paleis van Pilatus, het Sanhedrin (de Joodse Raad), de plaatsen van Jezus’ lijden. Maar dan ineens (nieuw, of ver-

37


nieuwd): een Arabisch dorp, compleet geschonken door het Sultanaat Oman (in deze vorm geopend op 24 juni 2011, in aanwezigheid van Prinses Máxima), een Joods dorp, de entree van de christelijke Cenakelkerk (Laatste Avondmaalskerk). En er wordt uitgezien naar een Boeddhistische en een Hindoe-tempel in de nabije toekomst. Overal waar je om je heen kijkt wordt gewerkt. De uitbreiding die gezocht wordt naar spiritualiteit, religie en cultuur in het algemeen, is min of meer ‘totaal’. Daarin hoort en ziet men de kentering van de tijdgeest die wij nu overal om ons heen beleven. Wat is dan het sterke punt van dit nieuwe museumpark? Uit de folder Museumpark Orientalis ‘Zinvol beleven’: Waar anders kunnen de bezoekers de leef- en denkwereld van de grote wereldgodsdiensten zo ervaren? Waar anders kunnen zij door dit religieuze verleden rondwandelen? ( - ) Orientalis heeft besloten zich nog nadrukkelijker te manifesteren als plek om, vanuit die verschillende godsdiensten, bezoekers te inspireren en geestelijk te verrijken. Met een historische benadering, maar nog altijd verrassend actueel: ‘Open your mind’. Wij voelden ons, als vertegenwoordigers van de soefi-stroming, voldoende welkom om mee te gaan in het enthousiasme voor dit nieuwe ‘wonder’. Een ‘herrijzenis’? Ja, àls dit Museumpark Orientalis op het gebied van cultuur en religie echt voet aan de grond krijgt in de samenleving. Zeker is, dat nu reeds touringcars met groepen belangstellenden en schoolklassen aan en af reden (we hebben het zelf gezien). Ook is de belangstelling vanuit met name de nabije Duitse steden (ook vanuit de grote bedrijven aldaar) sterk groeiende. Hier nog geen culturele kaalslag. Wij kregen het idee dat we hier, in het kader van inter-religieuze dagen of iets dergelijks, stellig een plaats zouden zien voor soefi-activiteiten: universele eredienst? soefi-muziek en -dans? soefi-theater? een soefi-expo van onze denkbeelden? deelnemen in het meditatiepad dat rondom aangelegd wordt? De Soefi Beweging wil publiek om aan te spreken. En het museumpark zoekt ‘draagvlak’. Reacties graag!

Verslag Activiteiten Rotterdam door Ria Visser Het afgelopen jaar heeft het centrum Rotterdam van de Soefi Beweging met succes een aantal avonden voor belangstellenden georganiseerd. De lezingen werden samen met het Rotterdamse centrum voor religie en levensbeschouwingen en religies, Roravolere, gegeven. Op deze avonden stond steeds één van de boeken van Hazrat Inayat Khan centraal. Er werd een korte inleiding gehouden door Ria Visser, lid van het Rotterdamse centrum, over de belangrijkste punten van het boek. In haar inleiding ging ze uit van de passages uit het boek die haar persoonlijk zeer hadden aangesproken. Deze persoonlijke benadering maakte dat ook de deelnemers aan de avonden makkelijk hun meningen en gevoelens over de teksten naar voren brachten. Dat was ook de opzet van de avonden. Er was heel bewust gekozen voor een interactieve benadering, en een aanzienlijk deel was gereserveerd voor onderlinge uitwisseling, voor gesprok en verkenning van elkaars ervaringen. Er werd via citaten uit het boek de mogelijkheid gegeven om een eigen, persoonlijke reactie te geven. In deze opzet gaat het niet om het uiten van een mening, of het houden van een in38


tellectuele verhandeling, maar juist om het reageren vanuit het eigen gevoelsleven (wat spreekt je aan in de tekst, of juist niet, wat valt je op, etc). Wat voorop staat is het onderling delen, het kennisnemen van elkaars ervaringen op het spirituele pad en niet het onderling discussiëren of analyseren, wat we meestal zo gewend zijn. Het werk van Hazrat Inayat Khan leent zich uitstekend voor deze benadering, want de oorspronkelijk gehouden lezingen komen opnieuw tot leven. Door de toenemende belangstelling is gebleken dat deze interactieve vorm aanslaat. Het centrum mocht zich verheugen in een steeds grotere opkomst. Juist op een avond van Roravolere, met allerlei mensen vanuit de verschillende religies, was het mooi om te zien hoe een ieder zijn eigen spiritualiteit, zijn eigen innerlijk leven, vorm probeert te geven in het dagelijks leven. De boeken die op deze manier als thema besproken zijn waren: Het doel van het leven, Innerlijk leven en Mystiek. En de deelnemers waren zeer enthousiast: waren er de eerste avond “slechts” 10 deelnemers op de laatste avond waren het er 30. Onder de deelnemers waren ook veel jongeren. De lezingen zullen in september worden voortgezet. Soeficentra die geïnteresseerd zijn kunnen contact opnemen met de coördinator van het Soeficentrum Rotterdam, Bauke De Wreede.

Amfitheater Murad Hassil weer als nieuw door Kariem Maas Net op tijd voor de zomerschool die afgelopen juli plaatsvond is het amfitheater bij de soefitempel Murad Hassil vernieuwd. Het ligt er weer prachtig bij, in de vallei naast de tempel, vlakbij de plek waar in 1922 de soefi musicus-mysticus Inayat Khan een bijzondere ervaring had. Hij gaf deze plek daarom de naam Murad Hassil – ‘gezegende plaats’. Toen in 1970 de universel Murad Hassil in gebruik werd genomen, kon in de vallei ernaast een amfitheater gebruikt worden voor bijeekomsten in de buitenlucht. Het was tijdens zomerse werkkampen in 1968 en 1969 door jonge soefi’s gebouwd. Met het nodige zwoegen en zweten, want ze gebruikten zware bielzen om tegen de duinwand banken te maken. Omdat deze na veertig jaar weer en wind verrot waren, werd het te gevaarlijk ze nog te gebruiken. Maar dankzij een gift uit Duitsland konden de tribunes worden vernieuwd. Ze zijn van CFK – verantwoord gekapt - hardhout gemaakt. Dat heeft geen onderhoud nodig. Het hout zal vergrijzen en zo weldra weer een eenheid vormen met de kleuren van de duinvallei. Vraag is nog alleen welke gulle gevers er geld voor over hebben om aan de zijkanten duinroos aan te planten. Zie voor meer informatie en foto’s: www.soefi.nl 39


Konya conferentie in de Petruskerk in Amsterdam door Zubin van den Besselaar Op 16 juni 2011 organiseerden de samenwerkende Moslim Hulporganisaties in samenwerking met het Kenniscentrum voor Religie en Ontwikkeling een bijeenkomst in de Petruskerk in Amsterdam over ‘de Konya criteria of de Zeven adviezen van Mevlana Djalâl-ud-Dîn Rumi’. Er waren zeven sprekers vanuit zeven verschillende religieuze achtergronden. Onder hen ook twee sprekers die in onze kringen bekend zijn: Maryam Mildenburg, van centrum Amsterdam, die sprak vanuit het Westers Soefisme en Malieh Anhari, van centrum Rotterdam, die de Zoroatrische religie vertegenwoordigde. De Konya criteria vormen, zoals de spreker vanuit de Islam Abdulwahid van Bommel zei: “zachte kreten, zachte woorden die we in onszelf en in verschillende tradities kunnen vinden”. Deze zachte woorden zijn nodig in de Nederlandse samenleving waar mensen elkaar de maat nemen. Deze zachte woorden zijn te vinden in elke religie. De bijeenkomst was bedoeld als een plaats van ontmoeting en begrip, waar werd gepleit voor het vinden van nieuwe kracht in oude idealen.

In memoriam Joop Puran Innemee door Ameen Carp Op 2 juli 2011 is heengegaan Joop Puran Innemee in de leeftijd van 95 jaar. Joop groeide op in Den Haag en zijn eerste kennismaking met het soefisme was toen hij als jongen met zijn vader zijn eerste Universele Erediensten in de Anna Paulownastraat 78 te Den Haag bijwoonde. Dat was in de dertiger jaren. Sirdar van Tuyll van Serooskerken sprak daar iedere zondag en de diensten maakten indruk op de jonge Joop. De Tweede wereldoorlog volgde, waarin de bezetter het soeficentrum dwong te sluiten. Joop studeerde en werd apotheker. Hij verhuisde naar Amsterdam en leidde daar de Molukse Apotheek. De zaak liep goed en geleidelijk kwam de tijd om weer aandacht te geven aan het soefisme. Hij werd lid van het soeficentrum in Amsterdam en fungeerde ook gedurende tien jaar als bestuurslid van de landelijke Soefi Beweging. Eerst als secretaris en later als penningmeester. Hij schreef een geschiedenis van de Soefi Beweging en de soeficentra in Nederland in 1998, waarin ook een stuk over het ontstaan van de naam ‘Murad Hassil’ is opgenomen. Joop, die de soefinaam Puran kreeg, was een enthousiast roeier en samen met zijn vrouw Mannie roeiden zij vaak op de Amstel. Het heeft ongetwijfeld bijgedragen tot zijn sterke gezondheid. Wij zullen steeds de herinnering aan Puran bewaren als een zeer innemend, eerlijk en rechtschapen mens, een trouwe vriend, een goed mens. Een interview met Puran Innemee verscheen in de Soefi Gedachte van december 2008. 40


Soefi-centra

informatie, adressen en activiteiten AMSTERDAM

dhr. P. Smits (Amir), t 06 15 06 05 13 Universele Eredienst: Ignatiushuis, Beulingstraat 11, 1017 BA Am­sterdam, 1e en 3e zondag van de maand 11 uur. Op de 3e zondag voorafge­gaan door de Confraternity of the Message 10.30 uur.

annahay28@gmail.com

Universele Ere­dienst: Logegebouw van de Vrijmetselaars, Rijkmanstraat 10

7411 GB Deventer, 3e zon­dag van de maand om 11 uur. DRONTEN i.o.

Apeldoorn

dhr. J.Koldijk (Kabir), Lindestraat 10, 8266 BG Kampen, t 038-3314446. jellekoldijk@zonnet.nl

Arnhem

mw. L. Bredée-van Ginkel (Kamila), Jacob Catsstraat 28 5671 VR Nuenen, t 040-2832518, soeficentrum.eindhoven@gmail.com Universele Ere­dienst: Eckartdal, Nuenenseweg 1, 5631 KB Eindhoven, 1e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur.

Assen

mw. M. Cornelissen-Admiraal (Salima), t 0513431940, Heide 6, 8521 DG Sint Nicolaasga. mw. Y. Veenstra-Wiersma (Ynskje), Wommels. t ’s avonds 0515 576 244. Maandelijks meditatieavonden. Universele Ere­dienst: Bij de Put 15, 8911 GE Leeuw­arden, 1e zondag van de maand om 11 uur.

Orientatiemiddagen: 2e zondag van de maand van 14-16 uur bij dhr. en mw. de Roos-Labeur (Corrie & At), Sparrenlaan 11, 7313 AT Apeldoorn, t 055-32316 33, atderoos@hetnet.nl mw. H.M. de Caluwé - Rombout (Maharani), Groningensingel 423, 6835 ER Arnhem t 026-3213650, maharani@planet.nl Studieklassen in overleg. Universele Eredienst: Vrijmetselaarsgebouw, Arnhemsestraatweg 360, 6881 NK Velp (Gld) 1e zondag van de maand om 11 uur. mw. A. Stam (Iman), Troelstralaan 236, 9406 BE  Assen, t 0592-707202, 06-24 92 92 77 Studiebijeenkomsten en klassen voor belangstellenden, broeder-zusterschapsleden en moerieds. Universele Eredienst: Loge van de ODD Fellows, Hendrik de Ruiterstraat 2, 9401 KT Assen, 3e zondag van de maand om 11 uur. Breda

mw. M.L.C. van Beek-Vanheule (Hira), Berkenring 70, 4881 HD Zundert, t 0765976335, mlcvanbeek@yahoo.co.uk bgg: mw. L. Heerkens (Kalyani), t 076-5601255 Universele Eredienst: Waalse Kerk, Catharina­straat 83-bis, 4811 XG Breda, 3e zondag van de maand om 11 uur. Den Haag

dhr. L.W. Carp (Ameen), Anna Paulowna­straat 78, 2518 BJ Den Haag, sufipublications@hetnet. nl t 070-3644590, f 070-3614864. www.soefi.nl/denhaag Programma op aanvraag: 1e en 3e maandag van de maand open studie- en medi­tatie-klas.; open Soefi-avonden; openhuis-bijeenkomsten; open spirituele film-avonden, en besloten klassen. Universele Ere­dienst: Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag, elke zon­dag om 11 uur, Confraterni­ty of the Message om 10.30 uur. Deventer

mw. A. Westenberg (Hayat), De Dennenhoek 3, 7431 EM Diepenveen, t 0570-532347,

Eindhoven

Friesland

Groningen

dhr. D. Lieftink (Rama) t 0598-430422 email dicklieftink@gmail.com Activiteiten in het Vipassanacentrum, Kamerling Onnesstraat 72, 9727 HN Groningen. Programma: zie www.soefi.nl onder centrum Groningen. ‘s Hertogenbosch

Coördinator: mw. T. Hendriks Franssen-van den Berg (Trudy), Ariënstraat 16, 5351 GD Berghem / Oss, t 0412-402689, kennekeshoek@ calway.nl Secretariaat: dhr. F.W. Roza (Frans), Asterd-kraag 40, 4823 GA Breda, frans.roza@ wxs.nl Universele Eredienst: Cen­trum de Poort, Luy­benstraat 48, 's Hertogenbosch. Hilversum

dhr. A.Antonius (Ananda), Arent Krijtstr 13 II, 1111 AG Diemen. Klas voor belangstellenden: 1e ma. v.d. maand; voor deelname bellen met: t 020-6907129 of email anandaaa@hotmail.com Universele Eredienst: ‘De Ver­eniging’, Ou­de Engh­weg 19, 1217 JB Hilversum (­bij het gemeentehuis), 2e en 4e zondag van de maand 11 uur. Ivm lange afwezigheid van Ananda treedt op als interim-coördinator: dhr. G. van der Veer, t 035-5312130 41


Regio Katwijk, Wassenaar

Regioleider: drs. J. Belt (Munir), t 0252-373145, Eykendonck 32, 2211 SG Noordwijkerhout. Wakil Huis Universel: mw. E. le Rütte (Zohra), t 071-4077435, zohra@kpnplanet.nl Universele Eredienst: Universel Murad Hassil, Zuid­duinseweg 5, 2225 JS Katwijk aan Zee, 1e, 3e en 4e zondag van de maand 11 uur. Confrater­nity of the Message 1e en 3e zo. 10.30 u. Iedere 4e zo. spreekt Karimbakhsh Witteveen. Rotterdam

Coördinator dhr. B. de Wreede (Bauke), t 06-24646694, bwreede@ziggo.nl Studie- en belangstellendenavonden: 1e maandag van de maand, opgave vooraf. Universele Eredienst: Soeficentrum Provenierssingel 41, 3033 EG Rotterdam, 2e en 4e zondag van de maand, 11 uur. Tilburg

dhr. & mw. Ach­terberg-Thierens (Mussavir & Nuria), Chopinstraat 26, 5011 VK Tilburg, t 013-4563241. Klassen voor belangstellenden eerste maandag van de maand. Voor deelname bellen met dhr.L.Raatgever, t 06-12746513 Twente

dhr. J. Sniekers (Rahim), t 074 250 2479, jansniekers@tiscali.nl Universele Eredienst: Nivoncentrum, Lodewijkstraat 1, 7553 LB Hengelo, 2e zondag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10 uur. UTRECHT / BILTHOVEN

dhr. W.S. van der Vliet (Sikander), Juliana van Stolberg-laan 6, 6961 GB Eerbeek, t S & S van der Vliet 0313-650 334, bgg.: mw. J.L. van Male (Sakya), t 030-2723522 Universele Ere­dienst: Huize ‘Het Oosten’, Jan Steenlaan 25, 3723 BT Bilthoven, laatste zondag van de maand om 11 uur. Zeeland

mw. N. Gortzak (Nuria), Mme. Curiestraat 63, 4532 JX Terneuzen, t 0115-530599 en 0640556131 Studiebijeenkomsten: 2e dinsdag van de maand. Info mw. A. van Schaik (An), t 0118-412875. Uni­versele Ere­dienst: Gebouw de Vier Elementen, Breeweg100, 4335 SK Middelburg, 1e zondag van de maand om 11 uur. ZUID LIMBURG

dhr..R.Marinus (Ruud), Castelmorelaan 42, 6213 CW  Maastricht, t 06-54 36 78 24. Er zijn maandelijkse bijeenkomsten en om de twee maanden op zaterdagmorgen open klassen. 42

Zwolle

dhr. C. Koster (Karim), Tijnje 48, 8033 AR Zwolle, t 038-4541817, Universele Eredienst: Bloemen­dalstr. 11, 8011 PJ Zwolle, 4e zon­dag van de maand om 11 uur, Confraternity of the Message om 10.30 uur. In Meppel is een Soefi-groep die elke 4e di. v.d. maand bijeenkomt. Contactadres: Zuideinde 46, 7941 GH Meppel, paul.ketelaar@planet.nl www.soefimeppel.nl Informele Eredienst: Engelandseweg 19, Wezep, 2e zondag van de maand om 10 uur. SOEFI BEWEGING NEDERLAND

Algemeen Secretariaat Anna Paulownastraat 78, 2518 BJ Den Haag t 070-3461594, f 070-3614864, sufiap@hetnet.nl Secretariaat open maandag tot en met donderdag van 10 tot 13 uur. bgg.: t 070-3644590 Financiën: dhr. P.H.Popkema (Nadir); na 18.00 uur: t 0314 361 449. <popkemail@hetnet.nl> Nationaal Vertegenwoordiger dhr. L.W. Carp (Ameen), sufipublications@hetnet. nl t 070-3644590, f 070-3614864 Nationaal secretaris mw. L. Grashuis (Wahdud), A.Verweystraat 126, 2274 LM  Voorburg, sufipublications@hetnet.nl t 070-3644590 (overdag), t 070-3871705 (thuis) Office Representative General Banstraat 24, 2517 GJ Den Haag, t 070-3657664, sufihq@xs4all.nl Internet www.soefi.nl (nationale site). www.sufimovement.org (international site). Penningmeester dhr. Leo Sosef, penningmeester Soefi Beweging Nederland, Den Haag. rekening 777555, t 06 83 57 92 14, < Leo.Sosef@me.com > Lidmaatschappen van de Soefi Beweging Er bestaan verschillende vormen: Moeried: dit zijn personen die de inwijding in de Inner­lijke School van de Soefi Beweging hebben ontvangen en de esoterische klas­sen en de esoterische training volgen Broeder-zusterschapslid: dit zijn zij die de idealen en doelstelling van de Soefi Beweging ondersteunen. Lid van de Kerk van Allen: dit zijn zij die zich speciaal aangetrokken voelen tot de Universele Eredienst; dit verlangt niet dat zij ook om inwijding vragen. Vriend van de Soefi Beweging: men kan zich opgeven als Vriend als men een ondersteuning aan het Soefiwerk wil geven.


Belangstellende: eenieder die zich op wil geven als belangstellende en de informatie over soefiactiviteiten wil verkrijgen. Contributieregeling 2011 Moerieds betalen per jaar: Alleen Echtpaar Laag € 100,00 € 150,00 Normaal € 160,00 € 240,00 Hoog € 235,00 € 355,00 Broederschapsleden, Vrienden van de Soefi Beweging Nederland en leden van de Kerk van Allen betalen € 60,- per jaar. Broederschapsechtpaar € 105,00 per jaar. Dit is inclusief het abonnement op de Soefi-gedachte en de uitnodiging voor de Zomerschool. Alléén een abonnement op de Soefi-gedachte: € 16,00 per jaar (=incl. porto Ned.) Wanneer men als lid van een andere Soefi organisatie tevens ondersteunend lid van de Soefi Beweging wil zijn, betaalt men € 20,- per jaar en ontvangt men de Soefi gedachte. DARGAH

Financiële bijdragen voor het sociale, culturele en extra soefi-werk bij de Dargah, rekeningnr.: 616577 t.n.v. Stichting Dargah te Den Haag. Voor organisatie, onderhoud, in­richting van nieuwbouw en guest house, rekeningnr.: 43 02 43626 t.n.v. Dargah-fonds te Den Haag. Schenkingen van boeken enz. (alle talen!): Walia en Wali van Lohuizen t 035 538 98 93 Bijzondere activiteiten

Zie op www.soefi.nl en voor algemene informatie over soefisme: www.soefikalender.nl SOEFI BEWEGING BELGIË

mw. L.D. Deslée (Leela), Sport­straat 100, 900 Gent. Broederschapsvertegenwoordiger in België. info: sufirozentuin@skynet.be of 09.222.10.30 andere organisaties

Sufi Ruhaniat NL: Arienne en Wim van der Zwan, Peace in Motion, t +49 (0)2294 993 78 41 +31 651 30.34.39 (GSM). samark@peaceinmotion.eu Int. Sufi Orde NL: dhr. K. Wagtmans (Nafas),

Rubinsteinstraat 347, 5011 ND Tilburg, t 013 456 02 28 kwagtmans@wanadoo.nl

Sufi Way NL: dhr. E. Koole (Elmer), Oudeweg 31,

9364 PR Nuis. t 0594-549863 elmerkoole@gmail.com

BOWL OF SAKI

Een aanrader: via email kunt u de fraaie engelstalige Bowl of Saki dagelijks gratis toegestuurd krijgen. Via www.wahiduddin.net/saki komt u op de site, waar u zich kunt inschrijven. SOEFISME OP YOUTUBE

In samenwerking met de Soefi Beweging in Amerika is de Soefi Beweging Nederland nu op youtube te zien en te beluisteren. Klik op: *www.youtube.com/user/UniverseelSoefismeNL *www.youtube.com/user/IntSufiMovementUSA

__________________________________________ Internationale Zomerschool 2011: inspirerend en goed bezocht

Met 215 deelnemers uit vele landen en 62 deelnemers bij de Nederlandse Open Soefidagen is de internationele zomerschool in Katwijk ook dit jaar succesvol verlopen. Het thema – het innerlijk pad – werd uitgediept met lezingen over mystiek, maar ook vanuit psychologisch oogpunt belicht. De lezing hierover van Rani MacLaughlin, was een van de hoogtepunten van de twee weken dat de zomerschool duurde (van 12 tot 24 juli). Een meer maatschappelijke invalshoek behandelde Sharif Graham in een lezing over het (vermeende) onderscheid tussen godsdienstig of spiritueel zijn. Hij had ‘theotherapie’ ontwikkeld voor mensen die moeite hebben met het ontwikkelen van een voor henzelf adequaat godsbeeld of godsideaal. Interessant vooral voor Nederland, omdat hier het woord God meer beladen lijkt te zijn dan in het buitenland en met name in de Verenigde Staten. Het onwaarschijnlijk stormachtige weer heeft het tempelgebouw Murad Hassil redelijk doorstaan, al waren er her en der emmers nodig om lekkages op te vangen, maar de tent voor kinderactiviteiten werd weggeblazen. Gelukkig was het droog en zonnig toen zij met behulp van tientallen kilo’s schelpen een labyrinth aanlegden. Het lopen door dit labyrinth was een bijzondere ervaring: zo lang, zo bochtig en net als je denkt er bijna te zijn word je weer naar de buitenste ringen geleid – alsof je je eigen leven doorloopt. Geslaagd was de opzet om op één dag alle symbolische activiteiten te programmeren: het maakte de paralellen duidelijk, bijvoorbeeld wat betreft kleuren en tonen, in enkele oefeningen, de ziraat en het elementenritueel. Op de Russische avond maakte grote indruk hoe een vijftiental Russen, geïnspireerd door russischorthodoxe gezangen, het gebed khatoem zongen, en hoe een van hen voorging in een prachtig, bijna etherisch gezongen wazifa. Kariem Maas 43


VERENIGING SOEFI-CONTACT

Soefi-Contact is een landelijke vereniging met afdelingen in Haarlem, Alkmaar en Bussum. De vereniging stelt zich ten doel: het stimuleren van de studie van Hazrat Inayat Khan's ideeën, alsmede het in praktijk brengen ervan, één en ander in de ruimste zin van het woord. Zij streeft dit doel na met alle daarvoor geschikte middelen. Landelijk centrum en dagelijks bestuur Landelijk centrum: Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40, 2011 BE, Haarlem. Website: www.soefi-contact.nl email: soefi.contact@gmail.com Voorzitter: mw. E.A. van den Brink, t 0137-425347 Secretaris: dhr. J.Molenaar, mr.J. de Vriesstraat 22, 1788 AV Den Helder, t 0223-646920 Penningmeester: mw. J.L.B.H.M. Kaars-de Groot, Baljuwstraat 19, 1785 SC Den Helder, t 0223-660961 Het verenigingsjaar van Soefi-Contact loopt van 1 juli t/m 30 juni. De contributie kan worden overgemaakt op rekeningnummer: 4239048 t.n.v. Soefi-Contact te Den Helder. Adreswijzigingen / mutaties graag via de secretaris, dhr. J.Molenaar. Landelijke activiteiten Activiteiten afdeling Haarlem (Soefi-Huis) Alle activiteiten in Haarlem vinden plaats in het Soefi-Huis, Burgwal 38zw-40 te Haarlem. Universele Erediensten: iedere tweede en vierde zondag van de maand; aanvang 11.00 uur. Bezoek aan de bibliotheek is mogelijk na de diensten. Informele dienst en Open Dag Soefi-Huis: 11 september 2011; aanvang 11.00 uur. Openbare lezing: zondag 30 oktober 2011, aanvang 11.00 uur. Door Hr. P.G. van Oyen - onderwerp: Jezus als Yogi / Soefi. Landdag en Algemeene Ledenvergadering: 13 november 2011 Informatie: t 023-5272249 of t 023-5370585, e-mail: j.w.hutter@alumnus.utwente.nl Activiteiten afdeling Alkmaar Universele Erediensten: elke eerste zondag van de maand in de Remonstrantse Kerk, Fnidsen 37, 1811 ND Alkmaar; aanvang 11.00 uur. De Lichtceremonie vindt plaats op zaterdag 24 december 2011 om 20.00 uur. Informatie: dhr. Michaël Schouwenaar, Vatropperweg 5, 1779 GE Den Oever, t 0227-512265, e-mail: soefi.noordwest@kpnplanet.nl en mw. Y. Westenberg, t 072-5333223 Activiteiten afdeling Bussum Informatie over activiteiten: mw. E. Schurink, t 035-6912990 en dhr. Karim Logtmeijer, t 035-6918347, e-mail: lion182@zonnet.nl. 44


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.