Parade in het park
strook 1
PARADE VAN DE TINNEN SOLDAATJES (2:52) Aantal leerlingen
Referentie
klassikaal en/of in kleine groepjes van 3 of 4 leerlingen
LEON JESSEL: Parade van de tinnen soldaatjes Parade of the Tin Soldiers - Harry Mortimer/Fairy Band.
Tijd
Achtergrond info
45’
Materiaal- tekening van een park met een kiosk en verschillende figuren (zie bijlage) - tekeningen van soldaten, danseresjes, fanfare, … (zelf te zoeken) - tekengerief - geluidendoos (gevuld met klank- voorwerpen waarmee leerlingen kunnen experimenteren) - verkleedkleren (optioneel)
Leeftijd1e tot 3e leerjaar
Leon Jessel (1871/1942) was een Duits theaterdirigent en operettecomponist. Die Parade der Zinnsoldaten, Aufzug der Stadtwache en Das Schwarzwaldmädel (1917) werden heel populair. Jessels Parade of the Tin Soldiers werd een favoriet van kinderen en volwassenen in het Verenigd Koninkrijk. Het werd gebruikt als thema voor de Toytown-serie tijdens Children’s Hour, uitgezonden op BBC Home Service.
Wat vertelt de componist hierover? In deze versie wordt de parade gespeeld door een brassband (alleen kopers en slagwerk). Het hoofdthema van het stuk is typisch voor fanfaremuziek. De eerste trompet neemt de leiding. De snarentrom is altijd in de buurt. Het middelste gedeelte van de parade zet in met een nieuwe melodie (vanaf 1:04), nu gespeeld door een gedempte trompet, ondersteund met een pittig ritme op de woodblock. Op het einde wordt het eerste deel herhaald (vanaf 2:01) en gevolgd door een korte komische coda.
Verbetersleutel Bij opdracht 6 kan je wisselen op:
Wat is de opdracht ? - Bedenk een verhaal. - Maak een klankspel bij een tekening. - Beweeg op de muziek.
Tips Je kan de muziek linken aan het verhaal van De standvastige tinnen soldaat (Hans Christian Andersen). Een tinnen soldaat met slechts één been dat verliefd wordt op een danseresje. De link tussen de soldaten en de danseresjes in het park is dan snel gelegd.
0:06 : soldaat 1 0:16 : soldaat 2 0:26 : danseresjes 0:44 : alle leerlingen klappen mee op de maat van de muziek 1:04 : danseresje 1 1:28 : danseresje 2 1:47 : soldaat 1 2:00 : soldaat 2 2:19 : danseresje 1 2:34 : danseresje 2
Bijlagen werkblad: foto kiosk
Naast de geluidendoos kan je de leerlingen ook stimuleren om stemen lichaamsgeluiden te gebruiken.
Verwijzing eindtermen 2.1. , 2.2. , 4.1. , 4.3. , 4.4. , 6.1. , 6.3., 6.4.
Fiche leerkracht fiche 1
Parade in het park
strook 1 (bijlage)
PARADE VAN DE TINNEN SOLDAATJES (2:52) Bijlage Bekijk de tekening. Knip de prenten eronder uit en kleef ze op een passende plaats. Je kan zelf ook nog dingen tekenen die niet mogen ontbreken in een park.
Fiche leerkracht fiche 1
Dans met linten
strook 2
TREPAK (1:06) Aantal leerlingen klassikaal
Tijd 50’
Materiaal- kleurpotloden - tekenpapier - linten van ongeveer 90 cm (om cadeautjes te verpakken) - grote ruimte - fototoestel - krijt (optioneel)
Leeftijdvanaf 3e leerjaar
Wat is de opdracht ? - Volg de muziek in één lange lijn. - Beweeg op de muziek en dans met de linten.
Tips Je kunt de lijn van de muziek ook tekenen op de speelplaats. Elke leerling krijgt hiervoor een stuk krijt. Daarna dansen ze op hun getekende lijn.
Referentie PETER I. TSJAIKOFSKI: De Notenkraker: Trepak (Russische dans) The Nutcracker: Russian Dance - Royal Philharmonic Orchestra o.l.v. André Previn.
Achtergrond info De trepak of Russische dans komt uit De Notenkraker, een ballet (1892) van Peter I. Tsjaikofski. Van dit ballet maakte Tsjaikofski een orkestsuite. De suite werd veelvuldig gebruikt in films (bv. in de Disneyfilms Fantasia en Peter Pan). In 2001 werd een Barbie-film gemaakt over het verhaal van De Notenkraker, met Barbie in de hoofdrol. De muziek van Tsjaikofski werd erin verwerkt.
Wat vertelt de componist hierover? Je hoort de Russische dans op het moment dat kapitein Kraak Klara meeneemt naar Lekkerland. De suikertaartfee die daar woont, viert hun komst met een Oosterse koffiedans, een Chinese theedans, een Franse herderinnendans, een Russische dans en een Bloemenwals. De Russische dans wordt gespeeld door een symfonisch orkest op de volgende link: http://www.youtube.com/watch?v=TmQjhwsPRDE Je kan een animatiefilmpje bekijken via volgende link: http://video.filestube.com/VIDEO,0FA20B6965CA2AD803E9.HTML
Bijlage Geen
Verwijzing eindtermen 1.3., 1.4., 2.1., 2.5., 4.1., 4.4., 4.5., 5.3., 6.3.
Fiche leerkracht fiche 2
De notenkraker
strook 3
DANS VAN DE PEPERMUNTSTOKKEN (2:22) Aantal leerlingen klassikaal
Tijd 100’
Materiaal- verschillende houten voorwerpen: potlood, broodplank, handveger, schoenborstel, lat,... - 3 tekeningen (zie bijlage) - werkschrift en tekengerief - A3 tekenpapier (optioneel) - kamishibai (optioneel)
Leeftijd vanaf 3e leerjaar
Wat is de opdracht ?
Referentie PETER I. TSJAIKOFSKI: Dans van de pepermuntstokken uit De Notenkraker The Nutcracker, Dance of the Reed-Flutes - Royal Philharmonic Orchestra o.l.v. André Previn.
Achtergrond info De dans van de pepermuntstokken komt uit De Notenkraker, een ballet (1892) van Peter I. Tsjaikofski. Van dit ballet maakte Tsjaikofski een orkestsuite. De suite werd veelvuldig gebruikt in films (bv. in de Disneyfilms Fantasia en Peter Pan). In 2001 werd een Barbie-film gemaakt over het verhaal van de notenkraker, met Barbie in de hoofdrol. De muziek van Tsjaikofski werd erin verwerkt.
Wat vertelt de componist hierover? In de dans van de rietfluiten hoor je de dwarsfluiten driestemmig aan het werk. De fluit of rietfluit wordt in de muziek vaak opgevoerd om een landelijk landschap weer te geven. Daarom wordt deze dans, bekend als de dans van de mirlitons, wel eens de herderinnetjesdans genoemd. Het vrolijke hoofdthema, gespeeld door de fluiten, wordt ondersteund door de pizzicati (kort tokkelen met de snaren) bij de celli en contrabassen. Dit thema wordt 3 keer herhaald. In het midden hoor je een ander thema met dreigend karakter.
- Geef voorwerpen een andere functie. - Verzin een verhaal. - Teken dit verhaal.
Verbetersleutel
Tips
Het liefelijk deel komt 3 x voor en daarbij hoort de tekening van een danseresje; het middenste deel hoort bij de tekening van de muisjes.
Het is leuk om de verhalen en tekeningen aan elkaar voor te stellen via een kamishibai. Een kamishibai is een traditionele Japanse vertelvorm. ‘Kami’ betekent papier en ‘shibai’ betekent drama. Het gaat om een klein theatertje waarin grote tekeningen (A3) passen. Elk blad geeft een scène weer uit het verhaal.
A-deel: 0:00 - 1:14 B-deel: 1:15 - 1:48 A-deel: 1:48 - einde
Meer informatie over een kamishibai of een handleiding om zelf een kamishibai te maken vind je op www.abc-web.be.
Tekening
-> sierlijke ballerina -> trippelende muisjes -> sierlijke ballerina
Bijlagen Foto’s 1. Ballerina 2. Ballerina
3. Muisjes
Verwijzing eindtermen 1.4., 1.6., 2.1., 2.2., 2.3., 3.2., 3.5., 3.6., 6.3.
Fiche leerkracht fiche 3
De notenkraker
DANS VAN DE PEPERMUNTSTOKKEN (2:22)
strook 3 (bijlage)
Bijlage
Fiche leerkracht fiche 3
Háry János
strook 4
WEENSE KLOK (2:04) Aantal leerlingen klassikaal en/of in kleine groepjes
Tijd 75’
Materiaal- prent van een grote klok, een kleine klok en polshorloges (zelf te zoeken) - verschillende klokken: polshorloge, chronometer, wandklok, zakhorloge, keukenwekker, ... - verhaal Háry János (cd-boekje) muziekinstrumenten of voorwerpen die blijven naklinken (cymbaal, metallofoon, klokkenspel, glazen, kopjes, buizen, ...) - afbeelding buisklokken (optioneel)
Leeftijd vanaf 4e leerjaar
Wat is de opdracht ? - Speel een ritme op de muziek. - Componeer een deuntje voor jouw klok.
Tips
Referentie ZOLTÁN KODÁLY: Weense klok (uit Háry János) Háry János: Viennese Musical Clock - London Philharmonic Orchestra o.l.v. Klaus Tennstedt.
Achtergrond info De “Weense klok” is een deel uit de suite Háry János van Zoltán Kodály. Háry is een Hongaarse soldaat-op-rust die het hart van keizerin MarieLouise, de vrouw van Napoleon, heeft veroverd. Daarna heeft hij helemaal alleen Napoleon en zijn leger verslagen. Dat is toch wat hij iedereen probeert wijs te maken. In Wenen zag hij een fantastische klok met soldaatjes die om het uur in actie komen. Het begin van deze muziek is nog ooit het kenwijsje van het VRT-TV-journaal geweest. Lang gelden…
Wat vertelt de componist hierover? De “Weense klok” is een muzikale evocatie van een muzikale klok. Het is in een rondovorm opgebouwd: de verschillende strofen worden afgewisseld en van elkaar gescheiden door een steeds terugkerend refrein. Je hoort het refrein 4 keer. De eerste keer wordt het door het volledige orkest gespeeld, de tweede keer door de hobo, de derde keer door de fluiten en tenslotte door de trompetten en het orkest.
Verbetersleutel Bij stap 3. Laat de leerlingen enkel meespelen bij het refrein. Oefen de ritmes voldoende alvorens mee te spelen met de cd. Laat de groepen eerst apart spelen. Als dat vlot gaat, dan kan je meer groepen tegelijk laten spelen. In het begin zal het moeilijk zijn om in de juiste maat te spelen. Maar oefening baart kunst!
Bijlage Foto buisklokken
Zorg ervoor dat de leerlingen een eenvoudig deuntje ontwerpen. Dit kan zowel een ritmisch als melodisch motief zijn. Eventueel kan je eerst klassikaal een motief verzinnen.
Verwijzing eindtermen 2.1., 2.2., 2.3., 2.4., 6.1., 6.3.
Fiche leerkracht fiche 4
Hรกry Jรกnos
strook 4 (bijlage)
WEENSE KLOK (2:04) Bijlage
Fiche leerkracht fiche 4
Experimenteren met muziek strook 5
MENUET VOOR FLUITKLOK (1:08) Aantal leerlingen klassikaal en/of in kleine groepjes
Tijd
Referentie JOSEPH HAYDN: Menuet voor fluitklok Origineel Flötenuhr uit 1793.
50’
Achtergrond info
Materiaal-
In de tweede helft van de 18e eeuw werd de fluitklok of Flötenuhr ontwikkeld: een mechanisch orgeltje gemonteerd in een klok. Binnenin zit een rol die door een uurwerkmechanisme aangedreven wordt. Op die rol zitten haken en pennen die een luchtklep kunnen raken. Wanneer zo’n haak een luchtklep raakt, begint er een orgelpijpje te spelen. Het instrument is dan ook de voorloper van het draaiorgel.
- grafische partituur - glazen flessen - water - stokje - papier - stiften - werkschrift en pen
Leeftijd vanaf 4e leerjaar
De fluitklok (of orgelklok) kan meerdere wijsjes laten horen. Zo klonken er elk kwartier, elk halfuur en elk heel uur prachtige muziekstukjes uit deze kastjes. Elk muziekstuk duurde één tot tweeënhalve minuut. Het toonbereik was echter beperkt. Vele bekende componisten schreven muziek voor dit soort klokken
Wat vertelt de componist hierover? Joseph Haydn componeerde veel muziek voor de fluitklok, waaronder drie series voor een bevriende Flötenuhr-bouwer. Elke serie bestaat uit 12 stukken. Één voor ieder uur van de dag. Als de speelstukken vandaag worden uitgevoerd, gebeurt dat op een echt orgel. De meeste Flötenuhren en andere speeldozen hebben het na al die tijd immers laten afweten.
Wat is de opdracht ?
Deze opname komt uit een originele orgelklok uit 1793.
- Volg de grafische partituur en voer ze uit. - Experimenteer met klanken. - Componeer een muziekje en maak een grafische partituur.
Verbetersleutel
Tips
Verklank de grafische partituur eerst klassikaal. Zo neem je de schroom weg.
Breng een muziekdoosje mee naar de klas en laat zien hoe het werkt. Dit zal de leerlingen helpen het mechanisme van de fluitklok te begrijpen.
Bij 4. Laat de leerlingen eerst hun stem ontdekken. Doe enkele eenvoudige oefeningen zoals met de stem naar boven en weer naar beneden schuiven, of op één gezongen toon tellen van een tot tien (3 maal na elkaar).
Bijlagen Grafische partituur
Verwijzing eindtermen 2.1., 2.2., 6.1., 6.3.
Fiche leerkracht fiche 5
Experimenteren met muziek strook 5 (bijlage)
MENUET VOOR FLUITKLOK (1:08) Bijlage
Fiche leerkracht fiche 5
Het meccano-orkest
strook 6
INANGA CONGA (1:08) Aantal leerlingen
Referentie
klassikaal en/of in kleine groepjes
PIERRE BASTIEN & Mecanium: Inanga Conga - Uit Musiques Machinales.
Tijd
Pierre Bastien: sanza, horns; Evert Maliangkay: conga; Mecanium: Inanga.
50’
Achtergrond info
Materiaal-
Pierre Bastien is een Franse muzikant, componist en geluidskunstenaar. Hij is geboren in Parijs in 1953 en woont nu samen met zijn Nederlandse vrouw in Rotterdam.
- blad met klankbeschrijvingen (bijlage) - computer met internetverbinding - laag klinkende voorwerpen - (mp3)-recorder (optioneel)
Leeftijd 5e leerjaar
Met behulp van meccano creëert hij zijn eigen musici met een hart van metaal en koperdraad (elektrische aandrijfmotortjes van een platenspeler), zenuwen van rubber en ledematen van meccano. Hij vormt met zijn zelfgemaakte muzikanten een orkest: Mecanium. Dit orkest bestaat ondertussen al uit 80 machines. Surf voor meer informatie, afbeeldingen,... naar de website: www.pierrebastien.com
Wat vertelt de componist hierover? Boven een houterige mechanisch klinkende begeleiding met de gemonteerde maccanostukjes, de duimpiano en de conga klinkt een zwoele melodie in een of 2 bugels (flügelhorn).
Verbetersleutel 1. Hout - naaimachine - raadselachtig - donker - jazz - tekenfilm - trompet
Wat is de opdracht ? - Ontwerp een compositie met verschillende voorwerpen. - Maak een opname van je compositie en vergelijk die met de cd (optioneel).
3. De leerlingen kunnen ook de taak krijgen thuis een laag klinkend voorwerp te zoeken. Het leukste voorwerp nemen ze mee naar de klas en gebruiken ze bij deze opdracht.
Bijlagen Geen
Tips Het is leuk als je de composities van de leerlingen kunt opnemen. Dit werkt voor de leerlingen heel motiverend. Ze zullen hun uiterste best doen om iets origineels te maken! Bovendien loont het de moeite even te bekijken waarin hun compositie verschilt met die van Bastien. Meer info over opname-apparatuur op http://www.aifoon.org/cahier/ equipment_articles/view/17.
Verwijzing eindtermen 2.1., 2.2., 5.3., 6.1., 6.3., 6.4., 6.5.
Fiche leerkracht fiche 6
SOLDAATJES OP SNAREN strook 7
HET SPEELGOED VAN DE PRINS (2:30) Aantal leerlingen klassikaal
Tijd
Referentie NIKITA KOSHKIN: De tinnen soldaatjes (uit Het Speelgoed van de Prins) The Prince’s Toys: The Tin Soldiers - Aram Van Ballaert, gitaar.
15’
Achtergrond info
Materiaal-
De Russische componist Nikita Koshkin (1956) wou de mogelijkheden van de gitaar uitbreiden. Hij onderzocht al wat mogelijk was op de gitaar.
- computer - beamer
Leeftijd vanaf 3e leerjaar
‘Het speelgoed van de prins’ is de eerste compositie waarmee hij bekendheid verwierf. In deze suite roept Koshkin een sprookjesachtige wereld op: speelgoed komt tot leven.
Wat vertelt de componist hierover? De gitarist roffelt op de snaren om een trom na te bootsen, speelt een marcherende cadans en klopt op de klankkast. Zo evoceert hij de wereld van de tinnen soldaatjes.
Verbetersleutel 1. Waarschijnlijk zullen de leerlingen denken dat er méér dan één instrument speelt. De verrassing is des te groter als zij daarna ontdekken dat al die verschillende geluiden uit slechts één gitaar komen. 3. Stimuleer de leerlingen om niet oppervlakkig over muziek te praten. Laat de muziek eventueel in fragmenten horen en bespreek wat ze gehoord hebben. Een suggestie (maar laat zeker de fantasie van de leerlingen werken):
Wat is de opdracht ? - Ontdek de gitaareffecten op http://www.youtube.com/ watch?v=APDHIqs1Aeo - Bespreek hoe de tinnen soldaatjes tot leven worden gebracht door de gitaar.
0:00 - 0:29 trom 0:30 - 0:57 marcheren 0:58 - 1:29 gevecht 1:30 - 2:07 tromgeroffel 2:08 - 2:33 gelijkaardig aan eerste deel
Tips
Bijlagen
Je kan de leerlingen de verschillende handelingen van de tinnen soldaatjes ook laten uitbeelden.
geen
Verwijzing eindtermen 2.1., 2.3., 2.5., 6.1., 6.2.
Fiche leerkracht fiche 7
Guitenstreken
strook 8
DUIVELTJE-IN-DE-DOOS, PRÉLUDE (2:20) Aantal leerlingen klassikaal
Tijd
Referentie ERIC SATIE: Duiveltje-in-de-doos: Voorspel Jack in the Box: Prélude, Entracte & Final - Aldo Ciccolini, piano.
50’
Achtergrond info
Materiaal-
Pas na de dood van Satie (1925) werd, bij het leegmaken van zijn appartement, het manuscript van dit pianostukje teruggevonden. Satie schreef het rond de eeuwwisseling op Montmartre. Het bestaat uit drie deeltjes. Deze fiche behandelt alleen de prelude, het eerste deel. Componist en pianist Eric Satie was ‘een maatschappelijk buitenstaander en werd gezien als een kolderieke zonderling en provocateur’.
- kleurpotloden - lege strip (bijlage)
Leeftijd vanaf 4e leerjaar
Wat is de opdracht ? Maak een stripverhaal.
Tips Misschien heb je thuis nog een oud exemplaar van ‘Quick en Flupke’ liggen of een ander stripverhaal met korte grapjes. Je kan dit met de leerlingen bekijken voordat ze zelf gaan tekenen. Mits voldoende instructies is het ook mogelijk om deze activiteit als hoekenwerk aan te bieden. Meer info over Quick en Flupke: http://nl.wikipedia.org/wiki/de_ guitenstreken_van_quick_en_flupke.
Wat vertelt de componist hierover? De titel ‘Jack in the box’ verwijst naar een duiveltje-in-een-doos, een fopdoos waaruit iets opspringt bij het openen. Het vrolijke karakter van de muziek past er goed bij. De piano speelt in de prelude een kort voorspel en introduceert daarna een vrolijk deuntje en speelse ritmes. Dit deuntje wordt afgewisseld met enkele nieuwe melodieën. Op het einde speelt de piano plots enkele hardere klanken.
Verbetersleutel Laat de leerlingen eerst onderzoeken hoe een mini-stripverhaal in elkaar steekt en laat ze luisteren naar de muziek ter inspiratie voor hun eigen kwajongensstreek. Begeleid hen bij het tekenen door telkens een stukje muziek te laten horen en hier het volgende bij te vertellen: 00:00 - 00:15 De piano speelt een introductie: ze vraagt als het ware de aandacht voor wat gaat komen. Teken in het eerste vak van je stripverhaal de titel. 00:16 - 00:41 Het thema (hoofdmelodie) van het stukje wordt voorgesteld. Dit is het moment om de stripfiguren te introduceren. Teken in het tweede vak je striphelden.
Verwijzing eindtermen
00:42 - 01:06 De piano speelt een tweede, hoger melodietje. Hierna komt het thema, iets nadrukkelijker gespeeld, weer aan bod. Laat de leerlingen verzinnen wat er hier gebeurt.
1.4., 1.6., 2.1., 2.3., 6.2., 6.3., 6.4., 6.5.
01:07 - 01:39 Je hoort een derde melodie, daarna opnieuw de tweede. De leerlingen bedenken het vervolg. 01:40 - 01:53 Je hoort opnieuw het thema. De striphelden wandelen gespeeld onschuldig weg. Of doen ze iets anders? De leerlingen beslissen. 01:54 - 02:20 De piano speelt het thema opnieuw, maar wordt steeds zachter. En dan ineens enkele luide tonen… Wat gebeurt er nu? De leerlingen vullen deze prent naar eigen fantasie in.
Bijlagen Werkblad met zes lege stripkaders
Fiche leerkracht fiche 8
Guitenstreken
DUIVELTJE-IN-DE-DOOS, PRÉLUDE (2:20)
strook 8 (bijlage)
Bijlage
Fiche leerkracht fiche 8
Als de poppen aan het dansen gaan strook 11
MUZIEK VAN HET OPWINDSPEELGOED (1:52) Aantal leerlingen klassikaal
Tijd 25’
Materiaalbij voorkeur een open ruimte
Leeftijd vanaf 1e leerjaar
Referentie LEO DELIBES: Muziek van het opwindspeelgoed (uit Coppelia) Coppélia: Musique des automates - Orchestre de l’Opéra National de Paris o.l.v. Jean-Baptiste Mari.
Achtergrond info Het romantische ballet Coppelia van Leo Delibes ging in 1870 in première en groeide uit tot een enorm populaire voorstelling. Het verhaal van de oude speelgoeddokter Coppelius en zijn tot leven gewekte pop Coppelia is van E.T.A. Hoffmann en toont gelijkenis met het verhaal van Pinnokio en dat van Pygmalion (Metamorphosen van Ovidius). Het verhaal: http://www.klassiekecdendvd.nl/register/lijst/docs/delibes_1.htm
Wat is de opdracht ?
Een scène uit het ballet: http://www.youtube.com/watch?v=a8hKkUtixBk.
Beweeg op de muziek zoals opwindspeelgoed: beertje met trommel, ballerina, soldaat,...
Wat vertelt de componist hierover?
Tips Oefen met jonge kinderen eerst bewegen - stilstaan. Laat hen kriskras door het lokaal wandelen. Op een bepaald teken moeten ze, in het midden van hun beweging, blijven staan als een standbeeld. Probeer dit ook met muziek: als de muziek speelt, mogen ze rondwandelen. Stopt de muziek, dan staan ze onmiddellijk stil.
Verwijzing eindtermen 2.1., 2.3., 4.1., 4.4., 6.2., 6.3., 6.4., 6.5.
Muziek van het opwindspeelgoed’ hoor je op het moment dat Swanilda stiekem de kamer van Coppelius betreedt. Die kamer staat vol met speelgoed dat Coppelius heeft gemaakt. Swanilda zet al het mechanisch speelgoed tegelijk in beweging. De vrolijke, vlugge piccolo-melodie wordt begeleid door celesta en strijkers die pizzicato spelen (tokkelen met de vingers in plaats van strijken met de strijkstok).
Verbetersleutel 2.- 6. Je kan de aandacht van de leerlingen meer op de muziek vestigen door hen enkel te laten bewegen op het piccolo-thema. Dat hoor je van 00:00 - 00:30, 00:50 - 01:20 en 01:26 - 01:51. Laat ze op de andere melodieën stilstaan in opwindspeelgoed-houding. Vraag hen ook om aan het einde van het stuk onmiddellijk stil te vallen
Bijlagen geen
Fiche leerkracht fiche 9
Copelia’s filmpje
strook 12
WALSJE VOOR PIANO EN SPEELGOEDPIANO (2:38) Aantal leerlingen klassikaal
Tijd 75’
Materiaal- 1 wit blad per leerling - teken-materiaal - digitaal fototoestel - computer met powerpoint
Leeftijd vanaf 4e leerjaar
Wat is de opdracht ? Maak een animatiefilmpje bij de muziek.
Tips Wie houdt van speelgoedpiano kan ook eens luisteren naar de volgende strook: 13. Amarcord voor speelgoedpiano van Nino Rota. Deze muziek kan evengoed gebruikt worden bij het animatiefilmpje.
Referentie 12- PASCAL COMELADE: Walsje voor piano en speelgoedpiano Pascal Comelade, Valse de l’aiguille creuse - Pascal Comelade, piano’s.
Achtergrond info Pascal Comelade is een veelzijdig muzikant. Hij brengt circus in ernstige muziek en ernst in lichte muziek. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van speelgoedinstrumenten, zoals in dit walsje de speelgoedpiano.
Wat vertelt de componist hierover? Je hoort steeds dezelfde begeleiding in de linkerhand van de piano. De rechterhand van de piano en de speelgoedpiano ontwikkelen op een heel natuurlijke manier complementaire melodieën. Het walsje valt aan het einde letterlijk stil door de vertraging.
Verbetersleutel Bij 1. Vertel eerst het verhaal van Coppelia voordat de leerlingen aan de opdracht beginnen. Gebruik hierbij eventueel de muziek van strook 12 als zachte achtergrondmuziek.
Bijlagen verhaal van Coppelia
Eenzelfde activiteit kan uitgewerkt worden met gekleurde plasticine. In een getekend decor kunnen de geboetseerde personages groeien en ook verplaatst worden.
Verwijzing eindtermen 1.4., 1.5., 1.6., 2.1., 2.3., 5.2. 5.3., 6.2., 6.3., 6.4., 6.5.
Fiche leerkracht fiche 10
Copelia’s filmpje
WALSJE VOOR PIANO EN SPEELGOEDPIANO (2:38)
strook 12 (bijlage)
Bijlage Verhaal Coppelia De burgemeester heeft een nieuwe klok besteld voor de toren van het stadhuis. Alle jongens en meisjes die trouwen op de dag van de inhuldiging, krijgen er een zak goud bovenop. Heel het dorp vindt dat Swanilda en Frans nu maar vlug moeten trouwen. En Coppelius? Om hem wordt gelachen. Hij kan misschien trouwen met zijn nichtje. Coppelius is een oude, norse man die zich altijd opsluit. Vreemd genoeg woont er bij hem een heel knap meisje. Is het zijn nichtje? Frans is heel benieuwd. Swanilda ook. Op een avond dringt zij alvast binnen in het huis van Coppelius. En wat blijkt ? Hij is een speelgoedmaker! Heel de kamer staat en hangt boordevol met marionetten, lappenpoppen, koekoeksklokken, harlekijnen die uit doosjes te voorschijn komen. Ze geven hun ogen de kost. Op de kast staat het leukste opwindspeelgoed. Swanilda draait alle sleuteltjes om. Heel de werkplaats komt tot leven. Soldaten marcheren, ballerina’s dansen in het rond, beertjes trommelen, poezen rennen achter balletjes en vogels zingen trillertjes…
Tussen al het speelgoed vindt ze een levensgrote pop. Ze lijkt verdacht veel op het nichtje van Coppelius… Net op dat ogenblik hoort ze een gerammel aan het venster. Vlug, verstoppen! Van in haar schuilplaats ziet ze hoe Frans als een dief langs het venster de kamer binnendringt. Hij is duidelijk op zoek naar iets… toch niet naar dat mooie nichtje? Uitgerekend dan komt ook de oude Coppelius binnen. Hij betrapt Frans en is heel boos. Maar dan verandert plots de stemming. Coppelius en Frans drinken samen gezellig thee. Swanilda ziet door een kier van haar schuilplaats hoe Frans daarna slaapdronken van zijn stoel valt. Coppelius sleept hem naar de mand waarin de levensgrote pop ligt. De oude dokter brabbelt wat toverspreuken. De mand gaat open en de pop begint te dansen… Coppelia is geboren! Maar… het is niet de pop die danst. Het is Swanilda met de kleren en de pruik van de pop. Die had ze vlug aangetrokken, nog voor Frans er was. Coppelius is nu doodongelukkig, zijn lieve Coppelia was eindelijk een vrouw van vlees en bloed. Nu is hij bij de neus genomen. Wanneer Frans en Swanilda later trouwen en de zak goud krijgen, geven ze die aan Coppelius. Als troostprijs.
Fiche leerkracht fiche 10
De speelgoedkoffer
strook 16
SPEELGOEDSYMFONIE (3:38) Aantal leerlingen klassikaal
Tijd
Referentie 14- LEOPOLD MOZART: De Speelgoedsymfonie: Menuetto - Academy of St Martin in the Fields o.l.v. Sir Neville Marriner.
25’
Achtergrond info
Materiaal- koffer met speelgoed dat geluid maakt - papier en schrijfgerief
Leopold Mozart, vader van Wolfgang, zette zijn eigen carrière als componist opzij om zijn talentvolle zoon te kunnen coachen. Een van zijn bekendste werken is de speelgoedsymfonie, die eigenlijk Cassatio in G voor orkest en speelgoedinstrumenten heet. Deze speelgoedsymfonie wordt soms ook toegeschreven aan Joseph Haydn.
Leeftijd
Wat vertelt de componist hierover?
vanaf 2e leerjaar
We beluisteren alleen het eerste stukje: het menuet. Een menuet is een dans in een driedelige maatsoort. De strijkers spelen deze dans, het speelgoed zorgt voor onverwachte en speelse effecten.
Wat is de opdracht ? - Speel mee met het orkest. - Maak een eigen speelgoedsymfonie.
Tips In het volgende deel (15) klinken alle speelgoedinstrumentjes na elkaar. Er bestaat ook een versie met hedendaags speelgoed: verrassend! Referentie: Kremerata Baltica olv Gidon Kremer Nonesuch (Warner) 075597963328.
Verwijzing eindtermen 2.1., 2.2., 2.3., 2.4., 6.2., 6.3., 6.4., 6.5.
Een menuet wordt vaak afgewisseld met een trio: in dit geval hoor je het menuet (vorm: AABA) van 00:00 tot 01:45, het trio van 01:46 tot 02:50, het menuet (vorm: ABA) wordt hernomen van 02:50 - 03:38).
Verbetersleutel 1.
trommel, trompet/ ratel, koekoek, vogelfluitjes Voor wie heel het menuet wil beluisteren: In Menuet: Koekoeksfluitje, trompetje en ook klokkenspel, blokfluit In Trio: Vogelfluitjes, triangel, klokkenspel, ratel
2. 4x: met name 2 x koekoek, 2 x trompet en dat 2 maal na elkaar. 00:00 - 00:19 00:20 - 00:39 00:40 - 00:45 00:46 - 01:04
Bijlagen geen
Fiche leerkracht fiche 11
Speel je mee?
strook 16 - 18
KINDERSPELEN (1:00/1:31/1:17) Aantal leerlingen klassikaal
Tijd 30’
Materiaal- afbeelding Kinderspelen Bruegel (zie bijlage) - knikkers, bikkels (of steentjes), hoepel en stok - werkschrift en schrijfgerief
Leeftijd vanaf 2e leerjaar
Wat is de opdracht ?
Referentie 16-18- MARINUS DE JONG: Kinderspelen: Knikkeren - 0.37, Bikkelen - 1.04, Hoepelen - 0.54 Kinderspelen opus 65 - Dirk Rombaut, piano.
Achtergrond info Marinus de Jong werd geboren in Nederland (1891), maar nam later de Belgische nationaliteit aan. Hij stierf in 1984. In 1973 koos Marinus de Jong 25 kinderspelen uit dat schilderij van Bruegel en schreef er muziek bij.
Wat vertelt de componist hierover? Knikkeren: Je hoort het schudden met de knikkers, de knikkers worden weggeschoten en rollen naar mekaar toe, botsen en komen tot stilstand. Bikkelen: Je hoort het schudden met de bikkels, het opgooien en weer opvangen. Gebonden melodietjes (gooien) worden afgesloten met een korte noot (opvangen).
- Welke muziek past bij welk spel?
Hoepelen: Je hoort de draaiende beweging van de hoepel en het tikken van het stokje dat de hoepel in beweging houdt.
Tips
Verbetersleutel
Op het internet vind je heel wat lesideeĂŤn rond het schilderij van Pieter Bruegel. Geef Bruegel kinderspelen als zoekterm in.
a/ Bikkelen - strook 17
Op www.kinderwereld.net/infoSpel/ vind je uitleg bij verschillende oude spelen. Met eenvoudig materiaal kan je deze spelletjes spelen in de klas. Richt verschillende speelhoeken in, waar het materiaal en de spelregels klaarliggen en laat de leerlingen de oude spelen weer ontdekken. Je hoeft je daarbij niet te beperken tot drie spelen.
Bijlagen
b/ Knikkeren - strook 16 c/ Hoepelen - strook 18
Schilderij Kinderspelen
Op www.sacrecch.be/net_cursus/ kinderspelen.htm vind je een leuk combinatiespel: enkele spelen uit het schilderij van Bruegel staan afgebeeld. Aan jou om te raden welk spel het is. Je kan kiezen uit een lijstje.
Verwijzing eindtermen 1.2., 2.3., 2.5., 6.2., 6.3.
Fiche leerkracht fiche 12
Speel je mee?
KINDERSPELEN (1:00/1:31/1:17)
strook 16 - 18 (bijlage)
Bijlage
Fiche leerkracht fiche 12
Draaien als een tol
strook 19
DE TOL (1:03) Aantal leerlingen klassikaal
Tijd 25’
Materiaal-
Referentie 119-GEORGE BIZET: De Tol (uit Kinderspelen) Uit Jeux d’Enfants opus 22: Impromptu (La Toupie) - Orchestre National de France o.l.v. Seji Ozawa.
Achtergrond info
- verschillende tollen - papier - potlood en kleurpotloden
De Franse componist George Bizet schreef ‘Kinderspelen’ oorspronkelijk voor piano (vierhandig), daarna voor orkest. Het is een suite (compositie bestaande uit verschillende, samenhangende delen) van 5 delen: trommel en trompet, de pop, de tol, vadertje en moedertje en de bal.
Leeftijd
Wat vertelt de componist hierover?
vanaf 1e leerjaar
De violen lanceren de tol en evoceren daarna het suizen van de tol. De houtblazers spelen hierbij een lichte, dansachtige melodie. De tol valt stil en wordt opnieuw opgedraaid (de melodie gaat van laag naar hoog, 00:25-00:30) en wordt weer gelanceerd (00:31). Je hoort de tol nu opnieuw suizen en dansen, stilvallen en opgedraaid worden. Tot slot wordt de tol opnieuw gelanceerd (00:59), maar nu stopt de muziek plots.
Wat is de opdracht ? - Kijk naar de beweging van een tol. - Teken de bewegingen van een tol.
Bijlage geen
Tips - Deze activiteit kunnen oudere leerlingen ook in kleine groepjes uitvoeren, met een minimum aan begeleiding. - Het is altijd leuk om oude volksspelen in de klas te halen. Je kan deze op vele plaatsen huren. De toltafel is een leuk spel om de beweging van de tol te bekijken.
Verwijzing eindtermen 1.2., 1.4., 1.6., 2.1., 2.3., 6.2., 6.3.
Fiche leerkracht fiche 13
Spelen met de poppen strook 20
SERENADE VOOR DE POP (2:21) Aantal leerlingen klassikaal. onder opdracht 4 kunnen kleine groepjes gevormd worden.
Tijd 20’
Materiaalgeen
Leeftijd vanaf 1e leerjaar
Wat is de opdracht ? Op muziek met de pop spelen.
Wat hoor je in de muziek ? De piano speelt heel lichte en lieflijke klanken. Het is de dans van de pop.
Referentie 20- CLAUDE DEBUSSY: Het Kinderhoekje: Serenade van de pop Children’s Corner: Serenade for the Doll - Simon Trpčeski, piano.
Achtergrond info Het Kinderhoekje is een verzameling van 6 pianostukjes uit de leefwereld van kinderen. Debussy verwerkte hierin zijn herinneringen aan zijn onschuldige jeugdjaren. Hij schreef het werk voor zijn dochter Chouchou. Hoewel hij een Franse componist was, zijn de titels in het Engels. Het kindermeisje van zijn dochter was Engelstalig. 1. Doctor Gradus ad Parnassum 2. Jimbo’s Lullaby 3. Serenade for the Doll 4. The Snow is Dancing 5. The Little Shepherd 6. Golliwogg’s cakewalk.
Wat vertelt de componist hierover? De korte, snelle noten in de begeleiding zorgen voor een licht karakter. Staccato (noten kort maken) en legato (noten gebonden) melodieën wisselen elkaar af. Er zijn zelden scherpe samenklanken en de lage tonen van de piano worden vermeden.
Bijlagen geen
Tips - Begeleid de leerlingen goed bij het maken van het toneelstukje: laat ze eerst beslissen welke situatie ze uitbeelden, oefen eerst met woorden en vervang ze dan door duidelijke bewegingen. - Gebruik de muziek altijd als inspiratiebron.
Verwijzing eindtermen 2.1., 2.3., 3.5., 3.6., 3.7., 6.2., 6.3., 6.4., 6.5.
Fiche leerkracht fiche 14
Gekke loopjes
strook 21
GOLLIWOGS KOEKENDANS (2:52) Aantal leerlingen klassikaal.
Referentie 21- CLAUDE DEBUSSY: Het Kinderhoekje: Golliwogs Koekendans Children’s Corner: Goliwogg’s Cake-walk - Simon Trpčeski, piano.
Tijd 25’
Materiaaleen open ruimte
Leeftijd Vanaf 3e leerjaar
Achtergrond info Het kinderhoekje is een verzameling van 6 pianostukjes uit de leefwereld van kinderen. Debussy verwerkte hierin zijn herinneringen aan zijn onschuldige jeugdjaren. Hij schreef het werk voor zijn dochter Chouchou. Hoewel hij een Franse componist was, zijn de titels in het Engels. Het kindermeisje van zijn dochter was Engelstalig. 1. Doctor Gradus ad Parnassum 2. Jimbo’s Lullaby 3. Serenade for the Doll 4. The Snow is Dancing 5. The Little Shepherd 6. Golliwogg’s cakewalk Golliwogg is een zwarte lappenpop uit de Victoriaanse tijd. Later werd het een scheldwoord voor zwarten.
Wat is de opdracht ? Bedenk gekke loopjes.
Tips - Laat het filmpje ‘Ministry of silly walks’ van Monty Python zien (YouTube), zonder geluid, maar met Debussy’s Cakewalk als begeleidende muziek. In dit filmpje heeft elk personage een gek loopje. - Als je aan het einde van de activiteit een wedstrijd organiseert, kan je misschien ook een stuk cake als hoofdprijs weggeven.
Wat vertelt de componist hierover? De cakewalk is een dans die oorspronkelijk werd gedanst door de zwarte slaven in Amerika. Zij imiteerden de stijve Europese dansen, maar maakten hierbij zo’n overdreven bewegingen, dat het een komisch effect had. De zwarte maakten hier graag een wedstrijd van met als hoofdprijs een stuk cake. Het jazz-achtig thema illustreert dit goed. Een cakewalk is nu ook een gekke kermisattractie met bewegende trappen, rolpaden, …(Kakkewalk).
Bijlagen Afbeelding van een Golliwog-pop
Verwijzing eindtermen 2.1., 2.3., 4.1., 4.4., 6.2., 6.3., 6.4., 6.5.
Fiche leerkracht fiche 15
Gekke loopjes
GOLLIWOGS KOEKENDANS (2:52)
strook 21(bijlage)
Bijlage
Fiche leerkracht fiche 15
Poppemie en soldaatje strook 23
DE SPEELGOEDWINKEL (4:10) Aantal leerlingen klassikaal
Tijd 30’
Materiaal- verhaal in bijlage - prenten uit de bijlage
Leeftijd vanaf 2e leerjaar
Wat is de opdracht ?
Referentie 23- CLAUDE DEBUSSY: stukje uit De Speelgoedwinkel (uit De Doos van Joujoux) - La Boîte à Joujoux: Le magasin de jouets - Orchestre Nationale de l’ORTF o.l.v. Jean Martinon .
Achtergrond info La Boîte à joujoux was oorspronkelijk geschreven voor piano (1913) en in 1919 als een ballet voor kinderen uitgevoerd. Scenario was van André Hellé, die ook voor de tekeningen zorgde (in bijlage). De muziek is van Debussy. Die hield erg veel van speelgoed. Het ballet bestaat uit 4 delen: le magasin de jouets (waaruit je een fragment beluistert), le champ de bataille, la bergerie à vendre en après fortune faite. Doorheen de scènes strijden de dappere Soldaat en de gemene Poesjenel voor de liefde van Poppemie… Op de markt vind je vaak versies met verhaal, hoewel dat oorspronkelijk niet voorzien was.
Wat vertelt de componist hierover?
Beeld het verhaal uit aan de hand van prenten.
De muziek volgt het verhaal op de voet, als bij een film. De sferen wisselen zeer vlug. Aan het begin van het fragment hoor je de melodie van Le Petit Nègre, een bekend pianowerkje van Debussy.
Wat hoor je in de muziek ?
Verbetersleutel
Het orkest beeldt het verhaal van Poppemie en Soldaatje uit: je hoort wisselende stemmingen en sferen, soms licht en vrolijk, soms als een mars, soms verdrietig,… Het lijkt op filmmuziek.
Opgelet, het volledige verhaal in bijlage wordt normaal over de vier delen van het ballet verteld. Wij plakken het nu op het eerste deel. Oefen het uitbeelden eerst zonder muziek. Laat de bewegingen vanuit de leerlingen komen. Spreek een duidelijk teken af om naar de volgende prent te gaan, de leerlingen zullen dit niet altijd goed horen aan de muziek.
Tips Oudere leerlingen kunnen het verhaal zelf lezen en uitbeelden bij de muziek.
Bijlagen - Samenvatting van het verhaal - Prenten bij het verhaal
Verwijzing eindtermen 2.1., 2.3., 4.1., 4.4., 6.2., 6.3., 6.4., 6.5.
Fiche leerkracht fiche 16
Poppemie en soldaatje strook 23 (bijlage 01)
DE SPEELGOEDWINKEL (4:10) Bijlage
Verhaal van la Boite à Joujoux. Ballet van André Hellé op muziek van Debussy. Pianoversie uit 1913. Orkestversie 1918 (afgewerkt door Caplet) prelude In een speelgoedwinkel liggen Harlekijn, Pierrot, drie poppen en Poesjenel te slapen. Eerste scene Een van de poppen wordt wakker, doet het licht aan, stapt naar een grammofoon en zet muziek op. Iedereen danst. Er wordt meer en meer speelgoed bijgehaald. Het deksel van een grote houten doos gaat open en een houten soldaat steekt nieuwsgierig zijn hoofd naar buiten. Een van de poppen gooit een bloem recht voor de ogen van de soldaat. De soldaat raapt de bloem op, kust ze maar de pop loopt spottend terug naar Poesjenel. Poesjenel geeft de soldaat een mep op de neus. Een heel leger soldaten met een kapitein voorop komt uit de doos. Het daglicht breekt door. Het hoofd van een voorbijganger verschijnt door het venster. Iedereen gaat vlug weer slapen. Tweede scene Poesjenel flirt met de pop. De pop vraagt een trouwring. Het leger treedt aan. Poesjenel haalt er poppen bij. Veldslag. De soldaat met de bloem is gewond. De bloem ligt aan zijn hart. Poesjenel komt langs, lacht met de gewonde soldaat en neemt zijn geweer af. De pop blijft bij hem en verzorgt zijn wonden. In de verte klinkt feestmuziek. Derde scène Een desolaat landschap met een schaapsstal ‘te koop’. De soldaat met pop ontmoeten de schaapsherder. De pop koopt twee schapen. Een ganzenhoedster komt langs, pop koopt twee ganzen. Soldaat en pop kussen elkaar. Vierde scene Twintig jaar later. Soldaat is gehuwd met pop. Ze hebben een reeks kinderen. Poesjenel is sherrif geworden.
Fiche leerkracht fiche 16
Poppemie en soldaatje
strook 23 (bijlage 02)
DE SPEELGOEDWINKEL (4:10) Bijlage
Midden in de nacht wordt de speelgoeddoos geopend. Alle poppen komen tot leven.
Poppemie gooit een roos naar de soldaat. De soldaat wordt meteen verliefd op Poppemie.
Poesjenel laat dit niet gebeuren. Er komt een heel leger uit de doos. Er ontstaat een oorlog.
Fiche leerkracht fiche16
Poppemie en soldaatje DE SPEELGOEDWINKEL (4:10)
strook 23 (bijlage 03)
Bijlage De soldaat raakt gewond, en drukt de roos van Poppemie aan zijn hart.
Poppemie kiest voor Soldaatje.
Ze leefden nog lang en gelukkig en kregen vele kinderen‌
Fiche leerkracht fiche16
LAPPENPOP EN POESJENEL strook 24 - 25
ARME LAPPENPOP EN POESJENEL (2:07/1:37) Aantal leerlingen
Referentie
- klassikaal - individueel (poppen maken) - duo (verhaal spelen)
24-25- HEITOR VILLA-LOBOS: Baby’s Familie: De arme lappenpop O Poesjenel - 1.31 A prole do bébé n°1: A Pobresinha & O Polichinelo Cristina Ortiz, piano.
Tijd
Achtergrond info
100’
Heel wat componisten maken hun beste muziek met kinderen in hun hoofd. Ook de Braziliaanse componist Heitor Villa-Lobos. Hij hield veel van kinderen ook al had hij er zelf geen. Hij schreef twee bundels onder de titel A prole do bébé. Deze pianostukjes sluiten aan bij de kinderwereld, wat niet wil zeggen dat het kindermuziek is. De meeste zijn verduiveld moeilijk te spelen en vaak stug modernistisch van stijl. Kinderen worden wel snel aangesproken door de ingewikkelde ritmes. Ze voelen ook aan hoe elk stukje een ander verhaal vertelt.
Materiaal- werkschrift, schrijfgerief - verschillende stofrestjes, een oude sok, wol, knopen, … - houten lepels, kurken, stokjes, latjes, karton, lijm en verf
Leeftijd alle leerjaren
Pulcinella is de stamvader van Jan Klaassen en de Antwerpse Poesjenel. Hij is een figuur uit de commedia dell’arte, waar hij de rol van komische bediende vervult. Pulcinella is een boertig type, met een gebochelde rug. Hij draagt een halfmasker, een wit pak en een puntmuts waarvan de top meestal naar voren valt (zie ook afbeelding cd-boekje). Hij is altijd vindingrijk (zeker als het in zijn voordeel is) en kakelt als een kip. Als Pulcinella in de poppenkast vecht, dan bestrijdt hij het onheil.
Wat is de opdracht ?
Wat vertelt de componist hierover?
- Luister naar de muziek. - Maak een pop. - Verzin een verhaal. - Speel poppenkast.
In ‘Baby’s familie’ brengt Villa-Lobos acht poppen en negen speelgoeddieren tot leven in evenveel pianostukjes. Dieren als: kakkerlak (help!), kat, muis, hond, paard, koe, vogel, beer en wolf. De poppen zijn: een blanke, een bruine, een indiaanse, een zwarte, een arme, een heks en Poesjenel. Elk dier en elke pop is gemaakt uit ander materiaal: papier, klei, rubber, hout, stof, noem maar op. Elke pop kreeg een naam, kleur en materiaal. Die aanduidingen passen bij de verschillende bevolkingsgroepen van Brazilië in de 19e eeuw. Bij elke pop past ook een andere sociale status. Artur Rubinstein, een van de bekendste pianisten ter wereld, hield van deze stukjes. Poesjenel was het bisnummer van zijn allerlaatste concert.
Tips Het poppenspel kan als dialoog opgeschreven worden. Vooraf even de mogelijkheden van elke pop onderzoeken: kan de pop bang, vrolijk, boos, verdrietig zijn? Hoe praat de pop? (stemmetjes verzinnen). Deze activiteiten kunnen ook in de eerste graad.
Verwijzing eindtermen
Verbetersleutel Nr. 25 = Poesjenel Nr. 24 = de arme lappenpop.
Bijlagen geen
1.2, 1.4, 1.5, 2.1, 2.3, 3.5, 3.6, 6.4
Fiche leerkracht fiche 17
Kijk eens uit het raam
strook 26
HET TREINTJE VAN CAIPIRA (4:31) Aantal leerlingen klassikaal
Tijd 30’
Materiaal- tekenmateriaal - foto’s landschappen (in bijlage)
Leeftijd Alle leeftijden, bij de jongste kinderen slechts één of twee foto’s; bij de anderen meer foto’s met meer details
Referentie 26- HEITOR VILLA-LOBOS: Het treintje van Caipira Bachianas Brasileiras nr 2: Toccata- O trenzinho do Caipira - Orchestre de Paris o.l.v. Paul Capalongo.
Achtergrond info De inspiratie voor “Het treintje van Caipira” was een treinrit die de Braziliaanse componist Villa-Lobos ondernam naar het binnenland. Deze rit vervoerde bessenplukkers en landbouwers in de Braziliaanse provincie São Paulo. Caipira is ook de naam voor de ongeschoolde mensen van het platteland. De taal die ze spreken, heet ook Caipira, het is van accenten verschillend van het Portugees. Daarvan afkomstig is Caipirinha: de wereldwijd bekende cocktail. In juni 1930 keerde Villa-Lobos na zijn studies in Parijs terug naar zijn vaderland Brazilië. Van kinds af had hij een grote interesse voor de universele kracht van Bachs muziek. Hij zag stilistische overeenkomsten met de Braziliaanse muziek, vooral in de melodiebehandeling. Hij kwam op het idee ze allebei te combineren. Binnen een tijdsbestek van 15 jaar schreef hij negen Bachianas Brasileiras. Het treintje van Caipira komt uit de tweede. De term Toccata verwijst naar de erfenis van Bach.
Wat vertelt de componist hierover? Wat is de opdracht ? Kijk en teken daarna een landschap.
Tips Met slaginstrumenten, schudbusjes, doosjes allerhande, kan je het geluid van een rijdende trein nabootsen. Je plaatst verschillende ritmes boven elkaar en herhaalt die steeds. Eerst langzaam en dan steeds sneller, tenslotte weer langzamer tot de trein stil staat. Maak van de tekeningen een powerpoint-presentatie, de muziek is dan de soundtrack.
O Trenzinho do Caipira’ is een mini-symfonisch gedicht. Het beschrijft een treintje dat al puffend en hijgend de bergen op klimt. Villa-Lobos gebruikt onder meer een guiro (slagwerkinstrument dat een raspend geluid maakt). Het wordt veelal gemaakt van een gedroogde, uitgeholde kalebas waarin over heel de lengte dwarse inkepingen gemaakt zijn. Met een stokje wordt hierover geschraapt. In Latijns-Amerika wordt het vaak gebruikt in salsa.
Verbetersleutel Tekeningen vergelijken met de foto’s.
Bijlagen Voorbeeldfoto’s
Verwijzing eindtermen 1.2, 1.3, 1.4, 1.6, 2.1, (2.2), 2.3
Fiche leerkracht fiche 18
Kijk eens uit het raam
HET TREINTJE VAN CAIPIRA (4:31)
strook 26 (bijlage01)
Bijlage
Fiche leerkracht fiche 18
Kijk eens uit het raam
HET TREINTJE VAN CAIPIRA (4:31)
strook 26 (bijlage 02)
Bijlage
Fiche leerkracht fiche 18
Toeters en bellen
strook 27
EEN AMERIKAAN IN PARIJS (3:20) Aantal leerlingen klassikaal
Referentie 27- GEORGE GERSHWIN: Een Amerikaan in Parijs (begin) An American in Paris - London Symphony Orchestra o.l.v. André Previn.
Tijd 30’
Materiaal- toeters en bellen (en alles waarmee je ritmische geluiden kan maken: fluitjes, stokjes...) - foto’s van Parijs (zelf te zoeken)
Leeftijd vanaf 3e leerjaar
Achtergrond info De Amerikaanse componist George Gershwin bezocht Parijs in 1920. Al wie van kunst hield, moest daar zijn. Parijs was ‘hot’ in die dagen. Hij schreef er een vrolijk stuk muziek over: Een Amerikaan in Parijs, met luidtoeterende auto’s en ergens tussendoor een fluitende Amerikaan. (Misschien komt die melodie je wel bekend voor, er bestaan alleszins heel wat volkse teksten op).
Wat vertelt de componist hierover? Naast Parijs was het schilderij Cabaret Excelsior van Joseph Mompou ook een bron van inspiratie voor Gershwin.
Verbetersleutel In het eerste deel zijn er 12 groepjes van drie keer toeteren. (In het tweede deel: 8).
Bijlagen Een toeterpartituur
Wat is de opdracht ? - Wandel als een Amerikaan. - Toeter mee. - Vertel over Parijs.
Tips geen
Verwijzing eindtermen 2.1, 2.2, 2.3, 2.4.
Fiche leerkracht fiche 19
Toeters en bellen.
EEN AMERIKAAN IN PARIJS (3:20)
strook 27 (bijlage)
Bijlage Toeterpartituur Deel 1
;;; ;;; ;;; ;;; ;;; ;;; ;;; ;;; ;;; ;;; Deel 2
;;; ;;; ;;; ;;; (Hier hoor je een tuba samen met een xylofoon)
;;; ;;; ;;; ;;;
Fiche leerkracht fiche 19
Een ontmoeting in Parijs strook 28 - 31
PIÀ EN FRANCETTE (1:06/1:03/1:22/1:06) Aantal leerlingen klassikaal
Referentie 28-31/ HEITOR VILLA-LOBOS: uit Francette en Pià: Pià est venu en France / Pià a vu Francette / Pià a parlé à Francette / Pià et Francette jouent ensemble
Tijd 50’
Materiaal- werkschrift - schrijfgerief
Leeftijd vanaf 3e leerjaar
Débora Halász, Piano
Achtergrond info De Braziliaanse componist Heitor Villa-Lobos (1887-1959) beweert dat hij op een van zijn reizen door Brazilië gevangen genomen werd door indianen. Die zouden hem gespaard hebben dankzij zijn muziek. Waar of niet? Het is een feit dat hij verschillende reizen naar het binnenland ondernam. Daardoor was hij goed op de hoogte van de niet-klassieke Braziliaanse muziek, de muziek van de lokale bevolking. Hij verwerkte die in zijn latere composities.
Wat vertelt de componist hierover? Heitor Villa-Lobos leefde van 1923 tot 1930 in Parijs, waar hij de pianiste Marguerite Long leerde kennen. Voor haar leerlingen schreef hij eenvoudige pianostukjes. Tien in totaal. Op de cd staan de eerste vier. Ze gaan over een indiaantje (Pià) en een Frans meisje (Francette). Het is net een stripverhaal. Het gaat zo. Pià komt aan in Parijs (28) en maakt kennis met Francette (29). Ze praten met elkaar (30) en worden dikke vrienden (31).
Wat is de opdracht? - Kies: uit het land van de indianen of uit Frankrijk? - Welk lied heeft zich verstopt ? - Verzin het gesprek tussen Pià en Francette.
Tips Het bekende liedje van 29 is: Au clair de la lune. In nummer 30 klinkt: Le bon roi Dagobert qui porte sa culotte à l’envers. Misschien kan je ze zingen en daarna weer vergelijken met de opname. http://kda.wikia.com/wiki/Au_clair_de_ la_lune http://www.dailymotion.com/video/ x35l27_au-clair-de-la-lune-mon-amipierrot_blog http://fr.wikipedia.org/wiki/Le_Bon_Roi_ Dagobert (doorklikken naar chanson) http://www.youtube.com/ watch?v=7d_7Q5hYO_I&hl=nl.
Het verhaal gaat dan als volgt verder: Maar dan moet Pià naar de oorlog (alweer dat vechten!). Francette is triestig. Pià komt terug, Francette is blij! (niet op deze cd). In al deze stukjes zitten volksliedjes verwerkt.
Verbetersleutel 28. 00:00 tot 00:20 Indiaans (je hoort een regendans). 00:20 tot 00:42 Frans (je hoort een Frans volksliedje). Enkele leerlingen hun keuze laten verwoorden. 29. Antwoorden vergelijken (alles is juist, tenminste als er een logische uitleg aan wordt gegeven) Pià: een (droevig) verhaal. Francette: vlot, opgewekt antwoord. Is een bekend Frans volksliedje: Au clair de la lune. Pià: vertelt nog even verder (weer droevig) Francette: klinkt nu ook veel droeviger. 30. Laat enkele gesprekjes voorlezen als een dialoog. Wanneer de kinderen goed geluisterd hebben, krijg je deze structuur. Pià: een avontuurlijk, nogal droevig verhaal. Francette: vlot, opgewekt antwoord. Je hoort: Le bon roi Dagobert qui porte sa culotte à l’envers. Pià: vertelt nog even verder (weer droevig) Francette: klinkt nu ook wat somberder. 31. Frans of indiaans? Niet meer uit elkaar te halen.
Verwijzing eindtermen 2.1, 2.3, 2.4, 2.5.
Fiche leerkracht fiche 20
Cowboys dansen ook
strook 32
HOE-DOWN (4:10) Aantal leerlingen klassikaal
Referentie 32- AARON COPLAND: Finale: Hoe-down (uit Rodeo) Saint Louis Symphony Orchestra o.l.v. Leonard Slatkin.
Tijd 25’
Materiaalcowboyhoed
Leeftijd vanaf 2e leerjaar
Achtergrond info Aaron Copland maakte een ballet rond een problematiek die leefde in begin van de pionierstijd: hoe een geschikte echtgenoot vinden. Copland gebruikt in dit stuk heel wat melodieën uit de volksmuziek. Op YouTube vind je de versie op soloviool die Copland gebruikt heeft om dit stuk te componeren. http://www.youtube.com/watch?v=1yeQucos9-M De partituur van dit stukje (Bonyparte) vind je op http://www.traditionalmusic.co.uk/our-singing-country/our-singing-country%20-%200155.htm
Wat is de opdracht ? Dans mee met de cowboys.
Dezelfde melodie werd ook nog door andere muzikanten bewerkt. http://www.youtube.com/watch?v=N0FuFfcCZiE
Tips
Wat vertelt de componist hierover?
Op 01:33 begint een nieuwe dansmelodie (zie bijlage), deze melodie is veel hoekiger dan de eerste, laat de kinderen daar bewust op zoek gaan naar andere bewegingen.
In het zuidwesten van Amerika is de Rodeo op zaterdagnamiddag een traditie. Op ranches, op markten en in de steden komen de boerenknechten bijeen om zich te meten in het lassodraaien en -werpen. Op afgelegen ranches bestond het publiek uit collega’s, een handvol meiden en de meest nabije buren die dan nog tot 80 mijl moesten rijden. Op de rodeo in de namiddag volgt een dansavond. De pianopartij is geïnspireerd op de typische honky-tonkpiano.
Verwijzing eindtermen 2.1., 2.3., 4.1., 4.3., 4.4., 4.5., 6.3., 6.4., 6.5.
Verbetersleutel Alle bewegingen kunnen, denk aan ook stapbewegingen (O-benen), draaibewegingen met de arm. Indien je de dans meer wilt structureren, kan je telkens op een teken (tik op een houten blokje) de hoed laten doorgegeven.
Bijlagen Miss Mc Leod’s reel (melodie vanaf 01:33)
Fiche leerkracht fiche 21
Cowboys dansen ook
HOE-DOWN (4:10)
strook 32 (bijlage)
Bijlage
Fiche leerkracht fiche 21