8 minute read
“Met goede routines moet je minder brandjes blussen”
from Klasse Magazine 032
by klasse.be
Klasmanagement kan je leren. En toch stappen leraren met een gebrek aan tools de klas binnen. Expert gedragsmanagement Tom Bennett hamert op de preventieve kracht van regels en routines. “Die zorgen – net zoals in het verkeer – voor vrijheid, veiligheid en verbinding.”
Je was vroeger manager van nachtclubs. Hoe rolde je naar de klas?
Tom Bennett: “Op mijn dertigste was ik het nachtleven in Londen beu. Clubs runnen klinkt spannend, maar het zijn ruwe plekken en je bouwt er niks op met de klanten. Ik miste een doel, ik wilde iets betekenen voor jonge mensen.”
“Ik managede portiers en barmannen, zette dronkaards en duistere figuren aan de deur. Sociale interactie, discipline en zelfregulatie kennen weinig geheimen voor me, dacht ik. Dat komt van pas in het onderwijs. Toch ging ik als leraar hard op mijn bek, vijf jaar lang. Ik was ongetraind en hulpeloos. Mijn leerlingen dreven de spot met mij, mijn Schots accent en mijn grappen.”
“Goedbedoeld advies zoals: ‘Je moet je eigen stijl nog vinden’ of ‘Wacht tot ze je beter leren kennen’, zette geen zoden aan de dijk. Lessen observeren van meer ervaren collega’s bood ook geen uitweg. Als starter zie je de subtiele ingrepen niet waarmee die rust creëren. Alles lijkt vanzelf te gaan en je denkt ontmoedigd dat jij een magische gave mist.”
Geen controle over de klas, is dat een vaak voorkomende reden om te stoppen als leraar?
Tom Bennett: “Ja. Als we aan Britse leraren vragen waarom ze er de brui aan geven, zit leerlingengedrag in de top vijf. Dat mag niet verbazen: je les onderbreken, leerlingen berispen en achteraf met ouders bellen, slorpt energie op. En het blijft helaas lastig om aan de directeur of collega’s hulp te vragen als een klas je het leven zuur maakt. Gek genoeg kreeg ik in de lerarenopleiding slechts één les over klasmanagement en de adviezen waren weinig waardevol. Zoals: focus op de relatie met lastige leerlingen. Maar daarmee deed ik wie wel luisterde zwaar tekort.”
“Over klasmanagement doen nog altijd foute ideeën de ronde. De eerste: je leert de kneepjes al doende. Hoezo? We sussen chirurgen toch ook niet met de boodschap dat die een essentieel jobaspect zelf moeten uitzoeken? Een ander idee-fixe is dat leerlingen wél luisteren als je je les goed voorbereidt of dat ze je pas respecteren als je eerst een goede band met hen opbouwt. Maar zoiets duurt weken, soms maanden. Op die tijd kan je klas al helemaal losgeslagen zijn. Correcter is dat je geen goede band krijgt zonder goede, consequent nageleefde afspraken.”
“Tot slot klinkt het overal dat leerlingen moeilijker worden, dat ouders lakser opvoeden en dat onze maatschappij anders is dan vijftig jaar geleden. Maar gedragsmanagement is een eeuwenoude uitdaging. Zelfs de oude Grieken schreven al dat de jeugd tegenspreekt, lui is en niet luistert.”
Hebben sommige leraren niet gewoon meer aanleg om een klas onder controle te houden?
Tom Bennett: “Ongetwijfeld helpen karaktereigenschappen zoals volharden, zelfzekerheid uitstralen of rustig blijven onder druk. De ene leraar heeft dat wat meer dan de andere. Maar je kan ze trainen en ze zijn niet allesbepalend. De echte sleutel ligt in voorspelbaarheid. Laat leerlingen weten dat je om hen geeft. Dat je daarom sommige dingen niet toelaat en andere met aandrang vraagt. Als je dat uitlegt en consequent handhaaft, krijg je de groep mee.”
Goed gedrag moet je dus aanleren. Waarom is het zo cruciaal?
Tom Bennett: “Eén: voor de veiligheid van je leerlingen. Ik legde mijn klassen dit gedachte-experiment voor: wat doe je in een wereld zonder wetten? Eerst verzinnen ze leuke dingen. Dan vroeg ik door: wat als die toestand weken aanhoudt? Of drie maanden? Je eindigt met leerlingen die ondergrondse bunkers willen bouwen of naar een onbewoond eiland willen varen, uit angst dat de sterksten de macht grijpen.”
“Twee: als je wil dat leerlingen leren, is rust een basisvoorwaarde. Niemand wint bij een chaotische klas. Je bevrijdt dan als leraar niet de ziel van de leerlingen, maar beknot leerkansen. Ten derde: goed gedrag is een gewoonte. Sommige kinderen leren dat thuis, andere niet. Die laatsten starten met een achterstand, zonder dat het hun fout is. Want gedragsregels toepassen, leidt tot meer succes op school.”
“Daarom is de start van het schooljaar belangrijk. Zelfs de 1-september-speech van de directeur is een gouden kans om routines te starten. Vertel dat je wil dat iedereen slaagt, maar dat daarvoor enkele afspraken nodig zijn. Som die op en formuleer ze positief. Zeg niet: ‘Maak er geen potje van in de refter’, maar wel: ‘We willen dat je borden proper stapelt.’ Gedrag is leerstof. Je moet het kinderen aanleren, net zoals geschiedenis of aardrijkskunde.”
Zijn routines de hoeksteen van goed gedragsmanagement?
Tom Bennett: “Ja. Te vaak blussen leraren de brand als de problemen zich stellen. Maar met routines, een reeks van opeenvolgende acties, doe je aan brandpreventie: je voorkomt dat je klas in lichterlaaie staat. ‘Als we binnenkomen, hangen we onze jas aan de stoel en zetten we onze tas op de grond. Daarna nemen we ons boek en kijken we naar de oefening op het bord.’”
“Train routines tot automatismen. Maak duidelijk wat je precies bedoelt met ‘rustig werken’ of met het onderscheid tussen stille stem, groepjesstem en presenteerstem. Doe de normen zelf voor: kom op tijd, verontschuldig je als je een fout maakt. Zo toon je dat je je excuses kan aanbieden zonder je waardigheid te verliezen. Klinkt dat kinderachtig voor zestienjarigen? Toch hebben ook zij regels en routines keihard nodig.”
Wekt die focus op regels soms weerstand op? Hoe overtuig je collega’s die routines koud en beklemmend vinden?
Tom Bennett: “In een maatschappij gaan we een sociaal contract aan, we houden ons aan afspraken. Daardoor ervaren we net vrijheid. Denk aan het verkeer. Zonder regels en boetes voor overtreders reken je op de goodwill van alle bestuurders. Maar dan claimen sommige het recht van de sterkste en krijgen we chaos en botsingen.”
“Net als chauffeurs maken ook kinderen niet allemaal vanzelf de juiste keuzes. Regels zijn niet optioneel, maar net broodnodig voor ieders veiligheid, vrijheid en verbinding. En structuur is niet koud, maar de warme basis voor hoge verwachtingen waarbij geen enkele leerling het slachtoffer wordt van een lastige klas. Je wint er bovendien lestijd mee, die je aan fijne, creatieve dingen kan besteden.”
Je raadt leraren aan om ‘scripts’ in te oefenen. Wat bedoel je daarmee?
Tom Bennett: “Als starter ben je vooral bezig met je lesinhoud: heb ik genoeg stof en methodieken om een uur te vullen? Verstoort iemand je les, dan maak je je kwaad, negeer je die leerling of sta je met je mond vol tanden. Scripts leveren je zinnen om op terug te vallen. Voor een laatkomer kan dat zijn: ‘Ga zitten, we hebben het er later over.’ Kies één script en hou je daaraan, zodat het voorspelbaar wordt voor je leerlingen.”
“Veel situaties keren terug: leerlingen roepen antwoorden voor hun beurt of tokkelen op hun gsm. Schrijf daarvoor scripts uit en oefen die thuis voor de
Wie is Tom Bennett?
• adviseur gedragsmanagement voor het Britse ministerie van Onderwijs
• auteur van ‘Regie in de klas’ en grondlegger van ResearchED
• was 13 jaar leraar in East End Londen spiegel. Na een tijdje rollen ze vlot uit je mond. Geneer je niet om boodschappen te herhalen. Zo benadruk je wat je echt wil. Gebruik geen ironie of sarcasme als je leerlingen terechtwijst. Dat verwart hen.”
Wat als leerlingen routines aan hun laars lappen? Straf?
Tom Bennett: “Niet meteen. Bij kleine inbreuken maak je oogcontact of ga je naast de leerling staan. Helpt dat niet, dan noem je de leerling bij naam: ‘Komaan Levi, let eens op’, of je gidst zijn focus weer naar de opdracht: ‘Gisteren was je goed aan het werk, kan je dat vandaag ook?’”
“Reageren leerlingen daar niet op, dan word je assertiever: ‘Emma, ik wil niet dat je achterop raakt’ of ‘Als je de taak nu niet afmaakt, moet dat in de pauze.’ Levert dat nog niks op, dan kondig je aan dat je straf moet geven. Belangrijk: spreek straf uit zoals je een pizza bestelt. Neutraal en beheerst. ‘Je moet nu even de klas uit, Emma.’ Ga niet schreeuwen en laat je niet vermurwen als de leerling belooft toch braaf te zijn. Als je na al je waarschuwingen toch nog plooit, word je de snooze-knop van je leerlingen. Dan vragen ze je nog een aller-allerlaatste kans, en daarna nog één.”
Je stuurt die leerling de klas uit, de gang op?
Tom Bennett: “Zeker niet! Leerlingen spreken soms af dat ze zich buiten laten gooien om 10 uur. Ballingschap naar de gang mag hoogstens een paar minuten duren, om snel af te koelen bijvoorbeeld. Stuur ze niet naar de klas van een collega, want dan storen ze daar de les. In het beste geval voorziet de school een ruimte met toezicht, waar de leerling in stilte werkt. De toezichter knoopt geen praatjes aan met de leerling, laat die ook geen toets voor een vak later op de dag instuderen. Uit de klas gezet worden, mag nooit een voordeel opleveren.”
“Praten met leerlingen en begrip tonen, is heel belangrijk. Maar als je nooit verder gaat, krijgen ze het signaal dat je hun slechte gedrag niet zo heel erg vindt. Een straf hoeft niet loodzwaar te zijn: het kan een opstel zijn over beter gedrag of een klas opruimen.”
Is er naast discipline ook plaats voor beloningen en complimenten?
Tom Bennett: “De twee belangrijkste fundamenten in onderwijs zijn hoge verwachtingen en medeleven. Toon leerlingen dat ze belangrijk voor je zijn, dat je om hun succes en gedrag geeft. Stel je alleen hoge verwachtingen, zonder warmte, dan denken kinderen dat je hen haat. Leef je alleen met ze mee, zonder verwachtingen, dan vinden ze je een clown. Wees vriendelijk, maar blijf hun leraar.”
“Er is dus zeker plaats voor beloningen. Maar die zet je best inventief in, anders verliezen ze hun kracht. Reik de ene week een trofee uit aan de leerling die klasgenoten hielp, de week erop aan wie de woordenschat het beste beheerst. En onderzoek toont aan: een leerling belonen voor iets wat te simpel is, demotiveert. Je verwacht wel heel weinig van me, redeneert die dan. Iemand die altijd op tijd komt, moet je geen wortel voorhouden om weer stipt te zijn. Maar wie met timemanagement worstelt, geef je wel een stimulans. Leerlingen begrijpen best dat je beloningen personaliseert en alleen uitdeelt als iemand écht trots op zichzelf mag zijn.”
Over naar de grote crisissituaties in de klas. Hoe pak je die aan?
Tom Bennett: “Beter jaw jaw dan war war, zeggen de Britten. Beter blijven praten dan oorlog voeren. Zo werkt het ook in je klas. Roep niet: ‘Kalmeer nu!’ als iemand overstuur is. Woede is een biochemische reactie, die een sloot adrenaline vrijmaakt. Pas nadat een leerling stilvalt –in de klas, gang, toezichtruimte – kan je vragen stellen over de reden van zijn gedrag, en hoe hij in de toekomst beter wil doen.”
Moet alles van de leraar zelf komen? Hoe doorslaggevend is het schoolbeleid voor de rust in je klas?
Tom Bennett: “Het schoolreglement is de grootste prioriteit van een school. Je moet een visie hebben over goed gedrag en die communiceren naar leraren, leerlingen en ouders. Vaak gaat het over afspraken op de speelplaats, in de refter en gangen, maar schrijf er ook enkele richtlijnen over de klas in. Wat opvalt: goed gedrag kan je bereiken op veel verschillende manieren, maar chaos ziet er altijd hetzelfde uit.”
“Als leraar zal niet elke regel of routine je perfect liggen. Toch moet je de lijn mee bewaken. Als de school wil dat de leerlingen een rij vormen, laat ze dan niet chaotisch naar jouw lokaal lopen. Dan doe je jezelf de duvel aan, want je leert leerlingen dat er rek zit op de regels. Als meerdere leraren de regels met de voeten treden, heb je geen gemeenschap meer maar privéleraren in aparte lokalen.”
“Boven op het schoolreglement mag je wel eigen routines hebben. Wil je dat je leerlingen de eerste vijf minuten in stilte de vorige les overlopen? Kan perfect! Als die regels niet indruisen tegen die van de school, en elke leraar zijn routines handhaaft, krijg je een krachtige leeromgeving.”
Welke boodschap breng je aan leraren die op hun tandvlees zitten?
Tom Bennett: “Geef niet op. Klasmanagement kan je leren. Als starter slingerde ik van vriendelijk zijn naar streng en liet leerlingen soms wegkomen met slecht gedrag in de hoop dat ze zelf tot inkeer zouden komen. Dat hielp allemaal niet. Nu weet ik dat ik te weinig technieken meekreeg. Lesgeven wordt echt een stukje makkelijker als je de kracht van routines, scripts en regels kent.”
•
• was 6 jaar opleidingshoofd lerarenopleiding aan Howest Gent
• baseert het schoolbeleid rond klasmanagement op nieuwe autoriteit en routines