7 minute read
“Van verslag naar vakman: de route van onze leerlingen”
from Klasse Magazine 032
by klasse.be
Elke leerling zich maximaal laten ontwikkelen, met oog voor ieders tempo? Dat is de rode draad in Bubao Het Kompas. Directeur Sharelly Regina over betekenisvolle leeractiviteiten, leraren met een leesmicrobe en schildpadden die rust brengen.
De schooldeur valt zachtjes dicht achter mijn rug. Op weg naar het bureau van directeur Sharelly lees ik woorden in grote zwarte letters: ‘de gang’, ‘de trap’, ‘de kapstok’ en ‘de deur’. In de verte hoor ik een hamer tikken, een plankje dat in stukken gezaagd wordt, het geroezemoes van leerlingen en leraren. Creativiteit en warmte waait door het schoolgebouw in de Gentse Rabotwijk.
Onbekend Is Onbemind
“Bij de allereerste teen die je in deze school binnen steekt, moeten ouders en kinderen voelen hoe welkom ze zijn. Zeker hier. Want je kind naar het buitengewoon onderwijs sturen, is voor veel ouders een grote stap. Thuis ervaren ze weinig of geen moeilijkheden. Ze zien de sterktes: daar speelt hun kind als een ICT-expert met de gsm of zorgt het goed voor broers of zussen. Dat lezen of schrijven moeilijk loopt, merken de ouders veel minder op. Door de doorverwijzing ziet de toekomst er helemaal anders uit. De droom dat hun kind dokter of advocaat zal worden, ligt aan diggelen.”
“Hoe we zonder bruuskeren de overstap naar buitengewoon onderwijs in goede banen leiden? De zorgcoordinator, ouder(s) en leerling komen eerst op bezoek. Samen ontdekken we elkaar en de school. Ik maak als directeur graag tijd om tijdens dat eerste gesprek de leerling achter het CLB-verslag te leren kennen: ‘Wat vind je leuk op school? Wat gaat moeilijk?’ Door de leerling rechtstreeks aan te spreken, hoor ik die praten en krijg ik een beeld van wat die graag doet. Ik check ook of die zelf kan inschatten waar die sterk in is en waarvoor die hulp nodig heeft.”
“Na de rondleiding hoeft de ouder natuurlijk niet onmiddellijk te beslissen. De eerste horde is genomen: kijken en ervaren hoe de nieuwe school eruitziet. Tussendoor geven we ook mee dat veel van onze leerlingen goede werkkrachten worden. Beroepen met een accent op handvaardigheid, die gelijkwaardig en betekenisvol zijn in onze samenleving. Professionele tuinonderhoudsmensen of schilders verdienen met hun gouden handen goed hun boterham. En ze zijn fel gegeerd. ‘Bespreek het thuis nog even en slaap er een nachtje over’, zo sluiten we het eerste bezoek af. ‘En altijd welkom voor een tweede indruk.’”
Erbij Horen Is Een Basisrecht
“In buitengewoon onderwijs omarmt een multidisciplinair team de leerling: de klasleraar, orthopedagoog, logopedist, kinesist, opvoeder en maatschappelijk werker. We spitten samen het CLB-verslag tot op de bodem uit. Pas als we een correct en volledig beeld van de leerlingen hebben, kunnen we ontwikkelingsdoelen op maat selecteren en de match met de juiste groep maken.”
“Klasgroepen tellen hier acht tot twaalf leerlingen. Een groot verschil met een klas van vierentwintig in het reguliere onderwijs. Afhankelijk van je leeftijd en hoe sterk je in taal of wiskunde bent, sluit je bij een andere groep aan. Hier is het heel normaal dat je tien jaar bent en een stukje leerstof krijgt van het derde leerjaar. Voor een leerling is dat nieuw. In het reguliere onderwijs voelde die zich het buitenbeentje, hier hoort iedereen er altijd bij.”
“Heeft een kind toch even rust nodig of wil het alleen zijn? Dan kan het naar onze schildpaddenklas. De schildpadden in het aquarium missen hun rustgevend effect niet op de leerlingen. En wie nood heeft aan een extra babbel, kan terecht bij de opvoeder. Zij nodigt leerlingen uit om te vertellen waarom het even lastig of moeilijk is.”
“Die individuele aandacht doet écht iets met leerlingen. Onlangs liep een achttienjarige oud-leerling de school binnen. Hij vertelde eerst fier dat zijn familie naar een grotere woning verhuisde en biechtte daarna een probleem in de middelbare school op. Hij was geschorst en vond het unfair. Ik luisterde naar zijn verhaal. Zijn hartslag zakte, hij werd rustig. Daarna komt mijn boodschap aan hem beter binnen: dat elke situatie twee kanten heeft, dat het belangrijk is om vooruit te kijken, door te zetten en je best te blijven doen. ‘Jullie luisteren echt naar mij’, bedankte hij bij het buitengaan.”
DE GROTE BOEKEN-ENQUÊTE
“We zetten heel bewust in op Nederlands, omdat het voor 97% van onze leerlingen niet de thuistaal is. We starten heel laagdrempelig en met duidelijke instructies. Door woorden goed aan te brengen, te herhalen en vervolgens op voorwerpen te kleven breiden we hun woordenschat uit. De verteltafel krijgt een prominente plaats in de klas van de jongste leerlingen. Krachtige hulpmiddelen om woordenschat veel te oefenen. Hoe kunnen we thuistalen, een belangrijk stuk van hun identiteit, als opstap naar het Nederlands inzetten? Dat blijft een grote uitdaging en een moeilijke zoektocht. Een pasklare oplossing hebben we nog niet. Daarom blijven we ons verdiepen in onderzoek.”
“Onze leerlingen meer laten lezen, is een ander talig speerpunt van ons team. We maakten een sterke inhaalbeweging de voorbije jaren. De boeken die her en der verspreid stonden in onaantrekkelijke kasten kregen een grondige check: hoe oud zijn ze? Zijn ze representatief voor onze leerlingen? Raken ze onderwerpen aan die onze leerlingen boeien? Leerlingen en leraren vulden de ‘grote boeken-enquête’ in. Zo kregen we inzicht: welke genres en thema’s spreken onze leerlingen aan? Daarnaast zochten we naar financiële middelen om een centraal lokaal te transformeren tot een echte schoolbibliotheek. Broodnodig, want in deze wijk is geen openbare bibliotheek.”
“We spenderen meer tijd aan lezen in de klas. Kwartierlezen kwam boven op ons leesaanbod. Een fijne manier om elke dag nog meer te werken aan leesvaardigheid, woordenschat en leesplezier. Het geeft onze taalfocus extra wind in de zeilen. Enkele trekkers hadden de microbe eerst te pakken. Nu dompelt het voltallige team zich onder in taal en lezen. In een vorming kregen we veel praktische tips en inzichten. De jongste kinderen kennen nog niet alle letters. Dan is het nog te moeilijk om helemaal zelfstandig in een boek te duiken. We blijven dus ook volle bak voorlezen.”
LEREN DOOR TE DOEN
“We willen onze leerlingen niet afsluiten van de buitenwereld. Ze helpen de buurt zelfs netjes te houden. In ruil daarvoor krijgen ze naast waardering ook buurtmunten. Elke klas heeft een eigen budget. Een extra kans voor betekenisvolle leeractiviteiten. Leerlingen kiezen samen een recept: ze ontdekken nieuwe woorden en ingrediënten. Ze controleren de voorraadkast, stellen een boodschappenlijstje op, rekenen de onkosten uit en gaan samen naar de buurtwinkel.”
“Met een goed gevulde boodschappentas komen ze terug naar school. Ze wegen de ingrediënten zorgvuldig af, krijgen tips over basishygiëne, volgen het recept, bereiden het gerecht. En uiteraard is het samen proeven en eten de kers op de taart. Achter die activiteiten zitten heel wat leerdoelen. Lessen concreet en levensecht maken, motiveert onze leerlingen en leren gaat dan bijna vanzelf.”
“Op donderdagnamiddag duiken leraren en leerlingen het atelier in. De ideale manier om technieken en talenten te ontdekken die naar hun toekomstige beroepen leiden. Een leerling van zes jaar ontwikkelt hier zijn fijne motoriek door te vouwen, te knippen of te plakken. Een elfjarige leerling bokst een kistje in elkaar met meetlat, zaag en hamer.”
De Buurt Komt Naar De School
“Anders dan in het reguliere onderwijs wonen kinderen uit het buitengewoon niet altijd op een steenworp van de school. Bij ons wel, we zijn een buitenbeentje. Dat helpt ons om samenwerkingen aan te gaan met buurtpartners. Tijdens de middagpauze bieden we dankzij hen verschillende activiteiten aan: sport en spel, boksen, techniek, tekenen en zingen. Het hele team moedigt leerlingen aan om een activiteit niet na één keer op te geven. Zo doen ze extra vaardigheden op maar leren ze ook doorzetten.”
“De leerlingen krijgen elk jaar de kans om hun interesses door te geven. We gaan op zoek naar de juiste partners. Dat is niet altijd gemakkelijk. ‘Volgend schooljaar willen we dansen’, lieten de leerlingen weten. Onze activiteit ‘danspassen aanleren’ werd niet het verwachte succesnummer. Wat bleek? Zij zien dans als vrij bewegen. We stuurden bij. Nu zet een leraar hun favoriete muziek op en beweegt iedereen op het ritme mee.”
GEEN KOUDE HAMBURGERS
“Kansarmoede scoort hoog in dit hoekje van Gent en treft dus ook onze leerlingen. Dagelijks een gezonde warme maaltijd of een goedgevulde brooddoos klaarmaken blijft voor veel gezinnen een grote uitdaging. Zowel om ze te bedenken als ze te financieren. De klasleraar houdt een oogje in het zeil. Een koude hamburger in de brooddoos is een signaal dat we nooit negeren. We schakelen subtiel de maatschappelijk werker in. Die heeft een korte lijn met een aantal sociale organisaties.”
“In ons schoolrestaurant bieden we een warm middagmaal aan. Voor sommige leerlingen de enige kans om gezond en evenwichtig te eten tegen een haalbaar bedrag. Met een stevige dosis creativiteit stellen we een eigenzinnig menu samen. ’s Middags schep ik groentjes op, samen met onze orthopedagoog. Spontaan beoordelen de leerlingen de maaltijd, alsof wij de koks zijn: ‘Juf, vandaag heeft het gesmaakt.’ Of ‘Juf, vandaag heb je niet lekker gekookt.’”
“Als we kunnen deelnemen aan projecten rond gezonde voeding, vinden we dat een cadeau. ‘Vitamike en Vitamieke’ bijvoorbeeld: een maand lang organiseren studenten voedingskunde van Odisee Hogeschool activiteiten voor leerlingen en ouders. Ze leggen de voedingsdriehoek uit, koken samen of gaan met de ouders naar de buurtwinkel en delen tips over hoe je voedingswaarden kan lezen op de etiketten.”
Bitterzoet Rolmodel
“Net als onze leerlingen kende ik zelf ook een bochtig parcours in onderwijs. Ik voelde als kind al de juf in mij kriebelen, maar onderdrukte dat gevoel en startte een opleiding bedrijfseconomie. Eigenlijk was dat niets voor mij. Kinderen helpen groeien, dat is mijn passie. Via een omweg begon ik aan de lerarenopleiding in Nederland. Daarna gaf ik les in een pittige wijk in Rotterdam. Mijn start in het Vlaamse onderwijs liep niet van een leien dakje. Meer dan eens arriveerde ik op school en wees een collega me de route naar de keuken in plaats van naar mijn klaslokaal. Mijn Curaçaose roots kleurden vaak de eerste indruk. Vandaag zou dat eigenlijk niet meer mogen.”
“Ik hoop dat lerarenkamers – en het hele onderwijslandschap – diverser worden. Het voelt zelfs een beetje als een persoonlijke missie. Maar het goede voorbeeld geven, vraagt veel energie. De druk ligt in onderwijs voor iedereen hoog. Maar als nieuwkomer moet je je nog harder bewijzen. Na dit schooljaar stop ik als directeur en keer ik terug naar Curaçao. Die 7750 kilometer overbruggen we af en toe wel, maar toch: de leerlingen, mijn topteam, de school en de wijk zal ik hard missen. Welke erfenis ik graag achterlaat? De reflex om van jongs af aan naar de talenten en mogelijkheden van elke leerling te kijken. Om daarna iedereen vertrouwen en groeikansen te geven. Zo komen de mooiste dromen uit.”