DEBUSSY
Rêveries de Bilitis Music for Two Harps and Voice Duo Bilitis
Claude Debussy (1862-1918)
“ Do not listen to the advice of anyone, except of the wind which, in passing, tells us the history of the world.” Claude Debussy
Rêveries de Bilitis Danse sacrée et danse profane (1904) for two harps (arr. Ekaterina Levental) 1. Danse sacrée 4’28 2. Danse profane 5’00 Proses lyriques (1892/93) for voice and two harps (arr. Ekaterina Levental) 3. De rêve 5’55 4. De grêve 3’28 5. De fleurs 4’59 6. De soir 3’55 7. Ballade (1890) for two harps (arr. Eva Tebbe) 6’26
Trois Chansons de Bilitis (1897) for voice and two harps (arr. E. Tebbe/E. Levental)
8. La flûte de Pan 9. La Chevelure 10. Le tombeau des Naïades Six Epigraphes Antiques (1914) for two harps (arr. Eva Tebbe) 11. Pour invoquer Pan, dieu du vent d’été 12. Pour un tombeau sans nom 13. Pour que la nuit soit propice 14. Pour la danseuse aux crotales 15. Pour L’Égyptienne 16. Pour remercier la pluie au matin
2’40 3’20 2’36
2’15 3’24 2’22 2’42 2’54
One century has passed since Claude Debussy left the world of the living. But as long as someone lives in the minds and hearts of the people, he cannot really be dead. His music keeps haunting us as an inevitable natural phenomenon. The greatest works of art and compositions allow the listener to associate; an invisible musical world, where we can lift a tip of its veil when we bring it to life. Supernatural beauty and splendour become visible and we discover new worlds, and yet even more new worlds behind them. We have searched for compositions which, through their musical imagery, could reveal these new worlds, by arranging them for two harps and voice. This way we hoped to get closer to Debussy. And give voice to his seas, winds, storms, water drops, snow, broken glass and flowers. Always longing for a deeper penetration into his mystery, we were dragged into a sea which was getting deeper and wilder all the time. It was this “drowning”, which led to the making of this album. Most of the works of this album originate from the period in which he worked on his only opera, Pelléas et Mélisande, based on a work by the Belgian playwright and symbolist Maurice Maeterlinck (1862-1949).
2’26 “ The drama of Pelléas with its dream-like atmosphere seemed to suit my intentions admirably. In it there is an evocative language whose sensitivity could be extended into music and into the orchestral backcloth.” Claude Debussy
Duo Bilitis Eva Tebbe harp · Ekaterina Levental mezzo soprano/harp
With his music, Debussy makes the invisible visible and turns the unspeakable into a musical world full of mysticism, layers of ambiguity and evocative meanings. With this album we want to bring an ode of love to Claude Debussy, and we deeply hope that he, like a gust of wind in passing, will give us an advice which will unravel the secrets of the world. © Eva Tebbe and Ekaterina Levental
Recording: December 2017, Academiezaal, Sint-Truiden, Belgium Producers: Ekaterina Levental, Eva Tebbe Sound engineer: Peter Arts, artsmusic.nl Cover photography and design: Elke Kunneman, motif.nl Post-production cover: Piet Kiljan Photograph booklet: Eric Brinkhorst p & © 2018 Brilliant Classics
Danse sacrée et danse profane (1904) had to be included on this album. It is one of his best-known compositions, written originally for harp and string orchestra. The harp concerto dares the harpist to create the ultimate in clarity, transparency and timbres for the sake of the sacred atmosphere of the first movement and the delightful virtuosity of the second movement. Proses lyriques (1892-1893) This is the first time Debussy based a song cycle on his own texts, which were clearly inspired by his symbolist contemporaries. The poems stir the imagination and serve, as it were, as a gateway to the mystical world of the inexplicable and the subconscious. The vocal lines are profuse and the harp scores explicitly orchestral. The songs reflect a love and fascination for Wagner, to whom he bids farewell like “to an old dream”. Trois Chansons de Bilitis (1897) are based on texts of his close friend, the poet Pierre Louÿs, and constitute a triptych. In the first song a young woman, Bilitis, sings about an emerging first love. In the second song the love comes to fruition, and the third song describes a winter landscape in which the mythical world, inhabited by satyrs and naiades, has died. In 1894, Louÿs published over 140 poems, which he initially claimed to have been written by Bilitis, a Greek hetaera and contemporary of the famous Greek poetess Sappho. He maintained that he had only translated them from ancient Greek texts. The symbolist and erotic poems in Sapphic style fooled even the most astute experts. A scandal ensued when Louÿs eventually admitted that he himself had been the spiritual father of the collection. In 1900, Debussy used Louÿs’s works again in ‘Musique de Scène pour les chansons de Bilitis’ for recitant, two flutes, celesta and two harps. The première was accompanied by a tableau vivant of scantily dressed ladies.
Some years later, in 1914, Debussy continued to work on the thematic material and published his Six Epigraphes Antiques for quartre mains. In some passages of the Six Epigraphes Antiques, the original harp scores from Musique de Scene pour récitante, deux flûtes, deux harpes et celesta have been used. Debussy’s fascination with Russian music is manifest in the Ballade (1890), originally named Ballade Slave. During the Eighties he spent a few summers in Russia on the invitation of Tchaikovski’s patron, madame Nadezhda Von Meck, and hence got in touch with the great Russian composers. The work, originally written for piano solo, evokes a Russian fairy tale-like atmosphere and is narrative in its character. Translation: Jan Tazelaar
“ …Luister niet naar de raad van wie dan ook, behalve van de wind die ons in het voorbijgaan de geschiedenis van de wereld vertelt…” Claude Debussy Het is inmiddels 100 jaar geleden dat Claude Debussy de wereld van de levenden verliet. Maar zolang iemand leeft in de hoofden en harten van de mensen kán hij niet werkelijk dood zijn. Zijn muziek blijft ons achtervolgen als een onontkoombaar natuurverschijnsel. De mooiste kunstwerken en composities laten ruimte over voor de toehoorder om te associëren; een onzichtbare muzikale wereld waarvan we een tipje van de sluier kunnen oplichten als we deze tot leven brengen. Bovennatuurlijke schoonheid en pracht worden zichtbaar en wij ontdekken nieuwe werelden, en wéér nieuwe werelden daar achter. Wij hebben naar composities gezocht die in hun klankbeeld nieuwe werelden zouden kunnen openbaren door deze te arrangeren voor twee harpen en zang. Om zo als het ware dichter bij Debussy te komen. En zijn zeeën, winden, stormen, waterdruppels,
sneeuw, glasscherven en bloemen te kunnen verklanken. Altijd verlangend naar de doorgronding van zijn mysterie werden wij dieper en dieper meegezogen door een zee die steeds groter en woester werd. Uit deze ‘verdrinking’ is deze CD geboren. De meeste werken op dit album zijn ontstaan rond de maakperiode van zijn enige opera; Pélleas et Mélisande, gebaseerd op het toneelstuk van de Belgische schrijver en symbolist Maurice Maeterlinck (1862-1949). “ The drama of Pelléas with its dream-like atmosphere seemed to suit my intentions admirably. In it there is an evocative language whose sensitivity could be extended into music and into the orchestral backcloth.” Claude Debussy Met zijn muziek maakt Debussy het onzichtbare zichtbaar en zet hij het onuitsprekelijke om in een muzikale wereld vol mystiek, dubbelzinnige lagen en evocatieve betekenissen. Met deze CD willen wij een liefdes betoon aan Claude Debussy uitbrengen. En onze wens uitspreken dat hij ons luisteraars als een windvlaag in het voorbijgaan een raad mag geven die de geheimen van de wereld ontrafelt.
royaal en de harppartijen uitgesproken orchestraal. De liederen ademen een liefde en fascinatie voor Wagner, van wie hij afscheid neemt als van een ‘oude droom’. Trois Chansons de Bilitis (1897) zijn gebaseerd op teksten van zijn goede vriend en dichter Pièrre Louÿs en vormen een drieluik. In het eerste lied zingt de jonge vrouw Bilitis over een ontluikende eerste liefde, in het tweede lied komt de liefde tot wasdom, het derde lied beschrijft een winterlandschap waarin de mythische wereld, bewoond door satyren en naiaden, gestorven is. Louÿs publiceerde in 1894 meer dan 140 gedichten waarvan hij aanvankelijk beweerde dat ze door de Griekse courtisane Bilitis en tijdgenoot van de beroemde dichteres Sappho waren geschreven. Hij zou ze slechts vertaald hebben uit het oude Grieks. De symbolistische en erotische gedichten in Sapfische stijl misleidden zelfs de meest geslepen experts. De uitkomst van Louÿs dat hijzelf de geestelijk vader van de bundel was leidde tot een schandaal. In 1900 verwerkte Debussy opnieuw de gedichten van Louÿs in ‘Musique de Scène pour les chansons de Bilitis’ voor recitante, twee fluiten, celesta en twee harpen. De oeruitvoering werd begeleid door een tableau vivant van schaars gekleede dames.
© Eva Tebbe en Ekaterina Levental
Danse sacrée et danse profane (1904) mochten op deze CD niet ontbreken; één van zijn meest bekende composities, oorspronkelijk voor harp en strijkorkest geschreven. Het harpconcert daagt de harpist uit om de ultieme helderheid, transparantie en klankkleuren te creëren ten dienste van de sacrale sfeer van het eerste deel en de verrukkelijke virtuositeit en wilde dans van het tweede deel. Proses lyriques (1892-1893) Niet eerder baseerde Debussy een liedcyclus op zijn eigen teksten waarbij hij duidelijk geïnspireerd was door zijn symbolistische tijdgenoten. De gedichten prikkelen de verbeeldingskracht en zijn daarmee als het ware een poort naar de mystieke wereld van het onverklaarbare en onderbewuste. De vocale lijnen zijn
Jaren later, in 1914 werkte Debussy verder aan het thematische materiaal en publiceerde hij de Six Epigraphes Antiques voor quatre mains. In enkele passages van de Six Epigraphes Antiques zijn originele harppartijen uit Musique de Scene pour récitante, deux flûtes, deux harpes et celesta verwerkt. Debussy’s fascinatie voor Russische muziek klinkt door in de Ballade (1890), oorspronkelijk Ballade Slave getiteld. In de jaren tachtig bracht hij enkele zomers door in Rusland op uitnodiging van de weldoenster van Tsjaikovski, Madame Nadezhda Von Meck en kwam zo in aanraking met de grote Russische componisten. Het werk, origineel voor piano solo, ademt een Russische sprookjessfeer en heeft een verhalend karakter.
Duo Bilitis (named after ‘Musique de scène pour les Chansons de Bilitis` by Claude Debussy) has made a name for themselves since their establishment in 2004, by their remarkable line-up, captivating and talked-about programmes and intense interplay. Besides their passion for the same instrument the harpists Eva Tebbe and Ekaterina Levental also share a musical mentality, they gladly seek new adventures and enjoy (re)discovering new repertoire, and in so doing sharing their passion and curiosity with their audiences in chamber music circles, renowned venues, theatres and concert halls throughout the world. Such as: the Concertgebouw in Amsterdam (Holland), Varna International Music Festival (Bulgaria), Mosel Musik Festival (Germany), International Chamber music Festival Schiermonnikoog (the Netherlands), the International Music Festival in Baku (Azerbejian), the Grachtenfestival Amsterdam, Muziekgebouw aan ‘t IJ, The World Harp Congress, De Doelen in Rotterdam, Vredenburg in Utrecht (Holland). Duo Bilitis’ substantial repertoire includes new repertoire written specially for the duo and own arrangements mainly from the 20th century composers. Among their repertoire are true rarities. Visit our websites for videos, biographies, concert schedule and more
SPECIAL THANKS TO: Elke Kunneman and Sake van den Brûle: motif.nl, Corrie Minnigh and the Dutch Musical Instruments Foundation; Ekaterina plays a Salvi Arianna harp on loan from the collection of the DMIF.
SUNG TEXTS (Original language and English translations) LES TROIS CHANSONS DE BILITIS (by Pierre Louys, English translation by Peter Low) La flûte de Pan Pour le jour des Hyacinthies, il m’a donné une syrinx faite de roseaux bien taillés, unis avec la blanche cire qui est douce à mes lèvres comme le miel.
The Flute of Pan For the festival of Hyacinthus he gave me a syrinx, a set of pipes made from well cut reeds joined with the white wax that is sweet to my lips like honey.
Il m’apprend à jouer, assise sur ses genoux; mais je suis un peu tremblante. il en joue après moi, si doucement que je l’entends à peine.
He is teaching me to play, as I sit on his knees; but I tremble a little. He plays it after me, so softly that I can scarcely hear it.
Nous n’avons rien à nous dire, tant nous sommes près l’un de l’autre; mais nos chansons veulent se répondre, et tour à tour nos bouches s’unissent sur la flûte.
We are so close that we have nothing to say to one another; but our songs want to converse, and our mouths are joined as they take turns on the pipes.
Il est tard, voici le chant des grenouilles vertes qui commence avec la nuit. Ma mère ne croira jamais que je suis restée si longtemps à chercher ma ceinture perdue.
It is late: here comes the chant of the green frogs, which begins at dusk. My mother will never believe I spent so long searching for my lost sash.
La Chevelure Il m’a dit: “Cette nuit, j’ai rêvé. J’avais ta chevelure autour de mon cou. J’avais tes cheveux comme un collier noir Autour de ma nuque et sur ma poitrine.
The Tresses He told me: “Last night I had a dream. Your hair was around my neck, it was like a black necklace round my nape and on my chest.
“Je les caressais, et c’étaient les miens; et nous étions liés pour toujours ainsi, par la même chevelure, la bouche sur la bouche, ainsi que deux lauriers n’ont souvent qu’une racine.
“I was stroking your hair, and it was my own; thus the same tresses joined us forever, with our mouths touching, just as two laurels often have only one root.
“Et peu à peu, il m’a semblé, tant nos membres étaient confondus, que je devenais toi même, ou que tu entrais en moi comme mon songe.”
“And gradually I sensed, since our limbs were so entwined, that I was becoming you and you were entering me like my dream.”
Quand il eut achevé, il mit doucement ses mains sur mes épaules, et il me regarda d’un regard si tendre, que je baissai les yeux avec un frisson.
When he’d finished, he gently put his hands on my shoulders, and gazed at me so tenderly that I lowered my eyes, with a shiver.
Le tombeau des Naïades Le long du bois couvert de givre, je marchais; Mes cheveux devant ma bouche Se fleurissaient de petits glaçons, Et mes sandales étaient lourdes De neige fangeuse et tassée.
The Tomb of the Naiads I was walking along in the frost covered woods; in front of my mouth my hair blossomed in tiny icicles, andmy sandals were heavy with muddy caked snow.
Il me dit: “Que cherches tu?” Je suis la trace du satyre. Ses petits pas fourchus alternent Comme des trous dans un manteau blanc. Il me dit: “Les satyres sont morts.
He asked: “What are you looking for?” “I’m following the tracks of the satyr his little cloven hoofprints alternate like holes in a white cloak.” He said: “The satyrs are dead.
“Les satyres et les nymphes aussi. Depuis trente ans, il n’a pas fait un hiver aussi terrible. La trace que tu vois est celle d’un bouc. Mais restons ici, où est leur tombeau.”
“The satyrs are dead, and the nymphs too. In thirty years there has not been such a terrible winter. That’s the trail of a he-goat. But let’s pause here, where their tomb is.”
Et avec le fer de sa houe il cassa la glace De la source ou jadis riaient les naïades. Il prenait de grands morceaux froids, Et les soulevant vers le ciel pâle, Il regardait au travers.
With his hoe he broke the ice of the spring where the water-nymphs used to laugh. He took large cold pieces and, Raising them toward the pale sky, He looked through them.
PROSES LYRIQUES (lyrics by Claude Debussy, English translation by Faith J. Cormier) De rêve La nuit a des douceurs de femme, Et les vieux arbres, sous la lune d’or, Songent! A Celle qui vient de passer, La tête emperlée, Maintenant navrée, à jamais navrée, Ils n’ont pas su lui faire signe... Toutes! Elles ont passé: Les Frêles, les Folles, Semant leur rire au gazon grêle, Aux brises frôleuses la caresse charmeuse des hanches fleurissantes. Hélas! de tout ceci, plus rien qu’un blanc frisson... Les vieux arbres sous la lune d’or Pleurent leurs belles feuilles d’or! Nul ne leur dédiera Plus la fierté des casques d’or, Maintenant ternis, à jamais ternis: Les chevaliers sont morts Sur le chemin du Grâal! La nuit a des douceurs de femme, Des mains semblent frôler les âmes, Mains si folles, si frêles, Au temps où les épées chantaient pour Elles! D’étranges soupirs s’élèvent sous les arbres: Mon âme c’est du rêve ancien qui t’étreint!
Dreams The night is as sweet as a woman, and the old trees dream under the golden moon. They didn’t know how to call to the one who just passed, her head crowned with pearls, now and forever distraught. All have passed now, the frail, the foolish, sowing their laughter in the sparse grass, breezes brushing the flowering hips’ charming caress. Alas! Only a white shiver remains of all this. The old trees weep their gilded leaves under the golden moon. No more will anyone dedicate to them proud golden helms. Now and forever tarnished, the knights are dead on the Grail quest. The night is sweet as a woman. Hands seem to stroke the souls, such foolish, frail hands, in the days when swords sang for them! Strange sighs rise under the trees. My soul they are from an old dream that holds you.
De grève Sur la mer les crépuscules tombent, Soie blanche effilée. Les vagues comme de petites folles, Jasent, petites filles sortant de l’école, Parmi les froufrous de leur robe, Soie verte irisée!
On the strand Dusk falls like tattered white silk on the sea. The waves chatter like silly little girls let out of school in their lustrous frilly green silk dresses.
Les nuages, graves voyageurs, Se concertent sur le prochain orage, Et c’est un fond vraiment trop grave A cette anglaise aquarelle. Les vagues, les petites vagues, Ne savent plus où se mettre, Car voici la méchante averse, Froufrous de jupes envolées, Soie verte affolée.
The clouds, solemn travelers, band together to make the next storm. The background is really too dark for this English watercolour. The little waves don’t know where to go anymore, because here is the wicked shower blowing their frilly skirts away and frightening the green silk.
Mais la lune, compatissante à tous, Vient apaiser ce gris conflit, Et caresse lentement ses petites amies, Qui s’offrent, comme lèvres aimantes, A ce tiède et blanc baiser. Puis, plus rien... Plus que les cloches attardées des flottantes églises, Angelus des vagues, Soie blanche apaisée!
But the all-compassionate moon comes to calm the gray quarrel. She slowly caresses her little friends, and they offer themselves, like loving lips, to her warm white kiss. Nothing more... nothing but the delayed bells of floating churches, Angelus of the waves, pacified white silk.
De fleurs Dans l’ennui si désolément vert De la serre de douleur, Les fleurs enlacent mon coeur De leurs tiges méchantes. Ah! quand reviendront autour de ma tête Les chères mains si tendrement désenlaceuses? Les grands Iris violets Violèrent méchamment tes yeux, En semblant les refléter, Eux, qui furent l’eau du songe Où plongèrent mes rêves si doucement, Enclos en leur couleur; Et les lys, blancs jets d’eau de pistils embaumés, Ont perdu leur grâce blanche, Et ne sont plus que pauvres malades sans soleil! Soleil! ami des fleurs mauvaises, Tueur de rêves: Tueur d’illusions, Ce pain béni des âmes misérables! Venez! Venez! Les mains salvatrices! Brisez les vitres de mensonge, Brisez les vitres de maléfice, Mon âme meurt de trop de soleil! Mirages! Plus ne refleurira la joie de mes yeux, Et mes mains sont lasses de prier, Mes yeux sont las de pleurer! Eternellement ce bruit fou Des pétales noirs de l’ennui, Tombant goutte à goutte sur ma tête, Dans le vert de la serre de douleur!
The flowers In the desolate green boredom of pain’s hothouse, flowers surround my heart with their nasty stems. When will the dear hands return to delicately untangle them from round my head? The tall purple Iris cruelly violated your eyes by seeming to reflect them. They were the pools of reverie into which my dreams softly dove, absorbed by their colour. And the lilies, white jets of water with perfumed pistils, have lost their white grace and are but poor invalids who do not know the sun. Sun! Friend of evil flowers, dream-killer, illusion-killer, holy bread of miserable souls! Come! Come! Saving hands! Smash the windows of lies, smash the windows of evil spells, my soul is dying from too much sun! Mirages! Joy will never flower again in my eyes, and my hands are tired of praying, my eyes tired of crying! In an eternal crazed noise, the black petals of boredom drip constantly on my head in pain’s green hothouse!
De soir Dimanche sur les villes, Dimanche dans les coeurs! Dimanche chez let petites filles, Chantant d’une voix informée, Des rondes obstinées, Ou de bonnes tours N’en ont plus que pour quelques jours! Dimanche, les gares sont folles! Tout le monde appareille Pour des banlieues d’aventure, En se disant adieu Avec des gestes éperdus! Dimanche les trains vont vite, Dévorés par d’insatiables tunnels; Et les bons signaux des routes Echangent d’un oeil unique, Des impressions toutes mécaniques. Dimanche, dans le bleu de mes rêves, Où mes pensées tristes De feux d’artifices manqués Ne veulent plus quitter Le deuil de vieux Dimanches trépassés. Et la nuit, à pas de velours, Vient endormir le beau ciel fatigué, Et c’est Dimanche dans les avenues d’étoiles; La Vierge or sur argent Laisse tomber les fleurs de sommeil! Vite, les petits anges, Dépassez les hirondelles Afin de vous coucher Forts d’absolution! Prenez pitié des villes, Prenez pitié des coeurs, Vous, la Vierge or sur argent!
Evening Sunday on the city, Sunday in our hearts! Sunday among the little girls singing with untrained voices their stubborn rounds where good turns only last a few days! Sunday, the stations are mad! Everyone heads off for the suburbs of adventure, waving a frenzied farewell! Sunday trains are fast, devoured by insatiable tunnels, and the good signal lights with their single eyes exchange mechanical impressions. Sunday, in the blue of my dreams where my sad thoughts of missed fireworks do not want to leave off mourning for deceased Sundays. The night, with velvet steps, comes to lull the lovely, tired sky to sleep, and it’s Sunday among the avenues of stars. The Virgin, gold on silver, scatters the flowers of sleep. Swiftly, little angels, pass the swallows and go to bed, strong in your absolution! Take pity on the cities, take pity on our hearts, oh Virgin, gold on silver.