Fit & GEZOND
Van 8 tot en met 11 september
De Alpen4daagse! Foto: Wandelsportcentrum Sittard-Geleen
Tips voor de bergen
Tips • • • •
•
• • •
• • •
• • • • •
Bereid u goed voor! Zorg voor een goede basisconditie. Doe thuis ook interval- en duurtrainingen. Zoek in uw omgeving stijgingen en dalingen op, bijvoorbeeld een brug met een lange aanloop of zandheuvels. Als u in de gelegenheid bent: train een keer in de Limburgse heuvels of op de Veluwe. Leer uw krachten te verdelen over afstand én over hoogteverschillen. Zorg voor een goed ingelopen A/B-schoen met een goed profiel. Gearriveerd in Oostenrijk? Loop eerst eens een vlakker stuk langs een riviertje, zoek vervolgens een kleine stijging op en bouw dat verder uit. Zorg iedere dag voor een goede warming up, met veel stretchoefeningen. Start de Alpen4daagse in een rustig tempo. Gaat de route omhoog, pas uw tempo aan, maak kleinere passen, houd een regelmatige cadans. Kleinere passen geven ook meer evenwicht. Er is tijd genoeg, neem uw rustpauzes. Eet en drink voldoende tijdens de rust, maar ook onderweg. Neem ook bij afdalingen kleinere passen en veer goed door uw knieën. Kijk uit bij afdalingen voor gruis op het pad. Geniet van de Alpen4daagse.
44 | wandelsportmagazine juli 2014
Het voordeel van een georganiseerde tocht in de bergen: goed begaanbare paden.
Wie de bergen in trekt, bereidt zich goed voor. Routes en paden worden uitgestippeld op moeilijkheidsgraad, topografische kaarten meegenomen, berghutten gereserveerd, klimuitrusting en navigatieapparatuur ingepakt. Veel werk? Doe dan mee met de Alpen4daagse van Bad Kleinkirchheim. Maar let op: het blijven bergen! Tips voor een veilige en plezierige deelname. Vier dagen georganiseerd wandelen over Oostenrijkse almen en glooiende heuvels, langs kristalheldere meren en door groene weiden. De organisatie zal alles doen voor een veilig evenement. Met iedere dag twee afstanden, een lange en een korte. De lengten zijn afhankelijk van de te overbruggen hoogteverschillen.
Oude man
Eigen tempo
goed te doen
De start is vanaf acht uur ’s morgens, de finish tot een uur of vijf ’s middags. Iedereen kan dus in zijn of haar eigen tempo lopen. ‘En dat is het allerbelangrijkste’, stelt wandeltrainer Lex van den Eerenbeemt. Lex traint met zijn groepen in de Limburgse heuvels. En organiseert voor zijn deelnemers wandelvakanties in de Eifel en de Alpen. ‘De meest voorkomende fout van wandelaars uit het vlakke land is dat ze te snel van start gaan.’
Lex vertelt een anekdote. ‘Jaren geleden liep ik met een groep jongeren een flinke helling op. We startten toevallig tegelijk met een oude man. De jongeren zetten er flink de pas in. Op een gegeven moment waren ze uitgeput en moesten ze rusten. En wie kwam daar in zijn eigen rustige tempo voorbij lopen?’
Wat vindt Lex van de routes en bijbehorende hoogteprofielen? ‘De lange afstanden zijn pittig, met soms flinke hoogteverschillen, maar voor een geoefende wandelaar goed te doen. Heb je nooit in de bergen gelopen, loop dan de kortere afstanden. Twintig bergkilometers zijn veel zwaarder dan twintig vlakke kilometers. Goed om te weten: over driehonderd meter hoogteverschil doe je een uur. Dag 3 wordt trouwens gebruik gemaakt van de gondel, dat is leuk. Geniet van het uitzicht!’