
10 minute read
Interview voorzitter Commissie van Toezicht
Commissie van Toezicht Het zelfreinigend vermogen van de beroepsgroep
“Tuchtrechtspraak klinkt alsof het moet pijnigen. De leden van het KNGF hebben daarom onze oorspronkelijke naam wat mij betreft terecht veranderd in Commissie van Toezicht”, aldus Paul Rijksen, voorzitter van de commissie. Nu gedrag en beroepsethiek in alle geledingen van de maatschappij steeds meer in de schijnwerpers staan, is het hoog tijd om hem aan het woord te laten over het zelfreinigend vermogen van de fysiotherapie.
Tekst: Pieter Vonk, Fotografie: Rodney Kersten
Hij formuleert strak en snel, in een toonzetting die natuurlijke autoriteit uitstraalt. Prettig, maar ook met dat ongrijpbare wat echte juristen vaak kenmerkt; op een positieve manier boven de materie hangend, waardoor je het gevoel krijgt dat je vraag in goede handen is. “Het werk van de Commissie van Toezicht is bedoeld om de kwaliteit te bewaken en te bevorderen, te stimuleren. Om te leren. Dus uitdrukkelijk niet primair om te tuchtigen”, verklaart Rijksen. “De Commissie van Toezicht functioneert volledig onafhankelijk van het KNGF en spreekt zich uit over het functioneren van fysiotherapeuten op basis van de beroepsethiek en gedragsregels, het beroepsprofiel, de richtlijnen en protocollen. Alle leden van het KNGF en de fysiotherapeuten die zijn geregistreerd in het kwaliteitsregister kunnen door de Commissie van Toezicht ter verantwoording worden geroepen als het gaat om bijvoorbeeld nalatigheid, het ondermijnen van het vertrouwen in de fysiotherapie, handelen in strijd met de belangen van de fysiotherapie of oncollegiaal gedrag”, legt hij uit. “Als daarvan sprake is, dan kunnen we maatregelen opleggen als een waarschuwing of een berisping. Dat laatste is een echte tik op de vingers, maar het kan ook zijn dat de overtreding zo ernstig is dat we iemand schorsen in zijn lidmaatschapsrechten. In het uiterste geval halen we zijn of haar registratie in het kwaliteitsregister door. Als dat gebeurt, dan heeft dat voor de betreffende fysiotherapeut natuurlijk ernstige consequenties”, aldus Rijksen. “Maar,” voegt hij er met nadruk aan toe, “dat komt gelukkig bijna nooit voor.


Commissie van Toezicht en Geschillencommissie: wat is het verschil?
Naast een Commissie van Toezicht kent het KNGF ook een Geschillencommissie, die zich uitspreekt over een verschil van mening tussen patiënt en fysiotherapeut. Daarbij gaat het met name over het oplossen van de klacht en eventuele genoegdoening van de klager. De Geschillencommissie komt pas in actie als de betreffende patiënt de klachtenprocedure heeft doorlopen, maar niet tevreden is over het verloop of de uitkomst. De Commissie van Toezicht behandelt zaken die te maken hebben met de kwaliteit van het fysiotherapeutisch handelen en niet met de genoegdoening van de klager. Tussen de commissies zit ogenschijnlijk overlap, want een patiënt kan bijvoorbeeld een klacht over ongewenste intimiteiten ook aan de Geschillencommissie voorleggen, na eerst de klachtenprocedure te hebben doorlopen. Hij kan dan ook om een schadevergoeding vragen, wat hij overigens ook met een uitspraak in de hand bij de civiele rechter kan doen. Daarnaast kan zo’n klacht ook aan de Commissie van Toezicht worden voorgelegd, leidend tot het eventueel opleggen van een maatregel aan de fysiotherapeut bij het overtreden van de gedragsregel.
Nogmaals: het gaat niet zozeer om het opleggen van straffen, maar om de bewaking en bevordering van de kwaliteit van fysiotherapie.”
Een klager heeft dus wat te kiezen?
“Het tuchtrecht binnen de vereniging is iets waar de beroepsgroep zelf voor heeft gekozen. Terecht. Ik noem dat het zelfreinigend vermogen. Als je als beroepsorganisatie immers gedragsregels hanteert, dien je ook zorg te dragen voor het handhaven ervan. Daarnaast kennen we nog de publieke tuchtrechtspraak, als onderdeel van de Nederlandse rechtspraak, waaraan alle BIG-geregistreerde zorgverleners zijn onderworpen. Aan het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg kunnen ook allerlei klachten worden voorgelegd, maar daar komen de meer zware zaken aan de orde. Een klager kan kiezen waar hij of zij een klacht indient, maar de weg langs het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg is langer en zwaarder. Bovendien is het verstandig om je daarbij te laten bijstaan door een advocaat. Dat kan ook bij de Commissie van Toezicht en dat komt soms ook voor, maar het is niet nodig. Bovendien heb je binnen enkele weken tot maximaal een paar maanden een uitspraak.”
Is de klager betrokken in de procedure?
“O, zeker. We krijgen de klacht eerst op papier. Die lees je met alle bijbehorende stukken om je een beeld te vormen. Op je netvlies verschijnt dan een profiel van klager en beklaagde en een schets van de situatie. Daarna volgt de hoorzitting. Ik heb al een paar keer meegemaakt dat dat beeld dan volkomen wordt bijgesteld. Er is soms zo’n groot verschil tussen het geschreven en het gesproken woord, da’s echt ongelooflijk. Mensen kunnen soms mooi schrijven, maar als het aankomt op het mondeling geven van antwoorden op vragen… “Het mooie van een hoorzitting is dat je partijen met elkaar confronteert en dat zij op elkaar kunnen reageren. Soms geeft dat begrip bij de een of de ander, ook zodanig dat het bijvoorbeeld leidt tot het intrekken van de klacht. Maar het komt ook voor dat een klager de beklaagde niet onder ogen wil komen en vraagt om afzonderlijk gehoord te worden. Daarmee stemmen we als regel in, ook omdat we zoveel mogelijk informatie op tafel willen krijgen. Nadat we alle informatie hebben gekregen, trekken we ons als commissie terug voor beraadslaging en komen we tot een uitspraak. Dat doen we direct na de hoorzitting. Daarbij stellen we eerst vast of de klacht gegrond is, om vervolgens te bespreken of we een maatregel, en zo ja welke, moeten opleggen. Vervolgens stelt onze secretaris de uit-

Klachten voorkomen
Volgens Paul Rijksen is het essentieel om je deskundigheid als fysiotherapeut op peil te houden. Zorg dat je de beroepscode volgt en de richtlijnen gebruikt. Overtuig jezelf ervan dat al je patiëntdossiers altijd helemaal compleet en op orde zijn. Leg je patiënten net zo lang uit wat je gaat doen totdat je er zeker van bent dat ze het begrijpen. Neem een klacht serieus en reageer niet impulsief. Schiet als primaire reactie niet in de verdediging, maar probeer ervan te leren. spraak op schrift en wordt deze, nadat de voltallige commissie het daarover eens is geworden, aan klager en beklaagde toegestuurd.”
Hoeveel klachten nemen jullie jaarlijks in behandeling?
“Vorig jaar vier zaken en het jaar daarvoor maar één. Dat is heel weinig. Ik sluit niet uit dat dat komt doordat we onvoldoende bekend zijn bij zowel patiënten als fysiotherapeuten. Maar het is ook mogelijk dat klagers ervaren dat er wel heel veel loketten in de gezondheidszorg zijn om een klacht in te dienen. En als laatste is het jammer genoeg ook denkbaar dat klagers redeneren dat wij een commissie van de beroepsgroep zelf zijn en dus niet objectief zullen oordelen. Dat hoor je soms ook nog over het publieke tuchtrecht, waar de beroepsgenoten die in de tuchtcolleges zitten elkaar de hand boven het hoofd zouden houden. Volstrekte onzin.”
Of overtreden fysiotherapeuten de regels nauwelijks?
“Tuurlijk, verreweg de meeste fysiotherapeuten handelen volgens de regels van de kunst. Geen twijfel over mogelijk. Maar het is te kort door de bocht om een een-op-eenrelatie te leggen tussen de kwaliteit van het fysiotherapeutisch han-
Mr. Paul Rijksen (1959) was eerst voornamelijk werkzaam in het gezondheidsrecht. Daarna verlegde hij zijn aandacht naar het bestuurlijk domein. Zo was hij onder meer jarenlang algemeen directeur van de KNMG en bestuursvoorzitter van de Huisartsenposten Amsterdam e.o. Momenteel is hij bestuursvoorzitter van Huize Het Oosten te Bilthoven, voorzitter van enkele raden van commissarissen en van verschillende commissies, binnen en buiten de gezondheidszorg.
delen en het aantal bij onze commissie aanhangig gemaakte klachten. Er komt gewoon heel weinig boven tafel. Da’s geen waardeoordeel over de kwaliteit van het fysiotherapeutisch handelen. Ik twijfel geen moment aan die kwaliteit. Maar laten we wel zijn, er gaan dagelijks veel dingen mis. Afgezet tegen de honderdduizenden handelingen per dag in de gezondheidszorg is dat ook niet gek. “In heel veel gevallen gaat het dan om problemen in de sfeer van de bejegening, over een gebrek aan inlevingsvermogen, over het niet juist of niet volledig informeren van de patiënt, of om het slecht bijhouden van dossiers. En natuurlijk worden er ook fouten gemaakt bij de vaktechnische handelingen. Overigens krijgen we − door de jaren heen − ook meer klachten voorgelegd dan dat we uitspraken doen. Dat komt doordat klagers soms niet ontvankelijk zijn. Zaken waar we niets mee kunnen, omdat die aanhangig worden gemaakt door iemand die geen belanghebbende is in de zin van onze regels. Denk aan een partner van een fysiotherapeut die verliefd raakte op een patiënt en haar huwelijk zag stranden. Of zaken die buiten het bereik van het fysiotherapeutische domein vallen. In de gevallen waarin we wél uitspraken doen, zou ik graag zien dat die ook gepubliceerd worden, zodat alle fysiotherapeuten ervan kunnen leren. Of anders gezegd: wat jouw collega vandaag heeft gedaan of is overkomen, kan morgen jou gebeuren.”
Zendingsdrang dus?
“We spreken recht in een individuele casus, maar die is veelal te vertalen in voor de gehele beroepsgroep algemeen geldende termen.” En wat is jouw rol als voorzitter?
“De voorzitter van een commissie als deze is eigenlijk altijd een jurist. Mijn rol is er onder andere voor te zorgen dat de procedure correct verloopt, de regels juist worden toegepast en de klacht wordt beoordeeld aan de hand van geldende regels en inzichten. Ik moet aanvoelen waardoor partijen zich wel of niet laten leiden en hoofdzaken van bijzaken scheiden. Oftewel: samen met de andere leden van de commissie de essentie en de kern van het geschil bepalen. Daarvoor heb je een jurist als voorzitter nodig. Die zijn daarvoor opgeleid. “Voor de vakinhoudelijke kennis zitten er drie fysiotherapeuten in de commissie en hebben we een toegevoegd secretaris van het KNGF die ons ondersteunt. De leden van de commissie worden aangesteld op grond van een gewone sollicitatieprocedure en benoemd door het bestuur van het KNGF.”
Met welk recht spreek je recht?
“Een mooie vraag. Afgezien van de formele grondslag als benoemd voorzitter, vormt mijn jarenlange ervaring als voorzitter in soortgelijke commissies een belangrijke factor. Vanaf het begin van mijn werkzame leven vertoef ik naast andere aandachtsgebieden tot op heden ook in het gezondheidsrechtelijke. Daarbij vind ik het boeiend en ook gewoon leuk werk. Het brengt me op het snijvlak van gezondheidszorg en gezondheidsrecht. Dat is een geweldige uitdaging. En tja, ik zit al ruim twintig jaar op deze plek, dus langzamerhand ontwikkel je ook wel een gevoel voor en expertise van wat recht of krom is. “Dit werk voegt bovendien wat toe in maatschappelijk opzicht. Dat doe je misschien ook met je werk als medewerker van een spruitjesfabriek, maar door werkzaam te zijn in de zorg voelt dat net wat anders. Daarom werk ik ook al m’n hele leven in de gezondheidszorg. Het gaat me om de essentie van het menszijn. Als je daaraan kunt bijdragen, al is het maar een klein beetje, dan vind ik dat belangrijk. Als je ziet wat een klachtbehandeling soms doet met een patiënt of fysiotherapeut, dan zegt dat voldoende.”
Seksueel grensoverschrijdend gedrag
Volgens Rijksen is het een fenomeen van alle tijden. Hij is er duidelijk over: “Je bent als zorgverlener een professional. Dus dien je je als zodanig te gedragen. Ook als de patiënt toenadering zoekt, of als de zorgverlener zelf bepaalde gevoelens ervaart. Direct stoppen. Het is in geen enkel geval goed te praten. Er is geen sprake van een gelijke relatie, dus is er voor zoiets ook absoluut geen ruimte. Wat een fysiotherapeut ook aanvoert als mogelijk verzachtende omstandigheden: het-kan-niet-en-mag-niet. Een zorgprofessional dient te allen tijde de grens te bewaken. Punt.” Wat gebeurt er als een fysiotherapeut het niet eens is met jullie uitspraak?
“Er is geen beroep mogelijk tegen onze uitspraken. Bedenk daarbij dat onze uitspraken verenigingsrechtelijk van aard zijn, daarom brengen wij het KNGFbestuur ook in kennis van onze uitspraken. Immers, naast maatregelen als een waarschuwing of berisping, kunnen we ook iemands rechten binnen de vereniging beperken of wegnemen en zijn of haar registratie in het kwaliteitsregister doorhalen. Ook kunnen we besluiten tot openbaarmaking van onze uitspraken, overigens zonder standaard de personalia van de beklaagde vrij te geven.”
Is dat niet raar? Want patiënten weten dat dan niet.
“Nee, want als iemand één keer een fout heeft gemaakt en hij of zij krijgt daar een maatregel voor opgelegd, dan betekent dat niet dat hij of zij een slechte zorgverlener is. Bovendien gaat het niet alleen om patiënten. Fysiotherapeuten kunnen bij ons ook een klacht indienen tegen een collega. “Bovendien moeten we ons goed realiseren dat een uitspraak van de commissie een veel grotere impact heeft op een fysiotherapeut dan buitenstaanders zich voor kunnen stellen. Mensen kunnen nachtenlang wakker liggen als een klacht op hun deurmat belandt. Dat wordt in de samenleving onvoldoende beseft. Er zijn beroepsbeoefenaren die een tuchtrechtelijke procedure professioneel niet overleven en met hun werk stoppen.”