

Preventieassistent (B) KWALIFICATIEPROFIEL
Voorwoord
Ontwikkelingen mondzorg
De ontwikkelingen in de mondzorg gaan door. Preventie en de mondige en goed geïnformeerde patiënt vragen nog meer van de communicatie-, voorlichtings- en motivatievaardigheden van de tandartsassistent. Ook zijn er weer nieuwere technieken en technologieën waar de mondzorgpraktijk gebruik van maakt en de bedrijfsvoering en communicatie met derden is nog meer geautomatiseerd. Daarbij is er veel aandacht voor veilig werken en veilig omgaan met patiëntgegevens. Goed kunnen omgaan met deze ontwikkelingen is dan ook een belangrijk aspect in het werk van de tandartsassistent. Vanuit het werkveld bestond daarnaast de wens om een eenduidige omschrijving te krijgen van erkende opleidingen en functies voor mondzorgassistenten.
Kwalitatieve mondzorg en een branche-erkende opleidingsstructuur
Naast de beroepsopleidende en de beroepsbegeleidende leerwegen via het mbo bestaan er ook (vervolg)opleidingen tandartsassistent die door andere partijen worden aangeboden. Bij de beroepsopleidende en de beroepsbegeleidende leerwegen via het mbo is de kwaliteit geborgd middels een door de overheid vastgesteld kwalificatiedossier. Van oudsher is er echter ook sprake van (vervolg)scholing buiten het mbo om waarbij deze kwaliteitsborging ontbreekt. Om in deze lacune te voorzien is een branche- erkende opleidingsstructuur ontwikkeld voor de assisterende functies tandartsassistent (A), preventieassistent (B) en paro-preventieassistent (C).
Inhoud opleidingsstructuur
ABC Mondzorgassistenten bestaat uit een aantal onderdelen:
• Een beroepscompetentieprofiel waarin voor het vak van tandartsassistent competenties staan beschreven;
• Een beschrijving van de opleidingen in een drietal kwalificatieprofielen voor tandartsassistent (A), voor preventieassistent (B) en voor paro-preventieassistent (C);
• Gecertificeerde opleidingsorganisaties;
• Centraal georganiseerde examinering;
• Een ‘Register Mondzorgassistenten’ waarin tandartsassistenten (A), preventieassistenten (B) en paro-preventieassistenten (C) zich kunnen inschrijven;
• Een ‘Commissie Mondzorgassistenten’ die toezicht houdt op de kwaliteit van ABC Mondzorgassistenten.
Hiermee ontstaat een kwaliteitsnorm voor alle assistenten in de mondzorg en krijgen patiëntengroepen de zorg die ze nodig hebben.
Eisen aan kwaliteit
De KNMT streeft naar kwalitatief hoogwaardige mondzorg en stelt daarom eisen aan de kwaliteit van mondzorgprofessionals en zo ook aan die van de verschillende assistenten werkzaam in de mondzorgpraktijk. Werkgevers zijn volgens de Wet kwaliteit klachten en geschillen Zorg (Wkkgz) verantwoordelijk om kwalitatief goede medewerkers aan te nemen. Er is echter tot op heden geen diploma van een (erkende) opleiding nodig om als tandartsassistent te mogen werken. De KNMT brengt daar verandering in en neemt de verantwoordelijkheid op zich om duidelijkheid te geven over de gewenste kwaliteit op het gebied van assistentie. Met ABC Mondzorgassistenten introduceert de KNMT een keurmerk waarin nieuw tot het werkveld toe te treden mondzorgassistenten via gecertificeerde opleidingen kunnen aantonen te voldoen aan de vereiste opleidingseisen waarmee kwalificatie voorwaardelijk wordt voor beroepsuitoefening. Hiermee wordt goede kwaliteit van mondzorg toetsbaar.
Gezien de keuzes die gemaakt zijn wat betreft de inzet van menskracht binnen de mondzorg zal de tandartsassistent in de nabije toekomst een nog belangrijkere spil worden binnen het mondzorgteam. ABC Mondzorgassistenten geeft daarom ook inzicht in de carrièremogelijkheden voor de tandartsassistent.
Mijn dank aan iedereen die heeft meegewerkt aan het tot stand komen van ABC Mondzorgassistenten.
Hans de Vries Voorzitter KNMT Utrecht, maart 2025
© 2025 KNMT. Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten ten aanzien van dit document berusten bij de KNMT. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit dit document worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de KNMT.
Hoewel aan de totstandkoming van dit document de uiterste zorg is besteed, kan de KNMT niet instaan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden en aanvaardt de KNMT deswege geen aansprakelijkheid.
Inleiding 1
Leeswijzer
• voorwaarden voor certificering als branche-erkend opleider conform de ABC Mondzorgassistenten 1.1
Het ‘ABC Kwalificatieprofiel Mondzorgassistenten B: Preventiesassistent’ beschrijft de brancheopleidingsvereisten voor de preventieassistent (A) als onderdeel van het opleidingsaanbod ABC Mondzorgassistenten.
Het eerste hoofdstuk geeft een toelichting op de ‘ABC-opleidingsstructuur Mondzorgassistenten’: wat is het en hoe maken de kwalificatieprofielen A, B en C daar deel vanuit. Ook wordt verteld onder welke voorwaarden taken aan de ABC-assistenten gedelegeerd kunnen worden en welke kwalificaties daarvoor nodig zijn. Ook vind je hier informatie over het ‘Register Mondzorgassistenten’ (RMza). Hoofdstuk drie beschrijft het niveau en de toelatingseisen voor de opleiding. Hoofdstuk vier geeft op hoofdlijnen de inhoud (typering beroep en opsomming kerntaken en werkprocessen) van de opleiding weer in relatie tot de andere ABC-opleidingen. In hoofdstuk vijf wordt de inhoud van kerntaken en werkprocessen nader omschreven. Hoofdstuk zes geeft informatie over opleidingsduur, wijze van examinering en registratie in het register RMza. Tot slot worden in hoofdstuk zeven de mogelijkheden voor vervolgopleidingen beschreven.
In het profiel spreken we van een tandartsassistent, preventieassistent, paro-preventieassistent en mondzorgassistent in de vrouwelijke vorm, van een patiënt in de mannelijke vorm en andere tandheelkundige professionals duiden we aan met een mannelijke vorm. Vanzelfsprekend kunnen hier beide geslachten gelezen worden.
Daar waar in dit document wordt gesproken over ‘patiënt’ wordt ook ‘zorgvrager’ bedoeld.
Als we in dit document spreken over ‘ABC Mondzorgassistent(en)’ bedoelen we daarmee ‘tandartsassistent (A), preventieassistent (B) en paro-preventieassistent (C)’.
Wat is het kwalificatieprofiel?
Het Kwalificatieprofiel Preventieassistent (B) beschrijft de brancheopleidingsvereisten voor de beginnende tandartsassistent. Ze zijn gebaseerd op de beroepsbeschrijving, zoals opgenomen in het ‘Beroepscompetentieprofiel Tandartsassistent’ (BCP TA-A, KNMT, 2025), het ‘mbo-Kwalificatiedossier Tandartsassistent’ (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, SBB, 2021) en de leerdoelen en criteria die het Register Preventieassistenten beschrijft (Register Preventieassistenten, 2020).
Het kwalificatieprofiel B geeft kaders aan aanbieders van niet bekostigde brancheopleidingen conform het ‘ABC-model’. Deze brancheopleidingen leiden op tot respectievelijk de functies A) tandartsassistent, B) preventieassistent en C) paro-preventieassistent. Bijbehorende kwalificatieprofielen vormen de basis en richtlijn voor hun opleidingen Mondzorgassistenten, die leiden tot een certificaat. Met deze opleidingen kwalificeren de assistenten zich voor competent werken in de mondzorgpraktijk.
Het kwalificatieprofiel beschrijft voor de opleidingen A, B of C:
• de inhoud voor een branche-erkende opleiding: de (kern)taken en werkprocessen waarin de assistent wordt opgeleid
• een duiding van het niveau van de opleidingen
• de toelatingseisen voor instroom van de betreffende opleiding
• kaders voor de minimale opleidingsduur
• vereisten voor de wijze van examinering en certificering
• voorwaarden voor registratie als gecertificeerd assistent in het brancheregister
• de mogelijkheden voor vervolgopleidingen
ABC-opleidingsstructuur Mondzorgassistenten
De KNMT streeft naar kwalitatief hoogwaardige mondzorg en stelt daarom eisen aan de kwaliteit van mondzorgprofessionals en zo ook aan die van de tandartsassistent. Werkgevers zijn volgens de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz) verantwoordelijk om kwalitatief goede medewerkers aan te nemen. Er is echter tot op heden geen diploma van een erkende opleiding nodig om als tandartsassistent te mogen werken. De KNMT brengt daar verandering in.
Bij de beroepsopleidende en de beroepsbegeleidende leerwegen via het mbo is de kwaliteit geborgd middels een door de overheid vastgesteld kwalificatiedossier. Van oudsher is er echter ook sprake van (vervolg)scholing buiten het mbo om, waarbij deze kwaliteitsborging ontbreekt. Om in deze lacune te voorzien is een branche-erkende opleidingsstructuur ontwikkeld voor (vooralsnog) de assisterende functies tandartsassistent (A), preventieassistent (B) en paro-preventieassistent (C).
Opzet ABC-opleidingstructuur
De ‘ABC-structuur’ bestaat uit drie onderdelen:
• een inhoudelijke beschrijving van de opleidingen in ‘Kwalificatieprofielen ABC Mondzorgassistenten’
• branche-erkende opleidingsorganisaties
• examinering onder toezicht van geaccrediteerde mondzorgverleners
Daarnaast kent de ABC-structuur het ‘Register Mondzorgassistenten (RMza)’ voor registratie, certificering en accreditering en de ‘Commissie Mondzorgassistenten’ voor de examinering (zie ook paragraaf 2.6).
Nu de kwaliteitsborging een feit is, wordt kwalificatie voorwaardelijk voor beroepsuitoefening en zijn voor nieuw tot het werkveld toetredende assistenten per 1 januari 2025 dan ook opleidingseisen van kracht. Deze staan beschreven in paragraaf 2.5.
Kwalificatieprofielen
De kwalificatie-eisen voor de door de branche erkende ABC-functieopleidingen Mondzorgassistenten (tandartsassistent (A), preventieassistent (B) en paro-preventieassistent (C)) zijn vastgelegd in de ‘ABC Kwalificatieprofielen Mondzorgassistenten’ (KNMT, 2025). De eisen voor de branche-erkende opleiding tandartsassistent (A) voldoen ten minste aan het BCP TA-A en het Kwalificatiedossier Tandartsassistent, met uitzondering van de generieke vakken Nederlands, Engels, rekenen, loopbaan en burgerschap. De opleiding Tandartsassistent (A) uit de ABC-opleidingsstructuur betreft een niet-bekostigde opleiding en bestaat naast de mbo-opleiding Tandartsassistent (niveau 4). De kwalificatie-eisen voor de functies preventieassistent (B) en paro-preventieassistent (C) voldoen aan de kwalificatieprofielen ABC Mondzorgassistenten. In de praktijk is de functie van preventieassistent (A) al decennia erkend als waardevol. Met het bieden van een ABC-structuur is er voor de assistent een mooi loopbaanpad in de mondzorg. De kwaliteit van de ABC-opleidingsstructuur wordt geborgd door externe validering (zie ook paragraaf 2.6).
Door een duidelijke opleidingsstructuur te presenteren, gebaseerd op een gevalideerd beroepsprofiel en functiebeschrijvingen, krijgen werknemers en werkgevers inzicht in wat er van de assistent verwacht wordt in de verschillende functies binnen de ABC-structuur. Daarbij moet worden opgemerkt dat met name voor de tandartsassistent (A) geldt dat deze een brede basisopleiding heeft, maar dat deze niet per definitie voor alle onderdelen waartoe zij is opgeleid in de praktijk wordt ingezet. De individuele praktijksituatie en praktijkomstandigheden bepalen waarvoor de assistent wordt ingezet.
Voor erkende brancheopleiders bieden de ABC-kwalificatieprofielen duidelijke kaders voor de ontwikkeling, uitvoeren en kwaliteit voor hun brancheopleidingen.
Taakdelegatie onder voorwaarden
De tandartsassistent (A), preventieassistent (B) en paro-preventieassistent (C) zijn onder andere werkzaam op het gebied van de preventie en mondhygiëne. Zij informeren en adviseren patiënten en voeren in opdracht van de tandarts of mondhygiënist (onderdelen van) ‘risicovolle en/of voorbehouden handelingen’ uit. Voor hen gelden hiervoor de regels van de Wet BIG en het Toetsingskader IGJ (2023). Hierbij staan ‘bekwaam zijn, jezelf bekwaam achten en voelen en bekwaam worden geacht voor de taak’ centraal. In de tabel hiernaast worden de regels nader toegelicht.
1.5
Aan assistenten, die door de tandarts of mondhygiënist bekwaam worden geacht en ook zichzelf bekwaam vinden, kunnen (deel)taken onder voorwaarden (zie tabel) worden gedelegeerd, die zijn ‘voorbehouden’ aan de tandarts en mondhygiënist. Dit geldt bijvoorbeeld voor het maken van röntgenopnames of het verwijderen van tandsteen ‘onder het tandvlees’ (subgingivaal) door paropreventieassistenten. Daarnaast kan het gaan over zogenaamde ‘risicovolle’ handelingen. Het gaat bijvoorbeeld om het uitvoeren van bepaalde (tandheelkundige) handelingen op het gebied van preventie en parodontologie (zie ook paragraaf 4.3 en hoofdstuk 5). Het is daarom uitermate belangrijk dat voor deze functies een kwalitatief hoogstaande opleiding is gevolgd.
Bij de ontwikkeling van het Beroepscompetentieprofiel Tandartsassistent (BCP TA-A ) en de branchekwalificatieprofielen is zorgvuldig bekeken in welke (te delegeren) taken de beroepsorganisatie KNMT het verantwoord vindt om assistenten op te leiden.
Regels Wet BIG en Toetsingskader IGJ door assistent laten uitvoeren van (delen van) voorbehouden handelingen.
De tandarts of geregistreerd-mondhygiënist:
• is BIG-geregistreerd en stelt de indicatie
• geeft een opdracht aan de tandartsassistent, per patiënt, en evalueert de uitvoering daarvan; de opdracht wordt schriftelijk vastgelegd in een protocol of bij gebrek daaraan in het dossier van de patiënt
• gaat na of de tandartsassistent (B)ekwaam is om de voorbehouden handeling naar behoren uit te voeren
• borgt de mogelijkheid van toezicht en/of tussenkomst: telefonische bereikbaarheid of toezicht op afstand is niet voldoende, aanwezigheid in de praktijk is een vereiste
• geeft zo nodig aanwijzingen
De tandartsassistent:
• handelt uitsluitend in en na opdracht van een BIG-geregistreerd tandarts of geregistreerdmondhygiënist
• gaat na of zij bekwaam is om de voorbehouden handeling naar behoren uit te voeren
• gaat na of de mogelijkheid van toezicht en/of tussenkomst geborgd is
• volgt gegeven aanwijzingen op
• informeert de patiënt dat de voorbehouden handeling in opdracht van de tandarts of geregistreerd-mondhygiënist wordt uitgevoerd, vraagt de patiënt in dat kader om toestemming en legt deze toestemming vast in het dossier
In de mondzorg kan het gaan om eventueel te delegeren taken uit voorbehouden- en/of risicovolle (deel)handelingen uit het domein van de tandarts en/of geregistreerd-mondhygiënist.
Figuur 1 Regels voor in opdracht laten uitvoeren (delen) voorbehouden en risicovolle handelingen (IGJ, 2023)
Kwalificatie voorwaardelijk voor beroepsuitoefening
Diplomering en certificering
Het BCP Tandartsassistent 2025 en een daaruit voortvloeiend kwalificatiedossier of branchekwalificatieprofiel vormen de basis voor zowel kwalificatie via het reguliere mbo (bekostigd onderwijs), als via de branche-erkende niet door de overheid bekostigde leerweg.
De mbo-opleiding Tandartsassistent, conform het kwalificatiedossier, leidt tot het diploma ‘Tandartsassistent mbo-4’. Dit is erkend door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Dit diploma tandartsassistent kan toegang geven voor doorstroom naar wettelijk erkende hbo-opleidingen, zoals Mondzorgkunde. Ook kan ze doorstromen naar de brancheopleidingen Preventieassistent (B) en Paro-preventieassistent (C).
De branche-erkende opleiding Tandartsassistent (A) voldoet ten minste aan het kwalificatiedossier (mbo4) en ABC-kwalificatieprofiel A, met uitzondering van de generieke vakken Nederlands, Engels, rekenen, loopbaan en burgerschap en het werkproces ‘B1-K3-W4: Levert een bijdrage aan de begeleiding
1.6
van (nieuwe) collega’s en stagiaires (leren en ontwikkelen)’. De opleiding leidt tot het certificaat ‘Tandartsassistent (A)’. Hiermee kan de assistent doorstromen naar de opleiding Preventieassistent (B) en vervolgens Paro-preventieassistent (C).
Voorwaardelijk voor beroepsuitoefening
Bij de KNMT staat het aanbieden van zorg van goede kwaliteit en goed niveau door haar leden voorop. Zorg dient aan te sluiten bij de regelgeving, zoals die in de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg staat beschreven. De zorg is veilig, doeltreffend, doelmatig en clientgericht, wordt tijdig verleend en is afgestemd op de reële behoefte van de client. Onder andere in dit kader dienen nieuw tot het werkveld toetredende assistenten daarom per 1 januari 2026 minimaal
• in het bezit te zijn van een mbo-4-diploma tandartsassistent of een certificaat van een brancheerkende opleiding Tandartsassistent (A)
• of bij aanvang van het dienstverband in opleiding te zijn of binnen twee maanden in opleiding te gaan bij een mbo-opleiding niveau 4 tot tandartsassistent of een branche-erkende opleiding Tandartsassistent (A).
NB Deze vereisten gelden ook voor medewerkers die worden ingezet bij vervanging van vaste medewerkers.
Uitzonderingen zijn:
• medewerkers die geen zorginhoudelijke patiëntencontacten hebben;
• tandartsassistenten met een arbeidsovereenkomst daterend van vóór 1 januari 2026, ook wanneer zij na de ingangsdatum bij een nieuwe werkgever in dienst zijn getreden;
• ervaren tandartsassistenten die vanaf de ingangsdatum opnieuw instromen en die binnen de periode 1 januari 2020 en 1 januari 2026 nog minimaal twee jaar een arbeidscontract hebben gehad als tandartsassistent.
Werkgevers en werknemers zijn beiden verantwoordelijk voor het voldoen aan de diploma- c.q. certificeringseis.
Register Mondzorgassistenten en accreditatie cursusaanbieders
Het Register Mondzorgassistenten (RMza) is ontstaan vanuit het Register Preventieassistenten. Dit is het toonaangevende register van vakbekwame preventieassistenten. Dit register wordt uitgebreid voor de functies tandartsassistent (A) en paro-preventieassistent (C). Op deze wijze wordt de officiële beroepsregistratie voor mondzorgassistenten gefaciliteerd. De kwaliteitsnormen die binnen de mondzorg zijn gesteld zijn hierbij leidend. Het register is onafhankelijk, openbaar en inzichtelijk voor iedereen. Zo is voor iedereen duidelijk wie aan de branchevereisten voldoet, wat bijdraagt aan borging van kwalitatief en veilig werken in de mondzorg.
Waarvoor dient een Register Mondzorgassistenten?
Het register stelt de professionaliteit van de assistenten objectief en betrouwbaar vast. In dit register worden alleen assistenten opgenomen die een erkend beroepscertificaat hebben. Via deze weg kunnen de geregistreerde assistenten aantonen dat zij vakbekwaam zijn. Zo maken zij duidelijk dat zij op de hoogte zijn van de huidige standaarden en hun kennis en kunde continu onderhouden. Naast het gebruik van de kwalificatieprofielen, dienen cursusaanbieders ook te voldoen aan certificeringseisen die het veld stelt aan cursusaanbieders. Deze zullen worden gecontroleerd door een onafhankelijke externe certificeringsinstantie.
Wat doet het Register Mondzorgassistenten?
Via het register is een platform gecreëerd dat meerdere doeleinden ondersteunt. Zo brengt het assistenten en andere disciplines in de mondzorg bij elkaar en geeft het patiënten vertrouwen in de kwaliteit van de behandelaar. Door het laten accrediteren van cursusaanbieders door een onafhankelijk certificerende instelling verheldert het register binnen welke kaders de cursusaanbieders de opleidingen verzorgen om aan de kwaliteitsnormen te voldoen. Enkel de assistenten die een van de geaccrediteerde cursussen met succes hebben afgerond, kunnen in het brancheregister worden ingeschreven. Het faciliteren van een officiële beroepsregistratie voor assistenten draagt bij aan de transparantie binnen de mondzorg. Het register dient tevens als hulpmiddel voor assistenten om hun deskundigheid bevorderende activiteiten bij te houden welke in de toekomst in hun eigen portfolio kan worden opgeslagen.
Totstandkoming
Dit kwalificatieprofiel is vastgesteld door de KNMT in 2025. Het kwam tot stand door samenvoeging van initiatieven van de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT).
In 2019 is door de ANT een ontwerp gemaakt voor een model ‘Tandartsassistentie ABC’. Hierin worden twee nieuwe brancheopleidingen, te weten Tandartsassistent en Paro-preventieassistent toegevoegd aan de bestaande brancheopleiding Preventieassistent tot een trapsgewijs aanbod van drie brancheopleidingen. De kerntaken en werkprocessen van deze functionarissen en de daarvoor benodigde kennis en vaardigheden zijn destijds beschreven in een ‘Kwalificatieprofiel ABC’.
De branchekwalificatieprofielen ABC zijn het resultaat van doorontwikkeling van het initiatief dat professor Renggli van het Radboudumc in 1995 nam tot de ontwikkeling van een opleiding Preventieassistent. De (K)NMT heeft dit initiatief destijds omarmd en verder doorontwikkeld. Na jarenlange coördinatie heeft de KNMT de uitvoering in 2013 overdragen aan het onderwijsveld en is de kwaliteitscontrole ondergebracht bij het Register Preventieassistenten. In die tijd zijn ook de eerste aanzetten gemaakt tot een functieprofiel voor een ‘paro-preventieassistent’. Deze was echter (nog) niet opgenomen in het functiegebouw van de KNMT.
In 2021 zijn KNMT en ANT gefuseerd en zijn de werkzaamheden samen voortgezet. De Commissie Opleidingen van de KNMT heeft in samenspraak met het veld en cursusorganisaties onder auspiciën van het KNMT-bestuur de documenten definitief gemaakt.
Zie bijlage 1 voor de bij de ontwikkeling betrokken personen.
Niveau en toelatingseisen opleiding
Preventieassistent (B)
Niveau van de opleiding
ABC in relatie tot het NLQF/EQF kwalificatieraamwerk
Voor deze ABC-brancheopleidingen is het voor niveau-aanduiding en ook voor het onderscheid met de overige zorgprofessionals zinvol om deze naast het Nederlands kwalificatieraamwerk (NLQF) te leggen. Dit (internationale) raamwerk (EQF) kent acht niveaus en een instroomniveau. De niveaus zijn vastgesteld aan de hand van beschrijvingen van wat iemand weet en kan na voltooiing van het leerproces. Deze beschrijvingen van kennis, vaardigheden, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid noemen we leerresultaten (NLQF, 2023).
Een mbo-opgeleide tandartsassistent bereikt met het diploma niveau 4 van NLQF. De brancheopgeleide tandartsassistenten (A) en preventieassistenten (B) zijn te vergelijken met niveau 4 NLQF voor de vakinhoudelijke onderdelen (de generieke onderdelen laten we immers buiten beschouwing). Kijkend naar de NLQF-niveaubeschrijvingen is een paro-preventieassistent (C) vergelijkbaar met niveau 4+ (dit niveau wordt in het NLQF-wel benoemd, maar kent geen extra beschrijving ten opzichte van 4) en deels vergelijkbaar met niveau 5 (associate degree). De paro-preventieassistent (C) heeft ten opzichte van de assistent A en B wel verdiepte en/of gespecialiseerde kennis van preventie en mondhygiëne, extra detailkennis van de parodontologie en zal ze iets meer vaardig zijn in het creatief oplossen van wat abstractere problemen. Maar qua context en verantwoordelijkheid werkt de paro-preventieassistent (C) bijvoorbeeld niet in onbekende en wisselende contexten en stuurt ze ook geen onvoorspelbare processen aan, zoals een associate degree (niveau 5) wel doet. De opleiding Mondzorgkunde is een hbo-opleiding op niveau 6.
Onderstaande tabel geeft kort samengevat het verschil tussen de verschillende NLQF-niveaus aan.
NLQF-niveau Kennis & Vaardigheid
Context/zelfstandigheid/verantwoordelijkheid 4(+): mbo Kennis: breed, specialistisch, beroepsgerelateerde feiten, theorie
Vaardigheid: reproduceert, analyseert en past kennis toe, waaier van vereiste cognitieve en praktische vaardigheden om in een werk- of studiegebied specifieke problemen op te lossen
5: associate degree
6: hbo-bachelor
Kennis: ruime, verdiepte en/of gespecialiseerde kennis beroep en/of kennisdomein, detailkennis enkele deeldomeinen, begrip beperkte reeks basistheorieën, principes en concepten
Vaardigheid: brede waaier vereiste cognitieve en praktische vaardigheden om creatieve oplossingen voor abstracte problemen uit te werken
Kennis: gevorderd, kritisch inzicht theorie, beginselen
Vaardigheid: gevorderd, geeft blijk van absoluut vakmanschap, innovatief vermogen oplossen complexe, onvoorspelbare problemen in gespecialiseerd werkgebied
Werkomgeving: herkenbaar, wisselend
Samenwerking: gelijken, leidinggevenden en cliënten
Verantwoordelijk voor: resultaten eigen activiteiten/werk en studie, deels verantwoordelijk resultaat werk anderen
Werkomgeving: onbekend, wisselend
Samenwerking: gelijken, collega’s, leidinggevenden en relevante derden
Verantwoordelijk voor: resultaten eigen activiteiten/werk, deels verantwoordelijk resultaat activiteiten/werk anderen en aansturen van onvoorspelbare processen
Werkomgeving: onbekend, wisselend, ook internationaal
Samenwerking: gelijken, collega’s, (niet) specialisten, leidinggevenden, relevante derden
Verantwoordelijk voor: resultaten eigen activiteiten/werk, resultaat werk anderen, deels verantwoordelijk: aansturen onvoorspelbare processen en professionele ontwikkeling anderen, verzamelt en interpreteert relevante gegevens: doel afgewogen oordeel vormen
Tabel 1: Samenvattingen niveau-beschrijvingen NLQF/EQF-niveaus (www.nlqf.nl)
ABC in relatie tot de leerniveaus volgens Bloom Op de verschillende functies kunnen we vanuit de onderwijskunde ook de Taxonomie van Bloom toepassen (figuur 3, Anderson & Bloom, 2001). De tandartsassistent (A) en preventieassistent (B) functioneren vooral op de niveaus Onthouden, Begrijpen en Toepassen. De paro-preventieassistent (C) functioneert ook op deze drie niveaus, maar zal voor haar werk in de parodontologie vaker aanvullende en verdiepende analyse vaardigheden inzetten. Dit bestaat onder andere uit splitsen van informatie in verschillende delen om het te onderzoeken en verbanden te kunnen leggen, vragen stellen bij bepaalde kennis en zoeken naar relaties en verder kunnen kijken dan de kennis die je al hebt.
Hogere orde denken
Creëren
Evalueren
Analyseren
Toepassen
Begrijpen
Onthouden
2.2
Toelatingseisen opleiding Preventieassistent (B)
Vanaf 2026 dient iedereen die wil instromen in de brancheopleiding Preventieassistent in het bezit te zijn van een mbo-4-diploma Tandartsassistent of een branchecertificaat Tandartsassistent (A). In specifieke gevallen geldt een overgangsregeling.
Om toegelaten te kunnen worden tot de branche-erkende opleiding Preventieassistent (B) moet worden voldaan aan de volgende eisen.
Bewijzen
• Opname in register Tandartsassistent (A) van het RMza
Overige eisen
• Minimaal twee jaren werkervaring als tandartsassistent (A)
• Tijdens de looptijd van de opleiding ten minste 16 uren per week werkzaam zijn (of stage lopen) in een algemene mondzorgpraktijk of verwijspraktijk voor orthodontie, parodontologie of implantologie als tandartsassistent en preventieassistent (in opleiding)
• Begeleiding door ten minste een mondhygiënist, zodat er praktijkervaring opgedaan kan worden en de gestelde doelen van de cursus Preventieassistent (B) geoefend en behaald kunnen worden
Figuur 3: Taxonomie van Bloom
Inhoud
opleiding
Preventieassistent (B)
Typering beroep ABC Mondzorgassistenten
De inhoud van de brancheopleidingen ABC Mondzorgassistenten is gebaseerd op de inhoud van het Kwalificatiedossier Tandartsassistent (SBB, 2021) en het BCP TA-A (KNMT, 2025). Hieruit is onderstaande typering van het beroep tandartsassistent (A) overgenomen.
Beroepscontext
De ABC Mondzorgassistent werkt, afhankelijk van hoe zij in de praktijk wordt ingezet, in de tandheelkundige zorg. In veel gevallen is zij, samen met tandheelkundige zorgprofessionals, werkzaam in een kleine ruimte. De ABC Mondzorgassistent zorgt – afhankelijk van de individuele praktijksituatie en praktijkomstandigheden van de praktijk waar de assistent wordt ingezet – voor actieve ondersteuning voor, tijdens en na de patiëntbehandeling in de volgende type organisaties zoals de algemene tandartsenpraktijk, ziekenhuizen (afdeling mondziekten en kaakchirurgie), orthodontiepraktijk en gedifferentieerde tandheelkunde, zoals de parodontologiepraktijk. Plekken waar ABC Mondzorgassistenten ook kunnen werken zijn: regionale instellingen voor jeugdtandverzorging, verpleeghuizen, bij mondhygiënisten en het (klinisch) onderwijs bij tandheelkundige opleidingen.
Typerende beroepshouding
De beroepshouding van de ABC Mondzorgassistent kenmerkt zich door een empathische, hulpvaardige, anticiperende, proactieve, initiërende, patiëntgerichte, integere, open en onbevooroordeelde houding richting patiënten en een loyale en coöperatieve houding richting collega’s en andere tandheelkundige professionals. Zij moet snel kunnen schakelen tussen werkzaamheden en de daarbij behorende prioriteiten stellen. De ABC Mondzorgassistent gaat zorgvuldig met patiënten om. Ze is alert op angst bij patiënten en besteedt er aandacht aan. Zij toont respect voor de patiënt, ongeacht zijn sociale of economische status, levensbeschouwing, politieke overtuiging, opleiding, ras, sekse of leeftijd. Tijdens de beroepsuitoefening hanteert zij de geldende regels t.a.v. privacy, veiligheid, hygiëne en gedragsregels. Zij is kostenbewust en milieubewust en werkt ergonomisch verantwoord. De ABC Mondzorgassistent staat kritisch ten opzichte van haar eigen beroepshouding, kan deze indien nodig aanpassen, kan omgaan met feedback en reflecteren op haar eigen gedrag. Ze is erop gericht haar beroepscompetenties blijvend te ontwikkelen.
Resultaat van het beroep
De ABC Mondzorgassistent heeft de tandheelkundige zorg gepland, een bijdrage geleverd aan de tandheelkundige behandeling en de patiënt de juiste informatie verstrekt, waarbij tevredenheid van de patiënt en het respect voor de eigenheid van iedere patiënt vooropstaat.
Zie ‘BCP Tandartsassistent’ (KNMT, 2025) voor een uitgebreide beschrijving van het beroep, de context en taken.
Preventieassistent (B)
De inhoud van het profiel voor de preventieassistent (B) is gebaseerd op de inhoud van het profiel en de opleidingseisen, die het Register Preventieassistenten aan opleidingen Preventieassistent stelt en het KNMT-functieprofiel preventieassistent. De preventieassistent (B) voert in opdracht van de tandarts conform de regels van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) en de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) onderdelen van tandheelkundige behandelingen uit, met name op het gebied van preventie en mondhygiëne. Daarnaast biedt de preventieassistent, net als de tandartsassistent (A), ondersteuning aan tandheelkundige zorgverleners bij de voorbereiding, uitvoering en afronding van patiëntbehandelingen. De mate van zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en complexiteit is bij de functie van preventieassistent (B) hoger dan bij de functie van tandartsassistent (A).
Kerntaken en werkprocessen tandartsassistent mbo-4
Voor het opstellen van de kerntaken en werkprocessen van de tandartsassistent (A), de preventieassistent (B) en de paro-preventieassistent (C) is het Kwalificatiedossier Tandartsassistent mbo-4 als uitgangspunt genomen. Dit dossier is gebaseerd op het BCP Tandartsassistent (A) van de KNMT (KNMT, 2025).
Het Kwalificatiedossier Tandartsassistent mbo-4 is opgebouwd uit een aantal onderdelen. Een basisdeel 3.1 3.2
(B), dat bestaat uit de beroepsspecifieke onderdelen en de generieke onderdelen Nederlandse taal, rekenen, loopbaan en burgerschap en Engels. De generieke onderdelen en het werkproces ‘B1K3-W4: Levert een bijdrage aan de begeleiding van (nieuwe) collega’s en stagiaires (leren en ontwikkelen)’ zijn in dit ABC Kwalificatieprofiel preventieassistent (B) buiten beschouwing gelaten. Hierop zullen de assistenten in opleiding niet worden geëxamineerd. Dit neemt niet weg dat voor alle assistenten geldt dat van hen verwacht mag worden dat zij beschikken over beheersing van de Nederlandse taal in woord en geschrift op 3F niveau (zie ook paragraaf 3.2 Toelatingseisen).
De beroepspecifieke onderdelen betreffen de gemeenschappelijke kerntaken (K) en werkprocessen (W) voor het beroep; in dit geval voor het beroep van tandartsassistent. Het Kwalificatiedossier Tandartsassistent is hier te vinden op de site van SBB.
ABC Kwalificatieprofiel – overzicht kerntaken, werkprocessen en taken
In onderstaand overzicht zijn de kerntaken, werkprocessen en taken van de mondzorgassistenten opgenomen. Daarbij dient te worden aangemerkt dat met name voor de tandartsassistent (A) geldt dat deze een brede basisopleiding heeft en dus breed competent, maar dat deze niet per definitie voor alle onderdelen waartoe zij is opgeleid in de praktijk wordt ingezet. In de onderstaande tabellen is derhalve uitgewerkt waartoe de A-, B- en C-assistent zijn opgeleid en welke kerntaken en werkprocessen zij kunnen uitvoeren, maar het is van de individuele praktijksituatie en praktijkomstandigheden afhankelijk waartoe de assistent wordt ingezet en of zij de beschreven verrichtingen in de praktijk ook daadwerkelijk uitvoert.
Begrenzing taakuitoefening
Onderscheid tussen de A-, B en C-assistent en de mondhygiënist is gemaakt met behulp van de PPSscore, zoals beschreven in (het stappenplan van) de richtlijn Parodontologie (NVVP, 2020) en in bij implantaten, zoals beschreven in de richtlijn Peri-implantaire infecties (KIMO, 2018).
Tandartsassistent (A) Preventieassistent (B) Paro-preventieassistent (C) Mondhygiënist
PPS-score patiënt N.v.t. PPS-1
Pockets t/m 3 mm PPS-2
Pockets 4 t/m 5 mm PPS-3
Pockets ≥ 6 mm
Handeling Inventarisatie niveau van zelfzorg, voorlichting en begeleiding in het optimaliseren van dagelijkse mondhygiëne, advies op maat omtrent gezondheidsgedrag (stap 5a en 9)
Supragingivale gebitsreiniging, polijsten gebitselementen (stap 5b)
Gecombineerd met subgingivale gebitsreiniging (stap 10) (laten) inplannen nieuw periodiek mondonderzoek (stap 11)
Beslissingsmoment(en) (stap 8 en 12)
In geval van implantaten
Voorlichting en instructie mondhygiëne
Reinigen en polijsten bij peri-implantaire mucositis en periimplantitis
Supramucosaal reinigen en polijsten van implantaten in een weefselgezonde situatie met plaque en tandsteen
Tabel 2: Grensafbakening: uitgangspunt ABC-opleidingen, bron: richtlijnen Parodontologie & Peri-implantaire infecties
Overzicht kerntaken, werkprocessen en taken In onderstaande tabel staan in de ‘groene’ kolom de taken die bij de preventieassistent (B) horen. De kolommen A en B geven aan waar taken tussen assistenten overeenkomen en waar ze verschillen.
Kerntaken, werkprocessen en taken
K1: Uitvoeren van frontofficetaken
K1-W1: Neemt de hulpvraag aan, verheldert deze en zet vervolgstappen in gang
K1-W2: Zorgt voor de planning van de praktijk/organisatie
K1-W3: Verwerkt patiënt gerelateerde informatie en administratie
K2: Verrichten van handelingen in het kader van tandheelkundige zorg
K2-W1: Voert bepaalde tandheelkundige handelingen uit
Algemeen:
• nemen van afdrukken
• maken gipsmodellen/lepels
• tandtechnische werkzaamheden uitvoeren
• vervaardigen noodkronen
• maken kleurenfoto’s gezicht/gebit en 3D-gebitsscans
• hechtingen verwijderen
• behandelgebied droogleggen
• cofferdam en matrix/wig aanbrengen
• sealen
Röntgenapparatuur bedienen conform de richtlijn: patiënt plaatsen en voorbereiden, film/sensor plaatsen
m.b.v. instelapparatuur, richten toestel voor maken bitewing en solo-röntgenfoto’s.
Preventie en mondhygiëne algemeen:
• anamnese-update afnemen
• plaque-kleurtest uitvoeren
• fluorideapplicatie aanbrengen
Preventie en mondhygiëne gevorderd:
• mondonderzoek weke delen en harde weefsels uitvoeren
• symptomen van gingivitis, parodontitis en retentieplaatsen herkennen
• pocketregistratie lezen en begrijpen
• exploratief sonderen voor pocketdieptemeting
Parodontologische behandeling ondersteunen:
• parodontiumregistratie lezen, begrijpen en behandelroute bepalen in overleg met tandarts/mondhygiënist
• subgingivaal tandsteen verwijderen/reinigen met scalers en curettes, handmatig en ultrasoon bij patiënten met PPS-score 2
• behandelen gevoelige tandhalzen
• polijsten van gebitselementen
• opstellen preventieplan
• supragingivaal tandsteen en plaque verwijderen/ reinigen met scalers, handmatig en ultrasoon bij patiënten met PPS-score 1
• aanslag verwijderen
• uitvoeren bacteriologisch onderzoek in opdracht van de tandarts/mondhygiënist op aangegeven locaties.
• maken risico-inschatting
• bepalen van recall termijn en eventueel verwijzen
K2-W2 Assisteert bij uitvoeren van tandheelkundige behandelingen ‘four handed’ en protocollair werken
Assisteert bij:
• preventiebehandelingen | sealen
• parodontologie
• assisteren bij maken parodontiumregistratie
• restauratieve tandheelkunde: preparen en restaureren
• endodontie
• prothetische tandheelkunde: extracties, kroon en brugwerk
• prothesewerk orthodontie
• chirurgie (implantologie/parodontologie)
Kerntaken, werkprocessen en taken
K2-W3 Geeft voorlichting en advies
Geeft (voedings)advies ter preventie en instructie mondhygiëne aan patiënten
Geeft voorlichting en instructie aan patiënten met implantaten in weefselgezonde situatie (PPS1)
Geeft voorlichting en instructie aan patiënten met implantaten in weefselgezonde situatie (PPS2)
Bevordert gedragsverandering door o.a. stimuleren zelfregie en intrinsieke motivatie met behulp van o.a. motivational interviewing
Geeft uitleg over parodontium(status) aan patiënten t/m PPS2 na overleg met tandarts/mondhygiënist
K2-W4: Zorgt voor logistiek en beheer
Zorgt voor logistiek en beheer
Zorgt voor reinigen, desinfecteren en steriliseren van instrumenten
Draagt zorg voor bijdragen aan praktijkhygiëne en infectiepreventie
Draagt zorg voor slijpen instrumenten
K3 Werken aan kwaliteit en deskundigheid (professionaliteit)
K3-W1: Werkt aan de eigen deskundigheid en kennisverdieping
Communiceert helder en professioneel
Reflecteert op het eigen handelen en staat open voor groei
Omgaan met diversiteit van patiënten
Werkt aan kennisverdieping preventie en parodontologie, anatomie parodontium/gebitselementen en medisch tandheelkundige interactie
Werkt aan kennisverdieping microbiologie, speeksel en halitose
K3-W2: Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
Werkt aan het bevorderen van kwaliteitszorg
K3-W3: Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af
Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af
Overleg, terugkoppeling aan tandarts en/of mondhygiënist en eventuele doorverwijzing
K3-W4: Levert een bijdrage aan de begeleiding van (nieuwe) collega’s/stagiaires
Tabel 3: Overzicht kerntaken, werkprocessen en taken
Beschrijving kerntaken, vakkennis en vaardigheden en werkprocessen
In dit hoofdstuk worden specifiek die kerntaken en werkprocessen beschreven, waarin de preventieassistent (B) verschilt van de tandartsassistent (A). Overeenkomsten zijn opgenomen in bijlage 4.
Bij de verschillende kerntaken worden, naast een beschrijving, ook de daarvoor benodigde vakkennis en vaardigheden beschreven. Vervolgens worden de bijbehorende werkprocessen beschreven in een omschrijving, gewenst resultaat en gedrag.
Vakkennis en vaardigheden
Per kerntaak zijn de vakkennis en vaardigheden beschreven, waartoe de A-, B- en C-assistent zijn opgeleid. Het is van de individuele praktijksituatie en praktijkomstandigheden afhankelijk waartoe de assistent wordt ingezet en of zij de beschreven vakkennis en vaardigheden in de praktijk ook daadwerkelijk benut en toepast. Niet elke tandartsassistent past derhalve in de praktijk de vakkennis en vaardigheden toe, waartoe zij bekwaam kan worden geacht en die zij in haar opleiding heeft opgedaan. Met name voor de tandartsassistent (A) geldt dat deze weliswaar een brede basisopleiding heeft en breed is opgeleid tot het verrichtingen van handelingen, maar dat zij deze handelingen in voorkomend geval niet standaard uitvoert maar slechts indien dat specifiek tot haar takenpakket is aangewezen.
Gedrag
Het beschreven gedrag betreft gedrag dat met de brancheopleidingen wordt aangeleerd. Of dit gedrag daadwerkelijk in de praktijk wordt uitgevoerd, is afhankelijk van het takenpakket en toegewezen werkzaamheden. Het is van de individuele praktijksituatie en praktijkomstandigheden afhankelijk of de assistent in de praktijk daadwerkelijk geconfronteerd wordt met situaties, waarin zij het benoemde gedrag dient toe te passen.
Visie en leerdoelen Preventieassistenten en Kwalificatiedossier als bron De hoofdbron voor de uitwerking van het Kwalificatieprofiel Preventieassistent (B) is het document ‘Visie en leerdoelen Register Preventieassistenten’. Hierin staat de beoogde inhoud van opleidingen Preventieassistent uitgebreid beschreven en vormt de basis voor certificatie van cursusaanbieders. Daarnaast is voor de uitwerking van de algemene kerntaken, vakkennis en vaardigheden het Kwalificatiedossier Tandartsassistent (SBB, 2021) gebruikt. Omdat de brancheopleiding Tandartsassistent (A) met uitzondering van de generieke vakken en het werkproces ‘B1-K3-W4: Levert een bijdrage aan de begeleiding van (nieuwe) collega’s en stagiaires (leren en ontwikkelen)’ nagenoeg gelijk is aan de mbo-4opleiding Tandartsassistent zijn passages uit dit dossier letterlijk overgenomen. Daarnaast is inhoud uit het document ‘Visie en leerdoelen Register Preventieassistenten’ overgenomen (Register Preventieassistenten, 2020). Dit document beschrijft de leerdoelen en criteria voor branchegecertificeerde opleidingen Preventieassistent.
Kerntaken die overeenkomen met de tandartsassistent (A)
In de functie van preventieassistent (B) komt een groot aantal kerntaken (K) en werkprocessen (W) overeen met die van de tandartsassistent (A):
• Kerntaak 1: Uitvoeren van frontofficetaken
• Kerntaak 2: Verrichten van handelingen in het kader van tandheelkundige zorg
K2-W2: Assisteert bij uitvoeren van tandheelkundige behandelingen ‘four handed dentistry’ en protocollair werken
K2-W4: Zorgt voor logistiek en beheer
• Kerntaak 3: Werken aan kwaliteit en deskundigheid (professionaliteit)
K3-W2: Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
K3-W3: Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af
K3-W4: Levert een bijdrage aan de begeleiding van (nieuwe) collega’s
Deze taken dient de preventieassistent (B) te beheersen, voordat ze aan de opleiding Preventieassistent (B) begint (verplichte diploma-/certificaateis). Daarom is de uitwerking van deze kerntaken en/of werkprocessen niet integraal opgenomen in dit hoofdstuk, maar naar bijlage 4 verplaatst.
Hierna staan dus de kerntaken en werkprocessen opgenomen waarin de preventieassistent (B) extra taken uitvoert ten opzichte van de tandartsassistent (A).
Kerntaak 2: Verricht handelingen in het kader van tandheelkundige zorg
De preventieassistent (B) heeft, afhankelijk van haar takenpakket en de haar toegewezen werkzaamheden, voor het assisteren bij een tandheelkundige behandeling en het zelfstandig uitvoeren van niet-voorbehouden handelingen brede en specialistische kennis en vaardigheden nodig, zoals kennis van behandelmethoden, preventie, logistiek en beheer. Ze wordt breed opgeleid, maar de praktijk(omstandigheden) waar ze werkt zal bepalend zijn voor welke handelingen ze daadwerkelijk uitvoert. De preventieassistent voert haar werkzaamheden ten aanzien van tandheelkundige behandelingen in opdracht van de tandarts of mondhygiënist uit volgens procedures en protocollen.
De complexiteit van de handelingen wordt mede bepaald doordat er nauw wordt samengewerkt met de behandelaar en de behandeling plaatsvindt in de kleine ruimte van het mondgebied, waarbij er snel moet kunnen worden geschakeld tussen verschillende handelingen. De taak van de preventieassistent (B) is, steeds afhankelijk van de aan haar toebedeelde taken, gevat in het enerzijds uitvoeren van (bepaalde) niet voorbehouden tandheelkundige handelingen en het assisteren van de behandelaar en anderzijds tegelijkertijd een signalerende rol vervullen met het oog op het welbevinden van de patiënt tijdens de behandeling.
4.2.1 Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De preventieassistent (B) assisteert, indien dat tot haar takenpakket behoort, de behandelaar (tandarts) bij tandheelkundige behandelingen en voert, afhankelijk van de praktijksituatie en of zij die taken toebedeeld heeft gekregen, in opdracht van de behandelaar en met toestemming van de patiënt ook zelfstandig (bepaalde) bepaalde voorbehouden tandheelkundige handelingen uit. Voor het zelfstandig uitvoeren van taken op het gebied van preventie- en mondhygiëne geldt dat de preventieassistent (B) dit uitsluitend doet bij patiënten met een PPS-score 1. Het is belangrijk dat de preventieassistent (B) steeds handelt in opdracht van een bekwame en bevoegde tandarts/mondhygiënist en met het in acht nemen van de geldende protocollen. Zowel de assistent zelf als de tandarts/mondhygiënist moet vaststellen dat zij bekwaam is om de handeling uit te voeren. De patiënt moet ook weten door welke functionaris hij behandeld wordt. Wanneer de preventieassistent (B), indien van toepassing gelet op haar takenpakket, in opdracht van de behandelaar en met toestemming van de patiënt voorbehouden handelingen en/of risicovolle handelingen uitvoert, dan gelden de volgende aanvullende eisen. De mogelijkheid tot toezicht en tussenkomst moet verzekerd zijn doordat de tandarts/mondhygiënist en preventieassistent onder ‘één dak’ werken en de tandarts/mondhygiënist fysiek in de praktijk aanwezig is. Ook dient de assistent alle aanwijzingen van de tandarts op te volgen. De behandelgegevens worden vastgelegd in één patiëntendossier, waarvoor de tandarts verantwoordelijk is. De preventieassistent (B) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de zelfstandig uitgevoerde handelingen, het geven van voorlichting en advies, en
het voeren van logistiek en beheer. De tandarts/mondhygiënist draagt de eindverantwoordelijkheid voor de werkzaamheden in de mondzorgpraktijk.
4.2.2 Vakkennis en vaardigheden, taken Kerntaak 2
Preventieassistent (B)
De beginnend beroepsbeoefenaar:
• beheerst de brede en specialistische kennis zoals genoemd bij de tandartsassistent (A)
• heeft brede kennis van cariës en paropreventie
• heeft brede kennis van ondersteunende tandheelkundige behandelingen zoals genoemd bij de tandartsassistent (A) en aanvullend van bleken
• heeft brede kennis van ergonomische basisprincipes
• heeft specialistische kennis van weke delen en harde weefsels in de mond
• heeft specialistische kennis van het parodontium en etiologie van parodontale afwijkingen
• heeft specialistische kennis van het parodontale screening (PPS), pocketregistratie, preventieve behandelingen, tandsteen verwijderen en instructie mondhygiëne (bij implantaten)
• heeft specialistische kennis van het parodontium rondom implantaten, typen implantaten in relatie tot instructie mondhygiëne, (risico)factoren voor ontstaan per-implantaire infecties
• heeft specialistische kennis van nazorg bij implantaten in weefselgezonde situatie met plaque en tandsteen
• heeft specialistische kennis van het te hanteren instrumentarium
• kan de vaardigheden uitvoeren zoals benoemd bij de tandartsassistent (A)
• kan aanvullend onderdelen van tandheelkundige behandelingen uitvoeren volgens richtlijnen, protocollen en werkafspraken, te weten:
• taken op het gebied van preventie en mondhygiëne bij patiënten met een PPS-score t/m 1: anamnese/update afnemen, uitvoeren plaque-kleurtest, fluoride-applicatie, behandelen gevoelige tandhalzen en polijsten, mondonderzoek weke delen en harde weefsels uitvoeren, symptomen van gingivitis, parodontitis en retentieplaatsen herkennen, exploratief sonderen voor pocketdieptemeting, pocketregistratie lezen en begrijpen, opstellen preventieplan, supragingivaal tandsteen en plaque verwijderen / reinigen met scalers, handmatig en ultrasoon vanaf sulcusniveau bij pockets t/m 3 mm (PPS1), instructie mondhygiëne geven bij implantaten
• algemeen ondersteunende taken die horen bij tandartsassistent (A)
• kan kennis van voeding en voedingsadviezen toepassen bij het voorlichten en instrueren van de patiënt op het gebied van preventie en mondhygiëne
• kan weerstanden herkennen en gaat hier vaardig mee om
• kan gedragsverandering stimuleren, onder andere door het stimuleren van zelfregie en intrinsieke motivatie
NB Een gedetailleerde lijst met leerdoelen en criteria voor de zelfstandig door de preventieassistent (B) uit te voeren handelingen, is opgenomen in bijlage 5.
Daarnaast beheerst de preventieassistent (B) de vakkennis en vaardigheden, zoals benoemd in het kwalificatieprofiel tandartsassistent (A). Zie bijlage 4.
Tabel 4: Vakkennis en vaardigheden, taken Kerntaak 2.
4.2.3 ‘Body of knowledge and skills’ preventieassistant In bijlage 5 is een gedetailleerde beschrijving opgenomen van de kennis en vaardigheden geformuleerd in leerdoelen en criteria, die kunnen worden gebruikt bij de vormgeving van de opleiding Preventieassistent. Deze ‘Body of knowledge & skills’ (‘BoKS’ beschrijft in concrete termen welke kenniselementen nodig zijn voor uitvoering van de verschillende (kern)taken en werkprocessen door de beginnende preventieassistent. De BoKS is goed bruikbaar voor het vormgeven van opleidingen en het maken van onderwijs, toetsen en/of examens (zie bijlage 5).
4.2.4 Werkproces 2.1: Voert bepaalde tandheelkundige handelingen uit
Omschrijving
De preventieassistent (B) voert in opdracht van de behandelaar en met toestemming van de patiënt bepaalde tandheelkundige werkzaamheden, preventieve handelingen en handelingen t.b.v. de behandeling van de patiënt uit. Zij observeert of de patiënt de behandeling goed doorstaat, neemt angst en onzekerheid weg en onderneemt actie bij bijzonderheden. Voor het zelfstandig uitvoeren van taken op het gebied van preventie- en mondhygiëne geldt dat de preventieassistent (B) dit uitsluitend doet bij patiënten met een PPS-score t/m 1.
Resultaat
De preventieassistent (B) heeft in opdracht van de behandelaar en met toestemming van de patiënt op een professionele en verantwoorde wijze tandheelkundige handelingen uitgevoerd, waarbij zowel de patiënt als zijzelf bij de uitvoering van de behandeling geen onnodige risico’s heeft gelopen.
Gedrag
Preventieassistent (B)
• werkt vakkundig, precies, bedreven en accuraat, volgens de condities van de Wet BIG (waaronder: mits bekwaam en bekwaam volgens de behandelaar) bij het uitvoeren van tandheelkundige behandelingen
• werkt kundig met instrumentarium en de materialen
• werkt nauwgezet volgens de voor de tandheelkunde algemeen geldende richtlijnen, waaronder Wet BIG en richtlijn Tandheelkundige radiologie
• zet de materialen en middelen zo efficiënt en effectief mogelijk in
• voert tandheelkundige handelingen (in één keer) correct uit
• handelt volgens de geldende kwaliteitseisen van de tandartspraktijk
• herkent tijdig fouten in röntgenopname en filmverwerking
• is zorgvuldig in het handelen volgens wet- en regelgeving
Competenties:
Vakinhoudelijk handelen, Samenwerken, Organiseren, Professioneel handelen.
Tabel 5: gedrag werkproces 2.1.
Specifieke handelingen
• neem het patiëntendossier en de opdracht van de tandarts door
• slijp de instrumenten
• leg instrumenten en andere hulpmiddelen klaar
• verwelkom de patiënt en geef uitleg
• voer een update van de anamnese uit
• voer het mondonderzoek weken delen uit
• voer het mondonderzoek harde weefsels uit
• sondeer exploratief voor pocketdieptemeting
• trek conclusies op basis van het onderzoek
• maak een plan voor de preventie-behandeling
• geef uitleg aan de patiënt over de situatie in de mond
• geef uitleg aan de patiënt over het plan
Tabel 6: specifieke handelingen werkproces 2.1.
• voedingsadvies, plaque-kleurtest en instructie mondhygiëne
• verwijder supragingivaal tandsteen en/of tandplaque
• polijst elementen
• appliceer lokaal fluoride
• schat (vervolg) behandelbehoeften in
• bespreek de behandeling na met de patiënt
• maak, indien nodig, een nieuwe afspraak of verwijs terug naar de tandarts
• maak verslag op voor gegevensadministratie en breng verslag uit aan de tandarts
• ruim de behandelkamer op
Een gedetailleerde lijst met de handelingen, leerdoelen en bijbehorende criteria (BoKS) voor de zelfstandig door de preventieassistent uit te voeren handelingen, is opgenomen in bijlage 5.
4.2.5 Werkproces 2.3: Geeft voorlichting en advies
Omschrijving
De preventieassistent (B) adviseert en instrueert de patiënt naar aanleiding van de preventiebehandeling en op aanwijzen van de behandelaar over diverse tandheelkundige behandelingen. Zij geeft ook voorlichting en instructie aan patiënten met implantaten bij pockets t/m 3 mm (PPS1) in weefselgezonde situatie met plaque en tandsteen. De preventieassistent (B) geeft mondhygiëne-instructies en gebruikt daarbij tips, adviezen, (voorlichtings-)materialen en middelen ten aanzien van preventie ter bevordering van de mondgezondheid (bijvoorbeeld wat betreft voeding) en het gebruik van mondzorgproducten. De preventieassistent (B) motiveert de patiënt voor een goede mondverzorging en stimuleert de patiënt om deze (blijvend) na te leven. Indien nodig overlegt zij hierover met de behandelaar. Zij herkent weerstand bij zichzelf en bij de patiënt en kan hier vaardig mee omgaan. Zij herkent de basisbehoeftes van mensen bij gedragsverandering en kan hierop in spelen. Zij kent de fasen van gedragsverandering en past, indien dat onderdeel is van de haar toebedeelde werkzaamheden, passend gedrag toe in de verschillende fasen van gedragsverandering. Ze gebruikt hiervoor haar vaardigheden en kennis op het gebied van ‘motivational Interviewing’.
Specifieke handelingen:
• Vraag naar voedingsgewoontes en geef voedingsadvies
• Voer een plaque-kleurtest uit
• Geef instructie mondhygiëne
Een gedetailleerde lijst met de handelingen, leerdoelen en bijbehorende criteria (BoKS) voor de zelfstandig door de preventieassistent uit te voeren handelingen, is opgenomen in bijlage 5.
Resultaat
De patiënt is voor, tijdens en na de behandeling (voldoende) gesteund, gerustgesteld, op de juiste wijze geïnstrueerd en geïnformeerd over de behandeling en/of van advies voorzien ten aanzien van mondgezondheid. De preventieassistent (B) heeft eventuele weerstanden weggenomen en de patiënt gemotiveerd om het advies op te volgen en zijn/haar gedrag aan te passen.
Gedrag
Preventieassistent (B)
• pakt effectief signalen op van patiënten die het moeilijk hebben voorafgaand of tijdens de behandeling
• wekt vertrouwen door deskundigheid en kwaliteit van het gevoerde gesprek en gegeven advies
• gebruikt heldere taal en hanteert een goed spreektempo
• past taalgebruik en gesprekstechnieken aan aan de vermogens en behoeftes van de patiënt
• houdt bij het stimuleren van gedragsverandering, voorlichting en advies rekening met de verwachtingen wensen en behoeften van de patiënt
• houdt consequent rekening in voorlichting en advies met de verwachtingen wensen en behoeften van de patiënt
• laat begeleiding nauwgezet aansluiten op de behoeften en verwachtingen van de patiënt
• herkent weerstanden en probeert deze weg te nemen
• zet actief in op inzicht bij de patiënt, motivatie van de patiënt, zelfregie en nauwkeurige instructie om gedragsverandering in gang te zetten
• motiveert de patiënt welbewust om het gedrag te veranderen met als doel om de mondgezondheid te bevorderen
• maakt adequaat gebruik van voorlichtingsmateriaal
Competenties:
Vakinhoudelijk handelen, Communiceren, Samenwerken, Gezondheidsbevorderend handelen, Professioneel handelen.
Tabel 7: gedrag werkproces 2.3.
Kerntaak 3 Werken aan kwaliteit en deskundigheid (professionaliteit)
De preventieassistent (B) combineert en verbindt voor de uitvoerende taken de zelf toegeëigende kennis, de brede en specialistische kennis en vaardigheden en de kennis van directe collega’s en die van collega’s uit andere disciplines. Zij beschikt hierdoor over de actuele kennis van ontwikkelingen in het werkveld en is in staat om deze – indien gewenst en nodig gelet op de haar toebedeelde taken en werkzaamheden – toe te passen in haar werkzaamheden. Via nauwkeurig gegevens verzamelen, analyse en logisch denken is zij in staat de kwaliteit, dienstverlening, servicegerichtheid, haar eigen deskundigheid en samenwerking aan te passen en te optimaliseren. De assistent communiceert helder en professioneel, reflecteert op het eigen handelen en staat open voor groei en kan omgaan met diverse patiëntgroepen.
4.3.1 Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De preventieassistent (B) is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van haar eigen deskundigheid. Zij signaleert de noodzaak en zoekt actief naar mogelijkheden tot bijscholing. De preventieassistent (B) is in de samenwerking met leidinggevenden, directe collega’s en collega’s met andere disciplines verantwoordelijk voor het leggen van contacten, het uitwisselen van ideeën en informatie, onderlinge afstemming en een adequate samenwerking. Voor de resultaten van alle werkgerelateerde activiteiten zoals bij- en nascholing, (multidisciplinair) overleg en uitvoeren van kwaliteits(zorg)systemen is de preventieassistent (B), indien van toepassing gelet op haar takenpakket, (mede)verantwoordelijk.
4.3.2 Vakkennis en vaardigheden, taken Kerntaak 3
Preventieassistent (B)
De beginnend beroepsbeoefenaar:
• heeft brede kennis van aangrenzende disciplines binnen de eerste- en tweedelijnsgezondheidszorg
• heeft brede kennis van relevante vakliteratuur en scholingsaanbod
• heeft brede en specialistische kennis van de kenmerken van professionaliteit
• heeft specialistische kennis van de toepassing van kwaliteits(zorg)systemen
• heeft specialistische kennis van geldende relevante wet- en regelgeving, procedures en protocollen met betrekking tot kwaliteitszorg
• heeft brede kennis van het relevante werkveld, onder andere kennis van actuele ontwikkelingen in de mondzorg
• heeft specialistische kennis van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van alle betrokkenen binnen de organisatie
• heeft specialistische kennis van verschillende gesprekstechnieken
• heeft specialistische kennis van omgaan met de specifieke doelgroepen, zoals kinderen
• kan communicatieve vaardigheden toepassen
• kan feedbackvaardigheden inzetten
• kan samenwerkingsvaardigheden toepassen
• kan (kennis van) sociale en communicatieve vaardigheden toepassen i.r.t. collega’s
• kan vaardigheden met betrekking tot conflicthantering/omgaan met grensoverschrijdend gedrag professioneel toepassen
• kan indien gewenst afstemmen op diverse achtergronden en doelgroepen in werkcontacten
• kan reflectievaardigheden inzetten om eigen beroepshandelen te toetsen
Zie ook bijlage 4 in het Kwalificatieprofiel Tandartsassistent (A): Body of knowledge voor een nadere uitwerking van benodigde kennis.
NB Deze body of knowledge zal op korte termijn worden aangevuld met benodigde vaardigheden (skills).
Tabel 8: Vakkennis en vaardigheden, taken Kerntaak 3.
4.3.3 Werkproces 3.1: Werkt aan de eigen deskundigheid en kennisverdieping
Omschrijving
De preventieassistent (B) werkt aan haar eigen deskundigheid. Zij zorgt ervoor, afhankelijk of zij deze kennis nodig heeft voor haar concrete takenpakket, dat ze op de hoogte is van actuele wet- en regelgeving m.b.t. de beroepsuitoefening en van de actuele visie op zorg. Zij leest daarvoor vakliteratuur en volgt bijscholingen. Zij vraagt om feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Zij stelt, al dan niet samen met haar leidinggevende, een persoonlijk ontwikkelplan op en onderneemt stappen om vakkennis, vaardigheden en beroepshouding te verbeteren. Zij neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega’s en anderen over beroepstaken en werkzaamheden, een en ander afhankelijk van de werkzaamheden die aan haar zijn toebedeeld. Zo ontwikkelt zij zichzelf en levert een bijdrage aan visieontwikkeling van de beroepsuitoefening. Tevens draagt zij de beroeps- en organisatievisie uit naar anderen.
De preventieassistent (B) werkt aan de eigen kennisverdieping, waaronder omgaan met kinderen in de mondzorg. Ze heeft - afhankelijk van de verrichtingen die haar in de concrete praktijksituatie toegewezen heeft gekregen - een ruime en diepgaande achtergrondkennis van onderwerpen uit haar vakgebied en zorgt dat ze op de hoogte is en blijft van de ontwikkelingen op haar vakgebied door zelfstudie en het regelmatig volgen van bij- en nascholing.
Resultaat
De preventieassistent (B) heeft haar persoonlijk ontwikkelplan uitgevoerd waardoor, zij haar deskundigheid verder ontwikkeld heeft. Zij is, afhankelijk of zij deze kennis nodig heeft voor haar concrete takenpakket, op de hoogte van actuele wet- en regelgeving en de actuele visie op zorg. Zij heeft haar deskundigheid gedeeld met collega’s.
Gedrag
De preventieassistent (B)
• haalt betekenis uit teksten met hoge informatiedichtheid. zowel mondeling als schriftelijk
• draagt eigen kennis en expertise begrijpelijk over
• gebruikt passend taal- en woordgebruik voor de gesprekspartner
• maakt effectief gebruik van feedback om zich verder te ontwikkelen
• verwerft kennis over de (behandeling van) specifieke doelgroepen, zoals kinderen
Competenties: Leren en Ontwikkelen.
Tabel 9: Gedrag werkproces 3.1.
Opleidingsduur, examinering en registratie
Minimale opleidingsduur en minimum aantal patiënten
Voor de ABC brancheopleidingen zijn onderstaande minimumvereisten opgesteld. Deze wegen mee in het accreditatieproces tot erkend opleider.
Minimale opleidingsduur, dagdelen contactonderwijs, patiënten
Tandartsassistent (A)
Preventieassistent (B)
Paro-preventieassistent (C)
Vereist:
• Minimaal 9 maanden
• Aantal dagdelen fysiek contactonderwijs: minimaal 14
• SBU: 900 (verdeling ±: praktijk: 576, contacturen: 42, zelfstudie: 282)
Vereist:
• Minimaal 4 maanden
• Aantal dagdelen fysiek contactonderwijs: minimaal 17
• SBU: 450 (verdeling ±: praktijk: 256, contacturen: 51, zelfstudie: 143)
• Aantal te behandelen patiënten tijdens de cursus: minimaal 5 inclusief 1 examenpatiënt tijdens cursusdagen en minimaal 16 (deel)behandelingen bij patiënten als ‘huiswerkopdracht’ in de eigen praktijk
Vereist:
• Minimaal 9 maanden
• Aantal dagdelen fysiek contactonderwijs: minimaal 24
• SBU: 800 (verdeling ±: praktijk: 576, contacturen: 72, zelfstudie: 152)
• Aantal te behandelen patiënten tijdens de opleiding: minimaal 10 inclusief 2 examenpatiënten tijdens cursusdagen en minimaal 32 (deel)behandelingen bij patiënten als ‘huiswerkopdracht’ in de eigen praktijk
Tabel 10: Minimale opleidingsduur, dagdelen contactonderwijs, patiënten.
Toetsing en examinering
Voor de ABC brancheopleidingen gelden eisen ten aanzien van de (wijze van) examinering.
Examinering Theorie
Tandartsassistent (A):
De Commissie Mondzorgassistenten organiseert de examens:
• Er is een kennisexamen dat centraal op vooraf vastgestelde momenten extern afgenomen wordt
• Herkansing is in een volgend tijdvak mogelijk
Examinering Praktijk
De Commissie Mondzorgassistenten organiseert de examens:
• Er is een praktijkexamen dat bij de organisaties wordt afgenomen
• Herkansingen zijn in een volgend tijdvak mogelijk
NB Als iemand al ervaring als tandartsassistent heeft en/of alleen examen wil doen, maar geen mbo-4-diploma Tandartsassistent heeft, dient men minimaal een opfriscursus bij een door de Commissie Mondzorgassistenten gecertificeerde opleidingsorganisatie te doorlopen, alvorens deel te kunnen nemen aan het examen.
5.3
Preventieassistent (B)
Examinering Theorie Examinering Praktijk
De door de Commissie Mondzorgassistenten gecertificeerde opleidingsorganisatie organiseert en neemt de examens af.
• Er wordt door de Commissie Mondzorgassistenten een kennisexamen aangeleverd
• Herkansing centraal door het de Commissie Mondzorgassistenten.
De door de Commissie Mondzorgassistenten gecertificeerde opleidingsorganisatie organiseert en neemt de examens af.
• Op weg naar een landelijk extern te organiseren en af te nemen examen wordt er tot het moment dat landelijke examinering geregeld is een praktijkexamen door de gecertificeerde opleidingsorganisatie afgenomen met daarbij een door de Commissie Mondzorgassistenten te leveren gecommitteerde.
• Herkansing centraal door de Commissie Mondzorgassistenten.
Paro-preventieassistent (C)
De door de Commissie Mondzorgassistenten gecertificeerde opleidingsorganisatie organiseert en neemt de examens af.
• Er wordt door de Commissie Mondzorgassistenten een kennisexamen aangeleverd
• Herkansing centraal door de Commissie Mondzorgassistenten
Tabel 11: Toetsing en examinering.
Registratie in register Mondzorgassistenten
De door de Commissie Mondzorgassistenten gecertificeerde opleidingsorganisatie organiseert en neemt de examens af.
• Op weg naar een landelijk extern te organiseren en af te nemen examen wordt er tot het moment dat landelijke examinering geregeld is een praktijkexamen door de gecertificeerde opleidingsorganisatie afgenomen met daarbij een door de Commissie Mondzorgassistenten te leveren gecommitteerde
• Herkansing centraal door het de Commissie Mondzorgassistenten
Na het met goed gevolg te hebben doorlopen van een opleiding A, B en/of C kunnen gecertificeerde assistenten zich laten registreren in het ‘Register Mondzorgassistenten (RMza)’. Dit register heeft als doel voor assistenten, tandartsen, mondhygiënisten en ander geïnteresseerden te laten zien wie tandartsassistenten ABC goed conform de branche vereisten opleidt en wie goed opgeleide assistenten ABC zijn.
Register Mondzorgassistenten
Het RMza is een stichting die registreert, certificeert, beroepscertificaten afgeeft en - voor wat betreft de A opleiding - via een uitvoeringscommissie centraal eindtoetsing en hertoetsing voor deze opleiding organiseert. Daarnaast levert de RMza op locatie gecommitteerden voor de beoordeling van de toetsing van de opleidingen B en C. De hertoetsing vindt centraal plaats door het RMza.
Daarnaast draagt het RMza zorg voor accreditatie, certificatie en (her)registratie van cursusorganisaties, die als branche-erkende opleider voor de ABC-opleidingen willen fungeren. Het accreditatieproces besteedt het RMza uit aan een erkende externe partij, die conform de door de branche opgestelde criteria toetsen of een (potentiële) cursusorganisatie voldoet en nu ook al de B-opleiding certificeert.
Commissie Mondzorgassistenten
De uitslag van (her)examens A en herexamens B en C wordt door de op te richten Commissie Mondzorgassistenten van de stichting meegedeeld aan de organisaties die dan de beroepscertificaten uit kunnen reiken. De afname (extern) van eindtoetsen theorie en praktijk moet worden georganiseerd door genoemde commissie, een taak gedelegeerd aan een interne of externe medewerker/partij. Tenslotte is de op te richten commissie belast met het werven en inzetten van mondhygiënisten, tandartsen en parodontologen als examinator bij toetsing op locatie.
Registratienorm
Voor registratie geldt een registratienorm voor toelating: De tandartsassistent, preventieassistent of paro-preventieassistent heeft met goed gevolg een door de stichting Register Mondzorgassistenten erkende opleiding tot tandartsassistent, preventieassistent of paro-preventieassistent afgerond bij een door de stichting erkend opleidingsinstituut. Of de assistent voldoet aan de registratienorm en zij zich kan registreren in het Register Mondzorgassistenten hangt af van de organisatie waar de cursus Tandartsassistent (A), Preventieassistent (B) en/of Paro-preventieassistent (C) is gevolgd of waar ze deze gaat volgen. Hierna kan men lezen in welke gevallen de assistent opgenomen kan worden in het Register Mondzorgassistenten.
Opname in Register Mondzorgassistenten (RMza): Opgenomen in het RMza Tandartsassistent (A) kunnen worden:
• een afgeronde A-opleiding tot tandartsassistent (A) uit de ABC-structuur of
• een mbo-4-diploma Tandartsassistent
Opgenomen in het RMza Preventieassistent (B) kunnen worden:
• preventieassistenten die vóór 1 januari 2026 staan ingeschreven in het Register Preventieassistenten (RPA)
• een ieder die vóór 1 januari 2026 onder de huidige RPA-voorwaarden de opleiding Preventieassistent met goed gevolg heeft doorlopen, maar zich nog niet heeft laten opnemen in het Register Preventieassistenten. Vanaf 1 januari 2026 gelden de RMza-voorwaarden.
• assistenten die in opleiding zijn voor ‘paro-preventieassistent' en die uiterlijk vóór 1 januari 2026 deze opleiding met een positief resultaat hebben afgesloten
• assistenten die een door de Commissie Mondzorgassistenten afgegeven beroepscertificaat B Preventieassistent hebben ontvangen
Opgenomen in het RMza paro-preventieassistent (C) kunnen worden:
• Assistenten die een door de Commissie Mondzorgassistenten afgegeven beroepscertificaat C paropreventieassistent hebben ontvangen
Meer informatie over het register en registratienormen is te vinden op www.registermondzorgassistenten.nl
Branche erkende opleider worden en blijven
Vanaf 1 september 2025 kunnen nieuwe opleidingsorganisaties die de opleiding Tandartsassistent (A), Preventieassistent (B) en/of Paro-preventieassistent (C) willen gaan aanbieden gecertificeerd worden, zodat ze vanaf 1 januari 2026 bij een positief eindresultaat aan de cursisten het door de Commissie Mondzorgassistenten afgegeven beroepscertificaat Tandartsassistent (A), Preventieassistent (B) en/of Paro-preventieassistent (C) kunnen uitreiken. Organisaties die al door het RPA gecertificeerd zijn voor de B opleiding blijven tot 1 januari 2026 geregistreerd. Daarna moeten zij aan de eisen van het RMza gaan voldoen. Voor de A-opleiding, B-opleiding en C-opleiding dient men zich apart te laten certificeren.
Vervolgopleidingen
ABC-loopbaanpad
In de mondzorgpraktijk kunnen tandartsassistenten (mbo of branche-gecertificeerd) hun loopbaan vervolgen en doorgroeien naar de functie van preventieassistent (B) en paro-preventieassistent (C). Dit is in de mondzorgpraktijk een logisch loopbaanpad voor de assistent. Deze assistenten zijn werkzaam op het gebied van de preventie en mondhygiëne.
Paro-preventieassistent (C)
De paro-preventieassistent voert ook zelfstandig, in opdracht van de tandarts conform de regels van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) en de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), onderdelen van tandheelkundige behandelingen uit op het gebied van preventie, mondhygiëne en parodontitis. De paro-preventieassistent (C) is deskundig op het gebied van parodontologie en beschikt over de kennis, vaardigheden en beroepshouding voor het op aanwijzing en onder toezicht uitvoeren van het paro-preventietraject en eventueel (onderdelen van) het parodontologie-traject. Zij is aanvullend deskundig op gebieden als microbiologie, speeksel en halitose. Ook heeft de paro-preventieassistent diepgaande en achtergrondkennis over specifieke onderwerpen, zoals communicatie op het gebied van gedragsverandering, parodontitis en voeding.
De paro-preventieassistent werkt in veel praktijken ook als tandartsassistent (A) en/of als preventieassistent (B). Daarom omvat de functie ook de werkzaamheden van een tandartsassistent (A) en preventieassistent (B). De mate van zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en complexiteit is bij de functie van paropreventieassistent (C) hoger dan bij de functies van tandartsassistent (A) en preventieassistent (B). Net zoals de preventieassistent (B) is de paro-preventieassistent (C) in staat om de werkzaamheden van tandartsassistent ook in complexe situaties met enig gemak te verrichten. De paro-preventieassistent (C) werkt volgens professionele richtlijnen, werkinstructies en protocollen van de organisatie. Een functieprofiel voor deze functie is te vinden op www.knmt.nl.
Overige loopbaanmogelijkheden voor assistenten
De (tandarts)assistent kan haar carrière ook op andere wijze voortzetten.
Senior tandartsassistent
Naast het ABC-pad kan de tandartsassistent haar carrière voortzetten in de functie van senior tandartsassistent, waarbij ze ook beginnende assistenten begeleidt.
Loopbaanpad praktijkondersteuning en management
Assistenten die bijvoorbeeld als baliemedewerker (of tandartsassistent) beginnen, kunnen ook kiezen voor een loopbaanpad in de richting van praktijkondersteuning en management. Hier behoort doorstroom naar de functies van officemanager en praktijkmanager tot de mogelijkheden.
Assisteren in de orthodontie of kaakchirurgie
Soms starten assistenten direct bij een orthodontiepraktijk of een praktijk voor kaakchirurgie (wel of niet in een ziekenhuis). Ook doorstroom van de functie van tandartsassistent is mogelijk naar deze functies. Deze assisterenden hebben deels een ander takenpakket dan de tandartsassistent.
Orthodontie-assistent
Een assistent in de orthodontie ondersteunt de orthodontist bij de behandeling en voert zelf een aantal handelingen uit. Zoals het maken van afdrukken, het geven van poetsinstructie, het verwisselen van de ijzerdraadjes bij een vaste beugelbehandeling en het plaatsen en verwijderen van beugels. Dit gebeurt allemaal in opdracht en onder controle van de orthodontist.
Assisistent kaakchirurgie
Kenmerkend voor het werken in de kaakchirurgie is dat het assisteren van de kaakchirurg of tandarts bij chirurgische ingrepen worden uitgevoerd in een steriele werkomgeving. De werkzaamheden van
de assistent in de kaakchirurgie kunnen bestaan uit het onderzoeken van patiënten in overleg met de kaakchirurg/tandarts volgens richtlijnen en binnen vastgestelde kaders, het aanbrengen of verwijderen van hechtingen, het maken en verwerken van intra- en extra-orale röntgenopnamen en het geven van lokale anesthesie.
De inhoud en opleidingseisen voor deze functies staan beschreven in KNMT-functieprofielen (zie www.knmt.nl). Voor doorgroei naar al deze functies zijn brancheopleidingen beschikbaar.
Bijlagen
Bijlage 1
Betrokkenen bij ontwikkeling en validering
Dit kwalificatieprofiel is vastgesteld door de KNMT. Het kwam tot stand door samenvoeging van initiatieven van de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT).
In 2019 is door de ANT een ontwerp gemaakt voor een model ‘Tandartsassistentie ABC’. Hierin worden twee nieuwe brancheopleidingen, te weten Tandartsassistent en Paro-preventieassistent toegevoegd aan de bestaande brancheopleiding preventieassistent tot een trapsgewijs aanbod van drie brancheopleidingen. De kerntaken en werkprocessen van deze functionarissen en de daarvoor benodigde kennis en vaardigheden zijn destijds beschreven in een ‘Kwalificatieprofiel ABC’.
De branchekwalificatieprofielen ABC zijn het resultaat van doorontwikkeling van het initiatief dat professor Renggli van het Radboudumc in 1995 nam tot de ontwikkeling van een opleiding preventieassistent. De (K)NMT heeft dit initiatief destijds omarmd en verder doorontwikkeld. Na jarenlange coördinatie heeft de KNMT de uitvoering in 2013 overdragen aan het onderwijsveld en is de kwaliteitscontrole ondergebracht bij het Register Preventieassistenten. In die tijd zijn ook de eerste aanzetten gemaakt tot een functieprofiel voor een ‘paro-preventieassistent’. Deze was echter (nog) niet opgenomen in het functiegebouw van de KNMT.
In 2021 zijn KNMT en ANT gefuseerd en zijn de werkzaamheden samen voortgezet. De Commissie Opleidingen van de KNMT heeft in samenspraak met het veld en cursusorganisaties onder auspiciën van het KNMT-bestuur de documenten definitief gemaakt. Hierna staan de personen genoemd die bij de ontwikkeling betrokken waren.
Validering
Dit kwalificatieprofiel is vastgesteld door het bestuur van de KNMT:
• Dhr. J. (Hans) de Vries (voorzitter, tandarts);
• Mw. J.M. (Joke) Kwakman (bestuurslid, kaakchirurg);
• Dhr. R.R. (Rinke) Rinke Blok (penningmeester, tandarts);
• Mw. E. (Ellemieke) Hin (bestuurslid, tandarts-endodontoloog).
Commissie Opleidingen KNMT
• Dhr. E.J.M. (Erik) van Groen (voorzitter, tandarts en opleidingscoördinator tandartsassistent ROC Talland);
• Dhr. D.R. (Dirk) Bakker (tandarts, docent opleiding tandheelkunde ACTA);
• Dhr. J.H. (Jacques) Weijmar (tandarts, coördinator geconcentreerde Tandartsen Opleiding Voor Artsen (TOVA), Radboud UMC);
• Dhr. Th. (Thomas) van de Winkel (tandarts en kaakchirurg);
• Dhr. S.G.R. (Stan) Banus (hoofd strategie & beleid KNMT).
Werkgroep KNMT
• Mw. M.H.H. (Marieke) Bolk, onderwijskundige, MB Onderwijskundig Ontwerp & Advies (extern);
• Mw. mr. J.M. (Joan) van der Ven, hoofd juridische zaken en jurist KNMT;
• Mw. M.E. (Maren) de Wit, tandarts, bestuurslid Stichting Register Preventieassistenten;
• Mw. M.T.G.G. (Maud) van Gageldonk, preventieassistent, bestuurslid Stichting Register Preventieassistenten;
• Mw. M. T. (Marion) Seuntjes, mondhygiënist, bestuurslid Stichting Register Preventieassistenten;
• Mw. B. (Birgitta) Klompenhouwer, agile coach, projectleider implementatie.
Klankbordgroep opleidingen
• Mw. L. (Lies) Ligtvoet, eigenaar Dental Best Practice;
• Dhr. G (Gerard) Bakker, directeur Academie Tandartsenpraktijk;
• Dhr. P. (Pieter) Schram, directeur Edin Dental Academy.
Overige betrokkenen
Naast bovengenoemde personen zijn er nog tal van betrokkenen geweest die zich bij het initiatief en/of de ontwikkeling van ABC Mondzorgassistenten op enige wijze hebben ingezet voor dit initiatief. In het bijzonder voormalig bestuursleden van de KNMT dhr. R.J. (Ravin) Raktoe en dhr. R.H. (Richard) Kohsiek, voormalig directeur van Edin dhr. A.P. van Riet en voormalig commissielid opleidingen dhr. P. (Pieter) Nollet.
Gebruikte bronnen
Bij de ontwikkeling van de Kwalificatieprofielen ABC Mondzorgassistenten is gebruikgemaakt van onderstaande bronnen:
• ANT. ABC Beroeps- en Kwalificatieprofiel: ANT, 2020.
• HAN-University of applied sciences. Opleidingsstatuut en Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Mondzorgkunde 23-24. Nijmegen, 2023.
• Inspectie Gezondheid en Jeugd. Toetsingskader taakdelegatie in de mondzorg. Den Haag: 2023.
• Kennisinstituut Mondzorg (KIMO). Klinische praktijkrichtlijn peri-implantaire infecties. Utrecht: 2018.
• KNMT. Beroepsprofiel Tandartsassistent. Nieuwegein: KNMT: 2005, 2013 en concept 2024.
• KNMT. (2010, 2024). Functieprofielen. Geraadpleegd op 12 maart 2024, van https: knmt.nl/ personeelszaken/medewerkers-aannemen
• KNMT. (2024). Richtlijnen. Geraadpleegd op 12 maart 2024, van https://knmt.nl/praktijkzaken/richtlijnen
• KNMT. Scholten, H. (2023). IGJ vernieuwt toetsingskader taakdelegatie. Geraadpleegd op 12 maart 2023, van https://knmt.nl/nieuws/igj-vernieuwt-toetsingskader-taakdelegatie
• Landelijk Overleg Mondzorgkunde (LOM). Landelijk opleidingsprofiel mondzorgkunde. Utrecht: 2020.
• Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Opdracht voorbehouden handelingen. Hoe ga ik hiermee om? Den Haag: 2023.
• Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Uitleg opdracht voorbehouden handelingen. Den Haag: 2023.
• MBO Raad. Body of Knowledge Kwalificatiedossier Tandartsassistent Crebonummer 23286. Woerden: MBO Raad, 2021.
• Nationaal coördinatiepunt NLQF. (2023, 8 mei). NLQF niveaus. NLQF.nl. Geraadpleegd op 8 mei 2023, van Niveaus (nlqf.nl)
• Nederlandse vereniging voor Parodontologie. Parodontale screening, Diagnostiek en Behandeling in de Algemene praktijk. Eenrum: 2020.
• Patiëntenfederatie Nederland. (2024). Patiëntenrechten (WGBO). Geraadpleegd op 12 maart 2024, van https://www.patientenfederatie.nl/over-de-zorg/patiëntenrechten
• Sanden. W.J.M. van der, Tams J, Mettes TG, Bruers J. Serie: Onderwijs en de tandarts anno 2025. Op bewijs gebaseerde praktijkrichtlijnen in de opleiding; voorstel tot een academische leerlijn ‘kwaliteit en veiligheid van mondzorg’. NTVT. 2019.
• Stichting Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven. Kwalificatiedossier Tandartsassistent: Crebo 23286. Zoetermeer: 2021.
• Stichting Register Preventieassistenten. Erkenningsregeling cursus preventieassistent. Utrecht: 2020
• Stichting Register Preventieassistenten. Opleidings- en toetsmatrix cursus preventieassistent. Utrecht: 2020.
• Stichting Register Preventieassistenten. Visie en leerdoelen Register Preventieassistenten. Utrecht: 2020.
• Stichting Register Preventieassistenten. Concept Leerdoelen en criteria paropreventieassistent. Utrecht: 2022.
Begrippenlijst
ABC Mondzorgassistenten
ABC Kwalificatieprofielen Mondzorgassistenten
De door de branche erkende praktische opleidingsstructuur voor tandartsassistenten, zowel organisatorisch als vakinhoudelijk.
Documenten met daarin alle vereiste competenties, kennis, vaardigheden en aanvullende opleidingseisen benodigd voor het opleiden tot een brancheerkende tandartsassistent (A), preventieassistent (B) en paropreventieassistent (C). Het document beschrijft de eisen die worden gesteld aan opleidingen die tot een branche-certificaat leiden. Dit document wordt beheerd door het Register Mondzorgassistenten.
AVG Sinds 2018 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing. Dat betekent dat in de hele Europese Unie (EU) dezelfde privacywetgeving geldt. Dit houdt in dat je transparant bent richting de patiënt over de persoonsgegevens die worden verwerkt. Ook heeft de patiënt rechten, ook vanuit de WGBO, zoals het recht om het dossier in te zien of om gegevens te laten aanpassen. Bovendien moet de patiënt erop worden gewezen dat de mogelijkheid bestaat om op basis van de AVG een klacht in te dienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).
BCP
Behandelaar
Een beroepscompetentieprofiel (BCP) wordt ontwikkeld vanuit een behoefte van brancheorganisatie(s) en/of doordat er vanuit de arbeidsmarkt behoefte is aan gediplomeerden voor het beroep. In het beroepscompetentieprofiel staat beschreven waaraan een vakvolwassen beroepsbeoefenaar moet voldoen.
Een beroepscompetentieprofiel kan worden gebruikt als instrument voor personeelsbeleid (waaronder het ontwikkelen van functieprofielen), om de vraag naar beroepsonderwijs te verhelderen en om input te geven aan de opleiding voor de toekomstige beroepsbeoefenaren.
In het TA-A is gekozen voor de term ‘behandelaar’. Met de term ‘behandelaar’ wordt gerefereerd aan de tandarts, de tandarts-specialist en de (geregistreerd-)mondhygiënist.
Competenties De competenties zijn in het CanMEDS-model onder de competentiegebieden geplaatst en zorgen voor de specifieke inkleuring van de functie tandartsassistent.
Complexiteit
Het begrip ‘complexiteit’ omvat de complexiteit van het beroep. De complexiteit van het beroep wordt onder meer bepaald door de aard en inhoud van het werk, de diversiteit van de werkzaamheden, de context, de noodzaak om snel te kunnen schakelen tussen de werkzaamheden en de keuzes en beroepsdilemma’s waar de beroepsbeoefenaar mee om moet gaan.
Kerntaken Set van inhoudelijk samenhangende beroepsactiviteiten die door een belangrijk deel van de beroepsbeoefenaren in een bepaald beroep of bepaalde functie worden uitgeoefend en die kenmerkend zijn voor dat beroep of die functie.
Kwalificatiedossier Een kwalificatiedossier (KD) wordt gebruikt in het mbo in Nederland om aan te geven wat een student aan het eind van zijn opleiding moet kennen en kunnen; het beschrijft de eisen waaraan een student moet voldoen om zijn diploma te behalen. Kwalificatiedossiers worden gemaakt door kenniscentra i.s.m. scholen en branches en vastgesteld door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Meldcode
Beroepskrachten in de zorg, welzijn en andere zelfstandige beroepsbeoefenaren zijn verplicht een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld te gebruiken. (KNMG, 2018). Het tandheelkundige team heeft een belangrijke rol bij de signalering en aanpak van kindermishandeling of huiselijk geweld. Het gaat daarbij niet direct om het melden, maar allereerst om het doorlopen van een stappenplan.
Mbo Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) leidt studenten op voor een beroep. Er zijn opleidingen op vier niveaus. Voor elk mbo-niveau gelden toelatingseisen.
NLQF/EQF
Internationaal raamwerk (NLQF/EQF) voor niveau-aanduidingen van onderwijs. Het kent acht niveaus en een instroomniveau. De niveaus zijn vastgesteld aan de hand van beschrijvingen van wat iemand weet en kan na voltooiing van het leerproces. Deze beschrijvingen van kennis, vaardigheden, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid noemen we leerresultaten (NLQF, 2023).
Patiëntendossier Op basis van de WGBO is de tandarts verplicht om een dossier bij te houden met betrekking tot de behandeling van de patiënt. Hierin zijn alle gegevens over de gezondheid van de patiënt en de verrichtingen die zijn uitgevoerd vastgelegd. In de herziene richtlijn Patiëntendossier (KNMT, 2019) is o.a. omschreven welke stukken in dit kader van belang zijn en wat de bewaartermijn is.
Radiologie Röntgenopnamen worden frequent gebruikt in de tandheelkunde. Ze bieden informatie die op een andere wijze niet verkregen kan worden. Deze informatie dient te worden gebruikt als aanvulling op de klinische informatie ter ondersteuning van de diagnostiek en behandelplanning. Het maken van röntgenopnamen is een voorbehouden handeling. In de richtlijn Radiologie (KNMT, 2018) staat onder andere de scholingseisen beschreven. Voor de tandartsassistent geldt het volgende: ‘als de assistent een mbo-opleiding tandartsassistent (met radiologische opnametechnieken in het curriculum) heeft gevolgd, is verdere opleiding niet noodzakelijk’.
Register Mondzorgassistenten
(voorheen Register
Preventieassistenten)
Richtlijn infectiepreventie in mondzorgpraktijken
Organisatie binnen de KNMT die streeft naar de registratie en kwalificatie (conform ABC-structuur) van in Nederland werkzame mondzorgassistenten. Vooralsnog gaat het om tandartsassistenten (A), preventieassistenten (B) en paro-preventieassistenten (C). Tevens houdt het register zich bezig met het accrediteren van opleiders in de mondzorg die branche-erkende tandartsassistenten willen opleiden, bij- en nascholen. NB Het Register Mondzorgassistenten komt voort uit het voormalig Register Preventieassistenten. Dit wordt op moment van schrijven omgevormd tot een nieuw register.
De richtlijnen Infectiepreventie zijn landelijke richtlijnen voor de preventie van infecties binnen de intramurale gezondheidszorg. Ze zijn gericht op preventie van infecties bij patiënten, maar ook op het voorkomen van (beroeps)ziekten bij de zorgverleners. Binnen de tandheelkunde is een eigen richtlijn opgesteld (KNMT 2016) voor het werken in mondzorgpraktijken. Deze is gericht op minimalisering van het risico op infecties bij de patiënten die in een mondzorgpraktijk worden behandeld en minimalisering van het risico op infecties bij medewerkers tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden.
SBB
Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) voert taken uit in opdracht van het ministerie van OCW, zoals het erkennen en begeleiden van leerbedrijven, onder andere voor stages en leerbanen. Ook ontwikkelt de SBB de kwalificatiestructuur en levert zij stage- en arbeidsmarktinformatie. Tot slot is SBB de plek waar beroepsonderwijs en bedrijfsleven afspraken maken over de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt.
Taakdelegatie
Overdragen van de uitvoering van een taak aan een lager opgeleide. Degene die delegeert (bijvoorbeeld de tandarts) houdt wel zelf de eindverantwoordelijkheid (definitie RVS, 2002).
Taakgebieden Een werkvlak, cluster van taken, in het totaal van werkzaamheden van de tandartsassistent.
Taakherschikking Taakherschikking in de gezondheidszorg is het structureel herverdelen van taken tussen verschillende beroepsgroepen. Een voorbeeld hiervan zijn de ‘geregistreerd-mondhygiënisten’ die net als de tandarts ook zelfstandig verdoving mogen geven, röntgenfoto’s mogen maken en primaire cariës mogen behandelen (Taakherschikking, taakdelegatie en mondhygiënisten: hoe zit dat? | KNMT).
VIM Bij de aanpak rondom patiëntveiligheid (Wkkgz) hoort Veilig Incidenten Melden. Een incident is elke onbedoelde handeling die tot schade heeft geleid of had kunnen leiden. Het is belangrijk dat er binnen de praktijk een cultuur wordt gecreëerd, waarin iedereen zich veilig genoeg voelt om incidenten te melden volgens de afspraken in de praktijk (volgens protocol als deze in de praktijk aanwezig is). Het melden en bespreken heeft als doel om te voorkomen dat het incident in de toekomst niet nog een keer voorkomt.
Voorbehouden handeling Het uitgangspunt van de Wet BIG is dat het handelen op het gebied van de individuele gezondheidszorg in principe vrij is. Deze vrijheid geldt niet voor alle handelingen. Bepaalde handelingen die onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van de patiënt meebrengen als ze door ondeskundigen worden uitgevoerd, zijn voorbehouden. Deze zogenoemde voorbehouden handelingen en de beroepsgroepen die ze mogen uitvoeren, zijn in de wet opgesomd. De wet heeft een onderscheid gemaakt tussen beroepsbeoefenaren die zelfstandig bevoegd zijn om deze voorbehouden handelingen uit te voeren en beroeps beoefenaren die niet zelfstandig bevoegd zijn om deze voorbehouden handelingen uit te voeren. Alleen de daartoe in de wet aangewezen zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaren, mogen een voorbehouden handeling zelfstandig indiceren en - mits ze daartoe bekwaam zijn - ook uitvoeren. Wie niet zelfstandig bevoegd is, bijvoorbeeld een tandartsassistent, mag in opdracht van een zelfstandig bevoegde beroeps beoefenaar en onder bepaalde voorwaarden (onderdelen van) een voorbehouden handeling uitvoeren. Alle anderen is het verboden om deze handelingen te indiceren en uit te voeren, tenzij er sprake is van een noodsituatie of niet beroepsmatig handelen.
Wet BIG
WGBO
Wkkgz
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg heeft als doel de kwaliteit te bevorderen van de zorg die beroepsbeoefenaren leveren en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van zorgverleners.
De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst beschrijft de rechten en plichten van patiënten in de zorg. De wet regelt onder andere het recht op informatie over de tandheelkundige situatie, de toestemming voor een tandheelkundige behandeling, inzage in en afschrift van het dossier, het recht op privacy en geheimhouding van gegevens en vertegenwoordiging van patiënten die niet zelf kunnen beslissen.
De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg regelt twee belangrijke zaken: kwaliteit en klachtrecht. Het verplicht zorgaanbieders om ‘goede zorg’ te bieden: zorg die veilig, doeltreffend, doelmatig, cliëntgericht en op de behoefte van de patiënt is afgestemd. Doel van de Wkkgz is een laagdrempelige klachtenafhandeling, maar ook openheid over klachten en ongewenste gebeurtenissen, zodat de zorg verbeterd kan worden.
Overeenkomende kerntaken en werkprocessen met Tandartsassistent (A)
1 Hiermee wordt zowel de tandartsassistent (A), preventieassistent (B) als paro-preventieassistent (C) bedoeld. Bijlage 4
De in deze bijlage beschreven taken dient de preventieassistent (B) te beheersen. Omdat de toelating tot de opleiding Preventieassistent (B) een diploma of certificaat van de opleiding Tandartsassistent (A) vereist, is de uitwerking van deze kerntaken en/of werkprocessen naar deze bijlage verplaatst. In hoofdstuk 4 staan de taken waarin de preventieassistent (B) afwijkt van de tandartsassistent (A). Hierna wordt de term ABC Mondzorgassistent gebruikt voor taken die zowel voor tandartsassistent (A), preventieassistent (B) en paro-preventieassistent (C) gelden.
Kerntaak 1: Uitvoeren van frontofficetaken
De ABC Mondzorgassistent1 gebruikt om de hulpvraag op een juiste en professionele wijze te kanaliseren haar brede en specialistische vakkennis en vaardigheden zoals kennis van het orofaciale gebied en gespreksvaardigheden. De ABC Mondzorgassistent is – afhankelijk van de werkzaamheden waartoe zij wordt ingezet e n de rol en taken die haar in de praktijk zijn toebedeeld – in staat om op elk moment haar deskundigheid in te zetten ten dienste van de actuele gezondheidssituatie van de patiënt, weet risico’s in te schatten, vraagt door op aard en urgentie van de klacht en kan protocollen en handelswijze combineren. Afhankelijk van de werkzaamheden die zij uitvoert, voert zij taken uit van een gemiddeld complex niveau zoals het behandelen van de intake en het informeren van de patiënt. Zij zet haar praktische vaardigheden zoals informeren, ondersteunen en plannen in om meerdere opdrachten naast elkaar uit te voeren en kan indien de situatie daar om vraagt snel schakelen tussen diverse taken. Zij heeft, indien zij daar binnen haar takenpakket mee te maken krijgt, te maken met een grote diversiteit aan zowel patiënten als vragen. Zij voert haar werk uit volgens standaardwerkwijzen, protocollen en richtlijnen van de organisatie. Indien nodig maakt zij (mede) zelf nieuwe procedures die eigen deskundigheid en vernuft vereisen.
Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De ABC Mondzorgassistent werkt zelfstandig frontofficetaken uit. Zij is verantwoordelijk voor haar eigen handelen. Bij twijfel over de juiste interpretatie van de hulpvraag kan zij zich wenden tot de behandelaar.
In onderstaand overzicht zijn de vakkennis en vaardigheden beschreven, waartoe de A-, B- en C-assistent is opgeleid. Het is van de individuele praktijksituatie en praktijkomstandigheden afhankelijk waartoe de assistent wordt ingezet en of zij de beschreven vakkennis en vaardigheden in de praktijk ook daadwerkelijk benut en toepast. Niet elke ABC Mondzorgassistent past derhalve in de praktijk per definitie alle vaardigheden toe, waartoe zij na afronding van haar opleiding bekwaam kan worden geacht of alle vakkennis die zij in haar opleiding heeft opgedaan.
Vakkennis en vaardigheden, taken Kerntaak 1
Tandartsassistent (A)
De beginnend beroepsbeoefenaar:
• heeft brede kennis over (diversiteit van) doelgroepen
• heeft brede kennis over kenmerken van patiëntgroepen zoals leeftijdscategorieën en culturele achtergronden
• heeft brede kennis van duur en impact van behandelingen
• heeft brede kennis van gebruik van informatiesysteem, declaratiesysteem en verzekering i.r.t. de afhandeling van de tandheelkundige zorg voor de patiënt
• heeft brede kennis van de algehele gezondheid van de patiënt i.r.t. het orofaciale gebied
• heeft brede kennis van ziektes, infecties en beschadigingen in het mondgebied, kaak en tandvlees
• heeft brede kennis van tandheelkundige methoden en behandelingen en de bijbehorende risico’s
• heeft specialistische kennis van de functie, anatomie en pathologie van het orofaciale gebied
• heeft brede kennis van tandheelkundige behandelingen met betrekking tot preventie, parodontologie, restauratieve tandheelkunde, prothetische tandheelkunde, endodontie, orthodontie, kaakchirurgie, implantologie
Tandartsassistent
(A)
• heeft specialistische kennis van verschillende gesprekstechnieken
• kan triagevaardigheden volgens afspraken in de praktijk toepassen
• kan afwijkingen signaleren i.r.t. de algehele gezondheidstoestand van de patiënt
• kan professioneel omgaan met uitingsvormen van (signalen van) onvrede, pijn en angstgevoelens van patiënten
• kan specialistische kennis over medische anamnese toepassen m.b.t. de tandheelkundige behandeling
• kan indien gewenst afstemmen op diverse achtergronden en doelgroepen in werkcontacten
• kan vaardigheden met betrekking tot conflicthantering, omgaan met onvrede en grensoverschrijdend gedrag professioneel toepassen
• kan specialistische kennis van relevante wet- en regelgeving, richtlijnen en protocollen toepassen
• kan (kennis van) sociale en communicatieve vaardigheden toepassen i.r.t. patiënten en collega’s
• kan voorlichtings- adviserings- en instructietechnieken toepassen
• kan specialistische kennis van planning en logistieke processen i.r.t. het werkveld toepassen
• kan (ICT-)vaardigheden toepassen op het informatiesysteem, declaratiesysteem en verzekering i.r.t. de afhandeling van de tandheelkundige zorg voor de patiënt
• kan de richtlijnen t.a.v. privacy toepassen
Zie ook bijlage 4 in het Kwalificatieprofiel Tandartsassistent (A): Body of knowledge voor een nadere uitwerking van benodigde kennis. NB Deze body of knowledge zal op korte termijn worden aangevuld met benodigde vaardigheden (skills).
Werkproces 1.1: Neemt de hulpvraag aan, verheldert deze en zet vervolgstappen in gang
Omschrijving
De ABC Mondzorgassistent verwelkomt de patiënt aan de telefoon of in de praktijk en staat de patiënt te woord. Zij vraagt naar de reden van contact, checkt digitaal de NAW-gegevens en verzekeringsgegevens en voert een update van de medische anamnese uit. De ABC Mondzorgassistent brengt de klacht en/of risicovolle/complexe situatie in kaart. Zij doet dit door het verhelderen van de hulpvraag, vaststellen van de aard en spoedeisendheid van de klacht met behulp van protocollen en richtlijnen. Bij twijfel over de spoedeisendheid van de hulpvraag overlegt zij met de behandelaar. De ABC Mondzorgassistent geeft, indien nodig, informatie over tandheelkundig gerelateerde onderwerpen. De ABC Mondzorgassistent kiest een vervolgstap die kan bestaan uit bijvoorbeeld informatie verstrekken, het maken van een afspraak met de behandelaar of contact met de behandelaar. Zij stelt de patiënt en betrokkenen op de hoogte, checkt of de informatie duidelijk en het vervolgbeleid akkoord is.
Resultaat
De ABC Mondzorgassistent heeft de (hulp)vraag op de juiste wijze vastgesteld, de gekozen vervolgstap(pen) zijn juist in gang gezet en waar mogelijk afgehandeld.
Gedrag
Tandartsassistent (A)
• laat adequaat met non-verbale signalen zien dat ze aandacht en interesse toont
• gaat discreet om met gevoelige/vertrouwelijke informatie
• roept tijdig de hulp van de behandelaar in bij twijfel over de urgentiebepaling
• wekt vertrouwen op basis van haar deskundigheid
• combineert vlot verkregen informatie om hulpvraag te concretiseren
• reageert adequaat in stressvolle (onvoorziene of spoedeisende) situaties
• werkt nauwkeurig, gericht op de zaken die prioriteit hebben, binnen haar eigen grenzen
• gebruikt de juiste kanalen en formulieren om de vastgestelde vervolgstap aan te vragen of te organiseren
Competenties:
Communiceren, Samenwerken, Organiseren, Professioneel handelen.
Werkproces 1.2 Draagt zorg voor de planning (in de praktijk)
Omschrijving
De ABC Mondzorgassistent beheert de agenda’s, plant de werkzaamheden en de behandelingen en verwerkt deze in het desbetreffende administratieve computerprogramma. Zij stemt de planning af met directe collega’s en andere disciplines in de mondzorg (preventieassistent, mondhygiënist, tandtechnicus en specialist) en draagt indien nodig werkzaamheden over.
Resultaat
De planning van de behandelingen is conform de afspraken in de praktijk, waardoor de wachttijd voor de patiënt beperkt is.
Gedrag
Tandartsassistent (A)
• overlegt regelmatig met collega’s/andere disciplines over zaken betreffende de werkzaamheden en agendaplanning
• stemt adequaat de verschillende activiteiten af t.b.v. de tandheelkundige zorg, rekening houdend met de benodigde middelen en techniekwerk
• werkt klantgericht in het zorgdragen voor de patiëntplanning
• maakt efficiënt gebruik van de aanwezige capaciteit qua mensen en middelen
• maakt efficiënt gebruik van digitale communicatiemiddelen
Competenties:
Communiceren, Samenwerken, Organiseren.
Werkproces 1.3 Verwerkt patiënt gerelateerde informatie en administratie
Omschrijving
De ABC Mondzorgassistent verzorgt in opdracht van de behandelaar administratieve werkzaamheden behorend bij het eigen werk. Zij registreert NAW-gegevens in het digitale informatiesysteem. Zij beheert dossiers en stelt in voorkomende gevallen nieuwe dossiers op. Zij registreert in opdracht van de behandelaar relevante gegevens (over de behandeling). De ABC Mondzorgassistent schrijft door de behandelaar voorgeschreven recepten en verwijsbrieven uit. Zij verzorgt de correspondentie met patiënten en zorgverleners en verwerkt e-mail/post. Zij verzorgt de financiële administratie, verstuurt facturen en stelt in opdracht van de behandelaar begrotingen voor tandheelkundige behandelingen op.
Resultaat
De ABC Mondzorgassistent heeft (patiënt)gegevens vastgelegd, verwerkt, beheerd en/of gearchiveerd en heeft de haar toegewezen financiële taken afgehandeld.
Gedrag
Tandartsassistent (A)
• voert alle (digitale) administratieve handelingen op een nauwkeurige en accurate wijze uit
• gaat discreet om met gevoelige/vertrouwelijke informatie
• verzorgt correspondentie/verwijsbrieven/recepten correct
• handelt financiële administratie nauwkeurig af
• archiveert accuraat en volgens geldende protocollen (medische) dossiers
• zorgt voor een actuele administratie van patiënt- en behandelgegevens
• zorgt voor inzichtelijke en uitwisselbare informatie;
• stelt, op verzoek, tijdig en snel bepaalde informatie ter beschikking aan (bevoegde) derden (zorgverzekeraars).
Competenties:
Organiseren, Professioneel handelen.
Kerntaak 2: Verricht handelingen in het kader van tandheelkundige zorg
Vakkennis en vaardigheden, taken Kerntaak 2
Tandartsassistent (A)
De beginnend beroepsbeoefenaar:
• heeft brede kennis over orthodontische tandheelkundige handelingen
• heeft brede kennis van duur en impact van behandelingen
• heeft brede kennis van tandheelkundig vakjargon
• heeft brede kennis van geneesmiddelen i.r.t. de behandeling van bijvoorbeeld pijn, infectie, allergie, bloeding en droge mond
• heeft brede kennis van tandheelkundige methoden en behandelingen en de bijbehorende risico’s
• heeft brede kennis over preventieve handelingen zoals: plaque-kleurtest en instructie mondhygiëne (incl. voedingsadvies), fluoride applicaties en behandelen van gevoelige tandhalzen
• heeft specialistische kennis van taakbegrenzing wat betreft bevoegdheid en bekwaamheid
• heeft brede kennis van de functie, anatomie en pathologie van het orofaciale gebied
• heeft brede kennis van ondersteunende tandheelkundige behandelingen zoals: het nemen van (begin)afdrukken, het maken van gipsmodellen/lepels, het verrichten van tandtechnische werkzaamheden, het maken van kleurenfoto’s van gezicht en gebit, het maken van 3D-gebitsscans, slijpen van instrumenten, vervaardigen van noodkronen, hechtingen verwijderen, droogleggen behandelgebied, aanbrengen cofferdam, sealen
• heeft brede kennis van tandheelkundige behandelingen met betrekking tot preventie, parodontologie, restauratieve tandheelkunde, prothetische tandheelkunde, endodontie, orthodontie, kaakchirurgie, implantologie
• heeft specialistische kennis van procedures, protocollen en werkafspraken betreffende patiëntveiligheid
• heeft specialistische kennis van voor het werkveld relevante wet- en regelgeving, richtlijnen en protocollen, waaronder WGBO, Wkkgz, Wet BIG en taakdelegatie en de WIP-richtlijnen
• heeft specialistische kennis van preventiemaatregelen
• heeft specialistische kennis van de werking en het gebruik van benodigde apparatuur, materialen en middelen t.b.v. onderzoek en behandeling
• heeft specialistische kennis van de richtlijn Tandheelkundige radiologie m.b.t. het gebruik van röntgenapparatuur
• heeft specialistische kennis van röntgenanatomie
• heeft specialistische kennis van eigenschappen van, gevaren van en bescherming tegen straling
• heeft specialistische kennis van algemene mondverzorging
• heeft brede kennis over kenmerken van patiëntgroepen zoals leeftijdscategorieën en culturele achtergronden
• heeft brede kennis van kennisoverdracht- en voorlichtingsmethodieken
• heeft brede kennis van voeding en voedingsadviezen
• heeft brede kennis van voorraadbeheersystemen
• heeft basale kennis van EHBO-technieken en AED
• kan onderdelen van tandheelkundige behandelingen uitvoeren volgens richtlijnen, protocollen en werkafspraken, te weten algemeen ondersteunend: het nemen van (begin)afdrukken, het maken van gipsmodellen/lepels, het verrichten van tandtechnische werkzaamheden, het maken van kleurenfoto’s van gezicht en gebit, het maken van 3D-gebitsscans, slijpen van instrumenten, vervaardigen van noodkronen, hechtingen verwijderen, hechtingen verwijderen, droogleggen behandelgebied, aanbrengen cofferdam, sealen en taken op het gebied van preventie en mondhygiëne: anamnese/-update afnemen, uitvoeren plaque-kleurtest, fluoride-applicatie, behandelen gevoelige tandhalzen en polijsten
• kan instructie mondhygiëne geven (incl. voedingsadvies) en preventiemaatregelen uitvoeren
• kan ‘four handed’ en protocollair assisteren bij de volgende tandheelkundige handelingen: preventie, parodontologie, restauratieve tandheelkunde, prothetische tandheelkunde, endodontie, orthodontie, kaakchirurgie, implantologie
• kan specialistische kennis toepassen bij het gebruik van benodigde apparatuur, materialen en middelen t.b.v. onderzoek en behandeling
• kan proactief (h)erkennen en handelen t.a.v. (bijna) incidenten om schade voor de patiënt te beperken, openheid te bieden en herhaling te voorkomen
Tandartsassistent (A)
• kan vaardig omgaan met uitingsvormen van pijn en angstgevoelens van patiënten
• kan volgens hygiëneprotocollen en de richtlijn Infectiepreventie in mondzorgpraktijken werken
• kan kennis van de voor de tandheelkunde geldende ergonomische principes toepassen
• kan specialistische kennis toepassen m.b.t. de richtlijn Tandheelkundige radiologie toepassen bij het bedienen van de röntgenapparatuur
• kan specialistische kennis toepassen m.b.t. de richtlijn Tandheelkundige radiologie toepassen bij het plaatsen en voorbereiden van de patiënt voor een panoramische opname
• kan specialistische kennis toepassen m.b.t. de richtlijn Tandheelkundige radiologie toepassen bij het plaatsen van film of sensor m.b.v. instelapparatuur
• kan specialistische kennis toepassen m.b.t. de richtlijn Tandheelkundige radiologie toepassen bij het richten van het röntgentoestel voor bitewing en solo-röntgenfoto’s
• kan werken volgens de voor de tandheelkunde geldende ergonomische principes
• kan voorlichtings-, adviserings- en instructiemethodieken toepassen
• kan communicatieve vaardigheden toepassen
• kan motivatie-, overtuigings- en beïnvloedingstechnieken toepassen
• kan feedbackvaardigheden inzetten
• kan samenwerkingsvaardigheden toepassen
• kan (kennis van) sociale en communicatieve vaardigheden toepassen i.r.t. patiënten en collega’s
• kan indien gewenst afstemmen op diverse achtergronden en doelgroepen in werkcontacten
• kan signalen herkennen van sociale problematiek waaronder huiselijk geweld, seksueel misbruik en kindermishandeling en kan actie ondernemen volgens wet- en regelgeving en het beleid/protocol van de organisatie
• kan basale eerste hulp verlenen en kan zo nodig AED toepassen totdat de hulpdiensten het kunnen overnemen
Zie ook bijlage 4 in het Kwalificatieprofiel Tandartsassistent (A): Body of knowledge voor een nadere uitwerking van benodigde kennis. NB Deze body of knowledge zal op korte termijn worden aangevuld met benodigde vaardigheden (skills).
Werkproces 2.2: Assisteert bij uitvoeren van tandheelkundige behandelingen
Omschrijving
De ABC Mondzorgassistent assisteert, indien dat tot haar takenpakket behoort, voor, tijdens en na de behandeling de behandelaar. De ABC Mondzorgassistent legt in dat geval voor de behandeling het benodigde instrumentarium en de materialen klaar. Tijdens de behandeling reikt zij de voor de behandelaar benodigde instrumentarium en materialen aan. Ze zorgt, indien zij daartoe in de praktijk de aangewezen persoon is, dat het behandelingsgebied blijvend voldoet aan de gewenste voorwaarden voor de specifieke behandeling. Zij ziet toe op de veiligheid en de hygiëne voor zichzelf en anderen zoals de patiënt en collega’s, ook in afwijkende situaties. Na afloop van de behandeling zorgt zij ervoor dat zowel het instrumentarium als de behandelruimte volgens huidig geldende richtlijnen gereinigd, gedesinfecteerd, gesteriliseerd en opgeborgen wordt. Indien nodig slijpt zij instrumenten.
Resultaat
De ABC Mondzorgassistent heeft de behandelaar, indien deze werkzaamheden aan haar zijn toegewezen, op een professionele wijze geassisteerd bij de behandeling en gezorgd dat de behandelruimte en de instrumenten en materialen op orde zijn voor, tijdens en na de behandeling.
Gedrag
Tandartsassistent (A)
• overlegt tijdens de behandeling tijdig, duidelijk en regelmatig m.b.t. het aanreiken van materialen
• is proactief in het klaarleggen en verwerken van instrumenten en materialen t.b.v. de behandeling en ruimt deze volgens protocol na behandeling weer op
• werkt consequent tijdens de behandeling volgens richtlijnen, waaronder Richtlijn Infectiepreventie en protocollen van de organisatie/praktijk
• anticipeert doortastend op de aanwijzingen en instructies van de behandelaar
• kan snel schakelen bij veranderende omstandigheden
• beheerst vakjargon zodanig dat de behandelaar adequaat kan worden bijgestaan
• draagt op de juiste wijze zorg voor (veiligheid en beschikbaarheid van) instrumentarium en middelen
• bedient apparatuur accuraat volgens werkinstructies van de praktijk
Competenties:
Vakinhoudelijk handelen, Samenwerken, Organiseren, Professioneel handelen.
Werkproces 2.4: Zorgt voor logistiek en beheer
Omschrijving
De ABC Mondzorgassistent voert beheertaken uit. Zij voert voorraadbeheer van (voorlichtings)materialen en instrumentarium. Zij plaatst bestellingen (tevens techniekwerk) en controleert binnengekomen leveringen. Zij checkt voorraad op bewaarcondities/verloopdatum. Zij draagt zorg voor de veiligheid, onderhoud en gereedheid van apparatuur, materiaal en werkruimte. Zij onderhoudt in het kader van beheertaken externe contacten namens de organisatie.
Resultaat
De werkruimte is onderhouden en er is voldoende en voor gebruik geschikt (voorlichtings)materiaal en instrumentarium beschikbaar.
Gedrag
Tandartsassistent (A)
• voert nauwkeurig beheertaken uit volgens geldende richtlijnen binnen de organisatie
• bestelt tijdig de juiste benodigde (voorlichtings)materialen en instrumentarium
• gaat zorgvuldig om met dilemma’s wat betreft kosten en baten waarbij eventuele kostenbesparing niet ten koste mag gaan van de dienstverlening
• controleert nauwkeurig (bij binnenkomst) of de geleverde bestelling(en) voldoet/voldoen aan de kwaliteitseisen
• bergt nauwkeurig de bestellingen volgens de geldende bewaarcondities en procedures op
• houdt bij de keuze van materialen en middelen kostenbewust rekening met mogelijkheden, beperkingen en beschikbaarheid
• investeert doelgericht in contacten met leveranciers en dienstverleners
Competenties:
Organiseren.
Kerntaak 3: Werken aan kwaliteit en deskundigheid (professionaliteit)
Werkproces 3.2: Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Omschrijving
De ABC Mondzorgassistent werkt, indien dat tot haar takenpakket behoort, mee aan het verbeteren van de kwaliteit van de beroepstaken en werkzaamheden. Dat doet zij in dat geval door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en door haar kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Zij signaleert en meldt, indien zij daar in haar werkzaamheden mee te maken krijgt, bijna-incidenten en knelpunten volgens interne procedure. Zij doet, indien zij daar vanuit haar taakuitoefening de aangewezen persoon toe is, voorstellen ter verbetering van de patiëntveiligheid. Zij draagt er aan bij dat anderen zich aan de voorgeschreven protocollen rondom kwaliteitsverbetering houden. Zij gaat na wat er gedaan is met de door haar ingebrachte verbetervoorstellen en vraagt, indien
van toepassing gelet op haar takenpakket, zo nodig om een terugkoppeling om de kwaliteitszorg te bewaken.
Resultaat
De ABC Mondzorgassistent heeft, indien van toepassing gelet op haar takenpakket, toegewezen verrichtingen en toebedeelde werkzaamheden, vanuit haar deskundigheid een bijdrage geleverd aan het bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van de zorg.
Gedrag
Tandartsassistent (A)
• is zorgvuldig in het volgen van voorgeschreven protocollen, procedures en wettelijke richtlijnen
• zet functioneel de eigen expertise in voor het verbeteren van de kwaliteit van de werkzaamheden
• geeft actief gesignaleerde tekortkomingen in werkwijze door aan de juiste persoon
• levert actief een bijdrage aan het ontwikkelen of aanpassen van protocolontwikkeling
• bewaakt systematisch de kwaliteit en veiligheid van zorg
• motiveert anderen om zich aan de voorgeschreven protocollen rondom kwaliteitszorg te houden
• bewaakt systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg
• brengt tijdig knelpunten naar voren
• brengt verbetervoorstellen met overtuigingskracht
Competenties:
Communiceren, Samenwerken, Leren en Ontwikkelen, Professioneel handelen.
Werkproces 3.3: Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af Omschrijving
De ABC Mondzorgassistent stemt de werkzaamheden af met collega’s; directe collega’s en andere disciplines. Zij neemt, indien zij daarmee te maken krijgt in haar concrete taakuitoefening, het initiatief om risico’s op het gebied van patiëntveiligheid te bespreken. Zij draagt indien nodig en indien van toepassing werkzaamheden over, maakt afspraken over de zorgverlening en mogelijke knelpunten daarin. Zij bespreekt waar nodig knelpunten in werkwijzen en zoekt naar mogelijkheden om deze in team- of ketenverband op te lossen. Zij neemt deel aan voor de afstemming en samenwerking relevante overlegvormen en zorgt voor terugkoppeling naar collega’s.
Resultaat
De ABC Mondzorgassistent heeft eventuele knelpunten opgelost en werkzaamheden professioneel afgestemd binnen team- of ketenverband.
Gedrag
Tandartsassistent (A)
• overlegt tijdig en regelmatig met alle betrokkenen
• neemt actief deel aan overleg
• maakt tijdig problemen, conflicten en (bijna) incidenten bespreekbaar
• formuleert kernachtig tijdens discussies
• draagt bij aan concrete prioriteitsbepaling van activiteiten en werkzaamheden
• draagt bij aan concrete afstemming in overleg met andere disciplines (ketenzorg)
• maakt effectief gebruik van (interculturele) kennisuitwisseling met collega’s
Competenties:
Communiceren, Samenwerken, Organiseren, Leren en Ontwikkelen, Professioneel handelen.
Bijlage 5
Preventieassistent (B): Body of knowledge & skills
De inhoud van de opleiding Preventieassistent, zoals deze door het Register Preventieassistent wordt geborgd, is beschreven in handelingen, leerdoelen en criteria. Deze vormen als het ware de ‘body of knowlegde and skills’ (BoKS) voor de opleiding Preventieassistent. De BoKS is goed bruikbaar voor het vormgeven van opleidingen en het maken van onderwijs, toetsen en/of examens en wordt door het Register Preventieassistenten gehanteerd om cursussen preventieassistent te laten accrediteren. Deze gedetailleerde beschrijving is ook terug te vinden op de website van het Register Preventieassistenten.
Introductie en kennismaking
Leerdoelen2
• heb je inzicht in het doel en de opbouw van de cursus
• kun je afspraken maken over begeleiding bij het huiswerk en ook over de inpassing van patiënten behandeling door de assistent in de praktijk van de tandarts
De tandarts/mondhygiënist:
• levert een duidelijk bijdrage gedurende de cursus van zijn preventieassistent, stelt zich op als coach en handelt hiernaar.
Criteria
als preventieassistent:
Theorie/kennis:
• heb je inzicht in het doel en de opbouw van de cursus
• ken je de (wettelijke) positie van de tandartsassistent als zorgverlener
• ken je het belang en de onderdelen van het ‘Stappenplan preventiebehandeling’ in het kader van de cursus en in het kader van de taakuitvoering door de preventieassistent
• heb je inzicht in de coachende rol van de tandarts tijdens de cursus
Praktijk:
• maak je afspraken over begeleiding bij het huiswerk en ook over de inpassing van patiëntenbehandeling door de assistent in de praktijk van de tandarts
Als tandarts/mondhygiënist:
• selecteer je geschikte patiënten voor deze cursus aan de hand van de voor patiëntenbehandeling geldende criteria
• kun je omgaan met de tijdens de cursus gebruikte kaarten (praktijkhulpmiddelen/onderwijsprotocollen): instrumentvoering scalers werkhouding en schema uurposities pocketregistratie (behorende bij standaard-info PPS) hygiëne: persoonlijke verzorging hygiëne: handen wassen/desinfecteren slijpen polijsten gebruik ultrasoon
• begeleid je de behandeling door de assistent door: het zo nodig geven van aanwijzingen het beantwoorden van vragen het beoordelen van de resultaten het geven van feedback tijdens de cursus en in de praktijk
2 NB in de leerdoelen en criteria behorende bij de cursus preventieassistent wordt telkens de tandarts genoemd als opdrachtgever/verwijzer. In voorkomende gevallen zou het ook kunnen gaan om een mondhygiënist die de cursist begeleidt en coacht en fungeert als opdrachtgever/verwijzer conform de kaders rondom taakdelegatie uit de Wet BIG en de adviezen/richtlijnen die de KNMT hieromtrent geeft.
Professionele houding en communicatie
Leerdoelen
Professionele houding:
• werk je (semi)zelfstandig
• ben je op de hoogte van grenzen in het werkveld van de preventieassistent en handel je hiernaar
• ben je op de hoogte van de wetgeving rondom de preventiebehandeling door de preventieassistent en handelt hiernaar
• handel je bekwaam;
• ga je professioneel om met patiënten en collega´s
• kun je een goed contact met de patiënt opbouwen
• kun je zelfreflectie toepassen, kritisch naar je eigen handelen kijken en hiernaar handelen
Criteria
Theorie/kennis:
• ken je het doel en de uitgangspunten van de Wet BIG
• weet je dat de opleidingstitel mondhygiënist beschermd is
• weet je dat het strafbaar is wanneer iemand zich mondhygiënist noemt, terwijl die persoon niet de opleiding tot mondhygiënist met succes heeft afgerond
• weet je dat de titel tandarts beschermd is
• weet je dat een tandarts zich tandarts mag noemen als hij in het BIGregister is geregistreerd
• kun je het verschil aangeven tussen voorbehouden handelingen, niet voorbehouden handelingen en risicovolle handelingen en kun je voorbeelden van al deze handelingen noemen
• kun je de strafbepalingen noemen die kunnen worden opgelegd als iemand onbekwaam handelingen verricht
Praktijk:
• handel je uitsluitend in opdracht van een tandarts of mondhygiënist
• handel je uitsluitend wanneer je voldoende en duidelijke aanwijzingen hebt gekregen van de tandarts
• handel je uitsluitend wanneer de tandarts bereikbaar is of (als het nodig is) snel ter plaatse kan zijn
• handel je uitsluitend wanneer je kunt aantonen dat je bekwaam bent om de handeling te verrichten
• handel je uitsluitend wanneer je zelf ook vindt dat je de handeling goed kunt uitvoeren
• durf je ‘nee’ te zeggen als je vindt dat je een bepaalde handeling niet kunt uitvoeren
• verwijs je op de juiste momenten terug naar de tandarts
• neem je en draag je verantwoordelijkheid voor je eigen handelen
• toon jij je bereid om je eigen deskundigheid te bevorderen
• hanteer je de juiste omgangsvormen en: toon je respect voor patiënten en collega’s ga je op verantwoorde wijze om met ethische kwesties kun je samenwerken kun je een vertrouwensrelatie aangaan
Professionele communicatie
Leerdoelen
• beschik je over de juiste communicatieve vaardigheden
• communiceer je op een goede manier met de patiënt, tandarts en mondhygiënist op het juiste moment in de preventiebehandeling
• geef je de patiënt gerichte voorlichting, advies en instructie omtrent tandheelkundige preventie en mondhygiëne
• motiveer je de patiënt tot het opvolgen van adviezen en instructie (therapietrouw) met als doel uiteindelijk een gezonde mondhygiënesituatie te bewerkstelligen
• blijf je binnen de grenzen van je eigen deskundigheid;
• bespreek je de behandeling met de patiënt op gestructureerde wijze
Criteria
Communicatiedoelen
Theorie/kennis:
• weet je de voor- en nadelen van tutoyeren te benoemen
Praktijk:
• communiceer je op een juiste wijze met de patiënt over je nieuwe functie
• kun je een anamnese updaten
• ken je het belang van een goede voorlichting
• ken je de effecten van een goede voorlichting
• kun je de hulpvraag van de patiënt verhelderen
• weet je wat de verwachtingen zijn van de patiënt
• laat je het advies aansluiten bij de persoonlijke situatie van de patiënt
• gebruik je gesprekstechnieken waarmee je patiënten kunt motiveren;
• ben je in staat om je een goed beeld te vormen van de persoonlijke gebitsreiniging van de patiënt
• ben je in staat om je een goed beeld te vormen van de voor mondhygiëne van belang zijnde leefgewoonten van de patiënt
• neem je als hulpverlener en deskundige de leiding in een gesprek
• pas je de (standaard)structuur van een eerste gesprek op adequate wijze toe
• kun je actief luisteren naar de tandheelkundige klachten of problemen van de patiënt;
• bied je de patiënt ruimte om zijn eigen visie te geven
• pas je non-verbale communicatietechnieken op adequate wijze toe
• kun je parafraseren;
• maak je gebruik van stiltes
• kun je gevoelsreflecties geven
• maak je gebruik van open vragen
• maak je gebruik van gesloten vragen
• kun je korte stimulerende vragen stellen
• stuur je een gesprek
• check je de (on)juistheid van jouw interpretatie (toetsen)
• kun je samenvatten
• gebruik je suggestieve vragen op een adequate wijze
• kun je structureren
• weet je op adequate wijze om te gaan met paraverbale kenmerken
• ben je voorzichtig met voortijdige conclusies
• probeer je geen problemen op te lossen die niet tot je eigen deskundigheid behoren
• ben je in staat om het contact met de patiënt professioneel te houden (en niet informeel)
• onderhoud je contact met de patiënt gedurende de behandeling en speel je in op reacties van de patiënt
Ergonomie
Leerdoelen
• werk je op een ergonomisch verantwoorde wijze tijdens alle voorkomende situaties gedurende de preventiebehandeling
Criteria
Theorie/kennis:
• ken je de uitgangspunten voor een goede zithouding
• ken je de aanbevolen uursposities per sextant in relatie tot rechts- en/of linkshandigheid
• ken je de uitgangspunten voor een goede verlichting
• kun je het verschil aangeven tussen direct en indirect zicht en de consequenties daarvan voor een juiste instrumentvoering
Praktijk:
• pas je de juiste werkhouding toe in alle voorkomende situaties gedurende de behandeling
• heb je een zo correct mogelijke werkhouding
• kun je alle uursposities in relatie tot rechts- en/of linkshandigheid op de juiste wijze toepassen
• stel je de behandelstoel per kaak op de juiste wijze in
• stel je de behandellamp zodanig in dat het werkgebied optimaal verlicht wordt
• plaats je de tray op de juiste hoogte
• plaats je de patiënt in de juiste houding en draai je het hoofd van de patiënt in de juiste positie afhankelijk van de plek waaruit wordt gewerkt
• hanteer je de instrumenten in de gemodificeerde pengreep en maak je gebruik van een steunvinger (zie kaarten praktijkhulpmiddelen)
• pas je de protocollen (praktijkhulpmiddelen) met betrekking tot ergonomie op adequate wijze toe
Reinig, desinfecteer en/of steriliseer de instrumenten/apparatuur (praktijkhygiëne)
Leerdoelen
• werk je op basis van de aanbevelingen van de landelijke Werkgroep Infectie Preventie op het gebied van: persoonlijke hygiëne en instrumentarium, apparatuur en behandelkamer
Criteria
Theorie/kennis:
• ken je de meest relevante aanbevelingen van de landelijke Werkgroep Infectie Preventie ten aanzien van praktijkhygiëne en infectiepreventie
• kun je aangeven waarom praktijkhygiëne van belang is voor het werken als preventieassistent
• kun je aanbevelingen omschrijven die met name van toepassing zijn op de preventiebehandeling door de assistent
Praktijk:
• tref je de noodzakelijke praktijk hygiënische maatregelen t.a.v. instrumentarium, apparatuur, behandelkamer, jezelf, patiënten en collega´s (zie kaarten praktijkhulpmiddelen)
• voer je de behandeling uit met inachtneming van de praktijkhygiënische maatregelen (zie kaarten praktijkhulpmiddelen)
• ruim je de werkplek op met inachtneming van de praktijkhygiënische maatregelen (zie kaarten praktijkhulpmiddelen)
• pas je de protocollen (praktijkhulpmiddelen) met betrekking tot praktijkhygiëne op adequate wijze toe
Neem het patiëntendossier en de opdracht van de tandarts door Leerdoelen
• maak je op adequate wijze gebruik van een patiëntendossier voor en tijdens de behandeling
• neem je kennis van de opdracht van de tandarts
• kijk je in het patiëntendossier met name naar algemene gezondheid, historie behandelingen en historie mondhygiëne
Criteria
Theorie/kennis:
• weet je uit welke onderdelen een patiëntendossier bestaat/kan bestaan
• kun je aangeven welke onderdelen van het patiëntendossier met name van belang zijn voor de preventiebehandeling
Praktijk:
• kun je een patiëntendossier lezen en begrijpen met name in het kader van de preventiebehandeling
• bekijk je de patiëntengegevens en kijk je naar algemene gezondheid, historie behandelingen en historie mondhygiëne
• besluit je op basis van de informatie of je mag behandelen
• besluit je op basis van de informatie of je bekwaam bent om de patiënt te behandelen
• kies je de juiste voorbereiding op basis van de patiëntengegevens
Communicatie:
• overleg je met of verwijs je indien nodig terug naar de tandarts
Slijp de instrumenten
Leerdoelen
• slijp je op adequate wijze het voor de preventiebehandeling benodigde instrumentarium
Criteria
Theorie/kennis:
• ken je het doel en het belang van slijpen
• kun je verschillende slijpmethoden noemen
• ken je voor- en nadelen van machineslijpen versus manueel slijpen
• weet je wanneer je moet slijpen
• weet je wat je nodig hebt voor het manueel slijpen van instrumenten
• weet je de verschillende slijpstenen met hun functies te benoemen
• kun je aangeven waarom je olie moet gebruiken
• ken je de functie van een teststaafje
• kun je de vorm van een scaler beschrijven
• kun je de vorm van een curette beschrijven
• kun je de slijpprocedure van een scaler beschrijven
• weet je hoe je de slijpstenen moet reinigen
Praktijk:
• slijp je een scaler handmatig scherp met behoud van de vorm en de hoek
• herken je een slecht geslepen scaler
• reinig je de slijpstenen op adequate wijze
• pas je het protocol (praktijkhulpmiddelen) met betrekking tot slijpen op adequate wijze toe
Leg instrumenten en andere hulpmiddelen klaar
Leerdoelen
• weet je uit welke instrumenten een basisset bestaat voor de preventiebehandeling en leg je de juiste instrumenten en andere hulpmiddelen voor de preventiebehandeling klaar
• lees je in een patiëntendossier welke andere hulpmiddelen je (eventueel) nodig hebt
Criteria
Theorie/kennis:
• kun je de verschillende instrumenten voor de preventiebehandeling benoemen en aanwijzen;
• ken je het verschil tussen een scaler en een curette
• kun je aangeven waarvoor de verschillende voor de preventiebehandeling benodigde instrumenten en andere hulpmiddelen worden gebruikt
Praktijk:
• leg je als basis voor de preventiebehandeling de volgende instrumenten klaar:
spiegel; pocketsonde (of PPS sonde); sikkelsonde; pincet; scaler H6/H7; scaler S204s (of S204sd)
• leg je, in het kader van aseptisch werken, zoveel mogelijk andere hulpmiddelen afgedekt klaar die je nodig hebt (of denkt nodig te hebben) bij de behandeling: mondmasker, bril, handschoenen, patiëntenservet, servetketting, disclosingvloeistof, speekselzuiger(s), folders (ter ondersteuning van het geven van voorlichting), handspiegel, poetsmodel, tandenborstel (elektrisch en hand), stokers, brugnaalden, ragers (in alle maten), groen hoekstuk, polijstcupje, polijstborsteltje, polijstpasta, ultrasoon scaler, duraphat, applicatiestaafjes, wattenrollen, pen, floss, superfloss
Verwelkom de patiënt en geef uitleg
Leerdoelen
• ontvang je op een professionele wijze de patiënt;
• geef je op een vriendelijke en gestructureerde wijze uitleg aan de patiënt over de behandeling
• beantwoord je vragen van de patiën.
Criteria
Communicatie:
Theorie/kennis:
• zie professionele communicatie
Praktijk:
• heet je de patiënt op de juiste wijze welkom
• stel je jezelf voor en vertel je wat je rol/functie is in de tandartspraktijk
• leg je uit wat een preventieassistent kan betekenen en doet
• vraag je de patiënt nogmaals naar zijn/haar klachten op basis waarvan hij of zij naar de preventieassistent is verwezen
• geef je uitleg over het wat, hoe en waarom van de preventiebehandeling:
1. onderzoek
2. plan van aanpak
3. behandeling
4. afsluiting
• beantwoord je eventueel vragen van de patiënt
• controleer je of de patiënt: weet wie je bent, wat je rol is in de tandartsenpraktijk en weet wat er gaat gebeuren
• kun je (voor jezelf) aangeven wat de eerste indruk is van de patiënt (en welke indruk de patiënt heeft van jou)
• controleer je, indien nodig, of de patiënt is gerustgesteld of goed geïnformeerd voorafgaand aan de start van de behandeling
Voer een update van de anamnese uit
Leerdoelen
• voer je op adequate wijze een update van een anamnese ten behoeve van de preventiebehandeling uit
• trek je op basis van de anamneseupdate conclusies ten aanzien van de preventiebehandeling
Criteria
Theorie/kennis:
• ken je het belang van het updaten van de anamnese ten aanzien van de uitvoering van de preventiebehandeling
• ken je de drie meest relevante vragen voor het updaten van de anamnese
• weet je waarom deze drie vragen van belang zijn
Praktijk:
• controleer je (op basis van het patiëntendossier) of de gegevens over de patiënt in de anamnese nog kloppen
• gebruik je de patiëntenkaart preventiebehandeling bij de anamnese en noteer je hierop de bevindingen
• bepaal je of de behandeling risico’s met zich mee voor de gezondheid van de patiënt en/of jezelf
• bepaal je of de behandeling aangepast moet worden aan situatie van de patiënt
Communicatie:
• gebruik je op adequate wijze de 3 relevante vragen op de patiëntenkaart ten behoeve van de update van de anamnese (zie patiëntenkaart)
• raadpleeg je altijd de tandarts indien de gegevens zijn veranderd
• raadpleeg je altijd de tandarts indien een patiënt medicijnen gebruikt
Voer het mondonderzoek weken delen uit
Leerdoelen
• ken je de diverse structuren in een gezonde mond en ongezonde mond en kun je deze benoemen
• voer je een gestructureerd mondonderzoek weke delen ten behoeve van de preventiebehandeling uit en hanteer je daarbij het juiste instrumentarium op de juiste wijze
• trek je op basis van het mondonderzoek weke delen conclusies ten aanzien van de preventiebehandeling
Criteria
Theorie/kennis:
• kun je de diverse structuren van de weke delen in de (gezonde) mond benoemen en aanwijzen
• pas je de bijbehorende terminologie adequaat toe
• kun je een gestructureerd mondonderzoek weke delen beschrijven
• ken je het belang van een gestructureerd mondonderzoek weke delen
• ken je het belang van het werken met een steunvinger
• weet je waarom, wanneer en hoe het resultaat van een mondonderzoek van invloed kan zijn op het behandelplan
• kun je de afwijkingen en/of bijzonderheden (met name kloven, herpes labialis, aften en mondpiercings) aan weke delen omschrijven aan de hand van naam, ziektebeeld, oorzaak en gevolgen voor de preventiebehandeling
• kun je kenmerken van het parodontium rondom implantaten, typen implantaten in relatie tot instructie mondhygiëne, (risico)factoren voor ontstaan peri-implantaire infecties benoemen
Praktijk:
• kun je de diverse structuren van de weke delen in de (gezonde) mond met de juiste termen benoemen en aanwijzen
• kun je de kenmerken van het parodontium rondom implantaten en typen implantaten herkennen en benoemen
• herken je risicofactoren voor het ontstaan van peri-implantaire infecties
• werk je van een globale naar een gedetailleerde benadering
• inspecteer je op adequate wijze met het juiste instrumentarium de weke delen
• herken je een gezonde conditie van:
1. buitenkant lip
2. binnenkant wangslijmvlies
3. gehemelte
4. tong
5. mondbodem
Voer het mondonderzoek weken delen uit
Leerdoelen
Voer het mondonderzoek harde weefsels uit
Leerdoelen
• weet je hoe de harde weefsels er in gezonde situatie uitzien en kun je deze benoemen
• herken je een aantal bijzonderheden op de harde weefsels in een mond
• voer je een gestructureerd mondonderzoek harde weefsels ten behoeve van de preventiebehandeling uit en maak je op een juiste manier gebruik van het juiste instrumentarium
• trek je op basis van het mondonderzoek harde weefsels conclusies ten aanzien van de preventiebehandeling
Criteria
• herken en benoem je van bovengenoemde structuren afwijkingen in: vorm, kleur, fissuren/papillen
• herken je: kloven in de mondhoeken, herpes labialis, aften, mondpiercings
• gebruik je: goede lichtbron; 1 of 2 mondspiegels, onderzoekshandschoenen, gaasje,
• houd je de spiegel vast in de gemodificeerde pengreep (zie kaarten/ praktijkhulpmiddelen)
• kies je voor beide handen ten behoeve van de spiegel het steunpunt
• maak je de juiste beweging maken met de spiegel
• analyseer je de beweging met de spiegel
• raadpleeg je bij afwijkingen altijd de tandarts
• gebruik je vaseline tijdens de behandeling in geval van kloven in de mondhoeken
• weet je de juiste adviezen te geven bij herpes labialis en handel je correct ten aanzien van het besmettingsgevaar
• bepaal je of op basis van het mondonderzoek weke delen of de behandeling moet worden aangepast of stopgezet, de tandarts moet worden geraadpleegd, er moet worden terugverwezen naar de tandarts en handelt hiernaar
• noteer je de resultaten van het onderzoek op de patiëntenkaart preventiebehandeling;
• pas je de protocollen (praktijkhulpmiddelen) met betrekking tot mondonderzoek weke delen en instrumentatietechniek op adequate wijze toe Communicatie:
• raadpleeg je bij bijzonderheden altijd de tandarts
Criteria
Theorie/kennis:
• kun je de diverse harde weefsels in de (gezonde) mond, inclusief vlak- en plaatsaanduiding, benoemen en aanwijzen
• pas je de bijbehorende terminologie adequaat toe
• kun je een gestructureerd mondonderzoek harde weefsels beschrijven
• ken je het belang van een gestructureerd mondonderzoek harde weefsels
• ken je het belang van het werken met een steunvinger
• kun je aangeven waarom, wanneer en hoe het resultaat van een mondonderzoek van invloed kan zijn op het behandelplan
• kun je de bijzonderheden (met name afwijkende stand, afwijkende vorm, kronen, bruggen, implantaten, prothesen, beugels, restauraties, verkleuringen, erosie, blootliggende wortelhalzen en cariës) op de harde weefsels omschrijven aan de hand van naam, beschrijving/beeld, oorzaak en gevolgen voor de preventiebehandeling
Voer het mondonderzoek harde weefsels uit
Leerdoelen
Sondeer exploratief voor pocketdieptemeting
Leerdoelen
• weet je het verschil tussen een PPS, pocketregistratie en parodontiumregistratie
• weet je welke patiënten in aanmerking komen voor behandeling door de preventieassistent
• kun je een pocketregistratie lezen
• kun je op adequate wijze exploratief sonderen met het juiste instrumentarium
• sondeer je exploratief voor pocketdieptemeting
• trek je de juiste conclusies uit de PPS
• kun je de gezonde situatie en afwijkingen en/of bijzonderheden aan het parodontium herkennen en benoemen
• trek je op basis van het onderen (de PPSmeting) conclusies ten aanzien van de preventiebehandelin.
Criteria
Praktijk:
• kun je de diverse harde weefsels in de (gezonde) mond met de juiste termen benoemen en aanwijzen
• kun je van een globale naar een gedetailleerde benadering werken
• inspecteer je op adequate wijze met het juiste instrumentarium de harde weefsels
• herken je een gezonde conditie van: gebitselementen; wortelhalzen
• herken je de bijzonderheden: een afwijkende stand van de gebitselementen; een afwijkende vorm van de gebitselementen; kronen/ bruggen; implantaten ;prothese; beugel; restauraties; verkleuringen; erosie; blootliggende wortelhalzen; cariës
• gebruik je: mondspiegel; goede verlichting; meerfunctiespuit; eventueel een pocketsonde of sikkelsonde
• houd je de spiegel en sonde vast in de gemodificeerde pengreep (zie kaarten/praktijkhulpmiddelen)
• kies je voor beide handen ten behoeve van de spiegel en sonde het steunpunt
• maak je de juiste beweging met de spiegel en sonde
• analyseer je de beweging met de spiegel en sonde
• bepaal je of op basis van het mondonderzoek harde weefsels of: de behandeling moet worden aangepast of stopgezet, de tandarts moet worden geraadpleegd, er moet worden terugverwezen naar de tandarts en handelt hiernaar
• noteer je de resultaten van het onderzoek op de patiëntenkaart preventiebehandeling
• pas je de protocollen (praktijkhulpmiddelen) met betrekking tot mondonderzoek harde weefsels en instrumentatietechniek op adequate wijze toe
Communicatie:
• raadpleeg je bij bijzonderheden altijd de tandarts
Criteria
Theorie/kennis:
• ken je het doel van de PPS
• ken je de verschillende scores van een PPS
• weet je waarom je als preventieassistent uitsluitend categorie A-patiënten mag behandelen
• kun je de onderdelen van een pocketregistratie benoemen en omschrijven
• lees, begrijp en gebruik je een pocketregistratie ten behoeve van de preventiebehandeling
• weet je waarom het bepalen van mobiliteit, het meten van recessies en furcatieanalyse buiten de deskundigheid van de preventieassistent vallen
• kun je de diverse onderdelen van het parodontium benoemen en aanwijzen
• pas je de bijbehorende terminologie adequaat toe
• kun je een gestructureerd mondonderzoek harde weefsels beschrijven
• ken je het belang van een gestructureerd mondonderzoek harde weefsels
• ken je het belang van het werken met een steunvinger
• weet je waarom, wanneer en hoe het resultaat van de PPS-meting van invloed kan zijn op het plan preventiebehandeling
Sondeer exploratief voor pocketdieptemeting
Leerdoelen
Criteria
• kun je de bijzonderheden (bloedingen, gingivitis, parodontitis, recessies, pockets, tandsteen en tandplaque) aan het parodontium omschrijven aan de hand van naam, beschrijving/beeld, oorzaak en gevolgen voor de preventiebehandeling
• weet je hoe men bloeding kan voorkomen
• weet je hoe de oorzaken van gingivitis geëlimineerd kunnen worden
• kan je aangeven welke rol de preventieassistent zelf kan vervullen bij het elimineren van gingivitis
Praktijk:
• pas je de betekenis van de verschillende PPS-scores praktisch toe: bepalen of er bloeding optreedt na sonderen bepalen of er supragingivaal en/of subgingivaal tandsteen aanwezig is overhangende restauraties constateren recessies waarnemen; exploratief sonderen voor pocketdieptemeting
• deel je een patiënt aan de hand van de scores in de juiste categorie in
• kun je aangeven of je te maken hebt met een patiënt met gingivitis en/of parodontitis
• pas je de techniek van exploratief sonderen op het juiste moment adequaat toe (zie kaarten/praktijkhulpmiddelen)
• houd je de pocketsonde vast in de gemodificeerde pengreep (zie kaarten/ praktijkhulpmiddelen)
• kies je voor beide handen ten behoeve van de pocketsonde het steunpunt
• maak je de juiste beweging met de pocketsonde
• analyseer je de beweging met de pocketsonde
• lees je een pocketsonde af
• kun je aangeven hoeveel kracht je maximaal mag gebruiken bij eploratief sonderen en handel je hiernaar
• kun je aangeven op welke wijze pockets, plak en bloeding in een pocketregistratie worden genoteerd en handel je hiernaar
• pas je de protocollen (praktijkhulpmiddelen) met betrekking tot instrumentatietechniek op adequate wijze toe
• noteer je de resultaten van de PPS-meting op de patiëntenkaart preventiebehandeling
• pas je de protocollen (praktijkhulpmiddelen) met betrekking tot PPS-meting en instrumentatietechniek op adequate wijze toe Communicatie:
• raadpleeg je bij bijzonderheden altijd de tandarts
Trek conclusies op basis van het onderzoek
Leerdoelen
• trek je de juiste conclusies uit de updatevragen van de anamnese, het mondonderzoek en uit de PPS-meting
• vergelijk je deze conclusies met de opdracht van de tandarts
• trek je adequate conclusies ten aanzien van de preventiebehandeling en bepaal je of: de behandeling moet worden aangepast of stopgezet, de tandarts moet worden geraadpleegd, er moet worden terugverwezen naar de tandarts en handelt hiernaar
Criteria
Theorie/kennis:
Praktijk:
• vul je alle bevindingen en conclusies in op de ‘patiëntenkaart preventiebehandeling
• controleer je alle onderdelen van de ingevulde patiëntenkaart preventiebehandeling en vorm je een totaaloordeel ten aanzien van de preventiebehandeling
• vergelijk je deze conclusies met de opdracht van de tandarts
• bepaal je of je de patiënt mag behandelen en/of je de behandeling moet aanpassen
Communicatie:
• bepaal je of je de tandarts moet raadplegen of dat je moet terugverwijzen naar de tandarts
Maak een plan voor de preventiebehandeling
Leerdoelen
• stel je op basis van de conclusies het juiste plan preventiebehandeling en de juiste route voor de preventiebehandeling samen
• bespreek, indien mogelijk, het plan met de tandarts
• overleg je bij twijfel altijd met de tandarts
Criteria
Praktijk:
• maak je op basis van de volledig ingevulde ‘patiëntenkaart preventiebehandeling’ een plan en een juiste route voor de preventiebehandeling
• maak je de juiste keuzes tussen de verschillende (deel)behandelingen
• vergelijk je het plan met de opdracht van de tandarts
• houd je rekening met het feit dat de preventieassistent in dit verband alleen werkzaamheden in opdracht van de tandarts uitvoert, waarbij de werkzaamheden zich alleen richten op patiënten uit categorie A
Communicatie:
• bespreek je, indien mogelijk, het plan met de tandarts
• overleg je bij twijfel altijd met de tandarts
Geef uitleg aan de patiënt over de situatie in de mond
Leerdoelen
• geef je op basis van je conclusies uitleg over je bevindingen ten aanzien van de situatie in de mond van de patiënt
• overleg je bij twijfel altijd met de tandarts.
• pas je de geleerde communicatieprincipes toe
Geef uitleg aan de patiënt over het plan
Leerdoelen
• licht je de patiënt op een rustige en duidelijke manier in over behandeling
• pas je de geleerde communicatieprincipes toe
Criteria
Theorie/kennis:
• kun je de afwijkingen en/of bijzonderheden met betrekking tot de weke delen, harde weefsels en het parodontium omschrijven aan de hand van naam, beschrijving/beeld, oorzaak en gevolgen voor de preventiebehandeling (zie vorige acties)
Communicatie:
Praktijk:
• geef je uitleg over de conclusies uit het onderzoek (de acties 6 t/m 10 uit het stappenplan) mede op basis van de ingevulde patiëntenkaart preventiebehandeling
• maak je bij je uitleg gebruik van de ‘patiëntenkaart preventiebehandeling
• ondersteun je, indien mogelijk, de uitleg met illustraties
• verwijs je naar de tandarts voor uitleg over bijzonderheden in de anamnese die gevolgen kunnen hebben voor de behandeling
• verwijs je naar de tandarts voor uitleg over afwijkingen aan de weke delen in de mond
• geef je uitleg over bijzonderheden in de harde weefsels, wanneer je daarover acties onderneemt in je behandeling. Daarbij gaat het om: een afwijkende stand van de gebitselementen, een afwijkende vorm van de gebitselementen, kronen/bruggen, implantaten, prothese, beugel, restauraties, verkleuringen, erosie, blootliggende wortelhalzen
• geef je (op indicatie) uitleg over: plaque, de aanwezigheid van bloeding na sonderen, de aanwezigheid van supragingivaal en/of subgingivaal tandsteen, aanwezige overhangende restauraties, aanwezige recessies, aanwezige pockets, de oorzaak, gevolgen en behandelmogelijkheden van gingivitis, de oorzaak en de gevolgen van parodontitis, de oorzaken en gevolgen van erosie, aften, de hygiëne bij een tongpiercing
• verwijs je naar de tandarts of mondhygiënist voor uitleg over de behandelmogelijkheden van parodontitis
• geef je de patiënt de juiste informatie
• zorg je ervoor dat de patiënt de informatie begrijpt
• kun je zowel goed nieuws als slecht nieuws overbrengen op de patiënt
Criteria
Communicatie
Praktijk:
• geef je uitleg over de uit te voeren preventie(be)handelingen (stap 14a t/m 14f stappenplan) uit je plan preventiebehandeling mede op basis van de ingevulde patiëntenkaart preventiebehandeling;
• leg je per stap uit wat je gaat doen, hoe je dat doet en waarom je dat gaat doen
• geef je de patiënt de juiste informatie
• zorg je ervoor dat de patiënt de informatie begrijpt
Vraag naar voedingsgewoontes en geef voedingsadvies
Leerdoelen
• weet je wanneer je naar voedingsgewoontes moet vragen
• voer je een vraaggesprek ten aanzien van voedingsgewoontes in relatie tot mondgezondheid
• geef je de juiste adviezen aan de hand van de conclusies uit het vraaggesprek over voedingsgewoontes
Criteria
Theorie/kennis:
• kun je de relatie tussen voeding en mondgezondheid aangeven
• kun je benoemen welke voeding(gewoontes), welke gevolgen (kunnen) hebben voor de mondgezondheid
• kun je aangeven door welke factoren cariës, ontkalking en erosie kunnen ontstaan
• kun je aangeven hoe cariës, ontkalking en erosie zijn te voorkomen
• kun je aangeven wat een zuurstoot is en teweeg brengt
• kun je benoemen uit welke onderdelen een vraaggesprek over voedingsgewoontes in het kader van de preventiebehandeling bestaat Communicatie:
Praktijk:
• neem je een vraaggesprek over voedingsgewoontes af wanneer er sprake is van erosie
• neem je in opdracht van de tandarts een vraaggesprek over voedingsgewoontes toegespitst op suikergebruik af wanneer er sprake is van ontkalking en/of cariës
• noteer je de antwoorden/bijzonderheden op de patiëntenkaart preventiebehandeling
• trek je conclusies op basis van de antwoorden van de patiënt
• geef je aan de hand van de conclusies patiëntgerichte informatie over het ontstaan van erosie en/of ontkalkingen en/of cariës
• informeer je een patiënt over hoe hij zelf cariës kan voorkomen
• bedenk je samen met de patiënt alternatieven voor zijn/haar huidige voedingsgewoonten en stel je een plan op
Voer een plaque-kleurtest uit
Leerdoelen
• voer je op adequate wijze een plaquekleurtest uit en gebruik je de resultaten op adequate wijze ten behoeve van de preventiebehandeling
Criteria
Theorie/kennis:
• weet je wat een plaquescore is en hoe je deze berekent
• weet je waarom je een plaque-kleurtest uitvoert
• weet je welke soorten kleurmiddelen er zijn
• weet je wanneer je een plaque-kleurtest moet uitvoeren
• weet je hoe je een plaque-kleurtest moet uitvoeren
• weet je welke manieren je een plaque-kleurtest kunt registreren
Praktijk:
• voer je op de juiste wijze een plaque-kleurtest uit
• noteer je de uitslag van de test op de juiste wijze op de patiëntenkaart preventiebehandeling
• vertaal je de resultaten van een plaque-kleurtest naar de juiste instructie mondhygiëne
• pas je het protocol (praktijkhulpmiddelen) met betrekking tot de plaquekleurtest op adequate wijze toe
Geef instructie mondhygiëne
Leerdoelen
• vertaal je de conclusies uit het onderzoek naar de juiste mondhygiëne-instructie
• geef je mondhygiëne-instructie ‘op maat’van de patiënt
• adviseer je de juiste tandenborstel
• adviseer je de juiste tandpasta
• gebruik je de kennis van de verschillende poetsbewegingen bij het geven van patiëntgerichte mondhygiëne-instructie
• adviseer je de verschillende interdentale hulpmiddelen op de juiste manier
• geef je een dusdanig advies dat een ‘gezonde’ mondsituatie ontstaat
• Geef je specifieke instructie aan patiënten met implantaten bij gezonde weefselsituatie
• Geef je specifieke instructie aan kinderen.
Criteria
Theorie/kennis:
• ken je de consequenties van afwijkingen en/of bijzonderheden in de mond voor het onderhoud van de mondhygiëne en de instructies daaromtrent
• weet je op welke wijze de plaquevorming bij een patiënt beheerst kan worden
• ken je criteria waaraan een goede tandenborstel moet voldoen
• ken je criteria waaraan goede tandpasta moet voldoen
• kun je de verschillende poetsmethoden benoemen en omschrijven: bass-methode, korte schrobmethode, elektrisch poetsen rolmethode circulaire methode, methode van Charters gemodificeerde methode van Stilmann, het borstelen van een (gedeeltelijke) prothese
• ken je de verschillende indicaties en contra-indicaties van de verschillende poetsmethoden
• kun je de verschillende interdentale hulpmiddelen benoemen en omschrijven:
ragers, stokers, floss, superfloss, brugnaald
• ken je de indicaties en contra-indicaties van de verschillende interdentale hulpmiddelen
• kun je de verschillende aanvullende hulpmiddelen benoemen en omschrijven:
gaas/veter, one-tufted borstel, tongschraper, interspace, protheseborstel
• ken je het verschil tussen therapeutische en niet-therapeutische spoelmiddelen
• ken je het effect van niet-therapeutische spoelmiddelen
• weet je waarom de preventieassistent geen therapeutische spoelmiddelen mag voorschrijven
• kun je aangeven welke specifieke nazorg en instructie mondhygiëne bij implantaten nodig is
• kun je de verschillende typen implantaat gedragen supra- structuren aangeven en kun je aangeven welke specifieke mondhygiëne adviezen, instructies en voorlichtingen je hierbij geeft
Communicatie:
Praktijk:
• vraag je aan de patiënt op welke wijze hij op dit moment zijn mond reinigt
• laat je de instructie hierbij zo dicht mogelijk aansluiten
• zoek je samen met de patiënt de balans tussen wat in tandheelkundige zin wenselijk is en wat mogelijk is voor de patiënt
• kun je de verschillende poetsmethoden, interdentale hulpmiddelen en aanvullende hulpmiddelen zelf demonstreren en door de patiënt laten demonstreren
• geef je (mede) aan de hand van de conclusies uit de onderzoeken mondhygiëne-instructie
• kun je de instructie visualiseren met demonstratiemateriaal en/of folders
Verwijder supragingivaal tandsteen en/of tandplaque
Leerdoelen
• verwijder je supragingivaal tandsteen (en/ of –plaque) op de juiste en adequate wijze met handinstrumenten en ultrasone reinigingsapparatuur
Criteria
Theorie/kennis:
• ken je het belang van de gemodificeerde pengreep
• ken je het belang van de steunvinger
• kun je de scaler H6/H7 en de scaler S204s (of S204sd) als instrument omschrijven en aanwijzen
• weet je op welke locaties in de mond een H6/H7 en S204s (S204sd) wordt gebruikt
• ken je het verschil in plaatsing tussen het front en de zijdelingse delen
• ken je het verschil in plaatsing op de premolaren en molaren voor de reiniging van de distale oppervlakken versus de vrije en mesiale vlakken
• kun je de instrumentatietechniek van de scalers H6/H7 en S204s (of S204sd) omschrijven
• kun je het verschil aangeven tussen direct en indirect zicht en de consequenties daarvan voor een juiste instrumentvoering
• kun je de techniek van ultrasone apparatuur beschrijven
• ken je indicaties en contra-indicaties van het gebruik van ultrasone apparatuur benoemen
• ken je de verschillen tussen handinstrumenten en ultrasoon scalers
Praktijk:
NB Aan onderstaande doelen wordt tijdens de cursus geleidelijk gewerkt in achtereenvolgens de volgende situaties: gipsblokjes, fantoom, collegacursisten en tot slot patiënten:
• gebruik je de patiëntenkaart preventiebehandeling bij het bepalen van het te reinigen gebied
• hanteer je de gemodificeerde pengreep op de juiste wijze (zie kaarten praktijkhulpmiddelen)
• maak je optimaal gebruik van het licht en de spiegel
• hanteer je de steunvinger op de juiste wijze (zie kaarten praktijkhulpmiddelen)
• hanteer je de spiegel op de juiste wijze
• hanteer je op de juiste wijze de scaler H6/H7 (zie kaarten praktijkhulpmiddelen)
• hanteer je op de juiste wijze de scaler S204s (of S204sd) (zie kaarten praktijkhulpmiddelen)
• hanteer je op de juiste wijze een ultrasoon scaler (zie kaarten praktijkhulpmiddelen)
• gebruik je de juiste zijde van deze instrumenten tijdens het instrumenteren
• houd je de punt plus een deel van het werkeinde tijdens het instrumenteren constant tegen het element
• kun je de scaler op het laterale vlak plaatsen, tot de marginale gingiva laten zakken en een hoek tussen 45° en 90° maken
• maak je een haal (activatie) zonder uit te schieten, waarbij de halen overlappend worden gemaakt;
• controleer je jezelf na het verwijderen van tandsteen ten aanzien van deze handeling
• kun je na afloop van de behandeling aangeven of de (deel)behandeling voldoende is uitgevoerd
• pas je de protocollen (praktijkhulpmiddelen) met betrekking tot de instrumentatietechnieken op adequate wijze toe
Polijst elementen
Leerdoelen
• polijst je met behulp van polijstpasta en roterende borsteltjes en cupjes op adequate wijze gebitselementen
Appliceer lokaal fluoride
Leerdoelen
• appliceer je op adequate wijze met de juiste hulpmiddelen lokaal fluoride
• geef je adequate instructie ten aanzien van eet- en poetsgedrag behorende bij de fluoride-applicatie
Criteria
Theorie/kennis:
• kun je het instrumentarium en de benodigdheden waarmee gebitselementen worden gepolijst benoemen, omschrijven en aanwijzen
• ken je het belang van het polijsten van gebitselementen
• ken je de indicaties en contra-indicaties van polijsten van gebitselementen
• ken je verschillende polijstpasta’s/-middelen
• ken je de juiste techniek van polijsten van gebitselementen
• weet je het verschil aangeven tussen het gebruik van een cupje en een borsteltje
Praktijk:
• gebruik je de patiëntenkaart preventiebehandeling bij het bepalen van het te polijsten gebied
• hanteer je de gemodificeerde pengreep op de juiste wijze (zie kaarten praktijkhulpmiddelen)
• hanteer je de steunvinger op de juiste wijze zie kaarten praktijkhulpmiddelen)
• hanteer je het polijstinstrumentarium en de overige benodigdheden op adequate wijze
• controleer je jezelf na het polijsten ten aanzien van deze handeling
• kun je na afloop van de behandeling aangeven of de (deel)behandeling voldoende is uitgevoerd
• pas je het protocol (praktijkhulpmiddelen) met betrekking tot polijsten op adequate wijze toe
Criteria
Theorie/kennis:
• ken je het proces van demineralisatie en remineralisatie van het glazuur onder invloed van fluoride
• weet je het verschil aangeven tussen peutertandpasta en tandpasta voor volwassenen
• ken je het fluorideadvies behorende bij de verschillende leeftijden uit het basisadvies
• ken je de indicaties en contra-indicaties van fluoride
• weet je dat een preventieassistent geen advies mag geven over aanvullend gebruik van fluoride;
• kun je de volgende toepassingen van fluoride benoemen, omschrijven en de effecten ervan aangeven: fluoridetandpasta; fluoride spoelmiddelen; gels; lakken; druppels
• weet je wanneer er sprake is van een overdosering fluoride
• weet je wat je moet doen wanneer er sprake is van overdosering fluoride
• ken je de juiste techniek van het aanbrengen van een lokale fluoride applicatie
• ken je de instructie behorende bij de lokale fluoride applicatie ten aanzien van eet- en poetsgedrag van de patiënt
Appliceer lokaal fluoride
Leerdoelen
Criteria
Praktijk:
• gebruik je de patiëntenkaart preventiebehandeling bij het bepalen van het gebied waarop fluoride geappliceerd moet worden
• appliceer je de fluoridelak op adequate wijze
• controleer je jezelf na het aanbrengen van de fluoridelak ten aanzien van deze handeling
• geef je adequate instructie behorende bij het lokale fluoride-applicatie ten aanzien van eet- en poetsgedrag van de patiënt
• pas je het basis advies fluoride op adequate wijze toe
• kun je na afloop van de behandeling aangeven of de (deel)behandeling voldoende is uitgevoerd
• pas je het protocol (praktijkhulpmiddelen) met betrekking tot het aanbrengen van fluoridelak op adequate wijze toe
Schat (vervolg) behandelbehoeften in Bespreek de behandeling na met de patiënt Maak, indien nodig, een nieuwe afspraak of verwijs terug naar de tandarts
Leerdoelen
• schat je vervolgbehoeften in;
• bespreek je de behandeling na met de patiënt en motiveer je de patiënt nogmaals tot het opvolgen van de adviezen en instructies (therapietrouw)
• sluit je de behandeling op adequate wijze af met de patiënt
• maak je een nieuwe afspraak met de patiënt of verwijs je terug naar de tandarts
Criteria
Praktijk:
• bekijk je met behulp van de patiëntenkaart preventiebehandeling welke onderdelen uit het plan preventiebehandeling nog gedaan moeten worden
• vertel je de patiënt op een rustige en duidelijke manier over het stadium waarin de behandeling zich bevindt
• overleg je met de patiënt over het vervolg van de behandeling
• zorg je ervoor dat de patiënt zich kan vinden in het vervolg van de behandeling
• geef je een herhaling van de adviezen en motiveer je de patiënt nogmaals tot het opvolgen van de adviezen en instructies
• wijzig je eventueel het behandelplan op basis van nieuwe inzichten
• maak je, indien nodig, een nieuwe afspraak met de patiënt binnen een goede termijn
• verwijs je, indien nodig, terug naar de mondhygiënist of tandarts
• neem je op correcte wijze afscheid van de patiënt
• breng je verslag uit aan de tandarts over verloop van de behandeling, de voortgang van de behandeling en eventuele aandachtspunten
Maak verslag op voor gegevensadministratie en breng verslag uit aan de tandarts. Ruim de behandelkamer op Leerdoelen
• verwerk je op de juiste manier de gegevens van de behandeling
• breng je verslag uit aan de tandarts
• ruim je de behandelkamer op met inachtneming van de regels ten aanzien van praktijkhygiëne
Criteria
Praktijk:
• Noteer je in het patiëntendossier:
1. de update van de anamnese
2. welke onderzoeken je hebt uitgevoerd
3. de conclusies op basis van het onderzoek
4. het plan preventiebehandeling
5. de afspraken die je met de patiënt hebt gemaakt over mondhygiëne instructie
6. wat, eventueel een volgende keer, nog geïnstrueerd moet worden
7. eventuele afspraken over voeding
8. wat je op curatief gebied met betrekking tot preventie gedaan hebt
9. wat op curatief gebied met betrekking tot preventie nog moet gebeuren
10. de afspraken die je met de patiënt hebt gemaakt over het vervolg
• breng je verslag uit aan de tandarts over de behandeling en eventueel andere zaken
• hanteer je na de behandeling de richtlijnen van de Werkgroep Infectie
Preventie bij het opruimen, reinigen, desinfecteren en steriliseren na afloop van de preventiebehandeling
• pas je de protocollen (praktijkhulpmiddelen) met betrekking tot praktijkhygiëne op adequate wijze toe