Charlotte Posenenske. Lexicon van oneindige beweging Met werk in opdracht van Ruth Buchanan en Yeb Wiersma
Kröller-Müller Museum 18 mei 2019 – 15 september 2019
Geïnitieerd en samengesteld door Eloise Sweetman en Suzanne Wallinga
Rietveld paviljoen 4
12
10/13
4
11 7 2 5 3
2
6
2
4 W.C.
Beeldentuin
8
1
9
Informatiedesk
Tentoonstellingszaal 2
Van der Leeuwzaal
Ingang
1 Diagonale Faltung (Diagonale vouw, 1966/2017) aluminumplaat, spuitverf 2 Serie B Reliefs (Serie B reliëfs, 1967/2019) aluminiumplaat, spuitverf
6 Serie E Kleiner Drehflügel (Serie E Kleine draaiende vanen, 1967-68/2015) foamboard, aluminiumplaat, RAL spuitverf 7 Serie E Großer Drehflügel (Serie E Grote draaiende vanen, 1967-68/2016) hout
10 Monotonie ist Schön (Monotonie is mooi, 1968) Super 8 film, gedigitaliseerd
4 Serie D Vierkantrohre (Serie D Vierkante buizen, 1967/2019) gegalvaniseerde staalplaat, schroeven
8 Serie E Vier Lineare Drehflügel (Serie E Vier lineaire vanen, 2010) foamboard, aluminumplaat, RAL spuitverf
11 Manifest (Manifest, 1968) Gepubliceerd in Art International, XII/5, 5 mei, 1968
5 Serie E Drehflügel Edelstahlrahmen (Serie E Draaiende vanen met stalen frames, 2013) roestvrijstaal
9 Serie E Großer Raumteiler (Serie E Mobiele wanden, 2019) MDF, foamboard, houten frame, scharnieren
3 Serie DW Vierkantrohre (Serie DW Vierkante buizen, 1967/2019) golfkarton, schroeven
12 art & project bulletin, 1968 13 Gerry Schum Happening-Abend (Happening-avond 1967) film, gedigitaliseerd
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11: Courtesy Burkhard Brunn, Estate of Charlotte Posenenske en Galerie Mehdi Chouakri 4, 12: Collectie Kröller-Müller Museum, donatie Art & Project / Depot VBVR (2013) 13: Hessischer Rundfunk & Galerie Dorothea Loehr
How Bodies Meet — een introductie tot Lexicon van oneindige beweging
Eloise Sweetman en Suzanne Wallinga
3
Charlotte Posenenske (Wiesbaden, 1930 – Frankfurt am Main, 1985) is een van de belangrijkste Duitse minimalisten. Haar sculpturale werken bestaan uit series in een onbepaalde oplage. Ze zijn gemaakt van betaalbare, makkelijk verkrijgbare en fabrieksmatig geproduceerde materialen zoals karton en plaatstaal. Aan de hand van een aantal regels, een lexicon voor communicatie, kunnen de samenstelling en de installatie van haar modulaire systemen door ‘iedereen’ worden uitgevoerd en kunnen haar werken telkens opnieuw worden gemaakt: door kopers, tentoonstellingsmakers en het publiek. Met haar radicale en democratische ideeën over materiaal, productie en auteurschap, beïnvloedt en vormt Posenenske de conceptuele en minimalistische kunst van de jaren zestig. Haar ideeën over serialiteit en een niethiërarchische ordening van objecten deelt ze met verwante kunstenaars als Hanne Darboven, Donald Judd, Carl Andre en Sol LeWitt, met wie ze ook exposeert. Haar werk onderscheidt zich echter van andere minimalisten door een ‘open’ karakter, het gedeelde auteurschap en de veranderlijke, tijdelijke vorm, waardoor het zich oneindig kan blijven ontwikkelen. Hoewel Posenenske zichzelf niet beschouwt als een politiek kunstenaar, heeft ze een uitgesproken visie op de maatschappelijke verhoudingen, die volgens haar rationeel, concreet, toegankelijk en democratisch moeten zijn. Met haar werk wil ze hiervoor een standaard zetten: door de goedkope materialen, de vaste, lage verkoopprijzen en door de participatie van het publiek. Posenenske’s maatschappelijke betrokkenheid komt ook tot uiting in de installaties die ze uitvoert in openbare ruimtes, zoals luchthavens, treinstations, conferentiezalen en op straat. Teleurgesteld in de maatschappelijke reikwijdte van de kunst laat Posenenske in 1968 de kunstwereld achter zich en gaat arbeidssociologie studeren. Haar werk en haar opvattingen bieden echter nog steeds aanknopingspunten voor jongere generaties kunstenaars. Ruth Buchanan (New Plymouth, 1980) en Yeb Wiersma (Groningen, 1973) reageren op Posenenske’s oeuvre met nieuw werk, te zien op verschillende plekken in het Kröller-Müller Museum tijdens de looptijd van de tentoonstelling (zie pagina 10 en 18 voor de locaties van hun werken).
In deze tentoonstellingsgids zijn ook kunstenaarsbijdragen van Wiersma en Buchanan opgenomen, op respectievelijk pagina 10 – 17 en 19 – 31. Van het platte, geschilderde vlak naar ruimtelijke objecten Charlotte Posenenske studeert aan de Staatliche Akademie der Bildende Künste Stuttgart, waar ze wordt opgeleid door schilder, typograaf en decorontwerper Willi Baumeister (1889 – 1955). Hij laat haar kennis maken met de ideeën van De Stijl, het Russische constructivisme en de principes van Bauhaus. Na haar studie werkt Posenenske als kostuum- en decorontwerper voor regionale theaters. Eind jaren vijftig begint ze met het schilderen en tekenen van expressieve, geabstraheerde landschappen. Al snel echter besluit ze zich te concentreren op seriële, ruimtelijke werken. Tussen 1967 en 1968, in slechts ruim een jaar, ontwerpt de kunstenaar zes series: Serie A, Serie B, Serie C, Serie D, Serie DW, en Serie E. In 1966 zet Posenenske met Diagonale Faltung (Diagonale vouw) de stap van het platte, geschilderde vlak naar ruimtelijke objecten. Diagonale vouw is het begin van een reeks modulaire reliëfs, waaronder Serie B Reliefs (Serie B Reliëfs, 1967). Deze reliëfs bestaan uit concave en convexe elementen van aluminiumplaat, gespoten met autolak. De kleuren van de elementen: rood, geel, blauw en zwart, zijn gebaseerd op het kleurgebruik van Mondriaan. Zowel Diagonale vouw als Serie B komt van de muur af de ruimte in, zodat ook de achterkant van het werk zichtbaar is. De toeschouwer kijkt zo als het ware ‘achter de schermen’ van de fabrieksproductie. De elementen van Serie B gaan het verst de ruimte in: ze worden getoond als reliëfs aan de wand, maar ook als objecten op de grond en zelfs buiten aan de gevels van gebouwen. Met Serie D Vierkantrohre (Serie D Vierkante buizen, 1967) en Serie DW Vierkantrohre (Serie DW Vierkante buizen, 1967) maakt Posenenske de overgang van autonome objecten naar werken die een relatie aangaan met de architectuur en de ruimte soms zelfs geheel innemen. De buiselementen, die vorm doen denken aan ventilatieschachten, zijn uitgevoerd in respectievelijk plaatstaal (Serie D) en golfkarton (Serie DW). De elementen kunnen zo vaak opnieuw
Serie B Reliëfs, 1967, Offenbach
4
worden gemaakt als de ‘gebruiker’ wil. De keuze van het aantal elementen en de samenstelling ervan zijn ‘vrij’. De nieuw gemaakte werken kunnen worden getoond als zelfstandige sculpturen of, als architecturale elementen, in directe relatie met een gebouw worden geplaatst. Met haar ‘on-demand’ gemaakte series verzet Posenenske zich tegen de kunstmarkt en vraagt zij aandacht voor standaardisatie en massaproductie. Opvallend is de verwantschap van Posenenske’s ideeën met de rationele, sobere opvattingen van Nederlandse kunstenaars, ontwerpers en architecten. Ze voelt een sterke band met Nederland en is onder de indruk van het landschap: gevormd en gecontroleerd door planologie, waterbeheer en de aanleg van polders. Posenenske ziet een verband tussen het door de mens gemaakte landschap en minimalistische sculptuur, zoals blijkt uit haar aantekeningen en uit haar film Monotonie ist schön (Monotonie is mooi, 1968).1 Dit is Posenenske’s enige experiment met bewegend beeld, op Super 8 opgenomen vanuit een autoraam. De film accentueert haar fascinatie voor de repetitieve aaneenschakeling van ruimtelijke infrastructuur; bruggen, dijken en wegen, en brengt de formele kwaliteiten ervan in beeld. Posenenske maakt de korte film tijdens een van haar reizen naar Nederland, in de tijd dat ze met de veelgeprezen galerie Art & Project in Amsterdam werkt. In 1968 introduceert Art & Project haar werk. Voor deze eerste solopresentatie in Nederland plaatst ze elementen van Serie D in de gangen, vestibule en studeerkamer van het woonhuis waarin de galerie is gevestigd. Wellicht beïnvloed
door haar eerste echtgenoot, die architect was, toont ze vormen en structuren die voor delen van gebouwen kunnen worden aangezien.2 Enkele van deze historische elementen zijn in Lexicon van oneindige beweging gecombineerd met recent geproduceerde onderdelen. De historische elementen maken deel uit van de collectie Art & Project, waaruit in 2013 ruim tweehonderd kunstwerken aan het Kröller-Müller Museum zijn geschonken. Serie E (1967 – 1968), de laatste serie die Posenenske ontwerpt, bestaat uit verschillende types werken, uitgevoerd in meerdere materialen: grote en kleine variaties van de Drehflügel (Draaiende vanen), objecten met beweegbare scharnierdeuren, die door de bezoeker in verschillende formaties kunnen worden geopend of gesloten. Posenenske deelt hier haar auteurschap nadrukkelijk met het publiek. De objecten zijn een soort tentoonstellingsinstrumenten: ze kunnen bewegen en zo de ruimte telkens opnieuw definiëren. Enkele van de laatste ontwerpen voor Serie E zijn pas na het overlijden van Posenenske gerealiseerd. Tijdens haar leven was het geschikte lichtgewicht materiaal nog niet beschikbaar. Voor deze tentoonstelling is een nieuwe uitvoering van Serie E Großer Raumteiler (Serie E Mobiele wanden) geproduceerd, aangepast aan de ruimte. Wat vertelt Posenenske’s sculpturale taal ons vandaag? Charlotte Posenenske was, in meerdere opzichten, haar tijd vooruit. Nadat ze zich van de schilderkunst heeft afgewend, wijdt ze haar praktijk aan ideeën van vooruitgang, standaardisatie, collectief werk
5
en gedeeld auteurschap. Ze besluit zich te concentreren op het maken van seriële, ruimtelijke kunstwerken die niet-hiërarchische verhoudingen toestaan. Haar werken symboliseren niets en stellen niets voor; ze verwijzen naar zichzelf en wijzen ons op de methoden rondom massaproductie in een consumptiemaatschappij. Posenenske’s gebruik van geometrische vormen wordt geïnspireerd door de wens om werken te creëren die een universele, objectieve taal spreken die iedereen kan begrijpen.3 Door anderen in staat te stellen haar werken te veranderen plaatst Posenenske beweging en variatie op de voorgrond. Haar werken zijn nooit ‘af’, ze zijn veranderlijk en kennen een ‘open einde’. ‘Ik maak series omdat ik geen afzonderlijke werken voor individuen wil maken,’ schrijft de kunstenaar in haar manifest dat ze in 1968 in Art International publiceert.4 Door het maken van series weigert Posenenske zich te conformeren aan de regels van de kunstmarkt, waar schaarste bepalend is voor de waarde van een object. Ze verzet zich bovendien tegen het individualisme in de samenleving en creëert een systeem van regels, een lexicon van oneindige beweging, dat de tentoonstellingsmaker, bezoeker en verzamelaar gezamenlijk kunnen gebruiken. Elke sculpturale vorm is een fragment van een visuele taal die zich blijft ontwikkelen. Een bijzonder aspect van haar modulaire werken is dat ze collectieve beslissingen vereisen van degenen die de elementen samenbrengen. Haar concepten kunnen alleen ten uitvoer worden gebracht door samenwerking; van het fabrieksmatig produceren van de werken tot aan de totstandkoming van de tentoonstelling. In Lexicon van oneindige beweging is ook een belangrijke rol voor de bezoeker weggelegd. Door het werk te veranderen en binnen te gaan wordt de bezoeker onderdeel van Posenenske’s werk. De kunstenaar draagt daarmee het maken van artistieke keuzes gedeeltelijk over aan het publiek. Posenenske’s oeuvre kent een programmatische ontwikkeling; van meerkleurige schilderkunst en monochroom geverfde objecten naar sculpturale en architecturale vormen van onbehandeld materiaal dat met de tijd zal vergaan. Haar werk lost hiermee uiteindelijk op in de omgeving waarin het wordt geplaatst. Kunstenaar en mediatheoreticus Peter Weibel schrijft dat haar afscheid van de kunstwereld als laatste artistieke keuze in dezelfde ontwikkeling kan worden gezien, als een laatste stap in het proces van reduceren en elimineren van onderwerpen en materiaal.5 Posenenske onderzoekt in haar werk tevens hoe de grens tussen binnen-
en buitenruimtes functioneert. Daarom zijn haar werken ter gelegenheid van de tentoonstelling Lexicon van oneindige beweging ook buiten de tentoonstelling geplaatst: tegen de raampartij bij de garderobe, aan de gevel bij de entree van het museum en op het Rietveldpaviljoen in de beeldentuin. De transparante architectuur van het Kröller-Müller Museum verbindt binnen en buiten met elkaar en laat het museum een eenheid vormen met zijn omgeving. Misschien was dit een van de redenen waarom Posenenske zo van het museum hield. Samen met haar tweede echtgenoot dr. Burkhard Brunn (beheerder van de Estate of Charlotte Posenenske) bezocht ze het Kröller-Müller Museum meerdere malen. In hoeverre zet het werk van Posenenske aan tot het nadenken over begrippen als grenzen, ruimte en territorium? Kunstenaars Yeb Wiersma en Ruth Buchanan onderzoeken deze vraag door het maken van nieuw werk. Net als Posenenske werken beiden op het snijvlak van kunst en dagelijks leven. Met het geluidskunstwerk Calling from the Periphery (Stemmen uit de periferie, 2019) reageert Wiersma zowel op de sculpturen als op de persoonlijke aantekeningen van Posenenske. Wiersma’s werk is geïnstalleerd in de entreehal van het museum en neemt de wens van Posenenske om vanuit de periferie te opereren in plaats van vanuit het centrum, onder de loep. In Stemmen uit de periferie vraagt Wiersma: wat is een ‘centrum’ en wat is een ‘grens’? En wat gebeurt er als het centrum geen vaste locatie heeft? Voor Posenenske vormen transportnetwerken een belangrijk onderdeel van het moderne leven. Daarom reisde Wiersma voor Stemmen uit de periferie naar openbare ruimten en verkeersknooppunten als metrostations en vliegvelden, plaatsen waar Posenenske haar werken ooit installeerde. Welke gesprekken en geluiden circuleerden door haar ‘ventilatieschachten’? Wiersma maakte er opnames van omgevingsgeluiden en toevallige gesprekken met vreemden. Met Posenenske’s Serie D en Serie DW als uitgangspunt, creëert Wiersma een partituur van menselijke ervaringen en emoties als verlies, frustratie en hoop, als omstandigheden die onze levens continu beïnvloeden. Posenenske’s besluit om in 1968 de kunstwereld te verlaten is een artistieke keuze, een verandering van vorm en niet van inhoud. Ze besluit haar manifest in Art International met de woorden “Het is lastig voor mij om te accepteren dat kunst niets kan bijdragen aan het oplossen van urgente sociale problemen.”6 Zij laat vervolgens het kunstenaarschap achter zich en wordt socioloog, als
omgeving. Rondleidingen beginnen om 14:00 elke zaterdag en zondag in de tentoonstellingsruimte. Met het samenkomen van de lichamen van beschouwers en de kunstwerken, en daarbij het institutionele raamwerk van het museum, roept Lexicon van oneindige beweging de vraag op: wat betekent sociale en culturele zeggenschap vandaag de dag, voor kunstenaars, beschouwers en instituten? In de afgelopen jaren zien we een groeiende wereldwijde aandacht voor het werk van Posenenske en is haar werk te zien in meerdere tentoonstellingen. Hoe kan deze interesse worden verklaard? Posenenske’s ideeën blijven jongere generaties kunstenaars inspireren. Haar werk zet bovendien nog steeds aan tot nadenken over wat het betekent om in een democratie te leven en over hoe de kunst handvatten kan bieden om ons actief te verhouden tot de wereld van vandaag. Kan kunst bijdragen aan sociale verandering?
Serie D, 1989, Deutsche Bank, Frankfurt am Main
reactie op de ‘crisis’ die ze ervaart in de kunst. Als reactie op deze crisis, vraagt Ruth Buchanan in Split, Splits, Splitting (Split, splits, splittend, 2019): welke rol speelden taal en architectuur, als artistieke middelen, in Posenenske’s besluit? Split, Splits, Splitting bestaat uit drie delen: vijf gordijnen, een essay en een rondleiding, en werkt met de architecturale en institutionele structuren waarin het zich bevindt. Volgens Buchanan vormen taal en architectuur de kern van de maatschappelijke machtsystemen waarin wij leven. De tekst, opgenomen in deze tentoonstellingsgids (p. 19 – 31), is opgebouwd rondom delen van architectuur—muren, deuren, gangen, vensters en draaiende vanen. Elk weekend worden rondleidingen verzorgd door de beveiligers van het KröllerMüller Museum. Zij dragen volgens een door Buchanan geregisseerd script een deel van het essay voor, en begeleiden bezoekers naar de gordijnen op verschillende plekken, in de tentoonstelling van Charlotte Posenenske en in de gangen en werkruimtes van de museummedewerkers. De gordijnen zijn gemaakt van pongee, een wilde zijde, waarvan de kleur geleidelijk vervaagt wanneer ze worden blootgesteld aan licht. De gordijnen markeren grenzen, reageren op, en zijn actief in hun
6
Serie DW, 1986, Deutsche Lufthansa, vliegveld Frankfurt am Main
1 Brunn, B. Gesprekken met de curatoren in Frankfurt, 22 – 24 oktober 2018. 2 Meschede, F. ‘A Strategy of Mimesis: Reflections on Charlotte Posenenske’s SiteRelated Installations.’ In: Charlotte Posenenske. Frankfurt am Main: Museum für Moderne Kunst (1990). 3 Brunn, B. ‘For an Introduction.’ In: Charlotte Posenenske. Frankfurt am Main: Museum für Moderne Kunst (1990). 4 Posenenske, C. ‘Manifesto’. In: Art International (Volume XII/5, 5 mei 1968). 5 Brunn, B. Charlotte Posenenske (1930 – 1985). Erinnerungen an die Künstlerin. Frankfurt am Main: Revolver (2005), p. 120. 6 Posenenske, C. ‘Manifesto’. In: Art International (Volume XII/5, 5 mei 1968).
7
Biografieën Charlotte Posenenske werd in 1930 in Wiesbaden geboren. Ze studeerde aan de Staatliche Akademie der bildenden Künste Stuttgart, onder schilder en typograaf Willi Baumeister. Posenenske werkte als kostuum- en decorontwerper voor de regionale theaters in Lübeck en Darmstadt, voordat ze als kunstenaar werkte tot 1968. Ze overleed in 1985 op 55-jarige leeftijd in Frankfurt. Posenenske wordt beschouwd als sleutelfiguur binnen de conceptuele kunst en het minimalisme. Solotentoonstellingen van haar werk vonden plaats bij onder andere Galerie Dorothea Loehr, Frankfurt; Galerie h, Hannover; Kleine Galerie, Schwenningen en Art & Project, Amsterdam. Groepstentoonstellingen waaraan ze deelnam waren onder andere Serielle Formationen, Johann-Wolfgang- Goethe-Universität Studio Galerie, Frankfurt; Dies alles, Herzchen, wird einmal Dir gehören, Galerie Dorothea Loehr, Frankfurt en ABC Art, Cool Art, Minimal Art, Minimal Art, Primary Structure, Neue Monumente, IMI Art, Galerie René Block, Berlijn. Posenenske verliet de kunstwereld in 1968 om arbeidssociologie te studeren. Haar werk herwon aandacht na haar dood, mede dankzij presentaties in onder meer Museum MMK für Moderne Kunst, Frankfurt am Main; Documenta 12, Kassel; Museum of Modern Art, New York; Frans Hals Museum, Haarlem; Biënnale van São Paulo; en, recentelijk, Dia:Beacon, New York. Ruth Buchanan (New Plymouth, 1980) komt uit Nieuw-Zeeland en werkt en woont in Berlijn. In haar werk richt Buchanan zich in de eerste plaats op de verschillende systemen die een rol spelen bij de productie en verspreiding van cultuur, zoals bibliotheken, collecties en de oeuvres van verschillende kunstenaars. Ze begint vaak te werken in het archief, waar casestudies, artefacten of werken van andere kunstenaars het vertrekpunt vormen voor het via de kunst bevragen van de wereld waarin we leven. De constructie van het publieke moment is cruciaal. Buchanan onderzoekt in haar werk de variabele delen waaruit een ontmoeting
bestaat, om vervolgens bestaande machtsverhoudingen aan de kaak te stellen. Buchanan heeft onder andere samengewerkt met Hamburger Bahnhof, Berlijn; Tate Modern, Londen; The Showroom, Londen; If I can’t dance, I don’t want to be part of your revolution, Amsterdam; Gwangju Biënnale, Gwangju; Badischer Kunstverein, Karlsruhe; Adam Art Gallery, Wellington. Ze heeft deelgenomen aan tentoonstellingen onder andere in the Institute of Modern Art, Brisbane; Kunsthaus Hamburg; Kunsthaus Bregenz; Auckland Art Gallery; Arnolfini, Bristol en Stedelijk Museum, Amsterdam. In 2018 won ze de Nieuw-Zeelandse Walters Prize. Het werk van Yeb Wiersma (Groningen, 1973) is vaak van tijdelijke aard en wordt naast publieke interventies voornamelijk fysiek uitgedrukt in scripts en choreografieën. In haar werk onderzoekt zij regelmatig wat mensen motiveert of beweegt wanneer ze samenkomen. Door haar hybride oeuvre creëert Wiersma zintuigelijke en imaginaire omstandigheden die ruimte bieden voor ontmoetingen met het onbekende, en die tegelijkertijd de relatie tussen het verleden en nu, feit en fictie, hier en daar, cultuur en natuur bevragen. Wiersma studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam en vervolgde haar opleiding aan The Cooper Union in New York. In 2014 was ze artist-inresidence aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht. Haar werk is tentoongesteld door FOAM Amsterdam; Museum De Paviljoens, Almere; Van Abbe Museum, Eindhoven; Jinji Lake Art Museum, Suzhou; A Tale of a Tub, Rotterdam; Oude Kerk, Amsterdam; WEST, Den Haag en Design Museum Gent.
8
9
Charlotte Posenenske met Serie E GroĂ&#x;er DrehflĂźgel, 1967/1968, vliegveld Frankfurt am Main.
Rietveld paviljoen
Beeldentuin W.C.
Informatiedesk
YW
Tentoonstellingszaal
Van der Leeuwzaal Ingang
10
YW Yeb Wiersma, Calling from the Periphery (Stemmen uit de periferie, 2019) geluidswerk, geĂŻnstalleerd in de entreehal van het museum
Calling from the Periphery, Yeb Wiersma
Partituur voor meerdere stemmen (dynamische variaties)
Heb ik je verteld hoe ik luister?
11
Deel I Waar we zijn (museum voor moderne kunst)
Deel II Openbaar vervoer
Deel III Stemmen uit de periferie
Kalm, helder (Metronoom, verschillende veldopnames, menselijke stemmen) (ritmisch gerinkel, aankondiging)
Snel, wild, dynamisch (Percussie, verschillende veldopnames, menselijke stemmen)
(geluid van geld tellende bankautomaat)
Open, met gevoel (Blaasinstrumenten, verschillende veldopnames, menselijke stemmen)
(donker, laag)
12
(geluid van draaideuren, exit)
(echo’s van gegalvaniseerd staal)
(geluid van menigten, bewegend in tegenovergestelde richtingen)
(druppen, ondergrondse lekkage)
Le Ra-gaz-ze de-i Pe-ri- fe-r-ia so-no il Fu-tu-ro! (loopende, polyfone stemmen)
(Stilte, de ongedocumenteerden)
13
Soundcheck: 1 2 3
(Trrrrrrrr, Trrrrrrrr, geldautomaat telt dollarbiljetten)
(Whoosh, whoosh, vallende papieren)
(Ffffffffffffffffhhh, auto’s razen voorbij)
Dit is hoe ik luister.
Leg je hand voorzichtig op de platenspeler.
(Stilte, de ongedocumenteerden)
14
Luister naar de elektriciteit van de trillingen.
(Tatatatuh, Tatatatuh, gaspedaal ringtoon)
(Klooooing, klooooing, heien bouwterrein)
Merk hoe de wereld trilt in de palmen van je hand.
(Tseeeeeeut, foto mobiele telefoon)
(Aaaaaaaaaaaah, schreeuwen, huilende baby)
15
(Tick, tick, tick, tic, tic, ti, ti, t, t, t, t, zebra kruising)
(Whoooop, Whoooop, whoop, sirene van een ambulance)
Hoe golven door je lichaam worden gestuurd.
(Schwump, schwump, schwump, ruitenwissers, zware regen)
16
Wordt er gezongen?
(Nnnneeaoowwwww, overkomend vliegtuig op afstand)
Is er een koor van mobiele telefoons?
(Pling, lift arriveert) (Gwuf, gwuf, gwuf, voetstappen)
(Poeh-oeh-puh, verkeersregelaar fluitend)
(Kkkkggrrrr, kkkgggrr, verkreukelen, aluminium folie)
Wat voor trillingen (geluiden, menselijke stemmen en emoties) echoden/resoneerden door Charlotte Posenenske’s ‘Square Tubes’ liggend, hangend en staand op de meest uiteenlopende en onverwachte openbare plekken?
(Gkrrrr, Gkrrrr, geratel van een gemankeerde airco)
(A-ti-shoo, niezen)
(Bzzzzzzz, bzzzzzzz, neonverlichting flikkert)
17
Tentoonstellingszaal RB
Rietveld paviljoen RB Beeldentuin
RB
RB
Informatiedesk
RB
Restaurant
Shop
Van der Leeuwzaal
Ingang
Van Gogh galerij
RB Ruth Buchanan Split, Splits, Splitting (Split, splits, splittend), 2019 vijf pongeezijde gordijnen, essay en rondleiding Elke zaterdag en zondag begint om 14:00 een tour met een beveiliger.
18
Split, Splits, Splitting, Ruth Buchanan
Essay
19
GANGEN Hoewel het figuur van communicatie over vondsten kan gaan, gaat het evenveel over lichtomstandigheden, nabijheid en timing. Gaat het evenveel over geschiedenis, macht en lichamen. Gaat het eveneel over systemen, spaties en subjecten. Communicatie beweegt zelden in rechte lijnen. Eerder verzamelt ze onderbreking op weg, onderbreking en verlangen. Dit spoor bindt verlangen en onderbreking aan elkaar, in de zin dat ze beide de complexe vorm van subjectiviteit stil uitspreken, een subjectiviteit die sociaal is maar opgebouwd uit kloven. Als in: Wie plaatste mij hier En Geschiedenis is een mes, en snijdt / Terwijl dit lichaam van mij (werk, haar) wordt gestoten door, tussen, over dit spoor van onderbreking1, verlangen (binnen, buiten: Een val). Geschiedenis is een mes, en snijdt. Snijdt in de lijnen van...wat precies is het dat wij verlangen? Terwijl het snijdt, zicht gesplitst, verdubbeld, verdriedubbeld, het binnen van het buiten delend. Divisie Wie plaatste mij hier De scène waarin ik mijzelf vind / Of, waar hoort mijn lichaam bij Dit zijn vragen die keer op keer gesteld zijn, door taal en architectuur, in taal en architectuur, van taal en architectuur maar ook tegen taal en architectuur. In een architectuur (bestaan) die van taal is, beitelen de grenzen van die taal in de ruimte. Dit is crisis. Dit is ook potentie. Dit is macht. Dit is zeggenschap. Deze dingen lijken/voelen/klinken/ ruiken vaak verwant (?) Dit zijn gangen. Dicht op de huid, snijdend in perspectief, beklemmend, dit zijn gangen. Wie plaatste mij hier De scène waarin ik mijzelf vind / Of, waar hoort mijn lichaam bij
20
De grenzen van taal en architectuur hebben grote impact op hoe alle interacties gecomponeerd en geconstrueerd zijn, en aansluitend hoe de samenleving in staat is mettertijd te ontwikkelen (transformeren, muteren). Dit weten we. De grenzen van taal en architectuur zijn die beitel, die kloven. Onderbreking/Verlangen Openen/Sluiten Divisie Dit zijn ook dingen waar ik eerder over schreef. Dit zijn dingen (in de wereld). Deze dingen, zich tegen elkaar aan slaand hier, nu, door de reep stof langs vensters en de tred van een lichaam gevraagd te waken. Ervoor. Split (bestaan). En nu doe ik het alweer. Nu Alweer, alweer, alweer, alweer. Deze Divisie Is vanwege de split, en de wijze waarop dit dingen opent naar mij, jou, ons, ‘t, het ik, mijn ik, ik, ik is gebroken. Verwerp. Mij. Maar zij (Ik liet je achter, etc) Jij/Ik De scène waarin je jezelf vindt Waar hoort mijn lichaam bij Wie zette mij hier Ik zal niet bedeesd zijn, maar de reep stof Wie zette ons hier Wie zei dat het anders kon zijn Maar zij (Ik liet je achter, etc) Jij/Ik Dit zijn gangen. Dicht op de huid, snijdend in perspectief, beklemmend, dit zijn gangen.
21
DEUREN Bewoning is constructie, en ook is het objecten los-rukken van de referenties die hen door de tijd hebben opgeslokt. Die ruimte, taalkundig en waarneembaar, zou dan haar eigen transcendentale stelling weer confronteren: Hoe is het mogelijk te doen, hoe is het mogelijk te weten?2 DEUREN Mijn lichaam heeft er velen, zoals je weet. Het jouwe ook. Deuren. Dit zinnebeeld, we kennen het ook, mijn denkgeest is een kamer, mijn hart een sterrenstelsel. Onze meest vlezige organen loskoppelend van hun pragmatische functie om ze te binden aan een reeks vragen, een doorkruisen van al deze onbepaalden die haast altijd de split benadrukken, die kloof van mij tot jou (economie). Onderbreking en verlangen. Deze ruimtes doorkruisend—samen? Wellicht. Met al dat brein en hart. Andere deuren. Binnendringen etc. Van lichamen. En gebouwen. Snijdend in dingen, en ze opvullend. Of transformeren. Transformaties zoals metabolisering. Indrukwekkend. Slik, verteer, innerlijk, uiterlijk: Indrukwekkend. En dan, energie! Deuren. Als er nou een emoji bestond die het verlangen te metaboliseren precies weergaf, op dingen te kauwen, ze veranderd uit te spugen. Een energie produceren, vermengd. In, in, in, in, in, uit, uit, uit. De kotsende emoji doet het hem gewoon niet. Als er nou een emoji bestond die ons zei: Dingen wees anders nu. Of dingen, kom op, bewegen. Processsssssssssssssessssss Eet de kloof op.
22
VENSTERS Het gesplitst en tegenstrijdig zelf is degene die kan ondervragen.3 Of Deze Divisie Is vanwege de split, en de wijze waarop dit dingen opent naar mij, jou, ons, ‘t, het ik, mijn ik, ik, ik is gebroken. Verwerp. Mij. Maar zij (Ik liet je achter, etc) Jij/Ik Of ik, de ik die ik ben, ben dit aan het schrijven, ben geschreven aan het worden. Een subject, een lichaam, offff Of het en ik bestaan niet. Maar systemen. Systemen. Wie plaatste mij hier De scène waarin ik mijzelf vind / Of, waar hoort mijn lichaam bij DEUREN Charlotte Posenenske maakte kunst en toen niet. Taal in crisis? Architectuur in crisis? Of oprecht aan het werk gezet. Divisie, en een split.
23
WANDEN De logische onmogelijkheid van zowel binnen als buiten zijn: Het leven dringt zich op. Vasthouden aan Of uitleven, die spanning van binnen Die bouwt, die vergt Frictie, en een Split. Vergen dat, taal en verlies van controle. WANDEN … Op maandag Bestormde Linda de garderobe Als een krijger Destructie bezwerend van alle bulldozers En bureaucraten — De hufters De verdomd obscene hufters Doen me willen kotsen — Ze zei ons Terwijl we richting negen uur gingen Gezichten schikkend in de spiegel Te ogen alsof niets Was gebeurd Dingen in kluisjes schuivend En beelden achter onze ogen Uit de weg Van plicht — ...4
24
VENSTERS … Janey is in een kamer. De kamer is klein. Cultuur stinkt: boeken en grootse mannen en de beeldende kunst. mooie vrouwen ... Janey is een landbouwer. Janey is prijzig, maar goedkoop. De landbouwer is de straat. Taal om af te komen van taal. ...5 Of, trotseer opzettelijk deze impuls: De vloer? De wanden? De omgeving? Hier, Kathy Acker maakt een scheur waar de taal van architectuur en diens omkering ons vermorzelt. Om volledig gebroken te worden. Verdomde bulldozers. Janey is in een kamer. En split. Wat vertelt Janey/Acker ons? Door het venster aanschouwen we het lichaam dat hard tegen de deur van de gang wordt gedrukt. Tegelijkertijd begrijpen we dat deze wereld inderdaad gebroken is, en ze moet van binnen naar buiten worden gestript: Gang tot deur, venster tot wand. WANDEN In de performance Hinterhof 6 van Ian White las hij overlijdensberichten uit de lokale krant hardop voor, plaatste een roestvrij stalen urn op een trolley, en reed door de expositieruimte op een Segway. White maakte gebruik van het complexe lichtsysteem in het museum, de lichten gingen aan en uit. White maakte gebruik van het complexe jaloezieënsysteem in het museum, de jaloezieën gingen open en dicht. Hij reed zichzelf over de marmeren vloeren en sprong toen plotseling van de Segway af en sprintte de galerie uit, het publiek alleen in het donker achterlatend terwijl het brandalarm van het museum loeide. ZZZZzzzzzzzzZZZZZZZZZZZzzzzzzzzzzzzzzZzzZZZZZZZZZZZZZZZZzzz Een publiek—alleen—in de hermetisch gesloten box, donkerte, splittend geluid bonst.
25
Dit is een haast perfecte diagram van subject/spatie/systeem taal/architectuur geschiedenis/macht/lichamen Of Verlangen ------> tot onderbreking die de kloof opeet. Toen White dat gebouw verliet nam hij de muren met zich mee. Dat gebouw affikkend, het open brekend, iets geheel anders aanborend, een co-optie van elke herkenbare vorm verscheen. Een gijzelen vond plaats, door precies de beperkende infrastructurele en institutionele codes van het gebouw op te schroeven.En geschiedenis/macht/ lichamen systemen/spaties/subjecten Door het gebouw letterlijk uit te schakelen, zweerde White standaard modi van bewoning en bezetting af, zweerde hij behapbare alternatieven af. Een geheel nieuwe maatstaf van lichamen en verhouding. Het gesplitst en tegenstrijdig zelf, beitelend. VANEN Vanen die roteren om een of meer assen (Te Ao). Mijn moeder (Te Ao). Moeders in het algemeen. En verlatenheid. Ook wie stierf vandaag? Wie was er geboren? Ik kan mij alleen beroepen op de taal die ik ken, die mij vormde, of is gevormd door dat dat ik ben te verlaten. Ik kan, kan ik, mij alleen beroepen op de taal die‌ Divisie, en een split. Deze Divisie Is vanwege de split, en de wijze waarop dit dingen opent naar mij, jou, ons, ‘t, het ik, mijn ik, ik, ik is gebroken.
26
Het is opgemerkt dat taal kan worden beschouwd als communicatiemiddel waardoor toeval, volgorde, relaties en hiërarchieën worden vastgesteld. Taal raakt in ons als subjecten gekrast en het vestigt ons door ons schrijven een raamwerk te verstrekken. We her-performen door en binnen de talen waar we toegang tot hebben, die we hebben geleerd. Tegelijkertijd creëert dit proces vaak, en noodzakelijkerwijs, precedenten. Precedent
Precedent: Van tekst naar spraak, lijn naar kromming. Breek, breek, breken, afbreken van, inbreken in. Wie plaatste mij hier De scène waarin ik mijzelf vind / Of, waar hoort mijn lichaam bij Toen mijn moeder Te Reo Maori begon te leren als Pakeha vrouw in klein- stads-Nieuw Zeeland halverwege 1980 was ze ijverig, en ongebruikelijk. (Het is enkel dit gesplitst, tegenstrijdig zelf (samenleving/ bestaan), bewoond door en in taal en architectuur, dat kan ondervragen.) Hiërarchieën. Divisies. Ik vond onlangs haar notitieboekjes van deze vroege leerperiode, ze had ze bewaard, ijverig. Er is een tekening van een klok, met de nummers volledig uitgeschreven, een prachtige kleine tekening, tahi, rua, toru, wha...Een cirkel, pijlen. Bovenaan heeft ze niet het woord voor klok of tijd geschreven, maar het woord Te Ao. Te Ao, werelden. Te Ao, wereld, het roterende object, een vaan aan een as. Te Ao is ook paradigma, zijn. Te Ao. Ka huri Te Ao, me te manu iti Wie plaatste mij hier? In deze scène waarin ik mijzelf vind (roterende vanen, Te Ao). Waar hoort mijn lichaam bij.
27
In Katherine Mansfields The Aloe vertelt ze het verhaal van een verhuizende familie. Een schroeiend portret van het fysiologische terrein waarop gezins- en patriarchale dynamieken zich afspelen wordt zichtbaar, met betrekking tot kwesties als macht, vrijheid en isolement. Hier wordt het tegenstrijdig zelf, het zelf dat vele systemen en structuren bewoont, vele werelden die hand in hand gaan maar ook tegengesteld zijn aan elkaar, onthuld als de ervaring van zelf, punt. Over deze split, en de kloof die beide het subject en het sociale produceren schrijft Mansfield: Waar één stel ogen naar kijkt is zowel privé als inderdaad de wereld zoals die is.7 Waar één stel ogen naar kijkt is zowel privé als inderdaad de wereld zoals die is Mijn moeder, die nu gekweld wordt door Alzheimer, beleeft vaak een gevoel van isolement, een gevoel van deze scheidslijn tussen haar ervaringen die privé zijn maar ook van, en in de/een wereld. Dat wil zeggen, de scheidslijn tussen hoe we de wereld en elkaar ervaren, hoe we onszelf ervaren dwars over die as, die roterende vaan. Maar ook split. Ze bespreekt dit vaak, haar isolement, tegelijkertijd kan ze het niet bespreken. Zij/Ik. In werkelijkheid, breiden die onderbrekingen van binnen en buiten zich voor haar ook over tijdlijnen uit. Wie plaatste mij hier De scène waarin ik mijzelf vind / Of, waar hoort mijn lichaam bij In haar ogen, veranderd nu, glazig van een ziekte die zichzelf in haar brein (kamer) nestelde, zijn economieën en verlangen verdwenen. Maar taal. En architectuur Systemen/Spaties/Subject En heel vaak Wie plaatste mij hier De scène waarin ik mijzelf vind / Of, waar hoort mijn lichaam bij
28
Hier is communicatie verbrand, in brand gestoken. De grenzen ervan raken. Dit is crisis. Maar ook potentie (?) Dat wil zeggen, als we zouden toelaten, verwelkomen, dat het tegenstrijdig, vermenigvuldigend, en splitsend zelf de kloof is en het ding dat opvult. Verlangen ------> tot onderbreking die de kloof opeet Breekbaarheid beitelt Deze Divisie Is vanwege de split, en de wijze waarop dit dingen opent naar mij, jou, ons, ‘t, het ik, mijn ik, ik, ik is gebroken. Verwerp. Mij. Maar zij (Ik liet je achter, etc) Jij/Ik Of ik, de ik die ik ben, ben dit aan het schrijven, ben geschreven aan het worden. Een subject, een lichaam, offff Of het en ik bestaan niet. Maar systemen. Systemen. Taal, of verlies van controle. Verwijder, verwijder, verwijder Soms luister ik binnenin haar hoofd, en het geluid van Ian’s ZZZZzzzzzzZZZZz ZZZZZZZZZzzzzZZZZZZzZzzzzzz is het enige dat zinvol is. Is het enige dat kan worden gehoord. Intoneren. Betekenis, woorden, macht wegbijtend. Een Asterisk zou het ook kunnen. Dat deel van je elleboog, daar, eronder...Lichaam...euuhhhhhhh, ahh, ahhhhhhhh. Weerbarstig, of verzettend Een vaan roteert, vele voortbrengend, Te Ao. Ka huri Te Ao, me te manu iti De wereld zou veranderen, de kleine vogel ook.
29
GANGEN En Charlotte Posenenske. En Kathy Acker, en Katherine Mansfield, en moeders, zussen En Ian White En Jacquie Sturm En Marina Vishmidt En Donna Haraway En Linda en Janey En Hanne Darboven, en seizoenen, die herhalen en herhalen en herhalen in de fijne markeringen gemaakt om een kale boom te beschrijven en slippen en splitten, en subjecten in systemen. Gangen en vrouwen Vrouwen tegen architectuur Vrouwen tegen vuur, koud, staal, idiomen, aforismen, normen Vrouwen tegen nummers, gebouwen, binnen, buiten, kleur, vorm Vrouwen tegen taal En logische onmogelijkheden VENSTER Vrouwen, en de ikken, het ik, ik, ik en de het en ons. En de zij die eenzaamheid begrijpt als randvoorwaarde van openheid als niet hetzelfde zijnd als alleen zijn, of je eenzaam voelen. In onze levens, gemaakt van die lichamen en hun verhoudingen, is deze vorm van eenzaamheid gemaakt van beitel en kloof, van breekbaarheid en slip. Een vorm van eenzaamheid als randvoorwaarde voor openheid is niet hetzelfde als alleen zijn of je eenzaam voelen. Het is een vastberaden gebaar om het ik, ik, ik, het gebrokene, het externe van onze eigen tegenstrijdigheid te ontmoeten. En split. Het is een vastberaden gebaar dat wederzijds is, veranderlijke drievoudige helix van bewonen en losrukken, binnendringen, verbranden, en vanen bouwen. Te Ao. Ik zal niet bedeesd zijn, maar een reep stof. Een lichaam—wie plaatste mij hier? In deze scène, waarin ik mijzelf vind. Waar, ik, het ik dat ik ben, ook is, is, is, het jouwe is. Een stoten over dat veld van onderbreking en verlangen dat gemaakt is van onderbreking en verlangen.
30
1 Vishmidt, M (2010) ‘Proposing and Disposing’ in Ruth Buchanan: Lying Freely. Utrecht/ Maastricht, The Netherlands: Casco Office for Art, Design and Theory and Jan Van Eyck Academie 2 Vishmidt, M (2010) ‘Proposing and Disposing’ in Ruth Buchanan: Lying Freely. Utrecht/ Maastricht, The Netherlands: Casco Office for Art, Design and Theory and Jan Van Eyck Academie 3 Haraway, D. (1988). ‘Situated Knowledges: The Science Question in Feminism and the Privilege of Partial Perspective’ in Ruth Buchanan: Bad Visual Systems (2016/2018) [exhibition] Adam Art Gallery, Wellington and Auckland Art Gallery Toi o Tāmaki, Auckland, Aotearoa New Zealand 4. Sturm, J.C. (1996) On the building site of a new library in Dedications. Wellington, Aotearoa New Zealand: Steele Roberts Publishers 5 Acker, A. (1978) ‘The Persian Poems’ in Blood and Guts in High School. London, United Kingdom: Pan Books Ltd 6 White, I. (2010) Hinterhof [performance]. Kunsthaus Bregenz, Austria 7 Mansfield, K. (1929) The Aloe. Wellington, Aotearoa New Zealand: Port Nicholson Press Limited
31
Colofon Deze tentoonstellingsgids is verschenen ter gelegenheid van de solotentoonstelling Charlotte Posenenske. Lexicon van oneindige beweging, samengesteld door Suzanne Wallinga en Eloise Sweetman, met tevens nieuwe werken in opdracht van Ruth Buchanan en Yeb Wiersma. 18 mei – 15 september 2019, Kröller-Müller Museum, Otterlo. Redactie Kröller-Müller Museum Met bijdragen van Ruth Buchanan Eloise Sweetman, Suzanne Wallinga Yeb Wiersma Vertaling Gorin Translations Ontwerp Dongyoung Lee Drukkerij Raddraaier, Amsterdam Fotoverantwoording Courtesy van Burkhard Brunn, Estate of Charlotte Posenenske en galerie Mehdi Chouakri Uitgever © 2019 Kröller-Müller Museum, Otterlo www.krollermuller.nl Coördinatie Charlotte Posenenske. Lexicon van oneindige beweging Jip Hinten Museum en curatoren danken dr. Burkhard Brunn, Estate of Charlotte Posenenske (Frankfurt) en Galerie Mehdi Chouakri (Berlijn) voor de samenwerking. Eloise Sweetman en Suzanne Wallinga danken het Mondriaan Fonds voor de ondersteuning van het onderzoek naar Charlotte Posenenske’s invloed op hedendaagse kunstpraktijken, waarvan Charlotte Posenenske. Lexicon van oneindige beweging deel uitmaakt. Geen enkel deel van deze publicatie mag worden gereproduceerd en/of gepubliceerd door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Calling from the Periphery (2019), Yeb Wiersma Script en veldopnames Yeb Wiersma Soundscape Yeb Wiersma i.c.w. Lotte Geeven & Fenna Fiction Geluidstechniek en productie Job Worms Dank aan Jelena Petrovic, Yocarima Uribe, Maria Mayer Feng, Noël Mollinado, Joanie Griffin, Lily Lightbourn, Michael Downing, #Brooklyn Forever, Jeremiah Wright, Larry Wright, Michael Martinez, Julia Garcia, Jelena Popovic, Monica Maria Moreno, Elisa Grasso, Clover Jean, Clarice Lispektor, Michiel Ferier, Lotte Geeven en Charlotte Posenenske.
Split, Splits, Splitting (2019) Ruth Buchanan Co-productie gordijnen Mona Kuschel, Couturereal Vertaling essay Flora Valeska Woudstra Rondleiders Beveiligingsteam KröllerMüller Museum Aanvullende sponsoring Creative New Zealand Toi Aotearoa.
Dank aan David Bennewith & Sandra Kassenaar, Lina Grumm, Andreas Müller, Marina Vishmidt Split, Splits, Splitting 2019. Courtesy de kunstenaar en Hopkins Mossman, Wellington, Aotearoa Nieuw-Zeeland.