Op zoek naar ruimte voor de toekomst in Zonnemaire Verslag van mijn zoektocht vanuit het hart van Zonnemaire.
anne pastors
Beste inwoners van Zonnemaire, Van 16 tot 20 september 2013 heb ik een weekje doorgebracht in het hart van jullie dorp. Ik was letterlijk in het hart, in het Krot-of-kans-huis aan de I.M. Van der Bijlstraat, nr. 6. Dit in het kader van ‘Krot of kans’, een kans die mij werd geboden door het Centrum voor Beeldende Kunst Zeeland. En ook figuurlijk was ik in het hart van Zonnemaire, misschien zelfs wel in de ziel. De bedoeling van mijn verblijf - en de verblijven van anderen die nog gaan volgen - is met ideeën te komen voor de toekomst van Zonnemaire. Dat kan over het huis zelf gaan, over de omgeving en in mijn geval gaat het over jullie leven en samenleven. Waar ik naar op zoek ging was de vraag of er ruimte is voor de toekomst in Zonnemaire. Nu zit ik hier op vrijdagochtend de 20ste aan mijn laptop. Het is iets over zessen. Ik had me gisteravond al wel voorgenomen om de vrijdagochtend te gebruiken om een groot stuk van mijn verhaal hier te schrijven, nu ik me nog in het hart van Zonnemaire bevind. Dat dat zo vroeg al zou zijn, had ik gisteren niet voor ogen, maar het verhaal moet eruit. Ik was al een uurtje wakker en steeds kwam er een ingeving voor mijn verhaal. Ik had al vijf keer het licht aangedaan met het koordje boven mijn bed, opgeschreven wat ik bedacht had, het licht weer uit om toch nog even verder te slapen en dan kwam de volgende ingeving. Nu zit ik dus hier in mijn pyjama achter de computer en ga dadelijk jullie dorp wakker zien worden. Er reed net al iemand langs, dus ik ben niet de vroegste vogel vandaag. Ik ga verslag doen van mijn zoektocht naar ruimte voor jullie toekomst. Ons land is een beetje in mineur de laatste jaren. Dat is jammer want dat hoeft namelijk helemaal niet. Kijk eens naar wat we allemaal hebben, zou ik zeggen. Is het glas half vol of half leeg? Ik zie het als 80% vol, maar we hebben meer oog voor die 20%. Nou verraad ik al een beetje wat mijn conclusie gaat worden. Ik ga ‘em onderbouwen, met de ervaringen van mijn week bij jullie. Op zoek naar de kaas tussen de gaten.
Maandag Maandagochtend kwam ik hier om 11 uur aan. Ik moest de sleutel ophalen op nr 14, bij Rosalinde, een kunstenares die ook de blog op krotofkans.nl bijhoudt. De sleutelvrouw in dit project dus. Na een kop koffie kreeg ik de sleutel en was de eerste foto van mijn week een feit. Het huisje ligt echt in het hart van het dorp. Een A-locatie dus; al een kans op zich. Binnengekomen had ik meteen een goed gevoel bij het huisje. De inrichting was niet geheel mijn stijl maar het huis is van alle moderne gemakken voorzien. Een keuken met afwasteiltje. Een Senseo die zo hard trilt dat ik mijn kopje moet vasthouden anders gaat alles ernaast. Een magnetron van de eerste generatie (hij staat op het aanrecht, weegt 40 kilo, is zo groot als een tafelkoelkast en hij nam de plaats van het afdruiprekje in dat er niet was, maar een magnetron met een theedoek erop is ook een afdruiprekje). Een vleesvorkje om de fijne vleeswaren mee op de boterham te leggen. Een eiken met leren bankstel en dito eet-/werktafel. Een tv, groter dan ik thuis heb. Een muziekinstallatie die ook nog bandjes kan draaien. In de installatie trof ik een CD aan: Witte kerst in de Jordaan van tante Leen & Johnny Jordaan. Als iemand die CD kwijt is dan is-ie nu weer terecht en af te halen op nummer 6. Ik heb een stukje gedraaid maar was in een andere stemming. Het behang is gescheurd, de kozijnen en deuren zijn geschilderd door iemand die nog groeipotentieel heeft om dit talent verder te ontwikkelen. Er zitten gaten in de muren op allerlei fascinerende plekken. Ze zijn dichtgesmeerd met witte gatenvuller op lila behang. De gaten zaten wel op aparte plaatsen, zonder enig verband. Donderdagavond tijdens een etentje met mijn hoogst persoonlijke ereburgers van Zonnemaire - waarover straks meer, want ik ben pas bij maandag - kwam het tot de ontknoping van dit mysterie. Er hebben hier licht-criminele mensen gewoond en die - naast een paar andere minder
goede eigenschappen - de neiging hadden om te boren op de meest vreemde plekken en op de meest vreemde tijden. Er zijn zeker minder rustige nachten geweest dan ik deze week heb ervaren. Ik had vooraf het idee opgevat om in mijn seniorenwoning de eerste dag achter de geraniums door te brengen. Ik dus naar Zierikzee voor geraniums maar die missie slaagde niet. Inmiddels weet ik dat het daar niet het goede seizoen voor is. Daarom zijn het zonnebloemen geworden. Past ook wel bij de zon van Zonnemaire. Verder nog een paar posters gekocht bij Xenos en plakband, want gaten boren leek me niet gepast nu ze net allemaal zo mooi zijn dichtgesmeerd. Ik heb ook wat eten gekocht, want jullie hebben geen winkel in het dorp. Daarmee kom ik meteen bij één van de voor jullie herkenbare thema’s als het om de toekomst van jullie dorp gaat. Al mijn ereburgers meldden dat zo ongeveer als eerste als ik ze vroeg hoe het staat met het leven en samenleven in Zonnemaire. Mijn vervolgvraag was steeds of je alles zou gaan kopen in die winkel als er wel eentje was. Sommigen hadden zich dat nog nooit afgevraagd. Anderen wel en zij waren er eerlijk over dat je toch op de kleintjes let en dus naar een grote supermarkt gaat. Met deze contradictie is dit kleine kernen-probleem wel kernachtig samengevat. In de loop van deze gesprekken kwam ik er achter dat de winkel symbool staat voor de voorzieningen die de laatste jaren zijn verdwenen. Het is nu vrijdagochtend 6.50 uur. Er stopt een busje bij het dorpshuis. Is vast om het krantje De Wereldregio te bezorgen dat daar op vrijdag is af te halen. Ik ga er ook eentje halen om mee te nemen als herinnering aan deze week en om te zien wat er nog meer gebeurd is op het eiland. Terug naar maandag vanachter de zonnebloemen. Het huisje voelde snel ‘eigen’. Een prettige uitvalsbasis voor mijn zoektocht naar ruimte voor de toekomst in jullie dorp. Ik ging terug naar Rosalinde. Ik wilde met haar als eerste in gesprek. Ik had een opzetje gemaakt voor mijn gesprekken. Het gesprek met Rosalinde heb ik aan de hand daarvan gedaan en daarna ben ik het heel anders gaan doen. Me gewoon mee laten voeren op de natuurlijke loop van het gesprek. Daar ben ik heel blij mee. Structuur biedt houvast, maar dit is veel leuker. Dat inzicht neem ik als cadeautje mee terug na een weekje Zonnemaire! Rosalinde gaf aan dat zij ‘import’ was. Dat blijken jullie een belangrijk
kenmerk te vinden. Het is ook ongeveer het eerste wat iemand over zichzelf vertelt. Het is ook een soort scheidslijn in het dorp. Je hebt import en, tja, en wat eigenlijk? Export hoort bij import maar slaat in dit geval nergens op. ‘Echte’ Zonnemairders dan? Dat is het ook niet, want ook die import voelt zich echt inwoner van jullie dorp, heb ik gemerkt. Misschien is het een idee om als tegenhanger van import te kiezen voor het woord ‘streekproducten’. Mensen die het product zijn van deze streek. Maar grappig genoeg geldt dat ook al snel voor de import; hun gevoel van verbondenheid met de streek is vaak de reden om te kiezen om te gaan wonen in Zonnemaire. Daarmee is maar weer eens bewezen dat de overeenkomsten veel groter zijn dan de verschillen. Dat is een wijsheid die ik in mijn leven heb opgedaan en die mij al veel heeft gebracht. Het geldt voor mensen in het algemeen; alle mensen willen in wezen het zelfde: geliefd, verbonden en van nut zijn. Als het gaat om wonen in Zonnemaire, wil iedereen dat dat prettig is, dat spreekt voor zich. Prettig is volgens de mensen die ik gesproken heb, dat je jezelf kunt zijn, ook óp jezelf mag zijn en toch verbonden bent, met je omgeving, met je dorp, dat je trots bent ‘van hier’ te zijn. Die uitdrukking wordt vaak gebruikt voor wat ik net ‘streekproducten’ heb gedoopt, maar dat klopt natuurlijk niet: de import voelt zich ook al snel ‘van hier’. Dat gevoel schept een band, toch? Ik dwaal af, maar wel naar de kern, geloof ik. Terug naar Rosalinde. Import sinds 10 jaar. Zij kwam met twee hoopgevende toekomstbeelden: creatief en slim combineren van wat we hebben én ‘delen is het nieuwe bezit’. Op dat eerste punt kom ik straks terug. Op het tweede punt kwamen we omdat ik vertelde over het boek dat ik schrijf over de transformatie van de samenleving die gaande is. Ik vertelde wat over het hoofdstuk met de titel Overvloed. Denken in termen van overvloed, als positieve tegenhanger van het schaarste-denken dat ons meer op het lijf geschreven lijkt. Ik vertelde Rosalinde over het initiatief van Nils Roemen uit Nijmegen (daar kom ik ook vandaan); Durf te vragen. Dat is wat we verleerd zijn. We regelen het liever zelf dan iemand iets te vragen, toch? Terwijl heel veel mensen, waaronder u waarschijnlijk, heel graag geven. Die mogelijkheid onthoud je mensen door niet te vragen. Geven
geeft een goed gevoel. Als je vraagt, schieten mensen meestal meteen toe. Ik heb dat uitgetest in Zonnemaire op Miranda, waarover dadelijk meer. Ik had geen flessenopener en vroeg Miranda of ze er eentje overhad voor in het huisje. Uitkomst: precies zoals verwacht. Rosalinde gaf ook aan dat zij net een oude bank naar haar atelier had gedaan. Die zou veel leuker in mijn huisje hebben gepast. Hadden we dat maar geweten! Tja, zo werkt dat dus. Je moet het wel weten! Durf-te-vragen brengt via Twitter de vragen bij de vele antwoorden. Ik denk dat het hier ook wel zonder Twitter kan. Gewoon persoonlijk. Een beetje rondvragen als je iets nodig hebt. Het proberen waard. Ik mocht hond Ike van Rosalinde lenen. Haar ervaring was dat mensen met honden gemakkelijk contact met elkaar maken. Dat bleek helemaal niet nodig. Zonder hond lukte het in Zonnemaire ook. ’s Avonds zou er in het dorpshuis repetitie zijn van de slagwerkgroep van harmonie Nut & Ontspanning. Daar ben ik even naar gaan kijken om wat verenigingsleven te proeven. Ik wilde zelf vroeger ook bij de drumband dus dat raakte aan iets ouds. Ik heb me voorgesteld aan de drummers en had op die maandag het idee dat mijn project ‘Krot of kans’ nog niet erg bekend was. Dat werd in de loop van de week gelukkig anders. Ik begreep ook dat jullie Krot of kans niet echt een goede titel vonden. Krotten zijn er niet in Zonnemaire. Ik hoop wel dat jullie het project een kans geven. Het gaat jullie ook wat opleveren. Met name ideeën voor jullie prachtige dorp. Ik ging ook naar het dorpshuis omdat er nog geen wifi in het huisje is. Woningcorporatie Zeeuwland gaf aan dat dat nog wel meer dan een week kon duren. Wel wist mijn laptop te melden dat hij verbinding kon maken met de wifi van het dorpshuis, als ik daar maar een code voor had. Ik hoopte beheerder Miranda Danker te treffen. Ik kwam erachter dat de drumband zelf de sleutel van het dorpshuis heeft en er geen beheerder nodig is bij deze activiteit. Zo kan het dus ook: gewoon op basis van vertrouwen. Laat dat nu één van de sleutels zijn voor de transformatie van het sociale domein die ik in mijn boek beschrijf. Dat weten jullie dus al.
Thuisgekomen heb ik Miranda maar gebeld en gevraagd of ik van haar wifi gebruik mocht maken. Dat was geen enkel probleem. Ik vroeg meteen of ik met haar mocht praten voor mijn zoektocht naar ruimte voor de toekomst in Zonnemaire. Ik had op de website van het dorpshuis gezien dat zij een spil is in het dorp. We spraken af voor dinsdagmiddag. Dinsdag Na een heerlijk nacht slapen, ben ik dinsdagochtend aan mijn boek gaan schrijven. De transformatie van de samenleving bleek niet alleen het onderwerp van mijn boek, maar ook van de troonrede die op ‘mijn’ dinsdag in Zonnemaire werd voorgelezen. WillemAlexander vatte het kantelpunt waarop we ons bevinden samen met de kanteling van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Verzorgd worden door de staat of samenwerken aan de samenleving. In mijn boek noem ik dat ‘samenvoorzienend’. Dat is wat mij betreft een verbeterde versie van het woord ‘samenredzaam’ dat in dit verband vaak gebezigd wordt. Nu staan beide woorden niet in het woordenboek, dus daar hoef je de betekenis niet te gaan zoeken. Maar wel de woorden waar ze van zijn afgeleid: zelfredzaam en zelfvoorzienend. Het laatste betekent: in eigen behoefte voorziend. Het eerste: het vermogen om te leven zonder professionele hulpverlening. Zetten we dan weer het woord ‘samen’ in de plaats van ‘zelf’, dan gaat het bij samenredzaamheid in lijn van het woordenboek dus om samen redzaam zijn zonder professionele hulp. Bij samenvoorzienend gaat het om samen in een behoefte voorzien. Dat kan dus ook met professionele hulp erbij. Ik hoor vaak dat de burgers van Nederland, en dat zal voor jullie niet anders zijn, niet van plan zijn om de billen van de buurman te gaan wassen. Die karikatuur vervuilt het gesprek nogal. Waar het om gaat is dat het toch niet zo heel veel moeite is om iets voor medeburgers te doen, maar sommige handelingen maken de relatie wat ingewikkeld. Als we daar professionals voor in kunnen zetten, komen we er samenvoorzienend wel uit. Dat is mijn oproep en ook mijn overtuiging voor de toekomst. Dinsdagochtend was overigens het laatste moment dat ik nog gewerkt heb aan mijn boek, daarna werd ik volledig in beslag genomen door mijn zoektocht in Zonnemaire. Ik klaag niet hoor. Meestal is een kleine onderbreking ook goed om weer fris verder te
gaan. Bovendien hebben mijn boek en mijn zoektocht in Zonnemaire alles met elkaar te maken. Voor mij een weet, jullie moeten even wachten tot het af is. Zo’n boek dwing je niet af. Als het zo doorgaat, dan schat ik dat het begin 2014 af is. Toen dinsdagochtend de school tegenover mijn stulpje uitging, zag ik moeders naar mijn huisje kijken. Ik ben naar buiten gegaan en heb voor het eerst van mijn leven bij het schoolhek tussen de moeders gestaan. Van vriendinnen met kinderen had ik gehoord dat dat een mooie ontmoetingsplek is en een informatiebron. Die kon ik goed gebruiken voor mijn onderzoek. De school heeft sowieso een belangrijke functie in het dorp. Zelfs een cruciale; als die school weggaat, stort het dorpsleven in, zo denken sommigen van jullie. De school heeft een kleine 40 leerlingen verdeeld over drie groepen: 1-2 en 3-4 en (volgens de website) groep 5-6-7-8. Uit welingelichte bronnen weet ik dat er geen groep 7-8 is. Wat ik hoorde hierover was dat er zo’n 7, 8 jaar geleden een strenggelovige directrice was die mensen heeft doen besluiten hun kinderen naar een andere school te brengen. En als je geen aanwas hebt, heb je 7 à 8 jaar later geen groep 7-8. Maandag al sprak ik op straat een moeder die haar kinderen sowieso al naar de school in Dreischor had gebracht. Dat doen meer ouders, om allerlei redenen, begreep ik. Met alle respect voor ieders redenen, is het wel jammer dat er een punt kan komen waarop de school onder het bestaansminimum zakt. Dan is er ook geen schoolhek meer als ontmoetingsplek, dan wordt sinterklaas een ander feest, enz. Dat overleeft Zonnemaire wel, maar toch; het wordt anders. Hoewel: jullie hebben veerkracht om met veranderingen mee te bewegen. Dat hebben jullie allang bewezen met eerder verdwenen voorzieningen. Overigens is iedereen lovend over de huidige directrice en haar team. Het overwegen waard om de kinderen weer in het dorp naar school te doen. Toen ik de moeders aan het hek vroeg hoe het leven en het samenleven is in Zonnemaire, was er een moeder die meteen naar het plekje wees waar eigenlijk een boom had moeten staan. Dat zou de gemeente regelen! En het onkruid tierde ook welig in Zonnemaire. Grappig was dat nog
geen 10 minuten later haar gebeden verhoord werden. Nou vooruit, er is nog geen boom, maar ‘mijn voortuin’ werd wel grondig gewied. Tijdens de troonrede kwam Miranda binnen, met Gidy, haar dochter van 15. Dat was niet alleen leuk, maar ook goed om een jongere te spreken voor mijn onderzoek. Wel meteen een heel bijzondere jongere die midden in de samenleving staat met het hart wijd open. Dat heeft ze vast van haar moeder. Daar heeft ze trouwens wel meer van: Miranda heeft veel verteld over hoe zij beheerder werd van het dorpshuis, over het leven in Zonnemaire en over hoe ze in het leven staat: zielsbetrokken! Veel ouderen moeten op enig moment weg uit Zonnemaire, gaf Miranda aan. Zware zorg naar hier brengen, is kennelijk lastig. Toch zou ik daar vanuit de gedachte van samenvoorzienendheid nog wel eens een boompje over op willen zetten. Daar moet ik dan voor terugkomen, want dat gaat nu te diep. Het vertrek van ouderen is wel een signaal, of een verhaal? Misschien kunnen we ook een ander verhaal aan elkaar vertellen en kijken wat er dan mogelijk is. Miranda vertelde dat de harmonie een bijzondere plek inneemt in de samenleving. Er zit dus muziek in Zonnemaire. De harmonie is relatief groot voor zo’n klein dorp, en goed én oud: binnenkort bestaat ze 140 jaar. Miranda maakt foto’s, beter dan ik, dat blijkt wel. Ze zijn te bekijken op www.fotozonnemaire.nl. Ze heeft er ook een paar van mij gemaakt. Ik kom best aardig uit de verf, toch? Voor de jeugd is er weinig in Zonnemaire, wist Gidy te vertellen. Ze hangen wel eens bij de boom in mijn voortuin (en maken dan ook gebruik van die beroemde wifi van het dorpshuis….) maar verder is er niet veel. De jeugd is wel wat veranderd: ze zijn mondiger, soms op het brutale
af en best verwend en dus niet snel blij met kleine dingen, zoals het sinterklaascadeautje in het dorp. Best jammer. Vanaf 2017 is het voortbestaan van het dorpshuis onzeker. Wisten jullie dat? Zeeuwland is er nog niet uit. Hier zap ik dan meteen even door naar een gesprek dat ik woensdag had met Anton van der Velde, ondernemer en voorzitter van de dorpsraad. Hij gaf aan dat in de loop van de afgelopen tientallen jaren mensen allerlei voorzieningen ‘gekregen’ hebben van de overheid. Als je daar wat in terugschroeft, wordt het als verlies gezien, zonder ooit eerder het gevoel van “(aan)winst” te hebben gehad. Er is veel vanzelfsprekend geworden en dan is de huidige situatie, waarin een en ander op de tocht staat, een groot verlies. Herkent u dat? Toch kun je ook anders denken. Dat dorpshuis staat er al en kan nog wel even mee als je het een beetje onderhoudt. Als jullie nu allemaal een aandeel nemen, in geld of in inzet, dan blijft het dorpshuis ‘samenvoorzienend’ bestaan. Als de aandelen worden uitgegeven, mag je mij best benaderen. Ik wil wel wat investeren in de toekomst van jullie prettige dorp. Terug nog even naar Miranda en Gidy. Ik vroeg de meiden wie ik nog meer zou kunnen benaderen voor een gesprek. Mevrouw Fokker, annex het kaboutervrouwtje, moest ik echt ontmoeten. Dat zou ik woensdag gaan doen. Dinsdagmiddag liep ik door het dorp. Ik kwam een vrouw tegen die met haar auto langs de kant van de weg stond en een sigaret rookte. Ik vroeg haar of ze niet mocht roken in de auto. Dat was zo, maar ze stond ook een gesprek voor te bereiden waarnaar ze op weg was. Ze was niet ‘van hier’, maar wel van het eiland, dus toch weer een streekproduct. Ze gaf volksdansles. Daar draagt de gemeente steeds minder aan bij. Ik vroeg haar of dat nu zo erg was. Konden mensen dat niet zelf betalen? Dat kon best en dat kost echt de kop niet. Bovendien doe je dat omdat je het leuk vindt, als hobby. De meeste van haar deelnemers konden het best betalen, maar ook hier weer: het wordt ervaren als een teruggang en dat doet even ‘au’. Maar het went, echt! We hadden een gloedvol gesprek over anders denken, positiever, tel je zegeningen, dat zijn er veel. We praten ons in de put, zei ik, waarop ze zei: in de put? Welke put? Ze reed vervolgens vrolijk toeterend weg naar haar gesprek. Dat is vast helemaal goed gekomen.
Woensdag Woensdagochtend belde ik aan bij mevrouw Fokker. Ik hoorde veel geblaf op de achtergrond. Vervolgens zag ik een kwieke verschijning dichterbij komen achter de voordeur. Een vrouw van anderhalve meter, schat ik, met een groene schort om. Zelfgeborduurd, hoorde ik later. Ik kreeg een Man bijt hond-gevoel toen ik me voorstelde en vroeg of ik even binnen mocht komen. Dat mocht en dat is een goed teken, kwam ik later achter, want de man die haar personenalarmering van een nieuw batterijtje kwam voorzien, kwam niet zo makkelijk binnen. Die heeft moeten bewijzen wie hij was en dat hij ‘goed volk’ was. Misschien kwam ik ook wel makkelijk binnen omdat ze bezoek had van haar buurvrouw Ottolien met twee van haar honden. Ottolien komt iedere woensdagochtend koffie drinken bij ‘buurvrouw’, zoals Ottolien mevrouw Fokker consequent bleef noemen. Ik kreeg koffie en dat betekende dat Ottolien een kop minder kreeg, zei mevrouw Fokker. Delen hè, daar hadden we het al eerder over. Mevrouw Fokker vertelde veel, aangemoedigd door vragen van mij en ook van Ottolien. De oorlog kwam even langs en de watersnood. Zonnemaire heeft niet onder water gestaan, maar wel Brouwershaven waar mevrouw Fokker toen woonde. Ze woont sinds 1968 hier en is dus ook import en zeker ook een prachtig streekproduct. Mevrouw Fokker is 85 en heeft drie kinderen, flink wat kleinkinderen en sinds dit jaar ook twee achterkleinkinderen. Hoewel een enorm steunend netwerk, zijn de dagen toch vaak lang. Ze is blij als het half 10 is ‘s avonds. Dan komt de dag ten einde. Rosalinde had maandag aangegeven de week van de gasten in het krot-of-kans-huis steeds af te willen sluiten met een etentje voor de gast en liefst ook een aantal mensen uit het dorp. Ik heb mevrouw Fokker en Ottolien uitgenodigd voor dit etentje. Ottolien en haar man hebben een groot aardappelbedrijf en ze stelde voor friet te bakken.
Niet toevallig is dat al sinds ik me kan herinneren mijn lievelingseten, naast zuurkool. Ik heb een doosje aardappels meegekregen van Ottolien die perfect zijn voor de zuurkool en eigenlijk minder perfect voor de friet, maar daar heb ik niks van gemerkt. Woensdagavond ben ik uit gaan eten in In de gele hoed. Daar maakte ik kennis met Ingrid. Zij wist me te vertellen dat in mijn huisje eerder meneer Deurloo heeft gewoond. Een stroper en een beetje een eigenheimer, om maar even in de piepers te blijven. Deurloo kwam vaak een Ouzootje drinken bij Ingrid. Ik vond het wel passen om me daar bij aan te sluiten. Ik heb een Ouzootje gedronken op de geschiedenis en deze bewoner van het huisje. Vervolgens heb ik kennis gemaakt met Tapijtschelpen. Nooit van gehoord, maar heel erg lekker. En ik heb kennis gemaakt met Dominique Deguelle, die vanuit Limburg komende, zijn hart verpand heeft aan Zonnemaire. Hij bood me een goed glas wijn aan dat uit Nijmegen bleek te komen; althans geïmporteerd via een wijnhandel in Nijmegen. Weer heel apart dat je naar Zonnemaire komt om een glas wijn uit Nijmegen te drinken. Donderdag Alweer donderdag in mijn verhaal over de week. Als ik dit schrijf is het vrijdagochtend, inmiddels 9 uur. De school is begonnen en het dorp is weer rustig, hoewel jullie af en aan rijden om een krantje mee te pakken bij het dorpshuis. Ik heb een kopje koffie ‘getrild’. Terug naar donderdagochtend. Daar heb ik mijn grenzen het meest verlegd. Donderdagochtend geeft Elly Geelhoed (‘niet van hier’) les in Pilates gecombineerd met Bodymove in de gymzaal van Zonnemaire. Dat lijkt een van de best bewaarde geheimen van Zonnemaire. Ik ging erheen met buurvrouw Rosalinde die nog veel meer grenzen moest verleggen want het begint om 9 uur. Dan heb je als ochtendmens een voorsprong. Ik had Elly van te voren gebeld om te vragen of het goed was dat ik mee kwam doen. Dat was helemaal goed. Daar aangekomen troffen we een vrolijke groep vrouwen aan die er veel zin in hadden. Wij werden verwelkomd als nieuwe leden. Voor mij is het wat ver om iedere donderdag vanuit Nijmegen om 9 uur
hier te zijn, maar Rosalinde ‘neemt structurele deelname ernstig in overweging’. Ik heb aan Elly gevraagd of het goed was dat ik al mijn navolgende huisbewoners ook op het spoor van haar activiteit zet. Dat vond ze goed, dus bewoners…..doen! Misschien moet je dan nu even niet verder lezen want ik ga nu mijn gevoelige ervaringen delen. Pilates had het heftig voorzien op mijn buikspieren. Nu train ik die regelmatig dus ze hielden zich vrij goed onder deze uitdaging. Ik zit ook regelmatig op de roeimachine en doe wel vaker oefeningen, maar toch leer je dan altijd weer spieren kennen waarvan je niet wist dat je ze had. Het zit nu in mijn bovenarmen. Veel meer dan typen en de muis bedienen, zal het vandaag niet worden. Pilates ging nog wel, maar daarna was het de tijd voor Bodymove. Stevig bewegen op muziek. Ik heb een jaar of wat aan stijldansen gedaan en weet van mezelf dat ik dat multitasken met mijn ledematen lastig vind. Gelukkig zei Elly dat de dames het net zo lastig vinden en het met oefenen onder de knie hebben gekregen. Iedereen was zo druk met haar eigen lijf bezig dat mijn gestuntel niet echt opviel (toch?). Aan het eind van de les, heb ik wat foto’s gemaakt en mijn ware identiteit uit de doeken gedaan. Frappant is dat geen van de vrouwen uit Zonnemaire komt maar ze reageerden allemaal heel spontaan: Zonnemaire is het leukste dorp van het eiland, met de Koninginnenacht als beste bewijs. Koningsnacht, nu dus trouwens. We dronken koffie in de kleedkamer. De vrouwen brengen dat bij toerbeurt zelf mee en serveren het in plastic bekers met een koekje erbij. Een oproep aan jullie allen, vrouwen én mannen, dit is een leuke, gezonde en gezellige voorziening die jullie dorp toch maar mooi heeft. Eerst even kijken of het wat voor je is, mag ook. En je kunt altijd nog mee gaan als introducé van een van de Krot of kansbewoners. Het schept in ieder geval een band, ook de volgende dagen nog want gedeelde smart is halve smart. Donderdagmiddag had ik een afspraak met Maura die ik op het schoolplein had ontmoet dinsdag. Zo zag ik een leuk dijkhuisje van
binnen. Maura wil verhuizen naar Zierikzee, vooral vanwege de kinderen die daar wat meer mogelijkheden hebben. Ook zij begon over ‘import’. Aan Maura vroeg ik of ze het erg zou vinden om wat meer voor anderen te doen, zoals de overheid van ons vraagt. Ze komt uit een familie waarin dat heel gewoon is. Bovendien werkt ze in de zorg, wat vaak wel iets zegt over de mate van zorgzaamheid. Geen punt dus. Alleen tijd, dat is wel een punt, maar toch ook weer geen reden om niet te helpen. Daarna was het tijd om het eten voor te gaan bereiden voor het afsluitende dinertje bij Rosalinde. Ik had woensdag al boodschappen gedaan. Onder andere bij vleesboerderij Boot. De eigenaar daarvan woont ook in ‘mijn’ straat. Ik had bedacht om Zuurvlees (zoervleis) te maken. Dat eten ze in Limburg bij de friet. Dat past dus mooi bij de bijdrage aan de maaltijd die Ottolien had aangeboden. Ik had gisteren André aan de telefoon van het Centrum Beeldende Kunst, de organisatie achter Krot of kans en hij gaf aan recepten te willen verzamelen waar de huisje-bewoners blij van worden. Zuurvlees is mijn bijdrage. Wel even de tijd voor nemen: 24 uur in de marinade en minstens 2,5 uur stoven. Daar hoef je niet bij te blijven dus kun je in de tussentijd iets leuks voor jezelf gaan doen, iemand bezoeken of zo. De avond brak aan en daar kwamen mevrouw Fokker en Ottolien aan. Ook buurvrouw Ingrid was uitgenodigd. Het was een bijzondere avond. We hebben stukjes uit onze levens gedeeld en mijn verhalen die ik deze week heb opgedaan in jullie dorp. Daar kwamen nog wat aanvullingen op, wat details, soms smeuïge. Die heb ik maar niet allemaal verwerkt in deze brief aan jullie. Het belangrijkste is: we hebben veel gelachen.
Ottolien vroeg om kwart over 9 aan mevrouw Fokker of ze zo weer eens meeging. Geen sprake van! De stoelen thuis praten niet terug. Ze bleef nog even. Een topavond. Rosalinde gaat het vaker doen. De makkelijkste manier om erbij te kunnen zijn, is in gesprek gaan met een Krot-of-kans-bewoner of met Rosalinde. Dit is ze trouwens, met Ike.
Tot slot Is er ruimte voor de toekomst in Zonnemaire? Het dorp heeft in ieder geval veel in huis. Voor wat betreft het wonen in Zonnemaire ervaren jullie een prettige balans tussen (op) jezelf zijn en in verbinding staan met andere Zonnemairders. Voor die verbinding zijn ontmoetingsplekken belangrijk, zo werd me duidelijk. Die zijn er best veel: het schoolhek, het dorpshuis, aardig wat horeca, het voetbalveld, speelplekken, onder de boom in ‘mijn’ voortuin, de groentekar die op vrijdag komt, de bibliobus (tevens pin beschikbaar en postzegels te verkrijgen), bij de Pilatestraining op donderdagochtend in de gymzaal, bij de harmonie en je kunt ook gewoon bij mensen aanbellen, zo heb ik deze week ervaren. Wat jullie missen, en wat door velen ook als ontmoetingsplek werd genoemd, is een winkel. Als je echt een winkel in het dorp terug wilt, zijn er wel mogelijkheden als je het bestaande idee van een winkel los kunt laten. Als je kiest voor beperktere openstelling dan de Albert Hein in Zierikzee en als je voor een andere personele bezetting kiest, is een winkel mogelijk. Er zijn in het land buurtsupers succesvol waarin mensen die minder kansen hebben op de arbeidsmarkt, werkzaam zijn. Vaak in combinatie met een paar vrijwilligers. De buurtsuper in Sterksel is daar een beroemd voorbeeld van. Belangrijke randvoorwaarde is dat jullie er dan wel een flink deel van je boodschappen moeten gaan doen. Een ander voorbeeld van hoe het zou kunnen, was in mijn week in Zonnemaire op televisie bij het programma De vijfde dag. De uitzending ging op zoek naar voorbeelden van de participatiesamenleving en stuitte op een pas ontslagen man die
voor zichzelf was begonnen met een SRV-wagen. Het zag ‘grijs’ van de klanten in zijn wagen, die ook typisch als ontmoetingsplaats fungeerde. Voor deze beide voorbeelden zijn mensen nodig die er de schouders onder willen zetten. Gemakkelijker te realiseren zijn de volgende mogelijkheden om aan levensmiddelen te komen. Als je niet zelf een auto hebt, is er Albert (de webwinkel van AH) en jullie hebben 1,2 auto per huishouden, dus voldoende basismateriaal om een lift te kunnen krijgen van iemand die toch naar de supermarkt rijdt. Maar ja, dat moet je dan wel vragen. Daar zit de grootste bottleneck. Nu is het een feit dat mensen best wat voor elkaar willen doen. Er is zelfs sprake van een altruïsmeoverschot, dus een overschot aan goed willen zijn voor elkaar. Maar er is ook sprake van ‘vraagverlegenheid’; mensen durven niet gemakkelijk te vragen. Ik betrapte mezelf daar ook nog op tijdens mijn verblijf in jullie dorp. Ik had peperkoek nodig voor het diner bij Rosalinde om het Zuurvlees te binden. Ik dacht nog: zal ik even bij Ottolien aanbellen om te vragen of ze vier plakjes peperkoek voor me heeft? Dat deed ik niet, om diezelfde reden waarom veel mensen dat niet doen. Ik reed dus naar Brouwershaven en zie daar op de parkeerplaats de dochter van Ottolien staan die ook net was aangekomen om bij de Spar boodschappen te gaan doen. Zij had vast wel een peperkoek voor me mee willen brengen…stom hè? Je hoeft geen ondernemer te zijn om te zien dat er ‘marktwerking’ mogelijk is tussen het altruïsmeoverschot en de vraagverlegenheid. Het begint met Durf-te-vragen. Daar ging het al eerder over. Er zijn meer websites die hier op inspelen, bijvoorbeeld zorgvoorelkaar.com, wehelpen.nl en nederlandcares.nl. Het ging al eerder over denken in overvloed. Dat vergt enige oefening, want onze standaardbril is beter in het zien van schaarste. Ik beveel van harte aan het toch eens een paar weken te proberen, dat kijken door die bril van overvloed. Het went snel en al snel wil je niet anders meer. Als je dan ook nog creatief en slim combineert met al die overvloed - waar Rosalinde het over had in het gesprek dat ik maandag met haar had - dan ontstaan er oneindig veel mogelijkheden en al die mogelijkheden dragen bij aan het gevoel van verbinding. Dat krijg je er gratis bij.
Als eindpunt voor mijn verhaal én als begin voor de toekomst citeer ik jullie gemeente uit de visie voor 2040, getiteld Tij van de toekomst. Het voorwoord zegt: De toekomst van ons eiland gebeurt niet zomaar, die moeten we maken. Gewoon dóen! Of het Krot is of Kans, zal jullie duidelijk zijn. Zoals de vrouw bij de auto dinsdag zei op mijn opmerking dat je je in de put kunt praten: “Put? Welke put?”. In die lijn zeg ik nu: Krot, ik zie geen krot! Blijft dus kans over! Ik ga afsluiten. Dank dat ik met jullie ‘mee mocht leven’. Ik burgerde gemakkelijk in. Ik pas wel bij het ‘op jezelf en samen-gevoel’. Ik had achter de geranium-zonnebloemen kunnen blijven zitten; dat had ik wel het gemakkelijkst gevonden. Gelukkig heb ik mijn grenzen verlegd en ben naar buiten gestapt. Dat heeft mij veel gebracht. Vooral verbinding met prachtige mensen. Mensen die van zichzelf zeggen dat ze niet opvallen. Daar val ik dan weer op. Zonnemaire, wees er zuinig op! Dat kunnen Zeeuwen wel, toch? Ik wens jullie een mooie toekomst en daar heb ik alle vertrouwen in. Met hartelijke groeten uit Zonnemaire
Anne Pastors
www.annepastors.nl
KROTofKANS-reeks nummer 27 ©2013
ISBN: ISBN/EAN: 978-90-6354-177-4 Omslagfoto:
ANITA PANTUS Vormgeving:
Martien Luteijn www.krotofkans.nl