2022-2023 - Spelrubriek Kompas 3 - Week tegen Pesten

Activiteiten die ervoor zorgen dat iedereen zichzelf kan zijn

Week tegen Pesten

Binnenkort is het weer zover. De Week tegen Pesten vindt plaats van 10 tot en met 17 februari. We geven je graag inspiratie en voorbeelden van spelletjes om zaken bespreekbaar te maken en je groep (nog) hechter te maken.

-12-spellen

Memory-estafette: Goed in je vel?!

Leeftijdsgroep -12

Aantal spelers 10 tot 30

Aantal begeleiders 2

Soort spel pleinspel

Terrein buiten

Duur 30 min

Voorbereidingstijd 10 minuten

Energie **

Moeilijkheidsgraad *

Winnaar Het team dat als eerste alle duo’s vindt of dat de meeste duo’s vindt voor de tijd om is.

Materiaal Kegels of pionnen

Memorykaartjes, zie bijlage (p. 25)

draait de speler twee kaartjes om. Als de kaartjes hetzelfde zijn, neemt de speler ze mee naar het team. Als de kaartjes verschillend zijn, draait de speler ze weer om en keert met lege handen terug naar het team. Zodra een speler terug is bij het team, mag de volgende vertrekken. Zo blijf je verder spelen tot alle duo’s gevonden zijn in het memory-vak of tot de tijd om is. Let erop dat de spelers de kaartjes steeds op dezelfde plek leggen, anders maken ze het hun eigen teamgenoten heel lastig om te onthouden waar welk kaartje ligt.

Kies voor de jongsten enkel de kaartjes met ofwel de positieve ofwel de negatieve personages; voor de iets oudere leden kan je alle kaartjes gebruiken.

Eventueel ander spelmateriaal voor mogelijke variaties tijdens de estafette

Spelverloop Vorm twee of meerdere teams, afhankelijk van de grootte van de groep. Zet per team een kegel op de startplaats en een kegel op comfortabele loopafstand. Na het startsignaal rent de eerste speler via het keerpunt naar het vak met kaartjes. Daar

Variant Laat de deelnemers in plaats van twee dezelfde kaartjes, zowel een positief als bijhorend negatief personage omdraaien.

Dit spel vormt finaal de methodiek om samen met je leden een gesprek aan te gaan over gevoelens en de groepssfeer. Na het spel kan je zelf de personages op de memorykaartjes kort toelichten of kan je aan de leden vragen om even te duiden wat ze precies op het kaartje zien.

Mogelijke vragen:

• Wat zie je op de afbeeldingen?

• Wat is het verschil tussen beide afbeeldingen (positieve en negatieve)?

• Welke situatie heb jij al eens meegemaakt of is herkenbaar voor jou?

• Welke situatie heb je al zien gebeuren in jouw KSA-groep?

• Wat zou jij doen om de situatie te veranderen?

Variant Je kan het spel wat uitdagender maken door hindernissen toe te voegen aan je estafetteloop.

Kleine teambuildingspelen

Leeftijdsgroep 6-12

Aantal spelers 20 tot 40

Aantal begeleiders 5

Soort spel teambuilding

Terrein buiten

Duur 2 uur

Voorbereidingstijd 1 uur

Energie **

Moeilijkheidsgraad ***

Materiaal

Stoelen

Touw (vier meter)

Blinddoek per speler

Bal

Spelverloop Groepsbevorderende spelen zijn altijd leuk en hebben meestal een positief effect op de groep. Voor de volgende kleine spelletjes zijn er afwisselend één en twee teams nodig. Vul gerust aan met kleine spelletjes die je zelf nog kent. Stel een doel op voor de groep, bv.: Jullie moeten er proberen in te slagen om 10 opdrachten succesvol als groep te voltooien.

Enkele ideetjes voor kleine teambuildingspelletjes:

Spel 1: Stoelwissel

Zet twee rijen met stoelen klaar, maar zorg ervoor dat er heel wat minder stoelen dan deelnemers zijn. Verdeel nu je groep in twee. Ieder deelgroepje gaat rechtop staan op een rij stoelen. De bedoeling van het spel kan je afleiden uit de naam. Beide deelgroepjes proberen van stoelenrij te wisselen. De grond mag daarbij niet geraakt worden en de stoelen worden niet verplaatst. Hoewel je groep dus verdeeld is in twee, zal samenwerking zeker nodig zijn om de opdracht te doen slagen. Zie je dat het te vlot gaat, haal dan gerust een stoel per rij weg.

Spel 2: Levende knoop

Iedereen staat in een cirkel en steekt de rechterhand uit. Nu neemt iedereen een willekeurige hand vast, behalve die van de buur. Doe hetzelfde met de linkerhanden. Kan je een cirkel vormen zonder de handen los te laten? Het is mogelijk dat het resultaat meerdere cirkels bevat, dat is normaal.

Variant: Een persoon buiten de cirkel wordt gevraagd om de knoop te ontwarren.

Spel 3: Geblinddoekt vierkant maken

Iedereen houdt geblinddoekt een touw vast. Het is de bedoeling om geblinddoekt een vierkant te vormen met heel de groep, en dat zo snel mogelijk. Wanneer de groep denkt dat het vierkant gevormd is, mogen ze de blinddoek afnemen en hun eigen resultaat aanschouwen.

Spel 4: Valspel

Iedereen staat in een kring met het gezicht naar buiten en krijgt een nummer. Nu zegt de spelleider willekeurig een nummer. Die persoon laat zich stokstijf achterover vallen. De andere spelers moeten de persoon opvangen of tegenhouden. Zo gaat het verder tot iedereen aan de buurt geweest is.

Spel 5: Krik krak

Alle spelers buiten één persoon liggen naast elkaar op de buik. De tweede, vierde, zesde … speler zet zich op handen en knieën. De speler die niet in de rij ligt, moet nu proberen erdoorheen te kruipen. Lukt dat, dan legt die zich er achteraan bij en mag de voorste speler erdoorheen kruipen. Opgelet! Wanneer de spelleider “Krik krak” roept, wisselen alle kinderen van positie. De kinderen op de buik zetten zich op handen en knieën en omgekeerd.

Spel 6: Levende petanque

Plaats een bal aan één kant van je grasveld en de groep aan de andere kant. De spelers lopen om ter beurt naar de bal, maar zodra een speler start met lopen, roept die “Aaah.” Wanneer een speler stopt met roepen, stopt die ook met lopen. De tweede speler vertrekt en die kan de eerste meenemen, zodat ze allebei zo dicht mogelijk tegen de bal staan. Wanneer de tweede stopt met roepen, blijft ook die staan en vertrekt de derde en zo verder. Gaat het te vlot, dan kan je de bal verder weg leggen.

Over de streep

Leeftijdsgroep -12

Aantal spelers 5-20

Aantal begeleiders 2 Soort spel teambuilding

Terrein lokaal

Duur 2 uur

Voorbereidingstijd 10 minuten Energie * Moeilijkheidsgraad ***

Materiaal

Vragenlijst aangepast aan de leeftijdsgroep

Tape of krijt om ‘de streep’ visueel te maken.

Spelverloop Met ‘Over de streep’ kan je jouw leden een beter zicht doen krijgen op wie de anderen zijn. Vragen die anders niet gesteld worden, komen naar boven en leden zien dat zij in veel gevallen niet de enige zijn die met bepaalde gevoelens of gedragingen worstelen.

Spelvoorbereiding Zet alle tafels en stoelen aan de kant zodat er voldoende loopruimte ontstaat. Zet vervolgens met tape of met krijt een lijn op de grond. Als je met een grote groep bent, kan je er een vierkant van maken. Zorg dat iedereen voldoende ruimte heeft om gemakkelijk over de streep te stappen. Als je je langs anderen moet worstelen om over de streep te geraken, vergroot dit de drempel.

Speluitleg De leden en leiding staan allemaal aan dezelfde kant op ongeveer een meter afstand van de lijn. Eén leider stelt enkele vragen. Als de gestelde vraag op één van de deelnemende leden of leiding van toepassing is, loopt die over de streep. De anderen tonen dat ze respect hebben voor de personen die over de streep gaan. Dat doen ze bijvoorbeeld door een duim of een hand in de lucht te steken. Daarna gaat iedereen weer aan dezelfde kant bij elkaar staan.

Afspraken Maak enkele afspraken met elkaar die ervoor zorgen dat het spel vlot en aangenaam verloopt voor iedereen. Zo mag er bijvoorbeeld niet gepraat worden tijdens de vraag, volgt iedereen hun eigen gevoel bij het beantwoorden van de vragen en lacht

niemand iemand anders uit. Als iemand niet wil antwoorden, is dat oké. Alles wat tijdens dit spel gebeurt, blijft ook onder de deelnemers.

Verloop van het spel Dit spel komt alleen tot zijn recht als de leiding een sfeer van emotionele veiligheid kan creëren onder de leden. De leiding neemt een open houding aan en neemt zelf ook deel aan het spel. Zo wordt de afstand tot de leden verkleind en is de drempel lager om zelf over de streep te stappen. Tijdens de werkvorm ‘Over de streep’ is het van belang dat de oefening in stilte wordt uitgevoerd. Zo voorkom je dat de deelnemer die over de streep loopt het idee krijgt dat er over die deelnemer gepraat wordt. Daarnaast is het ook belangrijk om in het begin mee te geven dat niemand verplicht is om over de streep te stappen. Is de stelling op jou van toepassing, maar voel je je er niet goed bij om dit te uiten in de groep, dan blijf je ook gewoon staan. De vragen zullen gaan over persoonlijke bevindingen, ervaringen, uitdagingen en de verbinding met anderen. Door het grote aantal vragen is het handig om vooraf wat vragen die zeker gesteld moeten worden, aan te vinken. Elke vraag begint met: “Loop over de streep als …” Begin met minder persoonlijke vragen, zodat de groep gewoon raakt aan het principe. Later kan je meer persoonlijke vragen stellen, maar wissel nog steeds af met luchtigere vragen.

Speleinde Aan het eind van ’Over de streep’ kan  je alle deelnemers een compliment voor elkaar laten schrijven. Deel pennen uit en plak op ieders rug een A4-papier. Iedereen mag nu rondwandelen en willekeurig complimentjes schrijven. Pas aan het einde van het spel kan je zien wat de anderen op jouw rug geschreven hebben. Uit ervaring blijkt dat die papieren nog lang bijgehouden worden.

Nabespreking Voorzie voldoende tijd voor een nabespreking. Ook als er niet heel erg persoonlijke vragen gesteld worden, kan dit spel een grote impact hebben op de groep. Sommige leden willen misschien hun hart luchten. Wees je daar als leiding bewust van en zorg voor tijd en ruimte om het daar-

over te hebben. Opgelet: het is niet de bedoeling dat er dan over specifieke stellingen en wie er wel of niet over de streep stapte gesproken wordt, maar wel over de ervaring van het spel. Enkele vragen die je in de nabespreking kan gebruiken zijn:

• Wat is je opgevallen?

• Waar ben je verbaasd over?

• Hoe voelt het als je tot de minderheid behoort?

• Wil je er nog iets meer over vertellen?

Vragen voor -9: Loop over de streep …

• Als je thuis de jongste bent.

• Als je thuis de oudste bent.

• Als je geen broertjes en zusjes hebt.

• Als je zin hebt in vandaag.

• Als blauw je lievelingskleur is.

• Als je broers en zussen hebt bij KSA.

• Als je een instrument bespeelt.

• Als je aan sport doet.

• Als je witte chocola lekkerder vindt dan melkchocola.

• Als je slaapt met het licht aan.

• Als je vissen hebt als huisdier.

• Als je per ongeluk wel eens een scheetje liet dat anderen konden horen.

• Als je nog twee oma's en twee opa’s hebt.

• Als je gisteren niet goed kon slapen.

• Als je houdt van rekenen.

• Als je niet graag naar school gaat.

• Als je alle namen van je medeleden kent.

• Als je klasgenootjes bij KSA hebt.

• Als je het leuk vindt om nieuwe kinderen te leren kennen.

• Als je het spannend vindt om nieuwe vrienden te maken.

• Als je iemand kent die wel eens gepest wordt.

• Als je last van heimwee hebt tijdens een weekend of kamp.

Vragen voor -12

Loop over de streep …

• Als je met de fiets naar school gaat.

• Als je in een voetbalploeg zit.

• Als je muziek maakt.

• Als KSA je allerleukste hobby is.

• Als je wel eens gelogen hebt tegen de leiding.

• Als je op dit moment verliefd bent.

• Als je vindt dat sommige van je mede-KSA’ers ook je vrienden zijn.

• Als je wel eens bang bent in het donker.

• Als je tevreden bent met jezelf.

• Als je iemand kent waarvan de ouders zijn gescheiden.

• Als je je wel eens alleen voelt bij KSA.

• Als je winnen heel belangrijk vindt.

• Als je wel eens uitgelachen wordt.

• Als je je wel eens ziek hebt gemeld, terwijl dat niet was.

• Als je regelmatig vals speelt bij spelletjes.

• Als je het eten van vanavond lekker vond.

• Als je gepest wordt of bent geweest.

• Als je zelf wel eens iemand gepest hebt.

Spelen om in de natuur te beleven of om over de natuur te leren

+12-spellen Een steekje los

Leeftijdsgroep +12

Aantal spelers 10 tot 99

Aantal begeleiders minimum 3

Soort spel bewegings- en rollenspel

Terrein lokaal en plein

Duur 2 uur

Voorbereidingstijd 1 uur

Energie ***

Moeilijkheidsgraad ***

Materiaal

Spelbord met enkele cirkels in verschillende kleuren en enkele witte cirkels

Verf

Spons

Stoelen of kussens

‘Ik heb nog nooit’-vragen

Spelvoorbereiding Maak een groot spelbord met daarop cirkels in verschillende kleuren. Schilder een cirkel per spelletje dat je zal spelen. Schilder ook enkele cirkels in het wit. Als je daarop landt, kan je een pauze inlassen of de leden een spelletje laten kiezen.

Tijdens elk spel krijgen de leden telkens een rol toegewezen die ze zo goed mogelijk moeten proberen in te vullen. Opgelet: De rollen worden telkens heel erg uitvergroot, zo wordt het toegankelijker voor de leden. Kader uiteindelijk telkens goed hoe je met deze problematiek positief overweg kan.

Rollen

Je kan geen Nederlands spreken of begrijpen waardoor je de spelregels niet snapt.

Je kan niet lopen, wel wandelen.

Je hebt geen oog-handcoördinatie, waardoor je niet kan grijpen.

Je bent een haantje-de-voorste en wilt ALTIJD in de spotlight staan.

Je bent extreem verlegen.

Je bent overcompetitief (en dus ook altijd teleurgesteld als je ploeg niet wint).

Je bent kleurenblind waardoor je de das niet kan zien liggen.

Je bent zo moe dat je (bijna) omver valt.

Je kan niet om met het andere geslacht.

Je hoort heel slecht, waardoor je niet hoort wat de andere zeggen.

Je kan een been niet plooien.

Je moet dus alles met één been gestrekt doen.

Je doet alles achterwaarts.

Je kan niet lezen of schrijven.

Je bent érg verkouden en moet heel de tijd niezen en hoesten.

Het is je eerste keer bij KSA. Je kent de spelletjes niet en vraagt heel veel extra uitleg.

Al je vingers (behalve je duim) kleven tegen elkaar. Je moet dus alles doen met je pink, ringvinger, middelvinger en wijsvinger tegen elkaar. Enkel je duim staat los van de rest.

Speluitleg Elk lid mag om de beurt met een verfspons naar het spelbord gooien. Als een cirkel geraakt is, wordt het spel gespeeld dat daarbij past. Welk spel dat is, kan de leiding zelf kiezen. De witte cirkels komen niet overeen met één van onderstaande spelen. Daar kan naar gegooid worden als kinderen een pauze willen of een zelfgekozen spel willen spelen. Als het spel gespeeld is, volgt er altijd een nabespreking.

Spelverloop

Opwarming: Ik heb nog nooit Zet een aantal stoelen in een cirkel, met het zitvlak naar buiten en met één stoel minder dan het aantal deelnemers. Laat je leden op de muziek rond de stoelen lopen en er elk zo snel mogelijk één innemen wanneer de muziek stopt. Diegene die geen stoel heeft kunnen bemachtigen, moet een kaartje voorlezen. Iedereen die wel al eens heeft meegemaakt wat er op

het kaartje staat, moet zich van stoel verplaatsen. Diegene die geen stoel meer kon bemachtigen, gaat aan de kant staan. Er wordt telkens één stoel extra aan de kant geschoven. De muziek wordt opnieuw opgezet. Als de muziek stopt, moet opnieuw diegene die geen stoel vond een ‘ik heb nog nooit’-kaartje voorlezen. Zo doen we verder tot er één winnaar is. Doe nadien een korte nabespreking en vraag: “Wat hebben jullie ervaren, als individu of als groep?”

Detective en moordenaar

We spelen detective en moordenaar. Alle leden sluiten de ogen en doen alsof ze slapen. Een leider gaat rond en geeft tikken op de schouders. Eén tik en je bent detective, twee tikken en je bent de moordenaar. Als je geen tik krijgt, dan ben je een gewone burger. Daarna wordt iedereen wakker en loopt iedereen door elkaar. De moordenaar is zo glad als een aal en kan spelers vermoorden door naar hen te knipogen. Wie vermoord is, valt met een ijselijke kreet neer. De taak van de detective is de moordenaar te ontmaskeren. Het spel is gespeeld als alle spelers dood zijn of als de moordenaar gevonden wordt. Vraag na het spel hoe het was voor de leden met de rol die ze moesten opnemen.

Dode vis

Laat de persoon met de rol van haantje-de-voorste het spel uitleggen. Iedereen zit, ligt of staat recht. Je kiest best een comfortabele houding, want je mag gedurende lange tijd niet bewegen. Eén persoon is de tikker. Als die “dode vis” roept, mag niemand nog bewegen. Als de tikker iemand ziet bewegen, zegt die de naam van die persoon. Dat wordt de nieuwe ‘tikker’. Het spel begint opnieuw als de nieuwe tikker “dode vis” roept.

Estafette

De groep wordt verdeeld in verschillende groepjes van vier. Je loopt een typische estafette, eventueel gecombineerd met hindernissen om het moeilijker en leuker te maken.

Teambuilding ‘boot’

Er is een overstroming geweest. De hulpverleners hebben een ‘pakketje geneesmiddelen en dekens’ (een

kleine doos) om naar de overkant te brengen en daar de slachtoffers van de overstromingsramp te helpen. Dat moet gebeuren met een boot, voorgesteld door stoelen. De boot is klein: er zijn veel minder stoelen dan jongeren (ongeveer de helft van het aantal jongeren plus één). De hele groep vertrekt met het pakket vanaf een punt en probeert met behulp van de stoelen aan de overkant van het speelveld te geraken. Als team samenwerken is weer erg belangrijk, want er mag niemand onderweg ‘in het water vallen’.

Speleinde

Afsluitend teambuilding spel

Heel de groep (in geval van 10 personen) moet zich zo opstellen dat er nog slechts vier voeten en twee handen de grond raken. In die houding moet je vijf tellen blijven staan. Andere lichaamsdelen mogen ook de grond niet raken. Je mag geen voorwerpen of steunpunten (muur, boom) gebruiken, enkel jullie lichaam.

• 8 personen: 3 voeten 2 handen

• 9 personen: 4 voeten 1 hand

• 10 personen: 4 voeten 2 handen

• 11 personen: 4 voeten 3 handen of 5 voeten 1 hand

• 12 personen: 5 voeten 2 handen

• 13 personen: 5 voeten 3 handen of 6 voeten 1 hand

• 14 personen: 6 voeten 2 handen of enz.

Lukt het jullie enorm snel? Probeer dan nog eens, maar met één voet of één hand minder.

Iedereen blijft in hun rol tijdens het spel. Zeg duidelijk dat de spelers rekening moeten houden met elkaar. Vraag tot slot nog een laatste keer wat de leden hebben opgemerkt aan elkaar. Hebben tips uit vorige spelletjes gewerkt om beter met elkaar om te gaan in de toekomst?

Conclusie

Leden die ‘anders zijn’ is een aanpassing, hoe je het ook bekijkt. Zowel voor de persoon zelf, maar ook voor de groep. Je ziet ook dat iedereen wel eens dingen meemaakt die niet zo ver afliggen van deze situaties. Bespreek in groep hoe je met zo'n situaties kan omgaan zodat KSA een veilige plek voor iedereen kan zijn.

KSA inc.

Leeftijdsgroep +12

Aantal spelers 10-30

Aantal begeleiders 2-4

Soort spel teambuilding

Terrein buiten

Duur 2 uur

Voorbereidingstijd 1 uur

Energie **

Moeilijkheidsgraad ****

Materiaal

Een touw

Een verkleedkoffer

Een vuilniszak

Enkele blinddoeken

Etiketten

Stiften

Speluitleg Vandaag wanen de KSA’ers zich in het bedrijfsleven. Hebben ze de juiste kerncompetenties om de vooropgestelde targets te behalen?

Of moeten ze eerder aan damage control doen?

Dit is een inleefspel. De leden maken deel uit van het fictieve bedrijf KSA Inc. Dat bedrijf gaat vandaag op teambuilding. De werknemers krijgen heel wat opdrachten die ze tot een goed einde moeten brengen.

Voorbereiding

Verkleed je als managers van het bedrijf. Suit up!

Zet een parcours uit.

Spelverloop Onthaal: de start van een dynamische dag! Verwelkom de leden in het lokaal. Meld hen dat ze het kantoor binnenstappen van KSA Inc. Gelukkig voor hen is het geen gewone werkdag. Het is teambuilding vandaag! Stel jullie voor als managers van het bedrijf. Laat de leden voor elkaar titels verzinnen: 'Head of people management', 'Food coordinator' of 'directeur slechte moppen verzinnen'. Het is de bedoeling dat die titels aansluiten bij de realiteit en bij de talenten van elke lid, met een vleugje fantasie natuurlijk.

Begin alvast met stickers uit te delen waar ze hun titel opschrijven en laat hen samen een teamkreet verzinnen. Als jullie een verkleedkoffer hebben, laat hen dan een 'kantooroutfit' aantrekken.

Challenges

Over het koord geraken

Span tussen twee bomen een koord. Het is de bedoeling dat ze door teamwork allemaal over het koord geraken. Eens kijken hoe hands-on de leden nu echt zijn. Opgelet: de bomen mogen enkel aangeraakt worden door de eerste en de laatste speler die over het koord gaat.

Levende mastermind

Er zijn vier kleuren: rood, blauw, groen en geel. Geef iedereen een kleurveeg in hun nek (waar ze het niet kunnen zien). Ze weten van zichzelf dus niet welke kleur ze hebben. Stel een kleurencode op, aan de hand van het aantal leden dat er zijn. Geef hen de op -

dracht om zonder te praten zichzelf in een bepaalde kleurenvolgorde te zetten, bijvoorbeeld blauw – rood – geel – groen – blauw – rood – …

Draai de zak om

Geef de leden een vuilniszak waarop ze gaan staan. Die moeten ze omdraaien zonder de grond te raken.

Zijn de leden met te veel? Deel hen dan op in twee groepen.

Terug naar de bestemming

Blinddoek iedereen. Breng hen naar een plek in de buurt: de toiletten, het lokaal, enz. Geef hen de opdracht om allemaal – blindelings – terug in het lokaal te geraken. Ze mogen hun doek pas afdoen als ze denken dat iedereen er is.

Parcours

Breng de leden naar de start van het parcours. Blinddoek iedereen, behalve één persoon. Geef de groep de opdracht om in een rij te gaan staan en elkaars schouders vast te houden. Geef de speler zonder blinddoek de opdracht om achteraan in de rij te gaan staan. Die moet de rest van de groep nu door een parcours loodsen door te tikken op de schouders. Een tik op de linkerschouder en de rij gaat naar links, een tik op de rechterschouder en de rij gaat naar rechts.

Is er nog tijd over? Laat hen dan een opdracht twee keer doen. Meet in hoeveel seconden ze de opdracht de eerste keer uitvoeren. Geef hen nadien de opdracht om die tijd te verbeteren.

Einde van het spel Het spel is voorbij als iedereen alle opdrachten afgerond heeft. Het is belangrijk om nog een follow-up te doen. Heeft iedereen hun talenten kunnen gebruiken? Welk deel vonden ze het leukste? Als iedereen hun zegje heeft kunnen doen, kunnen jullie afsluiten met de teamkreet!

Tijd voor het afsluitend feestje: 'Work hard, play hard!'

Vlaggenspel

Leeftijdsgroep 12-16 jaar

Aantal spelers 5-20

Aantal begeleiders 2

Soort spel Educatief spel over grenzen stellen

Terrein lokaal

Duur 2 uur

Voorbereidingstijd 30 minuten Energie * Moeilijkheidsgraad ***

Materiaal

Toolbox (N)iets mis mee?!

Het Sensoa Vlaggensysteem is een in Vlaanderen ontwikkelde methodiek om seksueel gedrag in te schatten en gepast te reageren. Aan de hand van zes criteria kan je seksueel gedrag indelen in vier categorieën, van oké naar helemaal niet oké. Ze zijn aangeduid met verschillende kleuren vlaggen. Bij elke vlag krijg je een aangepaste reactie voorgesteld.

Ideaal om eens met je leden (of leiding) te spelen om het bewustzijn rond grensoverschrijdend gedrag aan te scherpen. Zorg dat je een veilige situatie creëert voor je aan het spel begint. Daarna kan je nog aanvullen met enkele teambuildingspelletjes.

Voorbereiding

Maak per groepje die zal deelnemen vier gekleurde vlaggen.

• Groene vlag: aanvaardbaar seksueel gedrag

• Gele vlag: licht grensoverschrijdend seksueel gedrag

• Rode vlag: ernstig grensoverschrijdend seksueel gedrag

• Zwarte vlag: zwaar grensoverschrijdend seksueel gedrag

Spelverloop

Overloop bij de start van het spel de zes criteria om grensoverschrijdend gedrag te bepalen. Die zitten mee in de toolbox. Schrijf ze op een poster en laat ze gedurende het hele spel ophangen. Wanneer je daarmee klaar bent, bekijk je enkele casussen van het vlaggenspel. Probeer op voorhand al eens door het spel te gaan en enkele toepasbare casussen voor de leeftijdsgroep uit te kiezen. Welke vlag geef je aan welke casus en op basis van wat doe je dat?

Geef de leden per vijf even tijd om bij iedere casus te bespreken welke vlag erbij hoort en waarom dat zo is. Daarna steekt iedere groep het vlaggetje die zij gekozen hebben omhoog en wordt de casus gezamenlijk bekeken.

Nabespreking

Indien gewenst kan je erna ook over grensoverschrijdend gedrag een groepsgesprek houden. Duid ook waar ze terecht kunnen als ze zich onveilig voelen.

Je kan de toolbox (N)iets mis mee?! uitlenen bij een KSA-secretariaat in je buurt. Heb je nog vragen over seksueel grensoverschrijdend gedrag? Contacteer onze API (AanspreekPunt Integriteit), lieselot@ksa.be )

memorykaartjes Goed in je vel?!

Meer info: www.ksa.be/themas/goed-in-je-vel