9 minute read

The Living Museum

Kunst als

Kunst kan je uit een dal halen. Het kan je helpen om je te uiten, als dat met woorden niet lukt. Niet voor niets is er steeds meer aandacht voor Outsider Art. The Living Museum in Tilburg is zo’n Outsider Art programma. Daar werken kunstenaars zonder kaders of regels aan hun kunst. Uitgangspunt is wat in jezélf opkomt. Het museum richt zich op mensen met – zoals The Living Museum het noemt – een geleefde ervaring. Het gaat dan bijvoorbeeld om verslaving, psychiatrie of dakloosheid.

grondstof voor groei

Als je mensen de ruimte geeft, zorgt dat sowieso voor groei.

oor kunst te maken, te creëren, spreek je het creatieve stuk van je brein aan. Dat zorgt ervoor dat je óók op andere vlakken in je leven creatiever wordt. Dat je oplossingen ziet die je eerder niet zag. Kunst helpt je anders te kijken”, weet Rob Haen. Al zijn hele leven werkt hij in het sociale domein. Met veel plezier. “Maar ik liep ook wel eens tegen dingen aan. Door alle methodieken, protocollen, voorschriften en huisregels – die soms goed werken en een functie hebben – is het vaak lastig om maatwerk te bieden.” Via Rokus Loopik, zijn toenmalige collega én de man die het Amerikaanse concept naar Nederland haalde,

kwam Rob voor het eerst in aanraking met een Living Museum. “Dat was een plek waar géén regels waren. Een eye-opener was het moment dat ik daar met een mevrouw een broodje zat te eten. Zij vertelde heel open over haar kunst die voortkwam uit haar verslaving en psychoses, en over wat haar verder bezighield. Ik dacht: dit wil ik ook. Gewoon met elkaar praten over waar je je bed voor uitkomt. Zonder dat er een cliënt of hulpverlener relatie is. Dat was voor mij de aanleiding om The Living Museum naar Tilburg te halen.” In eerste instantie was The Living Museum hier ‘een rondreizend circus’, zoals Rob het noemt – sinds de zomer van 2019 is er een vaste locatie.

Rob

Loes

“Wat we zien is dat mensen het nu meenemen in hun dagelijkse routine. Dat laat voor mij zien dat we echt iets toevoegen. Er is een goede chemie.” Als voorbeeld haalt Rob een kunstenaar aan, die in eerste instantie vooral aan workshops deelnam. Op een bepaald moment had ze moed verzameld, en wilde ze zélf een workshop geven. Het was een workshop waarbij nogal wild met verf werd gewerkt. En uiteraard deed Rob zelf ook mee. “Een kwartier lang ging het lekker, ik dacht er verder niet bij na. En toen kwam ineens de gedachte: ‘ik moet zo nog in deze kleren naar huis’ in me op. En daardoor besefte ik weer hoezeer we onszelf beteugelen. Daarmee leerde deze kunstenaar mij een belangrijke les. En dat toont voor mij heel mooi aan dat gelijkwaardigheid ontzettend belangrijk is. Als je mensen de ruimte geeft, zorgt dat sowieso voor groei.”

De Bossche, goedlachse Loes Wouters is kunstenaar. Al zou ze het zelf niet snel zo benoemen. Toch staat en hangt haar woonkamer vol met eigengemaakte kunstwerken. Regelmatig bezoekt ze The Living Museum in Tilburg. Het maken van kunst heeft voor haar een bijzondere betekenis. Het hielp haar door een moeilijke periode in haar leven. “Wat ik je vertel is een positief verhaal. Het ging even niet zo goed, maar ik ben eruit gekomen. Door erover te vertellen hoop ik dat ik anderen kan inspireren.”

Over wat kunst voor haar betekent hoeft Loes Wouters niet lang na te denken. “Kunst maken geeft me energie. Als ik iets heb gemaakt, voel ik me meteen zo krachtig”, vertelt ze, terwijl ze met haar handen een opwaartse beweging maakt. Loes komt uit een creatief gezin. Het maken is haar met de paplepel in gegoten. “Heerlijk om in mijn fantasie te zijn”, zegt ze daarover.

Stippels Toch was haar jeugd ook op een andere manier tekenend voor haar leven. “Er zijn dingen gebeurd waardoor een veilige basis ontbrak. Daardoor heb ik een bepaalde kwetsbaarheid opgelopen.” Lange tijd kon ze daar redelijk mee leven, tot vier jaar geleden. Ze belandde in een flinke dip. “Ik was angstig, durfde niet meer naar buiten. Ik ben toen heel diep gegaan.” Inmiddels gaat het veel beter. Loes werkte de afgelopen vier jaar hard aan zichzelf. Het maken van kunst had daar een belangrijke rol in. Om dat te illustreren loopt ze naar haar zitkamer. Naast de bank staat een vierkant dienblad, bezaaid met vrolijk gestippelde stenen. In het midden staat een beeldje van een

vrouw, de armen om zich heen geslagen. “Naar dit werk kijk ik nu nog steeds dagelijks. Het is voor mij een ankerpunt. Als ik hiernaar kijk weet ik weer waar ik vandaan kom. En waar ik nu sta.” De stenen bewerkte Loes met een satéprikker en verf. Dat deed ze op momenten waarop het druk was in haar hoofd. “Het was bijna meditatief: stippelen, stippelen en maar stippelen. Het gaf me afleiding. En als ik er nu naar kijk denk ik: ik koester mezelf, ook ik heb het recht om te mogen kiezen. Een heel fijn gevoel”, vertelt ze, glimlachend. Regelmatig bezoekt Loes workshops bij The Living Museum in Tilburg. Een tijdje terug gaf Loes er ook zélf een workshop. Met andere kunstenaars bij The Living Museum stippelde ze stenen. “Dat is zo’n fijne plek. Warm, gastvrij. Dáár durf ik helemaal mezelf te zijn.”

Kunst als katalysator Prominent aanwezig in Loes’ huis zijn de vele oliekrijt-tekeningen. Ze maakte ze allemaal in de afgelopen vier jaar. Daarvóór tekende ze namelijk nog niet. Het begon met een bak oliekrijt, die Loes had gekocht. “Die bak heeft hier eerst een tijd gestaan. De kleuren fascineerde

Als ik hiernaar kijk weet ik weer waar ik vandaan kom. En waar ik nu sta.

me. Ik vond het zonde om er iets mee te doen”, herinnert ze zich lachend. “Maar toen ik er eenmaal aan begon kon ik me er helemaal in verliezen. Dit werk, bijvoorbeeld”, zegt ze, terwijl ze wijst naar een tekening met een moeder en een kind. “In een paar uur stond het erop.” Met haar vinger loopt ze over de lijnen oliekrijt die verticaal op het werk te zien zijn. Er zat zoveel emotie achter, weet Loes. Dat zie je ook aan de manier dat werk is gemaakt. De streken zijn hier veel grover dan bij het werk dat ernaast hangt. “Deze tekening móést er gewoon uit. De energie die daarbij kwam kijken was enorm. Dat heb ik – nu het beter gaat – veel minder. Soms vind ik dat stiekem zelfs wel jammer. Die periode bood me óók veel inspiratie.”

Krachtig Dat het nu beter met haar gaat, betekent niet dat ze met kunst maken is gestopt. Achter de bank komen nog veel meer lijsten tevoorschijn. “Kijk”, vertelt ze, terwijl ze trots een aantal van haar nieuwere tekeningen laat zien. “Ik sta nu in mijn kracht. Mijn verhaal moet een verhaal van hoop zijn. Het ging even niet zo goed, maar ik ben eruit gekomen. Ik hoop dat ik daar anderen mee kan inspireren.” Ze durft nu ook met haar kunst naar buiten. Haar tekeningen exposeerde ze al bij The Living Museum. En Loes’ ultieme droom is om haar werk te bundelen in een boek. “Ik mag er zijn, gewoon, voor mezelf. En zo’n boek is de kroon op mijn werk en op waar ik ben gekomen.”

Over The Living Museum The Living Museum is ontstaan in de Verenigde Staten. In 2015 werd het concept naar Nederland gehaald. The Living Museum Tilburg wordt gerund door de kunstenaars, ondersteund door vrijwilligers en het bestuur. Niemand verdient er geld. Geld dat eventueel binnenkomt met bijvoorbeeld verkoop van kunst of de verhuur van ruimte wordt direct geïnvesteerd in het museum. Rob Haen en Theunis van den Broek zijn kwartiermakers. Een kring van vrienden ondersteunt het museum. Dat zijn particulieren of organisaties die geld, middelen of diensten beschikbaar stellen aan het museum. Voor wie? In feite kan iedereen er terecht. Er is geen verwijzing of uitnodiging nodig. Ook zijn er geen kosten verbonden aan deelname. The Living Museum Tilburg is geen dagbesteding en staat los van professionele zorg. En er zijn geen protocollen of regels. Het enige dat je hoeft te doen, is er binnen lopen. Meedoen kan naar eigen behoefte en vermogen. Voor sommige kunstenaars is alleen aanwezig zijn genoeg, terwijl anderen enthousiast aan elke workshop meedoen. The Living Museum Tilburg telt nu ongeveer 150 vaste bezoekers.

Wat als de persoon die je het meest vertrouwt een misdaad begaat en in de gevangenis belandt? Veel mensen kunnen zich dat niet voorstellen. Dit is precies wat de mensen die Wiosna van Bon heeft gefotografeerd meemaakten. Family Stranger is een fotoserie over gezinnen van gedetineerden. De foto’s zijn gemaakt nadat ze ontdekten dat een gezinslid een misdaad had gepleegd en de gevangenis inging.

Family Stranger Bewustwording door fotografie

Net als de gedetineerde wordt vaak ook zijn/haar familie veroordeeld. De kans is groot dat de familie in een sociaal isolement komt. De familieleden krijgen te maken met allerlei ethische vragen waardoor de relatie onder forse spanning komt te staan. De gezinsleden maken een proces door waarbij zij hun relatie met het criminele gezinslid opnieuw beoordelen. Kunnen ze leven met datgene wat hij/zij heeft gedaan? Veel gezinnen die in het project aan bod komen, dragen het als een geheim met zich mee. Het is geen gemakkelijk onderwerp voor de gezinsleden om erover te praten.

Documentairefotografie kan een hulpmiddel zijn om deze taboes te doorbreken. De Pools/Nederlandse fotografe Wiosna van Bon wil met de fotoserie Family Stranger bewustwording creëren voor de worstelingen die deze gezinnen

Veel gezinnen die in het project aan bod komen, dragen het als een geheim met zich mee.

doorstaan. Sommige gezinnen kozen ervoor om de relatie met de gedetineerde te beëindigen. Anderen proberen elkaar na een aantal jaar opnieuw te leren kennen. Tijdens de vele ontmoetingen die ze had met verschillende gezinnen merkte Van Bon dat de gezinnen dezelfde fases doormaakten. Net als bij rouw zijn er fases zoals shock, ontkenning, teleurstelling, boosheid en acceptatie. In de fotoserie zijn deze fases leidend. Van Bon zag dat eerlijkheid, spijt en vergeving essentieel zijn om samen te kunnen overleven.

De fotografie van Van Bon gaat over eenzaamheid en over zwakkere groepen in onze samenleving die, ondanks alles, volharden. Ze positioneert haar werk middenin het gevecht van economische, sociale en politieke machten en regelgeving. Kunst kan zo bijdragen aan het onderzoeken en bespreekbaar maken van maatschappelijke problematiek. Van Bon wordt graag gebeld voor een poëtisch fotoonderzoek. Momenteel werkt ze als freelance fotograaf, zowel aan zelf geïnitieerde projecten als aan werk in opdracht.

Family Stranger kreeg veel aandacht in de pers en op internationale fotofestivals. De serie is als fotoboek verkrijgbaar bij de Bredase uitgeverij The Eriskay Connection.

This article is from: