Waarde van cultuur
Inspirerende verhalen over de staat van de culturele sector in Noord-Brabant
Inspirerende verhalen over de staat van de culturele sector in Noord-Brabant
Inspirerende verhalen over de staat van de culturele
in Noord-Brabant
Bas Maes gedeputeerde voor cultuur, erfgoed, sport en vrije tijd Provincie Noord-Brabant
We streven naar een levendig en aantrekkelijk Brabant met een breed cultuuraanbod. Een aanbod dat voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk is. De monitor Waarde van cultuur maakt inzichtelijk hoe cultuur zich in onze provincie ontwikkelt. De informatie is nu breed beschikbaar via een online dashboard.
Dit dashboard biedt een diepgaand inzicht in de dynamiek en de impact van cultuur in Brabant. Het helpt ons bij het maken van keuzes. Waar gaat het goed, waar liggen kansen? Bijvoorbeeld om een groter en diverser publiek te bereiken.
Uniek in dit dashboard is een diepere analyse van Den Bosch, Tilburg, Eindhoven, Breda, Helmond, Oss en Roosendaal. Een mooie ontwikkeling, want zo krijgen we een nog beter zicht op de overeenkomsten en verschillen op het gebied van kunst en cultuur. Nieuw in deze editie van de monitor is de uitbreiding van de definitie cultuur met gamen en online content creatie.
Verhalen uit de praktijk
Cijfers zeggen veel, maar niet alles. We hebben daarom Waarde van cultuur deze keer aangevuld met een magazine met verhalen uit de praktijk. We ‘tellen’ niet alleen, we ‘vertellen’ ook. Het geeft context aan de cijfers uit de monitor. De kracht en waarde van kunst en cultuur is tenslotte niet alleen te vangen in cijfers.
In dit magazine valt mij op hoe de Brabantse culturele sector na de coronacrisis weer opgeveerd is. Het publiek omarmt opnieuw enthousiast het culturele aanbod in onze provincie. Maar liefst 90% van de Brabanders heeft het afgelopen jaar minstens één culturele activiteit bezocht. En 78% van de Brabanders doet zelf aan actieve cultuurbeoefening. Dit is een duidelijk signaal van de levendigheid en vitaliteit van onze culturele sector.
We bereiken een grote groep mensen met het culturele aanbod, maar nog niet iedereen. Het zou mooi zijn als we cultuur voor meer mensen toegankelijk kunnen maken. Het is daarom belangrijk dat culturele instellingen nog meer inspelen op ontwikkelingen en maatschappelijke thema’s die aanspreken bij het publiek, of die juist nieuw publiek weten te trekken. Cultuur verbindt, biedt perspectief en laat ook anders kijken naar bepaalde thema’s.
De inzichten uit de Waarde van cultuur zijn belangrijk voor het cultuurbeleid in Brabant. Ze helpen om te laten zien wat kunst en cultuur bijdragen aan de maatschappij. Zo kunnen we samen blijven werken aan een nog levendiger, bloeiender en toegankelijker cultureel landschap in onze provincie.
Ik hoop dat deze editie 2024 van Waarde van cultuur inspireert en informeert. Veel leesplezier.
Leeswijzer ↓
Cultureel / Sociaal / Economisch
kapitaal
→ inleiding
→ verhalen achter de cijfers
→ bijbehorende data en reflectie
→ duik dieper in de data op waardevancultuur.nl
Begrippenlijst
B7 Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Oss, Roosendaal, Tilburg
M5 Bergen op Zoom, Maashorst, Meierijstad, Oosterhout, Waalwijk
CKE Centrum Kunsteducatie
KCE Kunsten en Cultureel Erfgoed zzp zelfstandigen zonder personeel
Brabant als thuisbasis
Waarom Jordie Rovers, Sanne Nouws en Jaïr Franken in Brabant (blijven) werken.
Podiumkunsten toegankelijk voor iedereen
Hoe werken culturele partijen samen in de regio om het aanbod op peil en toegankelijk te houden?
Cultuurbezoekers in Brabant
Startende cultuurspeurder of proevende buitenwijker?
Maak kennis met de Brabantse cultuurbezoekers.
Het bruisende Brabantse verenigingsleven
Stichting Kings of Colors en Koninklijke Stadsharmonie
Phileutonia zorgen voor verbinding.
Gemeentelijk cultuurbeleid onder de loep
Hoe spelen data een rol in het vormgeven van cultuurbeleid?
Arwen van Gestel en Teun van Irsel aan het woord.
Zelfstandig ondernemen in de culturele sector
Wiosna van Bon, Andrea Tesselaar en Jeannau Jean Louis delen hun ervaringen.
Hoe maken we ruimte voor cultuur?
Wat is de waarde van cultuur? Cultuur verrijkt onze levens en omgeving. Zorgt voor verbinding. Maakt onze regio aantrekkelijk voor werkgevers en werknemers.
In een sector die onder druk staat, is het cruciaal om deze waarde duidelijk over te brengen. Niet alleen met krachtige pleidooien, maar ook met duidelijke cijfers.
Vanuit de culturele sector wordt graag de intrinsieke waarde van cultuur benadrukt. Beleidsmakers hebben veel belangstelling voor de sociale waarde. Politici leggen vaak het accent op de economische waarde. De onderzoeksmonitor Waarde van cultuur brengt deze aspecten samen. Door zowel het cultureel, sociaal als economisch kapitaal te belichten.
De Waarde van cultuur neemt iedere twee jaar de Brabantse culturele sector onder de loep. We vergelijken de stand van zaken in Brabant met de rest van Nederland en kijken naar ontwikkelingen door de tijd. Beleidsmakers en politici kunnen deze inzichten gebruiken om goed onderbouwde keuzes te maken. Voor culturele professionals levert de monitor waardevolle informatie voor de eigen bedrijfsvoering en lokale lobby.
In 2017 startten Het PON & Telos, de Boekmanstichting, Pyrrhula Research Consultants en Kunstloc Brabant met de bundeling van verschillende onderzoeken in de Waarde van cultuur. Met iedere editie is de samenwerking en de onderzoeksmonitor verder doorontwikkeld. Na drie papieren edities verschijnt de Waarde van cultuur nu voor het eerst volledig online. De webversie sluit nauw aan bij de landelijke Cultuurmonitor van de Boekmanstichting: cultuurmonitor.nl. Zo werken we samen aan het beter ontsluiten van onderzoeksresultaten op landelijk en regionaal niveau.
Op de website waardevancultuur.nl kun je de stand van zaken in de Brabantse sector verkennen via de drie kapitalen. En kun je dieper duiken in de deelonderzoeken. Voor de grotere Brabantse steden zijn er aparte profielen te bezoeken. Via een dashboard met meer dan honderd indicatoren kan iedereen de onderzoeksgegevens inzien, visualiseren en exporteren.
In dit magazine laten we in verschillende verhalen de mensen uit de sector zelf aan het woord. Aan de hand van opvallende data uit het onderzoek, lichten we goede Brabantse voorbeelden uit. Hoe is het om als zzp’er te werken? Wat is het geheim van een theater in Bergeijk? Waarom kies je er bewust voor in Brabant te blijven? Wat is het belang van een vereniging? Want uiteindelijk gaan de data over de mensen die in onze provincie wonen, werken en cultuur bezoeken en maken.
Aanbod
Netwerk
Kunstopleidingen
Musea
Kunstuitleen
Rijksmonumenten
Poppodia
Centra voor de kunsten
Theaterzalen
Voorstellingen
Exposities
Bibliotheken
Erfgoed Festivals
Nabijheid
Collectieven
Cultureel kapitaal gaat over de opzichzelfstaande waarde van cultuur. Wij monitoren vooral de meer tastbare kant. Hieronder valt de culturele infrastructuur, zoals het aantal en de nabijheid van podia, bibliotheken, musea en andere voorzieningen. Ook kijken we naar het culturele aanbod, zoals festivals, voorstellingen, tentoonstellingen en andere activiteiten. Om talentontwikkeling in beeld te brengen inventariseren we de creatieve opleidingen en studenten in onze provincie. Nieuw is dat we de resultaten laten zien van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit.
Veel muziek- en cabaretvoorstellingen in Brabant
Brabantse culturele infrastructuur blijft bescheiden van omvang
→ Noord-Brabant telt mee en is ambitieus. Het is de derde provincie qua inwoners en doet op het gebied van economische groei niet onder voor de Randstad. Zien we dat ook terug in de culturele sector? Brabant staat in de provinciale top 5 met het aantal muziekoptredens en cabaretvoorstellingen. Kijk je naar andere culturele locaties en voorstellingen, dan is de culturele infrastructuur zeer bescheiden. Het aantal musea is gestegen naar 66 en er zijn maar drie provincies met meer musea. Per inwoner is dat nog steeds laag in vergelijking met andere provincies.
→ Waar kun je als Brabander terecht voor kunst en cultuur? De Brabantse stedenrij (B7 & M5) heeft een belangrijke centrumfunctie, hier liggen de meeste theaters, schouwburgen en poppodia. Naast de gesubsidieerde cultuurlocaties tref je in deze gemeentes ook veel niet gesubsidieerde plekken. De grootste bundeling van locaties vinden we in Eindhoven, Tilburg, ’s-Hertogenbosch en Breda.
→ Een bibliotheek is voor de meeste Brabanders de dichtstbijzijnde culturele plek, maar de afstand tot de bibliotheek neemt wel toe. Dat de bibliotheek meer biedt dan het uitlenen van boeken zien we aan een flinke stijging van activiteiten die hier plaatsvinden. Via het Cultuureducatie met Kwaliteit programma komen leerlingen in het grootste gedeelte van Brabantse gemeentes in aanraking met cultuur.
Naast gevestigde cultuurlocaties ook veel ongesubsidieerde plekken in B7
39%
Gesubsidieerde cultuurlocaties als musea, schouwburgen en poppodia
61%
Ongesubsidieerde cultuurlocaties als horeca met live muziek en galeries
Bereik Cultuureducatie met Kwaliteit in Brabant in 2023
51
gemeenten (van 56 gemeenten in de hele provincie)
711
192.916 scholen leerlingen
Jordie Rovers, visual artist uit Eindhoven, Sanne Nouws, artistiek leider van House of Nouws in Tilburg en Jaïr Franken, algemeen directeur van Stichting
Nederlandse Breaking League (NBL) in Eindhoven vertellen over de redenen om in Brabant te (blijven) werken.
Talentontwikkeling
Netwerk
Collectieven
“Voor mij waren en zijn er kansen genoeg in Eindhoven”, vertelt Jaïr. We bouwen hier aan een netwerk en daardoor ken ik veel mensen in de hiphop-wereld. Het vestigingsklimaat voor de breaking scene is hier gewoon goed.”
“Eigenlijk is het een continue keuze om niet weg te gaan. Op mijn veertiende kwam ik via vrienden in aanraking met breaking. Toen ik de 6-step deed, echt een basispas hoor, was ik meteen verliefd. Sindsdien is mijn liefde voor breaking verder ontwikkeld. Ik ben in Heeze opgegroeid en met een groep vrienden daar vormden we al snel een crew. We gingen naar Dynamo in Eindhoven, want daar was het te doen”, zegt Jaïr. “Na twee maanden deden we al mee aan battles en evenementen. Op mijn zestiende begon ik met lesgeven aan jongeren. Onze crew wilde trainen in een zaal, maar we hadden geen geld voor de huur. In ruil daarvoor gaven we les aan de jeugd. Toen zat er al een ondernemer in me.”
Thuisbasis
Inmiddels woont Jaïr ruim tien jaar in Eindhoven en is hij directeur van Stichting Nederlandse Breaking League (NBL) en Stichting Sample Culture. Zo organiseert hij met deze stichtingen evenementen en competities in de breaking wereld. “Eindhoven is een hele geschikte plek. Door mijn werk bij Dynamo ben ik met veel mensen in aanraking gekomen en heb ik mijn netwerk in Eindhoven weten op te bouwen. Die connectie met de community is heel belangrijk. In Eindhoven is de legacy voor hiphop sterk, er zijn hier veel evenementen en generaties lang is het al een populaire scene. Ik heb hier de kansen gezien en gepakt. Hoewel de NBL door heel Nederland opereert, is Eindhoven de thuisbasis.”
Collectief vormen
Ook voor Jordie Rovers, visual artist, is Eindhoven de thuisbasis. Na zijn studie aan de Eindhovense school (nu SintLucas) en daarna aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag, kwam hij terug naar Noord-Brabant. In eerste instantie voor de muziek, hij speelde in twee bands, maar nu vooral als beeldend kunstenaar om bij te dragen aan de creativiteit die er leeft in de stad. “Het is belangrijk om een collectief te vormen in de stad, om te laten zien dat kunst en cultuur essentieel zijn. Als we met meerdere makers daarvoor gaan staan, bereiken we meer. Eindhoven zet als Brainport regio heel erg in op meer woningen, maar het is ook belangrijk om genoeg plekken te houden waar kunstenaars kunnen samenwerken. Daar sta ik voor.”
Netwerk opbouwen in Brabant
Daarnaast is Jordie onderdeel van de TalentHub Jump!, waarin beeldend kunstenaars uit heel Brabant samen in een talentontwikkelingstraject zitten. “Ik houd mijn ogen altijd open voor wat er speelt in de stad en zo stapte ik op een zondag bij Galerie Nasty Alice in Eindhoven binnen. Sebastiaan, de eigenaar, is een van de coaches binnen Jump! en hij vertelde over dit traject. Dat sprak me aan”, zegt
‘Brabant Menu, de samenwerking tussen jeugdtheatergezelschappen, is heel belangrijk voor ons’
Jordie. “Vanuit mijn studie in Den Haag had ik daar wel een netwerk opgebouwd, maar hier in de regio was dat nog minder groot. Ik kwam terug voor de muziek, maar ben daar een paar jaar geleden even mee gestopt. Ik wil me focussen op mijn beeldende werk en daarbij wil ik ook graag mijn netwerk uitbreiden. Die zichtbaarheid is heel belangrijk, ik heb veel nieuwe contacten opgedaan binnen Jump!. Zowel met andere makers als met expositieplekken en mijn coaches.”
Keuze voor Brabant
Voor Sanne Nouws, artistiek leider van jeugdtheatergezelschap House of Nouws in Tilburg, was de keuze om zich in Brabant te vestigen met haar gezelschap een weloverwogen keuze. Ze groeide op in Boxtel, studeerde in Eindhoven en Tilburg aan de Fontys Academy of the Arts – Docent Theater en deed daarna de regieopleiding in Amsterdam. Daar woont ze nu nog.
“Door mijn studies had ik een netwerk opgebouwd in de omgeving van Amsterdam, maar ook in Brabant”, vertelt ze. “Toen ik net was afgestudeerd (2013), werkte ik op zeventien verschillende plekken. Van Oerol tot aan STIP theaterproducties, Festival Cement en Theater Artemis. Regisseur Jetse Batelaan van Theater Artemis zat in de afstudeercommissie van mijn opleiding. Via hem kreeg ik de kans om als regisseur te werken. Dat was zo’n waardevolle tijd. Ik leerde daar dat ik graag theater maak voor kinderen, publiek dat echt interacteert.”
Netwerken
“Tilburg had nog geen jeugdtheatergezelschap en mijn netwerk in Brabant is goed. Zo kende ik de voormalige directeur van De Nieuwe Vorst en gaf zij aan de premières van House of Nouws te willen programmeren. Ook kende ik via Fontys mensen en werkte ik samen met Jetse. En het Brabant Menu, de samenwerking tussen vijf jeugdtheatergezelschappen in Brabant, is heel belangrijk voor ons. Op die manier bundelen we ons aanbod; zo spelen we honderden keren onze voorstelling en bereiken we veel kinderen”, zegt ze.
Via de nieuwe makersregeling die ze in 2016 met Festival Cement en STIP theaterproducties aanvroeg, besloot Sanne om haar eigen gezelschap op te zetten en zich in Tilburg te vestigen. “Ik werk met een Tilburgs team, maar ook met een aantal vaste mensen uit Amsterdam. Nederland is best klein, ik ben er nog niet uit of ik in Amsterdam blijf wonen of toch naar Brabant verhuis. De band met Tilburg is in ieder geval veel sterker geworden sinds ik er werk.”
TalentHub Brabant
Uit de verhalen van Sanne, Jaïr en Jordie komt heel duidelijk naar voren dat een sterk netwerk zorgt voor een sterke binding met Noord-Brabant. Dat is ook precies waar de Provincie Noord-Brabant op inzet met het talentontwikkelingsprogramma TalentHub Brabant.
De 7 hubs van de TalentHub, ieder gericht op een kunstdiscipline, brengen samen een netwerk van 51 podia, festivals, musea, broedplaatsen en andere partners bijeen. Ieder jaar wordt een nieuwe lichting van talenten toegevoegd aan dat netwerk. Sinds 2018 zijn op deze manier al bij 285 makers de banden met Brabant stevig aangehaald. We zijn dan ook heel blij dat de provincie het talentontwikkelingsprogramma heeft verlengd tot en met 2028.
Iduna van de Ven adviseur talentontwikkeling Kunstloc Brabant
Data: DUO 1990-2020
→ Waar werken de mensen die in Brabant een creatieve opleiding hebben gedaan? En waar komen de mensen die in de Brabantse creatieve industrie werken vandaan? In de online monitor waardevancultuur.nl vind je meer inzichten en antwoorden op deze vragen.
Waar werken de mensen die zijn afgestudeerd aan creatieve opleidingen in Brabant?
afgestudeerd aan mbo tussen 2004-2020
blijft in Brabant werken
afgestudeerd aan hbo/wo tussen 1990-2020
afgestudeerd aan mbo tussen 2004-2020
afgestudeerd aan hbo/wo tussen 1990-2020
blijft in de creatieve industrie werken
Meerderheid studeert af in richting beeldende kunst en vormgeving
Opleidingsrichting van het behaalde diploma in het hoger onderwijs (1990-2020)
Arbeidsmarktsituatie van alumni van creatieve opleidingen hoger onderwijs naar opleidingsrichting (1990-2020)
Arbeidsmarktsituatie van alumni van creatieve opleidingen hoger onderwijs naar opleidingsrichting (1990-2020)
→ Beeldende kunst en vormgeving: o.a. creatieve therapie, autonome beeldende kunst of vormgeving
→ Creatief techniek: o.a. mediatechnologie, game design, industrieel design
→ Creatief economie: o.a. kunst en economie, media en entertainment management
Voorstellingen
Nabijheid
Cultuurlocaties
Door samen te werken, versterken theaters en gezelschappen in Noord-Brabant het aanbod in de stad. Maar ook in de dorpen buiten de grote steden. Hoe werken culturele partijen samen in de regio om het aanbod op peil en toegankelijk te houden?
, directeur van Theater Kattendans in Bergeijk, is onderdeel van samenwerkingsverband Wonka Podia en is coördinator van Brabant Menu dat met een aantal gezelschappen voorstellingen naar scholen of scholen naar voorstellingen brengt. Ze vertellen over hun manier van samenwerken in de regio.
‘Je wilt die magie van het theater aan iedereen overbrengen’
↖ Dries Floris
↖ Ananda Reijnen
“In de basis hebben we allemaal hetzelfde doel voor ogen: alle leerlingen in Brabant de podiumkunsten laten ervaren. De gezelschappen werken vanuit hun eigen visie en missie, dus een concurrentiegevoel is er niet. Het gaat echt om het langetermijndenken; als de Stilte het ene jaar een voorstelling speelt, dan kan Theater Artemis het jaar erna weer spelen. Scholen willen vaak ook een meerjarenplanning met verschillende disciplines, daar kan ik ze zo goed mee helpen”, vertelt Ananda Reijnen, coördinator van Brabant Menu.
Grotere plaatje
Brabant Menu bestaat uit vijf gezelschappen voor de jeugd: Schippers & Van Gucht, Philzuid, Theater Artemis, de Stilte en House of Nouws. In 2023-2024 bereikten ze op deze manier bijna 23.000 leerlingen in 394 voorstellingen. “Door samen te werken kan ik met de scholen of intermediairs het grote plaatje van hun kunsteducatie bekijken, ook meerjarenplannen maken en mooie verdelingen maken per discipline en ervaringen”, vertelt Ananda.
“Als elk gezelschap zelf de contacten met de interne cultuurcoördinatoren of intermediairs moet onderhouden, kun je nooit met visie met de scholen samen kijken of hen ontzorgen bij de keuze en organisatie van de voorstellingen. Dat is een deel van mijn opdracht: scholen ontzorgen en op die manier top kunsteducatie en de gang naar podiumkunsten organiseren”, zegt ze.
Ook bij de Wonka Podia is het bundelen van de krachten een groot voordeel gebleken, vertelt Dries Floris, directeur van Theater Kattendans in Bergeijk. Het theater is een van de vijf in het samenwerkingsverband. Daarnaast zijn Het Speelhuis Helmond, Parktheater Eindhoven, Theater de Schalm Veldhoven en Theater de Hofnar Valkenswaard aangehaakt. Vanuit Brainport Development krijgen ze financiering voor deze samenwerking. Wonka Podia bestaat sinds 2019, maar al langer werken de theaters samen op het gebied van marketing, techniek, programmering en strategie, vertelt Dries.
“Door deze samenwerking is er echt een professionaliseringsslag geweest bij ons allemaal. Juist doordat we met z’n allen werken, bereiken we meer en gaat het efficiënter. Bijvoorbeeld bij de marketing: wanneer Pieter Derks komt optreden in alle theaters, hoeven de marketeers
niet allemaal los teksten te schrijven, maar hoeft er maar een keer een tekst geschreven te worden. En we leren van elkaar, dat is fijn”, vertelt Dries. “Binnen de Wonka Podia hebben alle directeuren een eigen focusgebied, zo houd ik me bezig met programmering en de andere directeuren met digitalisering, educatie, marketing en inclusiviteit. Daarin delen we dan de kennis met elkaar en natuurlijk onze teams. Er is ook een externe projectleider die de aansturing doet.”
‘Dit hadden we solo nooit zo kunnen regelen, dus de kracht van samenwerking is heel duidelijk’
Inclusiviteit in het theater “Op het gebied van inclusiviteit hebben we door deze samenwerking grote stappen gemaakt. Zo hebben we een samenwerking met tolken, zodat we mensen die slechthorend zijn een voorstelling kunnen bieden in alle theaters. Daarnaast is er een prikkelarm aanbod ontwikkeld en maken we voorstellingen voor mensen die slechtziend of blind zijn. Dit hadden we solo nooit zo kunnen regelen, dus de kracht van samenwerking is heel duidelijk”, zegt hij. “Daarnaast hebben we alle websites van de theaters in het Engels laten vertalen en is al het aanbod ook vanuit huis te streamen, zo kan echt iedereen meegenieten van onze voorstellingen. We werken daarnaast samen met Stichting Leergeld, zodat ook kinderen van minder bedeelde ouders naar het theater kunnen.”
Aanbod toegankelijk voor de hele regio
Bij Brabant Menu is het toegankelijk maken van het aanbod ook essentieel, vertelt Ananda. “Met afstemming en gezamenlijke verantwoordelijkheid kunnen we meer voor elkaar krijgen voor de kleinere scholen of scholen die verder van de grote steden afliggen. Zo zorgen we voor gelijkheid van aanbod en kansen voor ieder kind. De routes naar podiumkunsten lopen in de steden al goed. Brabant Menu is vooral in het leven geroepen om het aanbod in de gemeentes buiten de grote steden te verzorgen.”
“Als je buiten de grote steden gezamenlijk aanbiedt en de scholen gezamenlijk inkopen, kun je voor de leerlingen meer voor elkaar krijgen, met grotere en continue diversiteit in het aanbod. Van kleine voorstellingen in de klas, voorstellingen in de speel- of gymzaal, voorstellingen in het lokale culturele centrum of buurttheater tot grote zaalvoorstellingen in de grote steden. Met afwisseling in zowel dans, theater als muziek. Zo krijgen ook kleine scholen of scholen verder van theaters toch top cultuureducatie.”
Om de drempel naar de theaters verder te verlagen, test Brabant Menu ook toegankelijk busvervoer uit sinds dit jaar. Voor vier euro per leerling kunnen scholen busvervoer naar de voorstelling aanvragen, vertelt Ananda. “Juist om die kleinere scholen te bereiken. Je wilt die magie van het theater aan iedereen overbrengen.”
Precies om die reden hebben de Wonka Podia sinds vorig jaar een educatieproject dat langs alle scholen in de regio Zuidoost-Brabant gaat. “We willen heel graag dat alle kinderen in aanraking komen met theater en niet alleen de kinderen die toch al naar het theater gaan met hun ouders. Met een gratis voorstelling op alle scholen en een educatietraject erbij, willen we dat bereiken”, zegt Dries. “Ik zie deze samenwerking echt als een cadeautje, we inspireren elkaar, delen ervaringen en ik ben er stellig van overtuigd dat je samen meer kunt bereiken.” www brabantmenu.nl wonkapodia.nl
Dries en Ananda benadrukken hoe belangrijk samenwerking in de regio is. Onder andere omdat de afstand tot een podium buiten de grote steden flink kan oplopen. Dit maakt het aanbod minder toegankelijk voor mensen die niet in de stad wonen. Ze zetten zich ook in om ervoor te zorgen dat kinderen van minder bedeelde ouders naar het theater kunnen gaan.
Ontzettend waardevol, want ook uit landelijk onderzoek van de Boekmanstichting naar de vrijetijdsbesteding blijkt dat leeftijd en inkomen van invloed zijn op het bezoek aan culturele activiteiten. De Brabantse cijfers bevestigen dit: mensen in steden bezoeken meer cultuur dan mensen buiten de steden. En financiële middelen kunnen een drempel zijn. Daarnaast liggen de meeste cultuurlocaties van de twaalf grootste gemeenten in Breda, Eindhoven, ’s-Hertogenbosch en Tilburg.
Data: CBS 2022, Dialogic 2023
De afstand tot culturele voorzieningen verschilt sterk per gemeente. Bijvoorbeeld, een inwoner van Baarle-Nassau moet gemiddeld 19 km reizen naar een podiumkunstlocatie, terwijl dit voor iemand uit Breda slechts 3,2 km is. Voor poppodia kan deze afstand zelfs oplopen tot 26,6 km. Kortom, om cultuur toegankelijk te maken voor alle Brabanders is het hard nodig krachten te bundelen. Precies zoals Dries en Ananda doen.
Maartje Goedhart
Onderzoeker bij de Boekmanstichting
Aan de randen van onze provincie is afstand tot podiumkunsten het grootst
Nabijheid locatie podiumkunsten (excl. festivals) in 2021
Hoe donkerder de kleur, hoe groter de gemiddelde afstand tot een locatie voor podiumkunsten voor een inwoner.
Spreiding cultuurlocaties over de twaalf grootste gemeenten in Brabant
Breda
Eindhoven
’s-Hertogenbosch
Tilburg
Bergen op Zoom, Helmond, Maashorst, Meierijstad, Oosterhout, Oss, Roosendaal, Waalwijk
De gemiddelde afstand die inwoners moeten afleggen tot een cultuurlocatie
Noord-Holland
Zuid-Holland
Utrecht
Limburg
Noord-Brabant
Overijssel
Gelderland
Zeeland
Groningen
Friesland
Flevoland
Drenthe
→ In de online monitor waardevancultuur.nl vind je meer kaarten met de afstand tot bioscopen, bibliotheken, musea en poppodia, per gemeente en per provincie. Ook staan online meer specifieke cijfers over zowel gesubsidieerde als niet gesubsidieerde cultuurlocaties.
Waardering
Cultuurbezoek
Brabanders
Doelgroepen
Jongeren
Muziekinstrument
Leden
Cultuurbeoefening
Leerlingen
Vrijwilligerswerk
Verenigingen
Lidmaatschap
Museumbezoek
Kunstuitleen
Theaterbezoek
Mediagebruik
Bioscoopbezoek
Schilderen
Tekenen
Zingen
Festivalbezoek
Concertbezoek
Amateurkunstenaars
Dansen
Sociaal kapitaal gaat over de betekenis van kunst en cultuur voor de Brabander en de samenleving. Hoe vaak bezoeken we cultuur? Wat wordt geluisterd, gekeken en gelezen? Hoeveel zijn we zelf creatief bezig? We kijken daarbij niet alleen naar bezoekcijfers, maar hebben Brabanders ook bevraagd hoe zij kunst, cultuur en erfgoed waarderen.
De waardering voor het cultuuraanbod in Brabant stijgt
Rapportcijfers cultuuraanbod in 2023
In Brabant relatief veel bezoek aan cabaret, bioscoop en muziek
Brabander steunt cultuur vooral met geld, minder met tijd
Ondersteuning en lidmaatschap in 2023
door vrijwilligerswerk
door lidmaatschap vriendenvereniging
Steun door geld te geven
Steun op een andere manier
→ Het publiek is terug na de moeilijke coronajaren. Het cultuurbezoek nam flink toe, maar was in 2022 nog niet helemaal terug op het niveau van voor de coronamaatregelen. In Brabant worden veel bezoeken gebracht aan muziek, cabaret en stand-up comedy. Voor musea, festivals en dansvoorstellingen gaan Brabanders dikwijls de provincie- of zelfs de landgrenzen over. Cultuurbezoek levert andere sectoren veel spin-off op. Bijna twee derde van de bezoekers combineert een cultureel uitje met een bezoek aan horeca. En een derde met shoppen of een overnachting.
→ Bij het lidmaatschap van verenigingen zien we geen herstel na corona. Het aantal Brabanders dat zelf cultuur beoefent is heel constant. Dat vindt steeds minder plaats in verenigingsverband. Brabantse amateurkunstverenigingen lijken wel te reageren op deze negatieve trend. In 2021 is de organisatiekracht van verenigingen gegroeid in vergelijking met de rest van Nederland. Er zijn ook meer samenwerkingen met andere organisaties aangegaan.
→ De tevredenheid met het culturele aanbod onder Brabanders stijgt licht maar wel constant. Jongeren zijn cultureel actiever dan andere leeftijdsgroepen en eerder bereid om meer geld uit te geven aan cultuur. Maar zij zijn wel een stuk kritischer over het aanbod dan oudere generaties.
In 2023 is merendeel Brabanders cultuurbezoeker en cultuurbeoefenaar
90%
Bezocht minimaal één culturele activiteit
66%
Bracht een bezoek aan erfgoed
36%
Beoefende erfgoed gerelateerde activiteiten
78%
Beoefende een vorm van cultuur
52%
Beoefende online een creatieve activiteit
30%
Van de beoefenaars volgde een cursus voor het uitvoeren van een culturele activiteit
Doelgroepen
Van festivalganger tot aan fervent museumbezoeker en van theaterliefhebber tot aan podcastluisteraar. Brabant barst van de cultuurliefhebbers. Maar hoe zien die cultuursnuivers eruit? En waar gaan ze precies naartoe? Wonen ze in de stad of in een dorp? En hoe oud zijn ze? Een reeks portretten van cultuurbezoekers uit Brabant.
Publiek
Cultuurbezoek
Cultuurbeoefening
(30) uit Den Bosch. In het dagelijks leven: docent biologie en ecologie
“Ik heb de voorliefde voor kunst en cultuur van huis uit meegekregen. Mijn moeder is creatief en heeft een grote liefde voor de kunsten. Mijn vader houdt erg van jazz, dat heeft hij aan mij doorgegeven”, vertelt Eline. “Het laatste concert dat ik heb bezocht, was een jazzconcert. Bij Podium Azijnfabriek in Den Bosch. Van het Jazz Orchestra of the Concertgebouw. Mijn vriend houdt ook van jazz, dus we gaan graag samen naar zulke concerten. Ik houd het wel in de gaten, wanneer er weer iets komt.”
“In Den Bosch is er Jazz in Duketown, dat is fijn, lekker in mijn eigen stad. Mijn ouders komen dan en die maken er meteen een weekendje weg van. Dat ondernemen we graag samen”, vertelt ze. “Daarnaast houd ik van klassiek, maar dan vooral van de muziek op de grens van de negentiende en twintigste eeuw, zoals Debussy.”
Ook op gebied van de beeldende kunsten heeft Eline een voorkeur voor de negentiende en twintigste eeuw. “Ik houd ook van moderne kunst, maar het ligt aan de kunstenaar. Zo was ik laatst in Museum MORE, in Ruurlo, dat was heel mooi. De expositie van Koos Buster was bijvoorbeeld erg interessant. Maar ook het Stedelijk Museum Amsterdam vind ik een fijn museum. Ik ga graag met vriendinnen, mijn vriend of met mijn ouders. Bijna iedereen heeft een museumjaarkaart, dus ga je makkelijk even. Dan maken we er een dagje weg van, bijvoorbeeld met vriendinnen. Eerst naar het museum, dan lunchen of een wijntje.”
Thuis houdt Eline zich ook met kunst bezig; ze leest graag boeken die ze met haar leesclub bespreekt, luistert naar Indie en popmuziek ter ontspanning en speelt piano in haar vrije tijd. “Nu hebben we nog een elektrische piano, maar de wens voor een echte piano staat hoog op de wensenlijst. Dan kunnen mijn vriend en ik samen spelen. Hij speelt cello namelijk, dus dat is een grote wens.”
Freek Huizing (71) uit Oss. In het dagelijks leven: gepensioneerd en regelmatig op stap om nieuwe exposities te ontdekken
“Kunst is een soort van vitamine voor mij en het is een spiegel voor mijn eigen emoties. Soms kan een schilderij of een muziekstuk me zo raken. Eva Cassidy, Ludovico Einaudi; de klank of de stem die raakt. Daar gaat het om.”
“Ik heb me altijd al verwonderd over wat mensen konden maken op het gebied van kunst. Ik had al vroeg interesse in schilders als Isaac Israëls, maar ik houd ook van moderne kunst en fotografie. Ik ga regelmatig naar exposities door heel Nederland; naar Museum MORE in Gorssel, het Groninger Museum, Nederlands Steendrukmuseum in Valkenswaard bijvoorbeeld”, vertelt Freek.
“Daarnaast ga ik graag naar concerten en naar het theater. Zo heb ik kaartjes voor een concert van Anouk en was ik laatst bij een blues-concert. Soms ga ik met vrienden en soms met familie, maar ik ga evengoed alleen op pad. Die liefde voor muziek komt wel echt van mijn vader. Hij was militair én muzikant in Indonesië. Mijn ouders komen daar allebei vandaan. Mijn vader speelde saxofoon, klarinet en trom, dus het muzikale stuk zat er altijd al in.”
“Ik ben ook lid van een filmclub in Oss en ga dan naar filmavonden bij de Groene Engel, het cultuurpodium van de stad. Na afloop bespreken we de film dan nog met een drankje in het café”, zegt hij. “En: er borrelt nog wel regelmatig iets in mij om ook zelf werk te maken. In het verleden heb ik wel getekend, maar dat is al jaren geleden. De materialen heb ik wel in huis hoor, dus ik kan zo weer beginnen. Maar ik moet nog over een drempel om dat te doen. Ook heb ik in het verleden gedichten geschreven. Daarnaast heb ik kinderversjes gemaakt, nu heb ik iemand gevonden die daar illustraties bij kan maken. Daar ben ik heel benieuwd naar.”
DE PROEVENDE BUITENWIJKER
Paul Balemans (55) uit Goirle. In het dagelijks leven: adviseur omgeving voor agrarische ondernemers bij Arvalis
“Op latere leeftijd is de interesse voor kunst bij mij ontstaan. Een vriend van mij, Leon de Waal, zit bij het theatergezelschap De Kwekerij. Toen hij daarmee begon, ben ik hem gaan volgen en ik ga nog steeds wel eens naar voorstellingen van De Kwekerij. Daardoor is de drempel om naar het theater te gaan, wel lager geworden. Ik ga nog steeds niet maandelijks hoor, maar zo af en toe vind ik het wel echt leuk”, vertelt Paul.
“Zo ga ik ieder jaar naar een voorstelling van een jongen met wie ik vroeger heb gevoetbald, die speelt Schotse folkmuziek in de band Ogham. En laatst kreeg ik van mijn kinderen een optreden van Christel de Laat cadeau”, vertelt hij. “Ik ga meestal samen met anderen naar het theater, dan maken we er ook een gezellig avondje uit van. Een etentje vooraf of een borreltje erna. Maar naar concerten kan ik ook goed alleen gaan. Ik vind de muziek van Jan Willem Roy (JW Roy red.) mooi, die raakt me echt. Ik luister niet per se naar de teksten, maar vooral de klanken doen mij wat.”
“Ik groeide op in een muzikale familie; mijn zus speelde orgel, mijn vader trompet. En de familie van mijn moederskant had zelfs een familieband. Op feesten en partijen kwam dan zo’n achtkoppige band uit de familie spelen, met accordeon, trompet; heel leuk. Dus het zat toch al wel in de familie, die muziek”, lacht hij.
Wat een mooi inkijkje in het culturele leven van Eline, Freek en Paul! Op die manier willen we het liefst alle Brabanders leren kennen. Dat is natuurlijk niet te doen, daarom werken we steeds meer ‘datagedreven’. Met het Culturele Doelgroepenmodel kunnen we aan ieder huishouden een persona toekennen, met namen als Startende Cultuurspeurder, Klassieke Cultuurliefhebber of Proevende Buitenwijker. Elk persona kent zijn eigen voorkeuren voor cultuurbezoek en gebruik van media, en behoort tot een bepaalde sociale- en leeftijdsgroep.
Door meer inzicht te hebben in welke bezoekers je wel en niet binnenhaalt, kun je goed onderbouwde keuzes maken in je aanbod en je beleid. Kunstloc Brabant en BrabantStad werken daarom samen met DEN en de Taskforce publieksdata aan het project Werken met publieksdata.
We brengen 38 Brabantse culturele organisaties bij elkaar om ze meer ervaring op te laten doen met het verwerken en interpreteren van de data van hun bezoekers. Door onderling contact in deze groeiende community van organisaties wordt samenwerking en kennisdeling gestimuleerd, en groeit de waardering voor datagedreven werken.
Eric Japenga adviseur theater & dans Kunstloc Brabant
Data: Cultuurpeiling 2023, Culturele doelgroepenmodel Rotterdam festivals
Proevende Buitenwijkers Klassieke Cultuurliefhebbers Lokale Vrijetijdsgenieters
Percentage Brabanders dat één of meer culturele activiteiten heeft bezocht
Proevende Buitenwijkers vind je overal, Startende Cultuurspeurders vooral in grotere steden
Verspreiding culturele doelgroepen in B7 en overige Brabantse gemeenten
Culturele Alleseters
Allesproevende hippe stadsvogels zonder kinderen
Kindrijke Cultuurvreters
Hippe ouders met jonge kinderen
Weelderige Cultuurminnaars
Welgestelde, statusgevoelige cultuurliefhebbers
Klassieke Cultuurliefhebbers
Fijnproevende kunstbewonderaars op leeftijd
Startende Cultuurspeurders
Avontuurlijke starters en studenten met een budget
Actieve Vermaakvangers
Bezige bijtjes met en zonder kinderen met een voorkeur voor populaire uitjes 18% 23%
Licht 2% 0%
9%
Proevende Buitenwijkers Bewoners in de randen van de stad zonder, of met oudere kinderen die gaan voor gezelligheid
Nieuwsgierige Toekomstgrijpers
Stadse jongelingen
Flanerende Plezierzoekers Mensen met en zonder kinderen met een brede smaak qua uitgaan maar weinig middelen
Sociale Cultuurhoppers
Relaxte middelbaren zonder strakke planning 13% 13%
Lokale Vrijetijdsgenieters
Gepensioneerden met een traditionele smaak binnen eigen cultuur
Meerderheid Brabanders vindt kunst en cultuur belangrijk voor de samenleving
Kunst en cultuur zijn belangrijk voor de samenleving → (helemaal) eens
→ In de stadsprofielen op waardevancultuur.nl is de verdeling van de culturele doelgroepen per stad in te zien. Daarnaast staat uitgebreid beschreven hoe Brabanders met cultuur en erfgoed bezig zijn – als bezoeker, beoefenaar, en ondersteuner.
Leden
Lidmaatschap
Muziekinstrument
Verenigingen
In de Waarde van cultuur zien we dat de meeste mensen die cultuur beoefenen dit individueel doen. Maar Brabant heeft ook een rijke traditie van verenigingen. Wat levert samen cultuur maken je op en wat doet het voor de lokale gemeenschap? Zowel de traditionele harmonie als een nieuwe street art community zijn plekken waar een gemeenschap zich vormt. Onderdeel zijn van een vereniging helpt je bij het ontdekken van je identiteit en talent.
Schilderen
Phileutonia uit Helmond, aan het woord.
“Het bouwen van een community binnen de beeldende straatcultuur in Den Bosch, daar dragen we graag aan bij. Dat doen we door evenementen te organiseren, zoals de ‘Spring of Colors’ graffiti jam bij Hall of Fame. Daar bieden we workshops voor (beginnende) kunstenaars”, vertelt Roos. “Daarnaast koppelen we jonge makers en gevestigde kunstenaars aan opdrachten die de gemeente Den Bosch uitzet bij ons. Zo creëren we werk voor de makers en de muurschilderingen hebben een positieve impact op de omgeving.”
Ook de projecten die de Koninklijke Stadsharmonie Phileutonia in Helmond neerzet, hebben een heel eigen karakter. “We zijn altijd op zoek naar nieuwe samenwerkingen; discipline-overstijgend, zoals het project van afgelopen voorjaar, waarbij ons orkest samen met circusartiesten optrad in het Speelhuis in Helmond”, vertelt Esther Warmerdam. Ze is al veertig jaar lid van de harmonie en speelt trompet.
“Maar ook het project ‘Nieuwe Grond‘, waarbij we met nieuwkomers in Helmond samen een concert hebben opgezet. Allemaal verschillende culturen en muziekstijlen bij elkaar; daarbij zie je dat je niet altijd woorden nodig hebt om elkaar te begrijpen. Muziek maken is universeel”, zegt Saskia, anderhalf jaar lid van de harmonie. Ze speelt klarinet.
Waar bij de harmonie de muziek mensen verbindt en het sociale aspect van samenkomen en samen spelen op hun vaste locatie centraal staat, is de street culture waar Stichting Kings of Colors zich mee bezighoudt, meer fluïde en door de hele stad zichtbaar.
“Dit is een cultuur die zich door de stad beweegt. Het is lastig om op één plek een expositieruimte te creëren voor graffitikunstenaars en street art-makers. Het speelveld is de straat”, vertelt Roos. “Soms komt er een vraag vanuit een maker, zoals laatst: een graffitikunstenaar die ook muziek maakt. Hij wilde graag een schildering maken en daarbij met een rapper samenwerken. Daarin ondersteunen we dan; bij het projectplan schrijven en we hebben een goed netwerk bij de gemeente. En soms vraagt een plek in een wijk wat aandacht en komen we zelf met een voorstel.”
‘We koppelen jonge makers en gevestigde kunstenaars aan opdrachten van de gemeente’
Jonge generatie
“Den Bosch is ons speelveld, maar ook in Brabant, landelijk en internationaal zijn er makers die in deze stad muurschilderingen willen maken. We richten ons op jongeren, maar ook op de wat oudere generatie die graffiti spuit of muurschilderingen maakt. Juist die verbinding willen we leggen, ze kunnen van elkaar leren. Daarnaast willen we een opleiding aanbieden. We geven nu workshops, maar gaan liever een stap verder. Jong talent een vervolg geven, want een opleiding voor deze beeldende street culture is er niet, die vind je niet op de kunstacademie”, zegt Roos.
De opleidende rol komt ook terug in het project ‘Het beleg van Den Bosch’, dat in 2029 plaatsvindt, waarbij Kings of Colors betrokken is. Met de afdeling Erfgoed van de gemeente en Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch kijken ze hoe ze met muurschilderingen dat jaar kunnen vieren. “Idealiter willen we in de komende jaren de jongeren die talent hebben verder opleiden, zodat ze over een paar jaar het niveau hebben om die muurschilderingen mee te maken. Zo komt er een nieuwe generatie aan tafel”, vertelt Roos.
Onderdeel van het geheel
‘Veel leden zitten al van kinds af aan bij ons, ze groeien echt samen op’
Die jonge generatie is voor de harmonie ook van groot belang. “Veel leden zitten al van kinds af aan bij ons, ze groeien echt samen op. Dat betekent veel voor jongeren; er ontstaan vriendenclubs, door de gezamenlijke passie is de verbinding enorm. We betrekken de jonge slagwerkers bijvoorbeeld al vroeg bij het orkest, dan hebben ze meteen het gevoel onderdeel te zijn van het geheel. Het is een veilig vangnet waar je beroep op kunt doen, dat is wel heel bijzonder aan onze vereniging. Het is ook ons-kent-ons hoor, loop je door Helmond, kom je zo tien mensen tegen van de harmonie”, lacht Saskia. “De harmonie zit midden in de stad en we zitten er al heel lang, daardoor kennen veel mensen ons en hebben we een fijne positie in de samenleving van Helmond.”
Bekendheid in de stad
Zichtbaar zijn en samen met de stad een visie creëren, is voor Kings of Colors ook belangrijk. “Vooral om bij de gevestigde culturele instellingen aan tafel te komen. Bij debatten en de gemeente is het goed om onze stem te laten horen over de toekomst van onze beeldende subcultuur. Deze is steeds bekender, maar uiteindelijk bepalen de gevestigde namen vaak de agenda”, zegt Roos. “Terwijl de breaking en skateboard scene inmiddels zelfs tot Olympische sporten zijn benoemd, dus er is echt wat bereikt. We willen niet alleen de oplossing zijn voor het probleem in de wijk of om jongeren op te vangen die een beetje schuren in de maatschappij. De subcultuur heeft zich ontwikkeld tot een serieuze partner aan tafel”, vertelt ze.
Toekomstplannen
De grootste wens voor de komende jaren, is een opleiding waarin kunstenaars zich kunnen ontwikkelen en de skills en ervaring doorgegeven worden. Ook lijkt het Roos goed om breakdancers, skateboarders en de andere mensen die bij het street culture collective in Den Bosch passen, te verenigen. “Het overlapt veel, maar we zijn ook verschillende disciplines. Als we ons meer aan elkaar verbinden, kunnen we meer bereiken in de stad.”
Bij de harmonie blijft die verbinding ook de komende jaren hoog op de agenda staan. Esther: “Juist doordat we met allerlei verschillende groepen en disciplines samenwerken, blijven we geïnspireerd en leren we bij. Die verbondenheid met de stad en onderling, die vaste factor van de harmonie voor onze leden; daar doen we het voor.”
www kingsofcolors.com phileutonia.nl
In een tijd waarin iedereen het druk heeft, is het goed te constateren dat een groot gedeelte van alle Brabanders kunst beoefent. Dat gebeurt wel steeds minder in georganiseerd verband. Veel amateurkunstverenigingen hebben te maken met minder leden en dalende betrokkenheid. Mooi om te zien hoe harmonie Phileutonia hier het hoofd aan biedt door actief samenwerkingen aan te gaan, en zo goed zichtbaar is in de samenleving. Met de Toekomstkijk, een gesprekstool ontwikkeld door Kunstloc Brabant, kijken amateurkunstverenigingen samen met hun lokale adviseur op welke vlakken ze zich kunnen ontwikkelen om klaar te zijn voor de toekomst.
Wat opvalt in dit artikel is dat er ook nieuwe verbanden ontstaan zoals Kings of Colors . Bij informele kunstbeoefenaars is er blijkbaar ook een grote behoefte aan een formeel verband, om van elkaar te kunnen leren en samen sterker te staan. Ik ben benieuwd wat dit voor de toekomst oplevert en hoe dit bijdraagt aan de verbinding van Brabanders. Als adviseur amateurkunst bij Kunstloc Brabant zet ik me de komende tijd in om onder meer de gelden en kennis uit het nationaal amateurkunstakkoord (vanaf 2025 nationaal cultuurkunstakkoord) in te zetten voor elke vorm van formele en informele amateurkunst.
Frank de Jong adviseur amateurkunst & muziek
Kunstloc Brabant
Data: Cultuurpeiling 2023
beoefent weleens een culturele activiteit
78% 89%
vindt dat er voldoende voorzieningen zijn in de omgeving
9,3%
van de beoefenaars doet dit in een informele groep zoals een band
11,9%
van de beoefenaars is aangesloten bij een formele groep zoals een vereniging
→ Online op de waardevancultuur.nl zie je de ontwikkeling van het lidmaatschap van andere verenigingen en organisaties, zoals bibliotheken, carnavalsverenigingen, belangenorganisaties en erfgoedverenigingen. Daar komt ook aan bod hoe Brabanders op andere manieren cultuurbeoefening steunen, bijvoorbeeld met een gift of door middel van vrijwilligerswerk.
Reden beoefening kunstzinninge activiteiten
Voor het plezier
Ter ontspanning
Voor persoonlijke ontwikkeling
Voor sociaal contact
Omdat het gratis was
Omdat een bekende vroeg om mee te doen
Vanwege een andere reden
Omdat ze het als cadeau hebben gekregen
Een derde van de Brabanders vindt beoefenen van cultuur een belangrijk onderdeel van het leven
Het zelf beoefenen van cultuur vormt een belangrijk onderdeel van mijn leven → (helemaal) eens
Lidmaatschap van verenigingen neemt sterk af
culturele vereniging
Kunst en cultuur spelen een belangrijke rol bij de keuze van mensen en bedrijven om zich ergens te vestigen, en veel mensen vinden ook werk in de creatieve sector zelf. Voor het economisch kapitaal kijken we daarom hoeveel bedrijven in de culturele sector actief zijn. Hoe ontwikkelt de werkgelegenheid zich? En hoe lopen de geldstromen?
Provincie Noord-Brabant geeft per bewoner minder uit aan cultuur
€23,60
Rangorde (t.o.v. de andere provincies)
€15,69
Brabantse gemeenten geven per bewoner meer uit aan cultuur
€101,-
Rangorde (t.o.v. de andere provincies)
Na corona weer minder afhankelijkheid van
€105,-
Rangorde (t.o.v. de andere provincies)
Rangorde (t.o.v. de andere provincies)
(t.o.v.
→ Met het publiek zijn ook de werknemers teruggekeerd na de coronacrisis. Er werken in 2022 zelfs meer mensen in de Brabantse creatieve sector dan in 2019. Wat opvalt is dat er een verschuiving is naar kleinere contracten, meer oproepkrachten, meer jongeren en meer zzp’ers onder de werkenden. Uit navraag bij makers en culturele organisaties blijkt dat zij nog met veel onzekerheid kampen. Het overgrote deel van de sector heeft te maken met stijgende kosten. Bij een kwart van de werknemers en een derde van de makers leidt dit tot een verslechterende metale gezondheid.
→ De eigen inkomsten van culturele instellingen stijgen, maar zijn nog niet op het niveau van voor corona. De gemeenten samen zorgen voor de grootste investering in cultuur door overheden. De uitgaven aan cultuur door Brabantse gemeenten zijn de laatste jaren gestegen. Brabant is er in geslaagd om in 2022 meer meerjarige subsidies van de rijkscultuurfondsen aan te trekken. De investering van de Provincie Noord-Brabant in cultuur loopt terug.
In Brabant werken relatief veel oproepkrachten in de creatieve industrie
14%
Van de contracten in Brabant zijn oproepkrachten
Meer jongeren werkzaam in de creatieve sector
Van werkenden in de creatieve sector in Brabant is
40% onder de 35 jaar in 2017
Relatief kleine banen in Brabant
Het aantal uren voor een full-time aanstelling is verdeeld over
1,36 banen in creatieve sector in Brabant
1,56 banen in subsector KCE in Brabant
9%
Van de contracten in Nederland zijn oproepkrachten
45% onder de 35 jaar in 2022
1,29 banen in creatieve sector in Nederland
1,46 banen in subsector KCE in Nederland
Gemeenten zijn de grootste financierders van kunst en cultuur in Brabant. Hoe komt hun gemeentelijk
cultuurbeleid tot stand en hoe zetten ze daar data (cijfers en onderzoeken) bij in?
Cultuurlasten
Subsidie
Financieel
Wethouder Arwen van Gestel houdt zich onder meer bezig met het cultuurbeleid in Roosendaal en Teun van Irsel is strateeg cultuur bij de gemeente Tilburg. Ze delen hoe hun gemeentelijk cultuurbeleid gevormd wordt en hoe data daar een rol in spelen.
“Om goede beslissingen te kunnen nemen, hebben we data (informatie en feiten) nodig die ondersteunen. Kijk, niet alles is meetbaar, want de waarde van cultuur zit natuurlijk vooral ook in de beleving en verbinding. Maar het grote verhaal en het beleid moeten wel meetbaar zijn en in cijfers uit te drukken zijn. We willen laten zien aan de inwoners van de stad waar het geld naartoe gaat en wat het oplevert voor de stad”, vertelt Arwen.
Dat geldt ook voor Tilburg, merkt Teun. “We zijn steeds meer bezig met impactgericht werken, waarbij we willen laten zien wat kunst en cultuur betekenen voor de stad. Dat doen we aan de ene kant op metaniveau, door het onderzoek de Waarde van cultuur, en aan de andere kant kijken we naar de projecten in de stad die impact hebben. Maar het blijft altijd lastig om die waarde van cultuur in harde cijfers uit te drukken. We wéten dat kunst bijdraagt, maar het is niet altijd één op één te zien”, vertelt Teun.
Beleving van cultuur
In Roosendaal meet de gemeente de beleving van cultuur met een bewonersenquête, maar ook daarin gaat het niet om keiharde cijfers, deelt Arwen. “Dat is écht de beleving, het plezier dat ze uit bijvoorbeeld een theaterbezoek halen. Maar je kunt wel meten hoeveel een theaterbezoek oplevert voor de horeca in de omgeving bijvoorbeeld. Of je kunt zien hoeveel extra parkeertickets er zijn verkocht op zo’n avond als er een voorstelling is”, vertelt hij verder. “Daarnaast hebben we goed in beeld hoeveel cultuurmakers er actief zijn in Roosendaal, wie er subsidie heeft ontvangen en welke opdracht ze daarmee uitvoeren. Zo zien we wel waar het geld heengaat, als aanjager van de kunsten.”
Waar het meten en de directe financiële opbrengst een stuk lastiger is, is bij projecten zoals de ‘Seniorenexpres’, waarbij ouderen die eenzaam zijn of graag nieuwe mensen ontmoeten, kunstzinnig bezig zijn, vertelt Arwen. “Er hebben dertig inwoners meegedaan aan dit project en het welbevinden gaat echt vooruit. Maar hoe druk je dat uit in cijfers, is het dan een op een door te zetten naar minder zorg? Of minder psychische hulp bijvoorbeeld? Dat is heel lastig meten en daar worstelen we ook mee.”
Harde cijfers?
Dat herkent Teun zeker in zijn werk. “Er zijn heel veel projecten in Tilburg waarin zorg en kunst samenkomen. Die zijn heel waardevol en je kunt de relatie tussen wat de kunstenaar doet en het effect bij de doelgroep wel enigszins meten, maar het is niet helemaal een op een hard te maken. Daarom gebruiken we de cijfers van Waarde van cultuur meer voor bewijsvoering voor het grotere verhaal: kunst draagt bij aan een stad waarin het fijn wonen en werken is”, zegt hij.
“Ook doen we mee aan het publieksonderzoek van Kunstloc Brabant, daarin kijken ze naar alle bezoekersdata van de instellingen in de stad. Dat geeft ons een goed beeld van wat er speelt en de instellingen krijgen meer inzicht in hun eigen werkveld.”
‘We hebben een enquête onder jongeren gehouden, die gaven aan dat de ‘regelloze ruimtes’, de plekken waar ze terecht kunnen om eigen werk te maken, heel erg fijn zijn’
Onderzoeken
Voor het maken van beleid neemt de gemeente Tilburg dus het publieksonderzoek en het Waarde van cultuur- onderzoek mee, maar ze doet zelf ook een aantal onderzoeken. “We hebben twee kwalitatieve onderzoeken gehouden waarbij we in gesprek gingen met mensen uit Tilburg. Zo’n zeventig mensen – die ongeveer een dwarsdoorsnede van de samenleving vertegenwoordigen – spraken we over het cultuuraanbod, wat er goed is, wat er mist”, vertelt Teun. “Ook hebben we een enquête onder jongeren gehouden, die gaven aan dat de ‘regelloze ruimtes’, de plekken waar ze terecht kunnen om eigen werk te maken, heel erg fijn zijn.”
“Tot slot hebben we een onderzoek gedaan naar de meerkosten van fair pay. Daar kwam uit naar voren dat de basisinstellingen een eerlijke prijs betalen, maar daardoor dus hun bedrijfsvoering niet op orde hebben. En dat kleine organisaties het nog moeilijk voor elkaar krijgen. Daar doen we dan in ons beleid wat aan, kijken we hoe de subsidie daarvoor opgehoogd kan worden. Daar zie je weer dat onderzoek heel waardevol is.”
Cultuurvisie voor tien jaar
Bij de gemeente Roosendaal staat het belang van data en onderzoek doen ook steeds hoger op de agenda. “We zijn nu bezig met de cultuurvisie voor tien jaar. Dat is een hele andere manier van kijken naar beleid. De eerste paar jaar investeren we in kunst op verschillende vlakken; economie, welzijn en zorg, ontspanning en verbinding, dan kijken we wat het oplevert en evalueren we dat. Dan zien we uit de data en cijfers of we nog steeds de juiste koers varen. De politici wisselen wel elke vier jaar, maar de langetermijnplanning staat. Dat is heel fijn, want zo kun je pas zien waar de waarde van cultuur zit en wat het voor Roosendaal betekent.”
‘We wéten dat kunst bijdraagt, maar het is niet altijd één op één te zien’
Meer uitwisseling
Hoewel de waarde van data en cijfers al duidelijk is bij de gemeenten zelf, merkt Teun dat de uitwisseling van de cijfers tussen de B7gemeenten nog niet altijd helemaal optimaal is. “Natuurlijk bespreken we al best wat met elkaar, maar ik zou graag meer willen uitwisselen, ook om aan onze eigen raad te laten zien dat kunst en cultuur nog meer aandacht verdient. Als ik in beleidsstukken kan verwijzen naar steden van vergelijkbare grootte en hoeveel budget er daar is per inwoner, heb ik ook meer om te laten zien”, vertelt hij. “En: ik zou graag nog meer de bewoner betrekken bij het cultuurbeleid maken. Meer de behoeftes bespreken en cultuurbegrip wat groter maken.”
Volgens Arwen is de regionale samenwerking belangrijk voor de gemeente Roosendaal. “Op het gebied van cultuureducatie en programmering van theaters, zouden we meer de samenwerking op mogen zoeken. Er is al een inkoopcombinatie met Bergen op Zoom en de Zeeuwse theaters, daarmee behaal je meer rendement door samen te kijken naar de inkopen. Zo kun je bijvoorbeeld die grote naam die normaal niet zo snel in een klein theater staat, toch wel in dat kleine theater krijgen. Het lijkt mij mooi als we dat met meer gemeenten kunnen doen; we denken nog te veel in gemeentehokjes. Elkaar aanvullen op cultureel gebied en dat dan meetbaar maken, hoe dat uitstraalt op de hele provincie. Dat lijkt mij een mooie volgende stap.”
Teun en Arwen geven een aantal mooie voorbeelden van de manier waarop zij data gebruiken voor het vormgeven van gemeentelijk beleid. Zij doen zelf onderzoek, maar maken daarnaast ook gebruik van bronnen zoals de Waarde van cultuur. De monitor toont niet alleen de centrale rol van gemeenten aan bij cultuurfinanciering (meer dan de helft van de overheidsinvestering in cultuur komt van de lokale overheden). We zien ook verschillen in de cultuuruitgaven tussen gemeenten en hoe dit zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld.
Zo zien we de gemeentelijke cultuuruitgaven in Tilburg en Roosendaal tussen 2017 en 2021 stijgen, terwijl deze in bijvoorbeeld ’s-Hertogenbosch en Oss juist (licht) dalen. Met de komst van het online dashboard wordt het voor gemeenten mogelijk om op een aantal indicatoren te vergelijken met andere (soortgelijke) gemeenten. Dat biedt een mooi startpunt voor de oproep van Teun voor een intensievere kennisuitwisseling tussen de gemeenten!
Bo Broers zelfstandig onderzoeker, o.a. bij Het PON & Telos
Data: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2022; CBS 2022; Culturele atlas 2022
CKE/Bibliotheek
Podia als schouwburg, theater, concertzaal
Lokale overheden spelen een centrale rol bij cultuurfinanciering
Verdeling van de totale cultuurlasten in Nederland op overheidsniveau
Gemeenten Rijk Provincies
Overig (poppodia, festivals, producenten podiumkunsten, visuele kunsten, letteren)
Helft gemeentelijke subsidies gaat naar Centrum Kunsteducatie (CKE)/Bibliotheek
Verdeling gemeentesubsidies naar discipline in B7 gemeenten
’s-Hertogenbosch Roosendaal
Grotere steden dragen vanwege hun centrumfunctie bovengemiddeld bij aan cultuur
De gemeentelijke investeringen in cultuur per inwoner in Brabant Een donkere kleur betekent hogere uitgaven aan cultuur per inwoner
Stijgende investeringen in cultuur in Tilburg, Roosendaal, Helmond en Eindhoven
Gemeentelijke cultuurlasten per inwoner in 2017 en 2021
→ De online monitor waardevancultuur.nl bevat een schat aan informatie over financiële stromen. Je kunt de overheidsinvesteringen bijvoorbeeld uitsplitsen naar musea, cultureel erfgoed, podiumkunsten en kunst- en cultuurparticipatie. Hiervoor zijn de jaarrekeningen van culturele instellingen uit de B7 gemeenten geanalyseerd.
Zzp’ers
De culturele sector draait voor een groot gedeelte op zelfstandigen. Voor kunstenaars is het een bijna vanzelfsprekende keuze om eigen baas te zijn. Maar voor veel anderen is het een gedwongen keuze, omdat door de onzekerheid van bezuinigingen en tijdelijke subsidies het werken met zzp’ers de standaard is geworden. Wat heeft een zzp’er nodig om zich staande te houden en waarom kiezen makers ervoor als zzp’er te werken?
Inkomsten
Fotograaf Wiosna van Bon uit Den Bosch, docent
dans Andrea Tesselaar uit Tilburg en docent en uitvoerend artiest in de podiumkunsten Jeannau
Jean Louis uit Tilburg delen hun ervaringen.
“Als dansdocent is er niet echt een andere keuze dan zzp’er worden. Bijna alles is op zzp-basis. Daar werd ik wel enigszins op voorbereid op de opleiding gelukkig”, vertelt Andrea Tesselaar. In 2022 studeerde ze af aan de opleiding Danseducatie aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg. Sindsdien werkt ze voor zichzelf en heeft ze meerdere opdrachtgevers waar ze danslessen geeft. Klassiek, modern, dansimprovisatie en jazz, aan zowel kinderen als volwassenen.
Eigen stijl, eigen praktijk
Voor Wiosna van Bon was het ondernemerschap eigenlijk ook de enige optie. “Als je eigen werk wilt maken, is het essentieel om je praktijk op te zetten. Ik heb ook deels in loondienst gewerkt, dat is een mooie combinatie. Maar uiteindelijk wilde ik graag werk maken in mijn eigen stijl en kies ik voor diverse onderwerpen die ik belangrijk vind. Met mijn fotografie wil ik zowel de kunstwereld aanspreken als in de publieke ruimte mijn werk exposeren, zodat er ruimte is voor discussie en empathie”, vertelt ze.
Wiosna studeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) en is documentaire fotograaf. Ze maakt veelal werk over onderbelichte verhalen, waarbij het doel is om het gesprek op gang te brengen. Zo maakte ze Family Stranger, een fotoproject en publicatie van gezinnen van gedetineerden.
‘De uren die ik in mijn werk stak, stonden niet in verhouding met wat ik ermee verdiende’
“In 2017 studeerde ik af en begon ik met zelfstandig ondernemen. In het begin nam ik echt alles aan op het gebied van fotografie, soms moet je dat eerst doen om ergens te komen. Nu weet ik beter waar ik naartoe wil en wat mijn eigen stijl is. Het moet passend zijn bij mij en er moet een balans zijn tussen plezier, voldoende financiën en het belang van het project. Soms zijn er hele mooie projecten met weinig budget, maar die leveren dan wel veel plezier en voldoening op”, vertelt Wiosna.
Financiën
Ook Jeannau merkt dat een goede balans in werk, het financiële plaatje en zijn vrije tijd steeds belangrijker is. Hij studeerde in 2017 af aan het conservatorium in Tilburg en deed daarvoor een opleiding Economie aan de universiteit in diezelfde stad. “Als ik meteen na m’n economiestudie was gaan werken, had ik binnen een jaar een heel goed loon gehad. Zoals een goede vriend van mij; die had al snel een koophuis en mooie auto. Daar was ik wel jaloers op. Maar hij was juist jaloers op mij, dat ik alle vrijheid had en dat ik echt doe waar ik van houd”, zegt hij.
“De uren die ik in mijn werk stak, stonden niet in verhouding met wat ik ermee verdiende. Dat vond ik soms lastig. Nu werk ik efficiënter; plan ik meerdere pianolessen op een dag en neem ik grotere projecten aan. Niet meer de losse uurtjes. En ik heb een uurtarief waar ik tevreden over ben. Als mensen me willen inhuren, dan is dat omdat ze mijn kwaliteiten kennen. Dat is een leerproces hoor: ‘nee’ zeggen tegen opdrachten die niet passen en je eigen waarde inschatten.”
Geld is een essentieel onderdeel, maar vaak ook een gevoelig onderwerp en zelfs een reden om projecten niet aan te nemen of te onderhandelen, vertelt Andrea. “Zeker particuliere dansscholen konden in het begin hele lage tarieven aanbieden, maar voor twintig euro per uur, kan ik geen les geven. Daar zit de voorbereiding dan al bij in. Ik ben daar kritischer op geworden. Ik kan geen veertig uur in de week lesgeven, dat is fysiek niet te doen. Idealiter geef ik zo’n 25 uur per week les en de rest gaat op aan lesvoorbereidingen en administratie.”
‘Dat is een leerproces hoor: ‘nee’ zeggen tegen opdrachten die niet passen en je eigen waarde inschatten’
Een goede basis voor haar autonome werk legt Wiosna met subsidieaanvragen en door een crowdfunding op te zetten. Ze investeert ook vanuit haar eigen inkomsten, maar zonder de subsidiekansen is het moeilijker om eigen werk te maken, deelt ze. “Een paar jaar geleden heb ik een kennisvoucher bij Kunstloc Brabant
‘Het
www wiosnavanbon.com
jeannau-jeanlouis.com
@andreadanst
aangevraagd, daarmee kon ik opdrachten vinden die beter bij mij aansloten. Met een coach heb ik een businessplan geschreven. Dat heeft me heel goed op weg geholpen. Later heb ik Impulsgelden aangevraagd om juist wat langere projecten aan te kunnen gaan. Op deze manier kan ik zelfstandig zijn en meer op fotografie focussen met een maatschappelijke waarde.”
Zo’n subsidieaanvraag schrijven is overigens een vak apart, deelt Wiosna. “Niet elke maker is goed in het schrijven van een aanvraag, dat wringt soms. Ook de instanties die met een kunstenaar samen willen werken hebben daar vaak de tijd en de kennis niet voor. Het zou helpend zijn als er een loket is bij de gemeente of een landelijk aanspreekpunt waar je met je aanvraag terecht kunt”, zegt ze.
Het juiste inkomen, fijne opdrachten, een goede werk- en privébalans; essentiële elementen om als zzp’er te functioneren. Maar hoe kom je tot dat punt? Als zzp’er moet je niet alleen goed zijn in je vak, maar ook je administratie en marketing doen, subsidieaanvragen schrijven én netwerken, zegt Wiosna. Jeannau: “Wanneer ik les geef, zorg ik altijd dat ik er wat eerder ben en wat langer erna blijf. Juist die momenten waarop je met de mensen in gesprek kunt gaan, zijn belangrijk. Nog even wat drinken, laten zien wie je bent en interesse tonen. Dat kan het verschil maken, waardoor je de gunfactor hebt.”
“Er zijn genoeg mensen goed in hun vak, maar alles eromheen: omgaan met mensen, afspraken nakomen, alles goed voorbereiden, dat bepaalt of opdrachtgevers met je in zee gaan. Daar ben ik me bewust van. Daarnaast maak je met de kunsten op een ander niveau een connectie met mensen, je moet je kwetsbaar op kunnen stellen en een klik voelen met de ander. In contact blijven.”
Dat geldt voor Wiosna en Andrea zeker ook. Zo gaat Andrea een keer per jaar een week in training bij een van de dansopleidingen in Nederland om weer up-to-date te zijn op het gebied van dans en educatie. Daar komt ze in contact met andere dansdocenten. Voor Wiosna is koffiedrinken met potentiële relaties essentieel. “Een duurzame relatie opbouwen, begint met koffie en een gesprek. Er is soms een gunfactor nodig en het vertrouwen bouw je zo op”, zegt ze. “Het komt veelal neer op je netwerk en mond-tot-mondreclame, daar moet je in investeren als ondernemer.”
De bedrijvigheid en werkgelegenheid in de culturele en creatieve sector groeit in de provincie Noord-Brabant. Het grote aantal banen en aantal werkenden laat zien dat het een belangrijke sector is in de provincie. Meestal gaat het om zelfstandigen (zzp’ers) die in de vier grote Brabantse steden en de omgeving van Eindhoven, ’s-Hertogenbosch en vooral Tilburg werken (en wonen).
Uit allerlei onderzoek, maar ook uit de verhalen van Andrea, Wiosna en Jeannau in dit magazine, blijkt dat de arbeidsmarktpositie van zelfstandigen in de sector echt heel kwetsbaar is. Het is hard werken en er worden veel (onbetaalde) uren gemaakt. De tarieven voor de betaalde uren zijn ook nog eens laag. Lichtpunt is dat er, ook in de verhalen van de drie uit dit magazine, gelukkig steeds meer oog is voor de balans tussen het werken vanuit passie en de eerlijke beloning die daarbij hoort.
Aantal zzp’ers in creatieve sector in Brabant verdeeld over drie subsectoren in 2022
Henk Vinken onderzoeker bij Pyrrhula Research Consultants
Kunsten en cultureel erfgoed
Creatief zakelijke dienstverlening
Media en entertainment
Aantal banen en zzp’ers in creatieve sector in Brabant van 2017 t/m 2022
Aantal zzp’ers per 1.000 inwoners in de creatieve sector in 2022
2,9 – 4,9 4,9 – 5,3
5,3 – 6,4 6,4 – 11,2
→ De werkgelegenheid in de creatieve sector wordt op waardevancultuur.nl uitgebreid in beeld gebracht.
Hoe maken we ruimte voor cultuur?
We zitten in Nederland krap in de ruimte. We zoeken plek voor woningbouw, zonne- en windenergie, voor landbouw, natuurherstel en waterberging. Onder die druk wordt bij gebiedsontwikkeling in de bebouwde kom vaak voorrang gegeven aan wonen en werken. Maar we hebben in ons leven meer nodig dan alleen ruimte voor onze voordeur en onze werkvloer. Verschillende stemmen laten zich horen voor het belang van derde plekken. Dit zijn plekken, buiten je huis en je werk, waar je informeel samen kunt komen zonder dat je iets hoeft te kopen.
Deze plekken zijn nodig voor gemeenschapsvorming en voor de creatieve kracht van een gebied. Ze geven een stad smoel. Makers en bezoekers kunnen zich hier als professional of als persoon ontwikkelen. Hoe kunnen we het ontstaan en behoud van deze culturele derde plekken stimuleren? Dat vroegen we aan beleidsadviseur Esther Warendorff van de gemeente Breda en aan Wimke van den Heuvel, mede-oprichter van makersplaats NYMA in Nijmegen.
Rafelranden
Typisch voor derde plekken is dat ze van onderop en vaak in de rafelranden van de stad ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan Strijp-S in Eindhoven, de Spoorzone in Tilburg en de Tramkade in ’s-Hertogenbosch. In het Havenkwartier van Breda, onderdeel van het grotere ontwikkelgebied CrossMark, vind je de broedplaats voor podiumkunsten Bloos, makersplek Electron en Pier15, een skatehall met culturele programmering. “In het hele gebied CrossMark zit zoveel cultuur en creativiteit: urban sports, podiumkunsten, beeldende kunsten”, vertelt Esther Warendorff. “Daar zijn zoveel kansen! Wij zien dat als gemeente, maar ook de mensen en organisaties in het gebied ervaren dat zeker zo. Als gemeente pakken we de gebiedsontwikkeling steeds integraler aan, zo is cultuur in het gebiedsperspectief voor het Havenkwartier specifiek genoemd. Ruimte voor cultuur is opgenomen als strategisch thema in het nieuwe cultuurbeleid Breda. Stad van Creatief Talent 2025-2040. Met het team werken we onder andere aan culturele gebiedsprofielen, een integraal huisvestingsplan en een werkagenda voor kunst en cultuur in de publieke ruimte. En ja, er zijn uitdagingen en opgaven. Vanuit placemaking brengt cultuur altijd veel levendigheid, maar als je het daarna wilt bestendigen wordt het lastiger.” Die lastige uitdaging zien we terug in de plannen voor het Havenkwartier, waar Podium Bloos wel een plek krijgt, maar het daarnaast gelegen Electron niet.
Aan tafel zitten
Wat moet je dan doen om ruimte voor cultuur in die gebiedsontwikkeling te behouden? “In gesprek blijven en ambitie uitstralen”, zegt Esther. In team Cultuur van Gemeente Breda is Esther daarom degene die alle gebiedsontwikkelingen in de stad in het vizier houdt. Ze haalt steeds de lijntjes aan met alle project- en gebiedsmanagers.
Wat verstaan we onder een culturele derde plek?
In één zin zijn het plekken waar mensen met kunst in aanraking komen, en waar kunst en cultuur mensen samenbrengen. In het essay Vrije ruimten, cultuur en brede welvaart van Henk Vinken wordt de betekenis van derde plekken verder verkend. We bepleiten het ontstaan van deze plekken via gerichte stadsontwikkeling te stimuleren, ze te beschermen tegen commerciële krachten, en vooral ook om gedeeld eigenaarschap te organiseren. In het artikel vind je ook een complete lijst van criteria waar we zo’n plek aan kunnen herkennen. Hier enkele van die criteria.
Culturele derde plekken:
→ Functioneren als culturele ontmoetingsplekken van makers en publiek
→ Ontstaan van onderop, op initiatief van makers en burgers, zijn zelfgeorganiseerd
→ Zijn openbaar, zijn vrij toegankelijk en hebben ruime openingstijden
→ Verplichten tot niks, dwingen niet tot het afnemen van diensten of producten
→ Zijn vaak te vinden in de rafelranden van stad of dorp, zijn nog niet af of gloednieuw
→ Zijn lokaal geworteld: trekken mensen uit de buurt als organisator, bijdrager en/of publiek
→ Zijn er voor de lange termijn en niet tijdelijk voor de duur van een evenement
Het essay Vrije ruimten, cultuur en brede welvaart vind je op waardevancultuur.nl
“Een gemeente als Breda heeft heel veel afdelingen die bij gebiedsontwikkelingen betrokken zijn. Het is dan zaak om cultuur letterlijk op de agenda te houden. En te zorgen dat je vanuit team Cultuur in allerlei projectgroepen en stuurgroepen aan tafel blijft zitten.”
“Het eerste deel is om huizen te bouwen, die opgave is groot. Maar daarna komt er nog veel meer en daar moet je cultuur vanaf het begin bij betrekken. Dat is meer dan ruimte maken voor een culturele instelling. Je kunt ook denken aan de inrichting van de openbare ruimte in een woonwijk. Een plek maken voor ontmoeting. Dat bewustzijn, daar moet je aan werken door alert te zijn op wat er in je stad gebeurt. Steeds weer het gesprek aan te gaan, en er af en toe echt op te springen en te laten zien ‘Kijk wat voor moois cultuur kan brengen!’”
Neem zelf heft in handen
Culturele derde plekken die echt werken als ontmoetingsplaats ontstaan meestal van onderop, op initiatief van creatieve ondernemers zelf. Bij gebiedsontwikkeling gaat het al snel om veel geld en grote belangen. Veel wordt bepaald en bedacht door overheden en grote ontwikkelaars. Voor de ontwikkeling van de Tramkade in ’s-Hertogenbosch en ook vanuit andere gemeentes wordt er met nieuwsgierigheid gekeken naar het NYMA-terrein in Nijmegen. Hier namen creatieve ondernemers zelf het heft in handen en werden
‘We waren ze gewoon twee stappen voor’
mede-ontwikkelaar. Wimke van den Heuvel is een van de oprichters van de NYMA Makersplaats. Hij vertelt over de eerdere makersplaats in een oude Honig fabriek, die in korte tijd uitgroeide tot een levendige hotspot. “Die plek was eindig. Maar wij wilden niet stoppen, want het was zonde om de community die we daar hadden opgebouwd op te geven. We wisten dat we samen sterk zouden staan. En we wilden al die ondernemers op het NYMA-terrein voort laten bestaan. Zo simpel is het natuurlijk niet gegaan, maar dat is wel de insteek geweest.”
Kom met een plan
Verschillende makers en ondernemers verenigden zich in een coöperatie. Zo konden ze al snel hun plan met visualisaties op tafel leggen. De Gemeente Nijmegen was op dat moment bezig met het inventariseren van ideeën voor het gebied. “We waren ze gewoon twee stappen voor.” Zo kwam de coöperatie aan tafel te zitten bij het
bepalen van de gezamenlijke gebiedsvisie voor het NYMA-terrein. “We zijn plannen gaan maken, schetsen en de globale terreinindeling.” De ontwikkelaars kwamen er pas bij toen de gezamenlijke gebiedsvisie al door de gemeente en de coöperatie was vastgesteld.
‘Soms moet je dingen durven te doen zonder dat je de uitkomst weet’
De coöperatie bleek een gouden greep, omdat je daarmee heel veel kleine ondernemers vertegenwoordigt, die allemaal een plek nodig hebben. “We huisvesten veel makers, en dat is voor stad en de omgeving zo enorm waardevol. Dat heeft de gemeente gehoord en omarmd, anders had er nu misschien een McDonalds of een megabioscoop gezeten. Dat was voor de gemeente veel gemakkelijker en goedkoper geweest. Dus het was wel aan ons om ze te overtuigen dat ons plan ging lukken.”
Vertel een eerlijk verhaal
De kracht van hun verhaal was dat de coöperatie niet alleen koos voor het eigen belang, maar ook om Nijmegen een levendige plek te geven, die goed aansloot bij de bestaande locatie en gebouwen. “Je vertelt een verhaal dat eerlijk is, en dat wordt altijd gehoord. Het is geen broodje aap verhaal waaraan je zoveel mogelijk probeert te verdienen. Er is een intrinsieke motivatie van de makers om van deze plek iets vets te maken. We zijn nooit bang om dingen gewoon op te pakken en te organiseren, die misschien niet onze ‘core business’ zijn, maar die wel ten goede komen aan het geheel.”
Wat is Wimke’s tip voor creatieve ondernemers om zelf het heft in handen te nemen? “Wees pro-actief. Kijk vooruit. Ben niet bang om dingen te doen waar je misschien niet meteen iets voor terugkrijgt. Soms moet je dingen durven te doen zonder dat je de uitkomst weet.”
Havenkwartier, Breda ↗
Henri Swinkels directeur-bestuurder Kunstloc Brabant
Dit is een nawoord, dat geen nawoord mag heten. Want hoe eervol ook, een nawoord is een ondankbare taak. Als je niets wezenlijks weet toe te voegen zal men je poging smalend afdoen als “spuit 11 geeft modder”. Weet je daarentegen de essentie te raken, dan kan dat weer aangemerkt worden als “mosterd na de maaltijd”. Het nawoord is daarmee voorbestemd tot de categorie “vlees noch vis”. Daarom mag dit nawoord geen nawoord heten.
Ik ben geen aanhanger van het dataïsme, het idee dat alles in het universum uiteindelijk in data en algoritmen is te vangen (Brooks 2013 , Harari 2016 ). Het miskent de complexiteit van het universum, de bron van creativiteit. Alleen in de exacte wetenschappen geldt “meten is weten” en blijft een meter een meter. Maar in de complexe werkelijkheid waarin we leven, precies daar waar we de waarde van cultuur ten volle ervaren, is dat wat we kunnen meten of tellen zeker niet het hele verhaal.
Ik zou hier, in het kader van het nawoord dat geen nawoord mag heten, zelfs verder willen gaan: dat wat we kunnen meten is het minst belangrijk. Cultuur laat zich niet meten. Het is fluïde, dynamisch en complex. Culturele activiteiten vinden plaats in alle denkbare situaties en omstandigheden en houden zich – juist – niet aan bestaande conventies. Elke poging deze complexe werkelijkheid te vangen in voor ons herkenbare kaders, getallen en gemiddelden, is op voorhand problematisch.
Gaandeweg wordt waarschijnlijk duidelijk waarom dit nawoord geen nawoord mag heten. Tot zover is het niet bepaald de gedroomde conclusie in een nawoord bij de Waarde van cultuur.
Maar stop! Nee, gooi deze Waarde van cultuur nu niet van tafel. Want al is onze omgang met complexiteit moeizaam, het maakt onderdeel uit van ons dagelijks leven. Voortdurend zijn we op zoek naar manieren waarop we ons kunnen verhouden tot deze complexiteit en zoeken we naar begrippen, gegevens en data die ons kunnen helpen cultuur te begrijpen en zijn betekenis te doorgronden. En dat kan alleen als we de complexe werkelijkheid vereenvoudigen of, zoals Edgar Morin het zo mooi formuleert, decomplexificeren.
Dus dat is wat er hier gebeurt. Noodgedwongen reduceert de Waarde van cultuur de complexe werkelijkheid tot die elementen die meetbaar zijn en waarvan we vermoeden dat die, direct of indirect, een rol spelen bij of en hoe we kunst en cultuur waarderen. Het is een sterk vereenvoudigd en bij voorbaat onvolledig beeld. Maar het kan ons desalniettemin op weg helpen om iets meer van de context te begrijpen waarin de onmetelijke hoeveelheid verschillende en wisselende ervaringen met kunst en cultuur in Brabant plaatsvinden.
Dat is de waarde van de Waarde van cultuur. Best een aardige conclusie voor een nawoord, dat geen nawoord mag heten.
Coördinatie en redactie
Arne Broekhoven, Sanne van de Loo, Meintje de Roest, Anouck Storms
Interviews
Simone Vos (simonevos.com)
Fotografie
Stijn Rompa (stijnrompa.nl)
Overige fotografie
Ilse Wolf p. 3, 28, 82
Raemy Abdelsalam p. 17
Rhiannon Coolen p. 22, 46, 56
Sterre Otten p. 24
Henk Claassen p. 30
Rosa Meininger p. 84, 88
Maren van der Burght p. 86
Erwin Vrensen p. 93
Grafisch ontwerp en art direction
Janine Hendriks (kaftwerk.nl)
Drukwerk
NPN Drukkers, Breda
Uitgave
Eerste druk, juli 2024
Dit magazine Waarde van cultuur is ontwikkeld door Kunstloc Brabant, in samenwerking met Het PON & Telos, Pyrrhula Research Consultants en de Boekmanstichting. BrabantStad is de opdrachtgever.
Het magazine is een aanvulling op de online monitor waardevancultuur.nl en vertelt de verhalen achter de data. Zo lichten we de meest opvallende data uit het onderzoek toe met verhalen uit de Brabantse praktijk.
© Kunstloc Brabant (kunstlocbrabant.nl), Het PON & Telos (hetpon-telos.nl), Pyrrhula Research Consultants (henkvinken.nl), de Boekmanstichting (boekman.nl)