1 7 9
1
2
3
” Ons management principe is “differentiate r die”. We willen echt onderscheidend zijn.”
Luc Renson
1 9
1
2
3
1 9
1
2
3
Luc Renson ,
MANAGING DIRECTOR DUCO.
Duco, de toonaangevende producent in Europa van ventilatie- en zonweringsystemen, heeft net zijn 20ste verjaardag achter de rug. Zaakvoerder Luc Renson is terecht trots op wat hij in die twee decennia heeft verwezenlijkt. Hij bouwde een failliete onderneming met minderwaardige producten uit tot een efficiënt, innoverend bedrijf met internationale reputatie. Geen sinecure, zeker niet in een land als het onze, waar de wetgeving inzake ventilatie hopeloos verouderd blijkt. Luc Renson vertelt waarom zijn bedrijf ondanks alles bleef groeien – ook tijdens de financiële crisis – en waar de uitdagingen voor de toekomst liggen.
Duco bestaat dit jaar 20 jaar. In hoeverre is uw sector geëvolueerd in die twee decennia? Je kunt spreken van een heel grote evolutie. Toen we twintig jaar geleden van start gingen, draaide alles rond een simpel ventilatieroostertje dat in een raam werd geplaatst. Van daaruit is dat geëvolueerd naar geluidwerende, brandwerende, elek tronisch gestuurde roosters enzovoort. De voorbije 7 jaar zijn we van een fabrikant van ventilatieroosters doorgegroeid tot een fabrikant van totale ventilatiesystemen. Dat betekent dat wij niet alleen de volautomatisch gestuurde toevoerroosters produceren maar ook de CO2- en vochtsensoren en de afvoerbox. We zorgen voor een mooi evenwicht tussen aan- en afvoer en beheren de totale woning om een gezond binnenklimaat te kunnen realiseren. We gaan zelfs zover dat we ook roosters hebben waar screens in zijn verwerkt. Dus ventilatie en zonwering in één product. Bovendien kan dat allemaal automatisch worden bediend. U hoeft dus in feite niets meer te doen, behalve als u zelf wilt ingrijpen.
2 9
“ Die eerste maanden waren eerder een nachtmerrie dan een jongensdroom.”
Hoe is het bedrijf zelf gedurende de jaren geëvolueerd? Dit was eigenlijk een klein bedrijfje in ventilatie uit Nieuwpoort dat drie jaar daarvoor was opgestart maar een volledige mislukking was geworden. Op een zekere vrijdag in 1991 ging het failliet, en de maandag daarop deed ik blijkbaar het hoogste bod. De omzet was ontzettend klein en stond totaal niet in verhouding tot de 23 mensen die er werkten. Ik heb het bedrijf in anderhalve maand tijd geherstructureerd naar negen mensen. Bovendien waren de producten van slechte kwaliteit. Er waren heel veel klachten. Toen ik bij klanten kwam, vroegen die me om eerst de problemen van mijn voorganger op te lossen en dan terug te komen voor een bestelling. De leveranciers van hun kant waren niet geneigd om nog te leveren want die hadden te veel geld verloren in het faillissement. Die eerste maanden waren dus eerder een nachtmerrie dan een jongensdroom. In 1991 hebben we alles tot op de bodem gesaneerd, de kosten geminimaliseerd, maar tezelfdertijd zijn we begonnen met de ontwikkeling van een nieuw rooster. We hebben de belangrijkste klanten bezocht, om marktinformatie op te doen. Het werd me vrij snel duidelijk dat Nederland de belangrijkste Europese markt op ventilatiegebied was. Dus heb ik beslist om de eerste jaren strategisch te focussen op onze noorderburen. Waarom sloegen jullie ventilatieroosters eigenlijk beter aan in Nederland? In Nederland is men veel meer gereglementeerd dan in andere Europese landen. Er was ook een grotere noodzaak aanwezig omdat er in Nederland zeer compact wordt gebouwd. Men bouwt er ook veelal gegroepeerd. Niet zoals in België, waar we heel veel vrijstaande huizen hebben. De situatie is er dus helemaal
anders. Kleine woonhuizen vragen een goede isolatie, maar wie “isoleren” zegt, moet ook ventileren. Vandaar is de ventilatiewetgeving er heel streng. “Wie goed isoleert, moet ook goed ventileren” is zowat dé slogan van de laatste jaren? Ik neem aan dat die voor een groot deel aan de basis ligt van het succes van uw sector en van uw bedrijf? Ik denk alleen maar aan de premies die worden uitgereikt door de overheid... Ja en neen. Het traject dat wij in Nederland hebben afgelegd, is succesvol geweest. We hebben 20 jaar na elkaar omzetgroei gerealiseerd. Zelfs in de crisisjaren waren er groeicijfers. In bepaalde landen heeft Duco de concurrentie buitenspel kunnen zetten door te focussen op innovatie. Want dat is waar Duco het verschil maakt. We zijn nooit de mensen geweest die het van de prijs moeten hebben, maar wel van diversiteit. Ons managementprincipe is “differentiate or die”. We willen echt onderscheidend zijn. Vanwaar dan de “neen”? In België is men pas een goeie vijf jaar geleden op de kar gesprongen. Men heeft hier veel geïsoleerd, maar een ventilatiewetgeving was er niet. Vijf jaar geleden kwam die er dan toch met de EPBwetgeving. Maar in België is de wetgeving onbegrijpelijk. Ongelooflijk. Men ziet in andere landen hoe de ventilatiewetgeving is geschreven en wat de ervaringen ermee zijn, en in België komt men 15 tot 20 jaar later met een ventilatiewetgeving die eigenlijk ongezonde ventilatiesystemen bevoordeelt en subsidieert. De gezonde systemen, de C-systemen zoals die van Duco, die in andere landen succesvol zijn, komen hier niet aan bod. Bij een systeem C gebeurt de toevoer via de gevel en de afvoer via het dak.
3 9
“De ventilatiewetgeving in Vlaanderen, Wallonië en Brussel is Afrikaans.” Bij systeem D verlopen beide via het dak. Systeem D heeft het voordeel dat het energiezuiniger kan werken dankzij een warmtewisselaar die tussen toevoer en afvoer wordt geplaatst. Maar wat ze wel vergeten, is dat ze via een heel complex kanalensysteem de toevoerlucht in de kamers moeten brengen. Dat systeem moet constant onder druk staan, met als gevolg dat er meer lawaai is, want het zit meestal op zolder, net boven de slaapkamer. Het grootste probleem is echter dat er bovenin die complexe kanalen een filter zit die meestal onvoldoende gereinigd wordt. En zelfs als dat wel het geval is, dan blijven er altijd kleine partikels meegaan in de kanalen. Als die partikels worden gemengd met vocht, worden er via die kanalen bacteriën in de woning verspreid. Zo krijg je het sick building syndroom bij systeem D. In Nederland is er tegen dit systeem een hetze ontstaan en is het systeem D al jaren op de terugweg. Daar zijn wij met ons systeem C dus de winnaars geworden, maar in België liggen de zaken anders. Hoeveel moeite kost het om dit systeem in België erdoor te krijgen? Veel. In België is de wetgeving daar niet op voorzien. We moeten ons systeem volledig gaan uitleggen, en dan anderhalf jaar wachten om een attest te krijgen. We zijn echter een vernieuwende firma, en na anderhalf jaar zijn onze systemen zodanig verbeterd, dat er weer een nieuwe aanvraag moet worden ingediend. De ventilatiewetgeving in Vlaanderen, Wallonië en Brussel is Afrikaans. Ik vind het jammer dat de fabrikanten van systeem D, die
weten dat hun systeem niet deugt, naar het onervaren België kunnen exporteren omdat de wetgeving hier geen rekening houdt met de slechte ervaringen uit andere landen. De ongezonde systeem D ventilatiesystemen worden in België niet afgeschaft. Integendeel, ze worden extra aangemoedigd met subsidies. Maar de tijdsgeest is voor een bedrijf als Duco toch positief? Zeker weten. Wij zijn dan ook heel hoopvol voor de toekomst, ook omdat wij als innovatief bedrijf altijd vijf jaar vooruitlopen. Bij Duco werken in totaal 11 R&Dmedewerkers, waarvan de meesten ingenieurs zijn. We zijn nu bezig met dé producten van de toekomst, en we hebben er heel veel vertrouwen in. Kiezen mensen bewust voor duurzame oplossingen omdat ze hen gezonder doen leven of omdat ze er geld mee besparen? In Nederland is dat een evidentie. Ze zijn er al zo lang bezig met isolatie en ventilatie. Daar beseft men dat ze die kleine woningen moéten ventileren, willen ze niet met schimmel en dergelijke geconfronteerd worden. In België hebben we de voorbije jaren nog missionaris moeten spelen om de mensen duidelijk te maken waarom ze moeten ventileren. De volgende stap is om hen te tonen hoé ze moeten ventileren.
4 9
Hoe hebt u dat tot nu toe aangepakt? Puur via sensibilisering? Aangezien wij 96% export doen naar 22 landen, zijn wij maar een kleine speler in België. Toch hebben we vorig jaar besloten om ook in België een deel van de markt naar ons toe te trekken. We hebben drie buitendienstmensen aangetrokken voor de Belgische markt. Het verschil met Nederland is ook dat het er meestal de gesubsidieerde overheidsdiensten zijn die bouwen. Woningcorporaties, adviesbureaus... terwijl in België de particulier veel meer invloed heeft. Hier wordt veel meer individueel gebouwd. U ontwerpt en produceert duurzame producten. Wat vindt u zelf van duurzaam ondernemen? Dat is enorm belangrijk. Voor mij is alles gestart vanuit de passie voor het product, maar ik ben van ondernemer stilaan moeten evolueren naar manager. Er waren hier 9 mensen, nu zijn dat er 140. Dat vraagt spijtig genoeg het nemen van wat afstand. Ik ken weliswaar alle mensen nog bij voornaam en elke week doe ik nog de ronde van het hele bedrijf. Duurzaam ondernemen betekent voor mij onder meer dat we met respect omspringen met de mensen die we tewerkstellen. Het gaat ook over het zo milieuvriendelijk mogelijk vervaardigen van onze producten. En natuurlijk zijn ook onze producten zelf duurzaam. Bedoeling is om het gehele plaatje qua duurzaamheid te doen kloppen. Hoe komt het dat mensen zo gaan focussen op duurzaamheid? Het begrip zelf kwam als het ware uit de lucht vallen. Mensen zijn natuurlijk niet volledig uit zichzelf beginnen stilstaan bij duurzaamheid. Enerzijds wordt de energie steeds duurder, en ook het waterverbruik. Tweede reden is de doorgedreven sensibilisering van de overheid, die eigenlijk eerder subsidiëring is. Via mondtot-mondreclame is dat zover gegaan dat ze bepaalde subsidies nu zelfs versneld moeten
terugschroeven. Ik denk dat op een bepaald moment misschien 5% van de maatschappij zo dacht en als alternatievelingen werden aangezien. Wij zijn er al mee bezig sinds 1997. Toen zijn we naar buiten gekomen met de Green Building Solution. Dat was toen nieuw. Door nachtventilatie en zonwering te gaan combineren, konden we ervoor zorgen dat we geen airconditioning meer nodig hadden. Je moet weten dat airco driemaal zoveel energie verbruikt als verwarming. Hoe ziet u dat evolueren? Zal duurzaam wonen nog belangrijker worden? Heel zeker. Ik denk dat we naar energieneutrale woningen gaan, waar er geen energieverbruik meer is. In België spreekt men enkel van “passief wonen”, “passieve huizen”, terwijl wij van “actief wonen” spreken. Actieve woningen zien wij als woningen met een warmwaterpomp, zonnepanelen, het beste ventilatiesysteem dat elektronisch gestuurd is en dus alleen maar ventileert wanneer het strikt noodzakelijk is. Geen airco meer, maar nachtventilatie. Proberen de basisisolatie te respecteren, maar dan zonder daar te ver in te gaan, zoals bij passiefhuizen wel het geval is. Besparen op energie dus, en niet op je gezondheid.
“In België hebben we de voorbije jaren nog missionaris moeten spelen om de mensen duidelijk te maken waarom ze moeten ventileren.”
5 9
Voor welke andere uitdagingen staat het bedrijfsleven in de toekomst? Eigenlijk zijn de uitdagingen van de laatste twintig jaar al bepaald geweest. Er is al een grote schifting doorgevoerd tussen bedrijven die niet zijn geëvolueerd en ondernemingen die dat wel hebben gedaan. Er heeft al een serieuze exodus plaatsgevonden richting Azië. Wij hebben daar niet aan meegedaan. Wij hebben beslist dat we hier zouden blijven produceren, maar ook anders. Globaal gezien gaan we van een productiemaatschappij naar een kennismaatschappij. Zo werken er hier vandaag evenveel bedienden als arbeiders. We hebben maximaal geïnvesteerd in alles wat ontwikkeling, marketing en sales is. Dat zijn voor mij de drie departementen die ervoor kunnen zorgen dat we hier kunnen blijven. Door unieke producten te gaan creëren en op een unieke manier in de markt te zetten, kom je tot een westers model dat leefbaar is. Ik geloof dan ook nog altijd dat we het hier kunnen redden, al denk ik dat men in West-Europa op sociaal vlak toch zal moeten bijdraaien. We zijn een openluchtmuseum aan het bouwen met een sociale wetgeving die veel te ver gaat. Hoezo? Er zijn te veel regels en er is te weinig flexibiliteit. We hebben nu twee mensen fulltime op de personeelsdienst. Daarnaast zijn we ook nog aangesloten bij een sociaal bureau, hebben we een advocaat sociaal recht... Het wordt zo complex dat men iedereen die hier in WestEuropa met industrie bezig is, in de verkeerde richting aan het drijven is. Wie kan daar verandering in brengen? Europa? Zeker Europa. Europa moet kijken naar wat er gebeurt in Latijns-Amerika en Azië en daar de juiste conclusies uit trekken. Zolang het verschil tussen de netto inkomsten van de werknemer en de bruto uitgaven van de werkgever voor een uurloon of wedde zo groot is, zijn we verkeerd bezig. Hoe kan ik nog iemand gaan belonen? Alleen met een schouderklop, want als ik hem
een bonus geef, moet hij daar drie vierde van afgeven. Dat is dé uitdaging voor de toekomst. Hoe kunnen we mensen nog motiveren om initiatief te nemen en door te groeien? Op welke manier ziet u dat dan positief evolueren? We kijken naar de politici. Ze hebben nu zelfs een unieke kans om bepaalde stappen in de goede richting te zetten. Het feit dat er nu al een jaar een status quo is, is misschien niet verkeerd. Ze kunnen nu beseffen dat onze belastingsdruk, toch de derde hoogste ter wereld, niet meer houdbaar is als we in de toekomst willen succesvol zijn. Hopelijk hebben ze de moed om te saneren in hun overheidsdiensten. Maar goed, ik kan wel oplossingen aanreiken, maar ik ben en blijf een ondernemer en zal nooit op de stoel van een politicus plaatsnemen.
6 9
“Door unieke producten te gaan creëren en op een unieke manier in de markt te zetten, kom je tot een westers model dat leefbaar is.”
Vraagt jullie technologie geen erg specifieke profielen, die al beslagen zijn in de materie, in het product? Bij ons geldt dat niet. Wij zijn een jonge onderneming en gaan zeer veel te rade bij scholen. Schoolverlaters zijn hier altijd welkom. Dat is ook een van de uitdagingen voor de toekomst, dat de jeugd de kansen krijgt om in een bedrijf ervaring op te doen. Onze producten kun je namelijk nergens anders vinden. We kunnen dus niet naar scholen gaan en zeggen: “Lever ons eens een kant-en-klare ventilatieingenieur.” Daar hebben we een eigen filosofie over. We willen investeren in mensen. Komen ze dan, zoals ze hier in WestVlaanderen zeggen, met “goesting” werken? Ik denk van wel. Dat komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. We zoeken het perfectionisme op: op het gebied van machines, van producten, maar ook wat betreft infrastructuur voor de medewerkers en de sfeer. We blijven constant vernieuwen. Om de vijf jaar draaien we alles om. We proberen van die drang naar innovatie een echte passie te maken. Mijn persoonlijke uitdaging is om die passie op hen over te dragen... en op de volgende generatie.
“Het wordt zo complex dat men iedereen die hier in West-Europa met industrie bezig is, in de verkeerde richting aan het drijven is.” Bent u daar al mee bezig, met die opvolging? Ik probeer mijn drie zonen vooral kind te laten zijn. Mijn oudste is twintig en de jongste 14. Er is zeker interesse maar de komende vijf jaar komt in deze situatie nog geen verandering. Niet omdat ik geen stap wil opzijzetten, maar omdat ze eerst een diploma moeten halen, de wereld
moeten leren kennen, met zijn positieve en minder positieve kanten. Wat vindt u zelf de grootste maatschappelijke verschuiving? De financiële crisis? Ik denk dat er heel veel geld op de wereld aanwezig is, maar dat het grote probleem is dat we een manier moeten vinden om ook de volgende generaties geld te doen verdienen, te motiveren en te enthousiasmeren. Ik heb namelijk de indruk dat we meer en meer naar een maatschappij gaan die “werkt om te leven”, terwijl dat bij de vorige generatie eerder omgekeerd was. De middenweg zal wel de juiste zijn, maar ik vrees dat mensen in de toekomst enkel zullen “werken om te leven”. Dat houdt in dat heel wat van hen voor alles en nog wat gaan lenen, en de banken spelen daarop in. Dat is geen goede evolutie. Mijn vader zei altijd: “Je kunt maar een frank uitgeven als je hem hebt verdiend.” Daar zit nog altijd enorm veel waarheid in. Alhoewel we de crisis in België niet zo enorm gevoeld hebben, precies omdat de mensen hier spaarders zijn. Als mensen op pensioen gaan met een eigen huis, een spaarpotje en een appartementje aan de kust, dan is de gemiddelde Belg geslaagd. In Amerika is dat totaal anders. Daar verhuist men soms acht keer in zijn leven. Over het buitenland gesproken... Bestaat de kans dat u ooit zaken gaat doen in de nieuwe markten, zoals het voormalige Oostblok? Een tiental jaar geleden zijn wij begonnen met de export naar Oost-Europa. Dat ging zeer goed. In no time waren we marktleider in de Baltische staten, maar ook in Polen, Roemenië en Hongarije,Tsjechië... Maar door de crisis in 2008 is ook dat als een pudding in elkaar gezakt. De meeste van die economieën bestonden alleen dankzij leningen. Dan moet je als een grote mijnheer kunnen zeggen dat je daar stopt tot het economische klimaat er beter wordt. Is China dan een betere optie? Die markt zit toch in de lift? Ook daar waren we al actief, maar we hebben er geen al te beste ervaringen aan overgehouden.
7 9
”Mijn vader zei altijd: “Je kunt maar een frank uitgeven als je hem hebt verdiend.” Daar zit nog altijd en rm veel waarheid in.” Luc Renson
8 9
Enkele niet volledig betrouwbare Chinezen hebben toen kwalitatief minderwaardige producten onder onze naam op de markt gegooid. Zij gaven de indruk aan de architecten, ook de grote westerse architecten die in Peking, Hongkong of Shanghai aan de slag waren, dat ze volwaardige Duco-producten verkochten, terwijl dat natuurlijk niet het geval was. Onze brochures werden er gebruikt, onze naam en ons logo, tot zelfs de foto’s van onze medewerkers. Zelfs hier kwamen die architecten ons aanspreken over de aanzienlijk mindere kwaliteit van die producten, terwijl dat volledig buiten onze wil gebeurde. Er is een proces van gekomen, dat we na zeven jaar uiteindelijk hebben gewonnen. We hebben er wel zodanig veel schade opgelopen, dat een tweede Chinees avontuur voorlopig niet op de planning staat. Het is ook niet noodzakelijk voor onze toekomst. We kunnen hier in onze WestEuropese cultuur nog zoveel nieuwigheden introduceren. Hoe ziet u uw toekomst na Duco? Welke richting wilt u uit? Ik ben nu bijna vijftig en de vraag stelt zich nog niet meteen. Maar als het zover is, hoop ik dat ik alles goed kan overdragen aan de volgende generatie, dat ik hen kan begeleiden. Daarna wil ik veel reizen, want dat zit in mijn genen. Vooral in Afrika en Zuid-Amerika zijn er landen met een prachtige cultuur. Het zijn ook positieve culturen. De mensen zijn er eerlijker, en dat staat me wel aan. Wat doet u als u niet aan het werk bent? Het land ontvluchten, anders ben ik met mijn gedachten toch bij Duco. Ik heb een zeewaardige boot en het geluk om vlakbij de zee te wonen. Het geeft me de gelegenheid om alles even achter te laten. Ik neem ook heel veel literatuur door, maar wat ik lees, sluit heel vaak aan bij wat ik doe. Ik houd van succesverhalen, zoals die van Apple, Microsoft of van Coca Cola. Pen en papier liggen dan ook altijd binnen handbereik. Wat hebben zij anders gedaan dan hun collega’s om met hetzelfde product meer
succes te boeken? Zo’n dingen. Meer succes door dingen anders te doen dus? Anders én beter. Dat boeit mij enorm. Hoe staat u tegenover de schat aan nieuwe sociale media waardoor de huidige jonge generaties helemaal worden ingepalmd? Ik heb er een dubbel gevoel bij. Positief is dat je via Skype en dergelijke contacten kunt leggen over de hele wereld. De wereld is één groot dorp geworden en de grenzen zijn weg. Dat vind ik een heel positief gegeven. Langs de andere kant gaat het soms te ver. Dan moeten er huisreglementen worden opgesteld: dat er aan tafel geen telefoons worden opgenomen, dat er op de computer mag gewerkt worden maar ook aan sport moet worden gedaan. Wij waren veel meer buiten, er waren verjaardagsfeestjes. Nu is dat allemaal minder, omdat men vooral binnen zit. Mensen brengen de dag van vandaag 85% van hun leven binnenshuis door en dat zal alleen maar vermeerderen. Voor Duco is dat niet slecht, want hoe meer mensen binnen zijn, hoe meer CO2 en vocht er geproduceerd wordt en hoe groter de behoefte aan goede ventilatie is. Zo heeft elk nadeel wel zijn voordeel. (lacht)
9 9