56
een serie voor jonge kinderen over sociaal-emotionele thema’s De boeken in deze serie zijn gemaakt voor de onderbouwgroepen in de basisschool en voor thuis. De verhalen gaan over alledaagse belevenissen van kinderen.
Kijk en beleef
Kijk en beleef
Het zijn verhalen met een emotionele lading. De verhaalteksten zijn eenvoudig, (klassen)gesprek. Het verhaal wordt afgewisseld met duidelijke, kleurrijke illustraties en foto’s van de hoofdpersonen.
Kijk en beleef – Winnen en verliezen Noor is dol op wedstrijdjes, want Noor is dol op winnen. Wie het eerste dit, wie het eerste dat… Noor wil overal wel een wedstrijdje van maken. Maar eten bijvoorbeeld is geen spelletje waarbij je kunt winnen. Wat is het toch moeilijk om te verliezen! Word maar eens níet boos als de dobbelsteen steeds verkeerd rolt! Toch leert zelfs Noor plezier te hebben in samen spelletjes doen, ook als ze niet wint.
Winnen en verliezen • Noor wil winnen!
voorspelbaar en dus herkenbaar. Onder de teksten staan vragen voor een
Kijk en beleef
56
Winnen en verliezen Noor wil winnen!
Recent verschenen:
Bestelnummer 776
K&B_56_Winnen en verliezen_cover.indd 1
Jennine Staring Anet van de Vorst
05-11-12 13:57
Boekentips Fiet wil rennen, Bibi Dumon en Noëlle Smit (Querido) Fiet wil rennen. Altijd, overal. En niets houdt hem tegen. Of toch? Op een dag waait de wind zo hard dat alle dieren haast omvallen: de beer, een groep eendjes, een slak, een snoek. Maar Fiet wil rennen, en dus probeert hij uit alle macht tegen de wind in te gaan. Het lukt hem niet. Hoe meer hij zijn best doet, hoe erger het wordt. De dieren die hij op zijn weg tegenkomt, proberen hem te helpen in zijn strijd met de wind. Elk op zijn of haar eigen manier. Op iedere bladzijde krijgt Fiet een nieuwe oplossing om tegen de wind in te gaan. Zal het lukken? Zal Fiet het winnen van de wind? Of… Ik ben de beste, Lucy Cousins (Leopold) ‘Ik heb gewonnen. Ik ben de beste!’ roept Hond de hele dag. Zijn vriendjes worden er moedeloos van. Zij willen ook wel eens de beste zijn. En dat lukt ze! Maar daar wordt Hond verdrietig van. Gelukkig kunnen zijn vrienden hem goed troosten: ‘Jij bent onze allerbeste vriend.’ En dan volgt er nog een verrassend einde. Grimm (verzamelde sprookjes), vertaald door Ria van Hengel. Illustraties: Charlotte Dematons (Lemniscaat) In sprookjes gaat het over de strijd tussen goed en kwaad, waarbij het goede altijd overwint. Meelevend met deze verhalen hoop je ook echt dat de ‘held’ overwint. Of dat de ‘underdog’ er uiteindelijk als beste uitkomt. Verliezen is voor het kwaad, voor de luie, voor de gemene. Het is weer een andere manier om tegen winnen en verliezen aan te kijken. Enkele voorbeelden van sprookjes die hiervoor gebruikt kunnen worden: Roodkapje, Het dappere kleermakertje, Hans en Grietje. Extra: benoem met de kinderen wie goed is en wie slecht.
K&B_56_Winnen en verliezen_v2.indd 2
Gebruikswijzer Kijk en beleef is een serie aantrekkelijke kijk, lees- en vertelboeken bij het aan de orde stellen van sociaal-emotionele thema’s in de onderbouw en in thuissituaties. In elk deel komt een onderwerp ter sprake dat te maken heeft met de dagelijkse leef- en ervaringswereld van jonge kinderen. Per bladzijde staat één gebeurtenis centraal. Op de linkerpagina staat de verhaaltekst met in een apart kader een aantal vragen die als uitgangspunt kunnen dienen voor een groepsgesprek. U begint met het voorlezen van het verhaal in z’n geheel, en u laat per pagina steeds de tekening en foto zien. Daarna behandelt u het verhaal pagina voor pagina; de kinderen reageren op de illustraties en op uw vragen. Zo ontstaat een spontaan groepsgesprek, waarin de kinderen hun eigen gevoelens kunnen verwoorden, hun gedachten kunnen laten gaan en vrij kunnen associëren over bijkomende aspecten die niet direct in het verhaal zijn terug te vinden.
Thema en verdieping ‘Het is niet eerlijk. Ik doe nooit meer mee!’ Met een vaart vliegen kaartjes, pionnen en dobbelstenen van tafel en een boos en verdrietig kind rent de kamer uit. Het is duidelijk: het kind ‘kan niet tegen zijn verlies’. Iedere opvoeder krijgt hiermee te maken. Niet tegen je verlies kunnen wordt vaak gezien als een slechte eigenschap. Maar eigenlijk is dat niet zo. Kinderen die willen winnen zijn erg gemotiveerd en kunnen veel bereiken. Het zijn echte doorzetters. Denk aan topsporters. Maar het gedrag dat een ‘verliezer’ vertoont, kan vaak erg negatief zijn. Een kind dat daarin begeleid wordt, zal leren om zijn
verlies niet meer op een vervelende manier te uiten. Het leert incasseren en omgaan met frustraties. Door gezelschapsspelletjes te spelen leert het kind dat het niet alleen om winnen gaat, maar ook om het spel, de gezelligheid en het onderlinge contact. Daarbij is het goed als de opvoeder het kind niet steeds laat winnen, maar ook laat ervaren wat het betekent om te verliezen, ook al roept dat soms heftige reacties op. Hoe kan een kind daarbij geholpen worden? Denk aan: • Kies ook eens een spelletje zonder wedstrijdelement. • Kies ook spelletjes waarbij de geluksfactor een grote rol speelt. • Probeer zo min mogelijk de nadruk te leggen op wie er wint of verliest, maar op het leuke van het spel. • Prijs het kind regelmatig als hij zich sportief gedraagt. Benoem zijn gedrag. • Toon begrip als het kind verliest. • Vergelijk kinderen niet met elkaar. Dat levert meer strijd op. In dit verhaal kunnen de kinderen meeleven met Noor, die met vallen en opstaan leert omgaan met haar gevoelens bij het doen van allerlei spelletjes.
05-11-12 13:59
Verder werken met het thema 1.
Waanzinnige wedstrijdjes
2.
Geen winnaar en geen verliezer
3.
Winnaar en verliezer
Werkvorm: Kringgesprek en tekenen/schilderen Doel: De fantasie prikkelen en creatief bezig zijn; humor inbrengen bij het thema winnen en verliezen Duur: Gesprekje: 15 minuten, tekenen/schilderen 30 minuten
Werkvorm: Zoekspelletje Doel: Kinderen laten ervaren dat er ook leuke spelletjes zijn zonder winnaar of verliezer Duur: 30 minuten
Werkvorm: Spelletje gevolgd door samenspraak tussen winnaar en verliezer Doel: Voelen hoe het is om winnaar te zijn, maar ook mee te leven met verliezer en andersom Duur: 30 minuten
In de kring wordt een aantal ‘waanzinnige wedstrijdjes’ bedacht. Hoe gekker, hoe onwaarschijnlijker en onmogelijker, hoe leuker. Vooral wedstrijdjes die op de lachspieren werken, zijn hierbij favoriet. Bijvoorbeeld: wie klimt het snelste op een ladder naar de maan? Of: wie kan het beste touwtje springen met een paard? Al pratend worden de verzinsels vrolijk uitgewerkt, waarna de kinderen creatief aan de slag gaan. Elk kind kiest één of een paar ‘waanzinnige wedstrijdjes’ of verzint er zelf nog een bij. Op papier kunnen deze bedenksels worden vastgelegd: met knippen/plakken of tekenen/ schilderen. Na afloop worden de schilderijen tentoongesteld en kunnen ze bekeken worden. Napraten en nalachen erover verhogen het plezier.
De kinderen worden in twee groepen verdeeld: ‘verstoppers’ en ‘zoekers’. Van tevoren is een flink aantal voorwerpjes klaargelegd op een blad of op een tafel. Met elkaar worden deze eerst uitgebreid bekeken. Dan gaan de ‘zoekers’ even het lokaal uit, zodat de ‘verstoppers’ de voorwerpen kunnen verstoppen. Het is goed om ervoor te zorgen dat de voorwerpen wel vindbaar blijven. Dan mogen de zoekers binnen komen en aan de slag gaan. Eerst proberen ze zelf alles te vinden. Maar na een poosje mogen de verstoppers helpen door aanwijzingen te geven. Het is de bedoeling dat alle voorwerpen worden gevonden. Dat is het doel van het spel. Als dat doel bereikt is, is het spel zonder ‘winnaar of verliezer’ klaar en geslaagd. Als er voldoende tijd is kunnen de rollen worden omgedraaid en is er weer een groep ‘zoekers’ en een groep ‘verstoppers.’ Kies dan bij voorkeur andere voorwerpen of laat dat door de kinderen zelf doen.
Zet spelletjes klaar voor de kinderen. Spelletjes die twee aan twee gedaan kunnen worden. Leg de kinderen uit dat ze allemaal een spelletje gaan doen, waarbij er één wint en één verliest. Het is aan te raden om in de gaten te houden dat de spelletjes met de nodige vrolijkheid en ontspanning worden gespeeld. Dat hoort ook bij deze ‘oefening’. Als alle kinderen zijn uitgespeeld, komen zij in de kring bij elkaar. Twee aan twee mogen zij dan vertellen over hun gevoelens. Hoe was het om de winnaar te zijn? En hoe om de verliezer te zijn? Kun je je voorstellen hoe de ander zich voelde? Enzovoort. Het mooiste is het als de kinderen hun gevoelens twee aan twee aan elkaar kunnen vertellen. Zo leren ze zich een beetje in te leven in de ander bij het doen van een spelletje.
3
Tip: Spelletjes zonder winnaar en verliezer heten ook wel ‘groene spelen’. Zie bijvoorbeeld: http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/thema/inspirerendonderwijs/groene-spelen
K&B_56_Winnen en verliezen_v2.indd 3
05-11-12 13:59
Wie het eerste thuis is Papa en Noor lopen op de stoep naar huis. Gijs mag op de straat mee fietsen. Hij is al bijna thuis. ‘Was het leuk op school, Noor?’ vraagt papa. Noor vertelt dat er een nieuw kind in de groep was. En dat ze met de grote kar mocht. Op het speelplein. Dan blijft ze ineens staan. ‘Zullen we doen wie het eerste thuis is,’ zegt ze. En meteen zet Noor het op een lopen. 4
Snel, snel holt ze over de stoep. De hoek om. Met zijn lange benen rent papa achter Noor aan. Hij komt al wat dichter bij. Maar Noor is al bij het hek. Snel, snel naar de achterdeur… ‘Gewonnen!’ roept Noor. Nu komt ook papa er aan. ‘Ja!’ lacht hij. ‘Jij hebt gewonnen.’
Om over te praten: Gaat het wedstrijdje helemaal eerlijk? Waarom vind je dat? Papa rent niet op zijn hardst. Waarom doet hij dat, denk je? Hoe vindt Noor het dat ze gewonnen heeft, denk je?
Papa holt achter Noor aan
K&B_56_Winnen en verliezen_v2.indd 4
05-11-12 13:59
5
K&B_56_Winnen en verliezen_v2.indd 5
05-11-12 13:59
Een wedstrijdje aan tafel ‘Jassen uit, handen wassen en aan tafel,’ zegt papa. ‘Na een hele ochtend school, gaat een boterham er wel in.’ Noor en Gijs nemen allebei een boterham met kaas. Mmmmm… de eerste happen zitten er al snel in. Dan kijkt Noor naar Gijs. Haar ogen glimmen. ‘Zullen we doen wie het eerst zijn bord leeg heeft?’ lacht ze. En meteen stopt ze twee grote stukken in haar mond. Dat laat Gijs niet op zich zitten en hij propt ook zijn mond vol. 6
‘Ho, stop!’ roept papa uit. ‘Rustig aan. Eten is geen spelletje.’ Dan legt hij zijn hand op Noors arm. ‘Jij maakt ook overal een wedstrijdje van, hè? Wil je zo graag winnen?’
Om over te praten: Vindt papa een wedstrijdje met eten een goed idee? Waarom niet? Weet jij nóg een paar dingen waar je beter geen wedstrijd van kan maken? Wat voor wedstrijdje doe jij weleens? Met z’n drieën aan tafel
K&B_56_Winnen en verliezen_v2.indd 6
05-11-12 13:59
7
K&B_56_Winnen en verliezen_v2.indd 7
05-11-12 13:59
56
een serie voor jonge kinderen over sociaal-emotionele thema’s De boeken in deze serie zijn gemaakt voor de onderbouwgroepen in de basisschool en voor thuis. De verhalen gaan over alledaagse belevenissen van kinderen.
Kijk en beleef
Kijk en beleef
Het zijn verhalen met een emotionele lading. De verhaalteksten zijn eenvoudig, (klassen)gesprek. Het verhaal wordt afgewisseld met duidelijke, kleurrijke illustraties en foto’s van de hoofdpersonen.
Kijk en beleef – Winnen en verliezen Noor is dol op wedstrijdjes, want Noor is dol op winnen. Wie het eerste dit, wie het eerste dat… Noor wil overal wel een wedstrijdje van maken. Maar eten bijvoorbeeld is geen spelletje waarbij je kunt winnen. Wat is het toch moeilijk om te verliezen! Word maar eens níet boos als de dobbelsteen steeds verkeerd rolt! Toch leert zelfs Noor plezier te hebben in samen spelletjes doen, ook als ze niet wint.
Winnen en verliezen • Noor wil winnen!
voorspelbaar en dus herkenbaar. Onder de teksten staan vragen voor een
Kijk en beleef
56
Winnen en verliezen Noor wil winnen!
Recent verschenen:
Bestelnummer 776
K&B_56_Winnen en verliezen_cover.indd 1
Jennine Staring Anet van de Vorst
05-11-12 13:57