Boombrand (5114)

Page 1

Ervaringen delen

Aardig doen

Piet van der Waal

Een taak uitvoeren

Boombrand

Samen spelen en werken

Lezen is leuk en soms ook spannend. En je kunt veel dingen ontdekken. Bijvoorbeeld wat kinderen doen in moeilijke situaties. Wat kiezen ze, en hoe loopt dat af? Je kunt met de hoofdpersonen meeleven en denken: Wat zou ik nu zelf doen?

Jezelf presenteren

Een keuze maken

Opkomen voor jezelf

Omgaan met ruzie

Bastiaan, Lonneke en Stein schrikken telkens als ze horen dat er weer een eeuwenoude boom in brand is gestoken. En die boombranden komen steeds dichter bij het dorp waar ze wonen. Zullen ze Dikke Harrie, de oude kastanjeboom op hun schoolplein kunnen redden? En wie steekt er nu bomen in brand? Wat zit daar achter?

Avi 9/M7 Met illustraties van Roelof van der Schans Bestelnummer 5114 ISBN 978-90-5788-294-4

Boombrand Piet van der Waal


Inhoud 1. Hoe het begon…

5

2. De eerste krantenkop

13

3. Kletsmajoor

17

4. Iets met kranten

23

5. De verrassing

26

6. Bomen zijn gewoon cool

31

7. Net zulke bomen als Dikke Harrie

38

8. Al vijf bomen afgebrand

42

9. Iedereen moet gewaarschuwd

47

10. Een verrassing met een onverwacht vervelend staartje 52 11. Boomkroonpad

58

12. Er is een patroon

63

13. ‘Ik ga deze school verlaten’

66

14. De pest aan bomen

68


15. Ze gaan toch terug

76

16. Heeft de dreigbrief geholpen?

80

17. Op wacht

84

18. Het gele briefje en toen…

88

19. Het verhaal van Roger

93

20. Hoe het afliep…

4

100


1. Hoe het begon… ‘Goed, ik zal het nog een keer herhalen.’ Cihan knikt. ‘We spreken dus het volgende af: jij ruimt voortaan niet alleen je eigen spullen op, maar ook de spullen van je kleine broertje!’ Cihan kijkt naar de kleine Urgüm, die in zichzelf pratend op de grond met zijn blokken zit te spelen. ‘Ook help je je moeder en dan zonder zeuren, als zij dat aan jou vraagt. Heb je dat begrepen, Cihan?’ Weer knikt de jongen. Het is toch immers voor zijn eigen bestwil. Voor het goede doel. Alleen voelt hij zich wel opgelaten, omdat zijn twee oudere zusjes ook aan tafel zitten. Die zitten elkaar giechelend aan te stoten. Had zijn vader die meiden niet gewoon even de kamer uit kunnen sturen. Hij krijgt op zijn kop terwijl zij erbij zitten en dat is echt niet leuk. Maar ja, hij weet dat hij het over moet hebben voor het goede doel. Per slot van rekening heeft hij het toch wel mooi voor elkaar gekregen. Hij had gedacht dat het nooit meer zou lukken, maar hij voelt dat het nu toch de goede kant opgaat. ‘Wat zeg je, Cihan? Gebruik je stem eens, jongen.’ ‘Ja pa, ik beloof dat ik voortaan mijn spullen goed zal opruimen… en Urgüm zal helpen.’ ‘En? Wat nog meer?’ ‘En mam natuurlijk.’ Zijn moeder glimlacht, trekt een stuk van het platte gele brood en stopt het tevreden smakkend in haar mond. ‘Iyi* jongen, heel verstandig. Jij bent een rasechte o ul** en ook al een echte zakenman. Jij weet heel handig hoe je dingen voor elkaar kunt krijgen.’ De vader van Cihan lacht al zijn tanden bloot. * iyi = goed; **o ul = zoon (van mij)

5


De hele familie gaat verder met de maaltijd. Er wordt over van alles gesproken en gediscussieerd, maar niet een keer meer over de afspraak. Voortdurend kijkt Cihan naar zijn vader, maar hij durft niet het initiatief te nemen. Zelf erover beginnen zou niet beleefd zijn. Hij kan maar beter geduldig afwachten tot zijn vader erover begint. Uiteindelijk kan hij het niet laten om zijn zusjes alsnog stiekem onder de tafel een venijnige schop te geven. Dat hebben ze verdiend met hun gelach. Maar het resultaat is dat ze alleen nog maar harder beginnen te giechelen. ‘Ik krijg jullie wel,’ fluistert Cihan, als zijn vader opstaat om de krant te pakken. Cihans vader vouwt hem ritselend open en begint op zijn gemak te lezen. ‘Kom,’ zegt Cihans moeder, ‘we gaan de afwas doen. Meiden, steek de handen eens uit de mouwen.’ ‘Maar,’ sputtert Burcu en ze kijkt pesterig naar haar broertje, ‘moet Cihan dat nu niet doen? Hij zou toch…’ ‘Hebben jullie je moeder niet gehoord?’ bromt hun vader met een lage, dwingende stem. Hij kijkt over de rand van zijn gouden brilletje en zijn krant in de richting van de meiden. Die besluiten maar om eieren voor hun geld te kiezen en op te staan. Ze beginnen de tafel af te ruimen. Cihan blijft rustig zitten. Zijn vader blijft onverstoorbaar doorlezen. ‘Is er iets, Cihan?’ vraagt hij na een poosje. ‘Moet je geen huiswerk maken?’ ‘Heb ik al af, pa.’ ‘Spelen dan. Een stripboek lezen? Televisie kijken?’ Cihan schudt zijn hoofd. ‘Wacht je ergens op?’ Cihan geeft geen antwoord, maar staart zwijgend naar de ingewikkelde patronen van het tafelkleed. ‘Bravo! Heel goed, Cihan. Je hebt nu ook nog laten zien dat je sabir

6


kunt opbrengen. Geduld is een belangrijke eigenschap die niet iedereen bezit. Ik weet waar je op wacht.’ Cihan zucht van opluchting. ‘Wij gaan morgen samen naar de voetbalclub. Daar gaan we jou laten inschrijven. Daarna gaan we mooie voetbalkleren voor je kopen. Kousen, een broekje, een glimmend shirt en nieuwe voetbalschoenen. En natuurlijk scheenbeschermers! Tevreden?’ Nu kan Cihan niet meer stil op zijn stoel blijven zitten en hij vliegt zijn vader om zijn nek. Dan rent hij naar zijn moeder en geeft haar een dikke pakkerd. Zijn zusjes krijgen elk een rukje aan hun paardenstaartjes. ‘Maar… alleen als je voortaan niet meer alle spullen achter je laat slingeren als…’ ‘…als een slingeraap,’ roept Burçu. ‘…als een baviaan,’ lacht Begum. ‘Zorg altijd goed voor je spulletjes. Netjes zijn.’ Cihan knikt heftig van ja. Natuurlijk, dat is hij vast van plan. De laatste tijd is hij al twee fietsen, een tas met boeken van de bibliotheek en de nieuwe mp3-speler van Begum kwijtgeraakt. Zijn vader was woedend toen hij het hoorde en toen Cihan zo onhandig was om op dat moment ook nog te vragen of hij op voetbal mocht, net als Johan, zijn beste vriend, had zijn vader hem een oorvijg verkocht. Het was de eerste in heel zijn leven. Zijn hoofd had ervan gesuisd. Gelukkig kon zijn vader niet lang kwaad blijven, had spijt gekregen en had hem vanavond het voorstel gedaan. ‘Jij ruimt voortaan je spullen op en raakt niets meer kwijt, dan mag je op voetbal.’ Moest je over zo’n voorstel nog nadenken? Nee toch zeker. ‘Willen jullie thee?’ vraagt Cihans moeder. Ze zijn klaar met de afwas. ‘Lekker,’ antwoorden ze allemaal tegelijk.

7


‘Met amandeltaart!’ zegt Cihans vader, ‘om het contract van Cihan te vieren.’ Na het theedrinken is het bedtijd voor Cihan. Vanavond gaat hij zonder tegenstribbelen en met een tevreden en opgelucht gevoel naar zijn slaapkamertje. Even tandenpoetsen en toch maar een bezoekje aan de douche. Huppelend weer naar zijn kamer. Morgen voetbalspullen kopen en misschien volgende week al een wedstrijd spelen. Met een snoekduik belandt hij in zijn bed en trekt het Ajax-dekbed over zich heen. Misschien word ik wel een wereldberoemde voetballer. In het Nederlands elftal spelen! Ik ga elke dag keihard trainen en dan zullen pap en mam… Plotseling schiet hij overeind. Zijn gezicht trekt wit weg en alle positieve gedachten in zijn hoofd verdwijnen als sneeuw voor de zon. Trillend van de zenuwen staat hij op. Hoe kon hij nou zo stom zijn! Schoorvoetend, treetje voor treetje, loopt hij de trap af en opent zachtjes de kamerdeur. Zijn moeder staat achter de strijkplank en zijn vader zit voor de computer om zijn administratie van de winkel bij te houden. ‘Wat is er, jongen?’ Cihan slikt. Hij ziet lijkbleek. ‘Ben je ziek?,’ informeert zijn moeder. Cihan kijkt zijn ouders één voor één aan, maar zegt niets. ‘Toe nou jongen,’ zegt zijn vader. ‘Je moeder vroeg je iets.’ ‘Ik… ik ben mijn bal vergeten!’ ‘Wat?’ ‘Mijn adidas, pap. Ik…’ ‘Wat bedoel je nou? Hoezo vergeten?’ ‘We hebben vanmiddag met de jongens gevoetbald en daarna liet Ibrahim zijn kaartjes zien van de wedstrijd van FC Twente tegen…’

8


‘En toen heb jij je kostbare bal op het voetbalveld achtergelaten!,’ schiet zijn vader uit. ‘Niet op het voetbalveld. Bij de speeltuin. Daar is een trapveldje bij die oude boom met die gat.’ ‘Dàt gat!’ De ogen van Cihans vader schieten vuur. ‘Aankleden!’ gromt hij. ‘We gaan kijken of die bal er nog ligt.’ ‘Hij zit in de boom verstopt,’ zegt Cihan met een klein stemmetje. ‘Erin?’ ‘In dat grote knoestige gat. Dat doen we altijd.’ ‘Domme jongen,’ antwoordt zijn vader. Even later rijden ze de straat uit in de richting van de speeltuin. Het is heel stil op straat. Als ze vlakbij zijn, zien ze in het pikkedonker een vreemde rode gloed boven de bomen die rond de speeltuin en het trapveldje staan. ‘Wat is daar in vredesnaam aan de hand?,’ mompelt Cihans vader. Hij geeft een ruk aan het stuur en manoeuvreert dan de inrit in. Cihan springt als eerste de auto uit. Zijn mond zakt open van verbazing en van schrik. ‘Pap, de boom staat in brand!’ Zijn vader komt snel naast hem staan. Hij knikt. De eeuwenoude eikenboom met zijn enorme uitwaaierende takken staat aan de onderkant in lichtelaaie. Het gekke is dat alleen de stam brandt. Het vuur kruipt met gretig likkende vlammen omhoog en de eerste nog kale takken beginnen nu al te schroeien. Cihans vader trekt zijn mobiele telefoon uit zijn jaszak. Hij toetst het alarmnummer in en begint dan aan iemand aan de andere kant van de lijn te vertellen wat zich hier afspeelt. Cihan staat met tranen in zijn ogen toe te kijken. ‘Welke gekken doen nou zoiets. Stelletje rotjongens, hadden zeker weer niets nuttigs te doen. De boel verruïneren is het enige dat ze kunnen. Ze moesten ze allemaal opsluiten!’ De vader van Cihan

9



staat te schelden en te tieren. Dan snuift hij hard. ‘Ruik je die benzinelucht?’ Dan pas ziet hij dat Cihan staat te huilen. ‘Wat is er, Cihan?’ ‘Mijn bal,’ snikt Cihan. Zijn vader knikt. ‘Ja, die ben je kwijt. Zie het maar als je verdiende straf.’ In de verte klinkt het geluid van sirenes. De hulptroepen zijn onderweg, maar ze zijn hopeloos te laat. De vlammen hebben nu ook de hoogste takken bereikt. De hitte wordt enorm en het hele grasveldje wordt er door verlicht. ‘Hé pap… kijk nou!’ Een meter of vijftien verderop ligt iets ronds en wits, precies in het midden van het voetbalveldje. Op de middenstip. Cihan stuift erop af. ‘Pap, mijn bal!’ juicht hij. ‘Die jongens hebben mijn bal laten liggen!’ Als Cihan zijn glimmende adidas optilt valt zijn oog meteen op een geel stick-up blaadje dat aan de zijkant van de bal zit vastgeplakt. Hij trekt het er voorzichtig af. Er staat iets op geschreven. Keurige blokletters. Kaarsrecht. Alleen de boom moet branden: No 1! ‘Cihan! Hier komen!’ schreeuwt zijn vader. ‘Het is gevaarlijk daar!’ Nu pas ziet Cihan dat de wind een vonkenregen veroorzaakt waar hij bijna middenin staat. Snel rent hij terug naar zijn vader. Op dat moment dendert met veel geraas de eerste brandweerauto het terrein op. Meteen daarop nog een. Verschillende politieauto’s komen aangereden. Het hele terrein wordt spookachtig verlicht door blauwe zwaailichten. Mannen met brandweerhelmen op springen uit de cabines en gaan onmiddellijk aan het werk.

11


Cihan propt het papiertje in zijn zak. Na een kwartier is de brand geblust, maar van de prachtige boom met zijn enorme takken is alleen een geblakerd skelet over. ‘Kom,’ zegt Cihans vader, ‘we moeten naar huis. Mama zal ongerust zijn.’ Als ze in de auto zitten, voelt Cihan in zijn broekzak. Had hij de politie niet over het briefje moeten vertellen? bedenkt hij geeuwend. Wanneer ze thuiskomen, vertellen ze wat er gebeurd is. Daarna moet Cihan naar bed. Gelukkig is zijn vader zijn boosheid vergeten. Als Cihan bijna in slaap gevallen is, gaat zijn slaapkamerdeur open. Zijn moeder komt binnen en haalt zijn kleren op. Die stinken een uur in de wind naar de rook en moeten in de was. Uit de zak van zijn spijkerbroek haalt ze een geel propje papier. Het voelt een beetje kleverig. Zonder ernaar te kijken gooit ze het in de prullenbak.

12


2. De eerste krantenkop Zonder het geringste geluid te maken gaat de kamerdeur open. Tergend langzaam. Eerst op een smal kiertje, dan steeds wijder. Op zijn tenen sluipt de man de kamer in. Doodstil. Alleen het getik van de klok en een zacht geritsel van papier verbreken de stilte. De man beweegt zich doelbewust en geruisloos in de richting van het krakende papier. Het geluid komt uit een geruite fauteuil, waar aan de achterkant alleen een stukje van een blond achterhoofd met daar weer achter een krant te zien is. De jongen in de stoel heeft niets in de gaten. Hij is te verdiept in zijn krant. De man staat nu vlak achter de rugleuning van de stoel. In zijn linkerhand houdt hij slingerend een paar matgrijze handboeien. Hij zorgt ervoor dat die geen geluid maken. Dan schiet de rechterhand van de man langs de rugleuning en hij pakt de jongen bij zijn T-shirt. Het slachtoffer wordt als een veertje uit zijn stoel getild en voorzichtig op de grond gelegd. Zijn handen op zijn rug. De handboeien worden vastgeklikt. ‘Gearresteerd! Eindelijk heb ik je te pakken! En nu mag je kiezen, kleine misdadiger: de kieteldood of voor straf je hele bord leegeten. Patat met frikadel en een flinke klodder mayonaise. En appelmoes!’ ‘Genade, pap. Ik zal het nooit meer doen.’ ‘Spreek of ik zal een van de twee voor je uitkiezen en ik weet al wat het dan wordt!’ ‘Pap, maak me los. Je hebt me haast dood laten schrikken!’ ‘Eerst kiezen. Vooruit. Je hebt nog precies twee seconden.’ ‘Patat met frikadel en mayonaise,’ zegt Bastiaan meteen. ‘En?’ ‘En appelmoes!’ ‘Hè jammer nou, weet je het zeker?’ grinnikt zijn vader. Hij heeft

13


zijn blauwe politie-uniform nog aan. Snel maakt hij de boeien los en bevestigt ze weer aan zijn koppel. ‘Waar zijn jullie nou weer mee bezig?’ Bastiaans moeder verschijnt in de deuropening. Ze heeft haar handen in haar zij en een verbaasde uitdrukking op haar gezicht. ‘Wat spook je uit met Bastiaan?’ ‘Die jongen viel me zo maar midden in de kamer aan,’ antwoordt Bastiaans vader met een uitgestreken gezicht, ‘en ik moest me dus wel verdedigen.’ Hij geeft Bastiaan, die net probeert om overeind te krabbelen, een vette knipoog. ‘Die jongen is levensgevaarlijk. Het is maar goed dat ik een getrainde wijkagent ben, want anders…’ ‘Ja hoor, het is wel goed met jou. Houd nou maar op met die onzin. Je had die jongen wel kunnen bezeren met die rare machospelletjes van je.’ Bastiaan wrijft aan zijn armen. Zijn vader heeft handen als bankschroeven. ‘Ik heb straf verdiend, mam,’ zegt Bastiaan als hij is opgestaan. ‘Patat met frikadel en appelmoes. Pap heeft een proces-verbaal uitgeschreven.’ ‘Oh, zit zo de vork in de steel? Typisch iets voor je vader. Hij had natuurlijk zelf weer eens trek in een lekkere vette junkfoodhap.’ Bastiaans moeder kan er nu ook wel om lachen. ‘Dan zal ik maar eens in de gevangeniskeuken gaan kijken of we die strafmaaltijd nog in voorraad hebben. Als de heren dan zo vriendelijk willen zijn om de tafel vast te dekken?’ ‘Joepie,’ lacht Bastiaan. ‘Wat zat je trouwens net te lezen, Bastiaan?’ vraagt zijn vader, terwijl hij drie borden uit de vitrinekast pakt. ‘Van alles.’ Bastiaan knikt met zijn hoofd naar de verfrommelde krant op de grond. ‘Leuke strips?’ ‘Strips?’

14


‘Ja, die verhaaltjes met tekeningetjes. Die van ‘de rechter’ vind ik heel leuk.’ Bastiaan haalt zijn schouders op. ‘Oh wacht, nou begrijp ik het,’ zegt Bastiaans vader. ‘De sportpagina’s?’ ‘Lekker boeiend,’ antwoordt Bastiaan, ‘interesseert me niks.’ ‘Echt niet? Ook niet de voetbaluitslagen, mooie foto’s van de Grand Prix? Judo? Taekwondo?’ Bastiaans vader maakt een paar houterige danspasjes door de kamer en begint met twee vuisten in de lucht te slaan. ‘Boksen?’ ‘Nee pa,’ zucht Bastiaan, ‘je weet toch dat ik niet van sport houd.’ Zijn vader zucht ook. Hij vindt het maar wat jammer dat Bastiaan op een heleboel vlakken niet op hem lijkt. Bastiaan is eigenlijk veel te klein voor zijn leeftijd. Een magere spriet die je zo omver blaast. Geen spierballen en een uithoudingsvermogen dat nergens op lijkt. Vorige week had hij Bastiaan nog gevraagd of hij een stukje met hem mee ging hardlopen. Een klein rondje maar, hooguit tien kilometer. Dat kan ik niet pa, dat hou ik nooit vol, had hij geantwoord. Neem je fiets dan maar, had zijn vader gezegd, dan kun je naast me rijden. Na nog geen vijf kilometer hadden ze moeten rusten, omdat Bastiaan zat te hijgen en te puffen op zijn zadel. Wat moest daar later van terechtkomen? Toch is Bastiaans vader gek op zijn zoon. Op school gaat het in ieder geval fantastisch. Bastiaan heeft ondertussen de krant gladgestreken en hem plat uitgevouwen op de grond gelegd. ‘Lees jij maar verder,’ zegt zijn vader, ‘dan dek ik de tafel wel.’ Bastiaan strekt zich languit op het wollen tapijt. Waar was hij gebleven?

15


Hij leest bijna elk artikel. Soms fronst hij even zijn wenkbrauwen of schudt ongelovig zijn hoofd. Wat een rotzooi maken sommige mensen toch van de wereld. ‘Binnen vijf minuten is het junkfood klaar,’ hoort hij de stem van zijn moeder uit de keuken. ‘Handen wassen, mannen en alvast aan tafel gaan zitten.’ Straks dan maar verder lezen, denkt Bastiaan. Juist op het moment dat Bastiaan de krant wil dichtvouwen valt zijn oog op een nog niet eerder opgemerkte krantenkop.

Eeuwenoude eik afgebrand Van onze verslaggever In de afgelopen nacht moest de plaatselijke brandweer uitrukken om een boom te blussen. De voor iedere bewoner uit Oosterhesselen bekende ‘Grote Knoeper’ op het terrein van de speeltuin werd onherstelbaar beschadigd. Een inwoner uit Oosterhesselen, die toevallig met zijn zoon in de buurt was, waarschuwde de politie en de brandweer. Helaas kon de boom niet gered worden. De politie gaat ervan uit dat de brandstichting het werk is geweest van vandalen.

Waarschijnlijk is om de boom aan te steken benzine gebruikt, zo bleek uit sporenonderzoek. ‘Het is gewoon een schande,’ zo luidde het commentaar van de brandweer-commandant, ‘totaal zinloos.’ ‘Grote Knoeper’ stond bekend als de oudste inwoner van het dorp. Op een schilderij van M. Heerdink uit 1815 is de boom al te zien in al zijn pracht en praal. Volwassenen, maar ook de kinderen zullen hun oude vriend zeker gaan missen.

‘Stommelingen,’ sist Bastiaan tussen zijn tanden. ‘Kom jochie,’ zegt Bastiaan moeder, ‘je moet je straf aan tafel komen uitzitten.’

16


Ervaringen delen

Aardig doen

Piet van der Waal

Een taak uitvoeren

Boombrand

Samen spelen en werken

Lezen is leuk en soms ook spannend. En je kunt veel dingen ontdekken. Bijvoorbeeld wat kinderen doen in moeilijke situaties. Wat kiezen ze, en hoe loopt dat af? Je kunt met de hoofdpersonen meeleven en denken: Wat zou ik nu zelf doen?

Jezelf presenteren

Een keuze maken

Opkomen voor jezelf

Omgaan met ruzie

Bastiaan, Lonneke en Stein schrikken telkens als ze horen dat er weer een eeuwenoude boom in brand is gestoken. En die boombranden komen steeds dichter bij het dorp waar ze wonen. Zullen ze Dikke Harrie, de oude kastanjeboom op hun schoolplein kunnen redden? En wie steekt er nu bomen in brand? Wat zit daar achter?

Avi 9/M7 Met illustraties van Roelof van der Schans Bestelnummer 5114 ISBN 978-90-5788-294-4

Boombrand Piet van der Waal


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.