De kinderboekenbrigade Evelien van Dort
Opgedragen aan Vera mijn moeder, ze heeft liefde voor lezen en schrijven voorgeleefd. Het leesboek over het indianenmeisje dat Munira al vier keer gelezen heeft, verwijst naar het favoriete boek van onze dochter toen ze elf jaar oud was: Naya Nuki geschreven door Kenneth Thomasma (1991).
Inhoud Hoofdstuk 1
8
Hoofdstuk 2
11
Hoofdstuk 3
16
Hoofdstuk 4
21
Hoofdstuk 5
25
Hoofdstuk 6
28
Hoofdstuk 7
35
Hoofdstuk 8
38
Hoofdstuk 9
44
Hoofdstuk 10
48
Hoofdstuk 11
53
Hoofdstuk 12
58
Hoofdstuk 13 60 Hoofdstuk 14
65
Hoofdstuk 15
68
Hoofdstuk 16
74
Hoofdstuk 17
78
Hoofdstuk 18
83
Hoofdstuk 19
87
Hoofdstuk 20
91
Hoofdstuk 21
95
1. Munira legt haar spullen klaar. Morgen is de eerste schooldag na de zomer. Ze ritst haar rugzak nog een keer open om de inhoud te checken: nieuwe agenda (met glitters en bloemen, van haar zakgeld gekocht), pen, haarborstel, twee elastiekjes voor reserve. Ze wil haar haren in een staart dragen. Los haar ziet eruit alsof ze nog in groep zes zit. Nou ja, volgens Emma, haar vriendin. Munira ontvangt een appje: Emma! ‘Ben je ook nog wakker…’ leest ze. Ze heeft zin om even te kletsen en belt meteen terug. Nog voordat ze iets kan zeggen, vraagt Emma: ‘Wat trek jij aan morgen? Ik twijfel tussen dat nieuwe groene T-shirt of die blouse met korte mouwen. Wat vind jij?’ Echt Emma, altijd onzeker over zichzelf. Omdat ze vrij klein van stuk is, draagt ze vaak schoenen met hakken om groter te lijken. Munira loopt liever op gympen. Je bent goed zoals je bent, wil ze zeggen, maar dat heeft ze al zo vaak gezegd. ‘Dat groene T-shirt staat je goed,’ adviseert ze. ‘Oké,’ zegt Emma. ‘Heb je zin in morgen?’ ‘Best spannend,’ antwoordt Munira eerlijk. ‘Die nieuwe meester, ik ken hem niet eens… Weet je nog de barbecue van onze groep bij juf Jos thuis, dat was heel gezellig. Ze zou ook in groep zeven lesgeven. Is ze nu opeens met pensioen gegaan?’ ‘Geen idee,’ antwoordt Emma. ‘De school heeft veel minder leerlingen, misschien hebben ze haar niet meer nodig.’ ‘Ik ga haar missen,’ zegt Munira. ‘Juf Jos was een echte creajuf, altijd in voor toneel, knutsels, koken, boeken en verhalen.’ ‘Juf Jos was bezig met een kinderboek,’ herinnert Emma zich. ‘Misschien wil ze daarmee verder. Lekker rustig in haar eigen huis, zonder zeurende leerlingen.’ Emma kletst verder over school. Dit jaar is de hele school digitaal gegaan, weet ze. Groepen zijn samengevoegd en alle leerlingen werken met een eigen programma op de laptop, zelfs de kleuters.
8
Munira luistert half, ze denkt aan juf Jos en haar kinderboeken. Haar huisje is een soort bibliotheek, tegen alle muren staan boekenkasten. De bibliotheek in het dorp is vanwege bezuinigingen gesloten. Zou ze bij juf Jos boeken mogen lenen? ‘Hallo ben je er nog?’ hoort ze Emma zeggen. ‘Wat vind jij?’ ‘Eh, leuk,’ antwoordt Munira. Ze heeft geen idee waar haar vriendin het over heeft. ‘Daarna haalde ik frites bij de snackbar,’ vertelt Emma verder. ‘Weet je wie daar ook stond? Onze weet-alles Stijn! Hij was op een technisch kamp geweest, het klonk allemaal heel Stijnig.’ ‘Stijnig,’ herhaalt Munira. ‘Stijnig klinkt schattig, vind je Stijn leuk?’ ‘Doe normaal,’ zegt Emma giechelend. ‘Nou ja, samen huiswerk maken lijkt me wel handig. Die jongen weet echt alles. Heb je Thomas nog gezien?’ Munira reageert niet direct. Weet Emma dat ze Thomas nog steeds heel leuk vindt? Er is één nadeel aan haar vriendin. Ze doet anderen graag na. Dus als Munira zegt dat ze Thomas te gek vindt, is de kans groot dat Emma Thomas ook te gek vindt. Munira besluit haar geen antwoord te geven. ‘Ik heb nog iets engs meegemaakt,’ zegt ze. ‘Wat?’ ‘Bij het kruispunt vlakbij die snackbar, stond het verkeerslicht voor fietsers op groen, dus ik reed door. Een grijze bus sloeg tegelijk rechtsaf. Ik moest heel hard remmen, anders was ik echt overreden. Ik stond te bibberen van schrik en die man in die bus reed gewoon door.’ ‘Die verkeerslichten zijn niet goed afgesteld,’ zegt Emma. ‘Hé, tot morgen.’ Ze breekt het gesprek af. Munira blijft met de mobiel in haar handen zitten. Ze voelt haar hart nog bonken als ze aan het voorval denkt… Emma was niet echt onder indruk, mama trouwens ook niet. Mama was de hele dag druk met het voorbereiden van haar nieuwe werkopdracht. Wel fijn dat ze weer aan de slag kan.
9
Het is al half tien, best laat! Meestal komt mama haar nog even een knuffel geven voor het slapen. Munira stopt haar mobiel vast in haar rugzak. In bed klikt ze haar lampje aan en pakt haar boek. Ze leest haar lievelingsboek, al voor de vierde keer. Het gaat over een indianenmeisje. Ze maakt een tocht door de wildernis, helemaal alleen… ‘Welterusten, lieverd.’ Onverwacht doet mama het bedlampje uit. ‘Het is al tien uur, ik dacht dat je allang sliep.’ ‘Morgen…’ Munira wil vragen of ze niets vergeten is voor de eerste schooldag. Mama onderbreekt haar. ‘Eh, niet meer lezen, leesbeestje van me. Slaap lekker.’ Beneden gaat de telefoon. Haastig loopt mama de trap af. Munira houdt in het donker haar boek nog even vast. Ze is half in het verhaal. Het meisje werd aangevallen door beren. Ze klom net op tijd in een boom. In de wildernis word je aangevallen door een beer. In het dorp word je omver gereden door een grijze bus. Als ze haar ogen dicht doet, ziet ze het busje weer op zich afkomen. Snel knipt ze het lampje aan en leest verder. Met het boek in haar hand valt ze in slaap.
10
2. ‘Dag mam, ik ga.’ Munira staat stil bij de trap en luistert. Geen antwoord. Met twee treden neemt ze de trap naar boven. Mama zit ingespannen achter haar laptop te werken. Munira zwaait even met haar hand voor het scherm. ‘Kus mam.’ Een paar tellen later fietst ze de oprit af. Ze kijkt achterom, de gordijnen van mama’s werkkamer zijn nog dicht. Vorig schooljaar zwaaide mama haar altijd bij de deur uit… Munira knijpt zo hard in haar remmen dat ze voorover schiet en met haar voeten naast haar fiets belandt. Ze is hard met haar buik tegen haar stuur geklapt. Tegelijk klinkt er getoeter en piepende remmen. Voor haar staat een asgrijze bestelbus, precies dezelfde bus die haar gisteren bijna omver reed! Het raam zoeft open. ‘Beetje uitkijken, jongedame,’ zegt een meneer met een kaal hoofd. Zijn stem klinkt monotoon. ‘U moet uitkijken,’ zegt Munira geschrokken. Ze hapt naar adem. Voor haar staan toch duidelijk witte driehoekjes op het asfalt. Het is een voorrangsweg voor fietsers. De man reageert niet. Hij heeft oordopjes in, ziet ze. Misschien heeft hij haar niet gehoord… De man wijst naar haar rugzak. De tas hangt scheef in haar fietsmand. ‘Schoolboeken?’ informeert hij. Munira legt de tas recht. Ze gaat echt niets zeggen tegen die onbekende chauffeur. Waar bemoeit hij zich mee? Munira wijst naar de driehoekjes. ‘Haaientanden bijten,’ zegt ze. ‘Ik rijd op de voorrangsweg.’ ‘Fout,’ zegt de man. ‘Verzinsels, driehoekjes bijten niet.’ Hij rijdt plankgas weg. Emma en Thomas staan bij de ingang van school. Emma heeft het groene T-shirt aan op een witte broek. Haar haren draagt ze in een donut, een strakke knot boven op haar hoofd.
11
‘Onzin,’ hoort ze Emma tegen Thomas zeggen. Zodra Emma Munira ziet, slaat ze haar arm om haar heen en trekt haar mee naar binnen. ‘Wat is onzin?’ vraagt Munira. ‘Thomas is zo grappig,’ zegt Emma lachend. ‘Hij heeft het over een speciale kleur grijze autolak die niet spiegelt maar absorbeert.’ ‘Absorwat?’ Munira begrijpt er niets van. ‘Beert,’ giechelt Emma. ‘Ik beer, jij beert, wij beren.’ In het lokaal ziet Munira op iedere tafel een sticker met naam. Ze zit naast Emma, vlak achter Stijn. Thomas zit rechts voor haar in het lokaal. ‘Zjorze,’ zegt meester George langzaam. ‘Niet Sjors en al helemaal niet gee-or-ge,’ zoals ik net hoorde.’ Hij kijkt de groep rond. Zijn kale hoofd glimt een beetje. Er is iets vreemds aan hem, vindt ze. Hij heeft een vrij brede nek en daardoor lijkt zijn hoofd een beetje op de kop van een vis. Meester George heeft nauwelijks wenkbrauwen, zijn voorhoofd is glad. Het is lastig te zien of hij ernstig, kwaad of juist vriendelijk kijkt. ‘We beginnen het schooljaar met het aanmaken van een digitale agenda,’ zegt meester George. Hij loopt langs de tafels om te zien of iedereen het juiste document voor zich heeft. Naast Munira blijft hij staan. ‘Laat die papieren agenda met frutsels voortaan thuis.’ ‘Jammer,’ zegt Munira binnensmonds. Ze beweegt haar vingers over de zachte stof van het kaft met bloemenhartjes. ‘Tafels leeg.’ De stem van meester George dringt nu pas tot haar door. ‘Ik doe niet aan herhalen,’ vervolgt hij. ‘Leg je agenda even op die plank.’ Hij wijst naar de plank van de klassenbieb. Het duurt een paar seconden voordat Munira doorheeft dat ze in actie moet komen. ‘Op de plank,’ herhaalt meester George.
12
‘En dat is toch twee keer,’ zegt Thomas grinnikend. Munira staat op en legt haar agenda op de lege plank. ‘Waar zijn de boeken?’ vraagt ze. ‘Op de plank,’ herhaalt meester George. Thomas steekt drie vingers omhoog. Meester George knippert met zijn ogen, hij opent en sluit zijn mond. Echt net een vis, denkt Munira terwijl ze snel gaat zitten. Emma typt een zin in haar digitale agenda en stoot haar aan. Munira leest: ‘Hij moet even laten zien wie de baas is.’ Ze knikt en typt: ‘Heb heimwee naar juf Jos.’ Bij juf Jos zouden ze over de vakantie napraten. Juf Jos met haar gele blouse en haar gekke verhalen… Munira kijkt in gedachten naar buiten. Naast de school staat een bestelbusje. De bus heeft dezelfde doffe grijze kleur als het busje van vanmorgen. Is het een vervoersbedrijf? Er staat geen tekst of logo op. Twee mannen sluiten de achterklep. De ene man wrijft langs zijn rug, net of hij een zware vracht heeft getild. Op dat moment laat meester George de luxaflex zakken. ‘Voor de beeldschermen moet het niet te licht zijn,’ zegt hij. Munira heeft een vaag en vreemd gevoel. Ze kan het niet plaatsen. Heeft het met de bestelbus te maken of met de nieuwe meester? In de verte hoort ze meester George praten. Hij klikt op het digibord plaatjes aan met de gemiddelde reken- en taalscore van groep zeven en acht. ‘We gaan er een excellent jaar van maken,’ zegt hij op fanatieke toon. ‘We gaan zeker tien procent hoger scoren op kennisniveau. Met één druk op de knop kan ik jullie huiswerk nakijken. De beste leerlingen van de week krijgen automatisch coins bijgeschreven op hun account.’ Thomas zit al een tijdje met zijn vinger in de lucht. Hij zwaait rondjes linksom en rechtsom, net alsof hij in de lucht tekent. Munira volgt zijn vinger. ‘Vette oliebol,’ leest ze. Het hoofd van meester is gebruind en het glanst van het zweet. Munira giechelt.
13
Ervaringen delen
Aardig doen
Samen spelen en werken
Lezen is leuk en soms ook spannend. En je kunt veel dingen ontdekken. Bijvoorbeeld wat kinderen doen in moeilijke situaties. Wat kiezen ze, en hoe loopt dat af? Je kunt met de hoofdpersonen meeleven en denken: Wat zou ik nu zelf doen?
Een taak uitvoeren
Jezelf presenteren
Een keuze maken
Opkomen voor jezelf
Omgaan met ruzie
Munira en Thomas hebben een nieuwe leerkracht: meester George. Hij wil graag modern zijn en is verantwoordelijk voor de aansluiting op een digitaal systeem onder leiding van ene D. Het nieuwe systeem beloont goede leerresultaten, en controleert de leerlingen op school en thuis. Kinderboeken lezen past niet in dit nieuwe systeem; die zetten alleen maar aan tot fantasie en dagdromen. Thomas en Munira zijn niet blij met de veranderingen en komen in opstand. Zijn ze op tijd om het kinderboek te redden?
Bestelnummer 5142 ISBN 978-90-5788-448-1
9 789057 884481
Avi M7/E7 Met illustraties van Roelof van der Schans